8*5 graad vorst DrDushkind KEELPIJN Mobilisatie- Barre winter! „Die Jahreszeiten" De Russische hulp aan Duitschland De groote puzzle Woensdag 17 Januari 1940 Tweede Blad &£acUriLeuwJS „De firma Monestier" Voortreffelijk tooneelspel van het „Residentie-tooneeV Hedenmorgen 8 uun S* Krijnen f Een strijkorkest van de Stafmuziek werkt mede Ds, Vecnhuizen naar Den Haag AMERICAN CfGARETTE De Heldersche' politie «op glad ijs" Kun je nog zingen Zing dan nü mee! Adviesbureau Luchtbescherming &e uutte uWield Burgerlijke Stand van Den Helder Twee bootdiensten op Texel UtaaA yacui ute Heen? Onvergetelijke creatie van Vera Bondam. Hst tooneelspel van den Kranschman De- jiys Amiel, „De Firma Monestier", is een van die stukken, die het geloof in de toekomst van de hedendaagsche dramaturgie levend houden. Het bewijst, dat er nog steeds men- schen gevonden worden, die het talent heb ben in het kader van een comedie een levens episode neer te schrijven, en welke episode, mits door een goede vertolking weergegeven, de mogelijkheid in zich houdt het werkelijke leven, in al zijn bewogenheid, zijn problemen, kleine vreugden en melancholie, zicht- en hoorbaar te maken. Dit was de zeer bijzondere verdienste van „De Firma Monestier", welk tooneelspel gis teravond als tooneel-abonnementsvoorstelling door „Het Kesidentie-Tooneel". gebracht is. Het is het verhaal van een botsing tüsschen twee generaties; van één generatie, voor wie als hoogst bereikbaar levensdoel gold gelde lijk gewin en materieele voorspoed, en van een andere, die weet dat er boven de drijf- veeren van materieel gewin andere waarden Btaan: liefde, waarheid, idealisme. Denys Amiel voert den toeschouwer in een gezin, beter gezegd, een familie vennootschap. De zoon is, terwille van de firma, vastgekoppeld aan een jong meisje met geld. En dat ondanks het feit, dat hij een an dere vrouw hartstochtelijk liefheeft, en haar, ook ondanks zijn door de ouders geforceerde verbintenis, b 1 ij f t liefhebben. Zijn vrouw is een simpel kind, en zij berust er in, dat zij het moet stellen zonder eenige teederheid, zonder liefde. Zoo gaan de jaren voorbij, jaren, waarin dit echtpaar naast elkaar voortleeft. Een huwelijk van vriendelijkheid en genegen heid, maar zonder één moment passie, zonder één oogenblik heilige verteedering van de zijde van den man. Dan vindt deze, alles ont- beerende vrouw, de correspondentie tusschen haar man en diens maitresse en beseft zij plotseling het wanhopige van haar bestaan, ineens staat zij van aangezicht tot aangezicht met haar leven, dat geworden is tot een kleur loos bestaan, een leugen voor de wereld, en een leugen voor haar zelf. Haat tegen haar man en... zichzelf breekt door, maar tevens moet zij het smartelijke constateeren, dat zij dien man nog liefheeft, zielslief heeft. Een liefde die voor haar wordt tot een obsessie, die haar opzweept tot de grenzen der hyste rie. En in het laatste bedrijf van de firma Monestier hoort en ziet men haar vernede ring, die volkomen is. Als deze reeds ouder wordende vrouw bidt voor één aalmoes liefde van den man, die in haar slechts zijn vrien din zag, zijn „wettige" vrouw. Een hopeloos beroep, dat geen weerklank vindt, omdat er in het hart van den man geen teederheid meer overgebleven was voor haar, die al die jaren daarop gewacht had. Zij verlaat het huis en het stuk is uit. Men vraagt zich na het zien van dit too- neelstuk af: is dit een tragedie, of een zeden- comedie?" Het