in het Verre Oosten j
Jan Zeedijk in Amerika
verleden
Geen week
zonder
politieke
moorden
De Avonturen van
Radioprogramma
het
een deen in sjanghai ontvoerd.
Negen jaar voor valschmunterij
noodlottig schot.
door R. VAN NEERVOORT
feuilleton
van
TROEBELEN
TSJANG KAI SJEK.
De gebeurtenissen in Europa doen weder
hun invloed gelden op de gebeurtenissen in
het Verre Oosten, dat feitelijk niet zoo heel
ver is- Zoowel op politiek als op militair
terrein is die invloed bemerkbaar. Rusland
heeft met uiterst weinig offers in Europa in
de Baltische landen, groote voordeelen be
haald. die daar ten nadeele der Duitsche
belangen zijn. Door de belangrijke marine
en luchtvlootbases in Estonië en Lativia
zal Rusland weder een rol van beteekenis
kunnen gaan spelen in de Oostzee en dit
resultaat is bereikt, zonder dat er een schot
behoefde te worden gelost. Alleen Finland
verzet zich tegen de Russische plannen.
Duitschland kan niet anders dan gelaten
toeschouwen.
Aan de grens van Mandsjoe-
kwo.
Nu Rusland zonder moeite in het Westen
groote voordeelen heeft behaald, richt het
de blikken weder naar het oosten. Door het
wapenstilstand-verdrag met Japan heerscht
er thans aan de grens van Mandsjoekwo
vrede, maar deze wapenstilstand geldt voor
andere gebieden in Azië blijkbaar niet.
Aan de grens van Mandsjoekwo streden
voornamelijk Russische troepen, versterkt
met Mongolen. Hier is de strijd ten einde,
ten minste voorloopig.
Nu de gebeurtenissen in Europa
zich zoo gunstig voor Rusland af
wikkelen, acht dit rijk de tijd geko
men weder krachtiger tegen Japan
op te treden in China en het doet
dit op de gemakkelijkste wijze, na
melijk aan het Chineesche front.
Het heeft daar geen troepen te zen
den, want aan manschappen hebben
de Chineezen geen gebrek. Het zendt
oorlogsmateriaal, raadgevers en tech
nicL
Volgens inlichtingen uit Japatische bron
komen er dagelijks uit Rusland aan drie
honderd vrachtautomobielen met oorlogs
materiaal voor Tsjang-Kai-Tsjek. Dit mate
riaal wordt begeleid door Russische tech
nici, waarvan er te Tsjoengking, de tegen
woordige hoofdstad der nationale Chinee
sche regeering zich thans reeds meer dan
duizend bevinden en dit aantal neemt met
den dag toe. En terwijl Tsjang-Kai-Tsjek
deze hulp van Rusland dankbaar aanvaardt,
gaat hij voort in zijn gebied de communis
ten te vervolgen. Desondanks houden de Ja
panners vol, dat Tsjang-Kai-Tsjek zelf een
communist is. Deze bewering is echter al
leen bestemd voor het binnenlandsch ge
bruik in China. De Japanners hopen op
deze wijze de Chineesche burgerij en de
Chineesche kapitalisten in China en bui
ten China van den maarschalk te ver
vreemden, waarmede ze tot nu toe niet
veel succes hebben.
Voor en tegen-
Maar tegelijkertijd dat de Russen
den Chineeschen maarschalk Tsjang
Kai-Tsjek weder ondersteunen, be
strijden zij hem ook, want de Rus
sen zijn in Azië weder „communist"
geworden en met Russische onder
steuning worden de Chineesche com
munisten w7eder roerig en keeren
zich tegen den Chineeschen maar
schalk. Ik heb hier reeds meerdere
malen uiteen gezet, dat men de Chi
neesche communisten eigenlijk niet
als „communisten" kan beschouwen
De verpletterende meerderheid van
hen weet niets en begrijpt niets van
de communistische beginselen en
van Karl Marx kennen ze hoogstens
den naam.
De rol van Wang Tsjihg Wei.
