AFZWAAIEN... Geen Britsche overwinning zonder tranen De Japon van de „Waschvrouw" en dan zonde£ werkje Eert practische mode-uitvinding Groote problemen na demobilisatie Een uur werken voor Finland Heffing op vetten en zeep Parijs brengt den waaier! CAPE EN TOURNURE fn »i °a T rnaar ze ziin niet van me- doch van zijden, op hout of ivoor ge- 1-n,ei?' die vergulde belletjes dra gen, die klingelen als de waaier zich opent of „STAMIL" VERWACHT SUCCES VAN EEN BEROEP OP HET MOREEL. DER WERKGEVERS. (Van onzen Haagschen correspondent). Keer op keer doen verschillende verhalen de ronde aangaande ontslag uit de burger- betrekking, welke gemobiliseerden zouden hebben gekregen, nadat zij uit den mili tairen dienst zijn teruggekeerd. Dit al lang nijpende vraagstuk heeft reeds veel pennen in beweging gebracht en doet gemobiliseer den met groote vrees denken aan het oogenblik, lat zij, weer in burgerpakje ge stoken, tegenover hun werkgever van wel eer zullen staan. Om misschien te verne men, dat men „reeds voorzien" is... Stamil op de bres. Zooals men weet zijn zekere instanties steeds in de weer om werkgevers in deze op hun nationalen plicht te wijzen, hetgeen •wil zeggen, dat zij alles in het werk moe ten stellen om degenen, die het land in de ure des gevaars hebben gediend, niet te... „straffen" met werkloosheid! In deze mankt zich bijzonder verdienstelijk de Koninklijke Nationale Vereeniging tot Steun aan Mili ciens, kortweg .Stamil", die trouwens ge heel op de bres staat voor de verde diging van de belangen der gemobiliseer den. Want niet alleen helpt met den ex- gemobiliseerde of den afgezwaaiden mili cien als het gaat om behoud van werk, maar ook tijdens den dienst tracht men alles te doen om de moeilijkheden der gemobili seerde gezinnen te verzachten. Moeilijk te beoordeelen. Maar vooral om eens te informee- ren naar de huidige practijk wat betreft de pogingen tot behoud der burgerbetrekking hebben wij ons tot genoemde vereeniging gewend, en daar deelde men ons mee, dat er omtrent ontslag ook wel on juiste verhalen de ronde doen. Ten eerste wees men er ons op, dat het gedurende de mobilisatie natuurlijk slechts om een bescheiden aantal gevallen gaat, want normaliter keeren er niet zoo heel veel gemobiliseerden voorgoed naar huis. In hoofdzaak krijgt men thans dus met af- gekeurden te doen. Men wees er voorts op, dat het geheelo vraagstuk wel buitenge- woon-moeilijk is, omdat liet welhaast on doenlijk is vast te stellen, of een werkge ver werkelijk zijn plicht verzaakt, indien hij verklaart in de mogelijkheid te verkee- ren, den man terug te nemen. Hij kan zich intusschen noodgedwongen van een goedkoopere kracht hebben voor zien, of de zaak is dermate teruggeloopen, dat het hoogstwaarschijnlijk tóch tot ont slag had moeten komen. En als men tot wettelijken dwang zou overgaan, is de werkgever, immers toch vrij, den terug gekeerden werknemer na korten tijd heen te zenden. Appèl op het moraal. De vereeniging verwacht ten slotte het meest van een appèl op het moraal der werkgevers, want alleen als de goede wil er is valt er iets te bereiken. Het aantal gevallen, waarin de tuss'chen- komst der vereeniging voor herplaatsing wordt ingeroepen, is uiteraard thans dus niet zoo groot; bij demobilisatie zal de drukte in dit opzicht overstelpend worden, doch daarover maakt men zich nog nog geen zorgen. Dfl vereeniging wordt ook mis bruikt! Met klem wees men er verder op, dat gevallen, waarin sprake is van door mo bilisatie ontstane werkloosheid, niet alle even ernstig zijn; het komt namelijk voor, dat de uit den dienst terugkomende van de gelegenheid gebruik maakt om een an dere en betere! betrekking te krijgen. Hij heeft dan zeer weinig moeite bij zijn ouden werkgever