GERO
VAN WILLIGEN
Mobilisatie-flitsen
Dam-journaal
Italië en het huidige
conflict
Dinsdag 31 October 1939
Mctdinieiuuii
Brand in den Kerktoren
van de R.K» Kerk
Aanbesteding Rijkswerf
Esperantocursus
Burgerlijke Stand van Den Helder
ALS U DENKT AAN
KONINGSTRAAT 14
Alg* Ledenvergadering
„Het Witte Kruis"
Uit het politie-rapport
T\A*V.E*N.IL opent het
winterseizoen
fan Menst
Onze magazijnen zijn
Woensdag 1 November
(Allerheiligen)
tot 2 uur gesloten
De ramp op het Diëng-plateau
EEN MAN OP Z'N BEST
IS EEN TOELAST-BEZOEKER
Onvoorzichtigheid van den klokkenist?
Gisterenavond om ongeveer zeven uur
werd in den toren van de R.K. Kerk aan
de Kerkgracht brand ontdekt, door eenige
passeerende soldaten, die de kosteres
waarschuwden, die op haar beurt oogen-
blikkelijk de politie van den brand in
Kennis stelde, want inderdaad zag men
daar hoog in den toren de vuurtongen
naar buiten lekken.
In minder dan geen tijd was de autobrand-
gpuit ter plaatse en was de magyrusladder
voor de kerk gereden en opgedraaid. De si-
renes hadden het brandweerpersoneel op de
lioogte van den brand gebracht, zoodat spoe
dig met de blussching kon worden begonnen.
Terwijl eenige brandweerlieden met Vasal-
snelblusschers binnendoor den toren beklom
men, gingen langs den magyrusladder eenige
brandweerlieden de zaak aan den buiten-
Kant verkennen om zoo noodig vandaar wa
ter te geven.
Het gelukte echter van binnenuit den
brand, die nog in den aanvang was, met
de snelblusschers te bestrijden. Een drie
tal blusschers was voldoende om het
vuur te dooven, zoodat het gebruik van
de stoomspuit niet noodig was.
Bij een onderzoek, dat de politie instelde,
bleken rondom de klok verschillende sigaret
tenpeukjes en tal van afgebrande lucifers te
jjggen. Gisterenmiddag was de klokkenist in
den toren geweest voor het nazien van een
van de hamers. Verondersteld wordt, dat hij
wat onvoorzichtig met vuur is omgegaan en
dat een sigarettenpeuk is blijven nasmeulen
op het kurkdroge hout in den toren. De
wind, die daar vrij spel heeft, heeft dit vuur
tje aangewakkerd en had oorzaak kunnen
worden van een ramp, als het vuur niet zoo
tijdig ontdekt en bestreden was. Nu bepaalde
de schade zich tot eenige verbrande balken
en het gebinte.
De politie zal de oorzaak van den brand
onderzoeken en als onvoorzichtigheid hier
inderdaad de oorzaak is, zal de dader wel een
zware pijp rooken.
Uitslag van de op 30 October 1939 gehouden
openbare aanbesteding voor „Het maken van
dekzerken, bestratingen, railopstellingen en
eenig betonwerk ten behoeve van de montage
werkplaats voor de afd. Werktuigbouw op de
Rijkswerf te Willemsoord",
p. Vermeulen en W. A. Ran, Den
Helder5.943,—
R. Noppert en G. Oord, Den Hel
der 6.140,
A. v. d. Wouw, Den Helder 6.430,
J*. Roomeyer, Den Helder6.467,
Modder en Cuperus, Den Helder 6.480,
C. Goes, Den Helder6.485,
fa. Gebr. de Waard, Den Helder 6.495,
P. C. Tuin, Den Helder 6.498,
K. Duinker, Den Helder 6.500,
P. Tuin, 't Zand6.750,—
fa. Minneboo en Walboom, Den
Helder6.750,
P. Boerdijk, Den Helder6.850,
C. van Essen, Den Helder6.870,
fa. Brandsma en Bekker, Haarlem 6.950,
C. Bot, Haarlem 7.300,
N.V. v.h. H. Doorn. Den Helder 7 450,
P. Doorn, St. Maartensbrug 7.900,
Evenals vorige jaren organiseert de neutrale
Esperantisten-vereeniging „Nova Sento" dezen
winter wederom een Esperanto-cursus voor
beginners. Alhoewel de tijdsomstandigheden
nu juist niet ideaal zijn voor het mooie vredes
werk van de Esperanto-beweging, heeft het
bestuur toch gemeend den cursus te laten
doorgaan, geïnspireerd door de leuze van den
Nederlandschen Esperantistenbond: „Houdt de
lampen brandende".
