Wij lazen voor U RADIO s ïsgxssr*** - Zeemijnen vroeger een unfair wapen geacht Zijn schoonmoeder beroofd Papier uit aardappelloof Oorzaak van den Zwolschen brand „Meer bals dan valsch" Migraine Xe-njAKKERTJE Zaterdag 25 November 1939 Derde blad Oud-Indisch militair veroordeeld „Niet verrukt, maar beschaamd" PROGRAMMA loi0Se3"""k,nï De dood loert onder water DE UITVINDER WERD UITGELACHEN.... (Door onzen Londenschen correspondent.) Het grootste gevaar voor den zeeman, die zich thans op de Oceanen waagt, vor men niet de duikbooten, doch de verrader lijke mijnen. Menigmaal rijst de vraag: wie heeft het eerst de onzalige gedachte gehad, dit helsche werktuig te bezigen? De geschiedenis heeft den naam van den uitvinder voor het nageslacht bewaard. De man, die dezen vloek der menschheid heeft uitgevonden, is niemand minder dan degeen, die zich eveneens onsterfelijk verdienstelijk heeft gemaakt door de uitvinding van het andere voortbrengsel van menschelijk ver nuft, dat er thans dagelijks door wordt ver nietigd: het stoomschip. Het is de Ameri kaan Robert Fulton, wiens eerste uitvinding door zijn tweede uitvinding wordt te niet gedaan. Bijna anderhalve eeuw geleden, om streeks 1800, slaagde Fulton er in, zijn denk beeld te verwezenlijken om den ingang van bepaalde havens te versperren voor onge- wenschte schepen, door middel van zeemij nen. Frankrijk wilde ze niet hebben. Hij verkeerde in de vaste overtuiging, dat elke groote zeevarende mogendheid zich met graagte op dit aanvals- zoowel als verdedi gingsmiddel zou werpen, zoodra het haar werd aangeboden. Anderhalve eeuw geleden gaf men er evenwel de voorkeur aan, den vijand met open vizier te bestrijden, zooals Fulton ondervond, toen hij zijn uitvinding aan de Fransche marine voorlegde. De Fran- sche admiraal Dacres, wien hij zijn uitvin ding het eerste aanbood, bestudeerde zijn plannen nauwkeurig en sprak er zijn bewon dering voor uit. Doch hij wees Fulton's voorstel van de hand met de woorden, dat een dergelijk middel „alleen goed was voor zeeroovers en zeeschuimers, doch dat het niet in aanmerking kwam voor de Fransche marine." De admiraal liet hem onverrichterzake heengaan. Welke eerlijke zeeman zou zich willen be dienen van een zoo verraderlijk wapen als de zeemijn? Daartegen komt het gevoel van ridderlijkheid op. Niemand zal er aan wil len Onderhandelingen met Engeland. Fulton moet wel gedacht hebben: „Goed als de Franschen er niets van willen we ten, zal ik wel slagen in Engeland!" Doch hoe groot was niet zijn teleurstelling, toen niet alleen de Britsche admiraals, doch ook de Londensche kranten zich vroolijk maakten over zijn uitvinding. Toch gaf hij den moed niet op. In December 1799 gelukte het hem in contact, te komen met een groep Engelsche kapitalisten, die er iets voor gevoelen, om het geheim van de zeemijn voor hun land aan te koopen, indien de deugdelijkeid van het wapen kan worden bewezen. Een oud schip wordt aangekocht en middenin de Theems voor anker gelegd. Voor de oogen van een groote menigte kijklustigen laat de Ameri kaan een van zijn mijnen tegen het schip drijven. Een geweldige ontploffing volgt, de kaden schudden, wrakstukken van het schip worden hoog in de lucht geslingerd; en als de rook is opgetrokken, is er geen spoor meer van het vaartuig te bekennen, behal ve masten en planken, die overaf ronddrij ven. De proefneming maakt een geweldigen indruk en neemt