Het voe tbal menu
De Brabantsche Briet
van
K.ïl.U.R.
©e eeMle WUxMtM
u~o-o-k nvoAtyen
In ons district
tl.U.U.Ii.
AFDEELING I.
Voetballievend Amsterdam krijgt mor
gen een heerlijk menu te veroberen,
waarvan AjaxBlauw Wit de hoofd
schotel zal vormen. AjaxBlauw Wit,
de grootste club-gebeurtenis der Hoofd
stad, wat zullen er veel smullers „aan
tafel" komen! Vooral nu Blauw Wit het
zoo goed maakt en Ajax voor „haar laat
ste kans" gaat strijden zijn er aan deze
historische derby factoren verbonden,
welke een toppunt van spanning en sen
satie doen verwachten.
Zal B. W. zich handhaven of zal haar
fraaie record (in 7 wedstrijden niet geslagen)
er aangaan? Of zal de kampioensclub van
Nederland haar achterstand op de Zebra's
tot 2 punten terug brengen? Het valt met
geen mogelijkheid vooruit te zeggen, het kan
ons alleen maar spijten, dat we dit voetbal
gevecht niet persoonlijk kunnen bewonen...
De andere wedstrijden vallen bij deze
„thriller" min of meer in het niet. Niettemin
mag met belangstellling afwachten, hoe DWS
(no. 3 van de ranglijst) het er in Velsen tegen
VSV zal afbrengen. Zoo ook of Haarlem
de laatste plaats zal verlaten door een zege
op ADO waardoor het er weer slecht
uit zou gaan zien voor KFC, dat in Utrecht
bij DOS wel geen winst zal weten te behalen,
't Gooi achten we op eigen terrein in staat
een kleine zege op de Stormvogels te be
halen.
AFDEELING II.
Feyenoord staat hier weer aan den kop en
het zal een heele toer worden haar hier van
te verdringen. Dat DHC b.v. in zal slagen
verwachten we stellig niet. Sparta zal niette
min goed doen haar nog goede kans zoo
degelijk mogelijk te verdedigen en daartoe
moet morgen Xerxes op eigen terrein ver
slagen worden.
'DFC kan stellig in the running blijven,
want een zege op RFC ligt beslist binnen het
bereik der roodbaadjes. Van HBS, dat zoo
goed uit den hoek komt, verwachten we een
zege op CVV, evenals van VUC op Hermes.
AFDEELING III.
Ook hier wordt een „big match" ge
speeld. Go AheadHeracles, een wed
strijd tusschen de no.'s 2 resp. 1. Al be
zitten de Heracliden een punt meer dan
de roodgelen, toch hebben zij niet den in
druk gevestigd, datzij .positief sterker zijn.
Weshalve het best mogelijk is, dat Af
deeling III morgen weer een andere lei
der krijgt.
De zwakke zusjes Wageningen en Ensche-
desche Boys spelen beiden op eigen terrein,
resp. tegen AGOVV en Tubantia. Het komt
ons voor, dat de Wageningers, althans voor
morgen, betere perspectieven bezitten dan de
Boys. HengeloEnschede wordt een gelijk
spel. In Nijmegen gaat de derby QuickNEC,
waarvoor de Keizer Karelstad natuurlijk de
grootste belangstelling koestert. Wie het wint
is in dit geval absoluut niet te voorspellen.
AFDEELING IV.
Nu het oude NOAD zoo fraai aan den kop
staat, interesseeren haar verrichtingen ons
meer dan anders. Eindhoven komt morgen
naar Tilburg en dus zal het de club van Van
FEUILLETON
Tilburg (wie herinnert zich nog dezen inter
national?) niet meevallen om zich te hand
haven. Toch kan 't. JulianaLonga en NAC
Willem II moeten evenzeer gezien worden in
't licht van de bovenste plaats, daarentegen
wordt de ontmoeting PSVRoermond, althans
voor de laatste, beschenen door het fatale
roode lantarentje. Bij HelmondBW zal de
laatste wel met de eer gaan strijken.
AFDEELING V.
