8*5 graad vorst
DrDushkind
KEELPIJN
Mobilisatie-
Barre winter!
„Die Jahreszeiten"
De Russische hulp
aan Duitschland
De groote puzzle
Woensdag 17 Januari 1940
Tweede Blad
&£acUriLeuwJS
„De firma Monestier"
Voortreffelijk tooneelspel
van het „Residentie-tooneeV
Hedenmorgen 8 uun
S* Krijnen f
Een strijkorkest van de
Stafmuziek werkt mede
Ds, Vecnhuizen naar Den Haag
AMERICAN CfGARETTE
De Heldersche' politie
«op glad ijs"
Kun je nog zingen
Zing dan nü mee!
Adviesbureau Luchtbescherming
&e uutte uWield
Burgerlijke Stand van Den Helder
Twee bootdiensten
op Texel
UtaaA yacui ute Heen?
Onvergetelijke creatie van Vera
Bondam.
Hst tooneelspel van den Kranschman De-
jiys Amiel, „De Firma Monestier", is een van
die stukken, die het geloof in de toekomst
van de hedendaagsche dramaturgie levend
houden. Het bewijst, dat er nog steeds men-
schen gevonden worden, die het talent heb
ben in het kader van een comedie een levens
episode neer te schrijven, en welke episode,
mits door een goede vertolking weergegeven,
de mogelijkheid in zich houdt het werkelijke
leven, in al zijn bewogenheid, zijn problemen,
kleine vreugden en melancholie, zicht- en
hoorbaar te maken.
Dit was de zeer bijzondere verdienste van
„De Firma Monestier", welk tooneelspel gis
teravond als tooneel-abonnementsvoorstelling
door „Het Kesidentie-Tooneel". gebracht is.
Het is het verhaal van een botsing tüsschen
twee generaties; van één generatie, voor wie
als hoogst bereikbaar levensdoel gold gelde
lijk gewin en materieele voorspoed, en van
een andere, die weet dat er boven de drijf-
veeren van materieel gewin andere waarden
Btaan: liefde, waarheid, idealisme.
Denys Amiel voert den toeschouwer
in een gezin, beter gezegd, een familie
vennootschap. De zoon is, terwille van
de firma, vastgekoppeld aan een jong
meisje met geld.
En dat ondanks het feit, dat hij een an
dere vrouw hartstochtelijk liefheeft, en haar,
ook ondanks zijn door de ouders geforceerde
verbintenis, b 1 ij f t liefhebben. Zijn vrouw
is een simpel kind, en zij berust er in, dat zij
het moet stellen zonder eenige teederheid,
zonder liefde. Zoo gaan de jaren voorbij, jaren,
waarin dit echtpaar naast elkaar voortleeft.
Een huwelijk van vriendelijkheid en genegen
heid, maar zonder één moment passie, zonder
één oogenblik heilige verteedering van de
zijde van den man. Dan vindt deze, alles ont-
beerende vrouw, de correspondentie tusschen
haar man en diens maitresse en beseft zij
plotseling het wanhopige van haar bestaan,
ineens staat zij van aangezicht tot aangezicht
met haar leven, dat geworden is tot een kleur
loos bestaan, een leugen voor de wereld, en
een leugen voor haar zelf. Haat tegen haar
man en... zichzelf breekt door, maar tevens
moet zij het smartelijke constateeren, dat zij
dien man nog liefheeft, zielslief heeft. Een
liefde die voor haar wordt tot een obsessie,
die haar opzweept tot de grenzen der hyste
rie. En in het laatste bedrijf van de firma
Monestier hoort en ziet men haar vernede
ring, die volkomen is. Als deze reeds ouder
wordende vrouw bidt voor één aalmoes liefde
van den man, die in haar slechts zijn vrien
din zag, zijn „wettige" vrouw. Een hopeloos
beroep, dat geen weerklank vindt, omdat er
in het hart van den man geen teederheid
meer overgebleven was voor haar, die al die
jaren daarop gewacht had. Zij verlaat het
huis en het stuk is uit.
