Britsche waakzaamheid
Terugkeer
AANBIEDING
Kleeding naar maal
Costumes naar maat
Onze weermacht
zij eeo eenheid!
„IJSBEER" OP WEG NAAR
DEN BELOER
DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN 'HOLLANDS NOORDERKWARTIER
in het hooge Noorden
gemobiliseerden
BISCHOFF'S
Breg
man
Hore Belisha wil raakslaan
Minister ziet af van
ondergrondsche hangars
Het probleem
in het burgerleven
KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER, TELEFOON 50 (2 LIJNEN)
ZATERDAG
24 FEBRUARI 1940
68e JAARG. No. 8858
Het „Spookleger" van Generaal Weygand
SERIE
I
36—
SERIE
II
44—
SERIE
III
52—
SERIE
IV
60—
SERIE
V
■•■al
68—
Koningstraat 4
KLEEOING MAGAZIJN
Den Helder
Dit nummer bevat 12 pagina's
EERBERICHT
DE BILT SEINT»
Nieuwe arrestatie
in de spionnage-zaak
Britsch vlaggesch'p
buiten gevecht?
HELDERSCHE COURANT
Uitgave der Ultg.-Mij. Hollands Noorderkwartier N.V. te Den Helder
Gisteravond heeft Hore Belisha, de
onlangs afgetreden Britsche minister
van Oorlog, een rede gehouden voor
zijn kiezers te Devenport, waarin hi]
er op aandrong, dat Engeland en
Frankrijk in het Finsche conflict
tusschenbeide zouden komen.
Controle over Noorwegen, Zweden
en Finland door Duitschland en Rus
land, aldus de oud-minister, zou be-
teekenen, dat onze aanzienlijke aan
koopen van erts, hout en landbouw
producten in deze landen stopgezet
zouden kunnen worden en dat
Duitschland nieuwe markten voor
zichzelf zou kunnen organiseeren.
Weloverwogen, toereikende en be-
beslissende actie kon thans den duur
van den oorlog beperken. Alle half
bakken interventie zou van den
aanvang af tot mislukking gedoemd
zijn.
De woorden van deze figuu., zoo kort na
iijn aftreden als lid van dey Oppersten Oor
logsraad der geallieerden, zijn ongetwijfeld
.van groot belang.
Zij kunnen beteekenen, dat zijn gerucht
makend aftreden indertijd mede verband
hield met zijn wensch Finland direct te hel
pen. Ook echter kan het zijn, dat men er in
moet zien de weerspiegeling van de meening
welke in vooraanstaande FTansch-Britsche
kringen heerscht.
Hoe dit alles ook zij, vast staat, dat de
Britsche leeuw in den laatsten tijd de Rus
sische beer openlijk tart.
Zonder schroom vertellen _de Engelsclie
machthebbers, dat zij de Finnen met groote
hóeveelheden oorlogsmateriaal steunen,
den Britten wordt toegestaan in F'inschen
krijgsdienst te treden, terwijl ten slotte een
sterk Britsch eskader in de Poolzee is ver
schenen en Moermansk schijnt te blokkee-
ren.
In vlootkringen te Londen bewaart men
het stilzwijgen over de berichten dat de
Britsche vloot zich voor Moermansk bevindt.
In welingelichte kringen te Londen wijst
men er, volgens U. P., 'echter op, dat een
blokkade van Moermansk in zekeren zin een
oorlogsdaad zou beteekenen ten opzichte
van een neutraal land, waarmede Groot Brit-
tannië uiterlijk op goeden voet staat.
Het is anderzijds zeer wel moge
lijk dat de Britten voor Moermansk
trachten Duitsche koopvaardijsche
pen te onderscheppen of althans
schepen die zich op weg naar Duitsch
land bevinden en dat zij aldus een
contrabande-controle willen uitoefe
nen in het Noorden net als op alle
andere groote scheepvaartroutes naar
Europa.
Deze reden klinkt wel erg plausibel, maar
net is zonder meer duidelijk, dat dit Engel-
sche machtsvertoon de Sovjets noodzaakt
belangrijke strijdkrachten aan het Finsche
front te onttrekken, teneinde de Britten in
het oog te houden.