heeft van beide veel, maar zeer zeker heeft men hier voor zich gezien tooneel in zijn zuiversten verschijningsvorm, tooneel direct ontleend aan het harde leven- zelf. Want hier ziet men geen „society"-conflict, hier wordt geen levens-episode verteld, die tot de uitzonderingen behoort. Niemand persoon lijk zifl dit weliswaar bekennen, maar hoe velen zullen het niet toegeven in het binnen ste van hun hart? Niet voor niets grijpt dit Stuk zoo aan, niet voor niets voelt men de beklemming dezer waarheden, soms zoo ab rupt, zoo „realistisch" gezegd. En niet voor niets manifesteert zich een dikwijls hoorbare stilte bij het auditorium, bij het vernemen van deze felle waarheden, waarover het burgerlijk fatsoen tenslotte zijn beschermende mantel pleegt te spreiden, maar welke mantel toch niet kan beletten, dat ze er zijn Dit knap geschreven stuk verkreeg door de leden van het Residentie-Tooneel een uiterst Verzorgde vertolking. En daarbij denken wij in de eerste plaats aan het onverbeterlijke spel van Vera Bondam als de eenzame vrouw. Wélk een intelligentie... wélk een. doorleefd- heid... wélk een zeggenskracht bereikte zij in tal van scènes. En met name in haar biecht in het tweede bedrijf en aan het einde van het stuk, waarin haar allerlaatste illusie teloor gaat. In Vera Bondam zag men gisteren avond een tragédienne van groot formaat: beurtelings fel en deemoedig, hartstochtelijk en beheerscht; nu eens de leidzame vrouw, da.n weer door bedwongen hartstocht en passie tot een furie gewordene. Lokkend en stree- lend, vechtend voor de eerste eischen van een liefhebbende vrouw en toegevend aan dat gene, wat toch niet meer te veranderen is. Een groot talent, dat ons vele malen diep ont roerd heeft». Van de overige medewerkenden noemen wij Philippe la Chapelle, als de oude heer Mones tier, die een karaktervolle vertolking te zien gaf; Coba Kelling, als de y^zoenende moeder, gemoedelijk en „moederlijk", Adrienne Cani- vez, de dochter die enkele malen uitmuntend naar voren kwam, o.m. in de groote dialoog in het tweede bedrijf met Vera Bondam; Jacques de Haas als mevr. Bondam's tegen- Speler, beheerscht en sober, en enkele anderen. Een stuk tooneel, zooals wjj dat sedert lang niet in Den Helder gezien hebben en dat bewijst, dat men nog niet behoeft te wanhopen aan de plaats, die goed too neel in onze samenleving kan innemen. Zjj tenslotte nog gememoreerd, dat de décors van Willem Deering uitmuntten door goeden smaak en artistieke stijl- LUCHTMAIL VERZEN DING. De verzending van de vliegmail voor Indië heeft plaats Vrijdag a.s., laatste lichting hoofdpostkantoor 21 uur. De dooiperiode is wel van korten duur geweest. Na anderhalve dag van temperaturen boven het vriespunt is dit er al spoedig weder ondergeraakt en als wjj dit schrijven zitten we weer midden in den barren winter. M at het verloop der temperatuur be treft, gisterenmorgen 8 uur was deze slechts 0.7 graad onder 0. Gedurende den morgen en middag ging het kwik echter snel omlaag. Om 2 uur 's mid dags was het reeds 3.6 graden, om 7 uur 5.6 graden, om 12 uur vannacht 6.5 graden, om 4 uur 7.3 graden I en om 8 u. hedenmorgen 8.4 graden. Het kwik zakt nog, en de mogelijk heid is groot, dat vandaag nog wel lagere temperaturen geboekt worden. De barometer staat weer hoog en is constant. Alle vooruitzichten, die er op wijzen, dat we weer een barre periode gaan beleven Gisteren is in den ouderdom van 80 jaar de architect S. Krijnen overleden. De heer Krijnen heeft in zijn lange leven heel wat bouwwerken in onze gemeente tot stand gebracht. Hij was de architect van de woningen van Volkshuisvesting. Voor ver schillende groote zaken ontwierp hij de bouw plannen. Hij was ook de man van het Spui- kanaal. Tot op hoogen ouderdom heeft hij zijn beroep uitgeoefend. