SALON Aan de Burgerij Onmiskenbare feiten Zenuwenoorlog Mobilisatie-flitsen Tweede Blad ^o-dimeuw-ó Eerste Winter-concert Stedelijk Muziekcorps Burgerltpce Stand van Den Helder Luchtbeschermingsdienst ASPIRINi Helder-nicuws Jan Menst DAM-JOIIRNAAL llit het politie-rapport firn de ideale verkooper! MANSHANDEN Plaquette voor Rotterdam's Zeevaartschool Maandag 13 Novemh^r 1939 De laatste dagen doen allerlei ge ruchten de ronde, die bij velen een zoo danige spanning teweeg brengen, dat zij zenuwsloopend is. Men houde het hoofd koel! Leger en vloot, Gij weet het, zijn paraat. De Overheid moet uit den aard der zaak in dezen tijd op alle gebeurlijk heden zijn voorbereid. Daartoe dient zij hare maatregelen te treffen. Deze trek ken natuurlijk de aandacht, geven aan leiding tot gesprek, tot veronderstellin gen en tot fantasieën. Daartegen dient gewaarschuwd; het heeft geen zin, vermindert de volks kracht. Juist nu meer dan ooit moeten onze Koningin en de Regeering op allen, die ons onafhankelijk volks bestaan gewaarborgd wenschen te zien, ten volle kunnen rekenen. Gfj hebt tot plicht haar te steunen met Uw volle vertrouwen en al Uw vastberadenheid. De Burgemeester, Zaterdagavond heeft het Stedelijk Mu ziekkorps in het Casino zijn eerste winter- concert gegeven, waarvoor bij velen de verwachtingen extra hoog gespannen wa ren. De reden hiervan was, dat het korps den laatsten tijd een niet onbelangrijke uitbreiding heeft ondergaan door toetre ding van een vrij groot aantal nieuwe leden, die zich hier in verband met de mi litaire maatregelen bevinden, leden, die reeds over een veeljarige ervaring bij an dere korpsen beschikken. Dubbel jammer was het, dat deze zelfde militaire maatregelen dit concert Zater dagavond handicapten. Niet minder dan 16 leden konden niet aanwezig zijn, het geen uiteraard de uitvoering niet ten goede kwam. Het programma bestond uit „oude" num mers. Vrijwel alle onderdeelen mochten wij reeds eeraer door het körps hooren uitvoeren. Geopend werd met Mendelssohn's beroemden krijgsmarsch uit „Athalia" in een arrange ment van den heer G. H. J. v. d. Bogaerde. Het is reeds vele jaren geleden, dat het korps voor het laatst dit nummer in uitvoering bracht, maar Zaterdagavond kon men dan genieten van dezen marsen, die forsch en met veel éian gespeeld werd. Opvallend werk van het koper. Ook het knappe arrangement kon men weer bewonderen. Volgde „Die Geschöpfe des Prometheus" van von Beethoven. Niet zoo lang geleden be luisterden wij van het „Stedelijk" de ouverture „Egmond" en de vertolking daarvan konden wij meer waardeeren dan deze. Gaarne hadden wij een ietsje meer sfeer geconstateerd. Er ontbrak verfijning en zeer hoorbaar wreekte zich thans het gebrek aan een aantal krachten. Overigens toch een compliment voor datgene wat korps en dirigent er nog van wisten te maken. Goed gespeeld werd de wals „Over de golven" van Rosas. De weliswaar verjaarde, maar toch nog uitstekend in het gehoor lig gende melodieën blijken het ook nu nog te „doen" en het spontaan applaus van het audi torium was ongetwijfeld oprecht gemeend. Het .Angelus uit de suite „Scènes Pittores- ques" van Massenet werd eveneens op vol doende wijze geïnterpreteerd, alhoewel weder om het ontbreken van enkele primaire instru menten zich deed gelden. Maar ook hier cor rect werk van het korps, dat in alle partijen z'n best deed, en daar ook veelal in slaagde, het ontbrekende te maskeeren. Heel mooi was de selectie melodieën uit de „Cavalleria". Juist door hun