Indirecte hulp aan Finland
Dat Engeland en Frankrijk bezig zijn, zij
het Voorloopig nog gedeeltelijk langs indi-
recten weg, Finland wat lucht te verschaf
fen, moge ook blijken uit de berichten, welke
uit het nabije Oosten blijven binnenkomen.
De Italiaansche dagbladen wijdden
gisteren heele kolommen aan tele
grammen uit geheel Europa over
hetgeen in de opschriften genoemd
wordt „oorlogsdreiging van de Zwar
te Zee tot de Noordelijke IJszee."
Terwijl alle bladen zich van commentaar
onthouden, wordt den lezer den indruk ge
geven, dat vijandelijkheden ieder oogenblik
kunnen uitbreken, in den Kaukasus zoowel
als in Noord Europa. Zelfs wanneer de Bal
kan er buiten blijft. Berichten uit Berlijn
over hetgeen genoemd wordt „het spookle-
ger van Weygand in Syrië", worden opval
lend afgedrukt in sommige bladen, die te
vens den nadruk leggen op de kwetsbaar
heid van het Sovjet Russisch oliegebied. Te
legrammen uit Cairo leggen den nadruk op
de samenwerking tusschen Engeland, Frank
rijk en Egypte.
Ook indirecte druk van Duitsch
land.
Het is begrijpelijk, dat men te Berlijn,
deze ontwikkeling van het internationale
aspect met groote opmerkzaamheid volgt.
Evenals Engeland houdt Duitschland zich
officieel angstvallig buiten het Russisch
Finsche conflict, maar toch staat wel vast
dat Hitier zijn Sovjet vriend krachtig helpt
door Zweden en Noorwegen in toom te
houden en hun te dreigen met interventie
Jjls ze openlijk zich tegen Rusland zouden
wenden.
Daarnaast aarzelt men in de Wilhelm-
strasse niet om ook de overige neutralen
zoo nu en dan eens onder druk te bren
gen.
De heftige verontwaardiging, welke zich
hier uitte bij de torpedeering van de Arends
kerk, de Burgerdijk en thans -weer van de
„Tara" is den Duitschers zeer onaangenaam
Dat men in Holland het optreden van de
Duitsche duikbootcommandanten, zoo maar
zonder meer incorrect en onmenschelijk
durft te noemen wekt de toorn op en men
aarzelt in vooraanstaande -kringen te Berlijn
niet om te zeggen, dat bij herhaling van
dergelijk „onneutraal" geschrijf de Duit
sche pers eens zal vertellen wat zij over
de Nederlanders denkt.
Een dreigen dus met een perscampagne!
VERSPREIDE GEMASKEERDE OP
STELLING VAN VLIEGTUIGEN
DOELTREFFENDER.
In de memorie van antwoord aan de Eer
ste Kamer betreffende de Defensiebegroo-
ting 1940 zegt de minister ten aanzien van
de aanschaffingen ten behoeve van de
Landmacht, dat hij al het mogelijke doet
om zoo spoedig mogelijk in het bezit van
het benoodigde te komen.
De voornaamste oorzaak van de vertraging
is, dat orders, welke reeds lang voor het
uitbreken van den oorlog in het buitenland
waren ggplaatst. in het geheel niet kunnen
worden uitgevoerd of niet overeenkomstig
de contractueel vastgelegde leveringsdata.
Do munitievoorraad wordt nog geregeld
opgevoerd.
Motoriseering.
Ten aanzien van de motoriseering van ons
leger behoeft voorshands niet.verder te wor
den gegaan, dan aanvankelijk in het voor
nemen lag.
Onze paardensfapel is voldoende. Wel is
bij de vordering gebleken, dat het aantal
warmbloedpaarden zeer ongustig afsteekt
bij het aantal koudbloedpaarden.
Geen ondergrondsche hangars.