Ofschoon het leidende GVAV in een derby
moet uitkomen, n.1. tegen Velocitas, gelooven
we toch niet, dat haar ongeslagen record ern
stig gevaar zal loopen. Daar de andere clubs
hoegenaamd geen kans meer hebben, zijn de
andere wedstrijden van geen groote beteeke-
nis. Alleen de strijd van Be Quick tegen de
onderste plaats interesseert ons. We zien, dat
de withemden bij Sneek op bezoek gaan en
dat wordt dus wéér geen overwinning. De
andere wedstrijdenzijn:
HSCAchilles; VeendamHeerenveen;
LeeuwardenWW.
AFDEELING B.
Hier zal de wedstrijd HRCOSV veel
belangstelling trekken, daar het hier gaat
tusschen de leider (HRC) en een van haar
concurrenten. OSV heeft n.1. maar 2 ver-
liespunten meer dan Racing en door de
thuisclub te slaan zouden beiden dus ge
lijk komen.
Nu zal van deze onderstelling wel niets
terecht komen, omdat wij de Helderschen
positief sterker achten dan OSV, vooral nu
de strijd in Den Helder gestreden zal wor
den. De revanche-wedstrijd zal t.z.t. wel meer
kopzorgen voor de roodjes opleveren, maar de
ontmoeting van morgen zal stellig in een zege
voor de thuisclub eindigen. Vooropgesteld
natuurlijk, dat de roodjakken normaal op
dreef en niet overmoedig zijn.
In Alkmaar gaat de andere Heldersche club
het opnemen tegen de Alkmaarsche Boys, met
wie zij een paar seizoenen geleden zoo'n
fraaien strijd om het kampioenschap gestre
den heeft. Komen beide ploegen niet al te ge
havend uit, dan kan het een gelijkopgaande
partij voetbal worden, waarin de routine van
de Boys een belangrijk woordje zal meespre
ken. Uit dien hoofde mag men de Boys als de
favorieten beschouwen. Succes (met wederom
„Daan" in de gelederen?) zal het in Zaan
dijk opnemen tegen de club van dien naam.
Gezien het verslag van SuccesPurmersteijn
mogen we onze verwachtingen ten aanzien van
een herstel niet te hoog stellen. Weshalve we
maar volstaan met de Wieringers... sterkte
toe te wenschen. Van Alcmaria verwachten
we, dat zij in Hoorn niet de fout van de Boys
zal imiteeren, doch haar kans dqpr een zege
zal bfehouden. ZFC denken we een kleine zege
op West Frisia toe en WFC een overwin
ning met grootere cijfers op Purmersteijn.
Afdeeling E.
Drie spannende wedstrdijen.
We kunnen nauwelijks onze keus maken uit
de drie wedstrijden die in afdeeling E zijn uit
geschreven. Ze beloven alle drie veel spanning
en van alle drie kan gezegd worden, dat ze in
betrekking staan tot de eerste plaats. Laat ons
echter beginnen met SchagenOudesluis. Daar
immers zijn beide ploegen ten nauwste bij de
bezetting van de eerste en eere-plaats betrok
ken. Er zijn er ongetwijfeld velen die een
Schagen-zege als de voor de hand liggende be
schouwen. Dat is begrijpelijk: men leeft in
deze streken nog veel op de herinnering, dat
D.O.S.K.O. altijd een klas lager speelde dan
Schagen, B.K.C. en dergelijke clubs.
D.O.S.K.O. was altijd, niet in het minst door
de persoon van haar sympathieke secretaris,
een bevriende club die men gaarne met Oude-
sluizer kennis een „combinatie" stuurde of die
uitgenoodigd werd als oefenpartner voor het
tweede elftal. Maar dank zij het omhanden
materiaal, dank zij de wilskracht *van de
zwartjes en niet in het minst door Barend de
Boer's training, is dat veranderd. B.K.C. heeft
ondervonden hoe een al te gerust gemoed in
dezen funest kan werken. Schagen passé dus
op. We gaan ook weer niet mee met de al te
overmoedige uitlatingen uit Oudesluis' aan
hang, maar... we zijn van oordeel, dat Schagen
alle hens aan dek zal moeten roepen om
D.O.S.K.O.'s ongeslagen record te vellen. We
wachten het resultaat met spanning af.