bekendheid wor den in dit werk de onvolkomenheden eerder ge signaleerd, maar deze onvolkomenheden waren verre in de minderheid bij de op loffelijke wijze vertolkte deelen. Het onsterfelijke „In termezzo", en het niet minder vermaarde „Paaschkoor" waren staaltjes van uitstekend musiceeren. Hier en daar had men iets meer moeten temperen of (aan het einde, de „loop" naar beneden) iets soepeler, sneller moeten zijn. Maar het geheel was een waardige weer gave van een aantal der schoonste melodieën uit de „Cavalleria" en het oogstte dan ook een verdiend applaus. Als slot een tweetal marschen (De Vierdaag- sche-marsch, die men ten geschenke heeft ont vangen van de plaatselijke wandelsportveree- nigingen) en de meest populaire marsch van dezen tijd, die van „Het Regiment". Zij nog vermeld, dat zoowel burgemeester Ritmeester als wethouder Van Loo het concert bijwoonden en dat door de reeds aan het begin genoemde oorzaken ook het klein-kunst caba ret-programma slechts gedeeltelijk doorgang had. Om half één was men tenslotte reeds verplicht Casino te verlaten, aangezien geen toestemming kon worden gegeven voor een later uur. Men had toen echter nog gelegenheid ge vonden voor enkele viool- en zangsoli, en even eens tot een, zij 't wel zeer kortstondig, dansje. van 11 November 1939. BEVALLEN: W. M. Kolenbrander—Strei- Cher, z. De openbare verlichting wordt om 12 uur gedoofd. h"a half één dient ieder te zorgen, dat in zijn woning of ander gebouw slechts bjj hooge noodzakelijkheid naar buiten uitstralend licht brandt. Bij alarm mag in geen geval licht ont stoken worden; onwillekeurig doet men dat, men wachte zich hiervoor terdege. Schilderkunst. „Goeden morgen Tom." „Goeie morge Luit." „Zeg Tom, jij kunt nog wel een beetje met penseel en verf omgaan, niet?" „Zoo'n bietsie Luit." „Nou, dan moest jij eens enkele borden maken waarop geschilderd moet worden „Verboden te photografeeren." ,,'t Kumt in orde Luit." Tom, die al lang lekker was, dat hij in- plaats van te moeten 'exerceeren, thans een gemakkelijker werkje kon verrichten, ver dween met een paar aan elkander gespijker de planken naar de „zitkamer" in ons nieuwe kwartier, waar hij rustig de letters op de bor den zou kunnen zetten. Toen hij zich goed en wel, breeduit achter de tafel geplaatst had, om te gaan werken, verscheen plotseling Boris, zijn boezemvriend om den hoek van de deur. „Hallé Boris, wat moet ie hier, ik kan oe de eerste uren niet in mien nabieheid hebben. „Krieg ie noe het heen en weer old stekel varken, ik mot hier werken voor de Luit." Zo Boris, en wat mot ie dan doen? Ikke... wel... eh... wat geet oe dat eigen lik an, ik heuf oe toch niet alles an de neuse te hangen. Wa'k zeggen wilde Tom, ie mos effen bie de sergeant kommen, die had oe wat te zeg gen. Noe dan mot ik dat geval eerst maar af handelen, veur dat ik hier met verder gao, of weet ie wat Boris ie konnen wel vast be ginnen met disse borden, ie kunnen toch ook wel een beetie klodderen? 't Kumt veur mekare Tom, ie zult is zeen wat een klad-sieke Rembrandt dat wordt. Tom verdween, en Boris zette zich aan den arbeid zoo goed en zoo kwaad als het ging, zette hij de eerste letters op het bord, maar nu kreeg hij het plotseling te kwaad met het woord photographeeren. Wat moest hij daar nu mee beginnen? Ten einde raad zette hij op goed geluk maar het woord erneer, zooals het hem het beste voor den geest kwam en na een beetje over de verf geblazen te hebben, wat volgens hem, altijd het droog-worden bespoedigde, ging hij