Overheid moet onder
nemer den weg wijzen
Ontroerend symbool
vuren van Tohr
^AKKERTJE
ten bedrieglijke-
qeUjJkctxU
Steekpartij uit minnenijd
Radioprogramma
door Edgar Rice Burroughs
MONICA HART
Zware straffen tegen
inbrekers geëischt
Zenuwachtig
De goedgeloovige kapster
De invloed van den oorlogstoe
stand besproken door dr. F. H.
F ent ener van Vlissingen.
Bij den aanvang van de gistermiddag ge
houden eerste zitting in het Nieuwe Jaar
van de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Utrecht, gaf de voorzitter, dr. F.
B. Fentener van Vlissingen een korte be
schouwing over de ontreddering van onze
wereldhuishouding door het op 3 September
jn Europa uitgebroken gewapend conflict.
Sedert het uitbreken van dat conflict
aldus spr. wordt het internationale- en
nationale bedrijfsleven sterk beheerscht
door factoren, die tot de economie slechts
in een zeer verwijderd verband staan.
De tijd neg niet rijp.
Het particulier bedrijfsleven, dat thans
veel moet ondergaan, dat het verkeerd, on
gezond en onrechtmatig acht, zal, nu wij
nog maar in den aanvang van dezen totali-
tairen oorlog staan, veel lijdzaam moeten
dulden, dat voorshands onvermijdelijk
schijnt. Het zal zich vooralsnog voorname
lijk moeten concentreeren op de zware taak
om te trachten zich ondanks alles te hand
haven daar en voor zoover dit maar eenigs-
jins mogelijk is. Eerst als de door den oor
log nieuw geschapen toestand op econo
misch gebied zich duidelijker gaat afteeke-
nen, als een juistere bepaling van de elkaar
tegenwerkende krachten mogelijk blijkt en
een beter overzicht te verkrijgen is van de
wegen, die voor het bedrijfsleven open blij
ven, zal naar spr.'s meening de tijd geko
men zijn voor een opbouwende critiek en
éen doelmatig verzet tegen al hetgeen nu
de bedrijfsbelangen zoo ernstig bedreigt.
De taak van de overheid.
De politieke hoogspanningen, waarvan de
atmosfeer, die ons omringt, bezwangerd is,
maken, dat wij onzen weg moeten kiezen
met voorzichtigheid, kalmte en beleid, doch
ook met durf en een vastberadenheid, die,
zonder zich door machtsvertoon te laten
intimideeren rekening houdt met hetgeen
praktisch bereikbaar is.
Dien weg te kiezen en aan te ge
ven is de taak van de overheid. Het
particuliere bedrijfsleven zou een
cardinale fout begaan, indien het
dit niet zou willen inzien, maar
aan den anderen kant zou de over
heid aan onze volksgemeenschap
geen slechteren dienst kunnen be
wijzen dan door onder de tegen
woordige omstandigheden het par
ticuliere initiatief te willen uitscha--
kelen.
Bilijke verdeeling der lasten.
In zoo critieke tijden ,als wij thans bele
ven, kan een billijke verdeeling der lasten
niet uitsluitend door middel van belastin
gen geschieden. Ondernemers, die bij iedere
nieuwe moeilijkheid, bij edere vermeerde
ring van het risico bij de regeering om
steun aankloppen, die iedere stijging van
den kostprijs onmiddellijk op den verbrui
ker wilen afwentelen, begrijpen even wei
nig den ernst der tijden als werknemers,
die bij een geringe .stijging van de kosten
Van het levensonderhoud reeds dadelijk
niet looneischen komen.
Een overgangstijdperk.
De worsteling tegen de moeilijkheden, die
zich thans dag voor dag opnieuw voordoen,
zullen ons echter niet mogen doen verge
ten, dat wij leven in een tijd van over
gang en onze hoop op en ons geloof aan ande
FEUILLETON
door
re en betere tijden onaangetast moeten
blijven.