gedaan en probeert dan door tusschenkomst der vereeniging die ook betrekkingen zoekt naar genoegen te slagen. Intussohen Is de „Stamil" dag aan dag in touw om te bereiken wat er te bereiken valt. Eigenaardig is, dat er van de zijde der gemobiliseerden nimmer gepoogd wordt bij voorbaat pogingen bij hun werkgevers te (doen) ondernemen. Zoo zou het kunnen gebeuren, dat onmiddellijk na het vertrek van den in militairen dienst tredenden werk nemer stappen worden ondernomen om den werkgever te bewegen de zaken zoodanig in te richten, dat terugkeer van den gewe zen employé althans zeer waarschijnlijk is. Trouwens, reeds eerder is van verschillen de zijden het denkbeeld aan de hand ge daan om werkgevers wettelijk te verplich ten, aan den gemobiliseerden werknemer een schriftelijk bewijs te verstrekken, waar op hij aangeeft wat zijn bedoeling is. Deelt hij mede bereid te zijn (onvoorziene om standigheden daargelaten) den man terug te nemen, dan is alles natuurlijk in orde. Verklaart hij echter zich tot niets te willen binden (of erger!) dan zou ijlings tle tus schenkomst van de „Stamil" kunnen wor den ingeroepen, met wie weet welk gunstig resultaat! Niemand weet wanneer de mo bilisatie eindigt. Echter wees men er van „Stamil"-zijde op, dat dit idee-practisch waarschijnlijk weinig zou kunnen uithalen, want de groote moei lijkheid is juist, dat de werkgever nie'. weet, wannéér zijn werknemer terugkeert. Reeds toen de eerste oefentijd 5% maand be droeg, waren de moeilijkheden niet gering; na verdubbeling tot 11 maanden werd het er natuurlijk niet beter op, doch nu het mobi lisatie is verrijzen weer heel andere pro blemen. Als er maar een goed en practisch uitvoerbaar idee gevonden kon worden, waardoor de vrees voor verlies van werk kring bij de gemobiliseerden goeddeels kon worden getemperd, dan zou men buitenge woon verheugd zijn. Het zoeken daarnaar zet men nim mer stop, doch tot nu toe acht men het probleem niet voor een alleszins bevredigende oplossing vatbaar. De goede wil der patroons zal dus voor eerst het werk moeten doenl Ook werkgevers voor moeilijk heden. Over 't algemeen bleek men niet bepaald ontevreden over de resultaten der pogingen, welke men reeds in den afgeloopen tijd heeft ondernomen, maar men heeft wel de ervaring, dat verschillende werkgevers juist door de mobilisatie-omstandigheden of ook door andere oorzaken, zooals b.v. de voor sommige zakenmenschen catastropha- le koude! den vroegeren werknemer niet kunnen terugnemen. Daartegenover staat vast, dat ondernemingen van de gelegen heid wel ge- of misbruik maken om zich van duurdere krachten te ontdoen, ook al, omdat de gemobiliseerde vaak in de on mogelijkheid heeft verkeerd, zijn «vakkennis bij te houden of aan te vullen. Resumeerende kan dus worden gezegd, dat de kwestie van de herplaatsing der ex- gemobiliseerden thans zeker nog niet haar moeilijkste kanten laat zien; eerst na demo bilisatie zal men voor buitengewóón-ernsti ge problemen komen te staan. Sympathieke actie te Alphen aan den Rijn. Een onder leiding van burgemeester Colijn ^vormd comité uit de burgerij te Alphen aan den Rijn, heeft een actie voor financieele hulp aan Finland georganiseerd. Na besprekingen tusschen werkgevers- en werknemersorganisaties is men overeen ge komen, dat in alle bedrijven, groote zoowel als kleine, een uur voor Finland zal worden gewerkt. De werkneihers zullen 'n uur loon voor steun aan de Finnen afstaan, terwijl de werkgevers voor elk lid van hun personeel daaraan een gelijk bedrag zullen toevoegen. Ook van hen, die vrije beroepen uitoefenen en geen personeel hebben, wordt, ajdus de N.R.Crt., vernacht, dat zij hun verdiensten van een uur aan het comité zullen afdragen. Van alle zijden is reeds spontaan