Onze vloot is paraat! Voor't laatst... Welke Maranatha Conferentie De nieuwe Marine-filmActie en spanning vlooiversterking doelmatig Woensdag 8 November 1939 Tweede Blad ^JtadinLeuwJ S.MIJNHARDTJES' De begrootings- vergadering 21 Ho». Geb C I.M Y Epoorstr., 22,23,24 Ho» Geb. Palmslr DeBonte Mobilisatie-trein komt De economische beteekenis van onze weermacht De zee de verbindende schakel tusschen ons land en zijn bezittingen De Indische Marinefilm ,,'t Zal waarachtig wel gaan", die eenige maanden geleden in Indië begon te loopen en als een filmisch succes beschouwd mag worden, is gevolgd door een nieuwe Nederlandsche Marine film, in opdracht van het Departement van Defensie, onder auspiciën van de stichting „Inef", vervaardigd door Poly goon te Haarlem. De stichting „Inef" (Indië-Nederland door de film) is, zooals de naam zegt, door middel van de film, de kennis van de overzeesche ge westen te verrijken. Het vervaardigen van de Indische Marinefilm bracht het bestuur van de stichting op het idee in combinatie met deze film een Nederlandsche film te vervaar digen. Maandagmorgen heeft deze film, in het Odeon theater te Den Haag voor de Neder landsche pers gedraaid. Een groot aantal bla den had aan de uitnoodiging gehoor gegeven en heeft met belangstelling van dit Neder- landsch product kennis genomen. Het spreekt vanzelf, dat we niet verzuimd hebben, deze voor onze Marine zoo belangrijke gebeurtenis persoonlijk te verslaan. De film, die den vrij nuchteren titel draagt „Onze Koninklijke Marine", mag als zeer ge slaagd worden beschouwd. Er zit vaart en actie in. Het heele product duurt niet langer dan twintig minuten, doch het sleept de toe schouwers mee en vooral het slot is van een dramatische spanning. Het geeft een schijn- strijd van de vloot, die in den nacht wordt voortgezet. Een spanningsvolle actie. De film is verdeeld in drie deelen, die echter zonder onderbreking in elkaar overloopen; waarvan, het eerste de op leidingen te zien geeft te Vlissingen, Rot terdam en Den Helder, het tweede de oefeningen aan boord en die van den M.L.D. en het laatste deel de botsing op zee. De beelden zijn uitnemend samengesteld. Zij zijn in hoofdzaak genomen uit Marinegebeur tenissen van de laatste jaren, vlootmanoeu- Vres, de vlootrevue te Scheveningen, een parade op het Helden der Zeeplein en natuur lijk zijn voor verschillende opnamen speciale oefeningen gehouden. Met een schitterend „overal" van den trom petter vangt de film aan. Het hijschen van de vlag volgt. Pittige marschmuziek weerklinkt. Een ander beeld draait voor en we zien de mariniers te Rotterdam stevig door de straten stappen. Er komt dan een snelle opeenvolging van actievolle momenten bij de Marine. Het werken in het torpedo-atelier, op het vlieg kamp De Kooijoefeningen aan boord van de „Van Speijck", de „Urania", die met zijn com mandant en de in opleiding zijnde adelborsten het water klieft. Wat een fraai beeld, het prachtig gelijnde schip, de bolle zeilen, het Marsdiep overschietend als een groote vogel in glijvlucht. Maar dit vreedzame beeld wordt afgewisseld door een luchtgevecht. Vol spanning volgen we de jachtvliegtuigen op hun razende vlucht door het luchtruim, achtervolgd door andere vliegtuigen, onder schot genomen door het af weergeschut, en sommigen, als aangeschoten vogels, naar beneden dwarrelend. En dan als sluitstuk het tot de hoogste spanning opge voerde zeegevecht. Het gejaagde laden van de kanonnen, na het schrille alarm van den luchtaanval. De 40 mm worden gericht en paffen de vliegtuigen neer. Eigen vliegtuigen leggen een nevelscherm rondom de schepen, torpedo lanceerbuizen worden gevuld. Het is een gejaag en geren aan boord. Toch, ieder heeft zijn taak en die taak wordt met vast beradenheid waargenomen. Een katapult vliegtuig wordt afgeschoten. Het is een ge deelte vol vaart en spanning, dat zijn toppunt vindt in het nachtelijk gevecht, als zoeklichten den donkeren hemel aftasten, als ze met hun lichtarmen den horizon