Men vraagt zich na het zien van dit too-
neelstuk af: is dit een tragedie, of een zeden-
comedie?" Het heeft van beide veel, maar
zeer zeker heeft men hier voor zich gezien
tooneel in zijn zuiversten verschijningsvorm,
tooneel direct ontleend aan het harde leven-
zelf.
Want hier ziet men geen „society"-conflict,
hier wordt geen levens-episode verteld, die tot
de uitzonderingen behoort. Niemand persoon
lijk zifl dit weliswaar bekennen, maar hoe
velen zullen het niet toegeven in het binnen
ste van hun hart? Niet voor niets grijpt dit
Stuk zoo aan, niet voor niets voelt men de
beklemming dezer waarheden, soms zoo ab
rupt, zoo „realistisch" gezegd. En niet voor
niets manifesteert zich een dikwijls hoorbare
stilte bij het auditorium, bij het vernemen van
deze felle waarheden, waarover het burgerlijk
fatsoen tenslotte zijn beschermende mantel
pleegt te spreiden, maar welke mantel toch
niet kan beletten, dat ze er zijn
Dit knap geschreven stuk verkreeg door de
leden van het Residentie-Tooneel een uiterst
Verzorgde vertolking. En daarbij denken wij
in de eerste plaats aan het onverbeterlijke
spel van Vera Bondam als de eenzame vrouw.
Wélk een intelligentie... wélk een. doorleefd-
heid... wélk een zeggenskracht bereikte zij in
tal van scènes. En met name in haar biecht
in het tweede bedrijf en aan het einde van het
stuk, waarin haar allerlaatste illusie teloor
gaat. In Vera Bondam zag men gisteren
avond een tragédienne van groot formaat:
beurtelings fel en deemoedig, hartstochtelijk en
beheerscht; nu eens de leidzame vrouw, da.n
weer door bedwongen hartstocht en passie
tot een furie gewordene. Lokkend en stree-
lend, vechtend voor de eerste eischen van een
liefhebbende vrouw en toegevend aan dat
gene, wat toch niet meer te veranderen is.
Een groot talent, dat ons vele malen diep ont
roerd heeft».
Van de overige medewerkenden noemen wij
Philippe la Chapelle, als de oude heer Mones
tier, die een karaktervolle vertolking te zien
gaf; Coba Kelling, als de y^zoenende moeder,
gemoedelijk en „moederlijk", Adrienne Cani-
vez, de dochter die enkele malen uitmuntend
naar voren kwam, o.m. in de groote dialoog
in het tweede bedrijf met Vera Bondam;
Jacques de Haas als mevr. Bondam's tegen-
Speler, beheerscht en sober, en enkele anderen.
Een stuk tooneel, zooals wjj dat sedert
lang niet in Den Helder gezien hebben en
dat bewijst, dat men nog niet behoeft te
wanhopen aan de plaats, die goed too
neel in onze samenleving kan innemen.
Zjj tenslotte nog gememoreerd, dat de
décors van Willem Deering uitmuntten
door goeden smaak en artistieke stijl-
LUCHTMAIL VERZEN DING.
De verzending van de vliegmail voor Indië
heeft plaats Vrijdag a.s., laatste lichting
hoofdpostkantoor 21 uur.
De dooiperiode is wel van korten
duur geweest. Na anderhalve dag van
temperaturen boven het vriespunt is
dit er al spoedig weder ondergeraakt en
als wjj dit schrijven zitten we weer
midden in den barren winter.
M at het verloop der temperatuur be
treft, gisterenmorgen 8 uur was deze
slechts 0.7 graad onder 0. Gedurende
den morgen en middag ging het kwik
echter snel omlaag. Om 2 uur 's mid
dags was het reeds 3.6 graden, om 7
uur 5.6 graden, om 12 uur vannacht
6.5 graden, om 4 uur 7.3 graden
I en om 8 u. hedenmorgen 8.4 graden.
Het kwik zakt nog, en de mogelijk
heid is groot, dat vandaag nog wel
lagere temperaturen geboekt worden.
De barometer staat weer hoog en is
constant.
Alle vooruitzichten, die er op wijzen,
dat we weer een barre periode gaan
beleven
Gisteren is in den ouderdom van 80 jaar de
architect S. Krijnen overleden.
