De Duitschers IN S/ANGHAl Ncn Akkertje Jan Zeedijk in Amerika De Avonturen van Radioprogramma Bevreesd voor nazi-spionnen Voetbal Atlas II ^Schagen II 2-3 door R. J. VAN NEERVOORT AMERICAN BLEND "Nare dagen"? GERUCHTEN OVER AMERIKAANSCHE HULP AAN CHINA. SJANGHAI. De toestand is hier geheel anders dan in 1914—1918, toen ook Japan (aan geallieerde zijde) aan den oorlog deelnam en dus ook hier de oorlog woedde, daar toen de Duit schers hier nog koloniën hadden. Sjanghai bestaat uit drie deelen: het thans door de Japanners bezette en beheer de deel, het internationale „settlement" en de Fransche concessie. In alle drie deelen •wonen Duitschers, in totaal eenige duizen den, zelfs als men de uit Duitschland en Oostenrijk stammende Joodsche immigran ten buiten beschouwing laat. Japan is niet in oorlog met Duitschland, hoewel het een sterken haat koestert tegenover dit land om wat de Japanners gevoelen als een laaghartig „verraad", het DuitschRussi- gohe verdrag In het door de Japanners bezette deel van Sjanghai worden dus de Duitschers ongemoeid gelaten. Het inter nationale „settlement" is „internationaal". Engelscihen, Franschen, Zweden, Belgen, Nederlanders, Italianen, enz. hebben er evenveel rechten en ook daar kon van een optreden tegen de Duitschers dus geen spra ke zijn. Franschen gemoedelijk. Maar dan is er nog de Fransche „con cessie", waar de Franschen uitsluitend het bewind voeren. In de F,ransche concessie wonen eenige honderden Duitschers en de zen konden bij het uitbreken van den oor log het ernstigste vreezen. De Franschen zijn evenwel uiterst gemoedelijk en zacht moedig tegen de hier wonende Duitschers opgetreden. Schriftelijk is hun namens de Fransche overheid medegedeeld, dat van hen een kalm gedrag' werd verwacht, geen uittarting of uitlokking van twisten en dat, indien zij zich hieraan hielden, hun geen onnoodige moeilijkheden in den weg zou den worden gelegd. In de Fransche con cessie is een Duitsche vleeschhouwerij, ge naamd „Elite butchery" (elite vleeschhou werij). Erboven en tot de vleeschhouwerij behoorend was een restaurant, genaamd „German Restaurant" (Duitsch Restaurant) en dit restaurant heeft zijn naam moeten veranderen, wat het natuurlijk ook gedaan heeft. Ergens anders in de stad was een vleeschhouwerij", welke naam nu veranderd vleeschhouwerij", welke naau nu veranderd is in „Europeesche" vleeschhouwerij. En de zaken kunnen (door Duitschers) verder ge voerd worden. Geen „echte" Duitschers. In 19141918 was de Duitsche taal in het openhaar in de Fransche concessie verbo den, maar nu wonen er hier vele Duitsche Joden, uit Duitschland en Oostenrijk ver dreven. Deze mensclien kennen over het algemeen niet anders dan Duitsch en toch kan men deze immigranten moeilijk als echte Duitschers beschouwen. Deze men- schen laat men vrij, ook in hun taal, zoodat men ook thans nog op straat, en in café's heel veel Duitsch hoort sip reken. Wat men den Joden toestaat, kan men anderen niet verbieden, met het gevolg, dat de hier wo nende Duitschers het ongestoord gebruik van hun taal feitelijk te danken hebben aan de Joden. De hier verschijnende bladen manen de Europeesche bevolking aan tot verdraag zaamheid ten opzichte van elkander. Er heeft zich slechts één incident voorgedaan: Engelsche soldaten in burgerkleeding heb ben de gehouwen van een Duitsche tennis club gedeeltelijk verwoest, maar deze sol daten zijn