GERO VAN WILLIGEN Mobilisatie-flitsen Dam-journaal Italië en het huidige conflict Dinsdag 31 October 1939 Mctdinieiuuii Brand in den Kerktoren van de R.K» Kerk Aanbesteding Rijkswerf Esperantocursus Burgerlijke Stand van Den Helder ALS U DENKT AAN KONINGSTRAAT 14 Alg* Ledenvergadering „Het Witte Kruis" Uit het politie-rapport T\A*V.E*N.IL opent het winterseizoen fan Menst Onze magazijnen zijn Woensdag 1 November (Allerheiligen) tot 2 uur gesloten De ramp op het Diëng-plateau EEN MAN OP Z'N BEST IS EEN TOELAST-BEZOEKER Onvoorzichtigheid van den klokkenist? Gisterenavond om ongeveer zeven uur werd in den toren van de R.K. Kerk aan de Kerkgracht brand ontdekt, door eenige passeerende soldaten, die de kosteres waarschuwden, die op haar beurt oogen- blikkelijk de politie van den brand in Kennis stelde, want inderdaad zag men daar hoog in den toren de vuurtongen naar buiten lekken. In minder dan geen tijd was de autobrand- gpuit ter plaatse en was de magyrusladder voor de kerk gereden en opgedraaid. De si- renes hadden het brandweerpersoneel op de lioogte van den brand gebracht, zoodat spoe dig met de blussching kon worden begonnen. Terwijl eenige brandweerlieden met Vasal- snelblusschers binnendoor den toren beklom men, gingen langs den magyrusladder eenige brandweerlieden de zaak aan den buiten- Kant verkennen om zoo noodig vandaar wa ter te geven. Het gelukte echter van binnenuit den brand, die nog in den aanvang was, met de snelblusschers te bestrijden. Een drie tal blusschers was voldoende om het vuur te dooven, zoodat het gebruik van de stoomspuit niet noodig was. Bij een onderzoek, dat de politie instelde, bleken rondom de klok verschillende sigaret tenpeukjes en tal van afgebrande lucifers te jjggen. Gisterenmiddag was de klokkenist in den toren geweest voor het nazien van een van de hamers. Verondersteld wordt, dat hij wat onvoorzichtig met vuur is omgegaan en dat een sigarettenpeuk is blijven nasmeulen op het kurkdroge hout in den toren. De wind, die daar vrij spel heeft, heeft dit vuur tje aangewakkerd en had oorzaak kunnen worden van een ramp, als het vuur niet zoo tijdig ontdekt en bestreden was. Nu bepaalde de schade zich tot eenige verbrande balken en het gebinte. De politie zal de oorzaak van den brand onderzoeken en als onvoorzichtigheid hier inderdaad de oorzaak is, zal de dader wel een zware pijp rooken. Uitslag van de op 30 October 1939 gehouden openbare aanbesteding voor „Het maken van dekzerken, bestratingen, railopstellingen en eenig betonwerk ten behoeve van de montage werkplaats voor de afd. Werktuigbouw op de Rijkswerf te Willemsoord", p. Vermeulen en W. A. Ran, Den Helder5.943,— R. Noppert en G. Oord, Den Hel der 6.140, A. v. d. Wouw, Den Helder 6.430, J*. Roomeyer, Den Helder6.467, Modder en Cuperus, Den Helder 6.480, C. Goes, Den Helder6.485, fa. Gebr. de Waard, Den Helder 6.495, P. C. Tuin, Den Helder 6.498, K. Duinker, Den Helder 6.500, P. Tuin, 't Zand6.750,— fa. Minneboo en Walboom, Den Helder6.750, P. Boerdijk, Den Helder6.850, C. van Essen, Den Helder6.870, fa. Brandsma en Bekker, Haarlem 6.950, C. Bot, Haarlem 7.300, N.V. v.h. H. Doorn. Den Helder 7 450, P. Doorn, St. Maartensbrug 7.900, Evenals vorige jaren organiseert de neutrale Esperantisten-vereeniging „Nova Sento" dezen winter wederom een Esperanto-cursus voor beginners. Alhoewel de tijdsomstandigheden nu juist niet ideaal zijn voor het mooie vredes werk van de Esperanto-beweging, heeft het bestuur toch gemeend den cursus te laten doorgaan, geïnspireerd door