Ieder, die met aandacht de redevoeringen
van de toonaangevende staatslieden volgt,
zoowel van die der belligerente als van die
aer neutrale landen, moet het opvallen hoe
zeer zu telkens weer naar voren brengen,
uat een rechtvaardige en duurzame vrede
iet bestaanbaar is zoo lang de groote in
ternationale economische problemen niet
zullen zijn opgelost.
Het spreekt vanzelf, dat een goede op
lossing slechts dan mogelijk kan zijn als
ok landen, die thans neutraal zijn, daar
toe medewerken en met name slechts dan
s wij er in slagen in Europa een hechte
asis te leggen voor een vreedzame en in-
cnsie\e internationale samenwerking op
economisch gebied. Neutrale landen, die
een belangrijke rol in het wereldverkeer
spelen, zullen zich dan ook reeds thans moe
ten voorbereiden om paraat te zijn op het
oogenbhk, dat de oorlogseconomie van
thans met worden omgeschakeld op de
vredeseconomie van morgen.
De gevoelige lessen, die de huidige toe
stand niet zal nalaten ons te geven, zullen
er dan wellicht toe voeren, dat alle staten
in een nabije toekomst leeren inzien, dat
de offers, die elk aanvankelijk zal moeten
brengen om deze samenwerking tot stand
te doen komen, dubbel en dwars beloond
zullen worden.
Naar de geestvermogens van j|en
jongsten verdachte wordt een
onderzoek ingesteld.
Een 24-jarige schilder en zijn 38-jarige
vriend, stonden gisteren voor de Amster-
damsche rechtbank terecht, verdacht van
drie inbraken. Op 8 Juli werden zij gesnapt
bij een inbraak in een woning in de Baars-
straat, waar zij een armband, een armband
horloge en wat geld buit hadden gemaakt.
Een huiszoeking en het voortgezette on
derzoek bracht nog andere feiten aan het
licht, waarvoor het tweetal zich thans te
verantwoorden had. Samen zouden zij op
4 Mei j.1. hebben ingebroken in een huis in
de Zeilstraat, waar f 2300.werd gestolen.
De straatdeur was evenals in het eerste
geval met een looper geopend, waarna de
flatdeur met een breekijzer was geforceerd.
Aan den los-werkman was bovendien een
inbraak in de Theophile de Bockstraat ten
laste gelegd op 15 October 1938, waarbij een
horloge en f 70 werd buitgemaakt. Deze
inbraak ontkende verdachte te hebben ge
pleegd. In de beide andere gevallen legden
zoowel hij als zijn jeugdige medeverdachte
een bekentenis af.
De officier van Justitie eischte te
gen den oudsten verdachte, die
reeds eerder met de justitie in aan-
raking kwam, drie jaar gevange
nisstraf. Tegen den jeugdigen schil
der vorderde hij twee jaar gevan
genisstraf.
De verdediger bepleitte het instellen van
een onderzoek naar de geestvermogens van
den jongsten verdachte.
De rechtbank willigde dit verzoek in,
schorste de behandeling en stelde de stuk
ken in handen van den rechter-commissaris
NEDERLAND EN BELGIS VONDEN
ELKANDER.
Het laatste nummer van het Belgisch—
Nederlandsche handelsoverzicht, orgaan
der Nederlandsche Kamer van Koophandel
voor België en Luxemburg, herinnert aan
het bezoek van den Koning der Belgen aan
Koningin Wilheünina, bij welke gelegen
heid het de foto uitgeeft voorstellende Ko
ning Leopold 111 te midden der Nederland
sche Koninklijke Familie.
Het begeleidend artikel zegt:
„Verleden jaar hebben wij te dezer plaat
se de komst van 1939 begroet in het licht
van de kracht, welke groeien kan uit de
samenwerking der beide lage landen aan
ae zee; België en Nederland.