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot zal plaats hebben op Vrijdag 19 Jan. a.s. op de algemeene begraafplaats te Huisduinen. Vertrek van het sterfhuis, des middags om 1 uur. De prijzen der plaatsen. Als de voorteekenen niet sterk bedriegen, belooft de avond van den 2den Februari voor muziek- en zanglievend Den Helder een wel bij uitstek bijzondere te worden. Niet alleen dat ten bate van het Marine Rampen Fonds door Helders R.-K. Gemengd Koor, met mede- wekring van de drie beste vocalisten des lands, te weten Jo Vincent, Louis van Tulder en Willem Ravelli, opgetreden zal worden, thans kunnen wij mededeelen, dat door een strijk kwartet van de Stafmuziek der Koninklijke Marine eveneens belangloos medewerking zal worden verleend. Voorts zal nog begeleid wor den door Mevr. Marie NijmeijerMoorman aan den vleugel, eveneens belangloos. Het bestuur van het Marine Rampen Fonds stelt al deze medewerking op hoogen prijs. Speciaal ook de welwillendheid van den heer Leistikow, die direct bereid gevonden werd zijn orchestleden voor dit doel af te staan. Voorts kunnen wjj reeds thans berich ten, welke de prijzen der plaatsen zullen z\jn: deze zal voor den lsten rang 75 cent bedragen en-voor den tweeden 50 cent. Zooals men ziet, een uitzonderlijk lage entrée, zoodat inderdaad iedereen in de gelegenheid gesteld wordt dit artistiek evenement bij te wonen. Bijzonderheden betreffende kaartver koop, plaatsbespreking, etc. volgen zoo spoedig mogelijk. Men houde echter reeds nu dien avond van den 2en Februari vrij. Ds. P. Veenhuizen, predikant bij de Geref. Kerk alhier, die werkzaam is als reserve veldprediker, is met ingang van heden over geplaatst naar Den Haag. Tijdens zijn detacheering in Den Haag zal Ds. J. L. Springer van Blankenham, Ds. Veen- huizen vervangen. Omdat een woonwagen brandde. Gisteravond werd aan het Hoofdbureau van politie telefonisch kennis gegeven, dat een woonwagen, staande op het erf van een boeren plaats aan de Doggersvaart, in brand stond en dus reed terstond de brandweer-auto uit, ten einde aan dit incident een einde te maken. Prettig was het niet op de wegen: er lag ver scheidene decimeters sneeuw, zoodat de „be manning" van de auto meer dan eens vreesde in het sneeuwdek langs den weg te zullen ge raken. Het bleek zelfs onmogelijk de „plaats des onheils" met de auto te bereiken. Hoog lag de sneeuw hier samengepakt en men had 99 kan sen tegen 1 dat men hier zou stranden. Zoo dat een der agenten op onderzoek werd uitge zonden. Het bleek verstandig geweest te zijn, want van brand was niets meer te bespeuren. Soldaten van de boederij hadden bereids ge- bluscht. De oorzaak was een te fel opgestookte kachel. Een gordijn en het plafond hadden vlam gevat, maar de schade bleek nog mee te val len. Verzekering dekt overigens deze schade. En wordt lid van de Operettever- eeniging „Ons Genoegen", Zooals men weet, bezit Den Helder een Zang- en Operettevereeniging, uitsluitend voor de jeugd.Dat is „Ons Genoegen", onder leiding van den heer A. Krijgsman. Het is „Ons Genoegen", reeds langer dan 7 jaar bestaande, den laatsten tijd