Alkmaar Het Engelsche leger in Frankrijk groeit contra de Provincie Engelsche torpedobootjager op een mijn geloopen Postvlucbten op Indië Elke week gaan er eenige duizenden heen Roemenië boos op Hongarije Bijzondere briefkaarten De extremisten in den Amsterdamschen raad Cenfra'e verwarming gesprongen De ééne boer weet 't eerder dan de ander! Een millioen man oefent in Engeland goede geest. het leger groeit. uithoudingsoorlog. ook chamberlain optimist. De Zeeoorlog 2 Duitsche duikbooten tot zinken gebracht het graf van ed. g. schuermann. Groote belangstelling voor het electriciteitsproces. UITSPRAAK 16 JANUARI 1940. Gisteren hadden de pleidooien plaats in het electriciteitsproces tusschen de gemeen te Alkmaar en de provincie. Gelijk men zich zal herinneren gaat het er om of de provin cie de gemeenten kan uitschakelen bij de distributie van stroom. De gemeente Alk maar, die hier voor een heele se'rie electri- citeitsbedrijven de spits heeft af te bijten, beroept zich vornamelijk op het feit, dat het P.E.N. verplicht is alle „gegadigden" van stroom te voorzien. De voorschriften zouden daarbij geen verschil maken tusschen direc te verbruikers en distribuanten, zoodat, in dien Alkmaar stroom ter distributie aan haar burgerij wenscht te betrekken, het P.E.N. verplicht zou zijn deze te leveren. Waar het ging om een principieel proces was de belangstelling ook uit andere ge meenten dan Alkmaar zeer groot. Namens Alkmaar trad op mr. Nijssingh uit Den Haag, namens de provincie mr. van Haersolte uit Amsterdam. Mr. Nijssingh, de pleiter voor Alkmaar, be toogde, dat volgens het P.E.N. centralisatie noodig is en dat het bedrijf dus ook de distributie in eigen hand moet nemen. De gemeente wi' echter zelf distribueeren. Plei ter nam stelling tegen de opvatting, dat de gemeente met haar actie financieel voordeel beoogt. Hij zette voorts uiteen, dat men het ook bij de besprekingen met de regeering niet eens is kunnen worden over de vraag, of de gemeente in den zin der concessie gega digde is voor de distributie. De provincie betwist niet, dat zij plichten heeft tegenover den gegadigde, maar is van oordeel, dat de gemeente geen gegadigde is. Pleiter las vervolgens een brief voor, welke het P.E.N. in 1919 aan de gemeente Limmen had gericht, waar toen het distribu tiebedrijf in handen der provincie was. In dezen brief wordt verklaard: „Door het steeds grooter worden van het bedrijf is het wenschelijk, dat het tweeslachtig karakter verdwijnt fcn de gemeente de taak van de levering aan particulieren overneemt. De provincie zorgt voor opwekking van den stroom, de gemeente voor de distributie". Ook later was dit het standpunt, dat de pro vincie huldigde. Het pleit zal beslecht zijn. wanneer komt vast te staan, dat de gemeente gegadigde is, Indien de rechtbank in haar vonnis tot ui ting zou brengen, dat Alkmaar gelijk heeft, doch zij zich tevens onbevoegd zou verkla- re ntot het nemen van een beslissing, dan is de standing van de provincie er borg voor, dat in den geest der opinie van de rechtbank zal worden gehandeld. Het pleidooi voor de provincie. In de middagzitting verdedigde Mr. A. Ba ron van Haersolte uit Amsterdam het stand punt van het P.E.N. Ten aanzien van de discussies over de be- teekenis van het woord concessie, zeide hij, dat hier eigenlijk sprake was van een zeer oneigenlijke concessie. Zij heeft het karak ter van overheidsbemoeiing en maakt van de electriciteitsvoorziening een voorwerp van provinciale zorg onder rijkstoezicht. Het rijk kan ten allen tijde beslissen, dat de concessie wordt ingetrokken, waardoor zij dus het ka rakter van continuiteit verliest. De provincie heeft, volgens pleiter, geen verplichtingen tegenover