met het bord onder den arm terug naar de stelling. Hij was echter nauwelijks buiten het kwartier gekomen, of daar kwam Tom aangerend. „Hé halve augurk, bin ie noe al klaar met dat ding? Kerel nog an toe, dat heb ie hem mooi gelapt. Jao Tom, ik heb er ettelukke transpiranten- droppels veur motten laoten ontglippen met TABLETTEN (bayerV B Jl d Sm mien getaonde snoete, maar ik heb het veur oe veur mekare gekregen. Jao, jao, zoo loopt het direct in de gaoten, dat plankement, met die koeieletters. Toen ze beiden in de stelling waren aange komen zagen ze in de verte de Luit al weer staan. Hé Tom, noe mot ie dat ding maor draogen. want anders denkt de Luit nog dat ik het gemaokt heb, maor dat wil ik neet hebben, alle eer an oe heur, olde tobberd! Mien dank Boris! Met veel ingehouden trots overhandigde Tom het bord aan den Luitenant, die bij het zien ervan haast achterover viel van 't lachen. Wel verdikkeme kerel, ken je geen Neder lands meer? Ww...at zeg uwes Luit? Lees zelf sukkel, ga jij je schoolgeld maar terug halen. Plotseling hoorde Tom achter zich een onderdrukt lachen en toen hij omkeek, zag hij Boris als een haas wegrennen. Wat beteekende dat? Tom keek eens duidelijker naar het bord en... Oh Luit mair dat heb ik per expresse gedaon, zoo valt 't bieter op veur 't publieke, dan gaon ze 't eerst ontcieferen wat er steet snap uwes. Of de Luit het snapte. Tom had zich uit de situatie gered, wat ook mijn bedoeling was, want hij wilde er Boris niet in laten vliegen, doch in stilte had hij al een plan beraamd om zijn vriend een loer te draaien Dick. Bu rgerMili t air. De opzet van dezen wedstrijd ging grooten- deels verloren doordat eenige militairen onverwachts verstek moeten laten gaan. De opengevallen plaatsen werden echter verdien stelijk door lagere elftalspelers aangevuld, zoodat er toch nog een spannend treffen kon plaats vinden. Stonden eerst de militairen met 10 achter; een aardig doelpunt van Rottier; na de rust waren de rollen omgedraaid en al gauw wist De Groot er 11 van te maken. 10 Minuten voor tijd wist Krab de militairen zelfs de leiding te geven, maar juist een se conde voor tijd scoorde De Leur den gelijk maker. Het was een goede gelegenheid voor de E.-C. nog eens het speelmateriaal onder oogen te nemen. Bij de z.g. „burgers" speelde o.i. de jonge Mos een goede partij, terwijl Kousbroek onder de lat, "weer zijn goeden kijk op den bal demonstreerde door Godschalk steeds te vlug af te zijn. De wedstrijd duurde door het gevorderde uur slechts tweemaal een half uur. FIETS VERDWENEN OP... HET KERKHOF. Dat de fietsen zelfs niet meer veilig zijn op het kerkhof werd gistermiddag bewezen. Een dame had haar fiets neergezet in het rek voor het kerkhof en toen zij ongeveer een kwartier later terugkwam en haar rijwiel wilde mee nemen, bleek dit verdwenen te zijn. Kan men ook op deze plaats de fietsen nog niet eens met rust laten? AANRIJDING IN DEN OUDEN HELDER. Zaterdagmorgen kwamen een bakfiets van de Vereenigde Brandstoffenhandel en een fruitwagen van Middelbos uit de Tuinstraat, in een der bochtige straatjes van den Ouden Helder, met elkander in minder zacht contact. Een der wielen van de bakfiets werd vrij zwaar beschadigd, doch persoonlijke ongevallen kwa men niet voor. Door de beide bestuurders werd deze zaak in der minne geregeld. Wie zegt, dat Amsterdammers geen eerbied hebben voor de dingen uit het verleden, die liegt. We rijden al jaren in tramwagens, welke in een rariteiten-cabinet geen slecht figuur zouden maken, we