Innerlijke neutraliteit
Indisch advies
vlootversterking
Geen Olympische
Winterspelen 1940
Nasleep van den
doodslag op
de weduwe Stork
Postvluchten op Indfc
Mobilisatieclubs
Voldoening over het
sociaal program
Nederlands eerste plicht
over onze
Stukje oorlogstragiek
in ons land
Dom
Dijkherstel
in België
De Britsche kruiser
„Belfast" getorpedeerd
Tweede Kamer
Vóór eind Nov. verwacht
Bedreiging in een café
Honderd Gestapo-
spionnen gepakt
Voor en tegen arbeidsbeperking
gehuwde vrouwen. De belan
gen der landarbeiders. „Mo
reele dwang" voor werkgevers,
wier personeel onder de wape
nen is.
Bij den aanvang der vergadering
van'de Tweede Kamer heeft gister
middag de heer Wijnkoop (comm.)
verlof gevraagd de Regeering vragen
te mogen stellen over de verscherp
te blokkadepolitiek en de gevolgen
daarvan voor Nederland. Over deze
interpellatie-aanvrage zal Dinsdag
middag worden beslist.
Vervolgens werd de behandeling van de
begrooting van Sociale Zaken voor 1940
voortgezet. Bij de behandeling van de af
deeling Arbeid dezer begrooting voerden 15
sprekers het woord. Zij konden zich over
het algemeen met het door minister van den
Tempel in zijn memorie van antwoord ont
vouwde program vereenigen. Men was vol
daan over de in het vooruitzicht gestelde
wettelijke vacantie-regeling. Ten aanzien van
enkele andere aangekondigde maatregelen
uitten de meeste sprekers nog enkele wen-
schen. Zoo drongen verschillende leden, wo.
de heer Kupers (s.d.) aan op het verleenen
van verordende bevoegdheid aan de bedrijfs
raden, waartegen de minister zich voorals
nog verzet.
„Verbod van staking",
De heer Kortenhorst (r.k.) zegt, dat er
eeds krachten werkzaam zijn om de rust
n het bedrijfsleven te verstoren. Men over-
vege tijdelijke maatregelen om de spannin
gen op te vangen, b.v. door stimuleering van
net particuliere initiatief.
Een verbod van staking en uitslui
ting ware aan te bevelen, mits een
waarborg bestaat voor billijke loons-
vorming.
Ook werd aangedrongen op beperking van
len arbeid der gehuwde vrouw. Enkele an-
lere sprekers en spreeksters verzetten zich
hiertegen, o.m. mevr. Bakker Nort (v.d.) en
mevr. de VriesBruins (s.d.) Anderen be
pleiten wettelijke vacantieregeling voor
andarbeiders, verbetering van arbeidstijden
in melkfabrieken en bespoediging van een
irbeidsregeling voor land en tuinbouw.
Minister van den Tempel spreekt.
Minister Van den Tempel verklaart in zijn
rede o.m., dat men van de collectieve ar
beidsovereenkomsten geen verstarring be
hoeft te vreezen, zooals de heer AVoudenberg
(N.S.B.) deed. De minister zal zooveel mo
gelijk het tot stand komen van die overeen
komsten bevorderen; het bevordert het ver
minderen der spanningen.
Wat het voorontwerp-landbouwar-
beidswet betreft, zeide spr. den Hoo-
gen Raad van Arbeid niet te kunnen
overslaan, ondanks de vroeger reeds
over deze materie uitgebrachte ad
viezen.
Gevaren voor jonge meisjes.
In antwoord op desbetreffende opmerkin
gen, zeide de minister, dat men de gevaren,
die jonge meisjes op de fabrieken op zedelijk
gebied bedreigen, niet moet overdrijven. Dit
is in het geheel geen vraagstuk op zichzelf.
De betrekking van gemobiliseer-
den.