allen twijfel aan het effect van Fulton's onderzeesche helsche machine weg. Nauwelijks drie uur daarna wordt Ful ton bij de Admiraliteit ontboden, waar men hem een voorstel doet, dat hem verbaast en verbittert tevens. Wat Engeland den uitvinder voor stelde. Dit voorstel hetwelk de menschheid onnoemelijk veel leed zou hebben bespaard, indien het aangenomen en ook werkelijk na geleefd was luidde als volgt: de uitvin der zou aan de Engelsche regeering al zijn plannen uitleveren en men zou van beide zijden de plechtige gelofte afleggen, ze strikt geheim te houden, waarbij de Admiraliteit zich tevens verbond, de zeemijn nooit als wapen in een zee-oorlog te bezigen. Als be taling van een en ander zou Fulton de som van 25.000 pond sterling ontvangen. Dit sloeg hij af. Men trachtte de besprekingen te rekken, doch ten slotte kreeg Fulton er ge- Duitsche mijnenveger bij het uitbrengen van het werktuig, waarmede de mijnen geveegd worden. noeg van en in het voorjaar van 1800 brak hij de onderhandelingen met de Admiraliteit af. Thans wendt hij zich tot de Amerikaan- sche regeering. Deze stelde zich eveneens op het standpunt dat de „zeemijn moet wor den beschouwd als een unfair wapen". De nood dwong de jonge republiek evenwel, haar nobele principes te laten varen. In 1812 wilde Engeland de Amerikaansche regeering namelijk noodzaken, haar vriendschappelijke houding tegenover Napoleon op te geven en ging tot dit doel over tot blokkade der Ame rikaansche havens. Nu besloot Amerika, ge bruik te maken van Fulton's uitvinding en liet voor de vier voornaamste havens mijn- versperringen leggen. Dit was dus voor de eerste maal, dat de zeemijn praktisch in ge bruik werd genomen. Een werkelijk alge meen gebruik werd er echter pas van ge maakt tijdens den wereldoorlog; en reeds tijdens de enkele maanden, die de tegen woordige oorlog heeft geduurd, heeft deze onzalige uitvinding rouw gebracht in talloo- ze gezinnen, niet alleen bij de oorlogvoeren den, doch ook bij de neutralen. Arnhemmer meldt zich bij de politie. Donderdagmiddag heeft zich aan het commissariaat van Politie te Maastricht een 31-jarige monteur uit Arnhem aangemeld. Hij deelde mede ten nadeele van zijn in Den Haag wonende schoonmoeder een be drag van vijfhonderd gulden te hebben ver duisterd. De man, die van het geheele verduisterde bedrag vrijwel niets meer over had, is dooi de politie op transport naar Arnhem ege- steld. De vezels der planten vervangen houtpulp. Het nieuwe papier is geschikt voor krantendruk. Duitschland, dat met gebrek aan ver schillende grondstoffen heeft te kam pen, tracht op verschillende wijzen uit ander materiaal soortgelijke stof fen samen te stellen. Dit is ook het geval met papier, dat men er thans gaat vervaardigen uit aardappelloof. Tot dusverre had nog nooit iemand aan dacht geschonken aan het loof der aardap pelplanten, dat achterblijft na het rooien. Hoogstens werd het gebruikt als mest, als hoedanig het evenwel ook bezwaren ople verde, daar het slechts landzaam rot, waar door het zich moeilijk liet onderploegcn. Meestentijds werd het dan ook op den ak ker verbrand, waarna de as als mest dien de. Juist de omstandigheid, dat het loof zoo lang weerstand biedt aan het rottingsproces, maakt het geschikt voor de papierfabricage. Hierdoor wordt het namelijk mogelijk, het grootste deel van het noodzakelijke reini gingsproces over te laten aan de natuur: den regen en