de leuze van den Nederlandschen Esperantistenbond: „Houdt de lampen brandende". Bovendien wenscht „Nova Sento" een 20- jarige traditie hoog te houden; zonder onder breking organiseert zij reeds sinds 1919 win- tercursussen. De cursus begint a.s. Donderdag 2 Nov. in de bovenzaal van het Evangelisatiegebouw Palmstraat 5. Voor bijzonderheden raadplege men de advertenties in de Heldersche Courant en het Advertentieblad. van 30 October. BEVALLEN: A. Visser—Fransbergen, z. en d.; M. DoelemanMiddelkoop, d.; H. J. Kus- tersMeulendijks, d.; R. de Boer—Prins, d.; M. Broodman—van Tol, z.; W. A. Wit—Blom, Zoon. OVERLEDEN: C. A. Hollestelle, m., 24 j. VERGEET DAN NIET DAT IN DEZE ARTIKELEN EEN GROTE SORTERING PERMANENT IN VOOR RAAD HEEFT Gisterenavond vond in Café „Postbrug" de jaarlijksche algemeene ledenvergadering van „Het Witte Kruis" plaats. In zijn openings woord deelde de Voorzitter, Dr. Bakker, mede, dat er in het afgeloopen jaar een reorgani satie voltooid was; in Julianadorp werd n.1. een onderafdeeling opgericht, waarbij de al daar bestaande vereeniging „Hulp bij ziekte en ongevallen" in haar geheel naar „Het Witte Kruis" overging. Behalve deze reorganisatie had er ook nog een interne wijziging plaats gevonden, doordat de derde zuster gepension- neerd werd en er geen nieuwe was aangesteld. Er werd tijdelijk volstaan met een hulp, doch daar dit niet geheel en al naar genoegen van het bestuur was, was besloten wederom een derde zuster aan te stellen. Om dit mogelijk te maken moest de functie van magazijn meester vervallen, zoodat deze per 1 Jan. 1940 als zoodanig wordt ontslagen. Hij blijft echter in denst der Vereeniging om leden te werven, contributies te innen en desinfecties uit te voeren. De periodiek aftredende leden, de heeren W. J. Bakker Jr., P. v. d. Nieuwenhuizen en A. M. Engelmann, werden met vrijwel alge meene stemmen herkozen. De vergadering ging hierna over tot het bespreken van de begrooting. De inkomsten uit de contributies voor het komende jaar werden ongeveer twee honderd gulden lager geraamd, en waarschijnlijk zal er een verlies van 550 gulden worden geleden. Er bestaat echter de gegronde hoop, dat de gemeente een extra subsidie van 300 gulden zal geven, de rest van het verlies zal dan ten laste van het voordeelig saldo van het afgeloopen jaar komen. Tot leden van de commissie tot het nazien van de boeken werden hierop benoemd de heeren De Wit, Delgorge en De Bie, welke deze functie aanvaardden. Afgevaardigd voor de algemeene vergadering in Amsterdam wer den de heeren Bakker en Delgorge, terwijl de heer Tiemes als plaatsvervanger werd aan gewezen. De voorzitter deelde vervolgens mede, dat in verband met de oprichting van de onder afdeeling in Julianadorp de Statuten en Huis houdelijk Reglement gewijzigd moesten wor den. Het hoofdbestuur heeft deze wijzigingen goedgekeurd en nu zijn de Statuten doorge zonden om ook nog Koninklijk goedgekeurd te worden. Daar de rondvraag weinig stof tot discussie opleverde, werd de vergadering reeds spoedig weer door den voorzitter gesloten. VAN Z'N SCHIP GELOOPEN. Gisterenmiddag meldde zich bij de politie alhier een 19-jarige matroos, die Zondag te Van Ewijcksluis zijn schip verlaten had, nadat hij ernstig verschil van meening had gehad met zijn schipper. Den dag en den nacht had de jongeman op straat doorgebracht. Teneinde raad besloot hij eens met de politie te gaan praten. Nadat men zich in verbinding met den schipper had gesteld, bleek, dat er tus- schen beide partijen nog -wel te onderhande