medewer king toegezegd. Felle redevoering van den nieu wen minister van oorlog. EéN OORLOFDOEL: BLIJVENDE VREDE. Stanley, de nieuwe minister van oorlog ln Engeland, heeft een rede voering gehouden, waarin hij zeide: „Wij kennen slechts één oorlogsdoel: den oorlog winnen, en één vredes- doel: den vrede blijvend te maken." Hitier, vervolgde de minister, heeft een verdediger in Hertzog, die in een onlangs gehouden rede de schuld voor al onze zor gen op het verdrag van Versailles legde. Dat verdrag, hoe onvolmaakt ook, werd geïnspi reerd door het denkbeeld de volkeren van andere nationaliteiten ten bevrijden van een Duitsche overlieersching. Nu wij in de afge loopen maanden gezien hebben, wat een Duitsche overheersching beteekent, kan iemand dan beweren, dat wij ongelijk had den, en dat het denkbeeld verachtelijk was? Laten wij het vragen aan de Tsje chen, wier land is overrompeld, wier studenten doodgeschoten, wier lei ders in concentratiekampen zijn, wier arbeiders moeten zwijgen en wier cultuur en bodem vertreden wordt. Laten wij het vragen aan de Polen, die behandeld zijn als geen ander land sinds de middeleeuwen, wier bevolking, als vee bijeengedre ven, verhongert en omkomt. Laten wij het vragen aan de Oostenrijkers, die den Anschluss beschouwden als de in trede in het beloofde land, en bemerkten, dat het een land was overvloeiend vanmelk en honing alleen voor de partijleiders en de bandieten in uniform. Laten wij het vragen aan de Joden, waarvan duizenden voor Duitschland gewerkt en gevochten hebben, wier vaders voor Duitschland gesneuveld zijn, en wier eenige fout hun ras was. La ten wij 't vragen aan de Katholieke Pro- testantsclie geestelijken, wier godsdienst zoo schadelijk was, dat hij met knuppels eruit geslagen moest worden. Laten wij rondgaan in Europa en het vragen aan de kleine neu trale landen, die elk oogenblik een aanval vree zen. Voor ons zelf, zoo vervolgde Stanley, wil len wij niets van Duitschland of van de Duitschers. Wij willen hun vernietiging niet, wij zijn niet afgunstig op hun welvaart wij willen van hen geen heloten maken, zooals zij er niilliocnen gemaakt hebben. Wij wil len van hun land geen woestijn maken, zoo als zij een vierde deel van Europa gemaakt hebben, wij wenschen hen te maken tot vreedzame, gelukkige leden van een vreed zaam, gelukkig Europa. Maar nooit meer, onder dezen leider of een anderen leider. Wij strijden tegen een dapper, mecdoogen- loos, vastberaden volk. Er kan geen over winning zijn zonder tranen. ij, in Enge land, kunnen de waarheid onder oogen zien. wij behoeven niet, zooals de Duitschers, te worden afgescheept met sprookjes. De over winning zal komen, maar als resultaat van vasthoudendheid, opoffering en moed. Alles, dat wij bezitten moet in de schaal geworpen worden. T Incidenten. Tijdens de redevoering van Minister Stan- lev te New Castle is 't herhaaldelijk tot inter rupties gekomen van een kleine groep uit het gehoor, dat uit 3000 personen bestond. Na herhaalde waarschuwingen werden zes personen uit de zaal gezet. Pamfletten met „de oorlog is ijdel" werden tweemaal van het balkon afgeworpen. Stanley hield een pauze in zijn rede en verwees onder dave rend gelach naar „misleidende Duitsche pro paganda over een papiertekort in Enge land." Toen een man uit de zaal was gezet, zeide Stanley: Hij is de straat opgegaan. On der een ander systeem zou hij in een con centratiekamp gezet worden. Aan het eind van zijn betoog werd Stanley geestdriftig toegejuicht. TIEN CENT PER KILOGRAM, HEDEN INGAANDE. Naar wij vernemen, is het den minister van Economische Zaken noodzakelijk geble ken, om ten aanzien van vetten en oliën en wel in het bijzonder technische vetten en oliën een maatregel te nemen. Na het uitbreken