Ten slotte wijdde de minister enkele woor
den aan het vraagstuk van de herplaatsing
van gedemobiliseerden in het bedrijfsleven,
waarover door verschillende afgevaardigden
was gesproken. Op dit punt, aldus de minis
ter, is, zoolang de toestand niet te overzien
is, een wettelijke regeling nog niet ge-
wérischt. Voorloopig rekent men op de me
dewerking van het bedrijfsleven, Hier past
moreele dwang van de zijde der regeering.
Dinsdagmiddag komen de andere afdee-
lingen dezer bcgrooting in behandeling.
Aangaande het rapport der
commissie-Fürstner nopens
de, ook door de Regeering ur
gent geoordeelde, vlootverster
king kan worden medegedeeld,
dat het terzake ingewonnen ad
vies van de Indische Regeering
nog vóór het einde van deze
maand hier te lande wordt ver
wacht. Na ontvangst van dit
advies zal de Regeering ten
aanzien van de wijze, waarop
tot versterking van de vloot
behoort te worden overgegaan,
zoo spoedig mogelijk haar
standpunt bepalen, aldus lezen
wij in de zoo juist verschenen
Antwoordmemorie inzake de
algemeen beschouwingen over
de Rijksbegrooting 1940.
De Regeering kan na ernstige overwegini
geen gevolg geven aan de suggestie om hel
voormeld rapport over te leggen aan de
ylootcommissie, uit hoofde van de beden
kingen. welke door den minister zijn aange
duid bii de algemeens besehouwingen in de
Tweede Kamer over de rijksbegrooting.
VERDEDIGING VAN ONZE
WEST.
De verdediging van Suriname en Cur,-
gao heeft reeds geruimen tijd de aandach
der regeering. De voor deze gebiedsdeeler
ontworpen defensieman!regelen, welke zich
uiteraard aan openbar making onttrekken
zijn reeds in uitvoering.
In de zoo juist verschenen memorie
van Antwoord inzake de Algemee
ne beschouwingen over de Rijkbe-
grooting 1940 lezen wij:
De opmerking van ecnige le-den, dat de
opzet der jongste regeeringformatie niet in
overeenstemming is geweest met de con-
trovers, welke oorzaak is geweest van de
politieke crisis, kan aldus de minister
ook voorzoover zij juist is, niet als een
overwegend bezwaar tegen die formatie
worden gezien door wie van meening is,
dat een kabinetsivorming, wèl met die con-
trovers in overeenstemming, in de gegeven
omstandigheden niet zou geweest zijn in
's lands belang.
De opmerking, door eenige leden
gemaakt, dat „innerlijke neutrali
teit ten opzichte van het huidige
internationale conflict voor dit ka
binet moeilijk zal zijn", mioet de re
geering met grooten ernst en be
slistheid afwijzen. Strenge neutra
liteit, innerlijk en uiterlijk, be
schouwt zij als haar eersten plicht.
Gedragen door de overtuiging,' dat
de vervulling van dien plicht een
Nederlandsch en een Europeescih
belang is. zal die vervulling haar
niet moeilijk vallen.
DE SAMENWERKING IN
HET KABINET.
De minister moge er nog eens de aan
dacht op vestigen, dat het gemeenschappe
lijk zitting nemen in dit kabinet van aan
hangers van andere richtingen met sociaal
democraten niet uiting is van zekere staat
kundige geestverwantschap of inleiding tot
eenige duurzame staatkundige samenwer
king.
Dit gezamenlijk zitting nemen botcekent
derhalve iets anders dan liet b.v. zou be-
tcekend hebben, indien in 1913 de poging
van dr. Bos geslaagd ware vrijzinnigen en
söciaal-domocratcn in een kabinet bijeen
te brengen. Er was toen sprake van een
parlementair kabinet, steunend op een bij
de verkiezingen verkregen „working ma-
jori'ty" in de Kamer; thans van een extra
parlementair noodkabinet waarin gemeend
werd dat ook sociaal-democraten niet
mochten ontbreken.
In den verwarden staatkundigen toestand,
die in den zomer van 1939 ontstaan was,
werd gegrepen naar d-e figuur die ook in
1933 dienst had gedaan, destijds onder den
indruk van 't dieptepunt der economische
crisis, waarin ons land toen verkeerde.