een gegadigde, in dien zin, dat de gemeente het recht heeft eischen te stellen. De concessie blijft een een zijdige overheidsbeschikking, gepaard gaan de met een overeenkomst. De voorwaarden kunnen door een der partijen eenzijdig wor den herzien. De provincie is niet verplicht een stroomleveringscontract met de gemeente Alkmaar te sluiten. De ingezetenen der gemeente zijn ook te beschouwen als ingezetenen der provincie en men kan de provincie niet verbieden, rechtstreeks aan ver bruikers te leveren. In het contract van 1935 is een opzeggings termijn van 18 maanden gesteld, hetgeen de bedoeling had, dat de gemeente zich vast zou aanpassen aan een veranderden toe stand. Indien zij het er echter op laat aan komen, dan kan men de provincie niet ver wijten, dat de gemeente op zeker oogenblik geen stroom meer krijgt. De gegadigden zijn verbruikers en de ge meente zou geen stroom, geleverd krijgen, als er geen verbruikers waren De gemeente is dus slechts tusschenpersoon. De handel in clectrischen stroom is geen overheidszorg, maar wel het verbruik. Ware dit niet het geval, dan zou in de concessie bepaald moe ten worden, wat de distribuanten verder met den stroom moeten doen. Indien de rechtbank accoord gaat met deze principieele conclusie, dan kan zii geen von nis wijzen wegens een onrechtmatigen daad. Na een korte repliek van mr. Nysingh, be paalde de rechtbank de uitspraak op 16 Januari 1940. Ten bate van het Algemeen Steuncomité 1939. Bij K.B. is bepaald, dat gedurende een door den minister van Binnenlandsche Za ken te bepalen tijdvak van rijkswege ten bate van het Algemeen Steuncomité 1939 bijzondere briefkaarten verkrijgbaar gesteld zullen worden. Deze briefkaarten zullen worden uitge geven in de frankeerwaarden van 2, 3 en ~Vi cent. Zij zullen worden verkocht met een toeslag van onderscheidenlijk 5, 5 en 7y>> ct. per kaart boven de frankeerwaarde. De kaarten zullen dezelfde zegelafdruk ken dragen als die. welke op de gewone briefkaarten voorkomen. De opbrengst yan deze briefkaarten zal, na aftrek van de frankeerwaarde. de kos ten van aanmaak en andere bijzondere kosten uit de uitgifte voortvloeiende. ter beschikking gesteld worden van het Alge meen Steuncomité 1939. Fel bestreden in een rumoerige vergadering. De algemeene beschouwingen over de ontwerp-begrooting 1940, welke gisteren in den Amsterdamschen ge meenteraad gehouden werden, droe gen nogal een heftig karakter. Tij dens een hartstochtelijk betoog van den soc. dem. afgevaardigde, den heer P. J. Schmidt, moest de voor zitter eenige malen, zoowel commu nisten ais nationaal-socialisten, we gens herhaaldelijk interrumpeeren tot de orde roepen en zelfs met ver wijdering uit de vergadering bedrei gen. Van soc. dem. en liberale zijde werden de opvattingen der communisten en natio naal socialisten scherp bestreden, waarbij de woordvoerders wezen op de zware taak van het niet-extremistische deel van den raad. Ook de R.S.A.P. deed een duit in het zakje en hekelde bij deze gelegenheid ook de po litiek der S.D.A.P. De anti-rev. afgevaardigde stelde het Evan gelie tegenover de revolutionnaire vervor mingen van dezen lijd. Ook de rede van den heer Beuzemaker (C. P.) werd herhaaldelijk door interrupties onderbroken. Er is geen sprake van, dat fascisme en communisme zullen samengaan, aldus spr. Amsterdam naar een catastrophe? Nadat verschillende sprekers een billijker financiëele verhouding tusschen rijk en ge meente hadden bepleit, waarbij o.a. werd opgemerkt, dat Den Haag nooit veel waar deering heeft getoond voor wat de hoofd stad deed, hing de wethouder van finan ciën, de heer Rustige een somber beeld op van de gemeentelijke financiën. De stad kan met de