Innerlijke neutraliteit Indisch advies vlootversterking Geen Olympische Winterspelen 1940 Nasleep van den doodslag op de weduwe Stork Postvluchten op Indfc Mobilisatieclubs Voldoening over het sociaal program Nederlands eerste plicht over onze Stukje oorlogstragiek in ons land Dom Dijkherstel in België De Britsche kruiser „Belfast" getorpedeerd Tweede Kamer Vóór eind Nov. verwacht Bedreiging in een café Honderd Gestapo- spionnen gepakt Voor en tegen arbeidsbeperking gehuwde vrouwen. De belan gen der landarbeiders. „Mo reele dwang" voor werkgevers, wier personeel onder de wape nen is. Bij den aanvang der vergadering van'de Tweede Kamer heeft gister middag de heer Wijnkoop (comm.) verlof gevraagd de Regeering vragen te mogen stellen over de verscherp te blokkadepolitiek en de gevolgen daarvan voor Nederland. Over deze interpellatie-aanvrage zal Dinsdag middag worden beslist. Vervolgens werd de behandeling van de begrooting van Sociale Zaken voor 1940 voortgezet. Bij de behandeling van de af deeling Arbeid dezer begrooting voerden 15 sprekers het woord. Zij konden zich over het algemeen met het door minister van den Tempel in zijn memorie van antwoord ont vouwde program vereenigen. Men was vol daan over de in het vooruitzicht gestelde wettelijke vacantie-regeling. Ten aanzien van enkele andere aangekondigde maatregelen uitten de meeste sprekers nog enkele wen- schen. Zoo drongen verschillende leden, wo. de heer Kupers (s.d.) aan op het verleenen van verordende bevoegdheid aan de bedrijfs raden, waartegen de minister zich voorals nog verzet. „Verbod van staking", De heer Kortenhorst (r.k.) zegt, dat er eeds krachten werkzaam zijn om de rust n het bedrijfsleven te verstoren. Men over- vege tijdelijke maatregelen om de spannin gen op te vangen, b.v. door stimuleering van net particuliere initiatief. Een verbod van staking en uitslui ting ware aan te bevelen, mits een waarborg bestaat voor billijke loons- vorming. Ook werd aangedrongen op beperking van len arbeid der gehuwde vrouw. Enkele an- lere sprekers en spreeksters verzetten zich hiertegen, o.m. mevr. Bakker Nort (v.d.) en mevr. de VriesBruins (s.d.) Anderen be pleiten wettelijke vacantieregeling voor andarbeiders, verbetering van arbeidstijden in melkfabrieken en bespoediging van een irbeidsregeling voor land en tuinbouw. Minister van den Tempel spreekt. Minister Van den Tempel verklaart in zijn rede o.m., dat men van de collectieve ar beidsovereenkomsten geen verstarring be hoeft te vreezen, zooals de heer AVoudenberg (N.S.B.) deed. De minister zal zooveel mo gelijk het tot stand komen van die overeen komsten bevorderen; het bevordert het ver minderen der spanningen. Wat het voorontwerp-landbouwar- beidswet betreft, zeide spr. den Hoo- gen Raad van Arbeid niet te kunnen overslaan, ondanks de vroeger reeds over deze materie uitgebrachte ad viezen. Gevaren voor jonge meisjes. In antwoord op desbetreffende opmerkin gen, zeide de minister, dat men de gevaren, die jonge meisjes op de fabrieken op zedelijk gebied bedreigen, niet moet overdrijven. Dit is in het geheel geen vraagstuk op zichzelf. De betrekking van gemobiliseer- den. Ten slotte wijdde de minister enkele woor den aan het vraagstuk van de herplaatsing van gedemobiliseerden in het bedrijfsleven, waarover door verschillende afgevaardigden was gesproken. Op dit punt, aldus de minis ter, is, zoolang de toestand niet te overzien is, een wettelijke regeling nog niet ge- wérischt. Voorloopig rekent men op de me dewerking van het bedrijfsleven, Hier past moreele dwang van de zijde der regeering. Dinsdagmiddag komen de andere afdee- lingen dezer bcgrooting in behandeling. Aangaande het rapport der commissie-Fürstner nopens de, ook door de Regeering ur gent geoordeelde, vlootverster king kan worden medegedeeld, dat het terzake ingewonnen ad vies van de Indische Regeering nog vóór het einde van deze maand hier te lande wordt ver wacht. Na ontvangst