Bovendien wenscht „Nova Sento" een 20-
jarige traditie hoog te houden; zonder onder
breking organiseert zij reeds sinds 1919 win-
tercursussen.
De cursus begint a.s. Donderdag 2 Nov. in
de bovenzaal van het Evangelisatiegebouw
Palmstraat 5.
Voor bijzonderheden raadplege men de
advertenties in de Heldersche Courant en het
Advertentieblad.
van 30 October.
BEVALLEN: A. Visser—Fransbergen, z. en
d.; M. DoelemanMiddelkoop, d.; H. J. Kus-
tersMeulendijks, d.; R. de Boer—Prins, d.;
M. Broodman—van Tol, z.; W. A. Wit—Blom,
Zoon.
OVERLEDEN: C. A. Hollestelle, m., 24 j.
VERGEET DAN NIET DAT
IN DEZE ARTIKELEN EEN
GROTE SORTERING
PERMANENT IN VOOR
RAAD HEEFT
Gisterenavond vond in Café „Postbrug" de
jaarlijksche algemeene ledenvergadering van
„Het Witte Kruis" plaats. In zijn openings
woord deelde de Voorzitter, Dr. Bakker, mede,
dat er in het afgeloopen jaar een reorgani
satie voltooid was; in Julianadorp werd n.1.
een onderafdeeling opgericht, waarbij de al
daar bestaande vereeniging „Hulp bij ziekte
en ongevallen" in haar geheel naar „Het Witte
Kruis" overging. Behalve deze reorganisatie
had er ook nog een interne wijziging plaats
gevonden, doordat de derde zuster gepension-
neerd werd en er geen nieuwe was aangesteld.
Er werd tijdelijk volstaan met een hulp, doch
daar dit niet geheel en al naar genoegen van
het bestuur was, was besloten wederom een
derde zuster aan te stellen. Om dit mogelijk
te maken moest de functie van magazijn
meester vervallen, zoodat deze per 1 Jan.
1940 als zoodanig wordt ontslagen. Hij blijft
echter in denst der Vereeniging om leden te
werven, contributies te innen en desinfecties
uit te voeren.
De periodiek aftredende leden, de heeren
W. J. Bakker Jr., P. v. d. Nieuwenhuizen en
A. M. Engelmann, werden met vrijwel alge
meene stemmen herkozen.
De vergadering ging hierna over tot het
bespreken van de begrooting. De inkomsten
uit de contributies voor het komende jaar
werden ongeveer twee honderd gulden lager
geraamd, en waarschijnlijk zal er een verlies
van 550 gulden worden geleden. Er bestaat
echter de gegronde hoop, dat de gemeente een
extra subsidie van 300 gulden zal geven, de
rest van het verlies zal dan ten laste van het
voordeelig saldo van het afgeloopen jaar
komen.
Tot leden van de commissie tot het nazien
van de boeken werden hierop benoemd de
heeren De Wit, Delgorge en De Bie, welke
deze functie aanvaardden. Afgevaardigd voor
de algemeene vergadering in Amsterdam wer
den de heeren Bakker en Delgorge, terwijl de
heer Tiemes als plaatsvervanger werd aan
gewezen.
De voorzitter deelde vervolgens mede, dat
in verband met de oprichting van de onder
afdeeling in Julianadorp de Statuten en Huis
houdelijk Reglement gewijzigd moesten wor
den. Het hoofdbestuur heeft deze wijzigingen
goedgekeurd en nu zijn de Statuten doorge
zonden om ook nog Koninklijk goedgekeurd
te worden.
Daar de rondvraag weinig stof tot discussie
opleverde, werd de vergadering reeds spoedig
weer door den voorzitter gesloten.
VAN Z'N SCHIP GELOOPEN.