werkloosheidsbijdra- gen van Rijkswege niet toekomen. We zit ten met de begrootingen 1937, 1938, 1939 en 1940, aldus spr. De regeering kan zich er niet afmaken met te zeggen: we hebben niet! Spr. gelooft niet ooit een sluiten de begrooting te kunnen samenstel len, 1940 is met f 5,5 millioen zwaar der belast. Een sluitend budget is een kwestie van prestige. Men kan evenwel niet doorgaan, met steeds opnieuw leeningen uit te schrijven. Verder gaan op dezen weg zou een catastrophe beteekenen. Een lichtpuntje is, dat de minister gisteren in de Kamer verklaard heeft, dat Amster dam zijn rechten behoudt. DIENSTMEISJE ONTKOMT AAN GROOT GEVAAR. DEU REN ONTZET. In het hospitium aan den Broeder- weg te Kampen, waar een 25-tal stu denten van de Theologische Hooge- school gehuisvest is, is gisteren een ketel van de centrale verwarming gesprongen. Het dienstmeisje R. Bakker, is daarbij aan groot gevaar ontsnapt, doordat zij den kelder, waarin de ketel voor de verwar mingsinstallatie is ondergebracht, juist had verlaten, toen de ontplof fing zich voordeed. Met een ontzettende knal sprong de ketel uit elkaar. Het meisje werd er in zooverre slachtoffer van, dat zij de uit haar schar nieren gedrukte deur, die zij juist achter zich gesloten had, op het hoofd kreeg. Zij werd niet ernstig verwond, maar was zoodanig van streek, dat ze toch het bed moest hou den. In de gang, de eetzaal en op de trap naar de bovenverdieping was het één groote chaos, veroorzaakt door het puin en de van hun plaatsen gedrukte deuren en meubelen. Ver schillende ruiten werden vernield. Daar er op het oogenblik van de ontplof fing niemand in de beschadigde vertrekken was, werd geen der huisgenooten gewond. Maar de schrik zat hun toch danig in de beenen. Het lid der Tweede Kamer, de heer Weit- kamp heeft aan den minister van economi sche zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat na de behandeling in de Tweede Kamer van de begrooting van het Landbouw-Crisisfonds waarbij, mede in verband met het on langs gebeurde ten opzichte van een nieuwe prijsregeling voor aardappelen, gewezen werd op de bezwaren, verbonden aan het bekend maken van belangrijke beslissingen met betrekking tot den landbouw op zooda nige wijze, dat belanghebbenden daarvan eerst uit de ochtendbladen van den volgen den dag kunnen kennisnemen weder e#n beslissing van dezen aard (met name be treffende een prijsverhooging voor lijn zaad) op gelijke wijze is bekend gemaakt, met het gevolg, dat zij, die een ochtendblad ontvangen, daarvan op Zondag 19 dezer op de hoogtè waren en zij, die een courant le zen, welke uitsluitend een avondeditie heeft, eerst op den daarop volgenden Maandag avond? 2. Is de minister bereid, ter voorkoming van achterstelling van bepaalde categorieën van belanghebbenden, te bevorderen, dat be slissingen, als in de voorgaande vraag be doeld, in den vervolge op een zoodanig tijd stip worden gepubliceerd, flat vermelding daarvan in alle dagbladen op één en hetzelf do tijdstip mag worden verwacht, en tevens zorg te dragen, dat zoodanige beslissingen <e zender tijd door middel van den radio-om roep ter algemeene kennis worden ge bracht? Vertrek van Aankomst ta HORE BELISHA OVER DEN OORLOG TE LAND. De Engelsche minister van oorlog, Hore Belisha, heeft in het Lagerhuis een verkla ring over den oorlog te land afgelegd. Hij zeide, dat het Poolsche leger, door den vijand verscheidene weken bezig te houden, de concentratie van het Fransche leger vergemakkelijkt heeft. In dien tijd be trokken ook de Britsche troepen hun stel lingen. Het is een onjuiste onderstelling, al dus de minister, dat de door de Polen ge boden tegenstand de laatste daad van dit moedige volk in dezen oorlog zou