B.K.C.Wieringerwaard is een wedstrijd die,
Naar 't Engelsch van A. W. Marchmont
30.
Het bescheid kwam prompt en onverstoor
baar:
„Die vraag kan ik voor haar beantwoorden.
Zij kent hem niet. Ze heeft niet veel Fran-
sqhe vrienden; na ons huwelijk zal dat natuur
lijk veranderen. Degene van wie u uw inlich
tingen hebt miss Merrion we zullen
haar tenminste maar zoo noemen heeft u
ongetwijfeld ook verteld dat mrs. Markham
mij de groote eer aandoet mijn vrouw te wor
den".
„Miss Merrion heeft me niets verteld en
wil me niets vertellen; dat is juist de reden
dat ik hier ben gekamen".
„Miss Merrion is de verpersoonlijkte discre
tie", verklaarde hij, met zijn gewone bloem
zoete ironie. „Ik stel veel belang in miss Mer
rion en ik ben daarom blij, dat zij u niet hier-
.heen gestuurd heeft".
Zijn onbeschaamde zelfverzekerdheid maak
te miss Davenant wanhopig.
„Ik kom hier op verzoek van mijn neef,
mr. Cheriton", lichtte ze de Montalt in.
„Zoo, is hij een neef van u? Dat hebt u
mij nooit verteld".
Ze negeerde de hatelijke opmerking en ver
volgde rustig:
„Ik heb zooveel over u gehoord van hem,
dat het mij niet moeilijk viel de indentiteit
van monsieur de Montalt vast te stellen. En
ik zal mrs. Markham inlichten wat voor soort
man u bent".
„Buitengewoon vriendelijk van u", pareerde
hij. „Maar ik vrees dat u de gelegenheid daar
toe niet zult krijgen. Ik wensch namelijk niet
•dat mijn aanstaande vrouw in contact komt
met een jongedame van uw reputatie".
ook al behoorde B.K.C. niet tot de leiders, een
big-match zou zijn. Deze wedstrijd heeft nu
eenmaal „geschiedenis". Moge er een schoone
bladzijde aan worden toegevoegd. Wat het eind
resultaat betreft, zouden we de Polder favoriet
willen noemen, niet zoozeer op grond van de
ranglijststand als wel juist op grond van de ge
schiedenis dezer wedstrijd in den laatsten tijd.
Een vage aanduiding .inderdaad, maar de er
varing van de laatste paren was, dat W.waard
te Anna Paulowna nimmer haar groote vorm
kon bereiken.
Watervogels ontvangt Helder 2. Na de klap
die de Vogels van Schagen hebben gekregen,
is het noodig, dat er bewijzen worden afge
legd van grootere kracht dan uit die nederlaag
moet worden afgeleid en... bewijzen, dat Wa
tervogels ten aanzien van de eerste plaats niet
verder als afgewezen moet worden beschouwd.
Nu lijkt ons de tegenstander van Zondag a.s.
allerminst de ploeg er voor om een gewillige
prooi te zijn. Is het Watervogels dus ernst, dan
is aan de Jan Verfailleweg een stevig treffen
te verwachten waarbij van te voren geenszins
vaststaat, dat Helder 2 geslagen zal worden
aftrekken. De witjakken beschikken over een
elftal, dat Watervogels zelfs in eigen home kan
kloppen wanneer Been c.s. er niet vöor zorgen
hun beste vorm te demonstreeren.
Afdeeling F.
M.F.C.—Sporters; Hollandia 2—West-Frisia
2; AndijkStrandvogels.
Afdeeling G.
C.S.V. is geheel van de kook. We twijfelen
er dan ook niet aan dat Alcmaria 2 thuis over
de Castricummers baas blijft. Uitgeest ont
vangt Alcmaria 3, waaraan het slechts in goe
den vorm weerstand kan bieden. Bergen's
vooruitzicht is niet erg hoopvol. Alk. Boys 2 is
heel sterk en we gelooven niet, dat Bergen er
thans het elftal voor heeft om de Boys, in de
Kaasstad nog wel, een punt afhandig te maken.
Afdeeling E.