Wederzijds leefde net verlangen de han
den ineen te slaan omdat de Vorsten van
beide landen de noodzakelijkheid daartoe
innig be>seften, nu schrijven wij een jaar la
ter en in de foto, die ter gelegenheid van
het jongste bezoek van Z. M. Koning Leo
pold aan H. M. Koningin Wilhelmiiig in
's Gravenhage werd gemaakt, zien wij de
verwerkelijking van de toenadering tus-
schen beide landen op even koninklijke als
indrukwekkende en ontroerende wijze ge
symboliseerd. Vonden wij ooit de Neder-
landschBelgische samenwerking, van zpo
intens en wezenlijk belang in tijden van
economische depressie, oprechter gekarakte
riseerd dan in de fotografische weergave
van een tafereel als dit, dat ter-
zelfdertijd een wereld van vredig
geluk en vorstelijke waardigheid voor
ons opent? Eens konden wij spreken
van een wederzijdsche bereidheid om de
handen ineen te slaan, thans past ons een
woord van dank en diepgevoeld vertrou
wen, wijl deze handen elkander gevonden
hebben".
28.
En nu zou hij binnen enkele uren thuisko
men. Onder de scheepsberichten in het och
tendblad hadden zij de aankomst van de Mo-
lesden Castle gemeld gezien. Den vorigen
avond, tegen middernacht was hij in Plymouth
aangekomen. Hij zou wel vroeg genoeg in Lon
den zijn, om met de trein van 5.40 van Vic
toria te vertrekken, dan kon hij juist tegen het
diner thuiskomen. Sybil zou met Ethel naar
het station East Welstead gaan om hem af
te halen.
Toen ze met een boek op het grasveld voor
het huis zat trof een geluid haar oor, het ge
kraak van wielen op het grind. Er kwam een
rjjtuig de oprijlaan in en zij sprong overeind.
Ethel, riep zij onder het raam van de ka
mer van haar oudere zuster, kom naar be
leden, Halfont is er.
Een huurrijtuigje reed voor. Met veel ge-
hars en gekraak draaide het aan de voordeur;
een gebruinde hand kwam naar buiten om
het portier te openen.
Wel, Halfont, riep het meisje, je hebt
°ns allemaal erg in angst laten zitten en we
hijn blij, dat je nu gezond en wel weer komt
Opdagen.
Heb je zoo In angst gezeten?
De ernstige toon waarop hij dit zei, te za-
men met den eigenaardigen strakken blik,
scheen haar te ontroeren. Zij omhelsde hem
en kuste hem herhaaldelijk. Zij werd zich be-
^nrst, dat zijn afwezigheid en het gevaar,
daarin hij verkeerd had een verandering in
haar broer teweeggebracht had.
Natuurlijk hebben wij dat, toen we dach
ten, dat...
Wel, blijf je buiten staan?
Het was Ethel, die Sybil's relaas onder
dak. Ze stond deftig en vriendelijk glim-
'achend in de hal en haar ontvangst van den
nVerloren zoon" miste de hartelijkheid, die
Twee huwelijkszwendelaars ver
oordeeld.
Conform den eisch van 't O.M. veroor
deelde de Amsterdamsche rechtbank giste
ren een monteur en een auto-verkooper elk
tot een gevangenisstraf van een jaar met
aftrek van voorarrest.
Het tweetal had, zooals wij onlangs uit
voerig meldden, een kapster wijsgemaakt,
dat één hunner ruim f 37.000 had geërfd,
doch dat het geld op een geheime bank te
Antwerpen stond. Om het „vrij te maken"
waren er echter contanten noodig en l\et
meisje, dat door een van de beide mannen
ten huwelijk was gevraagd, offerde haar
spaarpenningen op, om haar vrienden te
helpen de erfenis, die slechts in de fantasie
van de mannen bestond, te bemachtigen.
Er werd echter steeds meer geld gevraagd
en de kapster zag van de Antwerpsche er
fenis noch van haar uitgeleend geld ooit
iets. Zij kreeg argwaan en deed aangifte.
Een jaar geëischt tegen woedenden
Amsterdammer.
Een 41-jarige Amsterdammer, die sedert
geruimen tijd werkloos is, stond gisteren
terecht, verdacht van poging tot doodslag.
Hij had geruimen tijd samengewoond
met een vriendin, die hem echter voor een
anderen man verliet. Dit wekte de woede
op van den werklooze en hij ging op 10 Juli
naar het huis van zijn rivaal in de Wes
terstraat om verhaal te halen. Scheldende
en tierende stond hij voor het huis en ten
slotte kwam de bewoner naar buiten. Er
ontstond een vinnige vechtpartij, waarbij de
werklooze zijn tegenpartij met een schoen
makersmes een. steekwonde in den buik
toebracht Zelf werd hij ook, echter licht,
gewond.