daarvoor gestreng gestraft. „Sjanghailanders". De zeer talrijke Europeesche kolonie, waarvan vele leden hier re.eds tientallen jaren wonen, heeft zich in den loop der tijden op de wonderlijkste wijze door elkan der gemengd. De oudere leden dier kolonie noemen zich met een zekeren trots „Sjang- FEUILLETON Naar 't Engelsch van A. W. Marchmont HOOFDSTUK XVII. De volgende zet van de Montalt. Dessie veerde verschrikt van haar stoel, toen de beide mannen binnentraden en ze wierp een smeekenden blik in de richting van Che riton. Ofschoon hij dit opmerkte en de bedoe- ling ervan begreep, antwoordde hij alleen maar door glimlachend het hoofd te schudden. >,Ik ben erg blij dat je hier bent, Dessie", 2ei hij, „want wat ik te zeggen heb gaat alle aanwezigen aan u ook, mrs. Markham, en ik kan het dus beter zeggen, terwijl we alle maal bij elkaar zijn". Mrs. Markham was een beetje geschrokken hij deze mededeeling en keek naar haar ver loofde, die onmiddellijk op haar toeging en naast haar ging zitten. Hij haalde zijn schou ders op en hief zijn handen omhoog, alsof hij er niets van begreep. ..Is er iets bijzonders, mr. Cheriton?" vroeg de vrouw des huizes. gerucht waarschijnlijk maken. Met het ge ringe getal troepen, waarover Frankrijk en Engeland hier beschikken, zou van een ernstigen tegenstand geen sprake kunnen zijn. Echter, er loopen geruchten, dat de Vereenigde Staten naar Sjanghai troepen zullen zenden. Dit zou een grooten invloed op den loop der gebeurtenissen kunnen hebben, want Japan tracht tot eiken prijs een botsing met Amerika te vermijden. BREDERODE. hailanders", als vormden ze een aparte natie Zonder veel rekening te houden met de po litiek in Europa, mengden zich Engelschen, Franschen, Duitschers, Nederlanders, Belgen Noren, Zweden, Italianen, Spanjaarden, De nen door elkander. Banden van goede kameraadschap en vriendschap werden geslóten en talrijk zijn de huwelijken tusschen mensehen van verschillende natio naliteit, van Belgen met Engel schen, Amerikanen of Zweden, van Nederlanders met Engelschen of Duitschers, van Franschen met Duit schers of Italianen, van Engelschen met Duitschers of Noren. Voor ve len brengt daarom de oorlog bijzon dere moeilijkheden. Voor een Fransch- of een Engelschman, die getrouwd is met een Duitsche, zijn de bezwaren niet groot. De vrouw heeft de na tionaliteit van de man gekregen en is Fransche of Engelsche geworden. Doch voor een Engelsche of een Fransche, gehuwd met een Duitscher is het geval zoo eenvou dig niet. Veel besproken wordt hier het ge val van een Duitscher, gehuwd met een En gelsche. Twee maanden geleden liet hij zijn vrouw, die thans door haar huwelijk Duit sche is, naar Europa vertrekken om een bezoek te brengen aan haar verwanten in Engeland, waar zij zich nog bevindt. Zij zou dezer dagen terugkeeren, maar de Duitsche echtgenoot vraagt zich af, of zij, als zijnde thans Duijsche, vergunning zal krijgen van de Engelsche overheid om de reis te ondernemen. Verkrijgt zij deze ver gunning, wat wel waarschijnlijk is, dan loopt zij echter het gevaar van de Duitsche j duikbooten en de Duitsche echtgenoot maakt zich hierover in de hevigste mate ongerust. Vrees voor spionnagc. De hier "wonende Duitschers zijn vrijwel allen lid van de nationaal-socialistische par tij en dus officieel „Hitlerianen". Zij waren daartoe wei gedwongen, daar ze anders niet konden rekenen op steun van het Duitsche