niet voor den wind gegaan. Enkele uitvoeringen spron gen tusschentijds af door force majeur, door maatregelen waaraan bestuur en directeur van „Ons Genoegen" niets konden doen. Het had helaas evenwel'ten gevolge, dat een aan tal jongens en meisjes „Ons Genoegen" den rug toekeerden. Ook door andere oorzaken verloor de vereeniging leden. Nu zijn er echter plannen tot organisatie van een propaganda-avond voor den Neder- landschen Blindenbond in Den Helder. Hier voor heeft men een bijzonder mooie operette uitgekozen. De 45 zangers, die de vereeniging thans nog bezit, zijn daarvoor echter te kort. Dringend moet men versterking hebben en... deze moet er zéér spoedig komen. Vandaar, dat wij hierby een beroep doen op de Heldersche ouders; stuur Uw kin deren, als zjj lust in zingen en acteeren hebben (en welk kind heeft dat niet?) naar „Ons Genoegen". En laat hen mede werken aan het sympathieke doel, dat deze vereeniging nastreeft. En tot de kinderen zelf zouden wjj willen zeggen: jongens en meisjes, wordt lid van deze operette-ver- eeniging. Dien kan zich aanmelden iederen Donderdagavond van 6.30 tot 7.30 uur, in het Militair Tehuis, Spoorstraat. De con tributie bedraagt slechts 1 dubbeltje per week. Kun je nog zingen Zoo ja, zing dan n mee! Het bestuur van de afdeeling Den Helder van.de Nederlandsche Vereeniging voor Lucht bescherming verzoekt ons mede te dee'.en, dat het Adviesbureau voorloopig geen zitting zal houden. Het pijnlijk slikken verdwijnt en U bent weer spoedig beter, zoo U Uw keel inwrijft met Pot 50 ct. Doos 30 ct Bij Apoth. en Drogisten. Ach ja, lag er maar weer eens sneeuw! Dat was het. wat ik wenschte, toeft ik de vorige week voor enkele uren de gladde ijzers onder bond. Het was alsof de echt-Hollandsche win ter met zijn sneeuw en ijs, met arresleden en „koek-en-zoopies" nog allepn maar bestond op schilderijen, die, &ls we ze zien, vage herinne ringen wakker roepen aan sneeuwruimers, aan sleeperskarren, waarvan de moeizaam voortsjokkende paarden klingelende belletjes dragen, zandstrooiende gemeentereinigings- wagens en daarna aan modderige straten, natte voeten en een blauw oog, ontstaan door een keiharden sneeuwbal. Maar ook aan naald- bosschen, waar de takken zuchtend buigen onder den sneeuwlast en waar de bodem met een vlekkeloos wit kleed is bedekt. Diezelfde witte vacht beteekent echter honger voor de boschbewoners, voor de reeën, want het wei- nigje verdorde gras op de open plekken, dat hen nog tot voedsel diende, is nu onvindbaar. En nu gisterenmorgen... Het sombere park met haar kille boom groepen en verschrompelde struiken, was plotseling veranderd in een sprookje van zilver en kristal. We waren al in het vooruitzicht van een langen winteravond met een boek bij de kachel gekropen, toen daar buiten de stille vlokken kwamen aanzweven. Eerst een paar kleine vlokjes, heel schuchter eerst als waren ze bang om op die donkere aarde te vallen. Maar al spoedig kwamen er meer, steeds meer... Tot die heele sombere dreigende aarde in een witten pelsmantel was gehuld. Het oude, stoffige schilderij was dan toch werke lijkheid geworden. Den volgenden morgen ben ik al vroeg uit de veeren om er op uit te trekken. Iedere minuut is nu kostbaar. Een dikke sneeuwlucht hangt over het feeërieke wintersche polder land. De slootjes, die met een laagje ijs zijn bedekt, de boerenschuren, halve hooischelven, het met ijskegels behangen prikkeldraad, de knotwilgen lartgs den