In de krotwoningen
aan den Douro
Akkertjk
Dc voorraadschuur
van den Balkan
Neerlands onafhankelijkheid
Afpersing
Door nauwe trapstraatjes en
stikdonkere gangetjes
PORTUGEESCHE MOEDERLIEFDE
Koken, eten en slapen
in één vertrek
Katholieken beleedigd
„Er zijn huizen en huizen",
constateert onze reiscorrespon
dente mej. Boekei op haar
tocht langs den Douro-oever,
waar ze v. nabii den ellendiaen
woningtoestand in Portugal
aanschouwt. Geen slopje is
haar te nauw of te donker en
zóó kan zij ons wederom een
schilderachtig verhaal vertel
len van armoe en ontbering
onder de bewoners van het
schiereiland.
Er bestaat een gekke tegenstrijdig
heid tusschen 's menschen hebben en
's menschen zeggen. Een rijke praat
over zijn vacantiehuis met zestien
logeerkamers, vijf badkamers en een
renstal, alsover zijn „zomerhut" en
een minder met aardsch slijk be
zwaard mensch zegt van zijn drie
kamerwoning met een fonteintje in
de keuken al: „Ik heb een huis als
een paleis". Ik weet niet hoe de men
schen die in Porto langs den Douro-
oever wonen hun scheefgezakte krot
jes noemen, maar naar bovenstaande
gerekend, zijn dat dan al wel lucht-
kasteelen, vooral ook vanwege hun
wankelheid.
Opeen gestapelde konijnenhokjes.
Wanneer je als vreemdelinge de vele trap
jes van de bovenstad naar beneden bent af
gegaan en je komt onder bij de rivier voor
die huisjes, dan sta je even verrast en zegt
onwillekeurig: wat schilderachtig! Maar je
kunt ze dan ook maar 't beste als een schil
derijtje bekijken, d.w.z. op een afstand, want
van dichtbij lijken het net complexen opeen
gestapelde konijnenhokjes van zeep- en vet-
kistjes. En wanneer je nog wat nader komt
en gaat beseffen dat hierin vaak groote fa
milies menschen wonen, dan kijk je al door
het schilderachtige heen en staat weer met
beide voeten op den grond voor een nijpend
sociaal probleem. Want dit zijn geen „lucht-
kasteelen" en geen „zomerhutten"; het zijn
nauwelijks menschelijke woningen, ofschoon
men hier tenminste nog wat zon en lucht op
vangt, wat menige woning hoogerop ontbeert.
Maar 's winters treedt de wassende rivier
hier beneden wel eens buiten haar oevers,
waarom de huizen op pilaren zijn gebouwd.
In stikdonkere gangetjes.
Ik had al vaak door die straatjes gedoold,
maar zag dan uiteraard alleen de scheeve
huisdeuren, de in lompen gehulde kinderen,
gluiperige katten en de babies, die, bedekt
met een kort hemdje, maar overigens ge
kleed als engeltjes, over de stoepen kropen.
Toen maakte ik kennis met een assistente
van het Instituto de Poericultura, een soort
consultatiebureau, waar arme en ongezonde
moeders tevens drie fleschjes melk per dag
voor haar kleintjes ontvangen. De bewuste
dame ging geregeld op huisbezoek en ik
mocht haar vergezellen naar de nauwe trap
straatjes en de stikdonkere gangetjes, waar
we soms op den tast doorkropen en zoo zag
ik ook den binnenkant van die woninkjes,
waar ondanks de bedompte atmosfeer van
koken, eten en wonen voor en van vele men
schen, toch steeds het raam potdicht was.
Wij werkten een vast programma af: raam
omhoog, kind fopspeen uit den mond, infor-
meeren naar allerlei in- en uitwendige ac
ties en reacties van de baby, kijken hoe de
melk werd bewaard, vragen of één der fami
lieleden met een of andere ziekte was be
hept en meer zulke intieme informaties, die
echter met een goede bedoeling werden in
gewonnen. De kamers waren meestal romme
lig: halfvermolmde meubelen, een ledikant
volgelegd met kleeren, een rookend pot
kacheltje waarop de soep kookte, een kastje
waarop goedkoope prulletjes, een kistje
waarin een of ander vogeltje en ook altijd
wel een bloem of plant. Ergens in een ka
mertje hing een wonderlijk maaksel van
ijzerdraad, gekleurd papier, garenklosjes en
electrische lampjes, welk fantastisch gevaar
te echter geen licht kon geven, maar enkel
diende als „versiering".