zijn. Het Poolsche leger is op bevrienden bodem reeds herrezen en de zaak, die de Polen zoo vast beraden verdedigen, trekt hun landslieden van alle kanten als een magneet aan. Toen ik bij de vorige gelegenheid in het Huis sprak, aldus Hore Be lisha, waren er 158.300 man Britsche troepen in Frankrijk. Sindsdien zijn zij wekelijks met eenige duizenden versterkt. In het volgende voorjaar zullen zij met een niet onaanzien lijke wapening uitgebreid zijn. Zoo zal het doorgaan, tot de oorlog ge- Wonnen is. Zonder de hulp van het territoriale leger zouden wij onze afdeelingen in Frankrijk niet voltooid kunnnen hebben. Afdeelingen van dit leger zijn veel eerder en in groo ter getal dan in 1914 in Frankrijk aangeko men. Intusschen mag men niet beweren, dat Engeland binnen afzienbaren tijd een leger op continentalen voet kan leveren. DE MAGINOT LINIE. Bijna een millioen man worden thans in Engeland geoefend. Onze eigen verdediging te land, ter zee en in de lucht en de reeds lang tevoren door de Fransche regeering opgej-ichte barrières MINISTER HORE BELISHA. tegen agressie hebben onze voorbereidingen beveiligd. De Maginotlinie is een soort schuld, die de vrije naties hebben aan de zaak van het land, dat zelfs in finantieele moeilijkheden niet aarzelde een onbekrom pen deel der financieele middelen aan de opwerping dier barrière te besteden. Ter wijl Duitschland tegen een mogelijken ge allieerden aanval een grens van ruim 300 kilometer had te verdedigen, moest Frank rijk rekening houden met een mogelijken Duitschen aanval langs een front van 1300 kilometer, van de Noordzee tot de Alpen. BEDRIJVIGHEID EN MODDER. Hoewel het den Engelschen toegewezen ge bied niet met het grootere systeem der Ma- ginot-linie vergeleken kan worden, was het op gelukkige wijze van tevoren van verster kingen voorzien. Het was de taak onzer sol daten, deze versterkingen aan te vullen en te verbeteren. Overal heerscht bedrijvigheid en overal is modder. De Britsche troepen zijn aan den arbeid over een oppervlakte van 100 vier kante mijlen. Ik kan eenig denkbeeld van den arbeid geven door te vermelden dat het Britsche hulpleger in het begin 500 ton ben zine per dag gebruikte. Het is een kwestie van voertuigen en nog eens voertuigen. Wij hebben reeds meer dan 1.000 ton reser- ve-onderdeelen naar Frankrijk gezonden. Pelikaan sinR. 22 Nov. Band. 22 Nov (heenreis) 'I v« Emoe iRang. 22 Nov. iJodhp. 22 Nov (terugreis) 1 Reiger I Alex. 22 Nov. Basra 22 N0v (heenreis) I Niemand beter dan de opperbevelhebber begrijpt, uit eigen ervarl,ng'}™stan<lighe. den van den strijd en de behoeften Z1jne manschappen. Hij ken ook het gebied, d,t door onze troepen bezet is. Ik heb met hem vrijwel het geheele front bezocht en ben jn het nauwste contact met officieren en man- schappen van verschillende afdeelingen ge. komen. Ik kan zonder aarzelen een bemoedi- gend verslag over de kracht en den goeden geest der troepen uitbrengen. Intusschen groeit het leger. Wij hebben wa- penen en uitrusting naar andere deelen der aarde gezonden. Op alle gebeurlijkheden be- reiden wij ons voor. Naast de opgeroepen mi- litieplichtigen zijn sedert het uitbreken van den oorlog meer dan 85.000 vrijwilligers on- der de wapenen gekomen. Wekelijks hebben wij 300 officieren uit de noodreserve overge. nomen. De sterkte van den vrouwelijken ter- ritorialen hulpdienst is vergroot tot 40.000 Ook dit is een middel om mannen voor den actieven dienst v te maken. Zoo gaat de oorlog voort. Het is een uit- houdingsoorlog, waarvoor het Britsche volk vermaard is. Elke nieuwe dag ziet ons ster ker. Het verstrijken van den tijd heeft op den vijand niet hetzelfde effect. Om te win- nen zou hij door de geallieerde