verheugen ons in het bezit van autobussendie den ongetrainden passa gier z'n ingewanden aan een zware beproeving doen blootstellen. Kort geleden moest ik aan den overkant van het IJ wezen, en ik besteeg niets vermoedend, zo'n voorwerelds vehikel, 't Was pas na de maaltijd van de heerlijk-goed kope snoekbaars, die we tegenwoordig a rato zeventien cents per pond aan de vork kunnen prikken, en alzo verkeerde ik in een begrijpe lijke en vergeeflijke spanning. Angsten heb ik uitgestaan alhoewel alles goed afgelopen is. Er zijn echter grappenmakers, die den bestuur der bij het instijgen vragen, of de papieren zak aanwezig is Wie wel eens zijn kostbaar lijf aan de K.L.M. heeft toevertrouwd, zal deze geestigheid ten volle kunnen waarderen. Echter ook op andere wijze demonstreren wij onze liefde voor antikiteiten. Ik wil nu niet spreken over de poppenkast op de Dam, het aloude vermaak voor jong en oud. Een inge wijde vertelde me, op mijn vraag waarom hij toch altijd zo vooraan stond bij de vertoningen, dat-ie zulks deed omdat er zo'n pittige lucht uit de kast opsteeg. Op mijn verwonderd kijken legde-ie me uit, dat de explicateur van dat ge praat toch zo'n geweldige dorst kreeg. En de middelen tot het verslaan van gemelde dorst, die hadden zo'n aantrekkelijke reuk, dat hij met geen stok bij de poppenkast was weg te slaan Zo heb ik aldus het verband trachten te leg gen tussen liefde voor de oudheid en het ge nieten van tongstrelend vocht. En het beste wordt dat gedemonstreerd door de kortelings plaatsgevonden opening van het „Wijnhuijs de Vijff Vlijgen". Wie vanaf het Spui de Spuistraat binnen- drentelt, die zal getroffen worden door een pit toresk geveltje aan de linkerzijde der straat. Minnaars van de nieuwe zakelijkheid, van glas, beton en cafetaria's, die zullen hun schreden verhaasten, maar de liefhebber van oude en schone zaken zal getroffen blijven staan Een oud huisje is 't, en het dateert uit 1621. Rustig staat 't daar, het zag de eeuwen verglijden, het bond heden en verleden tezamen. Enige jaren in verval geraakt, werd het gewekt tot nieuw leven door een ondernem enden gerant, die het door een bekwaam architect liet restaureeren tot gemeld wijnhuis. Met een verrassend resultaat! Want Amsterdam is verrijkt met een attrac tie voor buitenman en stadgenoot. En wie nu eens een vreemde sensatie wil ondergaan, die betrede de „Vijff Vlijgen" niet langs de voor kant, waar het nodende: „Al wat ghij hier siet in. Daar, onder het gele licht uit een lantaren de ramen hij ga het hoekje om en de steeg staen, kunt ghij binnen proeven gaen", lokt op bevindt zich een zware, eikenhouten deur. En op die deur zit een antieke klopper, zo'n ijzer- gesmeed kunstwerk. Na een ogenblik van wachten wordt de deur geopend en ge daalt langs een gemetselde trap naar de gelagkamer. Aardig bedacht. Ik voelde me leven in de tijd van Boccacio. De klopper viel zwaar bon kend op de deur, het lantarentje bescheen me zó romantisch, dat 't me verwonderde geen kuitbroek en hozen te dragen. En één ogenblik dacht ik een schone jonkvrouw te zien verschij nen, die me haar hart mitsgaders haar vaderlijk erfdeel 'wenste aan te bieden Zo waarderen wij, Amsterdamers, het antie ke verleden. En onder het genot van een glas Egri Pikaver bepeinsde ik, dat het vroeger vast niet slecht was te leven. Een glas goede wijn, een kroes schuimend bier, een leutige zan ger bij d eluit wat wil je meer? Hoe langer ik daar zat, hoe rooskleuriger het verleden werd. Ik dacht niet meer aan 