Het goud Coopetatie8dilen|Spc£e„v(ae"dc „De muren hebben ooren" Akkertje Levensmiddelen het buitenland Geen verdeeling van Duitschland SERGEANT en TWEE JONGENS gewond Tegen invoer van paarden Ambtenaren onder de wapenen Kustvaarder ramt ophaalbrug Wereldoorlog gewonnen dank, zij de kritiek Twecde Kamer voor de Neder- landsche Bank of voor den Staat? Ware dagen"? Neem 'n naar Postvluchten op Indië Minister de Geer stelt voor, den Staat 110 millioen meer uit te keeren, van de gondwinst, tenge volge der herwaardeering ver kregen. Alvorens over te «aan tot voortzetting van de behandeling van de begrooting van Ne- derlandsch-Indie voor 1940. heeft de Tweede Kamer zich gistermiddag geruimen tijd be ziggehouden met het wetsontwerp voorloo- - pige voorziening ten aanzien van de waar debepaling van den voorraad gouden munt en gouden muntmateriaal van de Neder- landsche Bank en regeling van de gevolgen dier voorziening; deze voorziening betee- kent een voorloopige depreciatie van den gulden met 18 procent Van de door de her waardeering verkregen boekwinst wordt voorgesteld een bedrag van ruim honderd en zestien millioen aan den staat en een be drag van bijna 30 millioen aan de Neder- landsche Bank ten goede te doen komen. Volgens den heer Rost van Tonningen (N. S.B.) beoogt deze maatregel fictieve geld- scheping en is inflatorisch. Ook is spr. te gen de uitkeering aan de Ned. Bank. Hij noemt mr. Trip. den president der Ned. Bank, „muntvervalscher", waarop de voorz. hem tot de orde roept. De heer Schouten (a.r.) wilde monetaire politiek der regeering streng gescheiden houden van de bedrijfs- politiek der Ned.. Bank. Spr. wil de goud winst bestemmen voor de sociale verzeke ringen. De heer Teulings (r.k.) zegt, dat het strikt formeel civielrechtelijk juist is, dat de goudwinst het onbetwistbaar eigendom is van de N'ederlandsche Bank, doch eenige jaren geleden hebben minister Oud en mr. Trip verklaard, dat die goudwinst voor de gemeenschap is en dat een afdoende rege ling gewenscht was. Bij amendement heeft spreker daarom voorgesteld de reserve-positie van 1932 inte graal te doen herstellen door in plaats van bijna dertig millioen, zooals wordt voorge dragen, ruim elf millioen aan de reserves der bank ten goede te doen komen en het restecrende bedrag van ruim achttien mil lioen aan den staat boven het voorgedragen bedrag van ruim honderd en zestien milli oen. Nog voeren de heeren Rutgers van Rozen burg (c.h.), van Gelderen (s.d.) Bierema (lib.) en de heer Schilthuis (v.d.) het woord. De heer van Gelderen zag liever de goud winst aangewend voor de sociale verzeke ringsfondsen en de ouden van dagen. De minister aan 't woord. In zijn antwoord zegt minister de Geer, n,rr,dat de wjpst, juridisch gezien, eigendoip is van de Nede'rlandsche bank, daar de staat een der grootste participanten is, komt zij echter toch den staat tén goede. Uitdrukke lijk verklaart de minister, dat het ponden- verlies niet voortvloeit uit een fout in het beheer van de directie van de bank, het is een gevolg van de publiekrechtelijke positie dier bank. De beide amendementen Schouten en Teulings acht de minister niet aanvaardbaar, doch hij achtte een tusschenregeling wel gewenscht. Daarom dient de minister een nota van wijziging In, waarbij hij een eigen tusschenweg voorstelde, die in hield, dat aan den staat zal worden vergoed, hetgeen deze als deelhebber in de Nederlandsche Bank in de schrale jaren van 1932 tot 1939 is te kort gekomen. Dit U een bedrag van ruim tien millioen gulden. Op verzoek van den heer Schouten wordt vervolgens de behandeling van het ontwerp geschorst tot Vrijdagmiddag om de Kamer in de gelegenheid te stellen, deze wijziging te overwegen. Twee verkeersongelukken op den Rijksweg te Haarlem. Op den Rijksstraatweg in Haarlem-Noord zijn gisteren twee verkeersongelukken ge beurd, waarbij een 35-jarige sergeant en twee jongetjes