slootkant, alles is met witte wol bekleed. Ih het land liggen ver spreide boerenhoeven te droomen. Kieften zijn niet te zien, wel hier en daar bonte kraaien, soms in troepen. Maar ook vele eenzamen, die op eën mesthoop zitten te peinzen en door dit witte weidelandschap herinnerd worden aan hun broedplaatsen in het verre Noorden. Boven deze witte eenzaamheid zweven blanke meeu wen: zilver- en kapmeeuwen. De camouflage van de verdedigingswerken is nu volkomen. De dreigende vuurmonden zijn één geworden met de witte, reine wereld. Ik kom bij de Donkere Duinen. De dennen zijn met een zacht los sneeuwkleed bedekt. De vlokjes sneeuw in de kruipwilgen langs de paden doen ons denken aan het witte zaad pluis in den na-bloeitijd. In den vijver vlak voor mij, zwemmen ach ter elkaar twee meerkoeten en als ik aan den anderen kant kom, vliegen met luid ge snater en geklapwiek een twintigtal wilde eenden op en blijven in groote kringen boven mijn hoofd rondvliegen. De takken der treur- berkjes langs den vijver zijn met een glim merend ijslaagje overdekt. In de sneeuw vind ik ettelijke konijnensporen. De afgevreten schors van de struiken is een sprekend bewijs van de schade, die de horiderden konijnen hier aanrichten. Alles is stil; roerloos staan de dennen. In het Zuid-westen is aan den hemel een licht gele plek zichtbaar, maar die verdwijnt spoe dig. Het was de zon. Uit de verte hoor ik het doffe gekras van zwarte kraaien en het ge schetter van een ekster. Verder is de lucht zonder geluid en die witte wijde verlatenheid komen mij onwillekeurig de volgende woorden van den dichterpriester Guido Gezelle in de gedachte: Een witte spree ligt overal gespreid op 's werelds akker; Geen mensch en is, men zeggen zou, geen levend herte wakker. Wim Kok. van 16 Januari 1940. ONDERTROUWD: A. W. C. J. Freeken en G. Keyzer van der Bergh; H. P. A. van Trier en C. Wijnker. BEVALLENP. A. M. ZwagermanWin ter, d. OVERLEDEN: F. H. Nieuwenburg, (m.), 4 maanden; H. de Boer, (m.), 65 jaar. Men deelt o\r mede, dat vandar.g en mor gen alleen de diensten van 7.30 u. en 10 u. van en ncar Texel worden onderhouden. Alleenspraak Oh, foei, wat een storm!! Mensch lieve help en nou sta ik hier nog wel op wacht, in dit hondenweer. Hoe lang nog, even op mijn horloge kijken. 't Jonge nog an toe, nog een uur. Brrr, het valt niets mee, zoo op den dijk, terwijl de golven van de woedende zee je om ooren spatten. En wat een intense duisternis, nu die vuur toren daar „ergens" niet meer brandt, geen licht te zien als alleen in de verte over het hoog deinende water zie je af en toe die licht puntjes, gelijk een gloeiende naald van de één of andere boei... Achter me enkele huizen in schemerdonker, als wazige gigantische silhouetten. En ik sta hier buiten op een December avond een heel gewone avond, als zo vele die onopgemerkt voorbijgaan. Het stormt en ik ben er op gekleed, dat het ook straks nog zal gaan regenen. Zoo loop ik over den dijk. het is nog vóór achten, een enkele mensch, die nog een bood schap moet doen voor sluitingsuur, loopt met de gedachte, gauw thuis te zijn, warm by de haard en de storm alleen maar te hooren en zelf veilig binnen te zijn. Ik neem groote stevige passen, mijn handen diep in warme zakken, schouders opgetrok ken, kraag op. Nu en dan komen er al kleine fijne verdwaalde druppeltjes regen tegen mijn gezicht, zoodat ik stil voor me heen lach. Het stormt, giert en buldert. Je haren vliegen, wild en uitgelaten