den wind. Alleen moet verme den worden, om het te veel op te stapelen, aangezien dan een rotting plaats vindt. Is dit eerste stadium achter den rug, dan wordt het loof, dat nog 18 water bevat, in ba len geperst, evenals stroo. Hierna wordt het fijngehakti en tot een soort briketten ge perst; uit deze briketten wordt dan de ve zelstof gewonnen, welke geschikt is voor de bereiding van papier. Natuurlijk wordt het ruwe product nog aan tal van bewerkingen onderworpen, welke ons evenwel op te tech nisch terrein zouden voeren. Het ligt echter voor de hand, dat pa pier, hetwelk vervaardigd kan wor den uit een product, dat tot dusverre als vrijwel waardeloos werd be schouwd en dat telken jare in zoo enorme hoeveelheid terugkeert, een groote hout- en kostenbesparing be- teekent. De praktijk heeft reeds bewezen, dat het op deze wijze vervaardigde papier zeer goed bruikbaar is; zoo verscheen volgens Duit- sche mededeelingen op 26 Augustus van dit jaar de „Thürische Gauzeitung" voor de eer ste maal op papier, dat was gefabriceerd uit aardappelloof. Ongetwijfeld is voor deze nieuwe vinding een groote toekomst weg gelegd. Ongeluk met klutsmachine. Met betrekking tot de oorazak van den brand te Zwolle, waarvan wij gisteren mel ding maakten, vernemen wij, dat een jeug dige arbeider van de schoenmakersfournitu renfabriek der firma Vecht en co.. Bezig was met een z.g.« klutsmachine, een mengsel samen te stellen van Para en benzol. Tij dens deze werkzaamheden is een stop van de machine losgeraakt, waardoor onge veer tien liter van het mengsel zich over den vloer kon verspreiden. Toen de jongen het goedje met een schop weer in de ma chine wilde scheppen, schijnt er een vonk, ontstaan door de wrijving met den beton nen vloer, in de brandende stof terecht te zijn gekomen, hetgeen den brand veroor zaakt heeft. Achter de klutsmachine stond een vat met tweehonderd liter benzine en een vat met twintig liter solutie, die testond vlam vatten. Brandende schoenen uitgetrokken. De kleeren van den jongen, die de kluts machine had bediend, moesten met ®en schuimbluschapiiaraat worden gedoofd. An dere arbeiders hebben in allerijl hun hran- dende schoenen uitgetrokken, om zich op deze wijze in veiligheid te brengen voor het vuur. De brandweer is den geheelen nacht met het nablusschen bezig geweest. Zij heeft, om het gevaar van instorten le voorkomen, 'den voorgevel van de fabriek der firma Vecht en Co. omver gehaald. Zwolsche ontvanger leefde van gemeentegelden. Voor de Zwolsche rechtbank heeft td- recht gestaan de oud-gemeenteontvanger Staphorst, E. B. de R., die ervan beschul digd wordt, ruim negenduizend gulden aan gemeentegelden ten eigen bate te hebben aangewend. Verdachte had zijn privé-middelen en de gemeentegelden in een pot en leefde daar uit. Er bestond, als het ware, een rekening- courant tusschen de gemeente en hem zelf zegt verdachte. Wanneer er echter kascon trole zou komen, nam verdachte geld van de bank en bracht dit er weer op, zoodra de controle geschied was. Voor het overige blijkt, dat hij „meer hals dan valsch" was, zooals het politierap port ter snede opmerkte. De officier van Justitie, nam echter niet uitsluitend slordigheid aan, maar wel de gelijk ook opzet, omdat verdachte op deze wijze van zijn eigen geld rente trok en van de gemeentegelden kon leven. Spreker laakte de houding van de ambtenaren, die het aanzien en prestige van het ambtenarencorps