Het onderscheid met 1933 was slechts, dat,
indien ook thans op dien voet en in dat tee-
ken een kabinet moest worden gevormd, er
niet langer reden bestond daarbij de sociaal
democratische richting uit te sluiten.'
De minister had reeds in 1933, als ka
merlid gezegd: „Vast staat, dat, indien niet
de sociaal-democraten door deze en soort
gelijke misvattingen zich zelf in een uitzon
deringpositie hadden geplaatst, er alles voor
te zeggen zou zijn geweest, dat ook zij aan
dit crisiskabinet, nu het eenmaal in deze
samenstelling tot stand kwam, hadden deel
genomen." Het ware niet correct, dergelijke
woorden te bezigen, indien men niet bereid
was ze, onder gewijzigde omstandigheden,
in een daad om te zetten.
Over die wijziging van de omstandighe
den, met name over het groeiproces dat zich
in de sociaal-democratische partij heeft vol
trokken, zal de minister in dit verband niet
veel meer zeggen. Zulk een proces wordt
trouwens vaak slecht gediend door het op
den voet te willen volgen en blootleggen.
AANVECHTBARE STELLING.
Er wordt betreurd, dat de minister in
Augustus 1.1. met de vorming van een ka
binet belast, de opneming daarin van een
tweetal sociaal-democraten heeft bevorderd,
omdat hierdoor de weg ge-effend wordt, bij
oen volgende formatie, voor een roomsch-
'oode samenwerking.
De stelling zelve is hoogst aanvechtbaar.
Maar afgezien daarvan, is den minister
de gedachtengang van de hier aan het
woord zijnde leden niet geheel duidelijk. Zij
betoogen, dat samenwerking met de soci
aal-democraten vooral daarom gevaarlijk is,
omdat dezen de geestelijke opvolgers zijn
van de liberalen en de laatsten, als aanhan
gers van de valsche vrijheidsideeën der
Fransche revolutie, onberekenbare schade
toegebracht hebben aan den eerbied voor
het historisch gewordene, aan kerk en ge
loof.
Hieruit zou men kunnen aflei
den, dat samenwerking met de
vrijzinnigen, in wie de wortel van
het kwaad blijkbaar schuilt, zoo
mogelijk nog ernstiger bedenking
zou wekken dan samenwerking met
de sociaal-democraten, ook al zijn
dan velen, die zich heden ten dage
„om de liberale vaan scharen", per
soonlijk beter dan hun beginsel.
Toch wordt door de meerbedoelde
leden geen bezwaar geopperd tegen
de kabinetsformaties van 1933 en
Juli 1939.
Het vertrouwen, dat dit kabinet niet on
der druk van partijpolitiek zal overgaan
tot het treffen van maatregelen, die aan
de regeering zelve eigenlijk ongewenscht
voorkomen, hoopt het kabinet niet te be
schamen.
Nederlandsche militaire eer voor
gevallen Duitschen piloot
Gistermorgen werd het stoffelijk over
schot van den Duitschen piloot, die
dezer dagen nabij Roermond om
kwam, toen zijn toestel, na door Ne
derlandsch geschut te zijn beschoten,
neerstortte, naar Duitschland overge
bracht.
Het transport geschiedde per extra
trein tot het grensstation Vlodrop.
Den gevallene werd van Nederland
sche zijde groote militaire eer bewe
zen.
Twee Nederlandsche militairen hadden
de laatste twee dagen in het St. Laurontius-
ziekenhuis de eerewacht betrokken bij het
opgebaarde lijk.
Onder het spelen van treurmuziek en het
roffelen van met rouw omfloerste trommen,
werd het stoffelijk overschot van luitenant
Rexin naar het station te Roermond overge
bracht. Er was veel publieke belangstelling.
De kist was gedekt met de hakenkruis-
vlag en vele bloemstukken, zoowel van Ne
derlandsche en Duitsche autoriteiten.