Japan heeft in China zijn militaire actie
grootendeels gestaakt en poogt thans weder
het beoogde doel, de onderwerping van Chi
na, te bereiken langs politieke wegen. Be
halve de nationale regeering te Tsjoengking
bestaan er thans in China twee van de Ja
panners afhankelijke regeeringen, één te
Peking (Peipingj en één te Nanking.
De Japanners zijn nu al maanden
bezig een nieuwe „centrale" Chinee
sche regeering te vormen met als
hoofdpersoon (behalve de Japanners,
die achter de schermen blijven)
Wang Tsjing-Wei, een persoon, die
vroeger tot de nationale regeering
te Tsjoengking behoorde, maar het
roer omgooide en thans door de par
tij van Tsjang-Kai-Tsjek tot een
landverrader wordt verklaard.
De Japanners zijn zelfs niet meer ertegen
Tsjang-Kai-Tsjek op te nemen in deze cen
trale regeering, maar de maarschalk ge-
welt daar blijkbaar niet voor en houdt vast
aand en eisch, dat eerst de Japanners het
geheele Chineesche gebied moeten ontrui
men, waarvoor dezen natuurlijk niets gevoe
len.
Politieke moorden.
Er loopen echter geruchten, dat reeds on
derhandelingen met Tsjang-Kai-Tsjek gaan
de zijn. Dit is zeer goed mogelijk, want in
China houdt men van onderhandelen en
zijn (evenals trouwens in Europa) de meest
onwaarschijnlijke combinaties mogelijk. Ik
heb echter niet den indruk, dat die onder
handelingen goed vlotten tenminste te Sjang
hai blijft de verhouding tusschen voor- en
tegenstanders van Tsjang-Kai Tsjek uiter
mate vijandig.
Er gaat geen week voorbij of er
hebben eenige moorden plaats, waar
bij de politiek 'n rol speelt De meesten
dier moorden, bijna uitsluitend op
Chineezen, hebben plaats in de in
ternationale wijk der stad.
In het Fransche gedeelte, de Fransche
„concessie" komen moorden minder voor,
daar de bewaking er strenger is. De poli
tie in de Fransche concessie bestaat uit
Franschen (de chefs), Russen en Tonkinee-
zen, Chineezen uit Tokin, de Fransche kolo
nie in Zuid-China. Deze Tonkineezen spre
ken een andere taal en zijn ook van een
ander ras dan de Noord-Chineezen en de
geheele Chineesche politiek laat hen onver
schillig.
De vorige week werden er echter ook in
de Fransche concessie op klaarlichten dag
twee moorden gepleegd. Twee Chineezen,
waaronder een professor, werden er neerge
schoten en de daders ontkwamen. Ook bij
deze moorden, ging het om politieke geschil
len. Thans gaan weder door de straten der
Fransche concessie patrouilles, die eiken
verdachten Chinees aanhouden en hem on
derzoeken op wapens.
Kleinigheden
Over die moorden maakt men zich
hier niet in het minst ongerust. Men
is aan dergelijke kleinigheden ge
wend. Bovendien is het zeldzaam,
dat een Europeaan van zulke moord
aanslagen slachtoffer wordt, tenzij
het 'n Europeaan is, die zich sterk
met de Chineesche binnenlandsche
politiek bemoeit en zich bij één der
Chineesche politieke partijen heeft
aangesloten.
Merkwaardig avontuur.
Een merkwaardig avontuur overkwam de
zer dogen 'n Deen, een heel rustigen man,
die zich van alle politiek verre houdt. Hij
was op een donkeren regenavond op bezoek
geweest bij een vriend. Toen hij het huis
van dien vriend verliet stond er juist een
automobiel, een taxi. Hij nam dien automo
biel en wilde zich naar huis laten rijden.
Nauwelijks was hij ingestapt, of er traden
twee Chineezen in den automobiel, hielden
hem een revolver voor en dwongen hem op
den vloer neder te knielen. Daarop bon
den ze hem de oogen met een doek en ver
telden hem, dat hij onherroepelijk zou wor
den nedergeschoten als hij alarm maakte.