consulaat. Maar onder de lang hier gevestig de Duitschers, onder de „Sjanghailanders", zijn er velen, die in hun hart niet met Hit- Ier en zijn politiek op hebben. Onder elkan der zijn deze menschen uiterst voorzichtig in hun uitlatingen. De vrees voor nazi-spi onnen is ook hier groot onder de Duitschers. Tegenover een betrouwbaren neutrale ach ten zij het echter een genoegen nu en dan hun hart te luchten. Een dezer dagen ontmoette ik een Duit scher, die hier al bijna twintig jaar in za ke nis en nu den ondergang tegemoet ziet. Toen ik het gesprek bracht op de ge beurtenissen in Europa, barstte hij uit: „Eindelijk is het zoover. Het moest ervan komen. De laatste jaren hebben de Duit sche machthebbers voortdurend met vuur gespeeld en in hun eigenwaan gemeend, dat iedereen altijd bag voor hen zou zijn. Als ik in de Duitsche courant hier de geestdrif tige artikelen en de overwinningsberichten lees, moet ik aan 1914 en aan onzen inval in België denken en het wordt me wee om het hart." Zooals deze Duitscher zijn er hier velen, vooral onder de oude „Sjanghailanders", die den vorigen oorlog hebben medegemaakt. Zij maken den indruk alsof zij niet veel vertrouwen hebben in den uitslag van den strijd in Europa, al weigeren zij meestal zich daarover uit te laten. Geruchten. Zonderling is het: ik ben naar Sjanghai gekomen om te trachten iets van den oor- leg in China (waarvoor zelfs hier niémand meer belangstelling heeft) te zien en ik bevind me in een stad, waar de grootste verdraagzaamheid en vredelievendheid heerscht. Hoewel, de vraag is of dit zoo zal blijven. Men fluistert, dat Japan het voornemen heeft Sjanghai en zelfs de Fransche conces sie te bezetten en er zijn teekenen, die dit Hattrick van den Schager-midvoor. Door een zwaarbevochte overwinning op Atlas II heeft Schagen II de leiding weten te veroveren in afdeeling K. Het is een romme lige, forsché partij geweest, waarin geen op hoog peil staand spel werd gegeven en die beide partijen ten volle de kans op een over winning heeft geboden. In den beginne zag het er niet naar uit, dat de gasten zouden zegevieren, want thuis club was telkens in het offensief en niemand verwonderde zich er dan ook over, dat zij de leiding nain; het was de midvoor, die met een uitstekend schot wist te scoren (10). Lang zamerhand wisten de Schagers zich toch los te werken en doordat de Atlas-verdediging niet al te safe bleek, deden zich voor het doel der Heldersche eenige gevaarlijke momenten voor, die echter voorloopig nog tot geen doel punt leidden. Maar toen de A. linksback weer eens finaal over den bal heentrapte, kreeg de Sch. midvoor een prachtige kans, die hij even prachtig benutte (11). Even later kreeg A. een penalty toege wezen wegens ongeoorloofd aanvallen van een der Sch. backs. Deze unieke kans om de lei ding weer te hernemen liet de thuisclub zich leelijk ontgaan; de bal werd jammerlijk naast geschoten Tenslotte was het hem gelukt zich er van te ontdoen en hij klom uit zijn zitplaats. „Geef mij het stuur over!" schreeuwde hij hij tegen de pilote. „Terug, Zeedijk! Blijf waar je bent!" schreeuwde de vrouw. Zeedijk was nu naast de pilote in de cockpit geklom men. Het vliegtuig tolde door de lucht, ter wijl de vrouw weigerde hem het stuur te geven. - r 1. •- 5 „Je zult ons beiden te pletter laten vallen!" riep ze in doodsangst. Maar op dat ogen blik had Zeedijk zich van het stuur