van den oorlog heeft de over heid grondstoffen van de olie- en vetten- industrie in het buitenland aangekocht en hier te landen zoowel voor consumptie- als technische doeleinden, ter beschikking ge steld. Deze regeling, waarbij tevens maxi mumprijzen tusschen regeering en de indu strie werden overeengekomen, brengt thans voor de overheid een tekort mede. De con- sumptievetten en -oliën zijn reeds in ver band met den steun op de boter met een niet onbelangrijke heffing belast. Aange zien het grootste deel dezer grondstoffen wordt gebruikt voor de zeepindustrie, is besloten slechts de oliën, vetten en vet zuren, welke door deze industrie worden verwerkt, te belasten. De minister acht het nu redelijk, dat ook de technische vetten en oliën, welke tot dusverre steeds vrij van heffing zijn geweest, aan een heffing wor den onderworpen. De heffing, wleke ingaat op 5 Februari, zal 10 ets. i>er kg. grondstof bedragen. Met deze heffing wordt tevens aan de bronnen van inkomsten van het LandbouwCrisis fonds uitbreiding gegeven, hetgeen wegens den achteruitgang van belangrijke inkom sten alleszins wenschelijk moet worden geacht. In verband met dezen maatregel, wordt van heden af ook de invoer van zeeft aan een heffing naar gelang van het vet of vetzuurgehalte onderworpen. Ziehier eenige modieuse toiletten. Bovenstaand compêt heeft een piccolo- jasje". waaraan wonderlijke combinatie.' een ..tournure" bevestigd is, de bekende verhooging tan stof, fluweel of zijde op de plaats waar de rok begint. Van deze tournu re vertelt Getrude in bijgaand artikel, o.m. hoe dit mode-verschijnsel omgetooverd kan worden in een stukje rok, waardoor de da- gelijksche jurk plotseling in een avondtoilet verandert.' De cape heeft terrein gewonnen. Neven staand model kan zoowel overdag als 's avonds dienst doen; het vormt met de mid dagjapon een gekleurd geheel, maar, ge dragen op een slepend gala-gewaad, blijkt het een charmante avondmantel te zijn. Ieder tijdperk heeft zijn eigen kleeding, aangepast aan behoeften en smaak. En het onze maakt op dien regel geen uitzondering. Het onze begon op 1 September van het vorige jaar, op den dag, waarop in ons we relddeel de fakkel branden ging. De mode, die tot dusver op een tijdperk-van-vrede, zij liet van gewapenden vrede, ingesteld was, bleef enkele weken stil en verbijsterd. In die enkele weken schakelde zij zich in op het oorlogsnet, aan de mazen waarvan niemand ontsnapt. In die weken ontstonden de nieuwe modellen, die het groote gebeuren trouw weerspiegelen. Ook de mode kan niet buiten haar tijd leven. Zij ontstaat in de hersenen der ontweriiers, die evenmin aan den in vloed der gewijzigde omstandigheden ontkomen als wij. Zij doen niet langer wat zij zouden willen, zij doen wat zij kunnen. Knnstwol. De oorlog heeft den regelmatigen aan- en invoer van zui vere wol moeilijk gemaakt? Welnu, dan maakt Vrouw Mode x an Kunstwol gebruik. De chemie heeft in onze dagen zoo groote vorderingen .gemaakt dat de meest-uiteenloopende stoffen tot „wol" verwerkt kunnen worden. Zonder verwon dering vernemen wij dat kunstwol een „onderproduct" van cellulose zijn kan; en behalve van cellulose wordt wol ver vaardigd uit stroo, uit aardappelplanten, uit vlas, uit hennep, uit kalk, uit eiwit, en zelfs uit steenkool! Wol uit steenkool! Dat kan niet anders dan warme pakjes opleve ren! Maar scherts terzijde hoe meer stoffen ons „wol" bezorgen kunnen, hoe beter dat uit mode-oogpunt is. Want bet karakter van al die soorten „wol" gaat nimmer geheel verloren en de voor de mode zoo noodzakelijke variaties blijven dus altijd min of meer bestaan. Onder den druk der omstandigheden heeft de Mode, de eens zoo tyrannieke vorstin, van al haar des potische nei gingen afstand