van acht en tien jaar ernstig gewond werden. De sergeant, in dienst bij het korps motordienst te Haarlem, kwam omstreeks half vier met zijn motorfiets uit een zijweg en wilde den Rijksstraatweg op rijden. Juist op den hoek groette hij een kennis en zag daardoor te laat, dat een per sonenauto passeerde. Een botsing volgde, waarbij de sergeant tusschen auto en motor fiets bekneld raakte. Nadat men hem be vrijd had, werd hij naar een ziekenhuis ver voerd, waar geconstateerd werd, dat het linkerbeen verbrijzeld was. Waarschijnlijk zal dit lichaamsdeel geamputeerd moeten worden. Noodlottige manoeuvre. Op dezelfde plaats gebeurde eenige uren later opnieuw een ongeluk. Een vrachtauto, bestuurd door den 54-jarigen P. B. uit Wer- vershoof, trachtte een personenauto te pas- seeren, juist op het moment, dat deze naar links een zijstraat wilde inrijden. Om een botsing te voorkomen draaide B. ook een zijstraat in, doch reed daar twee broertjes, van acht en tien jaar. die op deze manoeuvre niet verdacht waren. aan. De knaapjes wer den tegen de straat geslingerd. Het oudste brak hef rechterdijbeen, de jongste kreeg een zware hersenschudding. Beiden werden naar een ziekenhuis overgebracht Getuige evenmin te vertrouwen als verdachte? De Amsterdamsche rechtbank behandel de gisteren de strafzaak tegen een 44-jari- gen postambtenaar, hoofdsubpenningmees- ter der P.T.T. Inkoopvereeniging, die ver dacht wordt in laatstgenoemde functie ver duisteringen te hebben gepleegd. In totaal werd in de jaren van 1935 tot 1937 een tekort geconstateerd van f 3431. De contributies der leden worden afgedra gen aan een tiental sub-penningmeesters, die de gelden weer afdragen aan den ver dachte, den hoofd-subpenningmeester; hij op zijn beurt stort het bij den eersten pen ningmeester. Hiervoor werd echter op den duur geen décharge meer verleend. Verdachte stelt zich op het standpunt, dat hij volkomen onschuldig is. De Officier van Justitie had dertien ge tuigen a charge opgeroepen De verdedi ger had zijnerzijds negen getuigen gedag vaard. Inspecteur Posthuma van de P.T.T. had bij het onderzoek geconstateerd, dat verd. de boekjes der sub-penningmeesters niet doorgaf aan den eersten penningmeester, doch zélf lijsten aanlegde en deze aan den -len penningmeester gaf. Deze lijsten bleken niet steeds te kloppen met genoemde boekjes, terwijl het geld, dat verdachte af droeg, weer niet klopte met de lijsten... De eerste penningmeester S., als getuige verhoord, verklaart, dat verd. indertijd een bedrag van f 2000.van een brandstoffen- handelaar geleend heeft om het tekort te dekken. Tijdens het verhoor van dezen get. merkt de president op: De oorspron kelijke indruk van de commissie van onderzoek der P.T.T. was, dat de penningmeesters en de hoofd- sub-penningmeester één pot nat waren. Verdediger pakt uit tegen getuige. De verdediger richt zich nu op scherpen toon tot den getuige, die zich indertijd tegen een accountantsonderzoek zou hebben ver zet. „Waarom draaide U de commissie een rad voor de oogen?" aldus de verdediger waarom beloog U de politie?" En getuige, besteedde U niet veel aan de grijpautomaten? vijf, zes gulden per avond! Getuige ontkent dit. Verdediger; en gebruikte U veel drank? Get.: Neen. Verd.: Kwam U wel eens dronken op Uw kantoor? Kocht U in korten tijd een nieuw ameublement, een fiets, een radio, .een pia no? Get.: Ja, maar ik heb alles uit mijn sala ris betaald. Verdediger: En werden er wel eens ver teringen op kosten der vereeniging gemaakt na bestuursvergaderingen? Ja, geeft verd. toe, dat gebeurde wel eens. Ik boekte dat onder „onkosten." Ik boekte dat onder „onkosten." Nadat eenige decharge-getuigen gehoord zijn, wordt de zaak wegens het late uur geschorst tot Maandag 4 Maart a.s. Bemanning van de Idana zes tien uur te hebben rondgedob berd. behouden geland. Volgens een gistermiddag te vier uur bij de reederij te Groningen