Jan Zeedijk in Amerika
U.H bedrieglijke
Radioprogramma
De Avonturen van
het londensche publiek eenigen
tijd verstoken van een interes
sant en vaak vermakelijk
schouw- en hoorspel.
feuilleton
MONICA HART
door R. J. VAN NEERVOORT
Het Engelsche
Op 13 B-scember 1939 hield het En
gelsche Lagerhuis voor het eerst
sedert 20 jaar weer een geheime
zitting. De publieke tribune moest
geheel ontruimd worden; alleen de
leden van het Hoogerhuis mochten
er blijven. Hierdoor zijn de Londe-
naars eenigen tijd verstoken van
het interessante en vaak armusante
schouw- en hoorspel, dat een zit
ting van het Lagerhuis doorgaans
biedt.
De besprekingen en beslissingen, die in
den laatsten tijd in het Engelsche Lager
huis gehouden en genomen worden, zijn
van dien aard dat de belangstelling .van
de geheele wereld naar dit belangrijke li
chaam uitgaat Vanaf het oogenblik echter,
waarop het Lagerhuis voor een geheime
zitting bijeen is gekomen, mag op geenerlei
wijze ook niet in gesprekken met huis-
genooten e.a. mededeeling worden ge
daan van hetgeen behandeld wordt op de
vergaderingen. Alleen een door de censuur
uitgegeven en toegelaten versiag van het of-
ficieele persagentschap mag worden gepu
bliceerd. Het spreekt vanzelf, dat door
deze maatregelen de belangstelling voor het
Engelsche Lagerhuis alom nog veel grooter
is geworden.
HET OUDSTE PARLEMENT
TER WERELD.
Doch het mag geen wonder worden ge
noemd, dat aller aandacht doorgaans altijd
gevestigd is op het Lagerhuis, want het is
een belangrijk en machtig lichaam. De
Engelsche volksvertegenwoordiging is het
oudste Parlement ter wereld. Het ontstond
op grond van de „Magna Charta", de eerste
Engelsche grondwet van het jaar 1215. In
1350 vond er een verdeeling plaats; daarbij
werd het Hoogerhuis gevormd, waarin de
vertegenwoordigers van den adel en de
kerk zitting hadden, en het Lagerhuis,
waarin de vertegenwoordigers van het
volk bijeenkwamen. Eeuwenlang vergader
den de beide Kamers in een kerk, de St.
Stephana-kapel. Pas in 1834 werd dit eer
biedwaardige gebouw door een vreeselijke
brand vernield. De Kroon schreef een natio
nale prijsvraag uit voor nieuwe bouwont
werpen en van de 97 binnengekomen ont
werpen werd tenslotte dat van den archi
tect Barry aangenomen. In 1840 werd de
eerste steen voor het geweldige gebouw ge
legd en 't duurde meer dan zeventien jaar,
eer het geheele werk voltooid was. De
kosten beliepen drie millioen pond sterling.
Maar daarvoor bezat Engeland dan ook
een parlementsgebouw, dat ongetwijfeld
mooier en grootscherwas dan eenig ander
regeeringsgebouw in andere landen. Alleen
al de frontgevel aan de Theems is meer dan
300 meter lang.
HET „SARDINENBLIKJE".
Tegenover deze afmetingen is de beknop
te ruimte der beide zittingszalen beslist
Huis „uitverkocht" is.
HET TELLEN VAN DE STEMMEN.
Wanneer een Lagerhuislid iets te zeggeu
heeft, dan doet hij dit gewoon vanaf zijn
plaats. Hij richt zijn verzoeken rechtstreeks
tot den competenten minister, die eveneens
vanaf zijn plaats antwoord geeft. Natuur
lijk is het voor de leden, die op de achter
ste rijen zitten, heel moeilijk en dikwijls
onmogelijk om de discussie te volgen of er
door
16.