gedaan. Zij is verstandig en gehoorzaam geworden. Haar dienaren peinzen niet meer over de creatie van extravagante reis- en auto-costuums. Gereisd wordt er hier niet meer en autorijden is een ware luxe geworden. De fiets neemt opnieuw een eereplaats in en het rijwiel vraagt een aardig, sportief en elegant costuurri. Het is dan ook op bet fietspakje dat de modescheppers hun aandacht en hun talenten saamgetrokken hébben. Het pakje van den aapjeskoetsier De mogelijkheid van een plotselinge nachtelijke'vlucht voor naderend luchtgevaar heeft de cape en de „capuchon" groote populariteit doen verwerven. De laatste creaties op dit gebied laten een lange cape zien, waarop een pelerine is vastgehecht, die ongeveer tot de taille reikt Dit dubbele kleedingstuk, warm-gevoerd en waterdicht, zooals het be hoort. doet in sterke mate aan de jas denken, die de ver- r wenen huurkoet^ers droegen. Maar de modehuizen zijn r in geslaagd aan dit antieke kleedingstuk moderne gra tie en charme te geven. Amerikaansch! Mef de dubbele ïoetsiersjas gaat de pyama hand in hand. De laatste pyama s „voor nachtelijke luchtaanvallen" brengt 0I!S Amerikanen tocht trachten een eigen niow.lt ontwerpen, nu de Europeesche aan hun eischen ten volle beantwoordt. Zoo stellen de Amerikaan- Het^l^n^ p.1iWerPie!^ 0ns pyama s in twee kleuren voor. het ia\ie iJ^li1S b,5uw' de pantalon rood of, omgekeerd, ners. nrnrtf J^i CI\ pan.,alon Mauw. De Yankeeverkoo- pers, ptactisch als steeds, wij-zen er op hoe voordeelig het is ons deze beide pyama's aan te schaffen. In stede van twee pyama's hebben wii er dan vier, daar het blauwe jasje en de blau we pantalon even goed samen gedragen kunnen worden als het roode jasje en de roode pantalon. Heel eenvoudig, niet waar? En hoe Amerikaansch! En dan kan men er zijn ijdelheid nog mee bevredigen! Is het niet heerlijk te kunnen zeggen, dat men zijn pyama's uit de Vijfde Avenue betrekt? De Frangaise stemmig. Maar de Fransche pyama's hebben voor het meerendeel gedekte kleuren occultatie- blauw en grijs „mimikri" die vervroolijkt worden met. wat geel. Sommige pyama's zijn geheel van geel flanel, hebben een zeer man nelijke allure, zijn wijd en comfortabel. Af gezet met zwart of voorzien van groote zwarte knoopen geven ze de draagster het uiterlijk van een exotische vogel. Een lange zwarte das voltooit het geheel. Dat is nog eens practisch. Nu er zoo weinig wezenlijke avondjaponnen verkocht worden, heeft een modehuis een toilet op de markt gebracht, dat zoowel voor den dag als voor den avond dienst kan doen. Men^ noemt dit costuum: de „robe laveuse", de japon van de waschvrouw". Waarom? Wel, de waschvrouw heeft de ge woonte baar rok op te sjorren voor zij aan haar werk begint. En de „robe laveuse" is, op den dag gedragen, juist zoo n opgesjorde xvaschrok. Alleen, de dikke prop, die een gewone rok vertoonen zou, is in dit geval omgewerkt tot een gracieus „drapé". Een enkele handgreep is voldoende om dat dra- pe te laten schieten en dan ontstaat een lange avondrok, die ik verzeker het U in geen enkel opzicht meer aan het tenue van de waschvrouw denken doet. K.chotsche stoffen worden nog altijd veel ge- viaagd. Maar de fabrikanten van dergelij ke weefsels hebben begrepen dat helle kleu- ren in dezen tijd niet passen; zij hebben hun „-.chotschjes zeer bescheiden tinten gege ven. De Waaier... wie zou 't gelooven? ?fL.rnodt zou de ,mode niet meer zijn, als zij !ets zonderling-overbodigs 7» Meer zij is de mode nog en zoo laat ue waaier opnieuw ten tooneele ver- pneP' Pe maaier! Wie zou het gelooven? z0°- He nieuwe waaiers zien ctr-,?,!P?e\eer u't a's de onsympathieke in- l menten, waarmee 's zomers wel vliegen slult'' GERTRUDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 8