ontvangen telegram is de uit vijf personen bestaande bemanning van het motorschip „Ida", dat in den nacht van Maandag op Dinsdag onder de kust van Wales, ter hoogte van Pembrokeshire, is gezonken, behouden geland,. De opvarenden hebben onder ongunstige weersomstandigheden zestien uur lang in een sloep op zee rondgedobberd, waarna het hun gelukte nabij Saint David aan land te gaan. Vast staat aldus het telegram, dat de „Ida" niet op een onderzeeboot is gestooten. Binne 'n uur was het vaartuig gezonken. De bemanning zal vandaag met een der Batavierbooten naar Nederland terugkeeren met uitzondering van kapitein G. Kuur, die voorloopig nog in Engeland blijft. Fokkerij in ons land moet beter ontwikkeld. Bij het afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp bekrachtiging van het Koninklijk Besluit van 31 October 1939, tot regeling van den invoer van paarden en slachtpaar- den, verklaarden eenige leden tegen eiken invoeF van paarden en slachtpaarden be zwaar te hebben. Zij meenden, dat de regeering eer der maatregelen diende te nemen, waardoor de paardenfokkerij in ons land tot groote ontwikkeling zou komen. Hetgeen tot dusverre in deze richting geschiedt, achtten zij onvoldoende. De paardenvorderin gen in Sept. 1939 ten behoeve van de Defensie hebben huns inziens aangetoond, dat er in ons land een groot tekort aan goede paarden bestaat. Ten aanzien van den invoer van slacht paarden gaven zij wederom uiting aan hun bezwaar, dat, terwijl eenerzijds aan de ei gen vee- en varkenshouderij nog steeds beperking zijn opgelegd, daarnaast vleesch in ons land wordt ingevoerd, waaronder ook dat van slachtpaarden. De overige ongehuwde ambtena- rei zullen gedurende 30 dagen de volle aan hun ambt verbonden be zoldiging genieten en daarna het geen 70 procent van die bezoldiging meer bedraagt dan hun militaire be looning. Voor de ongehuwde ambtenaren, die reeds voor 1 Maart 1940 verplichten werkelijken dienst verrichten, wordt deze verlaging ge leidelijk toegepast en wel in dien zin. dat voor het tijdvak van 1 Maart tot 1 Mei 1940 gerekend wordt naar 90 procent en voor het tijdvak van 1 Mei tot 1 Juli 1940 naar 80 procent van de bezoldiging, zoodat voor deze ambtenaren de nieuwe regeling volle dig op 1 Juli a.s. in werking zal treden. Eenzelfde regeling is getroffen, voor het loon der ongehuwde arbeiders, die onder het Arbeidsovereenkomstenbesluit vallen. LMflqeC H TC. »r -sr ze OWt *F: 'cc I Salarisrcgeliug vastgesteld. Gister zijn uitgegeven de Staatsbladen nos. 343 en 344, respectievelijk een Konink lijk Besluit van 28 Februari 1940 tot wijzi ging van artikel 19 van het Rijksambtena renreglement,en een Koninklijk Besluit van 28 Februari 1940 tot wijziging van artikel 17 van het Arbeidsoverecnkomstenbesluit. Beide besluiten treden 1 Maart 1940 in werking. De wijziging van het Algemeen Rijksamb tenarenreglement heeft de strekking nieuwe bepalingen vast te stellen voor de bezoldi ging van ongehuwde ambtenaren, die in ver band met oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden verplichte werkelijken dienst verrichten. Voor gehuwde ambtenaren wordt de be staande regeling gehandhaafd, evenals voor de ongehuwde ambtenaren, die als eenige kostwinners worden beschouwd. Slechts van particulier naar par ticulier. De Regeeringspersdienst meldt, de regeling betreffende geschenkzendingen van levens middelen naar het buitenland is gewijzigd en luidt thans als volgt: Zonder dat daartoe bij de desbetreffende instanties uitvoermachtigingen behoeven te worden aangevraagd, is het geoorloofd bij postpaketzendingen van particulier tot par ticulier, levensmiddelen naar het buiten land uit te voeren tot een maximum van 3 kg. per paket, en met dien verstande, dat van de hierna genoemde levensmiddelen niet meer dan de daarbij vermelde hoeveelheid per paket mag worden verzonden: Boter 1 kg.; kaas 1 kg. gebrande koffie, verpakt