De Hollanders in Z.-Afrika (0^ Mijnhardtjes Mijnhardtjes Mijnhardtjes WEK UW LEVER-GALOP Ons Indisch hoekje Sinterklaasfeest Tweede Abonnementsvoor stelling Op den goeden weg KefiA en Zending EEN 51. NKOlflMPAKKET Kwartiermeester voor Hoog Militair Gerechtshof Wie heeft een orgel? biografieën der apostelen. Interessante lezing van Dr. W. G. N. v. d. Sleen. Het is waarschijnlijk een eigenschap vaif globetrotters, dat ze geestig zijn en een kaal hoofd hebben. Dr. v. d. Sleen, die gisterenavond voor de Nederlandsche Reisvereeniging in Musis Sacrum een le zing hield over het onderwerp: „Hollan ders in Z.-Afrika", herinnerde ons sterk èn in zijn voorkomen èn in zijn manier van voordragen, aan de hier meer beken de Jan Strijbos. Zijn lezing was even on derhoudend, zijn wijze van vertellen even geestig als die van Strijbos en zijn erva ringen waarschijnlijk even rijk als van dezen natuurkenner en -onderzoeker. Na een inleidend woord van den voorzitter van de afd. Den Helder, den heer P. H. Maas, kreeg Dr. v. d. Sleen het woord en wees op de groote belangstelling, die er in Z.-Afrika bestaat voor ons land en volk een belangstel ling, die trouwens ook in ons land bestaat voor Z.-Afrika en die vooral de laatste jaren sterk aan het toenemen was. Velen hebben gemeend, dat na den oorlog van 1?99 tot 1902 de band van de Nederland sche stam met Z.-Afrika verloren is geraakt. Maar niets is minder waar. Spr. herinnert aan dien ellendigen tijd uit de historie van het land, waarbij de Engelschen op alle moge lijke manieren de Nederlanders beletten om daar ooit meer een bestaan te kunnen vin den. De boerderijen werden verbrand, het vee moedwillig gedood enz., enz. De Engelschen begonnen met de Engelsche taal verplichtend te stellen in de rechtzalen en op de scholen, doch 20 jaar later, wie had het ooit gedacht, werd het Afrikaansch ver plichtend gesteld en dat niet alleen in Trans vaal en Oranje Vrijstaat, maar ook in de Kaap-kolonie en de Engelsche stad Durban. En het duurde niet lang of de Z.-Afrikaan- ders vertrouwden hun belangen in Den Haag niet meer toe aan een Engelschen gezant, doch stelden een Z.-Afrikaner, Dr. v. Broek huizen aan. Zij noemden Afrika geen Engel sche kolonie meer, doch een dominion, dat een vrij groote mate van zelfstandigheid kreeg en b.v. mee kon beslissen of het al of niet wilde deelnemen aan een oorlog, die Engeland aanging. En in 1927 kreeg Z.-Afrika een eigen vlag en daarin vinden we onze kleuren terug, het oranje-blanche-bleu. En die wappert nu op alle gebouwen. Spr. herinnert aan de eerste Nederlandsche stichting in Transvaal, een winkeltje. Alle schepen, die om de Kaap gingen en die drie maanden niet anders gezien hadden dan lucht en water, hadden behoefte aan verversching van levensmiddelen en verfrissching van den watervoorraad. Alle schepen maakten ge bruik van dit winkeltje van v. Riebeek, zoo dat daarmee schatten verdiend zijn en ten slotte 30.000 man noodig waren om de waren voor dit winkeltje te verzorgen. Dit alles was de Engelschen een doorn in het oog en ze hebben door hun plagerijen het den rustige en godvruchtige boeren zoo moeilijk gemaakt, dat ze teneinde raad zijn weggegaan, omdat ze die onderdrukking niet langer konden ver dragen. Spr. schetst den kranigen strijd van de boeren. Bij de Engelschen was geen middel te slecht of te min om dit dappere volk on der te brengen. Aan de hand van tal van fraaie licht beelden maken we dan een reis door dit land van