naar overal, ja zelfs recht overeind, wanneer ze de kans krijgen van onder de helm vandaan en je jas zit nu eens strak om je beenen, dan weer vliegen de slippen voor je uit en rukken en trekken er, willen je lijf mee laten dartelen en woelig zijn. Alles is strak en gespannen aan me, ik loop of ik heel wat te overwinnen heb. Toch, is er niets te overwinnen en heb ik geen wil of doel, ik loop waar de wind mij drijft. En toen voel ik mij vrij, juist helemaal vrij en zoo ge lukkig! Het regent al harder en harder, de straten glimmen en glanzen me tegemoet. De lantarens, die hier en daar verspreid staan, trekken lange lichte banen op het asphalt. De straat is als de zee, zoo hier vanaf den dijk. Dit zeg ik nu, terwijl als ik 's avonds op ons fort sta, ik weer zeg, hè, de zee is bij avond toch net een natte asphaltstraat. Mal is dat eigenlijk? Dat gedraai. Een natte asphaltstraat is een natte asphaltstraat en lijkt daar ook op. Een rivier is een rivier en lijkt daar ook op. Zoo zeggen ze ook van menschen, „die lijkt toch net op die" en tóch is elke „ik", „ik" en niet meer en niets minder en niets anders. Zoo loop ik in den storm en ik praat met mijn schaduw en ik ben gelukkig. Ik heb de heele wereld lief, en toch daar boven uit straalt als een heel heldere ster die èène Liefde, waarvoor ik leef en ik fluister de naam voor me heen, steeds weer. Licht is het binnen in mij. Licht, springerig en vol, het dwingt mij te praten of te zingen, voor me heen. Mijn haren druipen en mijn gezicht trekt strak van de regen, aan mijn oogharen en neus hangt voortdurend een druppel, van mijn helm vallen druppels heel brutaal bij mijn nek binnen en ik ril en voel hoe ze ver der glijden. Maar ik voel, dat ik besta, ik voel dat ik beenen heb, ik voel dat ze mijn voeten niet om plassen heenleiden, maar ze er juist door jagen. Ik voel, dat ik haren heb en een gezicht. Ik voel, dat ik een lichaam heb. Waarom voel ik dat juist nu? Omdat er tegenstand is? Omdat het aan alle kanten duwt en dan weer trekt Omdat ik tegen den storm in- torn?? Voel ik daardoor, dat ik een „iets" ben? Ga uit in den storm en lééf! Ga de storm hooren en voelen, ga de regen hooren en voelen! Lééf in eenzaamheid en storm en maak jezelf weer moedig en fris en sterk. Denk niet, zooals nog zoo vele, dat „Leven" iets is met lawaai. Denk niet, dat het rondloopen in dancings, kroegen enz. dit alles met jazz en bier en gelach en veel gepraat, dat dit Leven is. Het is kinderlijk om te denken dat „Leven" bij „Lawaai" hoort. Zoek de eenzaamheid, die zoo heerlijk is, zoek de natuur, die zoo rustig maakt, zoek de regen en de storm, die zoo piUchtig en groots zijn. Lééf en wordt wijs en goed in den storm en de éénzaamheid. DICK. Eenigen tijd geleden hebben we een interes sant artikel van Dr. Van Raai te opgenomen, waarin deze wees op de betrekkelijk beperkte hoeveelheden aan benzine in Duitschland. Vol gens den bekwamen schrijver zou Duitschland geen anderhalf jaar lang een intensieven oor log kunnen voeren, zonder aan de grens van zijn voorraden en productie olie en benzine te komen. Ook de eventueele invoer uit Polen, Roemenië en Rusland zouden geen absolute hulp brengen. Hij berekende op hoeveel mil- lioenen tons olie en benzine ook van buiten ingevoerd zouden kunnen krijgen en kwam dan tot de conclusie, ook bij ruime berekening, dat die invoer beslist niet voldoende zou zijn, om een onbeperkten oorlog te voeren. De me chanisatie