len viel. Alles werd in der minne geschikt. RUITEN INGEKOGELD. Door een jongen is gisteren de ruit van een voordeur aan de Hoofdgracht ingekogeld. De politie stelt een onderzoek in. AANRIJDING. Gisteren kwamen op den hoek Dijkweg- Kolensteeg twee voertuigen, een vrachtauto en een wagen, met elkander in botsing. De oorzaak was, dat de bestuurder van den laatste geen voorrang verleend had, waar schijnlijk door het niet hooren van de gegeven signalen van den autobestuurder. Proces-ver- baal werd opgemaakt. FIETS VERWISSELD. Een caféhouder kwam gisterenavond tot de minder perttige ontdekking dat zijn fiets, die voor de deur gestaan had, verdwenen was en dat een ander daarvoor in de plaats was ach tergebleven. Ook dit wordt onderzocht. SKILOOPERS OP DEN BORSTELBAAN. Een handige sportleeraar heeft een skibaan uit borstels geconstrueerd, op welke men, evenals in de vrije natuur, skiloopers hun kunst kunnen beoefenen. Voor vele skiloopers is me borstelbaan de mogelijkheid geopend, midden in de stad en de geheimen van eze sc sport in te dringen, net als in het Hooggeberg te. De skieën worden bevestigd. Groet uw meerdere. „Hallo, Tom, waar ga jij naar toe?" „Ik gao mien bikkesement haolen, sergeant, want wie motten straks schuilplaotsen grao- ven, noe en dan weet ie het wel, dan mok wat in de maoge hebben zitten, anders kunt ze mien wel met de stadreiniging mèt géven!" „Ja, maar dan hoef je toch niet vooruit te gaan eten?" „Nee?? Wat dacht ie noe? Ik vrète een portie van te veurn en dan gao'k met de an deren nog zo'n pulleke naor binnen slaon. Ie mot anders niet zoo'n hooge rugge tegen mien voeren, want dat staat oe nikse!" De sergant liet hem maar gaan, want daar was tegen etenstijd toch niets met hem te beginnen. Schuilplaatsen maken! Net iets voor Tom, die is ook liever lui dan moe. maar hij scheen er vanmiddag bijzonder veel trek in te hebben. Tegen 2 uur gingen we met een auto weg en na een kwartiertje rijden, kwamen we op de plaats van bestemming aan. „Zie zoo, ouwe roover, jij hebt een flinke portie achter je kiezen gedouwd, ie moest nu maar eens flink gaan graven", aldus de ser geant tegen Tom. „Noe da's goed, mien jong!" Tom verdween naar een kleine loods, waar allerlei soorten gereedschappen in bewaard werden, om een schop te gaan halen. Wij gingen ondertusschen reeds aan den slag. Het valt niet mee, een kuil van 3 bij 7 meter te graven en 2 meter diep, maar och, vele handen maken licht werk, en zoo verging het ons ook. Tom was echter na een half uur nog niet op komen dagen en een enkelmg keek al eens rond ,waa? of hij wel uit kon hangen. Hij is nu eenmaal de „big van 't peleton" en heeft wel eens nukken. Plotseling zagen we hem staan, v'ak bij het schuurtje, stram in de houding! „Ho, johgens, de „baas", aan 't werk!" Met den baas werd de luitenant bedoeld. Wij gingen weer ijverig door met dezen voor ons onwennigen arbeid. Na een dikke W2 uur keken we nog eens uit naar Tom. Nergens bleek ook maar het minste of geringste van hem te bespeuren. We keken elkaar al eens aan. Waar zou die nu toch kunnen zitten? Onverwachts stond hij wser bij de loods... en weer in de houding. Dat deugde niet daar. Daar was iets niet in den haak, dat stond thans voor een ieder van ons vast. Dat zaakje diende onderzocht te worden, en zoo gebeurde het, dat we met z n allen naar de loods toeliepen. We waren vlak bij het beruchte schuurtje, toen we Tom eensklaps met zijn hoofd zagen knikken en hij salueerde. Wat was dat nu...? Toch de baas...? Eindelijk hadden we hem