Petten trekt naar H.R.C. 4. Eriks c.s. zullen
het wer niet zoo gemakkelijk krijgen als eenige
weken geleden op eigen terrein. Intusschen
rekenen we er toch op, dat de Pettemers de
punten en daardoor de leiding aan zich zullen
houden (10 uur). Succes 2 gaat op den moei
lijken weg, die ze dit jaar heeft, wordt met een
thuiswedstrijd tegen Helder 3 (2 uur). We
durven de Wieringers geen succes te voorspel
len.
Afdeelng K.
Watervogels 3 ontvangt Helder 4 (12 uur).
De Vogels moeten al bepaald over voldoende
spelers beschikken a.s. Zondag, anders gaan de
witjakken met de buit strijken. J.V.C. 2 zal
hopenlijk een elftal op de been kunnen bren
gen het eerste is trouwens vrij en in dat
geval geven we de Dorpers thuis tegen Helder
5 een klein kansje (2 uur).
Afdeeling R.
Verrasesnd was het eerste optreden van het
Joodsche Werkdorp dat Barsingerhorn op
vreemd veld met 41 sloeg. De mannen van
Hirsch zullen nu thuis wel baas kunnen blij
ven van Sint Maartensvlotbrug, verwachten we
(2 uur). Wieringerwaard 2 ontvangt B.K.C. 3
(10 uur). Getuige de prestatie van de rood-
broeken in Petten zal B.K.C. 3 ditmaal niet ge
makkelijk met groote cijfers winnen. Petten 2
klopt thuis Winkel 2.
Adspiranten.
Afd. O: H.R.C. c—Helder b (12 uur); Hel
der aSucces a (10 uur).
Afd. P: Oudesluis a—B.K.C. a (2 uur), wordt
misschien vervroegd); Schagen aH.R.C. d
(12 uur).
Afd. R: Succes bHelder d (12.30 u.).
Ulvenhout, 16 November 1939.
Amico,
Als ge deus tij 't
bosch binnenkomt,
dan loopt ge op teu
gen den klammen,
lauwen geur van 't
vergaand herfstge-
blaart, dat dik is
neergezegen over den
mossigen bojem.
't Is veul stil in de
bosschen. Gin takske
beweegt daar. En 'i
leste, gele blad, dal
op den „khemer" van
't kale hout gespren
keld lijkt, hangt, zwaar van water, stil te
wachten op den smak naar 't end.
't Jaar is oud geworden weer. En hier, on
der de peinzende boomen, in den blaauwen
mist, die deur den ouwen bast der boomen
druipt, die blinkt over den blarenbojem, die
wolkt deur de diepe dreven, hier treft oe den
moeien ouwerdom van 't afgeleefde jaar.
Machteloos zijgt nou en dan 't dooie blad
den nevel deur. En 't is, als ge gaat over
den zachten bladeerde, of den buiten te hij
gen ligt onder oewen stap'. Endelooze wee
moed hangt van de druppende takken.
Nog, nóg vlamt hier en daar, aan 'n schriel
eikestruikske, 'n helrooi blad. Maar deuze
vlamkes, zeldzamer steeds in 't ouwe bosch,
zijn lijk de leste flakkeringen in 'n wegsmeu-
lend leven.
Dan vaart 'n windeke deur de boomen. Den
zwaren herfstgeur is efkes lochter. Wat gou
wen bladvlinders flieren deur den weemoed,
dat voelbare Niks, dat overal is. En ratelend
druppengetik ritselt druk in den blarenbojem.
't Is of 'n vleug leven trekt deur 't kolossale
lichaam van 't kwijnende bosch. Even. Want
't is sjuust of deus trage Westerke nie vort
kan deur den blaauwen, natten doom, die alle
leven versmoort.
Den boschpias staat rimpelloos te blinken
onder flierende nevels, die soms vastkleven
aan den stillen plas, waarop varen de dwerg-
schipkes van neergewerld herfstblad, 't Bruine
riet vezelt deur de stilte zachte fluisterinks-
kes over 't heimelijke water mee z'n zilveren
kringskes van vallenden mist uit 't overhan
gend geboomt.
't Is hier 'n schoone plek om efkes 'n pijp
aan te steken en zoo'n bietje gedachtenloos
te peinzen deur den rusteloozen waas, die
schemert over den plas. In 't kaal
struweel daar langs den overkant wazen de
leege veugelnesten, veur den dag gekomen
na den blarenval.