Tc Vlodrop stond op het plein achter het
station een Duitsch eere-escorte. De Neder
landsche troep werd opgesteld op het plein
en het vuurpeloton nam links en rechts van
de Duitsche legerauto, waarin het lijk ver
voerd zou worden, plaats.
Nadat de ofifcieren aan elkander waren
voorgesteld en de kist bij de auto was ge
bracht, gedragen door een twaalftal onder
officieren van de Nederlandsche luchtmacht,
onderwijl de stafmuziek van het zesde re
giment het „Deutschland Ueber Alles" en
het „Horst Wessellied" speelde, klonk een
kort commando, het geweer ging aan den
schouder en het eeresalvo klonk, weerkaatst
door de omringende bosschen.
Majoor Hamm droeg hierop het stoffelijk
overschot, over aan majoor Mottig en ver
klaarde het te betreuren, dat een Duitsch
officier in ons neutrale Nederland op zoo
tragische wijze het leven moest laten. Gaar
ne heeft het Nederlandsche leger hem alle
eer bewezen.
Langzaam trok de stoet naar de grens.
Beslissing van het Duitsch Olym
plsch comité.
Op grond van een besluit van he* Inlter-
nationaal Olympisch Comité,
paalt, dat de Spelen met in een ooriogvoe
rend land kunnen worden gehouden 1
ben het Duitsch Olympisch Comité en het
organisatie-comité voor de Vijfde P
sche Winterspelen de volgende beslissing
genomen:
„Duitschland, dat ook in den oor
log den arbeid van den vrede trouw
is, heeft de voorbereiding voor de
vijfde Olympische Winterspelen 1940
Garmisch Partenkirchen voortgezet
en de Olympische sportcomplexen
voor het gebruik klaar gemaakt.
Daar de voorstellen van Duitschland
voor een wereldvrede door de Engel-
sche en Fransche regeering zijn af
gewezen, en in dit verband de oor
log moet worden verder gevoerd,
wordt de opdracht van de organisa
tie der Winterspelen in overleg met
't Internationaal Olymp. Gom. aan 't
I.O.C. teruggegeven. Duitsphland zal
ook in de toekomst zijn kracht voor
de bevordering van de Olympische
gedachte geven."
De verklaring is geteekend door von
Tschammer uncl Osten, rijkssportleider en
president van het Duitsch Olympisch Comi
té en Ritter von Halt, lid van het I.O.C. en
voorzitter van het organisatie-comité.
Dat de Spelen door het I.O.C. alsnog aan
een ander land zullen worden gegeven, is
hoogst onwaarschijnlijk, gezien ook, behal
ve de internationale situatie, den korten tijd
van voorbereiding.
Stratenmaker veroordeeld
De Amsterdamsehe rechtbank veroordeelde
een 34-jarigen stratenmaker wegens bedrei
ging met een misdrijf tegen het leven tot zes
maanden gevangenisstraf met aftrek van
de voorloopige hechtenis.
Hij had in den avond van 30 September
onder invloed van drank, eenige bezoekers
van een café aan de Lindenkracht gesom
meerd niet naar buiten te gaan om de politie
te halen, daar hij anders zou schieten. Een
der bezoekers n.1. miste zijn portemonnaie
en wilde de hulp van de politie inhalen.
Men stoorde zich niet aan de dreigementen
en haalde toch de politie. De portemonnaie
werd teruggevonden in de jas van den man
die zijn eigendom miste. Bovendien werd de
stratenmaker gefouilleerd en bij hem werd
een geladen revolver gevonden, waarna pro
ces-verbaal tegen hem werd opgemaakt we
gens bedreiging tegen het leven.
Het O. M. had een zelfde straf geëischt als
de rechtbank thans oplegde.
Brandende lucifer hij uitlaat
van auto.
Jongen met brandwonden over
dekt.