Gisterenmiddag meldde zich bij de politie
alhier een 19-jarige matroos, die Zondag te
Van Ewijcksluis zijn schip verlaten had, nadat
hij ernstig verschil van meening had gehad
met zijn schipper. Den dag en den nacht had
de jongeman op straat doorgebracht. Teneinde
raad besloot hij eens met de politie te gaan
praten. Nadat men zich in verbinding met
den schipper had gesteld, bleek, dat er tus-
schen beide partijen nog -wel te onderhande
len viel. Alles werd in der minne geschikt.
RUITEN INGEKOGELD.
Door een jongen is gisteren de ruit van een
voordeur aan de Hoofdgracht ingekogeld. De
politie stelt een onderzoek in.
AANRIJDING.
Gisteren kwamen op den hoek Dijkweg-
Kolensteeg twee voertuigen, een vrachtauto
en een wagen, met elkander in botsing. De
oorzaak was, dat de bestuurder van den
laatste geen voorrang verleend had, waar
schijnlijk door het niet hooren van de gegeven
signalen van den autobestuurder. Proces-ver-
baal werd opgemaakt.
FIETS VERWISSELD.
Een caféhouder kwam gisterenavond tot de
minder perttige ontdekking dat zijn fiets, die
voor de deur gestaan had, verdwenen was en
dat een ander daarvoor in de plaats was ach
tergebleven. Ook dit wordt onderzocht.
SKILOOPERS OP DEN BORSTELBAAN.
Een handige sportleeraar heeft een skibaan uit borstels geconstrueerd, op welke men, evenals
in de vrije natuur, skiloopers hun kunst kunnen beoefenen. Voor vele skiloopers is me
borstelbaan de mogelijkheid geopend, midden in de stad en de geheimen van eze sc
sport in te dringen, net als in het Hooggeberg te. De skieën worden bevestigd.
Groet uw meerdere.
„Hallo, Tom, waar ga jij naar toe?"
„Ik gao mien bikkesement haolen, sergeant,
want wie motten straks schuilplaotsen grao-
ven, noe en dan weet ie het wel, dan mok wat
in de maoge hebben zitten, anders kunt ze
mien wel met de stadreiniging mèt géven!"
„Ja, maar dan hoef je toch niet vooruit te
gaan eten?"
„Nee?? Wat dacht ie noe? Ik vrète een
portie van te veurn en dan gao'k met de an
deren nog zo'n pulleke naor binnen slaon. Ie
mot anders niet zoo'n hooge rugge tegen mien
voeren, want dat staat oe nikse!"
De sergant liet hem maar gaan, want daar
was tegen etenstijd toch niets met hem te
beginnen.
Schuilplaatsen maken! Net iets voor Tom,
die is ook liever lui dan moe. maar hij scheen
er vanmiddag bijzonder veel trek in te hebben.
Tegen 2 uur gingen we met een auto weg
en na een kwartiertje rijden, kwamen we op
de plaats van bestemming aan.
„Zie zoo, ouwe roover, jij hebt een flinke
portie achter je kiezen gedouwd, ie moest nu
maar eens flink gaan graven", aldus de ser
geant tegen Tom.
„Noe da's goed, mien jong!"
Tom verdween naar een kleine loods, waar
allerlei soorten gereedschappen in bewaard
werden, om een schop te gaan halen.
Wij gingen ondertusschen reeds aan den
slag. Het valt niet mee, een kuil van 3 bij 7
meter te graven en 2 meter diep, maar och,
vele handen maken licht werk, en zoo verging
het ons ook.
Tom was echter na een half uur nog niet op
komen dagen en een enkelmg keek al eens
rond ,waa? of hij wel uit kon hangen.
Hij is nu eenmaal de „big van 't peleton"
en heeft wel eens nukken.
Plotseling zagen we hem staan, v'ak bij het
schuurtje, stram in de houding!
„Ho, johgens, de „baas", aan 't werk!"
Met den baas werd de luitenant bedoeld.
Wij gingen weer ijverig door met dezen voor
ons onwennigen arbeid.
Na een dikke W2 uur keken we nog eens
uit naar Tom. Nergens bleek ook maar het
minste of geringste van hem te bespeuren.
We keken elkaar al eens aan. Waar zou die
nu toch kunnen zitten?
Onverwachts stond hij wser bij de loods...
en weer in de houding.
Dat deugde niet daar. Daar was iets niet
in den haak, dat stond thans voor een ieder
van ons vast.
Dat zaakje diende onderzocht te worden, en
zoo gebeurde het, dat we met z n allen naar
de loods toeliepen.