Ter zitting verklaarde hij, dat niet hij,
maar zijn tegenpartij begonnen was met de
vechtpartij en hem met een steekbijtel had
verwond.
De officier van justitie eischte wegens po
ging tot doodslag een gevangenisstraf van
een jaar.
De verdediger bepleitte vrijspraak, daar
z.i. verd. zich slechts verdedigd had. Sub?,
drong pl. op een clemente straf aan.
Vonnis 24 Jan.
T ARZ AN en de
VRIJDAG 12 JANUARI 1940
Hilversum I. 1875 en 414.4 ro.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO, 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Berichten ANP.
8.10 Orgelspel.
8.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonmuziek.
10.40 Pianovoordracht.
11.10 Declamatie.
11.30 VARA-orkest.
12.00 De Palladians.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
Door in de boom te springen was Perry aan
den aanval van den leeuw ontsnapt, doch nu
keek hij in de hongerige, woeste ogen van een
luipaard. Vlug greep hjj zijn geweer van zijn
schouder en op het ogenblik, dat het dier
sprong, vuurde Perry. Gillend van woede en
pijn viel het dodelijk gewonde dier boven op
den man, waardoor het geweer uit diens
handen vloog. Man en luipaard vielen nu van
de tak op de grond, waar nog steeds de leeuw
stond, die zich nu gereed maakte om den
man opnieuw aan te vallen...
Niet ver daar vandaan wandelde Tarzan
van de Apen over het junglepad, vergezeld
door Paul d'Arnot, van de Franse marine, die
reeds jaren lang zijn beste menselijke vriend
was. Te zamen 'hadden ze een complot van
slavendrijvers ontmaskerd en aan het kolo
niale bestuur uitgeleverd. De zon zonk lang
zaam aan de westelijke horizon. Door de
jungle klonken de jachtkreten der dieren op
zoek naar hun prooi. Voor hen was de sche
mering een teken, dat ze hun nachtelijke^
strooptochten konden aanvangen. Plotseling*
bleef Tarzan staan en snoof de lucht in.
I.00 AVRO-Amusementsorkest en soliste.
2.00 Voor de vrouw.
2.10 Lyra-trio.
3.00 Declamatie.
3.30 AVRO-Dansorkest.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.30 Zang en piano.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.006.30 Orgel en zang.
6.35 Letterkundig overzicht.
6.55 Gramofoonmuziek.
7.00 Causerie: „Sociaal-democratie en mid
denstand".
7.18 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Voor de jeugd.
8.00 Trio-concert.
8.30 Cyclus: „De nooden van de Kunst In
dezen tijd en hun geestelijken achtergrond".
9.00 Radiotooneel.
9.20 De Ramblers.
9.45 Esmeralda.
10.00 Radiotooneel met muziek.
10.40 Avondwjjding.
II.00 Berichten ANP.
11.10 Jazzmuziek (gr.pl.).
11,4012.00 Orgelspel.
Hilversum H. 801.5 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Berichten ANP.
8.05 Schriftlezing en meditatie.
8.20 Gramofoonmuziek. (9.309.45 Geluk-
wenschen)
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Zang, piano en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek. (Om 12.30 Ber. ANP)
12.45 „Een woord voor U," toespraak.
I.00 Amsterdams Salonorkest en gramofoon
muziek.
2.30 Christ. lectuur.
3.00 Haagsch trio.
4.15 Gramofoonmuziek.
4.30J6.25 „Quitolia" en declamatie.
6.30 Tuinbouwpraatje.
7.00 Berichten.
7.15 Letterkundig halfuur.
7.45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berlchten.
8.15 NCRV-orkest en vocaal kwartet. (8.00
9.00 Causerie: „Nederland paraat").
9.30 Actueel halfuur.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Causerie „Ons gezin in de crisis.
10.35 „Presto".