De heer Krijnen heeft in zijn lange leven
heel wat bouwwerken in onze gemeente tot
stand gebracht. Hij was de architect van de
woningen van Volkshuisvesting. Voor ver
schillende groote zaken ontwierp hij de bouw
plannen. Hij was ook de man van het Spui-
kanaal. Tot op hoogen ouderdom heeft hij
zijn beroep uitgeoefend.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal plaats hebben op Vrijdag 19
Jan. a.s. op de algemeene begraafplaats te
Huisduinen.
Vertrek van het sterfhuis, des middags om
1 uur.
De prijzen der plaatsen.
Als de voorteekenen niet sterk bedriegen,
belooft de avond van den 2den Februari voor
muziek- en zanglievend Den Helder een wel
bij uitstek bijzondere te worden. Niet alleen
dat ten bate van het Marine Rampen Fonds
door Helders R.-K. Gemengd Koor, met mede-
wekring van de drie beste vocalisten des lands,
te weten Jo Vincent, Louis van Tulder en
Willem Ravelli, opgetreden zal worden, thans
kunnen wij mededeelen, dat door een strijk
kwartet van de Stafmuziek der Koninklijke
Marine eveneens belangloos medewerking zal
worden verleend. Voorts zal nog begeleid wor
den door Mevr. Marie NijmeijerMoorman aan
den vleugel, eveneens belangloos.
Het bestuur van het Marine Rampen Fonds
stelt al deze medewerking op hoogen prijs.
Speciaal ook de welwillendheid van den heer
Leistikow, die direct bereid gevonden werd
zijn orchestleden voor dit doel af te staan.
Voorts kunnen wjj reeds thans berich
ten, welke de prijzen der plaatsen zullen
z\jn: deze zal voor den lsten rang 75 cent
bedragen en-voor den tweeden 50 cent.
Zooals men ziet, een uitzonderlijk lage
entrée, zoodat inderdaad iedereen in de
gelegenheid gesteld wordt dit artistiek
evenement bij te wonen.
Bijzonderheden betreffende kaartver
koop, plaatsbespreking, etc. volgen zoo
spoedig mogelijk. Men houde echter reeds
nu dien avond van den 2en Februari vrij.
Ds. P. Veenhuizen, predikant bij de Geref.
Kerk alhier, die werkzaam is als reserve
veldprediker, is met ingang van heden over
geplaatst naar Den Haag.
Tijdens zijn detacheering in Den Haag zal
Ds. J. L. Springer van Blankenham, Ds. Veen-
huizen vervangen.
Omdat een woonwagen brandde.
Gisteravond werd aan het Hoofdbureau van
politie telefonisch kennis gegeven, dat een
woonwagen, staande op het erf van een boeren
plaats aan de Doggersvaart, in brand stond en
dus reed terstond de brandweer-auto uit, ten
einde aan dit incident een einde te maken.
Prettig was het niet op de wegen: er lag ver
scheidene decimeters sneeuw, zoodat de „be
manning" van de auto meer dan eens vreesde
in het sneeuwdek langs den weg te zullen ge
raken. Het bleek zelfs onmogelijk de „plaats des
onheils" met de auto te bereiken. Hoog lag de
sneeuw hier samengepakt en men had 99 kan
sen tegen 1 dat men hier zou stranden. Zoo
dat een der agenten op onderzoek werd uitge
zonden. Het bleek verstandig geweest te zijn,
want van brand was niets meer te bespeuren.
Soldaten van de boederij hadden bereids ge-
bluscht. De oorzaak was een te fel opgestookte
kachel. Een gordijn en het plafond hadden vlam
gevat, maar de schade bleek nog mee te val
len. Verzekering dekt overigens deze schade.
En wordt lid van de Operettever-
eeniging „Ons Genoegen",
Zooals men weet, bezit Den Helder een
Zang- en Operettevereeniging, uitsluitend
voor de jeugd.Dat is „Ons Genoegen", onder
leiding van den heer A. Krijgsman.