bereikt en... geen Luit. te bespeuren, maar voor den Luit in de plaats hing diens jas, waarop 2 sterren, en Tom stond er strak voor in de houding! „Hé, halve gare, wat sta je daar?" „Wat, ezels, zien jullie met joen betoeterde fasie's dan niet, dat hier een „hooge hangt"? „Groeten met je... groeten! Ik heb al IV2 uur staan groeten! Ze hebt mien immers geleerd: 2 sterren is een le Luit, daor mot je veur groeten...". Er bleef bitter weinig van Tom over, aan gezien we hem me z'n allen op zijn huid spongen. Zoo'n leelijke onderkruiper, altijd wegkrui pen als er gewerkt moet worden. We hebben het hem voor eens en voor altijd afgeleerd. Maar...hij kon toch lachen, want hij had ons te grazen gehad. Hij had al dien tijd in het schuurtje gezeten en door een spleet in den wand kon hij ons steeds in de gaten hou den, en zoo gauw als wij even naar hem uit keken, ging hij op den hoek staan groeten...: Dick. Met verwijzing naar de in dit blad voorko mende advertentie, verzoekt men ons mee te deelen, dat de Heldersche Tooneelvereeniging „T.A.V.E.N.U.", op Woensdag 13 Nov. a.s, haar winterseizoen zal openen. Gezien de tijdsom standigheden, zullen de kunstlievende leden het zeker op prijs stellen, dat het bestuur en de werkende leden niet bij de pakken neerzitten, maar de hand aan den ploeg hebben geslagen om de zoo gewaardeerde „T.A.V.E.N.U."-avon- den te laten doorgaan. Gezien de prestatie van het vorige seizoen kan het niet anders, of ook deze avonden zullen weer slagen. Als openingsstuk voor het winterseizoen, komt „T.A.V.E.N.U." Maandag 13 November met „De Doorslag", dat aangekondigd wordt als een spannende dectective in drie bedrijven. Wij verwijzen voor het lidmaatschap naar de in dit nummer voorkomende advertentie. „La me niet lache! Gammelin is óók niet van gistere! Die heit Hitier dóór, die heit Brauzwits döör. Eerst heit-ie de mof Pole late inpikke, same met Stalin. Nou mot je es oplette: Hitier en Stalin, zou je segge, benne twee handjes op één buik. Mis poes! Die kanne mekaars bloed wel suipe, die gunne mekaar 't licht in d'r lui oge niet. Nou begon 't bij Pressemussel..." „V seit?" pressemussel; je bent toch niet doof." „Steek jevinger maar es tusse me kieze. Hoe spreek je dat uit?" „Nou gewoon: Pressemussel. Twee keer niese en een keer spuge... Hitier denkt: wie binne binne, binne binne. En Stalin denkt: hebbe is hebbe, en krijge is de kunst. En die linke Gam melin, die heit lol! Want nou gane me die twee Polepikkers op de Magginooit linie af. Gam melin voert 't tikkie de senuwe-oorlog, vat je, en os-te de Polepikkers nou vlak voor se Mag- ginooitje heit, dan is 't: hebbes!" „Dat sal Sam Berlijn nooit goedvinde..." paar kom ik op. Sjamberlijn is so link as 'n looie deur. Asse se de Polepikkers vastlegge an de Magginooit, dan gaat Engeland d'r op af. Die heit onderdehand se luchtbasis uitge- breje, die stuurt se mannetjes naar Pole! Dat ken. De Corriedoor staat dan wagewijd ope, se hoeve maar in te stappe en se benne klaar!" „Asse se maar niet vergete d'r voete te vege!" „Je mot es op 'n avond bij me thuis komme, sal 'k make dat de knop van de deur gloeiend is... Kan ik d'r wat an doen, dat je de knobbel voor de strategie niet hep? De kaarte legge ope en duidelijk voor je snuffert, as je 't nou nóg niet snapt, mot je je schoolgeld weerom hale." „Dijs je 'n pietsie, vader. Ik hep d'r méér so hore smoese en die sitte nou in Mereberg. En geloof maar nooitdat Hitier en Stalin kwaje vrinde worre, da's hoed en rand, die twee." „Da's sterk „Stalin neemt