Verlatenheid. Overal verlatenheid. Wee
moed en eenzaamheid befloersen den triesten
buiten, die te tranen staat in deuzen mijme
renden plas, diep in de bosschen, waar ge den
mist kunt hooren. Maar waar ge ook niks
anders hoort.
Jjaa..., tóch! Wijdweg; versmorend in
vagend blaauw, daar hoor ik zwak gerucht.
Gerucht van stappen deur de natte blaren, ge
kraak van takskes, geslis langs 't lage hout.
Zou hier, zoo wijd weg van de menschen, in
deuze barre verlatenheid nog 'nen tweeden
„idioot" zijnen troost zoeken? Schoonheid
komen beleven aan 't stervend jaartij Hier
Waar den Zomer zoo welig tierde; den pur
peren bloei, schuimend over den rhododen
drum, lijk één blommenlaken gespreid lag
langs den kristallen boschpias? Hier? Waar
den safrane-Herfst gloeide in kleuren, die
vlamden tusschen 't hout, praalde in tinten,
die glansden en blonken lijk gouwen ciselé,
gesierd was in tonen van den bontsten, zij en
fluweel
Zou hier nóg 'nen kwiedam komen in deuze
vereenzaming, waar den leste.n eeker scheen
gevlucht, uit deus mistroostig... Heimwee?
Of...? Zou...? Zou 't.Want hij zou den
ennigsten zijn, dien 'k hier verwachten kon!
Maar...? Maar...? 'n Ziel, die leeggebloed is
van verdriet, die... die zoekt gin schoonheid
toch...? Of zou ie, den Vic, sjuust in deus
stervensuur van die felst geleefde, gebloeide
boschplek den troost vinden, die deuze, altij
zoekende naar schoonheid speurende ziel weer
zocht...? En nieuwsgierig, in spanning tuur-
de-n-ik deur den valen schemer over den plas,
naar waar 't zwak gerucht vandaan sliste.
Jah!
Daar stond ie, den Vic! Lijk 'n vaag sil
houet, aan den rand van den plas. Ineens ver
scheen uit 't ruige struweel, dat van die leege
veugelnesten, daar aan den rand van 't wol-
kende water.
Daar stond ie. den eenzamen tiep, wat hoog
in de schouwers, diep in den grooten flam
bard. Hij praatte. Teugen z'n spiegelbeeld in
den herfstplas? Teugen 't heimwee, dat hier
rondnevelde? Teugen... teugen de gedachtenis
van Lien? Hij had ze dikkels hier gebrocht,
Als den purperen bloei lijk rijpen wijn in 't
water droop. Dan, dan zocht ie iets. Zag in 't
rond. Liep voorzichtig was passen terug. Vond
onder de blaren 'nen boomknoest. Veegde dien
proper mee z'n handen. Bezag den tronk lan
gen tijd, sjuust zooals ge menschen wel 'ns
aan 'n graf ziet staan. Zoo stond mijnen bra
ven kameraad daar, in 'nen wolk van gepein
zen. Dan gong ie zitten op den tronk,..
Ik trok m'nen eigen terug, in den nevel tus
schen 't ouwe geboomt. M'n strot was dik,
'k Had 'm begrepen, den Vic, die daar zat,
gunder aan den overkant van 't grijze water,
tot zijn knieën in den herfst, in 't vergaande
blad, daar op den boomknoest, naast de ge
dachtenis van zijn Lien.
„Schurk!" riep miss Davenant verontwaar
digd, terwijl een hoog rood haar wangen
kleurde. „Hoe durft u dat te zeggen?"
„Het heeft werkelijk geen zin te trachten
de relatie van vroeger weer aan te knoopen,
ik kan toch niet met u trouwen", ging hij on
barmhartig voort.