meester gemaakt. „Houd je kalm," zei hij tegen de vrouw, „we gaan landen!" Hij wendde het vliegtuig naar het landingsterrein van de marinewerf. Terwijl hij over de grond taxiede, kwamen twee mannen naar het toe stel hollen. „Dat is een van de vijanden!" riep een van de mannen uit. „Vooruit, laten we vuren!" Toch was het Atlas, dat weer het eerste succes had. De midvoor kreeg den bal toege speeld, hij maakte zich vrij en met een for midabel schot werd keeper Slikker gepas seerd (21). Tot de rust wijzigde deze stand zich niet meer. In de tweede helft kreeg de A.-aanval nog maar weinig kansen. De Sch. achterhoede was nu eerst goed op dreef en vooral den gevaar lijken midvoor en werd geen gelegenheid tot schieten meer gegeven. Aan den anderen kant lukte het beter, het geen te danken was aan het feit, dat de A.- keeper zich niet „klemvast" betoonden. Han dig heeft midvoor de Vries hiervan weten te profiteeren. Toen de doelman weer eens een bal niet goed te pakken had, wist hij hem zoo in het nauw te brengen, dat hij kon scoren (22). En circa een kwartier voor het einde gaf rechtsbuiten Broer een zeer scherpen voorzet, die de A.-keeper niet feilloos ver werkte; de Vries was er als de kippen bij en gaf Schagen voor het eerst de leiding (23). Hoe Atlas het daarna ook nog robeerde de geelzwarte achterhoede bestaande uit drie gebroeders Slikker gaf niet thuis en succes bleef daar dan ook uit. Ook de Scha- ger-stormlinie toonde zich verder niet pro- ducitef en zoo bleef de stand verder ongewij zigd. Schagen II leidt thans met 8 punten uit 5 wedstrijden (doelcijfers .244) gevolgd door Atlas II met 7 punten uit 5 wedstrijden (doel cijfers 168). Jan Zeedijk sprong juist uit de cockpit toen „pang!" een kogel recht tegen de romp van het vliegtuig ketste. Onmiddellijk daarop floten de kogels vlak langs zijn hoofd. HOOFDSTUK 4. De aanval op het eiland. 40. „Hé, vrienden! Houd op met schieten!' riep Jan Zeedijk. „Handen omhoog! Wie bent U?" klonk het antwoord. Jan Zeedijk deed een stap naar vo ren en stond nu in het licht van een schijn werper, „Eerste luitenant bij de marine, Jan Zeedijk, zei hij tegen de matrozen, die nu dichterbij kwamen. „Ja, er is zeker iets bijzonders, en ik zou graag uw medewerking hebben om de zaak in kwestie in orde te brengen. U weet dat Des sie „Zwijg Tom", viel het meisje hem in de rede. „Je weet dat er toch niets meer aan te ver anderen is; dat hèb ik je immers al verteld. Het heeft heusch geen doel." „Lieve kind, ik volg in deze aangelegenheid mijn eigen zin," klonk het vriendelijk maar beslist. „Hebben jullie dan oneenigheid gehad?" riep mrs. Markham onthutst. „Oneenigheid?" herhaalde Tom. „Absoluut niet. Dessie en ik hebben nooit oneenigheid. Maar er schijnt een soort hindernis te zijn, die, als ik mij niet zeer vergis u en die heer daar" hjj wees naar de Montalt, die onver schillig glimlachte, „uit den weg te ruimen. Tenminste als u dat wilt." „Als wij willen? Natuurlijk willen wij dat, nietwaar Godefroi?" vroeg mrs. Markham goedhartig. „Ik heb mr. Cheriton al uitgelegd, dat ik niets van de zaak afweet en dus ook tot mijn spijt niets doen kan," verklaarde de Montalt. „Wat heeft dat allemaal te beteekenen?" Het jonge vrouwtje keek ontsteld van den een naar den ander. „Hebben jullie dan allemaal geheimen?" „Het is juist het geheim dat ik met uw hulp graag zou willen ontdekken", sprak Cheriton, een antwoord