Van den bouw van ondergrondsche han
gars op onze militaire vliegvelden is afge
zien in hoofdzaak om drieërlei redenen:
1. De kosten zijn zeer hoog;
2. Een vijandelijke luchtaanval richt zich
mede tot het vliegveld zelve; is dit vlieg
veld voor opstijgen en landen onbruikbaar
geworden, dan is het nut van de dure on
dergrondsche hangars verloren gegaan.
3. Het wordt beter geoordeeld de vlieg
tuigen voor vernieling door vijandelijke
bombardementen te behoeden door een ver
spreide gemaskeerde onstelling en door
gebruik te maken van een groot aantal
hulplandingsterreinen.
De minister zal er voor waken, dat mjji-
taire maatregelen op zoodanige wijze wor
den genomen, dat ze niet den indruk wek
ken van het bestaan van acuut gevaar in
dien dit niet bestaat.
Aangezien de opstelling van de weer
macht gegrond is op overwegingen van
strategischen en tactischen aard, is het in
den regel niet mogelijk de onder de wa
penen geroepenen te legeren in den om
trek van hun woonplaats.
wordt bestudeerd
COMMISSIE VAN ADVIES INGESTELD.
ZAKENVERLOVEN NIET UITGEGBREID.
Aangezien het verleenen van verlo
ven in geen geval de paraatheid van
de weermacht mag aantasten, kan
voor het tegenwoordige bezwaarlijk
aan de te verleenen zakenverloven
uitbreiding worden gegeven, aldus
de antwoordmemorie over de De-
fensiebegrooting.
Tegen het naar huis zenden van vaders
van groote gezinnen bestaan bezwaren. On
billijkheden zouden niet te vermijden zijn
o.m. omdat officieren, kader en gespeciali-
seerden van dezen maatregel niet zouden
kunnen profitecren.
De vervanging van de troepen, thans be
last met de grens en kustbeveiliging, door
andere troepen heeft do aandacht van den
opperbevelhebber.
Een behoeming van onderofficieren tot
luitenant zou noch in het belang van de
weermacht, noch in het belang van de be
trokken onderofficieren zijn. De onderoffi
cieren missen den wetenschappelijken grond
slag, welke, zeker in den modernen tijd, voor
het bekleeden van een officiersrang noodza
kelijk is, terwijl in vergelijking met hen.
die langs één der thans vastgestelde wegen
officier zijn geworden het verschil in op
leiding en in leeftijd oorzaak zal zijn, dat
zij zich in het officierskorps niet spoedig
thuis zullen voelen.
De minister kan mededeelen, dat
ongeacht wat door verschillende in
stanties ter zake reeds is verricht
de regecring een commissie heelt sa
mengesteld, waarin zijn opgenomen
een vertegenwoordiger van den mi
nister van Financiën, Sociale Zaken,
Economische Zaken, Binnenlandsche
Zaken en Dciensic, welke commissie
opdracht heeft der Regeering te ad-
viseeren omtrent het vraagstuk van
den terugkeer van de gemobiliseer
den in het burgerleven, met inbegrip
van de eventueel te treilen wettelijke
voorzieningen.
Aangezien het vraagstuk in studie is, mo
ge hij er zich thans van onthouden hierop
diep in te gaan.
Om ons kleermakers-atelier volop aan het draaien te houden, heb
ben wij wederom, gelijk andere jaren, van 15 Febr. tot 15 Maart
EXTRA LAGE PRIJZEN VOOR KLEEDING NAAR MAAT.
m m m f
Minister tegen het vormen van
„kernen."
Novembcr-geruchten over spion-
nage van met de NJ5.B. sympa-
thisecrende officieren onjuist.
In de zoo juist verschenen antwoordme
morie over de Defensiebegrooting worden
eenige passages gewijd aan de invloeden
van het extremisme in onze weermacht,
welke passages wij hier laten volgen:
Er wordt streng op toegezien, dat offi
cieren geen lid zijn van een voor ambtena
ren verboden organisatie. Ten aanzien van
hen. die vroeger wegens hun lidmaatschap
van een dergelijke organisatie uit de weer
macht zijn verwijderd en thans weder om
toelating verzoeken wordt steeds een onder
zoek naar hun huidige gezindheid ingesteld,
alsmede naar het tijdstip, waarop de ver
boden organisatie den rug werd toegewend.