Hitier, en Hitier neemt Stalin „Neem zelf staal in. Gammelin pikt de Pole■- pikkers, en Sjamberlijn lacht in se vuisie. llz, op mijn woorde „Sam Berlijn is 'n stikemert. Die heit ze achter se elleboog. Die denkt: laat se maar knokke, as mijn maar niks overkomt. Sam Berlijn verkeert in 'n sleutelposisie soas je misschien weet, maar die posisie zal 'm lelijk opbreke. Wat ik je smoes as de Franse niet oppasse, dan sijne se binne 'n maand asje- wijne „Gammelin „Je vrouw zo'n onderkin! Gammelin kan me gestole worde, da's 'n veldheer van de kouwe grond". „Doorlopen! Geen volksverzamelingEen strateeg van 'n agent giet olie op de golven, Druk gebarend sloffen de twee nazaten van Hannibal de Kalverstraat in Ik heb eens de stelling horen verdedigèn, dat grote veldheren grote fantasten zijn. En ik geloof dat 't waar is ook. Want a.s ik zo es m'n verbleekte kennis van de wereldge schiedenis ga napluizen, dan kom ik er niet onderuit, dat zowel Xerxes als Hannibal, Fre- derik de Grote en Napoleon, de beschikking moeten hebben gehad over een levendige, fan tastische geest. Of deze beminnelijke eigenschap de strategen van onze tijd ook bezitten, laat ik in 't midden. Strategie is een ingewikkelde wetenschap. Als ik zo de foto's bekijk, die de dagbladen ons voor de neus toveren, dan ziet men daarop veldheren, de sterren öp, de hooggewelfde voorhoofden boven hunne kragen, de met zware denkrimpels doorploegde aangelaten gebogen over staf- en andere kaarten. Enfin, U kent die entourage, dierbare lezers. Of déze strategen nu de ware broeders zijn, die hunne legioenen ter overwinning zullen leiden dat zal de geschiedenis vaststellen. Echter, verkeren we over gemelde strategen in 't onzekere wat hun fantasie betreft, er leeft gelukkig een categorie van mannen, die 't op het punt van fantasie niet onder behoeven te doen voor Xerxes, Hannibal c.s. En ik zal U vertellen, hoe ik tot deze verblijdende kennis gekomen ben. In mijne goede Veste dan, hebben een aantal sigarenwinkeliers de zeer attente gewoonte, middels grote landkaarten den burger kond te doen van de positie der strijdende legerscharen En de Opperste der landkaarten-klompen makers is ongetwijfeld de heer Battefeld, die in zijn étalage aan het aloude Spui een kolos sale, metergrote zelfgetekende kaart van Europa heeft tentoongesteld. Met gekleurde spelden en draadjes wol geeft hij daarop het beweeg aan van de troepen kortom, in dezen heer is een goede schoolmeester ver loren gegaan. Iedere morgen, nadat ik mijn kleintje koffie geslurpt heb, begeef ik mij kaartwaarts. Want een intelligent mens moet op de hoogte blijven, van wat er alzo op ons lieve wereldje te koop is. Maar nög meer dan aan het bestuderen van de kaart, besteed ik mijn aandacht aan de ge sprekken van de omstanders. En hier ben ik tot de moedgevende ontdekking gekomen, dat, al moge Frederik de Grote en Napoleon dood zijn, hun fantastische geest voortleeft in „de- man-van-de-straat." Aanhoort het volgend stukje dialoog: „De Franse schiete op as 'n luis op 'n teer ton. Asse se niet oppasse, dan zit de mof binne de maand ze pote te wasse in de Seine, wat ik je smoes!" De houding van Italië in het huidige conflict is van beteekenis voor het eind resultaat van den strijd. Een Italië, dat zich aan den kant van een van de strij dende partijen stelt, spreekt een belangrijk woord mee in de beslissing van den oorlog. Natuurlijk kan Italië zich ook in het be lang van de strijdende partijen, in dit geval b.v. van Duitschland, buiten den krijg houden en men heeft