De automobiel zette zich in beweging, maar
waarheen hij reed kon de Deen met geen
mogelijkheid vast stellen. Tenslotte hield
men stil en men dwong den Deen uit te
stappen. Men voerde hen een huis binnen
en eerst daar nam men den blinddoek van
zijn oogen. De Deen bevond zich in een op
Chineesche wijze gemeubeld vertrek. Na ee
nige oogenblikken trad er een bejaarde
Chinees binnen, die den Deen goed opnam
en toen zeide: „Het doet mij leed. Er heeft
een persoonsverwisseling plaats gehad. Wij
zochten niet u, doch éen ander."
De Deen werd daarop weder geblinddoekt
en naar den automobiel gebracht, waarin
hij weder op den vloer moest plaats nemen.
De automobiel zette zich weder in beweging
en maakte na geruimen tijd halt. Den Deen
werd de blinddoek weder van de oogen ge
nomen. Men zeide hem uit te stappen en
zonder om te kijken te loopen in de tegen
overgestelde richting als waarvan de auto
mobiel was gekomen. Waagde hij het om
te kijken, dan zou men op hem schieten.
Even later hoorde hij den automobiel weg
rijden.
De Deen bevond zich in een afgelegen deel
der stad en hij was niet eerder gerust voor
dat hij een Europeeschen politieman had
gevonden, wien hij den weg kon vragen.
Den volgenden dag vertelde hij zijn avon
tuur op een politiebureau, doch het bleek
natuurlijk onmogelijk het geheimzinnige
Chineesche huis, waarvan hij zelfs den voor
gevel niet had aanschouwd, in de millioe-
nenstad terug te vinden. Ook hierbij ging
het blijkbaar om een politieke aangelegen
heid, want men had den Deen, die tamelijk
veel geld bij zich had, niets afgenomen.
Moordenaars te huur
Niet alle politieke moorden worden hier
gepleegd door menschen' met een politieke
overtuiging. Men kan hier moordenaars hu
ren en ze zijn niet eens zeer duur. Een
moord kost hier thans twaalf Shanghai-
dollar, ongeveer één Amerikaansche dollar.
J. K. BREDERODE.
Cassatieberoepen door Hoogen
Raad verworpen.
De Hooge Raad heeft gisteren de cassa
tieberoepen verworpen van den 45-jarjgen
koopman J. B. en den 55-jarigen smid P.
A. V., beiden te 's-Gravenhage, die door
de Haagsche rechtbank en in hooger
beroep door het Haagsche gerechtshof
tot gevangenisstraf waren veroordeeld,
eerstgenoemde tot negen jaren wegens 't
opzettelijk als echte en onvervalsche munt
speciën uitgeven, die hijzelf heeft nage
maakt of vervalscht of waarvan de ver-
valsching hem, toen hij ze ontving bekend
was (tweemaal gepleegd) en laatstge
noemde tot vier jaren terzake van het
„stoffen of voorwerpen voorhanden heb
ben waarvan hij weet, dat zij bestemd zijn
tot het maken van muntspeciën".
Deze valsc/he munterij was aan het licht
gekomen doordat genoemde J. B. in en
kele winkels te Leiden eenige nagemaakte
rijksdaalders had uitgegeven.
Achttienjarig meisje het slacht
offer. Ongeluk te Bergentheim.
Zondagavond is te Bergentheim (O.),
de achttienjarige Annie Bent, doch
ter van het hoofd der Nederlandsch
Hervormde School, door een schot uit
een dienstrevolver van den sergeant
van E. gedood.
Het ongeluk gebeurde, toen de ser
geant het meisje op haar verzoek de
werking van het wapen verklaarde.
Het lijk is voor sectie naar het zie
kenhuis te Hardenberg overgebracht.
Van E. is in de marechaussee-kazerne
in verzekerde bewaring gesteld.
109.
Z(jn ogen staarden strak voor zich uit, zon
der iets te zien. Meer dan een half uur lang
bleef h\j bewegingloos zitten. Buiten hoorde
hij het geluid van voetstappen, die langs de
deur kwamen. Hij vernam de stem van een
matroos, die zei: „Jonge, jonge! Het ziet er
niet fraai uit voor luitenant Zeedijk!"