den laatsten tijd zoo in het gedrang brengt. Hij eischte negen maanden gevangenisstraf. Uitspraak over veertien dagen. Hij stak zijn vrouw dood. De Amsterdamsche rechtbank veroordeel de een oud-Indisch militair wegens dood slag gepleegd op zijn vrouw tot een gevan genisstraf van vier Jaar met aftrek van vier maanden voorarrest. Het O.M. had vijf jaar gevangenisstraf ge- recjuireerd. Op Hemelsvaartsdag, 18 Mei j.1., was ver dachte de vrouw, van wie hij gescheiden leefde, tegengekomen op straat. Na een kort twistgesprek trok hij een padvindersmes, waarmede hij haar eenige steken in hals en borst toebracht, tengevolge waarvan zij enkele oogenblikken later overleed. DE „ONBEKENDE" SOLDAAT. De heer dr. Smit, rector van het Hervormd Lyceum in Amsterdam, die geestelijke artikelen schrijft in de Zon dagsedities van de Telegraaf, wijdde Zondag j.1. een medi tatie aan een soldatenkoor, dat hij door de radio gehoord heeft. Het artikel is één en thousiaste verheerlijking van dit koor en vooral van den geest dien het zou uitstralen. De rector schrijft o.m. „Die jonge mannen (be doeld worden de zangers) zijn geen heidenen. Zij heb ben een eenvoudig kinderlijk, maar diep geloof in een Voor zienigheid, die eerlijke arbeid zegent. Wat weten zij af van de geschillen der vijf en der tig gelooven, die elkaar in Nederland de tijd en de eeu wigheid betwisten? Heidenen? 't Mocht wat. Ze gelooven in God, hébben een strenge mo raal en een geliefd vaderland Neem ze dat kwalijk, maar afnemen kunt ge het hun niet." „Hoor, hoe er één in spon tane zangdrift boven de me lodie uitzingt. Hij blijft in de harmoniëerende boventonen zweven als een leeuwerik in de zonneschijn. Die jongen zingt niet meer, hij jubelt! Beste onbekende soldaat, ik weet niet, wie je bent en waar je bent. Misschien ben je een Nederlander, of een Franschman of een Engelsch- man, of misschien wel een Duitscher. Het komt er ook niet op aan, je bent een mensch, je hebt kostelijk jo lijt in de jonge kracht en de zon schijnt in je hart." Het Volk (s.d.a.p.) geeft op de ontboezeming van dr. Smit een uitvoerigen com mentaar, waaraan wij het volgende ontleenen: Maar zóó weg kan de schrijver toch niet zijn ge weest, dat hij niet gehoord heeft, dat de zang, die hij be luisterde, in de Duitsche taal werd uitgevoerd. En nademaal Franschen, En- gelschen of Nederlandsche soldaten niet in het Duitsch plegen te zingen, moet het ook voor den rector niet moeilijk zijn om, in een oogenblik van bezinning, tot de slotsom te komen, dat het koor, waarnaar hij luisterde, een Duitsch soldatenkoor was.. Zooveel onderscheidingsver mogen mag men toch wel verwachten bij den leider van een inrichting van voorbereidend hooger onder wijs.-' Het Volk herinnert zich dan al eens veel eerder goe den Duitschen soldatenzang te hebben gehoord, n.1. in 1914, toen „al deze jonge kerels uit volle borst hun vaderlandsche liederen en strijdzangen zongen, pre cies als men het ook nu weer kan hooren, met stra lende opgewektheid en straf rhvthme. Daarom, toen wij naar de ze jonge, geestdriftige stem men luisterden, heeft zich, zoo vervolgt het blad, an ders dan bij rector Smit geen gevoel van bewondering van ons meester gemaakt. Veeleer was het een smarte lijke gedachte te bedenken, dat zooveel zuiver jong ide alisme misvormd was tot een droeve waan, waarin menschelijke waardigheid, zoowel als Godsbesef ge doemd is te verstikken. Wij