Soms een sprei op het bed.
Overal werden we met blije gezichten ont
vangen en luisterden de moeders en groot
moeders ijverig naar de zedepreeken, waar
schijnlijk denkende: zoo meteen gaan we on
zen eigen gang wel weer. Maar sommige ka
mers zagen er ook keurig uit met een sfmei
op het bed en een gehaakt kleedje op een
tafeltje.
En enkele vrouwen deden ook haar
best zoo te doen als de assistente
haar leerde. Zoo toonde een moeder
ons met zichtbare voldoening hoe zij
haar kind licht en lucht verschafte,
door het in een kistje te leggen te
midden van rommel en spinneweb-
ben voor een open raam, waar tus
schen twee huizen door juist een
straal zon op den vloer viel,
Van dichtbij gelij
ken de op palen ge
bouwde woningen
aan den Douro net
complexen opeenge
stapelde konijnen
hokjes van zeep- en
vetkistjes.
■i.
Er wordt tegenwoordig in Portugal ernstig
getracht om dergelijke toestanden te verbe
teren, doch men heeft nog slechts enkele
schreden gezet op een langen weg.
Ik verkoop Hollandsche koeien.
Van de armenwijk kwam ik in een heel
andere omgeving. Een rijke landgoedbezit
ster, die in de stad woonde, had van mijn
Hollandsche aanwezigheid vernomen en
was daardoor geinspireerd tot het denkbeeld
om haar veestapel met een paar Hollandsche
koeien uit te breiden. Ze liet vragen of ik
haar daarvoor inlichtingen kon geven en na
tuurlijk zei ik ja. Als ze informaties had ge
vraagd over Zuiderzeepaardjes, had ik waar
schijnlijk ook ja gezegd, maar hiervoor meen
de ik als boerendochter werkelijk alle noo-
dige verstand te bezitten Zoo stond ik plotso»
ling in een luxueuze hall, wandelde achter
een zwart-wit dienstmeisje aan een breede
wenteltrap op en kwam in een groote ont
vangkamer met zeven doaker-kijkende voor
vaderen in gouden lijsten aan den wand en
verder vijf spiegels, zoodat ik me niet om
kon draaien of ik staarde mezelf aan. Ik zet
te me op een ouderwetsche canapé met krul-
pooten, belegd met drie harde, zijden kus
sens, waarvan ik een goudgestikten vogel
uitkoos om mijn tricotzijden rug tegen te leu
nen en bedacht toen, dat er toch huizen en
huizen zijn. In deze kamer zouden wel zes
families ondergebracht kunnen worden.
Toen de gastvrouw binnenkwam,
was ik juist bezig de stoelen langs
de wanden te tellen. Meteen had
ik echter al mijn verstand noodig
om in het Fransch te praten over
vaarzen, stieren, melklijsten, af
stammingen en meer dergelijke,
niet zeer damesachtige onder
werpen, die misschien niet geheel
pasten in de weelderige omraming
van dit salon, maar waarin deze
dame ook zeer geïnteresseerd was.
We werden het dan ook roerend
eens: Zij wilde een jonge koe en
een stier koopen en ik zou daar
voor zorgen. En zoo verliet ik het
huis weer als een geslaagde vrou
welijke veekoopman, opgetogen,
dat ik misschien een handelstrans
actie voor onze Hollandsch fok
kers zou kunnen afsluiten waar
echter later niets van is gekomen,
omdat de oorlog uitbrak en mijn
veehandelaarstalenten tot een on
tijdig einde kwamen.
Geitenherders slapen in een rots
spleet.
Dat was mijn laatste avontuur in Por
to. Ik moest terug naar Lissabon, maar
besloot met een omweg langs de Spaan-
sche grens te gaan. Ik maakte kennis
met een journalist, die met vacantie was
samen reden we o.a. naar de Serra Estrala,
de hoogste bergen van Portugal, en kre
gen prachtige uitzichten te genieten.
In deze streken trekken de geiten- en scha
penherders rond, die 's nachts onder een
klein tentje van wat takken of in een
rotsspleet slapen en daar hun eigen soep-
potje koken. Zij leiden een pover bestaan,
wat je het beste constateert in hun primi
tieve dorpjes met de van groote steenklom
pen opgebouwde huizen.
In één van de dorpjes, Folgozinho, maak
ten we een zangdemonstratie mede. Mijn
collega wilde n.1. de volksliederen opschrij
ven.