„Ja," bevestigde een andere stem, „hij zit
in een lelijk parket!" De stemmen ebden weg.
110.
Opeens hoorde hij een luid gelach. Daarna
klonk de stem van Red Pennington van bui
ten. „Ze hebben hem niet zachtzinnig behan
deld!" riep Red. „En dat, na alles was hij
gedaan heeft voor
„Ja, maar vergeet niet, dat hij over zich
zelf het schuldig heeft uitgesproken, Pen
nington," sprak een andere officier. „Dit heeft
aan zijn zaak geen goed gedaan!" Een wan
hopig gemopper kwam over Penningtons
lippen.
111.
Al die tijd zat Jan Zeedijk in de scheeps
cel op de brits, recht voor zich uit te sta
ren. Eindelijk werd de deur geopend en een
ordonnans trad binnen.
„U wordt in de officierskajuit verwacht,
mijnheer," zei hij meewarig.
Zeedijk stond op en rekte zich uit. „Ik
heto, ik vind het vreselijk voor U, mijn
heer", zeide ordonnas met een toon van
medegevoel in zijn stem.
112.
Jan Zeedijk keek den man met een glim
lach op het gezicht aan en knikte begrij
pend. „Ik ben gereed, sprak hij rustig. Hij
volgde den ordonnans uit de cel. Een paar
officieren ilepen achter hem aan op weg
naar de krijgsraad.
„Treed naar voren. Zeedijk en luister
naar Uw vonins", klonk het bevel, toen Zee
dijk in de officierskajuit was gekomen, waar
de jury op hem zat te wachten.
WOENSDAG 6 DECEMBER 1939.
Hilversum L 1873 en 414.4 m.
NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart,
8.00 Berichten ANP.
8.05 Schriftlezing, Meditatie.
8.20 Gramofoonmuziek. (9.309.45 Geluk-
wenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Ensemble v. d. Horst.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Berichten ANP.
12.40 Ensemble v. d. Horst.
1.40 Gramofoonmuziek.
2.102.55 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek.
3.00 Christ. lectuur.
3.30 Gramofoonmuziek.
4.15 Kinderzangklasse en gramofoonmuziek.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de jeugd.
6.00 Friesche uitzending.
6.30 Taalles en causerie: „De bediening, het
onderhoud en de samenstelling van stoom
machines en stoomketels aan boord van
schepen".
7.00 Berichten.
7.15 Voor postzegelverzamelaars.
7.45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber.
8.15 Vroolijk programma.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Quatre-mans en gramofoonmuziek.
11.10 Gramofoonmuziek.
ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II. 801.5 m.
VAR A-uitzending.
10.00—10.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
9.30 Causerie: „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de oCntinubedrijven.
11.30 Voor de vrouw.
12.15 Het Rosian-orkest.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
I.00—1.45 VARA-orkest.
2.00 Kniples.
2.30 Cello en piano.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 Kinderzang (opn.).
5.506.30 Gramofoonmuziek.
6.35 Orgel, xylofoon en cymbaal.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Causerie: „De ongevallenwet ln de
practijk".
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berichtent.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 VARA-orkest.
9.00 Radiotooneel.
9.30 Mannenkoor G. E. W. A. en solisten.
10.00 Causerie: „Schuldig of onschuldig?"
10.10 De Ramblers.
10.40 Causerie: „Huwelijksmoeilijkheden".
II.00 Berichten ANP.
11.1012.00 Gramofoonmuziek.
aar 't Engelsch va» A. W. Marchmont
44.
„Zooals je wilt. Maar laat ik je eerst nog
iets zeggen. Ik heb eens en voor altijd afge
daan met mijn vroegere slapheid en karakter
loosheid; dat zweer ik je. Nu ik als door een
wonder aan den dood ben ontsnapt en de ge
volgen zie van mijn lichtzinnig egoïsme, zijn
de schellen mij van de oogen gevallen. Maar
jij hebt vanavond mijn leven gered en ik zou
je graag mijn dankbaarheid willen bewijzen
„U kunt niets voor mij doen," antwoordde
Dessie stroef. „Die ellendeling boven heeft mijn
leven bedorven en nu ben ik niet meer te
helpen."