We waren vlak bij het beruchte schuurtje,
toen we Tom eensklaps met zijn hoofd zagen
knikken en hij salueerde.
Wat was dat nu...?
Toch de baas...?
Eindelijk hadden we hem bereikt en... geen
Luit. te bespeuren, maar voor den Luit in de
plaats hing diens jas, waarop 2 sterren, en
Tom stond er strak voor in de houding!
„Hé, halve gare, wat sta je daar?"
„Wat, ezels, zien jullie met joen betoeterde
fasie's dan niet, dat hier een „hooge hangt"?
„Groeten met je... groeten!
Ik heb al IV2 uur staan groeten! Ze hebt
mien immers geleerd: 2 sterren is een le Luit,
daor mot je veur groeten...".
Er bleef bitter weinig van Tom over, aan
gezien we hem me z'n allen op zijn huid
spongen.
Zoo'n leelijke onderkruiper, altijd wegkrui
pen als er gewerkt moet worden. We hebben
het hem voor eens en voor altijd afgeleerd.
Maar...hij kon toch lachen, want hij had
ons te grazen gehad. Hij had al dien tijd in
het schuurtje gezeten en door een spleet in
den wand kon hij ons steeds in de gaten hou
den, en zoo gauw als wij even naar hem uit
keken, ging hij op den hoek staan groeten...:
Dick.
Met verwijzing naar de in dit blad voorko
mende advertentie, verzoekt men ons mee te
deelen, dat de Heldersche Tooneelvereeniging
„T.A.V.E.N.U.", op Woensdag 13 Nov. a.s, haar
winterseizoen zal openen. Gezien de tijdsom
standigheden, zullen de kunstlievende leden het
zeker op prijs stellen, dat het bestuur en de
werkende leden niet bij de pakken neerzitten,
maar de hand aan den ploeg hebben geslagen
om de zoo gewaardeerde „T.A.V.E.N.U."-avon-
den te laten doorgaan.
Gezien de prestatie van het vorige seizoen
kan het niet anders, of ook deze avonden zullen
weer slagen.
Als openingsstuk voor het winterseizoen,
komt „T.A.V.E.N.U." Maandag 13 November
met „De Doorslag", dat aangekondigd wordt
als een spannende dectective in drie bedrijven.
Wij verwijzen voor het lidmaatschap naar de
in dit nummer voorkomende advertentie.
„La me niet lache! Gammelin is óók niet van
gistere! Die heit Hitier dóór, die heit Brauzwits
döör. Eerst heit-ie de mof Pole late inpikke,
same met Stalin. Nou mot je es oplette: Hitier
en Stalin, zou je segge, benne twee handjes op
één buik. Mis poes! Die kanne mekaars bloed
wel suipe, die gunne mekaar 't licht in d'r lui
oge niet. Nou begon 't bij Pressemussel..."
„V seit?"
pressemussel; je bent toch niet doof."
„Steek jevinger maar es tusse me kieze. Hoe
spreek je dat uit?"
„Nou gewoon: Pressemussel. Twee keer niese
en een keer spuge... Hitier denkt: wie binne
binne, binne binne. En Stalin denkt: hebbe is
hebbe, en krijge is de kunst. En die linke Gam
melin, die heit lol! Want nou gane me die twee
Polepikkers op de Magginooit linie af. Gam
melin voert 't tikkie de senuwe-oorlog, vat je,
en os-te de Polepikkers nou vlak voor se Mag-
ginooitje heit, dan is 't: hebbes!"
„Dat sal Sam Berlijn nooit goedvinde..."
paar kom ik op. Sjamberlijn is so link as
'n looie deur. Asse se de Polepikkers vastlegge
an de Magginooit, dan gaat Engeland d'r op
af. Die heit onderdehand se luchtbasis uitge-
breje, die stuurt se mannetjes naar Pole! Dat
ken. De Corriedoor staat dan wagewijd ope,
se hoeve maar in te stappe en se benne klaar!"
„Asse se maar niet vergete d'r voete te
vege!"
„Je mot es op 'n avond bij me thuis komme,
sal 'k make dat de knop van de deur gloeiend
is... Kan ik d'r wat an doen, dat je de knobbel
voor de strategie niet hep? De kaarte legge
ope en duidelijk voor je snuffert, as je 't nou
nóg niet snapt, mot je je schoolgeld weerom
hale."
