„Europeeschemogendheid? Jan Zeedijk in Amerika verleden Radioprogramma De Avonturen van Interview met geheimzinmgen Rus van het door R. J. VAN NEERVOORT RUSLAND weer een VOORSPELLINGEN, DIE UITKWAMEN. SJANGHAI. Toen het bericht, dat de Russen Polen waren binnengedrongen, tot hier doordrong, had ik een gesprek met een Rus, betreffende de Russi sche politiek en wat deze Rus me vertelde, scheen me zoo onwaarschijn lijk, dat ik niet den moed had er melding van te maken. Sedert dien zijn echter enkele zijner voorspel lingen uitgekomen, waardoor me thans zijn mededeelingen niet meer zoo onwaarschijnlijk lijken. Verdachte Rus. Deze Rus wordt door zijn landgenooten hier, vluchtelingen -uit den tijd van den strijd tusschen Rooden en Witten, als eenigs- zins verdacht beschouwd. Men verdenkt hem ervan, dat hij geheimzinnige betrek kingen onderhoudt met de regeering te Moskou. Hij is niet ver in de dertig en de zoon van een Russisch hoofdofficier, die bij na twintig jaar geleden naar Sjanghai is gevlucht na den ondergang der laatste Rus sische witte legers. De Rus is dus als knaap naar China ge komen, waar zijn vader intusschen is over leden. Hij leeft te Shanghai op betrekkelijk grooten voet, verkeert er in verschillende kringen, maar nu en dan verdwijnt hij voor eenigen tijd, reist dan met onbekend doel in de binnenlanden van China, ofwel ver toeft bij de Russen in Mongolië en men fluistert zelfs, dat hij enkele malen Moskou bezocht, om er met de Russische leiders be sprekingen te houden. Bij de Japanners schijnt hij niet in een goed blaadje te staan en hij vermijdt het zorgvuldig zich in het door de Japanners bezette deel van Shang hai te vertoonen. Zij, die niet verrast waren Enkele dagen na den inval der Russen in Polen ontmoette ik hem en ik uitte mijn verbazing (mijn verontwaardiging verzweeg ik wijselijk) over de handeling der Russi sche regeering. De Rus, die blijkbaar in een mededeelzame stemming was, lachte eens even en merkte op: „Heel de wereld zal wel verbaasd zijn geweest over de Russische po litiek en tactiek, die ook de gezagvoerders te Berlijn verrast moeten hebben. Maar de gezagvoerders te Londen en Parijs zullen niet zoo verrast zijn geweest, daar ze van tevoren van Ruslands plannen op de hoogte waren. Deze plannen zijn hun bij de onder handelingen te Moskou over een Fransch- Engelsch-Russisch bondgenootschap uiteen gezet, toen deze onderhandelingen door de tegenwerking van Polen mislukten. De Po len wilden geen Russische troepen ter hulp in hun land hebben en daardoor kon er van het bondgenootschap ten gunste van Polen niet komen. De Russische verwachting van den Poolschen weerstand. De Russen verwachtten niet, dat Polen, als het voorloopig aan zich zelf werd overgelaten, langer dan eenige weken, hoogstens enkele maanden tegen de Duitschers kon stand houden. Het heeft toen tegen de Franschen en Engelschen open hartig verklaard, dat het Polen zou FEUILLETON Naar 't Engelsch van A. W. Marchmont 20. Zoo scheidden zij, en Dessie, die zich een zamer en ellendiger voelde dan ze zich ooit in haar leven gevoeld had, haastte zich naar het hotel te gaan. De naam van zuster Morland bleek inderdaad een uitstekende introductie en bespaarde haar een verklaring van het eenigs- zins ongewone feit, dat ze zonder bagage reisde. Het was een nacht van de diepste rampzalig heid, die zij in de stille hotelkamer doorbracht. Zelfs in het donkerste uur van haar leven had ze hoop op de toekomst gehad, maar nu kon ze met de beste wil geen lichtstraal ontdekken. Ze bevond zich volkomen in de macht van dezen onmensch en er bleef haar welhaast niets anders over dan voor zijn wenschen