tegenstellingen en Dr. v. d. Sleen weet op een zoo voortreffelijke wijze het land en volk te schetsen en op zoo gees tige manier zijn gehoor te boeien, dat het elf uur is, voor men er goed en wel erg in heeft. We bezoeken zoowel de steden als de ge weldige uitgebreide hoogvlakten. Afrika is een land waar ontzaggelijk weinig vegetatie is, de boomen die er groeien, eiken en den nen, zijn door de Hollanders geplant. Men vraagt zich telkens af hoe de menschen kun nen leven in deze eindelooze dorre en droge vlakten, onder deze uiterst armoedige om standigheden. De rijkdommen die er vandaan gehaald worden, die komen van de goudmijnen bij Jo- hannesburg, waar 1000 millioen gulden goud per jaar vandaan komt en de diamantmijnen. Tenslotte bezoeken we het Kruger wild park, een natuurreservaat van 300 km lang en 80 km breed, met zijn rijkdom aan wilde dieren. Een hoogst interessant beeld gaf Dr. v. d. Sleen van dit park, zoowel door de prachtige stille beelden als door de film. Aan het slot van den avond dankte de heer Maas den spreker en sprak een opwekkend woord om lid te worden van de N.R.V. Vermelden we nog dat voor in de zaal ver schillende foto's waren uitgestald, afgestaan door den Afrikaanschen gezant en dat onze s.adgenoot, de heer J. Verfaille, die eenige jaren in Afrika doorbracht, een interessante verzameling ertsen en munten, alsmede ver schillende foto's, ter expositie had afgestaan. We gaan weer Sinterklaasfeest vieren, 't Aloude feest voor kroost en huisgezin Reeds haalde blij de jeugd zoo hoopvol in verwachten Den goeden ouden Sint met tal van liedjes in. Juist nu de somb're grijze dagen treuren, En traag met zwaren druk ter ziele gaan, Nu brengt een schat van rijke levensdingen Wat levenswarmte in ons triest bestaan. De kleuters droomen voor de lichte winkels, En zoeken juichend 't allermooiste uit... Een enk'le schucht're, havelooze stumper, Drukt dicht zijn neusje aan de koude ruit. Zoo 's avonds voor de peutertjes gaan slapen, En Sinterklaasje rondwaart in de kou. Staan kleine klompjes feestelijk te wachten. En zachtjes trilt een liedje in den schouw. Dec. 1939. Hessel. VER20NÜEN AAN HET VE.UÖ pOSTADRES \AN EEN MJL1TAJR &ENEDEN X)EN RANG \<AN OFFICIER AANGEBODEN TUSSCHEN 1~j EN 30, NOVEMBER,MET 2. ELKAAR. 6Ny- DENDE LyNEN OVER HET ADRES, 30 November „Het Masker" met „Zesde Etage". Op Donderdag 30 November a.s. zal als tweede abonnementstooneelvoorstelling gege ven worden door de tooneelgroep „Het Mas ker" het stuk „Zesde Etage", van Alfred Gehr, onder regie van Ko Arnoldi. Als hoofdvertol kers treden op Magda Janssen, Heieen Pimen- tel, Ko Arnoldi en Lucas Wensing. De plaatsbespreking is vastgesteld op Woensdag 29 November a.s. van 79 uur 's avonds. De Telegraaf schrijft over „Zesde Etage" o.a.: Voor de tweede maal in serie heeft „Het Masker" een goeden neus gehad. „Zesde Eta ge" is een pracht van een speelstuk, en daar van heeft men gebruik gemaakt ook. Hierbij blijft het trouwens niet. Men heeft die echt Parijsche dakverdieping niet zoo maar als een geïmporteerd kastplantje op het Centraal- tooneel gepoot. Het is een Nederlandsch stuk geworden, niet zoozeer door de tekstverande ringen, maar door juiste typeering van alle rollen. Dat boekhoudertje van Ko Arnoldi, die mis lukte artiest van John Gobau, zijn vrouw, de kamerverhuurster, het zijn allemaal Neder landsche typen en typen van de dakverdieping. Wat de inhoud van het stuk is: Gehri heeft het zelf al geschreven; een wereldje