WINSTON CHURCHILL,
een der slagvaardigste sprekers
van het Lagerhuis.
verrassend. Zij zijn lang en zeer smal. Niet
ten onrechte gebruiken de volksvertegen
woordigers den bijnaam: het „sardinen-
blikje". Het Hoogerhuis heeft meer weg
van het koorgestoelte in een kerk, dan van
een parlementaire vergaderzaal. Aan de
smalle voorzijde staat de troon van den
Koning en van de Koningin.
„UITVERKOCHT".
Ofschoon de Koning zelf in het Lagerhuis,
het „House of Commons" nooit verschijnt,
is dit lichaam van het Engelsche Parle
ment toch van doorslaggevende beteekenis.
Hier, voor de afgevaardigden van het En
gelsche volk, wordt iedere belangrijke po
litieke discussie voor de beslissingen der
regeering gevoerd. De ruimte, waarin alle
problemen van het Britsche Rijk besproken
worden, is zoo smal en beknopt, dat van
de 615 leden... maar 450 tegelijk een zit
plaats kunnen vinden! En zoo kan het ge
beuren, dat er op „groote dagen" een ware
wedloop om zitplaatsen ontstaat. Bijna een
derde deel der volksvertegenwoordigers
hebben dan geen toegang meer, omdat het
zelf tusschen te komen. Zoo zijn er velen,
die gedurende hun geheelen ambtstijd,
waarvoor de staat hun een honorarium
van 400 pond per jaar betaalt, niet één en
kele maal hun stem in het Lagerhuis doen
hooren. Slechts stemmen, dat mogen ze!
Zoodra de „speaker" degene, die de ver
gadering leidt het tot een stemming
laat komen, volgt er een merkwaardig
schouwspel. De „ja-zeggers" marcheeren in
een ganzegangetje naar de rechterhoek
van de zaal en de opponenten rfaar de
„neen-hoek" aan den linkerkant van den
spreker. De z.g. „tellers", beproefde ambte
naren van het Parlement, tellen vervolgens
de stemmen voor en tegen. „De carrière van
een Engelsch politicus gaat slechts via een
paar rijen banken, van de achterste naar
de voorste rij!", merkte eenmaal Winston
Churchill, een der slagvaardigste sprekers
van het Lagerhuis op.
Hij wees daarmee tegelijkertijd een op
stand van de „achterste-bankers" van de
hand, die zich beklaagden over hun „ach
teruitzetting."
EEN SCHANDAAL.
De eerwaardige leden van het parlement
hebben zich weten te behelpen en uit pro
test bezetten ze eenvoudig de publieke tri
bune, omdat zij blijkbaar van daaruit de
onderhandelingen beter kunnen volgen. Dat
leidde eens tot een merkwaardig incident.
Een oeroude wet wijst ieder der twee ge
slachten een eigen tribune aan, die door
gaas van elkander gescheiden zijn. De pro-
testeerende vrouwelijke Parlementsleden
dachten waarschijnlijk niet meer aan de
traditioneele wet, toen de ambtenaren haar
verboden, de tribune der mannen te betre
den. Een groot schandaal was het resul
taat; en het gevolg was, dat de afgevaar
digden ,toen zij van hun „hoordersplaats'
terugkeerden voor de afschaffing der -„da
mestribune" stemden. Eerst in 1927 werd
het gaas tusschen de mannelijke en vrou
welijke parlementsleden verwijderd.
DE „SCHOONHEIDSDOKTER"
AAN 'T WERK.
Ieder jaar opnieuw zijn de debatten in
het Lagerhuis even heftig, maar de lezers
van de officieele protocollen merken daar
van niets. Immers, de „schoonheids-dokter"
der Parlementsbesluiten heeft tot taak,
alle onparlementaire uitdrukkingen uit de
blauwe cahiers der „officieele rapporten"
te verwijderen. Een paar jaar geleden be
roofde een in woede ontstoken vertegenwoor
diger den speaker van zijn beroemden ha
mer, welks slagen het tumult der debat
ten verre overstemt. Terwijl de dagbladen
heele kolommen over dit incident volschre
ven, stond er in het betreffende protocol
maar een enkel regeltje over deze gebeur
tenis. Een merkwaardig gebruik is ook het
roepen van „hear! hear!", wanneer men het
met een spreker eens is.