Natuurlijk wilde ieder voor deze gelegen
heid zijn stem leenen en zoo werd er een
kamertje volkomen volgepropt met herders
en herdersvrouwen in sombere kleedij Maar
een enkele droeg de feestelijke dracht, die
felle, maar geen mooie kleuren had. Be
halve vol, werd het vertrekje ook grondig
verduisterd, want ieder die er niet meer
in kon, trachtte dan althans zijn hoofd
door de deur of het venster te steken.
En in die schemerdonkerte bra
ken toen de ongeschoolde maar
frissche stemmen los en zongen
van Den Spaanschen minnaar die
werd vermoord (natuurlijk, want
Spanjaarden zijn vijanden) en ve
le andere liedjes.
't Was machtig interessant, maar het ge
luid was eigenlijk beter geschikt voor een
bergweide dan voor dit kleine hok en 't
was dan ook een rust toen er even werd ge
pauzeerd.
Soeplepels cadeau.
In die pauze trok een herder zijn soeple
pel uit zijn zak, en liet mij het van geiten
hoorn gesneden voorwerp zien.
Hé, zei ik, wat leuk!- en met dien lof
was de man zóó ingenomen, dat hij mij
het uitgebeten ding royaalweg gaf. Terwijl
we van weerskanten nog sympathiek ston
de te knikken, trok een tweede herder zijn
soeplepel te voorschijn, een houten, en
omidat ik die ook leuk vond, mocht ik die
ook houden. Toen ontstond er een heele
beweging onder de mannen, die mij alle
maal een blijk van hun vriendschappelijke
gevoelens wilden geven. Het was ecnig,
maar het was helaas te veel en dus moest
ik wel zeggen, dat ik er vreeselijk blij mee
was, maar dat ik aan twee lepels genoeg
had als herinnering aan Folgozinho, waar
mee ik misschien ook voorkwam, dat de
avondsoep overal met de vingers moest
worden gegeten.
Vertegenwoordiger van Bijbelge
nootschap de gevangenis in.
Donderdag 2 November j.1. stond voor de
rechtbank te Haarlem terecht een 35-jarige
vertegenwoordiger van het Wachttoren Bij
bel- en Tractaatgenootschap te Heemstede,
wegens overtreding van artikel 137d van 't
Wetboek van strafrecht. Hij zou n.1. verant
woordelijk zijn voor de uitgave van een
twetal brochures, getiteld „Genezing" en
„Ziet de feiten onder oogen", waarvan
de inhoud beleedigend werd geacht voor het
roomsch-katholieke volksdeel van ons land.
Zooals men zich herinneren zal, trad pater
de Greeve in deze zaak als getuige op en
had gezegd voor den geheelen katholieken
priesterstand op te komen.
De rechtbank deed in deze zaak gisteren
J uitspraak. Zij achtte het ten laste gelegde
ten opzichte van de brochure „Ziet de fei
ten onder de oogen" bewezen en veroordeel
de verdachte tot één week gevangenisstraf,
met bevel tot vernietiging van de in beslag
genomen brochures. Ten aanzien van de
brochure „Genezing" volgde vrijspraak.
De Officier van Justitie, had tegen ver
dachte een boete van f 300.subsidiar der
tig dagen hechtenis, alsmede vernietiging
van de in beslag genomen brochures, ge-
eischt.
die maar niet verdwijnen wil
Niet willen, zegt U M*'1,
er zijn toch "AKKERTJES"!
Neem zoo'n "AKKERTJE" en
binnen een kwartier zulMi
bemerken, dat "AKKERTJES"
hoofdpijn en migrain.
vlug en radicaal verdrijven
"AKKERTJES" zijn beroemd
vanwege hun uitstekende
werking. Vaak nagemaakt
maar nog nooit geëvenaard!
"AKKERTJES" zijn rond en elk
draagt het "AKKER"-merk
Let daar dus vooral 0pi
tegen pijnen, nare dagen, koorts,kou
Doos13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers!
Radio-uitzending van de plech
tige herdenking.
De plechtige herdenking van Neerland.?
onafhankelijkheid op het Plein 1813 te 's-
Gravenhage, welke ditmaal door de bijzon
dere tijdsomstandigheden het accent van
een nationade demonstratie verkrijgt, zal
vandaag, door de N.C.R.V. in het algemeen
programma worden uitgezonden. De gepen-
sionneerd generaal-majoor J. C. Wagner zal
't woord voeren, terwijl de Koninklijke Mi
litaire kapel toepasselijke muziek ten ge-
hoore zal brengen.