van dit advies zal de Regeering ten aanzien van de wijze, waarop tot versterking van de vloot behoort te worden overgegaan, zoo spoedig mogelijk haar standpunt bepalen, aldus lezen wij in de zoo juist verschenen Antwoordmemorie inzake de algemeen beschouwingen over de Rijksbegrooting 1940. De Regeering kan na ernstige overwegini geen gevolg geven aan de suggestie om hel voormeld rapport over te leggen aan de ylootcommissie, uit hoofde van de beden kingen. welke door den minister zijn aange duid bii de algemeens besehouwingen in de Tweede Kamer over de rijksbegrooting. VERDEDIGING VAN ONZE WEST. De verdediging van Suriname en Cur,- gao heeft reeds geruimen tijd de aandach der regeering. De voor deze gebiedsdeeler ontworpen defensieman!regelen, welke zich uiteraard aan openbar making onttrekken zijn reeds in uitvoering. In de zoo juist verschenen memorie van Antwoord inzake de Algemee ne beschouwingen over de Rijkbe- grooting 1940 lezen wij: De opmerking van ecnige le-den, dat de opzet der jongste regeeringformatie niet in overeenstemming is geweest met de con- trovers, welke oorzaak is geweest van de politieke crisis, kan aldus de minister ook voorzoover zij juist is, niet als een overwegend bezwaar tegen die formatie worden gezien door wie van meening is, dat een kabinetsivorming, wèl met die con- trovers in overeenstemming, in de gegeven omstandigheden niet zou geweest zijn in 's lands belang. De opmerking, door eenige leden gemaakt, dat „innerlijke neutrali teit ten opzichte van het huidige internationale conflict voor dit ka binet moeilijk zal zijn", mioet de re geering met grooten ernst en be slistheid afwijzen. Strenge neutra liteit, innerlijk en uiterlijk, be schouwt zij als haar eersten plicht. Gedragen door de overtuiging,' dat de vervulling van dien plicht een Nederlandsch en een Europeescih belang is. zal die vervulling haar niet moeilijk vallen. DE SAMENWERKING IN HET KABINET. De minister moge er nog eens de aan dacht op vestigen, dat het gemeenschappe lijk zitting nemen in dit kabinet van aan hangers van andere richtingen met sociaal democraten niet uiting is van zekere staat kundige geestverwantschap of inleiding tot eenige duurzame staatkundige samenwer king. Dit gezamenlijk zitting nemen botcekent derhalve iets anders dan liet b.v. zou be- tcekend hebben, indien in 1913 de poging van dr. Bos geslaagd ware vrijzinnigen en söciaal-domocratcn in een kabinet bijeen te brengen. Er was toen sprake van een parlementair kabinet, steunend op een bij de verkiezingen verkregen „working ma- jori'ty" in de Kamer; thans van een extra parlementair noodkabinet waarin gemeend werd dat ook sociaal-democraten niet mochten ontbreken. In den verwarden staatkundigen toestand, die in den zomer van 1939 ontstaan was, werd gegrepen naar d-e figuur die ook in 1933 dienst had gedaan, destijds onder den indruk van 't dieptepunt der economische crisis, waarin ons land toen verkeerde. Het onderscheid met 1933 was slechts, dat, indien ook thans op dien voet en in dat tee- ken een kabinet moest worden gevormd, er niet langer reden bestond daarbij de sociaal democratische richting uit te sluiten.' De minister had reeds in 1933, als ka merlid gezegd: „Vast staat, dat, indien niet de sociaal-democraten door deze en soort gelijke misvattingen zich zelf in een uitzon deringpositie hadden geplaatst, er alles voor te zeggen zou zijn geweest, dat ook zij aan dit crisiskabinet, nu het eenmaal in deze samenstelling tot stand kwam, hadden deel genomen." Het ware niet correct, dergelijke woorden te bezigen, indien men niet bereid was ze, onder gewijzigde omstandigheden, in een daad om te zetten. Over die wijziging van de omstandighe den, met name over het groeiproces dat zich in de sociaal-democratische partij heeft vol trokken, zal de minister in dit verband niet veel meer zeggen. Zulk een proces wordt trouwens vaak slecht gediend door het op den voet te willen volgen