In het R.K. ziekenhuis aan de Jan van
Lieshoutstraat te Eindhoven is met brand
wonden van de tweede graad een elfjarige
jongen opgenomen. Deze knaap, H. S., had
op den Zwembadweg een niet goed ge
sloten auto ontdekt, die voor een garage
stond, waarbij hij eens wilde probeeren, of
er nog benzine in de tank was. Voor de
uitlaat ontstak hij een lucifer met het ge
volg, dat onmiddellijk daarop een lange
steekvlam naar buiten sloeg en het haar
en de kleeren van den jongen in brand ge
raakten. In vlammen gehuld rende hij de
garage binnen, waar men het vuur doofde
en een dokter ontbood, die heim naar het
ziekenhuis liet overbrengen.
De toestand van den jongen is ernstig.
Tweede grootmoeder van hoofd
dader verdacht van heling.
De Amsterdamsehe rechtbank behandelde
gisterenmiddag een strafzaak die ten nauw
ste verband houdt met de doodslag op de
Weduwe Stork, gepleegd op 20 Januari, j.1.
in haar woning aan de Lindengracht.
De daders, de jeugdige kleinzoon van de
vermoorde vrouw, Frans E. en zijn oudere
vriend Leendert. K. werden den volgen
den dag gearresteerd. In eerste instantie
yverd Frans E. tot 15 iaar en K. tot tien
jaar veroordeeld. Het Hof legde echter la
gere straffen op en veroordeelde den klein
zoon wegens doodslag, gevolgd door dief
stal on welke doodslag werd gepleegd om
die diefstal te vergemakkelijken, tot tien
iaar gevangenisstraf en zijn vriend wegens
medeplichtigheid tot zes jaar gevangenis
straf.
Kort na de arrestatie waren de jonge-
nannen met een bekentenis voor den dag
•ekomen. Zij saven voor in de woning aan
ie Lindengracht slechts f 400 te hebben ge-
tolen. Dit hielden zii ook ter terechtzitting
'oi. De dag na de zitting kwam Frans in
het huis van bewaring met een onthulling:
niet eenige honderden guldens, doch ruim
f 2400 had het misdadige tweetal in de wo-
ing van het oude grootmoedertje buit ge
naakt.
Direct werd een nader onderzoek inge-
deld en hierbij kwam uit, dat de andere
grootmoeder van Frans E. een minder fraaie
I rol in dit drama had gespeeld. Nadat de
jongemannen het misdrijf hadden gepleegd
waren zij n.1. naar haar woning gegaan,
waar het geld werd geteld. Een belangrijk
deel van het geld, ongeveer f 200.— werd in
de woning van die grootmoeder in de keu
kenschoorsteen verborgen. Zelf kreeg zij
f 100.Later nadat zij hoorde van de
arrestatie van haar kleinzoon Frans bracht
zij het geld op een naar haar meening vei
liger plaats. Zij gaf het n.1. in bewaring
aan een vriendin, die geen flauw vermoe
den had, dat het het geld was, dat bij het
afschuwelijke misdrijf op de Lindengracht
was gestolen. Later nam de recherche het
daar in beslag.
iGsteren stond de grootmoeder van Frans
de weduwe P„ voor de rechtbank terecht,
verdacht van heling. Haar zaak werd zoo
veel later behandeld omdat zij langen tijd,
in een ziekenhuis heeft verrtoefd.
De oude vrouw, de 73-jarige weduwe P.
antwoordde op de vragen van den president
mr. J. Boon met een korten hoofdknik. Rus
tig zat zij in de verdachtenbank.
Nu moeder, vertelt u maar eens, zeide
de president, het is zoo gegaan hè? Frans
heeft eens tegen u gezegd, dat hij u wel
uit de geldzorgen zou helpen. Hebt u toen
tegen uw kleinzoon gezegd: „Doe dat dan
maar..."
Verdachte ontkende dit:
Pres.: Ik neem aan, dat u op uw leef
tijd niet liegt, maar hebt u er werkelijk
niet op aangedrongen, dat hij zijn andere
grootmoeder wat lichter in geld zou maken.
Maar u hebt tegen de politie toch erkend,
dat u den eersten avond f 10.hebt gekre
gen?