„U bent een infame lafaard", beet miss
Davenant, die de nieuwe beleediging als een
zweepslag voelde, hem toe. „Maar ik zal me
niet verder uit mijn evenwicht laten brengen
door uw insinuaties", voegde ze er kalmer
aan toe, „dat is werkelijk te veel eer voor
u. Ik heb een doel voor oogen en dat zal ik
bereiken ook. Ik wil weten waarom u miss
Merrion zóó'n doodelijke vrees hebt aange
jaagd dat er geen woord uit haar te krijgen
is. En wat de reden is dat er een breuk tus
schen haar en mr. Cheriton is ontstaan
een breuk, die aan uw inmenging te wijten
is".
„Wat mij betreft mogen die twee tortel
duiven morgen aan den dag trouwen", klonk
het weer met die tergende luchthartigheid,
waarin hij een meester was, „tenminste
als mr. Cheriton haar nog hebben wil als hij
alles weet".
Deze woorden troffen doel miss Dave
nant wist niet direct wat ze daarop zeggen
moest. Ze weigerde iets kwaads van Dessie
te gelooven en ze had zooeven ervaren wat
de Montalts verdachtmakingen waard waren,
maar toch liet de stoutmoedigheid van zijn
beschuldiging niet na indruk te maken, voor
al door het mysterieus stilzwijgen waarin
Dessie zelf zich harnekkig hulde.
„Toch geloof ik geen woord van wat insi
nueert", zei ze na een korte stilte. „U insi
nueert ook tegen mij! U hebt een of ander
duivelsch motief om Dessie te intimideeren
en haar huwelijk met mijn neef te verhinderen
en dat is de reden van uw bedekte beschul
diging".
„U mag denken wat u wilt", gaf hij met
een onverschillig schouderophalen ten ant-
wbord; „dat kan ik u niet beletten. U kunt
echter de bewijzen van mijn bewering gemak
kelijk genoeg krijgen. Vraagt u het maar aan
sir Ermund Landale".
„Wie is dat? Sir Edmund Landale?"
„Informeert u maar eens bij miss... eh...
Merrion. Die kan het u beter vertellen dan
ik - als ze tenminste wil. En anders gaat u
naar hem toe, zijn adres kunt u in het adres
boek vinden. Ik wil ook met u meegaan." En
na een korte pauze: „Heusch, u miskent mij.
Ik stel belang in dat arme meisje...
„Ba!" viel miss Davenant uit. „Ik weet
toch veel te goed, dat u alleen maar belang
stelt in uzelf."
Hij hief zijn handen op in protest. Toen:
„Is er nog iets, dat u wilt zeggen? An
ders" hij voltooide de zin niet, maar zijn
bedoeling was duidelijk genoeg.
„Voor ik dit huis verlaat, wil ik mrs.
Markham spreken."
„Dat is niet in het belang van uw vriendin."
„Ook niet in het uwe; maar ik meen wat
ik zeg."
„Dan zal ik haar trachten te bewegen om
u te woord te staan." Hij maakte een buiging
en ging naar de deur, en voor hij die opende
keerde hij zich om en zei: „als ik erin slaag
mrs. Markham over te halen om een onder
met u te hebben, moet u mij niet de schuld
geven, als ze u niet vriendelijk bejegent. U
zult dat .aan uzelf te wijten hebben."
Weer maakte hij een buiging, glimlachte
verholen en verliet het vertrek.
Terwijl miss Davenant wachtte, woedde er
een storm van verbijsterende gedachten in
haar geest en toen ze zoo een poosje had
gezeten, begon ze ongeduldig te worden. Een
kwartier ging voorbij en toen ze tenslotte
bijna een half uur gewacht had, belde ze.
„Weet mrs. Markham dat ik haar voor een
dringende gelegenheid wil spreken?"
„Mrs. Markham, juffrouw?" antwoordde de
huisknecht, die op haar bellen verschenen was,
verbaasd. „Ze is een minuut of twintig ge
leden met mr. De Montalt uitgegaan."
„Uitgegaan?" echode miss Davenant. „En
ik At hier op haar te wachten ze zou bij
mij komen..."
„Dat moet een vergissing zijn, juffrouw,
meende de man; „ze dachten waarschijnlijk,
dat u al weg was. Mr. Montalt heeft mij een
brief gegeven u bent toch miss Davenant,
nietwaar om u te geven als u terug zoudt
komen."
„Geef hem mij dan alsjeblieft. Het is zeker
een vergissing."
De bediende ging heen en kwam even daar
na met een brief terug.