en blootleggen. AANVECHTBARE STELLING. Er wordt betreurd, dat de minister in Augustus 1.1. met de vorming van een ka binet belast, de opneming daarin van een tweetal sociaal-democraten heeft bevorderd, omdat hierdoor de weg ge-effend wordt, bij oen volgende formatie, voor een roomsch- 'oode samenwerking. De stelling zelve is hoogst aanvechtbaar. Maar afgezien daarvan, is den minister de gedachtengang van de hier aan het woord zijnde leden niet geheel duidelijk. Zij betoogen, dat samenwerking met de soci aal-democraten vooral daarom gevaarlijk is, omdat dezen de geestelijke opvolgers zijn van de liberalen en de laatsten, als aanhan gers van de valsche vrijheidsideeën der Fransche revolutie, onberekenbare schade toegebracht hebben aan den eerbied voor het historisch gewordene, aan kerk en ge loof. Hieruit zou men kunnen aflei den, dat samenwerking met de vrijzinnigen, in wie de wortel van het kwaad blijkbaar schuilt, zoo mogelijk nog ernstiger bedenking zou wekken dan samenwerking met de sociaal-democraten, ook al zijn dan velen, die zich heden ten dage „om de liberale vaan scharen", per soonlijk beter dan hun beginsel. Toch wordt door de meerbedoelde leden geen bezwaar geopperd tegen de kabinetsformaties van 1933 en Juli 1939. Het vertrouwen, dat dit kabinet niet on der druk van partijpolitiek zal overgaan tot het treffen van maatregelen, die aan de regeering zelve eigenlijk ongewenscht voorkomen, hoopt het kabinet niet te be schamen. Nederlandsche militaire eer voor gevallen Duitschen piloot Gistermorgen werd het stoffelijk over schot van den Duitschen piloot, die dezer dagen nabij Roermond om kwam, toen zijn toestel, na door Ne derlandsch geschut te zijn beschoten, neerstortte, naar Duitschland overge bracht. Het transport geschiedde per extra trein tot het grensstation Vlodrop. Den gevallene werd van Nederland sche zijde groote militaire eer bewe zen. Twee Nederlandsche militairen hadden de laatste twee dagen in het St. Laurontius- ziekenhuis de eerewacht betrokken bij het opgebaarde lijk. Onder het spelen van treurmuziek en het roffelen van met rouw omfloerste trommen, werd het stoffelijk overschot van luitenant Rexin naar het station te Roermond overge bracht. Er was veel publieke belangstelling. De kist was gedekt met de hakenkruis- vlag en vele bloemstukken, zoowel van Ne derlandsche en Duitsche autoriteiten. Tc Vlodrop stond op het plein achter het station een Duitsch eere-escorte. De Neder landsche troep werd opgesteld op het plein en het vuurpeloton nam links en rechts van de Duitsche legerauto, waarin het lijk ver voerd zou worden, plaats. Nadat de ofifcieren aan elkander waren voorgesteld en de kist bij de auto was ge bracht, gedragen door een twaalftal onder officieren van de Nederlandsche luchtmacht, onderwijl de stafmuziek van het zesde re giment het „Deutschland Ueber Alles" en het „Horst Wessellied" speelde, klonk een kort commando, het geweer ging aan den schouder en het eeresalvo klonk, weerkaatst door de omringende bosschen. Majoor Hamm droeg hierop het stoffelijk overschot, over aan majoor Mottig en ver klaarde het te betreuren, dat een Duitsch officier in ons neutrale Nederland op zoo tragische wijze het leven moest laten. Gaar ne heeft het Nederlandsche leger hem alle eer bewezen. Langzaam trok de stoet naar de grens. Beslissing van het Duitsch Olym plsch comité. Op grond van een besluit van he* Inlter- nationaal Olympisch Comité, paalt, dat de Spelen met in een ooriogvoe rend land kunnen worden gehouden 1 ben het Duitsch Olympisch Comité en het organisatie-comité voor de Vijfde P sche Winterspelen de volgende beslissing genomen: „Duitschland, dat ook in den oor log den arbeid van den vrede trouw is, heeft de voorbereiding voor de vijfde Olympische Winterspelen 1940 Garmisch Partenkirchen voortgezet en de Olympische sportcomplexen voor het gebruik klaar gemaakt. Daar de voorstellen van Duitschland voor een wereldvrede