Daar weet ik niets meer van. De oude
vrouw vertelde nog, dat ze gevraagd had:
„Je hebt je ouwe Opoe toch niet doodge
maakt?" Frans had toen geantwoord: „Ze
is nog springlevend hoor, maar we hebben
de buit binnen.
't Geld zou ze aldus verklaarde ze
niet precies bekeken hebben. Ze wist dan
ook niet, dat er biljetten van f 10.bij wa
ren.
Frans E., de kleinzoon, die thans zijn
straf uitzit, was door het O.M. gedagvaard
als getuige. Hij beriep zich echter op de
familierelatie tuschen hem en verdachte en
weigerde verklaringen onder eede af te
leggen.
Hij begon te verklaren, dat hij zich van
het gebeurde weinig meer herinnerde: „Het
is al zoo ongeveer elf maanden geleden.
Herhaaldelijk liet zijn geheugen hem dan
ook in den steek.
„Als ik geweten had, dat het mensch dood
was, dan had ik het geld meegenomen, dan
zou ik de beenen hebben genomen."
Rechter mr. Lamers: Waarheen?
Getuige (vinnig)): Dat gaat U niet aan.
Getuige wist niet meer of Opoe P. een
tientje had gekregen.
Pres.:'Maar wat je den rechtercommissa
ris vertelde was toch de waarheid?
Ik weet niet precies of ik toen waarheid
of leugen heb gesproken.
Ik heb zoo dikwijls gelogen, maar op het
ooenblik weet ik niet meer of ik haar geld
gaf ja of neen.
Het reclasseeringsrapport over verd. luidt
niet. ongunstig, lot haar 64ste jaar was zij
werkster geweest. Zij stond goed bekend.
In tegenstelling met haar eerste huwelijk
was haar tweede huwelijk goed.
Pres. tot verd.: „U hebt u blijkbaar tegen
over de rapportrice anders gedragen dan te
genover de rechtbank. In het rapport staat,
dat u berouw hebt, maar ik merk van dat
berouw heel weinig.
Requisitoir.
De officier van Justitie, mr. van Arkci
achtte de ten laste gelegde feiten bewezen.
De vrouw immers wist, dat het geld van
diefstal afkomstig was. Ware zij twintig
jaar jonger, dan zou ik een onvoorwaarde
lijke straf tegen haar eischen. Thans reqiii-
reert spr. een voorwaardelijke gevangenis
straf van acht maanden, met een proeftijd
van drie jaar onder toezicht van de reclas-
seenngsvereeniging.
De rechtbank zal 8 Devember vonnis wii-
zen.
Vertrek van Aankomst t*
Emoe (Basra 24 Nov. Alex. 24 Nov
(terugreis) I
Reiger Ijodph. 24 Nov. [Rang. 24 Nov
(heenreis) I
Torenvalk Ufedan 24 Nov. Rang. 24 Nov
(terugreis) I
Gier (Napels 24 Nov. Alex. 24 Nov.
(heenreis) I
Tot nog toe niet strijdig met <je
krijgstucht.
Het is de regeering bekend, dat zoogenaanj.
de mobilisatieclubs worden opgericht met
hetid oei militairen, die het standpunt vaa
de dusgenaamde moderne arbeidersbeweging
huldigen, buiten de diensttijden in hun
eigen sfeer samen te brengen en met elkau.
der werkzaam te doen zijn in het belang
van de gemobiliseerden, aldus lezen wij in
de Antwoordmemorie inzake de algemeene
beschouwingen over de Rijksbegroting 1940
Tot heden wijst geen enkel feit er op, dat
hetgeen door de clubs wordt of zal worden
geboden, onvereenigbaar is met de handha-
ving van een goede krijgstucht. Er bestaat
dan ook geen reden om reeds bij voorbaat
maatregelen te treffen, welke de werk.
zaamheid van de clubs zouden belemmeren,
Echter geldt als algemeene regel, dat
wanneer onverhoopt blijkt, dat het werk
van een vereeniging of club uit krijgstuch-
telijk oogpunt niet toelaatbaar moet worden
geacht de militaire autoriteiten zullen in
grijpen en zoo noodig den toegang tot da
vergaderzaal voor militairen zullen ver
bieden.