De plechtigheid begint des ochtends om
elf uur.
Nachtelijk drama in de residen,
tie. Drie jaar tegen chauffeur
geëischt.
In den nacht van 31 Augustus op 1 Sen.
tember, omstreeks twee uur, kwam een
kellner in Den Haag van zijn werk af en
alvorens naar huis tegaan, ging hij op een
bankje op het Oranjeplein even zitten uit.
blazen, maar het duurde niet lang, of twee
mannen namen naast hem plaats ieder aan
een kant.
Spoedig bleek hem, dat het den mannen
om geld te doen was.
De kellner gaf ieder een gulden, doch toen
de mannen zagen, dat de vrij gemakkelijk
ging, wilden ze nog meer geld hebben. Ten
slotte wilden ze den kellner al zijn geld, on
geveer een f 25.— afnemen en riepen 'hem
toe: „Ik sla je je hersens in elkaar, als je je
geld niet geeft." Een der onverlaten hieid
zijn fiets vast om te beletten, dat de kell
ner er van door zou gaan. Deze begon ten
einde raad te roepen: „Ik heb geen geld, ik
heb geen geld", om de aandacht der voor
bijgangers te trekken. De uitwerking was
inderdaad, dat beiden het hazenpad kozen,
doch een van hen, een 28-jarige chauffeur
werd later aangehouden en had zich gis
terochtend voor de Haagsche rechtbank te
verantwoorden. Verdachte bieef de bedrei
ging ontkennen.
De officier van Justitie, achtte
door de getuigenverklaringen, het
misdrijf van afpersing bëwezen en
eischtc drie jaar gevangenisstraf.
De verdediger, wees op vele open en on
waarschijnlijke punten in deze zaak en achtte
het ook zeer onwaarschijnlijk, dat iemand
midden op het Oranjeplein een ander door
bedreiging geld afhandig probeert te maken
Dat doet men in een stil straatje.
Uitspraak 30 November.
DE DONAU, HET KOPPELTEEKEN
TUSSCHEN ROEMENIë EN DUITSCH
LAND. KONING CAROL ROOKT
SIGARETTEN VAN SOJABOONEN
TABAK
(Bijzondere correspondentie uit Sofia.)
Roemenië, wordt, zeer terecht, in
den regel de voorraadschuur van
den Balkan genoemd. Het is een
rijk land, zoowel wat betreft de
bodemcultuur als hetgeen de aarde
er onder de oppervlakte verbergt.
Deze bodemrijkdom levert ech
ter ook schaduwzijden op voor het
land, dat er niet geheel en al naai
eigen goeddunken over kan beschik
ken.
Orsova, bekend als het „Roemeensche Ge-
nève" is een klein stadje, dat eigenlijk be
staat uit twee dorpen, Oud- en Nieuw-Or-
sova, die op ongeveer 5 kilometer afstand
van elkaar liggen, op een der schoonste en
meest romantische plekjes van Europa. Or
sova ligt aan den linker-, Noordelijken oever
van den Donau, die deel uitmaakt van liet
Roemenecnsch gebied De tegenoverliggende
oever behoort aan Joegoslavië, terwijl 50
kilometer verder stroomafwaarts Bulgarije
begint. In het idyllische stadje Orsova nu
heerscht sedert een twintigtal jaren een le
vendig internationaal verkeer: diplomaten,
technische deskundigen, journalisten en
ambtenaren van 15 verschillende volkeren
hebben er hun hoofdkwartier opgeslagen.
Immers, Orsova is de zetel van de Europec-
sche Donau-commissie, die waakt over liet
wel en wee van deze geïnternationaliseerde
levensader van den Balken; uit dien hoofde
zijn hier al haar bureaux gevestigd en
stuit men overal op wachtposten en tech
nische commissies.
EEN NIET ONBEDENKELIJKE ON
DERSCHEIDING VOOR ROEMENIë.
Deze Europeesche Donau-commissie leeft
wel is waar niet op voet van oorlog, maar
staat toch op tamelijk gespannen voet met
de Oostenrijksche Donau-Stoomvaart-Mij.,
die het leeuwendeel van het vervoer langs
den Donau bezit. Deze onderneming werd
gesticht door Engelschen, ging later over in
Oostenrijksch bezit en kwam na den An
schluss in Duitsche handen. Haar booten
vervoeren 50% van het gezamenlijke Euro
peesche goederentransport en meer dan een
derde van de geëxporteerde Roemeensche pe
troleum.