verdediging moeten breken. Een aanval, daarop wacht het Fransche hooge commando met vertrou- wen af. Er is geen verdeeldheid in onze rijen. Onze strategie was van tevoren be paald, evenals de afloop van dezen oorlog aldus besloot Hore Belisha. Op een diner, aangeboden door het in- vloedrijke „Conservative Private Members Committee" heeft Chamberlain gisteravond een overzicht gegeven van de vorderingen die Groot Brittanië en zijn bondgenooten ge maakt hadden sinds den aanvang van den oorlog, waarbij hij in het bijzonder de aan dacht vestigde op de nauwe en volledige samenwerking betreffende alle zaken die Groot-Brittannië en Frankrijk raken De bondgenooten zijn in staat iedere ge- beurtelijkheid het hoofd te bieden. Tenslotte sprak hij zijn overtuiging uit, dat de over winning behaald zou worden. Hoe de Franschen het bosch van Warndt binnendrongen. In de Temps vertelt kapitein M. in welke omstandigheden de eerste Fransche soldaten in den nacht van 5 op 6 September den Duit schen bodem betraden. Een sterke patrouil le werd toen naar het bekende bosch van Warndt gezonden, met opdracht ongeveer 800 meter voorbij de grenspalen door te dringen. De verkenning verliep zonder hin der. De patrouille meldde niets anders dan een versperring tegen gevechtswagens. Den volgenden nacht werd er een tweede verken ning op uitgestuurd, die op bijna drie kilo meter van de grens het dorp M. ontruimd vond. Toen, dat was 7 September 's avonds om tien uur, overschreed het bataljon, waar toe die manschappen behoorden, de grens. Deze loopt daar langs het genoemde bosch. Een verkenning in een bosch gedurende den nacht is hachelijk, o.a. omdat het, aldus de N.R.Crt., onmogelijk is verkenners uit te zenden. Voor het overige werd de marsch door de bagage bemoeilijkt. De eerste hin derpaal was de gesignaleerde versperring tegen tanks. Er was geen denken aan, dat voertuigen er doorheen zouden komen. Alles moest gedragen worden. Duitsch douanehuisje leeg. Op een km afstand bemerkte men een Duitsch douanehuisje: zou het bewoond zijn? Zouden er de eerste schoten knallen? Na het met de gebruikelijke voorzorgen genaderd te zijn, vond men het leeg, dui zenden patronen waren achtergelaten. Ver volgens bereikten de mannen op den tast een tweede dorp, dat bij de vorige ver kenning opgemerkt was. Zij stuitten op een troep Duitsche dragonders, die zich door de boomgaarden uit de voeten maakten, na enkele geweerschoten gelost te hebben. Het dorp was verlaten, maar in verschei dene huizen brandde licht. Terwijl een deel van de Franschen het doorsnuffelde, zette de rest den marsch voort naar een ander dorp. op twee km. dat zonder ongelukkon bereikt werd. Tien minuten later lieteii de wagens, de eerste die binnenreden, een mijn springen, die eenige mannon doodde en wondde. Dit waren misschien de eerste slachtoffers van den oorlog, gelijk de Duit sche soldaat, die den volgenden dag, van don prins geen kwaad wetend, zich op de fiets in het kantonnerpent meldde en dit door Franschen bezet vond, de eerste krijgsgevangene was. Alles zat stikvol mij nen. maar in het etmaal, dat het bataljon er bleef ontploften er maar twee. Tenslot te krees een peleton dragonders last, zon der verbinding met het gros van den troep ter plaatse te blijven. Voor de Engelsche Oostkust. Twintig gewonden, 40 vermisten Volgens een bericht uit Londen van de Engelsche admiraliteit is gisteren de Britsche torpedobootja ger „Gipsy" voor de Oostkust op een mijn geloopen en vervolgens aan den grond geraakt. Gemeld wordt dat 21 officieren en manschappen gewond zijn. Ongeveer veertig minderen wor den vermist. Fransche vischtreiler door duik boot tot zinken gebracht. Een Duitsche'duikboot heeft