„Ik zal Cheriton opzoeken en hem alles ver
tellen wat ik gedaan heb," beloofde Landale.
„Niets wat u zegt of doet kan ongedaan
maken wat gebeurd is," meende Dessie.
Hiermee scheidden ze. Hij was met haar
meegeloopen tot ze bij een taxi waren en toen
25 ingestapt was, zei hg op ernstigen toon:
„Ik zou mijn leven willen geven om 1ou ge
lukkiger te maken; ik bedoel zooals jijzelf
je geluk ziet."
Ze gaf geen antwoord, maar de verandering
in hem verheugde haar tenminste als die
blijvend zou zijn en niet de impuls van een
oogenblik. Ze had geen reden om overmatig
veel vertrouwen in hem te hebben...
Ze reed eerst naar haar kamers om Daphne
gerust te stellen. Het was donker op haar flat
en toen ze licht gemaakt had vond ze een
haastig geschreven briefje van haar zuster,
dat deze naar mrs. Markham was gegaan en
of ze onmiddellijk wilde nakomen, zoodra ze
thuiskwam.
Dessie ging weer naar heneden en riep
een taxi aan om haar naar South Kensington
te brengen. Ze had zich toch voorgenomen
naar Dora te gaan om deze op de hoogte te
stellen van wat er dien middag en dien avond
gebeurd was.
Met een behaaglijk gevoel leunde ze achterover
in de kussens van de auto, terwijl de koele
avondlucht langs haar gloeiend voorhoofd
streek. De man, die de afgeloopen dagen de
verschrikking van haar leven was geweest, zou
zijn laatste wandaad dus met den dood boeten
en haar vriendin zou voor een huwelijk met
dezen boosdoener gespaard blijven. Ze huiverde
bij de herinnering aan de ondragelijke zenuw
spanning, die ze had uitgestaan, toen die on-
mensch in de inktzwarte duisternis rondtastte
om haar te vinden en te vermoorden en ze sloot
de oogen bij de gedachte aan de niet onder
woorden te brengen ontzetting, toen zijn han
den zich om haar heensloten en ze van aange
zicht tot aangezicht met den dood had gestaan.
In Dora's huis kwamen Daphne, miss Da
venant, Vezey en Tom in de hall om haar te
begroeten en Tom, die moe en noodeloos terug
gekomen was van een lang en vruchteloos
zoeken naar den man, die hem zoo handig had
beetgenomen, snelde op haar toe en nam haar,
niet zich storend aan haar protesten, in zijn
armen. Daarna voerde hij haar, haar half on
dersteunend, half dragend, daar ze van uitput
ting ternauwernood meer op haar beenen kon
staan, de kamer binnen, waarheen ook de an
deren in spanning teruggingen.
„Ik weet alles, liefste", fluisterde hg onder
weg. „Je zuster heeft het verteld en ik vind
het ellendig, dat je dacht dat het eenig ver
schil voor mg zou maken."
„Ik mocht het van hem niet vertellen, Tom",
fluisterde ze terug, ondanks zichzelf gelukkig
zijn armen om zich heen te voelen en met een
te warme en veilige gewaarwording om nog
tegenwerpingen te maken. „Hij dreigde dat de
heele geschiedenis bekend zou worden en
Daphne het slachtoffeer ervan zou zijn."
Zoodra ze in de kamer waren, maakte ze zich
los van Tom en ging naar mrs. Markham toe.
„Dora", begon ze zacht, „ik moet je iets
vreeselijks vertellen; ik hoop, dat je je flink
zult houden. Uit het feit, dat miss Davenant,
mr. Vezey en mijn zuster hier bijeen zijn, leid
ik af, dat je eindelijk gehoord hebt, wie die
De Montalt eigenlijk is; ik heb dat allang ge
weten. Ik heb dat afschuwelijke geheim eigen
lijk niet kunnen dragen en ik heb een zwaren
strgd gestreden of ik zwijgen moest en jou
met hem laten trouwen of je waarschuwen en
onze vriendschap daaraan opofferen."