't gesukkel met suiker, ik vergat, dat m'n krui denier al een paar keer aan de deur geweest was met 't boekje, ik vergat de klachten van m'n vrouw, dat de vijf pond gehamsterd vet ransig begon te worden, en dat uit m'n voor raad meel de maaien kropen ik dacht er niet aan dat ik morgen m'n rijkscouponnetje moest laten knippen en dat ik van leer moest trekken tegen m'n schoenmaker, omdat-ie de prijs voor de halve zolen en achterlappen maar even vijf-en-twintig procent verhoogd had ik verkeerde in de Gouden Eeuw! Buiten gekomen blikte ik glazig naar de gevelsteen. Anno 1627. En opeens schoot me iets te binnen van de Tachtigjarige Oorlog. 1568 tot 161/8 Dus na al die jaren oorlog waren de Hollanders nog zó vitaal, dat ze hui zen konden bouwen die drie eeuwen later de bewondering wekken van de minnaars van oud schoon Met de smaak van 't edele vocht op mijn lip pen besteeg ik de tram. Schuddend stond ik op het achterbalcon, stevig omknelde ik de nik kelen stang. En ik mijmerde zo, dat als een mens met alle geweld toóch hamsteren wil, dat hij dan een paar ankers wijn inslaat Dat is de enige lekkernij, die niet alleen lang bewaard kan blijven, maar er gelijkertijd nog smakelijker op wordt We hebben er op gewezen, zoo schrijft de „N. R. Ct." (zie ons nr. van Vrijdag), hoe bij haar lange dralen de regeering nog steeds de conclusies van de commissie voor de mari tieme defensie niet bekend heeft gemaakt, laat staan daar uitvoering aan heeft gegeven. Weer zijn er intusschen stemmen opgegaan de de fensie op andere wijze te versterken dan door den bouw van groote schepen. Een andere commissie zou hierover nog eens moeten stu- deeren, kon men dezer dagen hooren. Maar welk een dwaasheid. De commis sie, welke dezen zomer werd ingesteld, was niet bevooroordeeld, gelijk men hier tracht te suggereeren. Haar apport kan geen pleidooi voor het eene onder ver- waarloozing van het andere zijn. We heb ben reden om aan te nemen, dat haar rap port een zorgvuldig en met feiten en cijfers omschreven afwegen van alle mo gelijkheden is. Niet slechts op militair terrein, maar evenzeer op financieel en óeconomisch gebied. Zoo is de commissie tot een reeks aanbe velingen gekomen, welke onaantastbaar zijn voor de leuzen van hen, die om wat voor rede nen ook oppositie wenschen te voeren. Op die feiten grondde zij haar advies, waaraan de regeering nog steeds geen uitvoering heeft gegeven. Zoo ligt voor ons als eerste der onmisken bare feiten .de militaire beteekenis van de ver schillende wapens en scheepstypen. Het slag schip liever gezegd het groote schip in het algemeen is de heerscher der wateren, waartegen het gebruik van duikboot en vlieg tuig weinig doeltreffend is. Voor ons land is daarnevens het belangrijkste, dat van het slag schipwapen een preventieve werking uitgaat, welke èn vliegtuig èn z.g. klein materieel missen. De slagkruiser dwingt den vijand tot den inzet van een andere vloot dan bij aan wezigheid van licht materieel het geval is. Daarnevens staan de financieele consequen ties. Het gaat er voor ons land om een zekere mate van veiligheid voor het overzeesche ge bied te verkrijgen. Men moet dus berekenen, hoeveel klein materieel noodig zou zijn om een soortgelijke mate van veiligheid te geven. Welaan, indien men die vergelijkingen zou op stellen, dan zou men alras tot de conclusie komen, dat de bouw van slagkruisers de goed koopste weg is. De financieele lasten van de aanschaffing van groote aantallen vliegtui gen, duikbooten of torpedobooten