Dinsdagmid dag in den Atlantischen Oceaan den Fran schen vischtreiler „Balyes 2" tot zinken ge bracht. Het schip werd door vijf schoten ge troffen, nadat de kapitein de vijftien leden der bemanning in de booten waren gegaan. De duikboot begeleide de Fransche zeelieden tot een Spaansche visschersboot, die de schipbreukelingen opnam en in San Seb&s- tian aan land zette. Door Fransche torpedojager Parijs, Naar vernomen wordt heeft een Fransche torpedoboot twee Duitsche onderzeeërs vernield. Op Dinsdag 28 November a.s., des namid dags 2 uur, zal op het graf van wijlen den heer Ed. G. Schuermann, begraafplaats „Crooswijk" te Rotterdam, een door den Ko ninklijken Nederlandschen Middenstands bond geschonken plaquette, als hulde aan de nagedachtenis van zijn voorzitter, den heer Ed. G. Schuermann, overleden op 1 Febr. j.L, worden onthuld. Toenadering zal niet betaald wor den met ooncessies, welke de terri toriale integriteit betreffen. ROEMEENSCHE PERS HET ZWIJGEN OPGELEGD. In een Dinsdag gehouden rede heeft de Hongaarsche minister van m Buitenlandsche Zaken Csaky be toogd, dat zijn land in vrede wil leven met ieder ander land, maar dat Hongarije niettemin zijn aan spraken handhaaft op het met den wereldoorlog verloren gebied (aan Roemenië en Joego Slavië). Teleurstelling te Boekarest. Deze rede heeft in Boekarest een zekere teleurstelling te weeg gebracht. Sedert maanden poogt de regeering van Roemenië een ontspanning teweeg te brengen en het leven van de Hongaarsche minderheid zooveel mogelijk te vergemakkelijken en nu bemerkt men, dat de regeering te Boe- daj>est haar houding rliet heeft gewijzigd. Terwijl Europa in een ernstige crisis is gewikkeld en het lot der kleine mogendhe den van dag tot dag kan worden gewijzigd begrijpt men te Boekarest niet. dat de' Hongaarsche regeering zich een speelbal toont van de extremisten en opnieuw het vraagstuk van de herziening der grenzen ter spake brengt. Met merkt verder op, dat Roemenië een toenadering tot Hongarije niet wil betalen met concessies, welke de territoriale inte griteit betreffen. Graaf Csaky heeft verder gezegd, dat de betrekkingen tot Duitsch land en de Sovjet Unie uitstekend zijn- Dus van twee dingen één: ofwel er be staat een gevaar in Midden Europa en dan moeten de burenruzies naar het twee de plan verhuizen, hetgeen geldt zoowel voor Roemenië als voor Hongarije, ofwel ei' bestaat geen gevaar en in dit geval ziet de Roemeensche regeering niet in, waarom z') Hongarije een geschenk zou geven, dat noch in feite, noch in rechte gerechtvaar digd is. Gafencu zal spreken, In gezaghebbende Roemeensche kringen wordt vernomen, dat de minister van bui tenlandsche zaken, Gafencu, aan het einde dezer week od de rede van zijn Hongaar- schen ambtgenoot, Csaky, zal antwoorden en een uiteenzetting over de diplomatieke besprekingen tuschen Boedapest en Boeka rest zal geven. Daar men intusschen een heftige reactie der Roemeensche pers, die "6 betrekkingen tusschen beide landen zou hebben kunnen schaden, wil voorkomen, heeft de regeering den bladen verboden coffl mentaar op de rede van Csaky te leveren, Voldoening te Belg'ad0, De rede van Csaky heeft te Belgrado een gunstigen indruk gemaakt. De Politiek4 onderstreept het feit dat de Hongaarsche minister Zuid-Slavië noemde, onmiddellijk na Duitschland en Italië. Het blad herin nert er voorts aan dat voor het eerst na den wereldoorlog in het Hongaarsche parle ment applaus heeft geklonken nadat een mi- nister yan buitenlandsche zaken de w°r° den ZuidSlavië heeft uitgesproken. De me maakt uit de rede op dat HongarU wenscht bij te dragen tot het behoud vaQ den vrede in Midden-Eurona.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 2