Het is „Ons Genoegen", reeds langer dan
7 jaar bestaande, den laatsten tijd niet voor
den wind gegaan. Enkele uitvoeringen spron
gen tusschentijds af door force majeur, door
maatregelen waaraan bestuur en directeur
van „Ons Genoegen" niets konden doen. Het
had helaas evenwel'ten gevolge, dat een aan
tal jongens en meisjes „Ons Genoegen" den
rug toekeerden. Ook door andere oorzaken
verloor de vereeniging leden.
Nu zijn er echter plannen tot organisatie
van een propaganda-avond voor den Neder-
landschen Blindenbond in Den Helder. Hier
voor heeft men een bijzonder mooie operette
uitgekozen. De 45 zangers, die de vereeniging
thans nog bezit, zijn daarvoor echter te kort.
Dringend moet men versterking hebben en...
deze moet er zéér spoedig komen.
Vandaar, dat wij hierby een beroep doen
op de Heldersche ouders; stuur Uw kin
deren, als zjj lust in zingen en acteeren
hebben (en welk kind heeft dat niet?)
naar „Ons Genoegen". En laat hen mede
werken aan het sympathieke doel, dat deze
vereeniging nastreeft. En tot de kinderen
zelf zouden wjj willen zeggen: jongens en
meisjes, wordt lid van deze operette-ver-
eeniging. Dien kan zich aanmelden iederen
Donderdagavond van 6.30 tot 7.30 uur, in
het Militair Tehuis, Spoorstraat. De con
tributie bedraagt slechts 1 dubbeltje per
week.
Kun je nog zingen Zoo ja, zing dan
n mee!
Het bestuur van de afdeeling Den Helder
van.de Nederlandsche Vereeniging voor Lucht
bescherming verzoekt ons mede te dee'.en, dat
het Adviesbureau voorloopig geen zitting zal
houden.
Het pijnlijk slikken verdwijnt en U bent weer
spoedig beter, zoo U Uw keel inwrijft met
Pot 50 ct. Doos 30 ct
Bij Apoth. en Drogisten.
Ach ja, lag er maar weer eens sneeuw! Dat
was het. wat ik wenschte, toeft ik de vorige
week voor enkele uren de gladde ijzers onder
bond. Het was alsof de echt-Hollandsche win
ter met zijn sneeuw en ijs, met arresleden en
„koek-en-zoopies" nog allepn maar bestond op
schilderijen, die, &ls we ze zien, vage herinne
ringen wakker roepen aan sneeuwruimers,
aan sleeperskarren, waarvan de moeizaam
voortsjokkende paarden klingelende belletjes
dragen, zandstrooiende gemeentereinigings-
wagens en daarna aan modderige straten,
natte voeten en een blauw oog, ontstaan door
een keiharden sneeuwbal. Maar ook aan naald-
bosschen, waar de takken zuchtend buigen
onder den sneeuwlast en waar de bodem met
een vlekkeloos wit kleed is bedekt. Diezelfde
witte vacht beteekent echter honger voor de
boschbewoners, voor de reeën, want het wei-
nigje verdorde gras op de open plekken, dat
hen nog tot voedsel diende, is nu onvindbaar.
En nu gisterenmorgen...
Het sombere park met haar kille boom
groepen en verschrompelde struiken, was
plotseling veranderd in een sprookje van zilver
en kristal.
We waren al in het vooruitzicht van een
langen winteravond met een boek bij de
kachel gekropen, toen daar buiten de stille
vlokken kwamen aanzweven. Eerst een paar
kleine vlokjes, heel schuchter eerst als waren
ze bang om op die donkere aarde te vallen.
Maar al spoedig kwamen er meer, steeds
meer... Tot die heele sombere dreigende aarde
in een witten pelsmantel was gehuld. Het
oude, stoffige schilderij was dan toch werke
lijkheid geworden.