hebben ons den oorlog herinnerd en de beloften, die velen zich nadien hebben ge daan: dat nooit weer! En een gevoel van schaamte heeft ons bekropen om de generatie, waartoe wij behoo- ren. Een gevoel van schuld om onze zwakte, die niet in staat is gebleken de belofte in te lossen, waarvoor zoo menig strijder in den wereld oorlog zijn jonge leven liet, de belofte van een betere sa menleving, waarin de oorlog zou worden uitgebannen. Het is mede onze zwakheid geweest, rector Smit, die aan de jonge menschen, die thans aan de poort des le vens kloppen, een wereld biedt, waarin het blind ge weld opnieuw woedt, waarin de helsche machten wederom de heerschappij voeren. ZIJN ER NOG NOMADEN IN ONS LAND? Zooals men weet waren onze voorouders in oeroude tijden nomaden. Zij hadden geen vaste woonplaatsen. Zoodra op een bepaalde plaats voor gezin en vee geen voldoende voedsel meer werd gevonden, werd een andere streek opge zocht waar dat wel aanwezig was. Die tijden zijn reeds lang voorbij, maar bij een deel van onze boeren, zegt "'Ons Platteland", het offi cieel orgaan van den Chr. Boeren- en Tuindersbond in Nederland, is dat oeroude in stinct er nog niet geheel uit. Het blad typeert dit als volgt:_ j'Wij hebben het oog op een ander trekinstinct, n.1. van de eene zuivelfabriek naar de andere. Dit nomaden bestaan op het gebied van rnelklevering komt nogal een keer voor in streken, waar voor de boeren de mogelijk heid bestaat hun melk aan meerdere fabrieken te leve ren. Meent men dat in het voorjaar particuliere fabriek no. 1 het meeste melkgeld geeft, dan gaat de melk naar die fabriek; is het in den zomer particuliere fabriek no. 2, die den boeren uit fi nancieel oogpunt het beste lijkt, dan krijgt die de melk. Tenslotte krijgt in den herfst de coöperatieve fabriek of misschien particuliere fa briek no. 3 ook nog wel een beurt." Aan dit „genomadiseer" verbindt het blad een com mentaar, waarmee wij ons, aldus het orgaan van den Alg. Ned. Zuivelbond geheel kunnen vereenigen. „Beseffen zulke veehouders echter wel, dat aan het voor hen blijbaar zoo geliefd zwerversbestaan spoedig 'n einde zou komen als er niet een kern van veehouders zou zijn, die trouw blijft aan de boerenfabriek, de coöperatie ve fabriek. Begrijpt men niet, dat het ten slotte deze coö peratieve fabriek is, die maakt, dat de zwervers nog kunnen zwerven. Zouden de ze zwerfvogels, die van het eene takje naar het andere vliegen, niet spoedig in de kooi van het groote interna tionale zuivelkapitaal terecht komen, als niet hun collega's door het blijven steunen van de coöperatieve fabriek het streven naar macht van die groote maatschappijen een halt toeriepen? „Waarlijk, laten die veehou ders, die tot nu toe hun steun aan de coöperatieve fa briek onthielden, toch eens bedenken, wat er van de boe- renvrijheid terecht komt, als alle boeren zouden doen zoo als zij dedenl" ZONDAG 26 NOVEMBER 1989. Hilversum I. 1875 en 414.4 m. 8.30 NCRV. 9.30 KRO. 10 00 f Evangelische Vereeiugmg. 11.30 KRO. D.uv NCRV. 7.4511.15 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Nederlandsch Hervormde Kerkdienst. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.15 Causerie: „Coöperatief credietwezen voor voor land- en tuinbouw 12.35 Gramofoonmuziek. 12.45 Berichten ANP. 1.00 Boekbespreking. I.20 Het Rococo-octet. (1.351.45 Gramofoon muziek). 2.00 Vragenbeantwoording. 2.45 Gramofoonmuziek. 