en overpakt H pond.; cacaopoeder chocolade en chocoladeproducten tezamen niet meer dan H pond; worst, vlees in blik spek, reuzel tezamen niet meer dan 1 kg. gecondenseerde melk 1 kg.; slaolie 1 liter; harde zeep, zeepvlokken of zeeppoeder 1 pond. Er wordt de aandacht op gevestigd, dat, in overeenstemming met het ka rakter dezer zendingen, de ambtena ren van de posterijen alleen zendin gen van particulier tot particulier zullen aannemen, zoodat postpaket- ten, zooals hierboven bedoeld, wel ke door firma's of winkeliers wor den aangeboden, al geschiedt zulks ook in opdracht van een particulier, zullen worden geweigerd. Tevens moge worden vermeld, dat de verzending van de hierboven bedoelde pro ducten, anders dan per postpaket, niet zal kunnen geschieden dan met uitvöermachti- ging van de desbetreffende instantie. Deze nieuwe regeling geldt met ingang van 1 Maart Uitreis; Oehoe (v. Wfcyrother) te Baera, wordt 3 Maart te Batavia venvacht. Buizerd ("\erhoeven) te Bandoeng. Thuisreis: Gier (Scholte) te Jodh- poer. wordt 2 Maart te Napels ver wacht. hooren van iedere Europeesche regeering, welke haar nationale grieven aan de confe- rentie zou willen voorleggen". Butler venvees Henderson naar de Zater dag door Chamberlain te Birmingham ge< houden redevoering, waarin deze duidelijk heeft gemaakt, dat „Wij en onze Fransche bondgenooten niet alleen een nieuw Eu ropa zouden kunnen en ook niet zouden willen in elkander zetten". Butler voegde hier aan toe, dat dit Hen derson zou moeten geruststellen. Ook voor de beantwoording van verdere vragen verwees Butler naar de redevoering van Chamberlain. Toen Henderson refereerde aan de „offi- cieele Duitsche propaganda", welke be weert, dat de Britsche politiek beoogt Duitschland te verdeelen, verklaarde Butler, dat een dergelijke propaganda reeds als fantastisch en kwaadaardig was aan de kaak gesteld. Balans en poort totaal vernield. Gistermiddag heeft de kustvaarder „Fu- dicia", welke op weg was van Amsterdam naar Alphen aan de Rijn, de ophaalbrug over de Woudwetering te Woubrugge ge ramd. De brug werd reeds opgehaald, toen het schip naderde. De boot had evenwel een te groote vaart en botste tegen de balans. Zoowel de balans aij de poort van de brug werden totaal vernield en stortten op het dek van het schip. Het scheepvaartverkeer is door het gebeurde ter plaatse volkomen gestremd. Het wordt via het Aarkanaal ge leid, terwijl het autoverkeer een omweg over Alphen aan den Rijn moet maken. Men heeft onmiddellijk een aanvang gemaakt met het lichten van de balans en de poort. De kwestie van een eventueele vredesconferentie. Gisteren is in het Britsche Lagerhuis de kwestie van een eventueele vredesconferen tie ter sprake gebracht. Henderson (Labour) stelde de vraag of een vredesconferentie „vertegenwoordigers zou Wij kunnen onze bodemproductie verdubbelen ondanks de magne tische mijn; aldus Lloyd George. In een gisteren gehouden rede heeft Lloyd George verklaard, dat de natie eensgezind wenscht, den oorlog voort te zetten, tot een eervolle, billijke en duurzame vrede is verkregen. Zoo gij een korten' oorlog wenscht, aldus spr., moet gij bereid zijn. tot het voeren van een langdurigen oorlog en moet de vijand dit weten. Een langduri ge oorlog op alle fronten. Lloyd George verklaarde verder, dat de vrijheid van kritiek in oorlogstijd een de mocratie een voordeel gaf boven een tota- litairen staat. De kritiek stelt het publiek in staat, druk uit te oefenen op de regee ring om de onvolkomenheden te verbete ren. De vorige oorlog, zeide spr., is dank zij de kritiek gewonnen. Lloyd George verklaarde tenslotte: Wij" kunnen de productie van onzen bodem verdubbelen. Geen enkele duikboot, geen enkele magnetische mijn en geen enkel vliegtuig zal ons op dit gebied kunnen be dreigen. Wij geven 6 millioen pond per dag uit. Wij kunnen enkele millioenen uitge ven om onze productie van