Buitenstaanders zullen echter voorloopig
verstoken blijven van de „amusementen",
welke de zittingen van het Engelsche Lager
huis zoo vaak bieden...
WOENSDAG 37 DECEMBER 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Berichten ANP.
8.05 Schriftlezing en meditatie.
8.20 Gramofoonmuziek (9.309.45 Geluk-
wenschenj
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Viool, piano en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12,15 Gramofoonmuziek.
I.Ó0 Quintolia en gramofonmuzïek.
2.252.55 Christ. lectuur.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.30 Zang en piano.
4.30 Gramofoonmuziek.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de jeugd.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.30 Causerie: „Sproeischema voor vrucht-
boomen".
7.00 Berichten.
7.15 Literair halfuur.
7.45 Orgelspel.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber.
8.15 Orgelspel.
8.45 Gooisch symphonie-orkest.
9.30 Actueel halfuur.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Lezing: „Ons gezin in de crisis".
10.35 Gooisch symphonie-orkest en soliste.
II.15 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum H. 301.5 m.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO.
11.00—11.30 v.m. en 6.30—7.00 RVU. 7.30—
8.00 VPR.
8.00 Berichten ANP,
8.10 Orgelspel.
8.45 Gramofoonmuziek.
9.30 Causerie: „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven.
11.00 Causerie: „Ziekenverpleging in moei
lijke tijden".
11.30 Voor de vrouwen.
12.00 De Ramblers.
12.30 Esmeralda en solist.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.00 Eemeralda en solist.
I.151.45 Orgelspel.
2.00 Causerie „Stofversieren".
2.30 VARA-orkest.
3.15 Voor de kinderen.
5.30 VARA-orkest.
6.30 „Het probleem der onsterfelijkheid",
lezing.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Koorzang.
7.30 Meisjeskoor van de Vrijzinnig-Christ.
Jeugdgemeenschap (7.407.50 Korte toe
spraak).
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.20 Rosian-prkest en solist.
8.55 Schaaknieuws.
9.00 Radiotooneel.
9.30 Pianoduo Arno en Jabin, Mario Rico's
„Sweet and Swing Hawaiians" en solisten.
10.00 VARA-strijkorkest.
10.40 Medische vraagbaak.
II.00 Berichten ANP.
11.10 Schaaknieuws.
11.15 Viool en piano.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
DONDERDAG 28 DECEMBER 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—12.00 NCRV.
8.00 Berichten ANP.
8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest.
177
„Bindt de mannen stevig vast", zei Pen-
nington. „We zullen hier op Centaur wachten.
De gevangenen werden vlug gebonden. Daar
na deed Red Pennington de lichten in alle ka
mers en gangen van het huis uit.
Twintig minuten later kwam er een auto
aangereden. „Uit het gezicht, allemaal!" waar
schuwde Red, terwijl hij door het raam gluur
de. „Daar komt hij!" Centaur liep vlug het
donkere huis binnen.
„Er brandt nergens licht", zei hij op bozen
toon. „Wat heeft dat te betekenen? Waar zit
ten ze allemaal?" Op dat ogenblik vond Rufe
het knopje van het licht en draaide dit om.
179.
Op het moment dat het licht aanging,
sprongen de zeelieden te voorschijn en wier
pen zich op Centaur en Rufe. De verschrikte
mannen raasden en tierden van woede. Plot
seling trok Centaur zijn revolver. Er klonk
een schot uit het wapen van Red. Centaur
liet zijn revolver vallen. Hij viel op de grond
en wilde opnieuw zijn revolver grijpen.
180.
„Blijf van die revolver af, Centaur',, waar
schuwde Red kalm. „Je hebt het wapen niet
meer nodig. De Schorpioenbende heeft nu een
andere leider, dank Jan Zeedijk!"
De groene ogen van Centaur staarden Red
aan. „Alweer Zeedijk!" mompelde hij. Zijn
haat tegen Jan kende geen grenzen meer,
maar het was te laat voor hem om nog iets
te kunnen bereiken, want alle leden waren
gevangen genomen alles was Verloren.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
I.10 KRO-orket.