langsglijden en zich eindelijk hechten aan een oorlogsbodem, die aan dezen greep niet meer ontkomt. Kanonnen worden afgeschoten, bommen doen waterzuilen omhoog schieten, 't Is een pakkend slot van een film, die toont de paraatheid van onze marine. Paraat, maar niet voldoende sterk. Dit laatste bemerkt men wel niet, als men deze serie beelden van de 600 meter lange film in snelle opeenvolging langs zich heen ziet gaan, maar dit weten we, door de talrijke artikelen over dit onderwerp en door de uiteenzetting, die de vertegenwoordiger van den Marinestaf, de luit. ter zee der le kl. G. Koudijs, over deze materie gaf en waarover we hieronder nog een en ander opnemen. Het was de heer Koudijs, die de leiding van deze samenkomst had en de pers namens de Marinestaf welkom heette, terwijl door hem, na de vertooning, in den foyer van het Odeon theater verschillende vragen werden beant woord. Hieronder komen wij op een en ander nader terug. Sa W van allerlei aard verdrijft U snel en zeker met XUtJrWlf S. J, Koker 12 stuks 50ct. Proef doosje 2stuks10ct. De Raad der gemeente Den Helder hoopt op Dinsdag, 14 November 1939, des namiddags 8 uur, zoo noodig, voort te zetten op Woensdag, 15 November 1939, des namiddags 2 uur en des avonds 8 uur, alsmede op volgende dagen op dezelfde tijden, ten Raadhuize, bijeen te komen, ter behandeling van de volgende agenda: Installatie. Installatie van den heer C. Bakker" als lid van den Raad. Tochtramen. Voorstel inzake het aanbrengen van tocht ramen in de loketten van de secretarie. Onderwijs. Voorstel tot vaststelling van de exploitatie vergoeding voor de bijzondere scholen over 1938. Begrooting. Voorstel tot vaststelling van de achtste wij ziging van de gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1939. Behandeling der gemeentebegrooting, dienst 1940, met bijlagen. Onderwijs. Voorstel tot het vaststellen van het bedrag per leerling van de exploitatiekosten der open bare scholen voor gewoon- en uitgebreid lager onderwijs voor 1940. Benoeming. Voorstel tot het benoemen van een lid der Commissie voor de beroepskeuze. Aanbevolen worden: 1. de heer Mr. J. Mulder, wethouder. 2. de heer P. S. van der Vaart, wethouder. Voorstel tot het benoemen van een lid der Commissie van bijstand voor de gemeentewer ken en plantsoenen in de vacature-Kraak. Voorstel tot het benoemen van een lid der Commissie van bijstand voor het grondbedrijf in de vacature-Kraak. Met warme instemming heeft ons volk en het ons bevriende België ongetwijfeld kennis genomen van de moedige daad van hun vorsten. Want er is moed toe noodig om een brandend huis binnen te loopen om te trachten te redden wat er nog te redden valt. Europa is zoo'n brandend huis, waaruit de vlammen slaan en waarin zich vele kostbare menschenlevens be vinden, die om redding smeeken. Koningin Wilhelmina en Koning Leopold hebben hun hulp aangeboden. Zal men deze hulp met beide handen aangrijpen Wij hopen het, millioenen bidden er om, maar even zoovelen ontbreekt het geloof in dit wonder, want het zou inder daad een wonder zijn, wanneer op dit oogenblik, waarop het fundament van Europa reeds wan kelt, deze hulp nog te aanvaarden. Wij herhalen echter: Het volk wil geen oorlog, de dooden- lijst, die tot op dit oogenblik gepubliceerd is, schreit ten hemel, is een aanklacht tegen hen, die dezen waanzin bedrijven. Meer dan honderd schepen, die voor het economisch leven van de volkeren van zoo groote beteekenis zijn, wer den in den grond geboord, met zich eenige dui zenden menschenlevens meesleepend. Er is al nameloos veel leed over de wereld gebracht, maar dit alles haalt er niet bij, met wat er straks gebeuren zal, als de hel inderdaad los breekt. Wat we tot op dit oogenblik hebben meegemaakt is nog steeds kinderspel bij wat er staat te gebeuren, als Duitschland in wan hoop zich op Engeland zal storten, omdat er geen anderen uitweg meer is. Het is niet onmogelijk, dat de geallieer den, tenminste zooals de zaken er op het