te capituleeren. En in het droeve spinsel van haar nachte lijke peinzen, die de slaap verre van haar hield, sproot een nieuwe angst op. Het was dat ze zich niet in staat zou voelen Tom de waarheid te vertellen! Niemand beter dan zijzelf wist wat het beteekende van hem te moeten schei den, en als een spookbeeld doemde het vreese- lijk alternatief in haar geest op van óf een diep een eeuwig stilzwijgen te bewaren, óf haar zuster in de beklaagdenbank te zien, beschuldigd van moord en vrijwel zeker van een veroordeeling. Want dat zou de prijs zijn voor het trotseeren van de Montalt! In het vooruitzicht van een dergelijke keus huiverde ze en beefde als een kind. Het was zooals ze gezegd had: alles wat haar in het leven lief was, hing van deze beslissing af. Doodmoe, afgetobd en geslagen stond ze vroeg op en ontbeet op haar kamer. Ze besloot, omdat ze hevige hoofdpijn had, een korte wan deling te gaan maken en dan op haar zuster te wachten. Onze correspondent, de heer J. K. Bredcrode, heeft te Sjanghai een interessant gesprek gehad met een geheimzinnig en Rus, dien men er in het Verre Oosten van verdenkt mysterieuze betrekkingen te onder houden met Moskou. Natuurlijk is de Rus geheel vervuld van de ac ties van zijn vaderland, vooral met betrekking tot Polen en het is de moeite waard, van zijn visie op de expansie-zucht der Sovjets kennis te nemen, ook al zijn eenige der gebeurtenissen, welke tot zijn be schouwingen aanleiding geven, al weer historie geworden. binnenvallen, zoodra het duidelijk werd, dat van een langen Poolschen tegenstand geen sorake zou zijn. De belangen van Rusland laten niet toe, zoo vervolgde mijn zegsman, dat geheel Po len door de Duitschers in bezit wordt ge nomen en Engeland en Frankrijk wisten dit van den beginne aan, al heeft de Fransche noch de Engelsche regeering het noodig ge vonden daarvan het publiek in kennis te stellen. Logischerwijze zouden Engeland en Frankrijk bij een aanval van Rusland op hun bondgenoot Polen Rusland den oorlog moeten verklaren, maar aangezien de regee ringen in Parijs en Londen Ruslands hou ding begrijpen en zelfs gedeeltelijk billijken, zullen ze dit niet doen. Frankrijk en Énge- land is het liever, dat Polen in Russische handen, zij 't misschien voorloopig, is, dan dat geheel Polen een buit wordt van Duitschland. Bij de FranschEngelsche onder handelingen te Moskou was het voornaamste verschil van meening het gevolg van een verschil van in zicht in de militaire kracht van Po len. De Franschen en Engelschen sloegen deze kracht hoog aan, de Russen daarentegen waren van mee ning, dat Polen heel snel verslagen zou worden. Polen allerminst een eenheid. „Kent U Polen?" vroeg dë Rus mij. Op mijn antwoord, dat ik zoowel te War schau ais te Wilna en te Lwow (Lemberg) had vertoefd en bijna het geheele land had bereisd, ging de Rus verder: „Dan weet u ook, dat Polen allerminst een eenheid vormde. De Oekrainers in Ga- licië, in de omgeving van Lemberg, haten de Polen meer dan eenig ander volk ter wereld. De Litauers in en om Wilna ge voelden zich sterk onderdrukt, evenals de Wit-Russen van Grodno en Pinsk en heel de omgeving. Wat komen moest, is gekomen en de Russen zijn Polen binnen geval len. Dit is echter geen vijandelijke handeling tegen de geallieerden, maar veel meer tegen de Duit schers, ai willen dezen dit niet er kennen. Rusland heeft een nieuwe politiek ingewijd, die toch zeer oud is. Na den wereldoorlog was Rusland van het westen terug gedrongen door de vorming van den staat Polen, maar meer nog door de vorming van de staten Estand en Let land. Rusland had aan de Baltische Zee geen ijsvrije haven meer, want