apart, met zijn liefde en haat, zijn verraad en saam- hoorigheid, zijn lafheid en moed, naar het beeld van de groote wereld, en dat is juist wat het menschelijk waar en interessant maakt. En het Handelsblad: Het leven onder de dakpannen der oude Parijsche hulzen rolt schijnbaar genoeglijk de traptreden, welke naar de zesde en hoogste étage voeren, op en af. Maar in werkelijkheid heeft het zijn dramatische momenten met zéér komische vermengd, wordt er geleden en gelachen, wordt er gerouwd en uitbundig fèestgevierd. Alfred Gehri heeft van zulk een huis, of lie ver van zulk een étage vol menschen, een kleurig beeld gegeven, en „Het Masker" heeft het op geestige en gevoelige wijze vertoond. Zes maanden gevangenisstraf en degradatie in rang luidde de eisch van mr. L. B. J. Ver meulen, den advocaat-fiscaal bij het Hoog Militair Gerechtshof, tegen een 33-jarigen kwartiermeester bij de marine, die als ka merwacht bij den onderzeedienst touw, staal- d raad en roeiriemen door een medeplichtige uit een door verdachte beheerd magazijn had laten weghalen en verkoopen. De Zeekrijgs raad had eenzelfde straf opgelegd in eerste instantie. De voorwerpen, die uit het magazijn waren verdwenen, waren „over", d.w.z. zij stonden niet in de boeken. Samen met een collega had de kwartiermeester het plan opgevat, dat „teveel" maar te verkoopen. Hij had het geld hard noodig, want hij was tijdens het verblijf van zijn schip, H. Ms. „Drébbel", te Amsterdam, zoo vroolijk aan het passagieren geslagen, dat er geen huishoudgeld voor moe der de vrouw op overgeschoten was. Het touw en het staaldraad had Ten B. wegge haald en verkocht, 9.was het aandeel in den buit voor beklaagde geweest. De roei riemen had hij zelf geruild voor een paar flesschen jenever. De diefstallen kwamen uit, toen beklaagde R. lang en breed in Indië zat om daar dienst te doen. Hij werd echter naar Nederland op gezonden en stond hu snikkend en vol be rouw terecht. „Als ik niet met Ten B. in aanraking was gekomen, had ik het nooit gedaan", riep hij De advocaat-fiskaal achtte geen termen aanwezig voor clementie. Beklaagde heeft geen gunstig verleden, hij is naar aanleiding van de „Zeven Provinciën"-zaak al eens ge degradeerd tot matroos, is daarna weer be vorderd, maar staat nu voor dezen ernstigen diefstal terecht. Het vonnis van den Zeekrijgsraad achtte spr. juist gewezen. De verdediger, mr. W. P. M. v. d. Loo, vond de straf voor dit misdrijf, dat beklaag- de maar 9.opgeleverd heeft, zeer zwaar en verzocht de straf iets te verlichten, opdat beklaagde in den dienst kan blijven gehand haafd en zich weer tot kwartiermeester kan opwerken door ijver en plichtsbetrachting. Het Hoog Militair Gerechtshof zal schrif telijk vonnis wijzen. (Tel.) Voor onze militairen. We hebben al meerdere malen, en dat niet te\%rgeefs, eert beroep gedaan op on ze lezers, om iets voor de militairen af te zonderen. Men heeft daaraan steeds royaal gevolg gegeven. Een gezellige cantine, eenige kilometers buiten onze stad, kan er van getuigen, dat de gaven hun doel hebben bereikt. De collecte van Zaterdag is een prachtige bekroning geweest van wat Den Helder voor onze militairen ge offerd heeft. En nu komen we weer met een verzoek. Ergens in de nabije omgeving van onze ge meente is een militair Tehuisje geopend. De jongens, die er komen, zijn te ver van de stad en zoeken dus daar hun gezelligheid bij spel en zang. En nu komt er een vraag. Wie heeft er voor het Tehuis een orgel