dat mrs. Markham nog meer in verbazing bracht. „Waarom vraagt u het Dessie niet?" riep ze En daarop, met iets van wanhoop in haar stem: „Ik begrijp er niets van." „Het zal u duidelijk worden als u mij even wilt aanhooren. Op den dag toen u terug kwam..." „Tom," protesteerde Dessie Doch hij nam geen notitie van haar uitroep en vervolgde: „...Waren Dessie en ik heel ge.voon met elkaar. We dronken samen heel genoegelijk thee en spraken over ons huwelijk. Dien avond kwam ze hier bij u. U hebt me al verteld, dat ze heel opgewekt was, zooals steeds, wanneer ze u terug zag en dat u niets bijzonders aan haar kon merken. Toen werd ze aan dezen heer voorgesteld..." „Wat bedoelt u?" viel mrs. Markham haas tig in, doodsbang dat Tom iets zou zeggen, dat gevaar voor haar liefde zou kunnen op leveren. „Wat heeft dit te maken met... met meneer de Montalt?" „Dat is nu precies wat ik niet weet en wat ik graag zou willen weten! Ik zou het op prijs stellen als u meneer de Montalt vroeg of hij er een verklaring voor kan geven." „Godefroi!" vroeg mrs. Markham, zich naar hem wendend. „Mr. Cheriton kan beter eerst uitspreken", meende de Montalt. „Als ik hem helpen kan om met miss Merrion weer op goeden voet te komen, zal ik daar terwille van jou natuur lijk heel blij om zijn, al ben ik betrekelijk een vreemde." „Ik verliet Londen den dag nadat Dessie hier was komen logeeren", hernam Tom, „en toen kreeg ik een brief van haar, waarin ze me te kennen gaf dat er moeilijkheden waren; toen weer een, waarin ze erop aandrong, dat ik onmiddellijk terugkwam en nog een brief met hetzelfde dringende verzoek. Ik kwam natuurlijk zoo spoedig me dat eenigszins mo gelijk was. Zooals u weet was Dessie weg; niemand wist waarheen en waarvoor. Ik bleef tot vandaag in de stad en trof vanmiddag dezen heer op haar kamers aan." „Godefroi!" riep mrs. Markham ontdaan. „Het leek dat ze een ernstig onderhoud had DINSDAG 14 NOVEJIBER 1939. Hilversum I, 1875 en 414.4 m. KRO-uitzending. 8.00 Berichten ANP. 8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 Het Rococo-octet. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuz'ck. I.10 KRO-orkest. 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Modecursus. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.15 KRO-orkest. 5.00 KRO-Melodisten en solist. (5.456.05 Felicitaties) 6.35 Sportpraatje. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie: „De sociale plicht der bedien den". 7.35 Gramofoonmuziek. 7.40 Reportage. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 KRO-Symphonie-orkest en solist. In de pauze: Gramofoonmuziek. 10.05 Het Rococo-octet. 10.30 Berichten ANP. II.00 Bertus van Dinteren's orkest. 11.2512.00 Gramofoonmuziek. den gehad en het had tot gevolg, dat Dessie heelemaal van streek was en verklaarde dat alles tusschen ons uit moest, zijn; dat ze ge noopt was tot stilzwijgen, maar dat ze nog evenveel van mij hield. Die man is er de schuld van", en Tom wees naar de Montalt, die de houding van onverschilligen toeschou wer had aangenomen. „Alles wijst er op, dat er geen andere oorzaak kan zijn voor de verande ring, die in Dessie heeft plaats gehad." „Was jij op Dessies kamers?" richtte mrs. Markham zich tot de Montalt. Dat onderdeel van Toms mededeelingen trof haar persoonlijk het meest en het scheen haar zoo op te winden dat ze zelfs geen moeite deed haar argwaan te verbergen. „Lieve kind, als