Tot opheffing van de ten aanzien van het
lidmaatschap der N.S.B. geldende bepalin
gen kan de regeering thans nog niet over
gaan.
De minister neemt gaarne aan, dat vele
aanhangers van de N.S.B. hun vollcdigen
steun zullen geven aan de verdediging des
lands tegen aantasting van ons grodgebied,
van welke zijde die ook moge geschieden,
doch hij acht het twijfelachtig of dit voor
allen geldt.
De geruchten over spionnaqe.
Het verspreiden van onjuiste, de N.S.B. be
treffende geruchten keurt» de minister sterk
af.
In het bijzonder heeft hij zich ge
ërgerd aan het in de eerste weken
van November uitgestrooide on
juiste gerucht, dat tal van, met de
N.S.B. sympathiseerende, officieren
wegens spionnage zouden zijn gear
resteerd, en hij betreurt het, dat het
niet mogelijk is geweest degenen,
die voor verspreiding dezer geruch
ten verantwoordelijk zijn geruch
ten, welke een door niets gerecht
vaardigde onrust doen ontstaan bij
het publiek en zonder eenige reden
Verwachting: Zwakke tot ma
tige Z. tot W. wind, betrok
ken tot zwaar of half be
wolkt, tijdelijk regen, later
wellicht opklarend, matige
dooi.
het vertrouwen in de weermacht on
dermijnen op te sporen.
De elementen die voor het ontstaan van
dergelijke geruchten aansprakelijk zijn of
aan de verspreiding daarvan hebben mede
gewerkt, mogen bedenken, dat zij door hun
onvaderlandslievend optreden volk en le
ger een uiterst slechten dienst hebben be
wezen.
Het ligt niet in het voornemen van
den minister te bevorderen, dat
overal kernen aanwezig zijn van die
volksgroepen, die vanouds hebben
betoond betrouwbaar te zijn. Hij
wenscht. zoolang niet het tegendeel
blijkt, de weermacht te zien als een
éénheid, welke trouw aan het wet
tig gezag boven verdenking staat,
en hij kan dan ook niet medewer
ken aan een maatregel, waardoor
op bepaalde onderdeelen of groepen
van militairen een stempel van on
betrouwbaarheid zou kunnen wor
den gedrukt.
De Amsterdamsche inspecteur van politie,
die, naar verluidt, betrokken is geweest in
de zoogenaamde uniformkwestie, maakt
nog deel uit van het kerps reserve-officie
ren. Deze zaak is nog in behandeling.
HEDENMORGEN OM HALF ACHT AAN
DE BURGERVLOTBRUG.
GEMIDDELDE SNELHEID IS THANS
VIJF K.M. PER UUR.
Hedenmorgen om half acht troffen
wij de „IJsbeer" de ijsbreker, die
door het ijs in het Noordhollandsch
Kanaal een vaargeul zal maken naar
Den Helder aan tusschen Burger
vlotbrug en St. Maartensvlotbrug.
Met groote kracht ploegde het logge ge
vaarte met zijn zwaren, gedrongen bouw,
zich door het dikke ijs.
In tegenstelling met de vorige dagen, toen
de ijsbreker na elke 30 meter achteruit
moest slaan om vervolgens opnieuw met
kracht tegen de ijsmassa op te loopen ging
het nu met constante snelheid vooruit. Als
wij nagaan dat de „IJsbeer" hedenmorgen
om half v.ijf uit Alkmaar vertrokken is, dan
kunnen wij daaruit concludeeren,, dat de
gemiddelde snelheid ongeveer 5 k.m. per
uur bedragen heeft.
Wij mogen dus aannemen, dat de „IJs
beer" wanneer zich geen moeilijkheden voor
doen, nog vandaag het eindpunt. Den Hel
der, zal bereiken, en dat wij dus vanaf
Maandag na eenige weken opnieuw het
drukke scheepvaartverkeer op het Noord-
hollandsch Kanaal te zien zullen krijgen.