oogenblik voorstaan, den strijd zullen win nen, maar dat zal dan niet anders zijn dan na een vernietiging van millioenen menschenlevens en een onherstelbare schade voor het economisch leven en ver nieling van steden en dorpen. Het is de groote vraag of ons land en België, als het inderdaad tot een groote botsing komt, buiten dien strijd zullen blijven en dat is misschien wel mede een van de drijfveeren geweest, die de beide vorsten hebben bewogen nog een laatste poging te doen om het groote onheil af te wen den. Hoe men op een en ander reageeren zal is op hef oogenblik niet te zeggen. Officieel zijn nog geen commentaren geleverd. Duitschland schijnt het voorstel van vredesbemiddeling met sympathie en belangstelling te hebben ontvangen en men zal het zeker in ernstige overweging nemen. Londen is minder wel willend gestemd. Men schijnt in Engeland te blijven staan op zijn eisch van een goed maken van gedaan onrecht en wil niet spre ken over een vestiging van den vrede bij den toestand, zooals die door Duitschland gescha pen is. Die terugkeer zal voor Duitschland de belemmering zijn. De eerste commentaren van Frankrijk stemmen overeen met die van Lon den. We willen evenwel blijven hopen, dat men in alle drie landen den ernst van deze poging ziet en dat men er van door drongen is, dat dit de laatste poging is, die de groote ramp nog kan voorkomen. Wordt ook deze in den wind geslagen, dan is de laatste hoop vergaan. Moge dit initiatief gezegend worden tot heil van Europa. Amusement voor onze soldaten. Door de zorg van de ijverige Cantine-Com- missie van Fort Kijkduin, onder voorzitter schap van den 2en luitenant G. Visser, staat een groot gedeelte van de alhier gelegerde soldaten een 100 amusementsavond te wachten. Op Maandag 20 dezer zal n.1. in het Casino voor hen optreden A.V.R.O.'s Bonte Mobilisatietrein, met medewerking van het A.V.R.O.-Amusementsorkest oonder leiding van Elzard Kuhlman. De conférence zal dien avond in handen zijn van den gevierden caba retier Alex de Haas, terwijl nog andere pro minente krachten uit het omroep-programma ten tooneele zullen verschijnen. Casino zal tot den nok gevuld zijn. Natuurhistorisch Museum «i Zwerftochten door de natuur met Jan P. Strijbos. Op verzoek van het Natuurhistorisch Mu seum komt de heer Strijbos op Zaterdag 18 November, 's middags 3 uur, in Tivoli om een opgetogen zaal mee te laten genieten van de vele zwerftochten, die hij in en buiten ons land maakte. Mooie films en een prettig verteller garandeeren den vele natuurliefheb bers in onze stad een bijzonder belangwek- kenden middag. Voor kaartverkoop en verdere bijzonderhe den verwijzen we naar de advertentie, die binnenkort in de Helderzche Courant zal ver schijnen. f. Elders op deze pagina schrijven we over de nieuwe marinefilm, waarvan de eerste ver tooning Maandag j.1. te 's Gravenhage heeft plaats gehad voor de Nederlandsche pers. Naar aanleiding daarvan heeft de luit. ter zee der le kl G. Koudijs, een beschouwing gehou den over onze weermacht in het geheel en in het bizonder over de beteekenis van de Marine voor de verdediging van ons land en zijn over zeesche gewesten. Aan deze interessante beschouwing ontlee- nen wij hieronder een en ander. Na gewezen te hebben op de groote beteekenis van de scheepvaart voor de economische verbinding tusschen de landen onderling, bepaalde spr. zijn gehoor bij de waarde van de zeemacht voor het beheerschen der zeeën ter instand houding van het eigen economisch leven en ter afsnijding van de levenslijnen van den vijand. Hierbij dient bedacht te worden, dat zoo wel de economische als de militaire verbin dingen goeddeels worden onderhouden door de koopvaardijvloot. Daarom dient er een evenwichtig verband te bestaan tusschen oor- logs- en handelsvloot, die tezamen de mari tieme macht van een land bepalen. Het begrip Zeemacht in haar ware betee kenis is een eenheidsbegrip: oorlogs- en han delsmarine samen, die gezamenlijk tot taak hebben, de levensaders van