beschik baar. Zoo noodig wil men er wel een beschei den bedrag voor betalen. Liever nog heeft men het natuurlijk gratis. Want... onze jongens zitten nu eenmaal niet al te dik in de slappe was. Van één gulden zooveel in de week, kan' waarlijk niet veel overblijven. Wie het heeft doet er een goed werk mee. Men kan zijn adres opgeven aan ons kantoor. Het wordt dan Zaterdag gehaald. Bij voorbaat hartelijk dank. Verkeersagenten op de speruren. Gisteren voor het eerst heeft onze stad kennis kunnen maken met officieele ver keersagenten. Zoo maar niet een, die even van zijn rijwiel stapt en regelend optreedt, omdat er een stroom menschen verwar ring dreigt te brengen, maar een met een witte manchet, die zijn arm opheft als er gestopt moet worden, die het sein geeft om door te rijden, kortom, de man die oogen van voor en achter heeft. Bij de Keizerstraat hoek Spoorstraat en Ko ningstraat hoek Spoorstraat, hadden de agen ten post gevat om 12 uur en voor zoover dat eenigszins mogelijk is, zullen zij daar dage lijks op dat uur en om half zes te vinden zijn, om het op die uren inderdaad gevaarlijk druk ke verkeer te regelen. Ook op andere punten zouden verkeersregelaars op de speruren ge- wenscht zijn, doch het vrij kleine korps agen ten voor een stad van onze grootte, maakt dit bezwaarlijk. Wel zullen de agenten op geregelde tijden eens van plaats veranderen en b.v. bij de Kei- zersbrug of op het Koningsplein post vatten en zoo zal het publiek opgevoed worden in de regels van rechts en links, van het duide lijk geven van armsignalen, zoodat ook op punten waar onze agenten niet staan, geen ongelukken behoeven voor te komen. Want als ieder zich aan de regels van het verkeer houdt zijn ongelukken practisch uitgesloten. Het zijn de agenten van de "yETên regelt^en.6de^nde^maakt^zoo noodig proces- "SRVSp-ffSS« Hf korps3'agenten trouwen, dat als straks uitgebreid, de tegen Hoofdpijn, Kiespijn, Migrair tegen Gevatte koude, Koorts, Griep 2 stuks 10 ct. - 12 stuks 50 ct. Heropening Ned. Historisch Scheepvaart museum te A'dam Tentoonstelling „De Hollanders in Oost-Azië". Amsterdam, 21 Nov. Het Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum te Amster dam zal, na enkele maanden in verband met een verbouwing gesloten te zijn geweest, binnenkort zijn deuren weder voor het publiek openen. De thans gereed gekomen verandering van het gebouw had ten doel voor de omvangrijke maritiem-historische bibliotheek een betere opsteling te verkrijgen in de onmiddellijke na bijheid der leeszaal, terwijl daardoor tevens op de tweede verdieping een nieuwe zaal ter beschikking is gekomen, waarmede de expo sitieruimte thans wordt uitgebreid. Het ligt in het 'voornemen deze zaal te openen met een kleine tentoonstelling, be trekking hebbende op de Hollanders in Oost- Azië, welke onvoorziene omstandigheden voorbehouden, te beginnen met 10 December, voor het publiek ter bezichtiging zal worden gesteld. Aanleiding tot dit plan vormt de omstandigheid, dat onze regeering dezer da gen aan Japan een nauwkeurig uitgevoerd model van Zr. Ms. „Soembing" heeft aange boden, welk schip in 1855 door Koning Wil lem III aan den Keizer van Japan ten ge schenke is gegeven, toen aldaar de opbouw der Japansche marine werd ter hand geno men. Een tegelijkertijd vervaardigd duplicaat van dit model komt in het Scheepvaart Mu seum en zal ook op de a.s. tentoonstelling zijn te zien. Zij, die zaken in hun bezit hebben, welke naar hun meening voor de tentoonstelling van belang kunnen zijn, worden vriendelijk ver zocht daarvan bericht te zenden aan den di- retceur van het Scheepvaart Museum, Cor- nelis Schuytstraat 57, Amsterdam, opdat de tentoonstelling zoo volledig mogelijk zal kun nen worden. HUISVREDEBREUK. Gisterenavond werd door een bewoonster van de Keizersgracht politie-assistentie ver zocht, in verband met het feit, dat een mans persoon zich zonder toestemming toegang tot het perceel had verleend. 