II.10 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
zijn jongste zuster direct getoond had.
Het rijtuigje werd naar den stal gezonden
om afgeladen te worden en het paard te ver
kwikken en de reiziger ging met zijn beide
zusters naar binnen.
Hoe staat het met vader? vroeg hjj.
Zooals gewoonlijk in de bibliotheek, zei
Sybil. Ga nu eens naar hem toe en ver
ras hem.
Maar Halfont aarzelde.
Ik geloof, dat het beter Is als jij eerst
even gaat zeggen, dat lk er ben, Sybil.
Ze keek hem eens even aan. Sybil? Vroe
ger zei hij altijd „Syb", dacht ze.
En hij wilde aangediend worden! Halfont
was wél veranderd.
Ga dan mee, zei zij.
Hij ging achter haar aan de trappen op. Ze
klopte aan de deur van de bibliotheek en na
dat een stem „binnen" had geroepen, deed zjj
de deur open. Hier is Halfont, vader.
De squire stond met beide handen uitge
strekt op.
Wel jongen, zei hij, je hebt ons lee-
ljjk in angst laten zitten. Maar eind goed en-
zoovoort! We dachten, dat je met een late-
ren trein zou komen. Waarom heb je niet
even getelegrafeerd, dan had Iemand je kun
nen afhalen.
Hjj keek zijn zoon eens aandachtig aan en
merkte ook een verandering aan hem op, die
hii echter niet zou hebben kunnen onder woor
den brengen. Halfont zag er ouder uit en
alsof hii ernstige zorgen had gehad., alsof
hij iets ondervonden had, dat hem in korten
tijd ouder gemaakt had en het overmoedige
uit ziin houding had doen verdwijnen.
Het spijt mjj, antwoordde hjj, .ma*I
je kunt nooit precies den tjjd vanaankomst
van een schip opgeven. En ik dacht, dat het
maar het beste was zoo gauw mogelijk hier
naar toe te gaan, om jullie te verrassen.
Nu, nu, het is in elk geval een aange
name verrassing. En je zal ons heel wat van
je avonturen te vertellen hebben. Maar voor
alles; En hjj belde.
O, laat u maar vader. Op het oogenblik
wil ik niets. Wat ziet het er hier toch aardig
uit, vervolgde hjj, naar het raam gaande,
en met een bewonderenden blik keek hjj naar
de boomen, die door de ondergaande zon met
een gouden waas overgoten werden. Wat
een verandering, ja, dit is toch heel wat an
ders dan in Afrika, ik ben toch blij, dat ik
weer thuis ben.
Ja, het is nog geen jaar geleden, dat je
hier vandaan ging, maar je hebt in dien tjjd
heel wat doorgemaakt.
Ja, maar ik moet toch zeggen, dat het
mjj niet spjjt, dat ik dit alles meegemaakt
heb. Ik heb er een tjjd vol gevaar doorge
bracht, maar het heeft mij toch ook wel goed
gedaan en ook wel veranderd, vindt u niet?
Flinker geworden niet? en hjj lachte mee.
En hoe gaat het met iedereen?
Allemaal hetzelfde. Ik zal je niet ver
velen met alle mogeljjke kleine, onbeduidende
nieuwtjes. Dat zullen de meisjes en andere
menschen je wel vertellen. Maar hoe slaagde
jjj er daar in uit die gevaarljjke positie daar
In... in de... ach, hoe heet het daar nu ook
weer... te komen?
De Gcoma vallei, bedoelt u?
Juist ik kan die namen niet meer ont
houden.
O,, ik heb mjj in de bergen verstopt ge
houden, tot de negers weg waren. Ik was
zoo'n neger nagegaan en had hem bijna te
pakken gekregen, toen de onzen terugtrok
ken; nu, toen heeft hjj mjj bijna te pakken
gekregen, maar ik heb mjj weten te verber
gen, tot ik een paar dagen later weg kon ko
men. En in dien tusschentjjd zjjn de kranten
beginnen te vertellen, dat ik vermist was, het
is allemaal de schuld van de kranten.
Zjjn vader lachte opgewekt en dankbaar.