Miss Davenant las snel den inhoud,
„Lieve Constance,
Onwillekeurig noem ik je weer zoo,
van ouds; het stond er vóór ik het wist
heb geprobeerd Dora over te halen je
woord te staan, maar ze wil niet. Dora
gezondheid is niet van dien aard, dat
zich opgewassen voelt tegen, een scène. W(j
maken een tochtje naar buiten, waarvoor
de plannen al vaststonden toen jij kwam,
en de tijd is te kort, om je dit persoonlijk
te komen zeggen.
G. de M.
Terwijl ze het epistel las, beet ze zich op
de lippen uit ergenis, dat li(j haar zoo had
als
Ik
te
.'9
'k Was toch content van hier te zijn, al us
ik nog nie wat te doen. 'k Trok dieper tu
schen de druppende boomen. Liep deur
bosch den plas omheen. Den vroegen avo s
begost te wemelen deur den dikkeren nevi
hier. Maar ik ken den weg. Ken den boie
onder 't dik gevallen geblaart. Ik liep teue
de stilte aan. Die machtige stilte, die m'n
kop dee suizelen. Die 't bosch vereenzaamd
die binnendrong in m'n borst, da'k 't voeld
Ik liep, kuierde, slenterde deur den barre
weemoed, dien 'k mee m'n schouders we
drukte onder 't gaan. B'
Zoo kwam ik, na 'n half uur bij den Vic
d'open plek langs 't water, 't Was hier wee
,dag". 'Nen matzilveren glans, befloerst on
der den Novemberdag lijkt 'nen natten tul'
over de schepping.
Den Vic zat nog altij op zijnen boomknoest-
'n rooi herfstblad op zijnen schouder, n'
lenige schildershanden gevouwen tusschen 6
knieën, hongen slap neer. Zilveren peerltle'
van mist blonken in zijn grijze krullen.
„Ha! Vic! Oók aan 't bosschen?"
Moeizaam lichtte-n-ie den zwaren kop, G(n
nen trek veranderde, ginnen schaduw, ginnen
plooi verwong. Maar in de doffe, blaauwe
oogen glansde wat lach op; 'k was gedank
ik was welkom! Stijf stond ie op van den
vochtigen zit, gaf me zijnen knuist: w
gaat 't Dré? En thuis?"
Ge mot 'ns gaauw komen kijken, Vic, 't i.
aan de plattebuis nie ongezellig, ouwe' jon.
gen!"
Steuviger kneep ie m'nen klavier, de ouwe
scherpte in den moeien kop kwam efkes t»
voorschijn, d'oogen stonden vaster weer en
seerjeus, lijk 'nen eed, zoo zee-t-ie: „Dré, dat
doe ik. 'k Heb nog goede herinneringen aan
aan vroeger, je weet, toen ik... óók... alleen
was. Ik kom kameraad! Zeg 't aan Trui!"
„Welkom, veul welkom, Vic, ma... maare,
alleen, jonk? Hanneke!'
Energiek schudde-n-ie den ernstigen kop
Pakte me bij den rever van m'nen bonker
„Luister, Drré!" Ha, z'n r's gongen weer rol
len. 't Wierd weer den ouwen Vic, den ouwen
dappere, die telkens, mee elke gedachte, mee
elk gebaar 'n heele weareld uitdaagt. En
toch toch had ik 'm, 'n half uur gelejen
pas, zoo „naakt" betrapt in fel verdriet...?
Allee, dèn Vic! Kearel van éénen bonk
hart! Al die gedachten gongen deur m'nen
kop, als ik daar stond te zien naar dieën
prachtigen tiep dieën toovenéér uit den
bruinen, zongestreepten atelier mee den le-
vensgrooten Christus midden aan den langen
schilderijenwand.
„Luisterr, Drré! Hanneke gaat weer aan
't werrk! Ik will dat, versta je?! Die meid
kniest zich dood. Onderr ons, ze moet on
der de menschen weer! En ik hoop, Drré.,.",
lang keek ie me aan, z'n stem wierd wat
zachter: „ik hoop, dat mijn meiske dan komt
tot... het groote geluk..." twee tranen spron
gen in z'n oogen, maar hij schaamde z'n
eigen nie: „tot het groote geluk van een
goed huwelijk. Ik heb de groote vrede daar
mee in m'n opstandige donder gekrregen,
ik... ik... ben... het laatste jaar... gelukkig
geweest met... met m'n Lien". Ik voelde
zijnen vuist, waarin ie mijnen rever vast had,
zwaar henen op m'n borst.