door de Engel- sche en Fransche regeering zijn af gewezen, en in dit verband de oor log moet worden verder gevoerd, wordt de opdracht van de organisa tie der Winterspelen in overleg met 't Internationaal Olymp. Gom. aan 't I.O.C. teruggegeven. Duitsphland zal ook in de toekomst zijn kracht voor de bevordering van de Olympische gedachte geven." De verklaring is geteekend door von Tschammer uncl Osten, rijkssportleider en president van het Duitsch Olympisch Comi té en Ritter von Halt, lid van het I.O.C. en voorzitter van het organisatie-comité. Dat de Spelen door het I.O.C. alsnog aan een ander land zullen worden gegeven, is hoogst onwaarschijnlijk, gezien ook, behal ve de internationale situatie, den korten tijd van voorbereiding. Stratenmaker veroordeeld De Amsterdamsehe rechtbank veroordeelde een 34-jarigen stratenmaker wegens bedrei ging met een misdrijf tegen het leven tot zes maanden gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis. Hij had in den avond van 30 September onder invloed van drank, eenige bezoekers van een café aan de Lindenkracht gesom meerd niet naar buiten te gaan om de politie te halen, daar hij anders zou schieten. Een der bezoekers n.1. miste zijn portemonnaie en wilde de hulp van de politie inhalen. Men stoorde zich niet aan de dreigementen en haalde toch de politie. De portemonnaie werd teruggevonden in de jas van den man die zijn eigendom miste. Bovendien werd de stratenmaker gefouilleerd en bij hem werd een geladen revolver gevonden, waarna pro ces-verbaal tegen hem werd opgemaakt we gens bedreiging tegen het leven. Het O. M. had een zelfde straf geëischt als de rechtbank thans oplegde. Brandende lucifer hij uitlaat van auto. Jongen met brandwonden over dekt. In het R.K. ziekenhuis aan de Jan van Lieshoutstraat te Eindhoven is met brand wonden van de tweede graad een elfjarige jongen opgenomen. Deze knaap, H. S., had op den Zwembadweg een niet goed ge sloten auto ontdekt, die voor een garage stond, waarbij hij eens wilde probeeren, of er nog benzine in de tank was. Voor de uitlaat ontstak hij een lucifer met het ge volg, dat onmiddellijk daarop een lange steekvlam naar buiten sloeg en het haar en de kleeren van den jongen in brand ge raakten. In vlammen gehuld rende hij de garage binnen, waar men het vuur doofde en een dokter ontbood, die heim naar het ziekenhuis liet overbrengen. De toestand van den jongen is ernstig. Tweede grootmoeder van hoofd dader verdacht van heling. De Amsterdamsehe rechtbank behandelde gisterenmiddag een strafzaak die ten nauw ste verband houdt met de doodslag op de Weduwe Stork, gepleegd op 20 Januari, j.1. in haar woning aan de Lindengracht. De daders, de jeugdige kleinzoon van de vermoorde vrouw, Frans E. en zijn oudere vriend Leendert. K. werden den volgen den dag gearresteerd. In eerste instantie yverd Frans E. tot 15 iaar en K. tot tien jaar veroordeeld. Het Hof legde echter la gere straffen op en veroordeelde den klein zoon wegens doodslag, gevolgd door dief stal on welke doodslag werd gepleegd om die diefstal te vergemakkelijken, tot tien iaar gevangenisstraf en zijn vriend wegens medeplichtigheid tot zes jaar gevangenis straf. Kort na de arrestatie waren de jonge- nannen met een bekentenis voor den dag •ekomen. Zij saven voor in de woning aan ie Lindengracht slechts f 400 te hebben ge- tolen. Dit hielden zii ook ter terechtzitting 'oi. De dag na de zitting kwam Frans in het huis van bewaring met een onthulling: niet eenige honderden guldens, doch ruim f 2400 had het misdadige tweetal in de wo- ing van het oude grootmoedertje buit ge naakt. Direct werd een nader onderzoek inge- deld en hierbij kwam uit, dat de andere grootmoeder van Frans E. een minder fraaie I rol in dit drama had gespeeld. Nadat de jongemannen het misdrijf hadden gepleegd waren zij n.1. naar haar woning gegaan, waar het geld werd geteld. Een belangrijk deel van het geld, ongeveer f 200.