Dank zij dit alles neemt de maatschappij
een zeer belangrijke plaats in op den Bal
kan. Bij wijze van tegenwicht besloot de
Donau-commissie, een grool deel van haar
rechten over te dragen aan de Roemeensche
regeering, daar zij terecht van oordeel was,
dut een officieel optreden van Roemenië
meer gewicht in de schaal zou leggen, dan
besiuiten van de commissie. Deze rechten
werden gaarne aanvaard door Roemenië,
dat daarin een bewijs van vertrouwen zag.
Stelde de Roemeensche boer zich
aanvankelijk tevreden met het be
bouwen van zijn grond, die rijke
oogsten opleverde later ging men
over tot bodemonderzoek. Dit leid
de tot de ontdekking van petroleum,
bruinkolen, ijzer en mangaan erts.
Zoo werd Roemenië het rijkste
land van den Balkan, hoewel slechts
een vierde van het in de industrie
belegde kapitaal Roemeensch is; de
rest werd gefourneez'd door Enge
land, Frankrijk, Amerika, België en
voor een zeer klein deel, door
Duitschland.
DE TEELT VAN SOJAEOONEN
NEEMT EEN GROOTE PLAATS IN.
Dc Donau vormt als het ware het koppel-
teeken tusschen Roemenië en Duitschland;
en de thans Duitsche scheepvaart op den
Donau droeg er krachtig toe bij om Duitsch
land tot den grootsten afnemer van Roeme
nië 1c maken. Nu sloeg het Derde Rijk aan
Het kaartje spreekt, voor zichzelf; het
geeft Roemenië weer met de gebieden welke
dit land na den oorlog van 19H1918 heeft
bijgewonnen.
Rusland heeft nooit de annexatie van Bes-
sarabië erkend; op zijn landkaart kwam dit
gebied steeds als Russisch bezit voor.
Roemenië voor, om sojaboonen te gaan ver
bouwen. Men wist in Roemenië zoo goed
als niets af van sojaboonen, die in China
en Mandsjoerije thuis behooren Deze boonen
bevatten, zooals bekend, een hoog vet- en
meelgehalte, waarvan de industrie op ver
schillende wijzen gebruik maakt. Zij haalt
er olie en spijs vet uit, zoowel als meel en
lak en glycerine en andere pharmaceuti-
sche producten. De Roemenen gingen soja
boonen verbouwen, met de beste resultaten.
De plant gedijt er uitstekend en men ont
dekte hoe langer hoe meer goede eigen
schappen, die zij bezit.
Zoo ging men b.v. over tot het dro
gen van de bladeren, die een uit
stekende tabak bleken te leveren.
Koning Carol van Roemenië, die
dagelijks 60 sigaretten rookt, maakt
daarvoor met voorliefde gebruik
van deze „Ersatz-tabak".
PETROLEUM, SOJABOONEN. GRAAN
EN POLITIEK.
De groote Duitsche chemische trust, I-
Farben, legde beslag op het monopolie van
den sojaboonen-oogst. Ook petroleum g"1^
in steeds grootere hoeveelheden
Duitschland, tot 3% milt. ton toe, d.w.z.
helft der totale productie. Ditzelfde was
geval met den uitvoer van ijzer, mangas.'
pyriot en bismuth, terwijl deze uitvoer na
andercl anden voortdurend daalde.
Sedert het uitbreken van den oor
log begint deze toestand een gevoel
van onbehaaglijkheid in Roemenië
wakker te roepen. De werkzaam
heid, welke Rusland thans even
eens in Europa ontplooit, draagt er
niet toe bij, om de ongerustheid
weg te nemen. Men weet maar al
te goed, dat Rusland nog steeds
aanspraken zou willen doen gelden
op Bessarabië.
doet haar
De Roemeensche diplomatie
uiterste best, om het gevaar te abbi--*- ?rl
zelfs is er eenige ontspanning p0e-
Rusland en Roemenië te bespeuren. jet
menie staat voor de moeilijke en lang
benijdenswaardige taak, zoodanig
noeuvreeren, dat het geen der groo
gendheden voor het hoofd stoot f® ver.
tiek, die buitengewone handigheid
eisclit.
f