levensmiddelen tot het juiste peil op te voeren. WAT EEN ENGELSCHE AMATEUR SPION ONTDEKTE. Be heer Harold Brust is oud-in specteur van Scotland Yard en als zoodanig bezit hij een rijke erva ring uit de dagen van den contra- spionnage-dienst. Een week lang trok hij er in Engeland op uit als Duitsch spion" om eens te zien wat hij zooal te hooren kreeg. Daar over verhaalt het onderstaand ar tikel. In weerwil van alle nadrukkelij ke en officieele waarschuwingen, aldus vertelt Harold Brust in een interessant artikel in het En- gelsche weekblad Tit-Bits zijn velen van ons nog lang niet genoeg op hun hoede voor zoover het be treft het geven van inlichtingen die den vijand van groot nut kunnen zijn. Om eens een proef te nemen heb ik een week als „Duitscher" gespionneerd! Ik deed dat op een wijze die ik opperbest ken op grond van mijn ervaring bij Scotland Yard en het spijt mij te moeten zeggen dat ik heel wat informaties kon inwinnen die van niet geringe waarde voor Duitschland zouden zijn indien ik on-nationaal genoeg ware om ze los te laten. Geraffineerde methode. Ik keek eens rond op dezelfde onopval lende wijze als de gemiddelde agenten van het buitenland dat doen en ik gebruikte mijn oogen, mijn ooren en mijn verstand. Allereerst werd in de eet wagen van den trein mijn aandacht getrokken door de luide stem van een heer die aan het mop peren was over de luchtbeschermingsmaat regelen. Hij beweerde dat de doovings-voor schriften voor de lampen van auto's in sommige districten overbodig waren. „Wlat voor gevaar kan er nu in schuilen om je lampen te gebruiken in Daar-en-Daar, waar ik woon?" vroeg hij. „het is mijlen ver wijderd van een of ander militair centrum!" „Zoo denkt U er over", antwoordde hem een jongeman die er uitzag als een of an dere officier van de marine- of de lucht macht in burger.. „Maar toevallig weet ik dat er een verborgen landingplaats voor vliegtuigen is op een kilometer alstand van de plaats die U noemt". „En een groo te fabriek", voegde een derde man er aan toe die het voorkomen van een zakenman had. De eerste man begon te glimlachen. „Wanneer U die groote fabriek aan den weg bedoelt, behoeft U zich geen zorgen te maken. Die staat er al jaren en daar ma ken ze alleen speelgoed. Om U de waarheid te zeggen, de bedrijfsleider daar is een vriend van mij." Toen dwaalde de conversa tie af naar een ander onderwerp. Nogal doorzichtig! Ge zult waarschijnlijk zeggen dat, of schoon de aanwijzingen over die landing plaats een beetje indiscreet waren, de op merkingen inzake de fabriek zoo vaag wa ren dat zij zeker geen kwaad zouden heb ben kunnen doen. Dat is nu juist iets waar in zooveel menschen zich deerlijk vergis sen. In vele gevallen gaat het namelijk niet om wat ze zeggen, maar om wat ze niet zeggen en waaruit de vijandelijke spion zijn conclusies weet te trekken. Daar ik nog' een paar uur over had, besloot ik nog een proef te nemen. Toen de praatgrage heer aan een station uitstapte, volgde ik hem en even later stapten wij een hotel aan het strand binnen, waar hij een kamer bestel de. Ik was in de hall gaan zitten met een krant en toen hij even later iets aan de bar ging bestellen schoof ik op de kruk naast hem. Wij knikten tegen elkaar en ik vertelde hem dat ik bij een der regeerings- bureaux werkte. „Toch niet iets te maken niet defensie-leveranties?" vroeg hij. „Neen" antwoordde ik, „hoezoo, U misschien?" Hij knikte. ,Ik ben vandaag bezig geweest met een groot contract," legde hij royaal uit," 't Moet natuurlijk stil gehouden wor den, maar het gaat om een nieuw type ge weer." Ik nam hem bij zijn arm, bracht hem naar een rustig hoekje en wees toen op een opschrift op den muur, dat een waarschu wing aan de menschen bevatte om op hun hoede te zijn ten opzichte van mededeelin- gen die niet voor vreemde ooren bestemd zijn. „Schei nou uit", zei hij „ik ben niet van plan om geheimen openbaar te