„Maar waar ben je in vredesnaam geweest,
Dessie?" viel Tom ongeduldig in.
„Ik ben maar net aan den greep van den
dood ontsnapt", antwoordde ze en toen ver
telde ze, naast mrs. Markham gezeten en haar
hand vasthoudend, wat er gebeurd was sinds
het oogenblik dat ze haar kamers had verla
ten. Terwille van haar vriendin echter vermeed
ze de Montalt al te zwart af te schilderen.
Ze waren allen diep onder den indruk van
het verhaal en direct toen mrs. Markham ver
nam, dat de man, dien ze zoo blindelings aan
bad, zwaar gewond en misschien al stervende
was, stond ze er op onmiddellijk naar hem toe
te gaan.
HOOFDSTUK XXIX.
Het blijde einde.
Na een paar dagen was Dessie weer geheel
van de doorstane emoties bekomen. Mrs.
Markham had erop aangedrongen, dat ze
voorloopig bg haar zou blijven, doch haar
vriedin was nog steeds in St. John's Wood
en daarom was Dessie maar naar haar eigen
kamers teruggekeerd. De Montalt leefde langer
dan de dokter had verondersteld ofschoon
hij ten doode opgeschreven was, "hield zijn
ïjzersterk gestel den strijd tegen het beslis
sende einde nog verschillend! dagen vol en
mrs. Markham week niet van zijn zijde. Hoe
wel ze thans wel, tot haar bittere ontgoo
cheling, moest erkennen, dat de beschuldigin
gen tegen den man met wien ze had zullen
trouwen, maar al te juist waren, bleef haar
liefde voor hem ongeschokt en ze spaarde
geen offer van moeite en toewijding, om hem
zijn laatste uren lichter te maken. Wondere
wegen van het vrouwenhart...
Tom en miss Davenant waren genoodzaakt
geweest zoo spoedig mogeiijk te vertrekken,
daar de toestand van hun oom nog steeds
geen langdurige afwezigheid toeliet. Ook
Daphne „zuster Morland" ging den vol
genden morgen weer naar het Noorden om
haar verpleegsterstaak te hervatten, doch
eerst deed ze nog een stap waar Dessie niets
van wist. Ze stelde een uitvoerig en nauwkeu
rig relaas op schrift van de werkelijke toe
dracht van den moord, waarvan de verden
king op héér rustte en gaf dit document aan
Tom Cheriton.
„Als Colimbert of de Montalt zooals hij
zich het laatst heeft genoemd, voor hij sterft
nog bij bewustzijn komt, probeer dan hem
dit te laten lezen en van hem gedaan te krij
gen dat hij de waarheid ervan bevestigt. Hij
is een impulsief mensch en het is niet onmo
gelijk dat mrs. Markham hem bewegen kan
in het aangezicht van den dood een volledige
bekentenis af te leggen."
Tom Cheriton vond het een uitnemend idee
en met een korte toelichting vertrouwde hij
mrs. Markham het stuk toe. Hij gaf haar
instructies wat ze te doen had als de Montalt
blyk gaf nog iets goeds te willen maken en
sir Edmund Landale stelde hij eveneens op
de hoogte. Deze, die als landheer het ambt
van kantonrechter vervulde, en wiens aanwe
zigheid als officieel persoon van groote
waarde was als de stervende een bekentenis
aflegde of onderteekende, beloofde in de na
bijheid te zullen blijven om 'bij de hand te
zijn als dat noodig was.
Zooals gezegd, Dessie wist van dit alles
mets, en in Je dagen, die op de dramatische
gebeurtenissen in St. John's Wood volgden,
verdiepte ze zich vooral in de vraag hoe de
toekomst zou zijn, nu de Montalts bedreigin
gen haar niet meer boven het hoofd hingen.
(Wordt vervolqd.)