„Dijs je 'n pietsie, vader. Ik hep d'r méér so
hore smoese en die sitte nou in Mereberg. En
geloof maar nooitdat Hitier en Stalin kwaje
vrinde worre, da's hoed en rand, die twee."
„Da's sterk
„Stalin neemt Hitier, en Hitier neemt
Stalin
„Neem zelf staal in. Gammelin pikt de Pole■-
pikkers, en Sjamberlijn lacht in se vuisie. llz,
op mijn woorde
„Sam Berlijn is 'n stikemert. Die heit ze
achter se elleboog. Die denkt: laat se maar
knokke, as mijn maar niks overkomt. Sam
Berlijn verkeert in 'n sleutelposisie soas je
misschien weet, maar die posisie zal 'm lelijk
opbreke. Wat ik je smoes as de Franse niet
oppasse, dan sijne se binne 'n maand asje-
wijne
„Gammelin
„Je vrouw zo'n onderkin! Gammelin kan me
gestole worde, da's 'n veldheer van de kouwe
grond".
„Doorlopen! Geen volksverzamelingEen
strateeg van 'n agent giet olie op de golven,
Druk gebarend sloffen de twee nazaten van
Hannibal de Kalverstraat in
Ik heb eens de stelling horen verdedigèn,
dat grote veldheren grote fantasten zijn. En
ik geloof dat 't waar is ook. Want a.s ik zo
es m'n verbleekte kennis van de wereldge
schiedenis ga napluizen, dan kom ik er niet
onderuit, dat zowel Xerxes als Hannibal, Fre-
derik de Grote en Napoleon, de beschikking
moeten hebben gehad over een levendige, fan
tastische geest.
Of deze beminnelijke eigenschap de strategen
van onze tijd ook bezitten, laat ik in 't midden.
Strategie is een ingewikkelde wetenschap. Als
ik zo de foto's bekijk, die de dagbladen ons
voor de neus toveren, dan ziet men daarop
veldheren, de sterren öp, de hooggewelfde
voorhoofden boven hunne kragen, de met
zware denkrimpels doorploegde aangelaten
gebogen over staf- en andere kaarten. Enfin,
U kent die entourage, dierbare lezers. Of déze
strategen nu de ware broeders zijn, die hunne
legioenen ter overwinning zullen leiden dat
zal de geschiedenis vaststellen.
Echter, verkeren we over gemelde strategen
in 't onzekere wat hun fantasie betreft, er
leeft gelukkig een categorie van mannen, die
't op het punt van fantasie niet onder behoeven
te doen voor Xerxes, Hannibal c.s. En ik zal
U vertellen, hoe ik tot deze verblijdende kennis
gekomen ben.
In mijne goede Veste dan, hebben een aantal
sigarenwinkeliers de zeer attente gewoonte,
middels grote landkaarten den burger kond te
doen van de positie der strijdende legerscharen
En de Opperste der landkaarten-klompen
makers is ongetwijfeld de heer Battefeld, die
in zijn étalage aan het aloude Spui een kolos
sale, metergrote zelfgetekende kaart van
Europa heeft tentoongesteld. Met gekleurde
spelden en draadjes wol geeft hij daarop het
beweeg aan van de troepen kortom, in
dezen heer is een goede schoolmeester ver
loren gegaan. Iedere morgen, nadat ik mijn
kleintje koffie geslurpt heb, begeef ik mij
kaartwaarts. Want een intelligent mens moet
op de hoogte blijven, van wat er alzo op ons
lieve wereldje te koop is.
Maar nög meer dan aan het bestuderen van
de kaart, besteed ik mijn aandacht aan de ge
sprekken van de omstanders. En hier ben ik
tot de moedgevende ontdekking gekomen, dat,
al moge Frederik de Grote en Napoleon dood
zijn, hun fantastische geest voortleeft in „de-
man-van-de-straat."
Aanhoort het volgend stukje dialoog:
„De Franse schiete op as 'n luis op 'n teer
ton. Asse se niet oppasse, dan zit de mof binne
de maand ze pote te wasse in de Seine, wat ik
je smoes!"
De houding van Italië in het huidige
conflict is van beteekenis voor het eind
resultaat van den strijd. Een Italië, dat
zich aan den kant van een van de strij
dende partijen stelt, spreekt een belangrijk
woord mee in de beslissing van den oorlog.