Leningrad, het oude Petersburg, deze schepping van Pe ter den Grooten, is vijf a zes maanden van het jaar door het ijs gesloten. Door den tegenwoordigen oorlog krijgt Stalin de gele genheid de oude politiek van Peter den Grooten te hervatten. Oostzee een „Duitsche binnenzee." Rusland moet weder krijgen zijn „ven sters naar Europa", dat waren vroeger de havens Libau, Windau en Reval, of beter nog Baltischport, de voorhavens van Re- val. Zeker is, dat de Russische politiek, die naar 't Oosten, naar Azië was ge richt thans weer meer zich gaat rich ten naar 't westen, zeer ten nadeele van Duitschland. De Baltische Zee, de Oostzee, was na den oorlog ge worden tot zooiets als een Duitsche binnenzee, die in oorlogstijd zelfs voor de machtige Engelsche vloot gesloten is. Die tijd is voorbij met de politieke richting-verandering van Rusland en het is heel moeilijk dit als een voordeel voor Duitsch land te beschouwen. Rusland als Oostzee-mogendheid gaat herleven, al zal Duitschland alles doen om dit belangrijk feit voor het Duitsche volk te verdoezelen. Rusland wordt weder een „Europeesche" mogendheid en daardoor wordt aan de Duit sche aspiraties in oostelijke richting paal en perk gesteld. Ruslands optreden in Po len is dus niet gericht tegen Frankrijk en Engeland, maar tegen Duitschland, al mag het den oppervlakkigen beschouwer anders schijnen." Duitschland veinst onverschil ligheid. Drie weken zijn voorbij gegaan sedert de blijkbaar goed ingelichte Rus me deze mededeelingen deed en intusschen heeft Rusland zijn zin gekregen. Duitschland doet het voorkomen alsof dit Russische optreden het onverschillig iaat, zelfs min of meer sympathiek is, doch in hun hart zullen de Duitsche machtheb bers er wel anders over denken. Zij trachten het nog te voor te stel len, alsof het optreden van Rusland in de eerste plaats gericht is tegen Engeland en uit Duitsche bron komen berichten over een Russische bedreiging van Britsch Indic, over Russische troepenconcentraties aan de Af- ghaansche grens, berichten, die indruk kun nen maken op menschen, die Centraal-Azië niet kennen. Begin November wordt het daar zeer koud en vallen er vaak massa's sneeuw, want in dat zuidelijk hoog gelegen gebied heerscht een vastelandsklimaat. Een veldtocht door Afghanistan is in den zomer uiterst moeilijk, in den winter onmogelijk, zooals ik uit ervaring weet. Wegen ontbre ken er geheel en al; het zeer dun bevolkte land is niet in staat een leger te voeden, zoodat alles zou moeten medegevoerd of aangevoerd, wat stuiten zou op enorme be zwaren. Finsche kwestie. Verontrustender is, dat Rusland zijn in vloed ook wil uitbreiden tot Finland. Ik ken ook dit land van een herhaald verblijf en ik ken het Finsche volk en ben overtuigd, dat de Finnen niet zonder tegenstand het hoofd zullen buigen voor vergaande Russi sche eischen. Moreel staat Finland ook ster ker dan Estland, Letland of Litaucn, daar 't anders dan genoemde landen, in 1914 geen deel uitmaakte van Rusland, maar een zelf standige staat was, een Groot Hertogdom, met den czaar als grootvorst. Gedurende den oorlog van 19141918 was Finland „neu traal", al waren dan de voornaamste Fin sche kuststreken door Russische troepen be zet. Maar geen Finsche regimenten namen aan den oorlog deel, J. K. BREDERODE. WOENSDAG 8 NOVEMBER 1939. Hilversum I. 1875 en 414,4 m, NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijs fonds v. d. Scheepvaart. 8.00 Berichten. 8A5 Schriftlezing, meditatie. 8.20 Gramofoonmuizek. 9.309.45 Felicitaties. 10.30 Morgendienst. 11.15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Zang en piano en gramofoonmuziek. Om 12.45 Berichten ANP. 1.15 Ensemble v. d. Horst en gramofoonmuz. 