— werd in de woning van die grootmoeder in de keu kenschoorsteen verborgen. Zelf kreeg zij f 100.Later nadat zij hoorde van de arrestatie van haar kleinzoon Frans bracht zij het geld op een naar haar meening vei liger plaats. Zij gaf het n.1. in bewaring aan een vriendin, die geen flauw vermoe den had, dat het het geld was, dat bij het afschuwelijke misdrijf op de Lindengracht was gestolen. Later nam de recherche het daar in beslag. iGsteren stond de grootmoeder van Frans de weduwe P„ voor de rechtbank terecht, verdacht van heling. Haar zaak werd zoo veel later behandeld omdat zij langen tijd, in een ziekenhuis heeft verrtoefd. De oude vrouw, de 73-jarige weduwe P. antwoordde op de vragen van den president mr. J. Boon met een korten hoofdknik. Rus tig zat zij in de verdachtenbank. Nu moeder, vertelt u maar eens, zeide de president, het is zoo gegaan hè? Frans heeft eens tegen u gezegd, dat hij u wel uit de geldzorgen zou helpen. Hebt u toen tegen uw kleinzoon gezegd: „Doe dat dan maar..." Verdachte ontkende dit: Pres.: Ik neem aan, dat u op uw leef tijd niet liegt, maar hebt u er werkelijk niet op aangedrongen, dat hij zijn andere grootmoeder wat lichter in geld zou maken. Maar u hebt tegen de politie toch erkend, dat u den eersten avond f 10.hebt gekre gen? Daar weet ik niets meer van. De oude vrouw vertelde nog, dat ze gevraagd had: „Je hebt je ouwe Opoe toch niet doodge maakt?" Frans had toen geantwoord: „Ze is nog springlevend hoor, maar we hebben de buit binnen. 't Geld zou ze aldus verklaarde ze niet precies bekeken hebben. Ze wist dan ook niet, dat er biljetten van f 10.bij wa ren. Frans E., de kleinzoon, die thans zijn straf uitzit, was door het O.M. gedagvaard als getuige. Hij beriep zich echter op de familierelatie tuschen hem en verdachte en weigerde verklaringen onder eede af te leggen. Hij begon te verklaren, dat hij zich van het gebeurde weinig meer herinnerde: „Het is al zoo ongeveer elf maanden geleden. Herhaaldelijk liet zijn geheugen hem dan ook in den steek. „Als ik geweten had, dat het mensch dood was, dan had ik het geld meegenomen, dan zou ik de beenen hebben genomen." Rechter mr. Lamers: Waarheen? Getuige (vinnig)): Dat gaat U niet aan. Getuige wist niet meer of Opoe P. een tientje had gekregen. Pres.:'Maar wat je den rechtercommissa ris vertelde was toch de waarheid? Ik weet niet precies of ik toen waarheid of leugen heb gesproken. Ik heb zoo dikwijls gelogen, maar op het ooenblik weet ik niet meer of ik haar geld gaf ja of neen. Het reclasseeringsrapport over verd. luidt niet. ongunstig, lot haar 64ste jaar was zij werkster geweest. Zij stond goed bekend. In tegenstelling met haar eerste huwelijk was haar tweede huwelijk goed. Pres. tot verd.: „U hebt u blijkbaar tegen over de rapportrice anders gedragen dan te genover de rechtbank. In het rapport staat, dat u berouw hebt, maar ik merk van dat berouw heel weinig. Requisitoir. De officier van Justitie, mr. van Arkci achtte de ten laste gelegde feiten bewezen. De vrouw immers wist, dat het geld van diefstal afkomstig was. Ware zij twintig jaar jonger, dan zou ik een onvoorwaarde lijke straf tegen haar eischen. Thans reqiii- reert spr. een voorwaardelijke gevangenis straf van acht maanden, met een proeftijd van drie jaar onder toezicht van de reclas- seenngsvereeniging. De rechtbank zal 8 Devember vonnis wii- zen. Vertrek van Aankomst t* Emoe (Basra 24 Nov. Alex. 24 Nov (terugreis) I Reiger Ijodph. 