het volk langs de zeewegen te voeden. Ons land bestaat uit 4, op verschil lende deelen van den aardbol gelegen ge bieden, die alleen door de zee worden ver bonden, en die alleen beteekenis voor- elkaar hebben, die slechts als Rijk in in stand kunnen worden gehouden, wan neer vaii de zee als verbindingsweg kan worden gebruik gemaakt, en tot het ver wezenlijken "van dit laatste is alleen de Zeemacht in staat, de Staatsmarine, het machtsinstrument dat onze rijksbelangen overal ter wereld kan behartigen en met kracht moet kunnen handhaven, waar deze ook worden bedreigd. Naast deze, economische beteekenis van zeemacht staat een zuiver militaire: de be scherming van het grondgebied tegen vijan delijke invasie die van overzee moet komen. Door aantasting van de over zee gevoerde vijandelijke legermacht en de aanhoudende bedreiging van hare overzeesche verbindin gen neemt ook de vloot deel aan de territo riale verdediging van het grondgebied. De taak ven de weermacht. In overeenstemming met de Neder landsche zelfstandigheidspolitiek zal zij in conflicten tusschen andere mogend heden een strikte en krachtige neutrali teit handhaven. Indien Nederland in een oorlog wordt be trokken zal zij, naast de bescherming van kusten en zeeverbindingen, den tegenstander de beheersching der zeeën betwisten door het weren van elke offensieve actie, waartoe haar sterkte en samenstelling zich leenen, zelfstandig dan wel in gemeenschap met anderen. Spr. staat hier uitvoeriger bij stil, waarbij hij wijst op de taak van de weermacht in Europa als wel overzee, terwijl hij nader in gaat op de vraag op welke wijze men de weermacht versterken moet om aan het ge deelte van het Koninkrijk overzee een vol doende mate van veiligheid te verschaffen. Spr. toont aan, dat versterking van de landmacht nimmer tot dat doel zal kun nen leiden, omdat Indië een eilandenrijk is, dat alleen overzee bereikt kan worden en waar ieder conflict uit den aard der zaak een maritiem conflict is, waarbij territoriale verdediging eiken zin mist. Welke versterking der Zeemacht. Dit versterken der zeemacht kan op ver schillende wyze geschieden. In de eerste plaats kunnen wij het aantal schepen van de thans in Nederlandsch-Indië aanwezige har monische vloot vergrooten; in de t »:ede plaats kunnen wij aan die harmonische vloot zware kruisers (A-kruisers) toevoegen; in de derde plaats kunnen wij aan die vloot zware artillerieschepen toevoegen; en in de vierde plaats kunnen wij op één der wapens den na druk leggen en in vermeerdering hiervan de versterking onzer Defensie zoeken; spr. noemt hiervoor de onderzeeboot, het vliegtuig en de torpedomotorboot. Spr. zegt dan, dat, wanneer we onze har monische vloot zouden gaan verdubbelen, dit voor den vijand niet zou beteekenen, dat hij de kern van zijn maritieme macht, zijn slag- vloot, tegen ons in het geweer zou behoeven te brengen, en zoolang de slagvloot niet bij een onderneming is betrokken, blijft het een secundaire operatie. Datzelfde geldt bij de toevoeging van onze maritieme strijdkrachten van A-kruisers. Slechts bij de toevoeging van zware artillerieschepen, dat zijn schepen van zoodanige gevechtswaarde, dat het de meer dere is van den A-kruiser, zou de vijand ge dwongen worden om tot het uitvoeren van een agressieve daad tegen Indië en voor de bescherming van deze onderneming en haar verbindingslijnen, schepen in te zetten, die de meerdere zijn van onze zware artillerie schepen, cn dat zijn slagschepen. Het sturen van slagschepen naar een operatieterrein duizenden mijlen van zijn eigen kwetsbare verbindingen en levens lijnen zal, zelfs de grootste zeemogen- heid, slechts doen wanneer alle politieke omstandigheden dat veroorlooven, iets wat waarschijnlijk nimmer zal voor komen. Zoo zien wij dat het bezit van eenige zware artillerieschepen het uitvoeren van een agres sieven daad jegens Nederlandsch-Indië stem pelt tot een krachtsinspanning van, de eerste grootte. Voorwaar een deugdelijke bescher ming