2.152.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Christelijke lectuur. 3.30 Zang en cello met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 6.00 Causerie „Gevaren voor de Christelijke geest op ons platteland", 6.20 Gramofoonmuziek. 6.30 Taalles, hierna causerie ,,De samen stelling. de bediening en het onderhoud van stoomketels en stoommachines aan boord van schepen". 7.00 Berichten. 7.15 Causerie namens het Protestantsche Hulpcomité voor uitgewekenen om ras of geloof. Stipt drie uur was hij op de afgesproken plaats. Twee minuten later hield een kleine auto voor de stoeprand stil. Er zat een vrouw aan het stuur. „Zeedijk!" riep zij. De jonge marine-officier keek om naar de auto. „Mejuffrouw Schorpioen?" informeerde hij. „Stap in", zei de vrouw op bevelende toon. „Ik ben degene die u hier zoudt ontmoeten". Zeedijk stapte in de auto. Meer dan een half uur reed de jonge vrouw in snelle vaart over asfalt. Zij maakte allerlei omwegen, alsof zij bang was achtervolgd te worden. Blijkbaar wilde zij deze kans niet lopen. Tenslotte reed zij de wagen in een oude, bouwvallige garage. Ze leidde Zeedijk door de garage naar een huis, dat er tegenaan gebouwd was, waarna ze een paar trappen beklommen. Eindelijk stonden ze voor een stalen deur. De vrouw drukte op een knopje. Zonder ge luid ging de deur open. Twee mannen binnen in het vertrek wachtten blijkbaar op hen. „Nu zijn we veilig voor spionneerende ogen", zei de vrouw. Jan Zeedijk bevond zich in een klein, sme rig vertrek. De twee mannen keken met grimmige blikken naar hen. „Ga zitten, Zee dijk", beval de vrouw hem. „Ik heb je wat te zeggen." „Kijk, toen de Schorpioen het vliegtuig van Admiraal Warburton de J 15 ver nielde, bleef er voldoende van heel om de nieuwe brandstof van Warburton te onder zoeken". „Dat dacht ik wel," mompelde Zeedijk. Het gezicht van de vrouw was onbewogen als een masker. „Ik wil de verloren uitvinding aan de Amerikaanse Marine verkopen voor tien mil- lioen dollar!", ging zij kalm voort. „Als je er geen belang in stelt, Zeedijk, dan zullen wij niet veel tijd aan je verspillen." 7.3.0 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berichten. 8.15 Kon. Christ. Oratorium-vereeniging, het Concertgebouworkest en solisten. 9.15 Causerie over Bruckner. 9.35 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP, hierna actueel halfuur. 10.30 Ensemble „Presto". 11.25 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301.5 m. 11.5012.00 Schriftlezing. VARA-uitzending. 10.1020 v.m. en 7.30 8.00 VPRO. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatja. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor de arbeiders in de continu-bedr. 11.30 Voor de vrouw. 12.00 Gramofoonmuziek 12.15 VARA-uitzending. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.00 VARA-orkest. 1.151.45 Orgelspel. 2.00 Knipcursus. 2.303.10 Gramofoonmuziek. 3.15 Voor ae kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 VARA-orkest. 6.40 Lezing „Beheersing van de angst". 7.00 VARA-kalender. Toen ze de trap afliep en de hall doorging, kreeg ze een gewaarwording of ze door den grond zonk. Daar stond... sir Edmund Lan- dale en ze hoorde hem aan een kellner den weg vragen naar de Middle Riding ziekeninrichting. Wat kon dat in vredesnaam beteekenen? Ze was scherpzinnig genoeg om in ieder nieuw incident mogelijk gevaar te vermoeden, en na een oogenblik van besluiteloosheid kwam ze tot de conclusie, dat er minder risico in gelegen was hem aan te spreken en te probeeren uit te vinden wat hij hier deed, dan in het duister te blijven tasten met wie weet welke