Accountantskantoor
Lid N. I. v. B.
LEERAAR M. O,
Lid Ned. Gen. v. Acc.
Loodsgracht 72 Tel. 650
Koopman uit Gralt naar Gronin
gen overgebracht
GEVAARLIJK PAPIERTJE IN
ONSCHULDIG HOOFDDEKSEL!
Naar het Hsbl. meldt is te Graft, gemeente
de Rijp gearresteerd de autobandenhande
laar B., die betrokken zou zijn in de gerucht
makende spionnageaffaire, waarover wij gis
teren uitvoerige berichten opnamen. De
man is naar Groningen overgebracht. Men
weet dat daar eveneens de verdachten uit
St. Pancras in bewaring zijn gesteld.
Een bezwarend papiertje.
De Tel. verhaalt, hoe een papiertje in een
hoed de directe aanleiding was tot arresta
tie der ontvluchte vliegerofficieren, welke
nabij Kornwerderzand, aan. het Friesche ein
de van den afsluitdijk geschied is.
In een taxi hebben de officieren van klee
ding verwisseld.
Toen de vluchtelingen 's avonds niet op
het appèl verschenen, stelden de militaire
autoriteiten onmiddellijk alle -pogingen in
het werk de mannen op te sporen. Zoo kon
het gebeuren, dat Iaat in den avond de
wachtmeester Hovink, die met zijn collega's
te Kornwerderzand een scherpe controle
houdt, een taxi liet stoppen, waarin twee
Duitsch sprekende heeren zaten. De mare
chaussees vonden dit verdacht en meenden
dat dit wel eens de gezochte officieren kon
den zijn. Zij namen de beide mannen mee
naar hun woning te Kornwerderzand en
spoedig bleek, dat men een goede vangst
had gedaan.
Toen de marechaussees eenigen tijd met de
Duitsche officieren hadden gesproken, ont
dekte een der wachtmeesters, dat in den
hoed van een der mannen een papiertje zat,
dat keurig in den binnenrand van den hoed
was verborgen. Er stak echter een klein
stukje papier uit den rand en deze onacht
zaamheid speelde den Duitschers parten. De
marechaussees haalden het papiertje te
voorschijn en toen bleek, dat hierop het
adres was genoteerd van een Groningscben
boer, waarheen de Duitschers op weg wa
ren. Vermoedelijk zou deze boer ze verder
hebben geholpen om over de Nederlandsche
srens naar Duitschland terug te keeren.
Onmiddellijk werd van deze belangrijke
vondst kennis gegeven aan de politie te
Groningen, waarop de man. wiens adres op
het papiertje stond, nog denzelfden nacht
werd gearresteerd, verdacht medeplichtig
te zijn aan de ontvluchtingspoging. De bei
de Duitsche officieren zijn in den nacht
weer naar het interneeringskamp gebral
en daar beter opgesloten.
Geruchten over vernieling van
twee Duitsche duikbooten.
Het vlaggeschip der Engelsche thuisvloof
„Nelson" is half December door mijnen bui
ten gevecht gesteld, naar de Voelkische Beo
bachter groot opgemaakt meldt. Het bericht
is afkomstig van den correspondent van dif
blad in Amsterdam. De Nelson is volgens
dezen correspondent half December een klei
ne Engelsche haven binnengesleept, zoo
zwaar beschadigd door een mijn, dat de bo
dem vooreerst niet verder kon varen. Na
eerste herstelwerkzaamheden kon het schip
twee weken later naar een Zuid-Engelsche
werf worden gesleept, waar men nog bezig is
met de reparatie.
Twee Duitsche duikbooten ver
mist?
In Londen deden gisteravond berichten de
ronde, dat weer twee Duitsche duikbooten
op de Noordzee tot zinken waren gebracht.
Officieele bijzonderheden waren niet te ver
krijgen. Er verluidt, dat de Britsche lucht
strijdkrachten een rol gespeeld hebben bi
het tot zinken brengen dezer duikbooten.