2.002.55 Handwerkuurtje.
3.00 Vrouwenhalfuurtje.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 Handenarbeid voor de jeugd.
5.30 Het Spaarne-sextet en gramofoonmuziek
6.45 C.N.V.-kwartiertje.
7.00 Berichten.
7.05 Internationaal overzicht.
7.45 Causerie over koperzagen.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berichten.
8.15 Propaganda-avond.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Pianovoordracht en gramofoonmuziek.
II.10 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum II. 301.5 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
AVRO.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
9.00 Concert (opn.).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Voor de vrouw.
10.35 Viool en piano.
11.00 Causerie „Zijlichten".
11.10 Omroeporkest en pianosoli.
12.15 Ensemble Jetty Cantor.
12.45 Berichten ANP, gramofooqnmuziek.
1.00 Ensemble Jetty Cantor.
2.00 Voor de vrouw.
2.30 Zang met pianobegeleiding.
3.00 Verkorte opera „Der Wildschütz" (opn.)
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Disco-causerie.
5.30 AVRO-Amusementsorkest en solisten.
6.30 Sporthalfuur.
7.00 Pianovoordracht.
7.35 Gramofoonmuziek.
7.40 „Inundatiën", lezing.
8.00 Berichten ANP, mededeelingen.
8.15 Koor van de Koninklijke Oratoriumver-
eeniging „Kerkgezang", Utrecht en het Om
roeporkest.
9.00 Radiotooneel.
10.00 AVRO-Amusementsorkest, AVRO-
Girls en soilsten.
10.30 Gramofoonmuziek met toelichting.
11.00 Berichten ANP, hierna: AVRO-Dans-
orkest.
11.3512.00 Veres Lajos' Zigeunerorkest.
Maar reed hij niet recht in een land, dat
in opstand was? Toch was er iets, dat hem
zei, dat wat hem daarnet overkomen was het
werk was van enkele vrijbuiters, die van de
tijden van onrust gebruik maakten, om on
schuldige reizigers te overvallen. Toen hij tot
die conclusie gekomen was, voelde hij zich
merkbaar opgelucht, want... daar in de
Vlakte stond een huis!
„Hotel" las hij met verbazing, toen hij het
bord, dat aan een paal bij de veranda zat,
dicht genoeg genaderd was om het halfuit-
gewischte woord te kunnen ontcijferen. Hij
steeg af, gooide de teugels over den kop van
het paard, dat, zooals de meeste paarden in
Afrika gewend was, zoo urenlang vaak op
zijn meester te staan wachten... en ging
naar binnen.
In het huis was geen teeken van leven. Hij
keek door een deur in een vertrek, dat klaar
blijkelijk als keuken dienst deed of gedaan
had, maar ook daar was niemand.
Op een plank stonden een paar flesschen,
die er in de gegeven omstandigheden zeer
aantrekkelijk uitzagen.
De eigenaar is zeker even van huis,
mompelde de vreemdeling, nu, dan zal ik
een voorloopig mijzelf maar even bedienen.
Dat deed hij en na een glas in één teug
geledigd te hebben, ging hij aan de tafel zit
ten en stopte een pijp. Terwijl hij hiermee
bezig was, hoorde hij opeens geschuifel ach
ter zich en voor hij den tijd gehad had om te
zien wat dit beteekende, voelde hij twee ar
men om zijn hals slaan en een zachte vrou
wenwang tegen zijn zonverbrande gezicht.
Eindelijk, zei een vriendelijke stem.
ik heb den heelen tijd naar je uitgekeken.
Krijg ik geen zoen van je? Nu, dan krijg je
er een van mij.
Toen hij de vrouw eindelijk zag bij het
licht van een staande petroleumlamp, merkte
hij, dat ze er aardig en aantrekkelijk uitzag,
dat ze jong was en vreeselijk verheugd scheen
dat ze hem zag.