Den volgenden morgen ben ik al vroeg uit
de veeren om er op uit te trekken. Iedere
minuut is nu kostbaar. Een dikke sneeuwlucht
hangt over het feeërieke wintersche polder
land. De slootjes, die met een laagje ijs zijn
bedekt, de boerenschuren, halve hooischelven,
het met ijskegels behangen prikkeldraad, de
knotwilgen lartgs den slootkant, alles is met
witte wol bekleed. Ih het land liggen ver
spreide boerenhoeven te droomen. Kieften zijn
niet te zien, wel hier en daar bonte kraaien,
soms in troepen. Maar ook vele eenzamen, die
op eën mesthoop zitten te peinzen en door dit
witte weidelandschap herinnerd worden aan
hun broedplaatsen in het verre Noorden. Boven
deze witte eenzaamheid zweven blanke meeu
wen: zilver- en kapmeeuwen. De camouflage
van de verdedigingswerken is nu volkomen. De
dreigende vuurmonden zijn één geworden met
de witte, reine wereld.
Ik kom bij de Donkere Duinen. De dennen
zijn met een zacht los sneeuwkleed bedekt.
De vlokjes sneeuw in de kruipwilgen langs de
paden doen ons denken aan het witte zaad
pluis in den na-bloeitijd.
In den vijver vlak voor mij, zwemmen ach
ter elkaar twee meerkoeten en als ik aan
den anderen kant kom, vliegen met luid ge
snater en geklapwiek een twintigtal wilde
eenden op en blijven in groote kringen boven
mijn hoofd rondvliegen. De takken der treur-
berkjes langs den vijver zijn met een glim
merend ijslaagje overdekt. In de sneeuw vind
ik ettelijke konijnensporen. De afgevreten
schors van de struiken is een sprekend bewijs
van de schade, die de horiderden konijnen hier
aanrichten.
Alles is stil; roerloos staan de dennen. In
het Zuid-westen is aan den hemel een licht
gele plek zichtbaar, maar die verdwijnt spoe
dig. Het was de zon. Uit de verte hoor ik het
doffe gekras van zwarte kraaien en het ge
schetter van een ekster. Verder is de lucht
zonder geluid en die witte wijde verlatenheid
komen mij onwillekeurig de volgende woorden
van den dichterpriester Guido Gezelle in de
gedachte:
Een witte spree
ligt overal
gespreid op 's werelds akker;
Geen mensch en is,
men zeggen zou,
geen levend herte wakker.
Wim Kok.
van 16 Januari 1940.
ONDERTROUWD: A. W. C. J. Freeken en
G. Keyzer van der Bergh; H. P. A. van Trier
en C. Wijnker.
BEVALLENP. A. M. ZwagermanWin
ter, d.
OVERLEDEN: F. H. Nieuwenburg, (m.),
4 maanden; H. de Boer, (m.), 65 jaar.
Men deelt o\r mede, dat vandar.g en mor
gen alleen de diensten van 7.30 u. en 10 u.
van en ncar Texel worden onderhouden.
Alleenspraak
Oh, foei, wat een storm!!
Mensch lieve help en nou sta ik hier nog
wel op wacht, in dit hondenweer.
Hoe lang nog, even op mijn horloge kijken.
't Jonge nog an toe, nog een uur.
Brrr, het valt niets mee, zoo op den dijk,
terwijl de golven van de woedende zee je om
ooren spatten.
En wat een intense duisternis, nu die vuur
toren daar „ergens" niet meer brandt, geen
licht te zien als alleen in de verte over het
hoog deinende water zie je af en toe die licht
puntjes, gelijk een gloeiende naald van de één
of andere boei...
Achter me enkele huizen in schemerdonker,
als wazige gigantische silhouetten.
En ik sta hier buiten op een December
avond een heel gewone avond, als zo vele die
onopgemerkt voorbijgaan.
Het stormt en ik ben er op gekleed, dat
het ook straks nog zal gaan regenen.
Zoo loop ik over den dijk. het is nog vóór
achten, een enkele mensch, die nog een bood
schap moet doen voor sluitingsuur, loopt met
de gedachte, gauw thuis te zijn, warm by de
haard en de storm alleen maar te hooren en
zelf veilig binnen te zijn.
Ik neem groote stevige passen, mijn handen
diep in warme zakken, schouders opgetrok
ken, kraag op. Nu en dan komen er al kleine
fijne verdwaalde druppeltjes regen tegen mijn
gezicht, zoodat ik stil voor me heen lach. Het
stormt, giert en buldert. Je haren vliegen,
wild en uitgelaten naar overal, ja zelfs recht
overeind, wanneer ze de kans krijgen van
onder de helm vandaan en je jas zit nu eens
strak om je beenen, dan weer vliegen de
slippen voor je uit en rukken en trekken er,
willen je lijf mee laten dartelen en woelig
zijn.