zijn hooger. Maar niet slechts uit financieel oogpunt spreekt het nut van de goede schepen met betrekking tot de bemanningen. Hetzelfde geldt immers ook voor hun opleiding. Maar niet minder is voor degenen, die voor slagkruisers pleiten, het oeconomische belang in het oog te houden. Als wij vliegtuigen zou den kiezen, naar het oordeel der voorstanders, omdat deze zoo snel beschikbaar zijn, dan zouden wij deze in het buitenland moeten koopen. Onze eigen vliegtuigindustrie is vol- belast en kan een uitbreiding op de dan ver- eischte scaal niet op min of meer korten ter mijn leveren. Het geld zou ons land verlaten, zonder dat daarvan veel aan onze werkkrach ten ten goede kwam. Zoo gaat het ook bij verschillende soorten schepen. Indien de regeering het rapport, althans het voornaamste daaruit, zou publiceeren, dan zou iederen twijfel of critiek den mond gesnoerd worden. Dan zou men weten, dat werkelijk alle zijden van het vraagstuk tegenover elkaar zijn afgewogen en dat daarop de keus is ge vallen, dat naar alle richtingen voor ons land het beste is. De regeering drale niet langer. RECHTERLIJKE I\L\CHT. Tot kantonrechter-plaatsververvanger in het kanton Den Helder: 1. F. I. Wethmar, inspecteur der directe belastingen, te Den Helder, 2. J. van Nes, ontvanger der registra tie en domeinen, te Den Helder. NOVEMBER... BOERENKOOLTIJI) Een bewoner van de 2e Emmadwarsstraat deed bij de politie aangifte, dat ten zijnen nadeele een hoeveelheid boerenkool van een land bij den Onderzeedienst, ontvreemd was. Er wordt een onderzoek ingesteld. DIVERSE NARIGHEDEN. Een 15-jarige jongen kwam gisteren op het Hoofdbureau zijn nood klagen dat hij door iemand was mishandeld. Een bewoonster van de Tuinstraat deed aangifte dat zij door een andere bewoonstter dier straat was beleedigd. WAAR ZIJN DE LANTAARNS? Er werd aangifte gedaan door een bewoner van de Van Galenstraat dat des nachts 2 lantaarns van zijn melkwagen waren ont vreemd. DE FIETSEN. Aan het adres van den heer Dienaar, Flora straat 28, is een damesrijwiel terug te beko men, dat men onbeheerd op de Javastraat vond. Voorts werd aangifte gedaan, door een be woner van den Brakkeveldweg, dat hij aldaar, eveneens onbeheerd, een jongensrijwiel had aangetroffen. De beruchte zenuwenoorlog, die maanden lang onze buurvolken gesloopt heeft, doet op het oogenblik zijn werk in ons land. We heb ben Zaterdag gewezen op de meest dwaze geruchten, die als het bekende „loopende vuurtje" de ronde deden en waarvan gelukkig, tot op heden, niets is uitgekomen. Noch van de evacuatie, noch van een inval is sprake ge weest en we hebben sinds Zaterdag de Duit- sche verklaring, dat men er niet over denkt de neutraliteit van Nederland of België te schenden. Alle hoogspanning, alle onrust van Zaterdag en Zondag is dus tevergeefs geweest en heeft alleen den weerstand van de bevol king eenige graden ondermijnd. Als er in on zen tjjd iets noodig is, dan is het rust, men moet niet alle geruchten voor waar aannemen, die de ronde doen en die, voordat ze in de derde hand zijn overgegaan, al driedubbel zoo erg zijn gemaakt als bij het begin van hun rond wandeling. De zenuwoorlog is oorzaak geweest, dat er bij onze Ooster- en Wester- buren tenslotte een zucht van verlichting op ging toen de oorlog eenmaal een feit was. Dat is natuurlijk dwaas. Voor dien zenuwenoorlog zijn verschillende oorzaken aanleiding. Het zijn niet alleen de valsche geruchten, die de men- schen hun stuur doen verliezen, doch daar was Zaterdag in onze stad het