6 STUKS ONDERGOED INGEREKEND. Een bewoonster van het Singel deed giste ren aangifte, dat van het erf een 6-tal stuk ken ondergoed spoorloos verdwenen waren. De politie stelt een onderzoek in. Binnenkort zal verschijnen een reeks ,lbin grafieën» der Apostelen, geschreven door d°' bekenden Rotterdamschen oud-predikant dr j r Callenbach. Het is voor de eerste maal, dat een dergelijke reeks levensbeschrijvingen Jezus' leerlingen in Nederland het licht zien. De deskundige schnjver heeft zijn taak niet allereerst theologisch opgevat, doch d. rijke verscheidenheid in aard en aanleg de Twaalven (waaraan Paulus als plaatsvervan ger van Judas Iskarioth is toegevoegd) get kend. Onder dr. Callenbachs hand worden d. Apostelen tot levende menschen. Het boek j! geschreven in een boetenden verteltrant, waar aan nochtans het wetenschappelijk element niet ontbreekt. De schrijver deelt tal van mar kante détails mee over deze mannen, die ks\sjc/->ianm ohet Evangelie over de nci aan - 7, niet ontbreekt. De schrijver deelt tal van kante détails mee over deze mannen boodschap van het Evangelie over de geheels wereld hebben verspreid. Het boek is bestemd voor leeken, doch het is ook voor vakmeti- schen" van groote waarde. Zestien afbeeldin gen van Apostelen naar schilderijen van Reni. brandt, El Greco, Duerer, Gebhardt, Richters verluchten het werk, dat wordt uitgegeven door „Hervormd NederlandAmsterdam c. N.Z. Voorburgwal 171. WAT ZULLEN WIJ THANS DOEN? De vermaarde Zwitsersche theoloog prof dr Emil Brunner te Zürich schrijft het volgende] „Wat zullen wij thans doen? Wij moeten biï- den. Het ophouden van het gebed beduidt de eerste schrede tot zelfverheerlijking. Wij zien waartoe dat leidt. Bidden beteekent, zich met een dankbaar hart onder Gods leiding stellen. Ware deemoed is alleen de wave grootte van den mensch de meest treffende groep op de landstentoonstelling te Zürich is die der drie kruizen! het crucifix, het Zwitsersche kruis en het Roode Kruis. Zij vormen te zamen de Zwit sersche geloofsbelijdenis. De liefde die van Goi komt, wekt den geest der ware menschelijk- heid: goedheid zonder sentimentaliteit, kracht zonder brutaliteit. Het gebed is een tweege sprek tusschen het schepsel en den Schepper, Zwitserland zou zijn eer verliezen, indien het weigerde vluchtelingen op te nemen. Wij moe ten ze hartelijk met levensmiddelen verzorgen en op grootmoedige wijze hen helpen. Door Gods genade bevinden wij ons aan de bron der stroomen van Europa; zoo zullen wij ook de broeders der beste Europeesche tradities zijn. De grondslag van iedere uiting van ware men- schelijkheid is de gehoorzaamheid jegens God, den gever van het leven. Gods Woord moet op onze bergen en in onze harten stralen. Wan neer wij ophouden een biddend, geloovend, naar Gods Woord hoorend volk te zijn, ware het met de roeping van Zwitserland ten einde. De taak, die ons opgelegd is, verlangt onze volle toewijding. Wij kunnen ze echter slechts ver vullen, wanneer wij met de bron van het licht van de kracht, van de levenswekkende warmte verbonden zijn; slechts de gemeenschap met God schept nieuw leven en onoverwinnelijke liefde». en u zult 's morgens uit bed springen, gereed om bergen te verzetten. lederen dag moet uw lever een liter lever-gal inutr Ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van lever.