Natuurlijk kan Italië zich ook in het be
lang van de strijdende partijen, in dit
geval b.v. van Duitschland, buiten den
krijg houden en men heeft aanvankelijk ge
loofd, dat dit de opzet van de Italiaansche
neutraliteit is geweest. Maar de liefde van
Italië voor, zijn „asgenoot" is zoodanig
verflauwd, dat we naar een andere reden
moeten zoeken voor het feit, dal Italië
zich buiten het conflict wensent te houden.
En die reden ligt in het eigenbelang van
het land.
Het belang van Italië ligt in de Middelland-
sche Zee, in Zuid-Oost Europa en zooiang die
belangen niet aangetast worden, zal Italië zich
wijselijk buiten het conflict houden. Evenzeer
als Rusland zijde denkt te spinnen bij zijn
vriendschap met Duitschland en daar reeds de
noodige vruchten voor eigen gebruik van
heeft geplukt, evenzeer meent Italië er beter
van te worden, door zich op het oogenblik
buiten 't conflict te houden. Een versteviging
van zijn positie in de Middellandsche Zee en
uitbreiding van zijn invloed op den Balkan,
dat is op het oogenblik het belang van Italië.
Men heeft daarom in Rome met leede oogen
de verdragssluiting van Turkije met Engeland
gezien, omdat dit den Italiaanschen invloed
kan verzwakken.
Hoelang deze neutraliteit van het land
van Mussolini zal duren is niet te zeggen.
Dat zal afhangen van de ontwikkeling van
den strijd, van het belang, dat Italië zelf
zal hebben zich in den oorlog te werpen.
Voorloopig ziet het de noodzakelijkheid
daarvan niet in, maar hoe dat over eenige
maanden zal zijn, dat is moeilijk te zeggen.
Italië is, men weet het, tot de tanden ge
wapend. De schooljeugd is militair ge
schoold, de vrouwen zijn afgericht voor
het werk op het land en in de fabrieken.
De vrede van Italië rust, om een uitdruk
king van Mussolini zelf te gebruiken, op
de punten van acht millioen bajonetten.
Zoo blijft Italië ten allen tijde een be
langrijke factor in het Europeesche oor
logsconcert, waarvan de ouverture is
ingezet.
Zal er vandaag nog een laatste poging ge
waagd worden om den vrede te redden? Ge
ruchten daarover liepen naar aanleiding van
de rede van den Russischen Volkscommissaris
van buitenlandsche zaken, Molotof, heden zal
houden. Hitier zou hem verzocht hebben de
laatste poging te wagen. Of dit gerucht juist
is zullen we moeten afwachten, dat het een
gunstig onthaal zal vinden is moeilijk te ge-
looven. Bij voorbaat heeft de Parijsche pers
het afgewezen. Men wil geen vrede, zonder
dat het gepleegde onrecht wordt hersteld. En
wanneer van Russische zijde een vredespoging
wordt ondernomen, is er niet op te rekenen,
dat Tsjecho-Slowakije zijn zelfstandigheid
terug zal krijgen, dat Polen als staat zal wor
den hersteld.
Wanneer een voorstel uit Moskou zou
komen en dit door de geallieerden wordt
afgewezen, zijn we opnieuw een stap dich
ter bij de uitbarsting van den oorlog,
want dat die eens zal moeten komen, ook
al huivert men er aan beide kanten voor
tèrug, daarvan is ieder overtuigd, die den
gang van zaken in het huidige conflict
volgt.
Bij K.B. van 16 October 1939 is benoemd
tot controleur van den arbeid de heer W. A.
Swaters, alhier, die werkzaam is gesteld,
resp. in het 6e district der arbeidsinspectie,
standplaats Haarlem.
In totaal 10 dooden.
De nieuwe kraters, welke op 13 October in
het Batoersche, bij de desa Timbang, zijn
ontstaan, vertoonen nog steeds een zeer
krachtige werking, die dezer dagen zelfs nog
is toegenomen. Gemeld wordt thans dat iu
totaal 10 personen bij de ramp zijn vermist
Het stoffelijk overschot van twee vrouwen en
twee kinderen is gevonden; de hoop op het
terugvinden van de zes andere slachtoffers
heeft men opgegeven.