Werkzaamheden aan het Albert-
kanaal vorderen.
In een persconferentie heeft de heer v. d,
Poorten, de Belgische Minister van Open
bare Werken, o.a. gezegd, dat de werkzaam
heden tot herstel en versterking van de dij
ken van het Albertkanaal voorbij Hasselt
krachtig worden voortgezet. De door de
militaire autoriteiten genomen maatregelen
om dit gebied in staat van verdediging te
stellen, hebben den normalen loop der
werkzaamheden soms vertraagd, en zelfs
heeft men het werk op bepaalde punten
moeten staken, teneinde het kanaal altijd
te kunnen doen beantwoorden aan zijn mi
litaire bestemming. Indien zich geen on
voorziene omstandigheden meer voordoen,
aldus de minister, koesteren wij de stellige
hoop, dat het geaccidenteerde deel van het
kanaal in het komende voorjaar voor de
normale scheepvaart zal kunnen worden
vrijgegeven. Tot aan Hasselt en voorbij
Genck zijn de werkzaamheden practisch
voltooid en geschiedt de scheepvaart zonder
belemmering.
De „Deutsoher Dienst" zegt, dat een deel
van de New Yorksche persbureaux Woens
dag het bericht publiceerde, dat een Duit
sche duikboot midden in de Firth of Fortli
den modernen Engelschen kruiser „„Bel-
fast" getorpedeerd én zwaar beschadigd
zou hebben. Ongevraagd was dit bericht
toegestuurd aan de Amerikaansche agent
schappen in Londen van een zijde, welke
van de torpedeering van deze nieuwe zeer
modernen Britsche kruiser nauwkeurig op
de hoogte was. Ook aan de Britsche admi
raliteit moet op dat tijdstip de forpedeering
van de „Belfast" reeds bekend zijn ge
weest. Niettemin hult de Britsche admiri-
liteit zich tot dusver over de Belfast in een
volledig stilzwijgen. Noch een bevestiging,
noch eenige inlichting is hiervan in Lom
den gegeven. De Duitsche admiralitet heeft
met de publicatie van het nieuwe succes
van het Duitsche duikbootwapen zoolang
gewacht tot het eerste bericht van de suc
cesvolle duikboot zelf ontvangen was. Dit
bericht heeft in vollen omvang de tot dus
ver ontvangen berichten bevestigd:
De modernste Engelsche kruiser „Belfast'
werd ten zeerste getroffen en evenals de
vliegtuigmoederschepen Courageous en Are
Royal zoomede de Royal Oak en de Repul'
se, benevens talrijke Britsche torpedojagers,
mijnenvegers en onderzeeërs, uit het ver
band der Britsche vloot uitgeschakeld.
Ook zouden het slagschip Hood en de krui
sers Southampton, Edinburgh, Mohowk en
1?? 200 zeer beschadigd zijn, dat ze
althans voorloopig onbruikbaar zijn gevon
den.
Naar Engeland als „vluchtelifr
gen" meegekomen.
Volgens de Daily Express werden rneeT
aan 100 spionnen van de Gestapo ontdekt
tusschen de 50.000 Duitsche en Oostenrijk-
sche vluchtelingen, die bij het uitbreken
der vijandelijkheden in Groot-Brittannie
werden geblokkeerd toen deze emigranten
:'ch yoorbereidden op een vertrek naaf
Amerika. Het is mogelijk, dat er nog
meer spionnen zijn, daar de Britsche auto-
n feiten het onderzoek naar de anteceden
ten van ai deze menschen nog niet hebben
geëindigd. De gearresteerden gingen door
\oor vluchtelingen en kregen op die wijz®
inlichtingen over echte vluchteligen. In het
geheel zijn 74.000 Duitschers en Oostenrij
kers in Groot Brittannië ingeschreven. 0D"
der hen bevinden zich 43.000 vrouwen.