Hem? Een oogenblik was het bij hem op
gekomen, dat zij hem voor een ander hield
en hij had zich ook al op uitroepen van ver
bazing en schrik voorbereid, als ze hem beter
bekeken zou hebben, maar er gebeurde niets
van dien aard; integendeel. Het viel hem op,
dat zij een trouwring droeg.
Ik heb goed opgepast, sinds je wegge-
loopen bent, praatte ze. Kijk maar, en zij
hield een flesch in de hoogte; ik heb er
niets uit gedronken. Zelfs niet in mijn een
zaamheid. Zelfs niet toen ik mij herinnerde
wat Ndabamatoba zei, dat het huis boven
onze hoofden in brand zou steken. Maar nu
is het allemaal weer goed hè?
Ja, ja, weer heelemaal goed, mompelde
de vreemdeling, zoo troostend en vriendelijk,
als hem mogelijk was. Maar wat moest dit
allemaal beteekenen. -Opgepast sinds hij
weggeloopen was? En van iemand den
naam had hij maar voor de helf verstaan
die gedreigd had, het huis boven onze
hoofden in brand te steken? Was die vrouw
gek geworden. Het leek hem het veiligst om
haar maar niet tegen te spreken.
Ik zal maar eens naar mijn paard
gaan kijken, zei hij. Dan heeft zij den tijd om
tot zichzelf te komen, dacht hij bij zichzelf.
Goed, doe dat, ondertusschen zal ik wat
voor je klaar maken. Het kuiken, dat die
vervloekte hond toen niet te pakken heeft
gekregen, is er nog. Ik zal het nu voor je
braden. Kom maar gauw weer terug.
De reiziger ging naar buiten en begaf zich
naar den stal. Na eenig zoeken vond hij hooi
en weldra was zijn paard van alles voorzien.
Toen hij weer naar het huis terug ging, was
het heelemaal donker geworden.
Bij zijn binnenkomen woei hem uit de keu
ken een lekkere lucht tegemoet en zijn oor
werd aangenaam door het geluid van bak
kende boter getroffen. Hij ging naar de keu
ken, waar hij zijn schoone gastvrouw bij het
vuur zag staan.
Zeg, begon hij aarzelend, waar*kan ik
mij hier ergens wasschen?
Zijn woorden werden met een luid gelach
begroet.
Wat is dat voor een nieuwe mop, net
te doen of je hier den weg niet weet. Wil jij
mij laten voelen, dat we hier in een hotel zijn
en elk oogenblik gasten kunnen verwachten?
Ze kwam van haar plaats achter het vuur
en legde haar handen op zijn schouders.
De vreemdeling bekeek haar aandachtig,
terwijl zijn gedachten zich nog steeds met de
vraag bezig hielden, wat dit alles te betee
kenen had. Ze hield hem voor een ander,
maar ze scheen dien ander heel goed te ken
nen, zoodat een vergissing haast niet moge
lijk was.
Een vaag geluid aan de voordeur deed hen
beiden in die richting kijken, terwijl zij hem
haastig losliet. In de deuropening stak tegen
de duisternis buiten een groote man af, die
een revolver getrokken had, die door enkele
verdwaalde stralen van de lamp belicht werd
De vrouw vluchtte naar den anderen hoek
van het vertrek. Toen de vreemdeling naar
den indringer keek, bleef hij stokstijf staan
en hij zag, hoe, op diens van woede vertrok
ken gelaat een onuitsprekelijke verbazing
zich afteekende. De hand, die de revolver
gericht had, viel slap langs zijn lichaam. En
zijn gelaat werd grauw.
De vreemdeling bleef niet alleen stokstijf
staan, maar er kwam ook een ongeloovige en
dan een verbaasde trek op zijn gezicht. Want
de man, die daar tegenover hem stond, kon
zijn spiegelbeeld zijn; één oogenblik dacht
hij bijna dat hij tegenover zijn geest stond,
zóó sprekend was de gelijkenis. Een heelen
tijd stonden de beide mannen elkaar sprake
loos aan te kijken, têrwijl de vrouw schuw
van den een naar den ander keek. Eindelijk
verbrak een ruwe stem, die verried, dat haar
eigenaar een liefhebber van sterken drank
was, de stilte met de woorden:
Wel allemachtig.