Alles is strak en gespannen aan me, ik loop
of ik heel wat te overwinnen heb. Toch, is er
niets te overwinnen en heb ik geen wil of
doel, ik loop waar de wind mij drijft. En toen
voel ik mij vrij, juist helemaal vrij en zoo ge
lukkig! Het regent al harder en harder, de
straten glimmen en glanzen me tegemoet. De
lantarens, die hier en daar verspreid staan,
trekken lange lichte banen op het asphalt.
De straat is als de zee, zoo hier vanaf den
dijk. Dit zeg ik nu, terwijl als ik 's avonds
op ons fort sta, ik weer zeg, hè, de zee is bij
avond toch net een natte asphaltstraat. Mal
is dat eigenlijk?
Dat gedraai. Een natte asphaltstraat is
een natte asphaltstraat en lijkt daar ook op.
Een rivier is een rivier en lijkt daar ook
op. Zoo zeggen ze ook van menschen, „die
lijkt toch net op die" en tóch is elke „ik",
„ik" en niet meer en niets minder en niets
anders.
Zoo loop ik in den storm en ik praat met
mijn schaduw en ik ben gelukkig. Ik heb de
heele wereld lief, en toch daar boven uit
straalt als een heel heldere ster die èène
Liefde, waarvoor ik leef en ik fluister de
naam voor me heen, steeds weer. Licht is het
binnen in mij. Licht, springerig en vol, het
dwingt mij te praten of te zingen, voor me
heen. Mijn haren druipen en mijn gezicht
trekt strak van de regen, aan mijn oogharen
en neus hangt voortdurend een druppel, van
mijn helm vallen druppels heel brutaal bij
mijn nek binnen en ik ril en voel hoe ze ver
der glijden.
Maar ik voel, dat ik besta, ik voel dat ik
beenen heb, ik voel dat ze mijn voeten niet
om plassen heenleiden, maar ze er juist door
jagen.
Ik voel, dat ik haren heb en een gezicht.
Ik voel, dat ik een lichaam heb. Waarom
voel ik dat juist nu? Omdat er tegenstand
is? Omdat het aan alle kanten duwt en dan
weer trekt Omdat ik tegen den storm in-
torn?? Voel ik daardoor, dat ik een „iets"
ben?
Ga uit in den storm en lééf! Ga de storm
hooren en voelen, ga de regen hooren en
voelen! Lééf in eenzaamheid en storm en
maak jezelf weer moedig en fris en sterk.
Denk niet, zooals nog zoo vele, dat „Leven"
iets is met lawaai.
Denk niet, dat het rondloopen in dancings,
kroegen enz. dit alles met jazz en bier en
gelach en veel gepraat, dat dit Leven is.
Het is kinderlijk om te denken dat „Leven"
bij „Lawaai" hoort.
Zoek de eenzaamheid, die zoo heerlijk is,
zoek de natuur, die zoo rustig maakt, zoek
de regen en de storm, die zoo piUchtig en
groots zijn. Lééf en wordt wijs en goed in den
storm en de éénzaamheid.
DICK.
Eenigen tijd geleden hebben we een interes
sant artikel van Dr. Van Raai te opgenomen,
waarin deze wees op de betrekkelijk beperkte
hoeveelheden aan benzine in Duitschland. Vol
gens den bekwamen schrijver zou Duitschland
geen anderhalf jaar lang een intensieven oor
log kunnen voeren, zonder aan de grens van
zijn voorraden en productie olie en benzine te
komen. Ook de eventueele invoer uit Polen,
Roemenië en Rusland zouden geen absolute
hulp brengen. Hij berekende op hoeveel mil-
lioenen tons olie en benzine ook van buiten
ingevoerd zouden kunnen krijgen en kwam
dan tot de conclusie, ook bij ruime berekening,
dat die invoer beslist niet voldoende zou zijn,
om een onbeperkten oorlog te voeren. De me
chanisatie van de oorlogsmachinerie vraagt
zoo ontzettend veel aan brandstof, dat een
geregelde ruime invoer daarvoor noodig is.