^gal onvoldoende is, verteert uw voedsel niet, het bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig, u ziet alles zwart. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmidde len. U moet CARTER'S LEVER-PILLETJES nemen om deze liter lever-gal vrij te doen vloeien en u zult u een geheel ander mensch voelen. Onschade lijk, plantaardig, zacht, onovertroffen om de lever- gal te doen vloeien. Eischt Carter's Lever-Pilletjes bü apothekers en drogisten, f. 0.75. DE NIASSERS HOUDEN VAN FEESTVIEREN. „Die als een hamer is"; „Die als het zwaard is"; „Weegschaal over duizenden"; „Die dui zend wortels (nakomelingen) heeft". Deze hoogdravende titels voegen de adellijke hoof den in bepaalde streken van Nias aan hun naam toe, zodra ze daartoe financieel In staat zijn. Want het aannemen dier onderscheidin gen moet gepaard gaan met uitbundige en zeer kostbare feesten; te bekostigen door den persoon zelf. De bewoners van Nias, het merkwaardige eiland ten Westen van Midden-Sumatra (nooit door toeristen bezocht) houden van feestvie ren. Vele gelegenheden grijpen ze daarbij aan. De getrouwde zoon biedt zijn vader een feest aan uit erkentelijkheid voor het vele, dat hij dezen dankt. Men viert feest bij het beplanten der velden, den oogst, het bouwen van een nieuw huis, bij verloving, huwelijk, geboorte, naamgeving enz. Die feesten verschaffen den menschen afleiding in hun eentonig dagelijksch bestaan. Want ook zij hebben, evenals wij, be hoefte aan ontspanning. Vaak zijn het alleen familiefeesten, maar ook hoogtijdagen, waaraan alle dorps- genooten deelnemen tegelijk met die der om liggende dorpen. Het grootste feest is het hier bovengenoem de. Fraaie kleeren, muziek, dans, maaltijden met palmwijn vormen er de onmisbare ele menten van. Soms worden er 200 varkens bij- geslacht. De feestgangers zijn buitengewoon op varkensvleesch gesteld. Hoe voornamer de gast, hoe grooter portie hij ontvangt.. De gast heer of hoofd verdeelt het feest met pijn lijke zorg om te voorkomen, dat er strijd ont staat over de toegedeelde stukken. De feest- gever wordt rijk versierd, op sommige plaat sen rond gedragen in de „osa-osè,", den draag stoel der geesten. De voorkant is versierd met uit hout gesneden koppen van mythische, be schermende dieren. De feestgever denkt door de ruimte te varen als de gulden zon, het beeld van de onvergankelijkheid, van onster felijkheid. Langzaam en statig trekt hij door het versierde dorp, omgeven door de menigte, die hem toezingt, zijn lof verkondigt. Een goed zanger is voorzanger. De mensch enmassa herhaalt de laatste woorden der coupletten. Vervangt den draagstoel door de auto, den feestgever door een dictator en we zijn in onzen modernen tijd. Die feesten kosten zeer, zeer veel geld aan de op economisch laag peil staande be volking. Allerlei ernstige misstanden waren er het gevolg van. Daarom zijn ze de laatste jaren tegengegaan. Ik reproduceer hierbij de foto van een draagstoel, pl.m. 30 jaar geleden, gemaakt op het eilandje Hinako, ten Westen van Nias. De Rijnsche Zending vereerde ze mij.' H. F. TILLEMA. N i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 6