aanvankelijk ge loofd, dat dit de opzet van de Italiaansche neutraliteit is geweest. Maar de liefde van Italië voor, zijn „asgenoot" is zoodanig verflauwd, dat we naar een andere reden moeten zoeken voor het feit, dal Italië zich buiten het conflict wensent te houden. En die reden ligt in het eigenbelang van het land. Het belang van Italië ligt in de Middelland- sche Zee, in Zuid-Oost Europa en zooiang die belangen niet aangetast worden, zal Italië zich wijselijk buiten het conflict houden. Evenzeer als Rusland zijde denkt te spinnen bij zijn vriendschap met Duitschland en daar reeds de noodige vruchten voor eigen gebruik van heeft geplukt, evenzeer meent Italië er beter van te worden, door zich op het oogenblik buiten 't conflict te houden. Een versteviging van zijn positie in de Middellandsche Zee en uitbreiding van zijn invloed op den Balkan, dat is op het oogenblik het belang van Italië. Men heeft daarom in Rome met leede oogen de verdragssluiting van Turkije met Engeland gezien, omdat dit den Italiaanschen invloed kan verzwakken. Hoelang deze neutraliteit van het land van Mussolini zal duren is niet te zeggen. Dat zal afhangen van de ontwikkeling van den strijd, van het belang, dat Italië zelf zal hebben zich in den oorlog te werpen. Voorloopig ziet het de noodzakelijkheid daarvan niet in, maar hoe dat over eenige maanden zal zijn, dat is moeilijk te zeggen. Italië is, men weet het, tot de tanden ge wapend. De schooljeugd is militair ge schoold, de vrouwen zijn afgericht voor het werk op het land en in de fabrieken. De vrede van Italië rust, om een uitdruk king van Mussolini zelf te gebruiken, op de punten van acht millioen bajonetten. Zoo blijft Italië ten allen tijde een be langrijke factor in het Europeesche oor logsconcert, waarvan de ouverture is ingezet. Zal er vandaag nog een laatste poging ge waagd worden om den vrede te redden? Ge ruchten daarover liepen naar aanleiding van de rede van den Russischen Volkscommissaris van buitenlandsche zaken, Molotof, heden zal houden. Hitier zou hem verzocht hebben de laatste poging te wagen. Of dit gerucht juist is zullen we moeten afwachten, dat het een gunstig onthaal zal vinden is moeilijk te ge- looven. Bij voorbaat heeft de Parijsche pers het afgewezen. Men wil geen vrede, zonder dat het gepleegde onrecht wordt hersteld. En wanneer van Russische zijde een vredespoging wordt ondernomen, is er niet op te rekenen, dat Tsjecho-Slowakije zijn zelfstandigheid terug zal krijgen, dat Polen als staat zal wor den hersteld. Wanneer een voorstel uit Moskou zou komen en dit door de geallieerden wordt afgewezen, zijn we opnieuw een stap dich ter bij de uitbarsting van den oorlog, want dat die eens zal moeten komen, ook al huivert men er aan beide kanten voor tèrug, daarvan is ieder overtuigd, die den gang van zaken in het huidige conflict volgt. Bij K.B. van 16 October 1939 is benoemd tot controleur van den arbeid de heer W. A. Swaters, alhier, die werkzaam is gesteld, resp. in het 6e district der arbeidsinspectie, standplaats Haarlem. In totaal 10 dooden. De nieuwe kraters, welke op 13 October in het Batoersche, bij de desa Timbang, zijn ontstaan, vertoonen nog steeds een zeer krachtige werking, die dezer dagen zelfs nog is toegenomen. Gemeld wordt thans dat iu totaal 10 personen bij de ramp zijn vermist Het stoffelijk overschot van twee vrouwen en twee kinderen is gevonden; de hoop op het terugvinden van de zes andere slachtoffers heeft men opgegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 5