HOOFDSTUK XIV.
DE OPLOSSING VAN HET RAADSEL.
Wel allemachtig, herhaalde de éérst-
aangekomene, zonder zijn verbaasden blik
van den ander af te wenden.
De vrouw scheen niet in staat ook maar
iets te zeggen. Ze keek van den een naar
den ander en snakte naar adem.
De man, die het laatst gekomen was, was
de eerste die weer tot zichzelf kwam.
Wat heeft dit te beteekenen? vroeg hij
op hoogen toon. Malina, hoor je m(j niet;
ik vraag wat dit te beteekenen heeft.
Ik weet het niet, maar ik geloof dat de
duivel hier de hand in heeft.
Och loop rond, vervolgde de man, en hij
deed een stap in de richting van de vrouw,
die daarop nog verder in haar hoek terug
kroop. Maar zegt u liever eens, zei hij tegen
zijn dubbelganger, als u mij niet kent, wie
bent u dan wèl?
Ik kon u hetzelfde vragen, maar ik zal
eerst uw vraag beantwoorden, was het ant
woord van den reiziger. Mijn naam is Hal
font, en ik ben hier heel toevallig beland. Ik
kom van Matulia en even voordat ik hier
kwam dacht ik heusch dat ik verdwaald
was.
Dat is allemaal goed en wel, antwoord
de de ander, die Halfont den tijd niet gunde
om uit te spreken, maar wat beteekent het
dan dat ik u hier zoo bij mijn vrouw zag?
Zijn vrouw, die aan de beweging, die Hal
font gemaakt had toen haar man dreigend
op haar af kwam, gezien had dat ze op zijn
bescherming kon rekenen, kwam hem nu te
hulp.
Is dat nu zoo wonderbaarlijk? Jullie
lijken immers als twee druppels water op
elkaar? Zelfs nu, als ik jullie zoo naast
elkaar zie, zou ik jullie niet uit elkaar ken
nen als ik met een doek voor mijn oogen
een paar keer rondgedraaid werd. Of ja, toch
wel, aan die stop in je broek. Heelemaal
trouwens aan jullie kleeren, maar daar heb
ik eerst niet op gelet; wie denkt ook aan
zooiets
Dus je wilt er een eed op doen dat je
hem voor mij hebt aangezien? zei de ander.
Natuurlijk. Iedereen zal moeten toegeven
dat men zich gemakkelijk in jullie beiden kan
vergissen.
Ja, dat is zeker zoo, zei Halfont. Nu we
weten dat het op een vergissing berust, ge
loof ik niet dat we er verder over behoeven
te spreken. Maar als ik vragen mag: Wie
bent u eigenlijk?
Het gezicht van den ander vertoonde een
achterdochtige uitdrukking.
Mijn naam wou u weten? Nu, daar hoef
ik mij niet voor te schamen: Harland...
Harvey Harland. Ik ben de eigenaar van het
„Berg-Hotel", dat u hier in afzijn prlcht en
praal aanschouwt, en hij maakte een min-<
achtend gebaar.
Ze% Malina, geef eens wat waarmee
meneer en ik op onze kennismaking kunnen
drinken.
Nadat de glazen gevuld waren, klonken ze
op de kennismaking. Ondertusschen namen
ze elkaar nog eens op.
Wel allemachtig viel Harland plotseling
weer uit Ik heb nog nooit zooiets geks mee"
gemaakt. We konden wel tweelingen zijn! En
......maar hij maakte zijn zin niet af; in-
daarvan sprong hij op en riep, naar
Halfonts gezicht wijzend: Nee maar, kijk
daar eens, precies dezelfde litteekens!
Halfont keek naar zijn dubbelganger en
b±l?Prakel0,0S Zitten' Want inderdaad het
gezicht van den ander vertoonde dezelfde
had66 Hof h'J Vfn zijn Seboorte af bezeten
ad Het was wel een griezelige toevallig-
(Wordt vervolffd.)