Je zusters zullen wel het naadje van den
kous moeten weten!
Maar je zult nu wel eerst naar je ka
mer willen. Je zal de meisjes wel bulten vin
den, denk ik. Ik kom zoo dadelijk ook bene
den, dan hoor ik wel meer over je helden
feiten.
De squire was opgestaan en met een hand
vertrouwelijk op den schouder van rijn zoon,
leidde hjj dezen naar de deur. Een bediende
liep voorbij.
Henry, riep hjj, zijn de koffers van
meneer Halfont al naar zijn kamer ge
bracht?
Ja, meneer, antwoorde de man, die aan
stalten maakte om door te loopen.
Wacht even, Henry, zei de jonge man.
ik wou wel, dat jjj mjj bij het uitpakken
van een paar dingen even hielp.
Ja, meneer, zei de man weer, die nu
terzjjde stapte om Halufont door te laten.
De bediende ging', maar Halfont verander
de eensklaps van plan en volgde hem.
Ik heb spiksplinternieuwe boel, Henry,
zei hjj, toen hij in zjjn gezellig ingerichte ka
mers was. Ik moest mjjn heele oude boeltje
achterlaten, toen wjj hals over kop uit dat
hotelletje weg moesten. De negers zullen wel
in mjjn kleeren rondloopen, ik zie ze al met
mijn rok aan.
U zal daar een gevaarljjke tjjd hebben
doorgebracht meneer, zei Henry. bezig met
uitpakken. We waren allemaal al bang,
dat we u nooit weer zouden zien.
Halfont lachte.
Onkruid vergaat niet, Henry.
Mochten zjjn zusters Halfont veranderd
vinden, deze bediende deed het zeker niet
minder: Halfont had vroeger nooit zoo tegen
een bediende gesproken, hjj had ze niet uit
de hoogte behandeld, maar was toch altjjd op
een afstand gebleven. De gevaren, waarin hjj
verkeerd had, hadden hem veranderd en meer
toeschieteljjk gemaakt, dacht Henry.
Toen Halfont zich bij zijn zusters in den
tuin voegde, werd die verandering nog ster-,
ker merkbaar.
Toen hun vader zich zij hen voegde sprong
Halfont op, met een blik vol genegenheid op
zijn gezicht en hij ging den ouden man enkele
stappen tegemoet. Doch toen de familie den
teruggekeerde aan het praten probeerde te
krjjgen over zjjn avonturen in Natal, ant
woordde hjj zoo weinig dat het leek alsof dit
onderwerp hem onaangenaam was. En vooral
over wat er met hem in de Gcoma Vallei ge
beurd was en hoe hjj daar ontsnapt was,
scheen hjj niet dan met tegenzin te spreken.
Ach, ik weid er niet graag over uit, zei
hjj met verontschuldiging. Ik wil dit alles
liefst zoo gauw mogeljjk weer vergeten. Ik
heb daar een slag op mjjn hoofd gekregen,
moet je weten en...
Wat? riepen de beide meisjes geljjktijdig
uit.
Hjj glimlachte.
Ja, het was een verschrikkelijk avon
tuur. Zooals ik daar in het bosch gelegen
heb, tusschen lijken, die op alle mogelijke
manieren misvormd waren... granaatvuur
hè?...
Het heeft zoo'n indruk op mjj gemaakt, dat
ik er het liefst maar niet meer over spreek
en het vergeet.
De meisjes lieten een gemompel van begrij
pen en medeleven hooren. Zijn vader knikte
eens.
Natuurljjk, zei hij. Maar daar zal je
hier wel de gelegenheid toe krijgen, Halfont.
Een rustig verbhjf in de oude omgeving zal
spoedig al die avonturen uit je herinnering
verdrijven: en je kan altjjd nog eens naar
Londen gaan als je wat afwisseling noodig
hebt.
En toen de oogen van den ouden man op
een paar hooge schoorsteenen van een boer-
derjj in de verte bleven rusten vroeg hij zich
af of zjjn zoon onder dat dak ook iets zou
terugvinden, dat hem zjjn avonturen tn Natal
zoij helpen vergeten!
(Wordt vervolgd.)