je even nadenkt zul je tot de conclusie komen dat ik daar alleen geweest kan zijn terwille van jou," antwoordde de Montalt vleiend. „Ik wist immer hoe on gerust je over miss Merrion was! Toen haar telegram kwam dacht ik, ik zal eens gaan zien wat er met die exentrieke jongedame aan de hand is. Als er slecht nieuws was, kon toch niemand beter dan ik jou er van op de hoogte brengen! Tenminste dat dacht ik. Ik wachtte haar aan het station op en wandelde met haar naar haar kamers. Dat is alles." Hij sprak met het air van iemand die, wat hij zei, de natuurlijkste zaak ter wereld vond. „Je had niet mee naar binnen hoeven te gaan," meende mrs. Markham. „We waren nog midden in een gesprek en ik droeg haar koffer," was het prompte be scheid. „Wat was het onderwerp van een gesprek, dat zoo belangrijk was, dat het niet op straat beëindigd kon worden?" informeerde Tom. „Miss Merrion zal me wel erg vergeetachtig vinden," verontschuldigde de ander zich met een luchtig lachje, „als ik zeg dat ik het ver Hilversum II. 301.5 m. AVRO-uitzending. 11.0011.30 v.m. en 6.30 —7.00 RVU. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 8.30 Orgelspel. 8.50 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Ensemble Francis Keth. 11.00 Cursus: „Humor in het kinderleven". 11.30 Ensemble Francis Keth. 12.15 De Romancers en soliste. (Om 12.45 Berichten ANP). I.15 Omroeporkest. 2.00 Voor de vrouw. 2.10 Omroeporkest. 2.45 Knip- en naaicursus. 4.30 Kinderkoor. 5.00 Kinderhalfuur. 5.30 Omroeporkest en solisL. 6.30 Cyclus: „Waar moet ik het zo„k. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 AVRO-Kinderkoor en het Omroeporkest, 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. Hierna: Causerie „De bewegelijke wereld". 8.35 AVRO's Bonte Mobilisatietreln. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 AVRO-Dansorkest. II.00 Berichten ANP. Hierna tot 12.00 Secco en zijn Paneelclub-orkest. geten ben, behalve haar verzekering dat er geen enkele reden was om zich ongerust over haar te maken. Ze was voor persoonlijke en zakelijke aangelegenheden weggeweest. Anders was er toch niets, nietwaar, miss Merrion?" vroeg hij, naar Dessie kijkend. „Ik blijf hier alleen om te luisteren, ik ben niet van plan iets te zeggen," verklaarde het meisje; toen voegde ze er onstuimig aan toe: „Tom, dit is wreed van je." „Neen kind, het is alleen noodzakelijk," ver weerde hij zich. Daarop wendde hij zich tot de Montalt en ging voort: „Begrijp ik het goed dat miss Merrion geheel vrij is om alles te ver tellen wat er voorgevallen is?" „Geheel vrij? Hoe zou het anders kunnen zijn? Welk recht heb ik haar in haar vrijheid te beperken? Uw houding is wel heel eigen aardig dat is de zachtste term die ik er voor vinden kan." De Montalts toon was die van iemand die zich in hooge mate verongelijkt voelt. „Mijn houding is niet aan de orde," was Toms scherpe repliek. „U omzeilt mijn vraag. Wilt u haar, in ons aller tegenwoordigheid, ontheffen van het verbod om te spreken?" „Die vraag houdt in dat ik haar geheim houding zou hebben opgelegd een belache lijke veronderstelling." „Maar een juiste," beet Tom hem toe. „Nonsens. Miss Merrion is meesteres over haar eigen tong, zooals u dat bent van de uwe." „Bedoelt u daarmee dat u geen van de stap pen zult doen, waarmee u haar gedreigd hebt, als ze vrijuit tegen mij spreekt?" Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 15