van dit eilandenrijk. Na aangetoond te hebben, dat een verdedi ging uitsluitend op onderzeebooten gespecia liseerd, den vijand eveneens niet dwingt een hoofdoperatie in te zetten en de zwakke zijde naar voren te hebben gebracht van het vlieg tuig, komt spr. tot de vraag, of Nederland een uitbreiding met eenige zware artillerie schepen kan betalen en of ons land zulk een vloot kan bemannen? De financieele gevolgen der ver sterking. De verdubbeling van de harmonische vloot zou aan de schatkist een bedrag van 201 mil- lioen gulden kosten en een jaarlijksch bedrag aan exploitatiekosten van 19 millioen. De ver sterking van de vloot met 6 A-kruisers zou een bedrag van 168 millioen vragen en een jaarlijksch onderhoud van 18 millioen. De aanschaffing van drie zware artillerie schepen vragen 210 millioen, met een jaarlijk- sche exploitatiekosten van 14 millioen. De totale bouwkosten van een drietal zware artilierieschepen zijn dus iets hoo- ger dan die van een verdubbeling van de huidge harmonische vloot, en 40 mil lioen hooger dan de bouwkosten van een 6-tal A-kruisers. Neemt men echter in aanmerking, dat de jaarlijksehe exploitatiekosten der artillerieschepen 4 a 5 miiiloen kleiner zijn dan die van de beide andere moge-1 lykheden van vlootuitbreiding, terwijl de levensduur van zware artillerieschepen op 25 jaar gesteld kan worden, tegen die van A- en B-kruisers op 20 jaar en die van jagers en onderzeebooten op 16 'jaar, dan blijkt, dat de finantieele gevolgen, verbonden aan de uitbreiding van de vloot met een drietal zware artillerieschepen, niet belangrijker zijn dan de gevolgen, verbonden aan een verdubbeling van de huidige vloot of de uitbreiding met een 6-tal A-kruisers. Het personeelsvraagstuk. Het bemannen van een drietal zware artillerieschepen is géén probleem. De bemanning van deze schepen zal 3 X 1100 man 3300 man bedragen, waarvan 2500 Europeanen, die in Nederland moeten worden opgeleid. Globaal bestaat deze 2500 man uit 156 offi cieren, 205 onderofficieren en 2140 korporaals en manschappen, die dus zullen moeten zijn opgeleid, wanneer de schepen in dienst kun nen worden gesteld, dat is in een tijdsverloop van 5 jaar. Per jaar moeten dus worden opgeleid on geveer 32 officieren, 41 onderofficieren, 428 korporaals en manschappen. Wat de Officieren betreft: het K. I. v. d. Marine kan reeds thans zonder bezwaar 65 officieren per jaar afleveren; voor de onder officieren is het eenvoudig een kwestie van benoemen van korporaals, die de daartoe vereischte examens hebben afgelegd, terwijl de verschillende opleidingen voor matrozen, mariniers, stokers, konstabels, kwartiermees ters, vliegers, machinisten, torpedomaker, monteur totaal een maximum capaciteit hebben van 1250 man per jaar. De toeloop bedraagt in alle categorieën eenige malen het aantal te bezetten plaatsen, zoodat gezegd kan worden, dat de personeelsvoorziening voor een even- tueele slagkruiservloot verzekerd is. Tenslotte staat spreker stil bij de omlijs ting van deze vloot en de voor zware artille rieschepen noodige basis accomodatie. Voor de bescherming van de artillerieschepen tegen onderzeebootaanvallen, zullen een twaalftal duikbootjagers gebouwd moeten worden, waarvan de kosten 6 millioen gulden bedra gen, terwijl iedere uitbreiding van de vloot een uitbreiding van de walinrichtingen van de Indische vlootbasis noodig maakt. De werkplaatsen van het marine etablisse ment zullen uitgebouwd moeten worden, voorts zal een nieuw bassin moeten worden gegraven, terwijl ook een groot dok noodig is, waarvan echter ook de mailschepen ge bruik kunnen maken. De kosten van 3 zware artilleriesche pen, van de omlijsting met de noodige lichte vaartuigen en de basis verbetering zullen in totaal bedragen 264 millioen gulden. De aanbouwkosten kunnen verdeeld wor den over den aanbouwtermijn van 5 jaren De jaarlijksehe exploitatiekosten bedragen pl.m. 4.5 millioen per schip met omlijsting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 13