verschrik kelijke verrassingen in het verschiet. Hij scheen weinig verbaasd haar te zien en dat ontging Dessie niet. „Hoe wist u dat ik hier was?" vroeg ze, en de vraag bracht hem zoo in verwarring, dat hij aarzelde en stamelend begon: „Ik moest hier zijn..." „Eergisteren schreef u, dat u mij op mijn kamers zou kómen bezoeken. Geen levende ziel wist dat ik hierheen ging. Dus..." Ze hield opeens op. De gedachte aan zijn voorgenomen bezoek op haar kamers was als een vonk die den motor van haar verbeelding in beweging zette en in een visioen zag ze opeens wat er gebeurd moest zijn. Toen hij op haar flat was gekomen, had hij daar de Montalt aangetrof fen, die zich met geweld of onder een of ander voorwendsel toegang had verschaft dat waren van die kleinigheden die voor een dief en moordenaar als hij een peuleschil beteeken- den! De beide mannen een nobel stel! waren aan de praat gekomen, en Landale, als was in de handen van de Montalt, bij wien ver geleken hij een kind in de boosheid was had zich gemakkelijk laten uithooren en alles ver teld wat hij van haar verleden en familieom standigheden wist! Uit haar eigen mond... Dat verklaarde hoe de Montalt zoo plotse ling op de hoogte kwam. Maar niet wat het doel van zijn bezoek aan haar kamers was ge weest en evenmin hoe hij Daphne's verblijf plaats kende. Want déarover had ze met Lan dale nooit gesproken. Een tweede flits deed haar den ontbrekenden schakel in den keten van de Montalts haast fantastische schurkei jj zien. Hij was naar haar kamers gegaan om in te breken. In de brandkast waar ze haar papie ren had geborgen en voor dien tijd moest tiij in haar tasch, op de logeerkamer in Dora's huis, hebben geneusd. Want zoo alleen had hij Daphne's adres kunnen ontdekken en het feit, dat zij de robijnen in haar bezit had en nog andere bijzonderheden, die hij niet van Landale kon hebben gehoord. Die had hoogstens beves tigd wat de Montalt al wist, misschien diens juist verworven kennis op ondergeschikte pun ten aangevuld. Het sloot alles als een bus. En natuurlijk had de doortrapte schavuit Landale tot zijn bondgenoot en handlanger gemaakt, met de belofte, dat hij hem haar Dessie in zijn macht te krijgen. Sir Edmund Landale staarde haar aan alsof hij peilen wilde wat ze dacht, terwijl ze enkele oogenblikken in gepeins stond. Maar hij was lang niet schrander genoeg om ook maar in de verste verte te kunnen veronderstellen wat er in haar omging, en de langdurige stilte be gon hem zenuwachtig en onzeker te maken, toen ze, volkomen kalm en beheerscht, voort ging: „Dus ik moet aannemen dat deze ontmoeting een gevolg is van puur toeval, sir Edmund?" „Zeg niet „Sir Edmund", Dessie?" Zijn stem klonk haast smeekend; „wees toch niet zoo gereserveerd en op een afstand tegen mij. Wat ik in mijn brief heb gezegd, is absoluut waar. Kom, ga mee, je hebt je mantel al aan". En opeens kreeg de oude, onoverwinlijke bekoring die van haar uitging, hem in zijn greep. „Ik zal je de ware reden van mijn aanwezigheid hier vertellen", ging hij voort. „Je weet niet hoe grooten invloed je op mij hebt. Ik wil alles doen wat je verlangt, als je maar naar me wilt luisteren". Benieuwd welke voorstelling hij van de zaak zou geven, volgde ze hem het hotel uit. „En", vroeg ze, toen hij een tijdlang geen poging had gedaan om iets te zeggen, „wat hebt u mij te vertellen?" Doch hij bleef zwijgen, norsch naar den grond turend, en ze begreep, dat het hem, nu puntje bij paaltje kwam, moeite kostte om met de waarheid over zijn schelmerij voor den dag te komen. „Nu", hernam ze met een minachtend lachje, „als het u te zwaar valt om te bekennen hoe u mijn spoor hierheen