van de oorlogsmachinerie vraagt zoo ontzettend veel aan brandstof, dat een geregelde ruime invoer daarvoor noodig is. Duitschland heeft bij het sluiten van zijn vriendschapsverdrag met Rusland ge rekend op volledigen bijstand van zijn grooten buur, doch daarin is Berlijn be drogen uitgekomen. Rusland, dat een prac- tische politiek voert, heeft de vriendschap van Duitschland aangegrepen om zichzelf te vergrooten en te verrijken, zijn positie te verstevigen. De tegenslagen, die het op dien weg heeft ondervonden, hebben het sterk gebonden om eerst op eigen levens behoud bedacht te zijn. 'Kortom, de uit voer van Rusland naar Duitschland is sterk geremd. Is Rusland echter in staat Duitschland vol doende te helpen? Dat is een tweede vraag. Een vraag, die in het Amerikaansch tijdschrift „Foreign Affairs" besproken wordt en waarvan wij in de N.R.Crt. van gisterenavond een uit treksel vonden. Wij ontleenen daaraan een en ander. Men ziet eruit, dat het Rusland inder daad niet mogelijk is aan de behoefte van Duitschland te voldoen. De schrijver stelt dan voorop, dat Rus land, als gevolg van het industrialisatie proces, heeft opgehouden op groote schaal te exporteeren en dank zij de toegenomen goudproductie niet langer genoodzaakt is om levensmiddelen en grondstoffen uit te voeren ter betaling voor den invoer van machinerieën. Ten tweede is Rusland voor vele oorlogsmetalen zelf een kooper op de wereldmarkt. Ten derde is sedert 1636 de Sowjetpolitiek erop uit geweest om in de binnenlandsche nooden te voorzien en re serves te maken voor de vier volkscom missariaten, die voor de landsverdediging werken. En tenslotte is de Sowjetvolks- huishouding reeds doorloopend gemobili seerd voor de defensie, zonder eenig over- schot aan productiecapaciteit. Er is dan ook geen sprake van groote overschotten van wat dan ook, ondanks den grooten, ongeëxploiteerden mineralen rijk dom. Op verschillende andere terreinen is het Rusland onmogelijk om Duitschland te helpen, omdat het zijn productie zelf hard noodig heeft en alleen een belangrijke opvoering van zyn productie zou vergrooting van zijn uitvoer mogelijk maken. Maar daarmee is tijd gemoeid en de moeilijkheden waarmee Rusland zelf op het oogenblik worstelt, bindt het aan alle kanten. En wat zal de toekomst voor de bolsje- wiki brengen? De schrijver wijst dan voorts nog op de transportmoeilijkheden en komt tot de conclusie, dat de hulp van Rusland aan Duitschland ten eenenmale onvoldoende is. Hij wijst op de mogelijkheid, dat Duitschland gedwongen zou kunnen wor den Rusland binnen zijn landsgrenzen te halen, als de geallieerden straks in de winnende positie zouden komen. Maar dat zal van Berlijn de laatste stap zijn, want dat zou beteekenen, dat 't met het regiem van het Nationaal Socialisme gedaan zou zijn, en dat Stalin de Sowjetvlag ook in Berlijn zou planten. U jaagt de felste koude zelfs uit het grootste huis Met OKKE VISSER's brandstof in haard, kachel of fornuis. Adres: Polderweg 34. - Tel. 228. BIOSCOPEN: Tivoli-Theater, Spoorstraat, acht uur: „Het Meisje uit het Verre Westen". Rialto, Spoorstraat, acht uur: „Morgen gaat 't beter". Witte Bioscoop, Koningstraat, acht uur: „Het Land der Vechtersbazen" en „De Geheim zinnige Speurhond". Heden Casino, 8.00 uur: Concert Helders Fanfare corps. Zeevaartschool, 8.00 uur: Lezing Prof. Vening Meiniesz voor den Weer- en Sterrenkundi gen Kring.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5