Duitschland heeft bij het sluiten van
zijn vriendschapsverdrag met Rusland ge
rekend op volledigen bijstand van zijn
grooten buur, doch daarin is Berlijn be
drogen uitgekomen. Rusland, dat een prac-
tische politiek voert, heeft de vriendschap
van Duitschland aangegrepen om zichzelf
te vergrooten en te verrijken, zijn positie
te verstevigen. De tegenslagen, die het op
dien weg heeft ondervonden, hebben het
sterk gebonden om eerst op eigen levens
behoud bedacht te zijn. 'Kortom, de uit
voer van Rusland naar Duitschland is
sterk geremd.
Is Rusland echter in staat Duitschland vol
doende te helpen? Dat is een tweede vraag.
Een vraag, die in het Amerikaansch tijdschrift
„Foreign Affairs" besproken wordt en waarvan
wij in de N.R.Crt. van gisterenavond een uit
treksel vonden. Wij ontleenen daaraan een en
ander. Men ziet eruit, dat het Rusland inder
daad niet mogelijk is aan de behoefte van
Duitschland te voldoen.
De schrijver stelt dan voorop, dat Rus
land, als gevolg van het industrialisatie
proces, heeft opgehouden op groote schaal
te exporteeren en dank zij de toegenomen
goudproductie niet langer genoodzaakt is
om levensmiddelen en grondstoffen uit te
voeren ter betaling voor den invoer van
machinerieën. Ten tweede is Rusland voor
vele oorlogsmetalen zelf een kooper op de
wereldmarkt. Ten derde is sedert 1636 de
Sowjetpolitiek erop uit geweest om in de
binnenlandsche nooden te voorzien en re
serves te maken voor de vier volkscom
missariaten, die voor de landsverdediging
werken. En tenslotte is de Sowjetvolks-
huishouding reeds doorloopend gemobili
seerd voor de defensie, zonder eenig over-
schot aan productiecapaciteit.
Er is dan ook geen sprake van groote
overschotten van wat dan ook, ondanks den
grooten, ongeëxploiteerden mineralen rijk
dom.
Op verschillende andere terreinen is het
Rusland onmogelijk om Duitschland te helpen,
omdat het zijn productie zelf hard noodig heeft
en alleen een belangrijke opvoering van zyn
productie zou vergrooting van zijn uitvoer
mogelijk maken. Maar daarmee is tijd gemoeid
en de moeilijkheden waarmee Rusland zelf op
het oogenblik worstelt, bindt het aan alle
kanten. En wat zal de toekomst voor de bolsje-
wiki brengen?
De schrijver wijst dan voorts nog op de
transportmoeilijkheden en komt tot de
conclusie, dat de hulp van Rusland aan
Duitschland ten eenenmale onvoldoende is.
Hij wijst op de mogelijkheid, dat
Duitschland gedwongen zou kunnen wor
den Rusland binnen zijn landsgrenzen te
halen, als de geallieerden straks in de
winnende positie zouden komen. Maar dat
zal van Berlijn de laatste stap zijn, want
dat zou beteekenen, dat 't met het regiem
van het Nationaal Socialisme gedaan zou
zijn, en dat Stalin de Sowjetvlag ook in
Berlijn zou planten.
U jaagt de felste koude
zelfs uit het grootste huis
Met OKKE VISSER's brandstof
in haard, kachel of fornuis.
Adres: Polderweg 34. - Tel. 228.
BIOSCOPEN:
Tivoli-Theater, Spoorstraat, acht uur:
„Het Meisje uit het Verre Westen".
Rialto, Spoorstraat, acht uur:
„Morgen gaat 't beter".
Witte Bioscoop, Koningstraat, acht uur:
„Het Land der Vechtersbazen" en „De Geheim
zinnige Speurhond".
Heden
Casino, 8.00 uur: Concert Helders Fanfare
corps.
Zeevaartschool, 8.00 uur: Lezing Prof. Vening
Meiniesz voor den Weer- en Sterrenkundi
gen Kring.