hebt kunnen volgen, wil ik u de moeite wel sparen en het u zelf ver tellen". Met grimmige voldoening bedacht ze dat dit de manier was om de proef op de som te krij gen en ze gaf een relaas van wat ze zich voor stelde, dat dien ochtend op haar kamers moest zijn gebeurd met weglating van de details die al te bezwarend waren voor Daphne. En ze deed het op zulk een toon van zekerheid, dat hij overtuigd was, dat zij op onbegrijpelijke wijze de waarheid ontdekt had. Geen oogenblik ver moedde hij, dat hij overbluft werd door een ver nuftig spel van combinaties en deducties! Er viel een lange pauze nadat ze uitgespro ken had. Toen kwam, met horten en stooten, het erbarmelijk excuus van den jammerlijken slappeling. „Ja, ja... het is zooals je zegt. Ik geef toe, dat ik mij weer als een schurk tegenover je gedragen heb. Maar ik... ik kan niet zonder je... dat heeft me er toe gebracht. Ik bezweer je, dat het waar is wat ik je schreef je kunt me gelooven of niet. Ik heb je maanden 7.05 Felicitaties. 7.10 Koorzang. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP en VARA-veria. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Pianoduo en zang. 9.00 Radiotooneel. 9.30 Het Rosian-orkest. 10.00 Gramofoonmuziek. 10.10 Trompet en orgel. 10.40 Medische vraagbaak. 11.00 Berichten ANP. 11.10 De Ramblers. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. neen, jarenlang gezocht eigenlijk van het oogenblik af dat we uit elkaar zijn gegaan. Ik besefte toen niet hoeveel je voor mij betee kende; nu..." „Ik ben verloofd met mr. Cheriton, sir Ed mund", viel ze hem in de rede, „en ik kan niet toestaan, dat u op deze wijze tegen mij spreekt". „Ik weet, dat je w-rloofd bent en dat was het juist, wat me zoo wt'd van woede en jaloezie maakte toen de Montalt het mij vertelde. Dat bracht mij nog meer in de gemoedsstemming om op zijn voorstel in te gaan. Het was ook zoo'n bittere ontgoocheling voor me net toen ik je had teruggevonden tot de ontdekking te komen, dat we verder dan ooit van elkaar verwijderd waren. Weet je zeker dat je van hem houdt?" „Absoluut. Even zeker als ik sedert lang op gehouden heb een steek om u te geven", klonk het striemend. „Waarom neem je toch zoo'n houding tegen mij aan?" weeklaagde hij. „Dacht u dan dat ik u om den hals zou val len nadat u mij behandeld hebt, zooals geen gentleman een vrouw ooit zou behandelen?" „Je hebt toch van mij gehouden?" hield hij aan met de gemelijkheid van een slap, zelf zuchtig man, die zijn plannen ziet gedwars boomd. „Ik was toen een domme gans. Nu ken ik de wereld en heb mijn ervaring duur betaald. Ik houd nu zeker niet van u" voegde ze er met een kort lachje bij. „U kunt er zich op beroe men, dat u één ding grondig hebt gedaan in uw leven - mij volkomen gedesillusioneerd". „Maar ik heb je noodig. Ik kan niet meer zonder je leven", pleitte hij huilerig. „Nu, onze gevoelens zijn verder van weder- keerig, zooals ik al eenige malen heb getracht u duidelijk te maken", weerde ze af. „Ik van mijn kant zal mijn leven lang de herinnering aan bewaren als aan een intensen lafaard". „Wil je dus niet naar rnjj luisteren?" „Als u me niet anders te vertellen hebt dan de nonnens, dien ik zoo net heb moeten aan- hooren, dan zeker niet". „En toch zul je naar me moeten luiste ren", hield hij koppig aan. „Dat ik hierheen ben gegaan is in de eerste plaats om jou. Ik heb je noodig, ik kan niet meer zonder je leven Je moet mijn vrouw worden. Ik kan je de on hulling, die je meer dan ooit vreest, bespare: Nu weet je precies wat ik bedoel als ik zeg, dat ik in de eerste plaats om jou gekomen ben". (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7