24 Nov. [Rang. 24 Nov (heenreis) I Torenvalk Ufedan 24 Nov. Rang. 24 Nov (terugreis) I Gier (Napels 24 Nov. Alex. 24 Nov. (heenreis) I Tot nog toe niet strijdig met <je krijgstucht. Het is de regeering bekend, dat zoogenaanj. de mobilisatieclubs worden opgericht met hetid oei militairen, die het standpunt vaa de dusgenaamde moderne arbeidersbeweging huldigen, buiten de diensttijden in hun eigen sfeer samen te brengen en met elkau. der werkzaam te doen zijn in het belang van de gemobiliseerden, aldus lezen wij in de Antwoordmemorie inzake de algemeene beschouwingen over de Rijksbegroting 1940 Tot heden wijst geen enkel feit er op, dat hetgeen door de clubs wordt of zal worden geboden, onvereenigbaar is met de handha- ving van een goede krijgstucht. Er bestaat dan ook geen reden om reeds bij voorbaat maatregelen te treffen, welke de werk. zaamheid van de clubs zouden belemmeren, Echter geldt als algemeene regel, dat wanneer onverhoopt blijkt, dat het werk van een vereeniging of club uit krijgstuch- telijk oogpunt niet toelaatbaar moet worden geacht de militaire autoriteiten zullen in grijpen en zoo noodig den toegang tot da vergaderzaal voor militairen zullen ver bieden. Werkzaamheden aan het Albert- kanaal vorderen. In een persconferentie heeft de heer v. d, Poorten, de Belgische Minister van Open bare Werken, o.a. gezegd, dat de werkzaam heden tot herstel en versterking van de dij ken van het Albertkanaal voorbij Hasselt krachtig worden voortgezet. De door de militaire autoriteiten genomen maatregelen om dit gebied in staat van verdediging te stellen, hebben den normalen loop der werkzaamheden soms vertraagd, en zelfs heeft men het werk op bepaalde punten moeten staken, teneinde het kanaal altijd te kunnen doen beantwoorden aan zijn mi litaire bestemming. Indien zich geen on voorziene omstandigheden meer voordoen, aldus de minister, koesteren wij de stellige hoop, dat het geaccidenteerde deel van het kanaal in het komende voorjaar voor de normale scheepvaart zal kunnen worden vrijgegeven. Tot aan Hasselt en voorbij Genck zijn de werkzaamheden practisch voltooid en geschiedt de scheepvaart zonder belemmering. De „Deutsoher Dienst" zegt, dat een deel van de New Yorksche persbureaux Woens dag het bericht publiceerde, dat een Duit sche duikboot midden in de Firth of Fortli den modernen Engelschen kruiser „„Bel- fast" getorpedeerd én zwaar beschadigd zou hebben. Ongevraagd was dit bericht toegestuurd aan de Amerikaansche agent schappen in Londen van een zijde, welke van de torpedeering van deze nieuwe zeer modernen Britsche kruiser nauwkeurig op de hoogte was. Ook aan de Britsche admi raliteit moet op dat tijdstip de forpedeering van de „Belfast" reeds bekend zijn ge weest. Niettemin hult de Britsche admiri- liteit zich tot dusver over de Belfast in een volledig stilzwijgen. Noch een bevestiging, noch eenige inlichting is hiervan in Lom den gegeven. De Duitsche admiralitet heeft met de publicatie van het nieuwe succes van het Duitsche duikbootwapen zoolang gewacht tot het eerste bericht van de suc cesvolle duikboot zelf ontvangen was. Dit bericht heeft in vollen omvang de tot dus ver ontvangen berichten bevestigd: De modernste Engelsche kruiser „Belfast' werd ten zeerste getroffen en evenals de vliegtuigmoederschepen Courageous en Are Royal zoomede de Royal Oak en de Repul' se, benevens talrijke Britsche torpedojagers, mijnenvegers en onderzeeërs, uit het ver band der Britsche vloot uitgeschakeld. Ook zouden het slagschip Hood en de krui sers Southampton, Edinburgh, Mohowk en 1?? 200 zeer beschadigd zijn, dat ze althans voorloopig onbruikbaar zijn gevon den. Naar Engeland als „vluchtelifr gen" meegekomen. Volgens de Daily Express werden rneeT aan 100 spionnen van de Gestapo ontdekt tusschen de 50.000 Duitsche en Oostenrijk- sche vluchtelingen, die bij het uitbreken der vijandelijkheden in Groot-Brittannie werden geblokkeerd toen deze emigranten :'ch yoorbereidden op een vertrek naaf Amerika. Het is mogelijk, dat er nog meer spionnen zijn, daar de Britsche auto- n feiten het onderzoek naar de anteceden ten van ai deze menschen nog niet hebben geëindigd. De gearresteerden gingen door \oor vluchtelingen en kregen op die wijz® inlichtingen over echte vluchteligen. In het geheel zijn 74.000 Duitschers en Oostenrij kers in Groot Brittannië ingeschreven. 0D" der hen bevinden zich 43.000 vrouwen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 2