maken." „Wel", zei ik „zooeven vertelde U me toch iets over een nieuw type geweer". „Goed, maar ik heb er geen bijzonderheden bij verteld." „Misschien niet" merkte ik op, „maar ik durf er wat onder verwedden dat onderdeelen voor die geweren bij de heeren X. in de speelgoedfabiek in Daar-en-Daar gemaakt zullen worden." „Wat een onzin!" riep hij verontwaardigd uit, „wie vertelde U dat?" „Dat deed U", re pliceerde ik en ik herinnerde hem aan zijn gesprek in den trein. Hij was verrast en ontwapend en begon nu mijn zienswijze te deelcn. Een lief jong meisje In tegenstelling met het gangbare denk beeld, door romans en films kwistig gesug gereerd, wordt de spionnage niet uitgeoe fend door vreemduitziende lieden met val- sche snorren of baarden en die met een vreemd accent praten, noch door beeldschoo ne vrouwen die geheime plannen stelen van niannen die door hun charme worden verleid Veeleer is de spion een onopvallend type die perfect Engelsch spreekt en die kans ziet ongemerkt honderden interessante details te verzamelen, die bij elkander een dankbare bron van waardevolle inlichtin gen vormen. U zoudt ervan versteld staan indien U wist hoeveel van die informaties verkregen kunnen worden zonder dat er vragen voor gesteld worden. Op de trams verkondigde 'n lief jong meisje dat naast mij zat luide dat de muts die zij aan het breien was voor haar verloofde, een zee man, bestemd was. Zonder op mijn aanwe zigheid acht te slaan, noemde zij de naam van het schip en voegde er aan toe: „God dank. behoef ik mij niet ongerust over hem te maken, want op het oogenblik maakt zijn schip deel uit van de Middellandsche Zeevloot". Oogenschijnlijk een onschuldige opmerking. Nochtans zijn deze mededeclin- gen voor een buitenlandsch spion precies voldoende om er waardevol materiaal over te verzamelen. „Herinnert U zich Twee dagen later zat ik op de tribune bij een voetbalwedstrijd naast een sergeant van de genie, die vertelde dat hij juist te rug kwam uit Frankrijk. Ik besloot hem eens te „polsen" en ik begon over voetbal te praten. „Herinnert U zich Martin, de beroemde keeper nog?", vroeg ik en zonder het antwoord af te wachten, ging ik door: „Hij was in 1917 in mijn regiment. Op ze keren dag had hij een voetbal meegenomen; naar de vuurlinie en hij trapte hem naar de Duitsche loopgraven. En de „moffen" trapten hem prompt terug. Dat was in Y Tegenwoordig zijn daar natuurlijk geen loopgraven meer" Hij grijnsde. „O nee?", was zijn antwoord, ..nou dan kan ik het U beter vertellen!" Nu had ik die heele anecdote zelf uitgevonden en toen ik die plaats noemde, was dat zoo maar een slag in de lucht. Maar even latec kwam zijn uitvoerig antwoord, waarin hij niet alleen de juiste ligging aangaf van een der secties, maar bovendien vertelde dat zijn troepen daar bezig waren loopgra ven aan te leggen. Tenslotte nam ik nog een proef door mij tamehik haveloos aan te kleeden en mij in de buurt van een fabriekscomplex in een cafetje te nestelen. Binnen twee dagen tijd wist ik precies wat er allemaal in de fa- nrteken werd gemaakt, het aantal lorries dat des nachts daar en daar werd geladen en de plaats van de dokken waar de goede ren verscheept werden. Bovendien lichtte n?enb.flril) ln over de grondstoffen die er ver werkt werden en over de ligging van een geheim petroleum-depot. Nogmaals, omtrent den aard van de spi onnen worden fatale vergissingen gemaakt. De regeering zorgt er wel voor dat deze lie- n niet onder allerlei voorwendsels in fa brieken kunnen komen om daar hun licht t P^Pn' ^'aar dat hebben zij ook niet meeste informaties krijgen ze aoor vriendschappelijk contact met arbei- SeV™,ové,s "Snecial Branch" van 3 5 ard doet haar hest om spionna- te voorkomen. maar zij heeft daarbij in e eerste nlaats de hulp van het Engelsche .IK noodig. En de beste manier om die te geven is te zwijgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 2