vertrek van ver schillende families, die gepakt en gezakt met auto's de stad verlieten. Men had o.i. verstan diger gedaan, om wanneer men het wensche- lijk vond „veiliger oord" op te zoeken (waar is het veilig als we oorlog krijgen?) dat te doen op een uur waarop niet ieder den uittocht kon zien en zich daardoor extra opwinden. Tenslotte zijn de buitenlandsche persstemmen er niet weinig schuldig aan, dat de zenuwen van ons volk gespannen zijn. Wat is er echter tot op heden van al die onrustbarende pers stemmen, in het bizonder uit Engeland, uitge komen? Eenige maanden geleden verwachtte men in Londen een bliksemaanval van de Duitsche luchtmacht en een bezetting van ver schillende plaatsen van Nederland. We zijn echter tot op heden onze zelfstandigheid niet kwijt geraakt, noch is er eenige aanval op ons land gedaan. Het spreekt vanzelf, dat de regeering verschillende maatregelen heeft te nemen om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn en het nemen van die maatregelen ondervindt men in onze stad, door het vertrek van tal van hoofden van gezin nen. We ontveinzen niet, dat de toestand aar^eiding kan geven tot verrassingen. Weinig bemoedigend is b.v. het feit van de vriendelijke afwijzing van het aanbod van goede diensten, door Engeland en Frankrijk, maar of dit Duitschland nu direct aanleiding zal geven, handelend op te treden, moeten we afwachten. In verband met de militaire maatregelen heeft ook het burgerlijk gezag eenige zaken verordend, die het wenschelijk acht met het ook op de mogelijke ontwikkeling van den toestand. Het dooven van de straatverlich ting na 12 uur en in verband daarmee het sluiten van openbare bijeenkomsten om 12 uur. Het zijn tenslotte maatregelen, die wei nig hinder veroorzaken. Geloof ons, niemand weet wat er ge beuren zal, men neemt alleen maatrege len met het oog op dingen, die gebeuren kunnen. Blijf dus rustig, want ook als ons land in den oorlog zou betrokken worden, kan men het best blijven op de plaats waar men is. Waar zou men heen willen waar het veiliger is? Men blijve ook in tijden van ernstiger gevaar in zijn woning, bij de zijnen, tenzij de militaire autoriteiten maatregelen nemen, waar door een gedeelte van onze bevolking onze stad zou moeten verlaten. Doch daarvan is op het oogenblik nog geen sprake en zou men eerst besluiten als het dringend noodig was. DAMES KAPPER HEEREN Stakmanbossestr. 65 Tel. 514 Ter herinnering aan het feit, dat 25 jaar geleden een aantal Belgische leerlingen, onder wie enkele adspiranten van het Belgische op- leidingsschip ,,1'Avenir" in de gelegenheid zijn gesteld te Rotterdam hun nautische studie voort te zetten, heeft Zaterdagmiddag een commissie van oud-leerlingen en leerlingen van de Gemeentelijke Zeevaartschool te Rot terdam het gemeentebestuur een bronzen plaquette aangeboden, symboliseerehd den band tusschen Nederlandsche en Belgische koopvaardij-officieren. De plaquette is be vestigd in de hal van de Zeevaartschool aan den Pieter de Hooghweg. Een groot aantal ge- noodigden heeft de plechtigheid bijgewoond. Alvorens de plaquete door een in uniform van de school gekleede leerling werd onthuld, heb ben de heeren T. Westerhof, directeur van de school, en H. G. J. M. Drabbe, voorzitter van het comité, het woord gevoerd. Na de onthul ling hebben de burgemeester van Rotterdam, mr. P. J. Oud en de consul van België dé heer E. van der Pitte, woorden van dank ge sproken voor dit fraaie geschenk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 5