„Ik denk wel, Vic, ge hebt gelijk, man!"
„En dan, Drré, dan kom ik weer dikkels
naar jullie toe, dan kom ik 's Zondags om
m'n koffie met beboterden koek, als Trui uit
de kerk thuis is."
'Nen gelukkigen glans lichtte over zijnen
bleeken kop. „Want. Dré, hier, op deze plek
de schoonste uit deze bosschen, ik heb m'n
Lien hier zoo vaak gebracht, jongen, hier op
deze plaats, waar ik, je mag 't weten,
zoo juist heb zitten kapot te gaan van ver
driet, hier beloof ik jou en mezelf enne..,-
Lien, ik ga weer aan den arrbeid, Dré! En
gauw!!"
'n Witte maan blonk zwak aan den duiste
ren Novemberhemel. De nevels waren weg,
Ik hóórde 't. Uit de fluweelen stilte, waarin
nog maar zeldzaam druppengetik ritselde op
den blarenbojem. 'n Windeke, wat steuviger
nou, kwam opgestoken over 't water, 't Riet
kraakte zachtelces in den vallenden avond,
zilveren manekringskes schubden den bosch
pias.
„Maar Vic, gij blijft toch altij hier, ee?
Ik... eh... ik kan evenmin m'n uurkes missen
in jouwen verfwinkel, als gij Trui haren
koffie, jonk!"
Daar hebben we malkaar lachend de hand
op gegeven
God, wat is Oewen Herfst schoon!
DRé,
beetgenomen. Ze zei den bediende dat M
wegging en later wel zou terugkomen.
Ze begreep best dat hij wilde verhinderen
dat ze mrs. Markham sprak voor het huwe
lijk voltrokken zou zijn en hij had haar haastig
mee de stad uitgenomen.
Ze ging naar de kamers van Tom Cheriton.
Ze hadden afgesproken dat hij eventueele 0
richten voor haar daarheen zou sturen, en i
vond er een telegram met de mededeeling
de toestand van mr. Davenant, hun oom, ve
ergerd was en haar terugkomst dringend g"
wenscht. Daar ze in Londen voorloopig to
niets kon uitrichten, schreef ze een k
briefje aan Dessie en nam een taxi naar n
station.
Inmiddels was Dessie tot een nieuw besiu
gekomen,
Het bezoek van miss Davenant had n
nog angstiger gemaakt. Zelfs degenen
haar lief en dierbaar waren konden haar n
haar eigen weg den eenig m0£eli-'lienMat
mers laten gaan en niettegenstaande J>
heftig aandringen brachten zij het vre
lijke onheil, waaraan zij wanhopig poog'0
ontkomen, juist naderbij. De scheiding
schen Tom en haar was 'toch onherste
en er was maar één middel om aan alle m
lijkheden een einde te maken. Vlucht.
Reeds eenmaal had ze zich van een v
leven losgerukt en ze moest het weer
Het betrekkelijk succes van haar eerste p
ging deed haar een tweede wagen en z®
haar plan spoedig klaar. .v.eD
Ze zou de Montalt de robijnen terugge
en uit Londen verdwijnen, nogmaals ee"(jere
deren naam aannemen en in een a
groote stad opnieuw beginnen. Ze zou
litterair werk onder haar nieuwen
voortzetten en de ervaring, die ze than
en haar succes als schrijfster en journ
gaven haar het zelfvertrouwen, dat voo
stap als deze onontbeerlijk was. ....-je
Terwijl ze in gedachten de versch
détails van haar besluit weer eens °^®^ntalt,
bracht de post een briefje van de M
metde mededeeling dat hij den volg
dag zou komen, tnplaats van Maandag. (t
strookte prachtig met haar eigen plab oin
ze ging direct naar de Safe Compagny
de robijnen te halen.
(Wordt vervolgd')