3.00 Pianovoordracht. (3.253.35 Gramo foonmuziek. 5.00 Gewijde muziek (gr.pl.). 5.50 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna: Ge wijde muziek (gr.pl.). 7.45 Berichten. 7.50 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 KRO-orkest en KRO-Melodisten. 9.45 Radiotooneel. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Epiloog. II.0011.15 Esperanto-nieuws. Hilversum II. 301.5 m. 8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VPRO, 5.30 VARA. 6.30 VPRO. 8.00—12.00 AVRO. 855 Gramofoonmuziek. 9.00 Berichten. 9.05 Tuinbouwhalfuurtje. 9.35 Gramofoonmuizek. 9.45 Causerie: „Van Staat en Maatschappij", 10.00 Berichten; Bach-cantate. 10.25 Gramofoonmuziek. 10.40 Declamatie en gramofoonmuziek. 11.00 VARA-Kinderkoor „De Merels", 11.30 VARA-Harmonie-orkest. 12.00 Causerie: „Onze Weermacht". 12.25 Omroeporkest. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.00 Omroeporkest. 1.30 Causerie: „Gesproken mailbrief uit Indië" I.50 Orgelspel. 2.002.27 Boekenhalfuur. 2.30 Concertgebouw-orkest en solist. (Om 3.30 Schilderij-bespreking). 4.45 Luistervinkenkoor (opn.). 4.55 Sportberichten ANP. 5.00 Gesprekken met luisteraars. 5.30 Kinderuurtje. 6.00 Sportpraatje. 6.15 Sportbrichten ANP, gramofoonmuziek. 6.25 „Sinterklaas op school", toespraak. 6.30 Lezing over de lekenspelen van de V.C. J. C. 7.00 Nederlandsch Hervormde Kerkdienst. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.20 Utrechtsch Stedelijk orkest en solisten. 9.20 Toespraak: „Kruitdamp om een Giro nummer". 9.25 Gramofoonmuziek. 9.30 Radiotooneel. 10.00 AVRO-Amusementsorkest, de Melody Sisters en gramofoonmuziek. II.00 Berichten ANP; AVRO-Dansorkest en soliste. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. MAANDAG 27 NOVEMBER 1939. Hilversum I. 1875 en 414.4 m. NCRV-Uitzending, 8.00 Berichten ANP. 8.05 Schriftlezing. Meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek (9.30—9.45 Geluk- wenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Christ. lectuur. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek (12.0012.15 Ber.). 12.30 Quintolia en gramofoonmuziek. (Om 12.45 Berichten ANP). 2.00 Voor de scholen. 2.352.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Causerie: „Wat de pot schaft". 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.15 Kinderuur. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.30 Vragenuur (7.00—7.15 Berichten). 7.45 Gramofoonmuziek. 7.55 Toespraak: „Het groote voorrecht van een Christ. Omroep, vooral nu". 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berichten. 8.15 Orgelconcert. 9.00 Lezing „Jezus en Augustus als Heiland der Wereld". 9.30 Utrechts Stedelijk orkest, Christ. orato- - "umvereen. Hilversum en solisten (opn 10.15 Berichten ANP, actueel halfuur 10.45 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing, Hilversum II. 301.5 m. AVRO.meen Pr°gramma' veraor&<i door de 9 00 vïrl'htr ANP' Gramofoonmuziek. Mle Hélène" 10.15 Gewijde muziek (gr nl 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Ensemble Secco nv°en^USerie "Wie en wat 13 Mrs- R°ose- 11.10 Ensemble Secco. 12.00 AVRO-Aeolianorkest 1-45 Gramofoonmuziek. 2'c1aniatieeP305k5!iio Gramof't30°-3'20 De" 30 Disco-causerie Or»"">'oonmuzlek>. 7.35 Causerie over Einsteln 8 00 Berichten ANP, mededeelingen 8.15 Concertgebouw-orkest y-15 Gramofoonmuziek ll'nn n6 T^^ht Serenaders.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 9