Het goud
Coopetatie8dilen|Spc£e„v(ae"dc
„De muren hebben ooren"
Akkertje
Levensmiddelen
het buitenland
Geen verdeeling
van Duitschland
SERGEANT en
TWEE JONGENS gewond
Tegen invoer van
paarden
Ambtenaren onder
de wapenen
Kustvaarder ramt
ophaalbrug
Wereldoorlog gewonnen
dank, zij de kritiek
Twecde Kamer
voor de Neder-
landsche Bank
of voor den Staat?
Ware dagen"?
Neem
'n
naar
Postvluchten op Indië
Minister de Geer stelt voor, den
Staat 110 millioen meer uit te
keeren, van de gondwinst, tenge
volge der herwaardeering ver
kregen.
Alvorens over te «aan tot voortzetting van
de behandeling van de begrooting van Ne-
derlandsch-Indie voor 1940. heeft de Tweede
Kamer zich gistermiddag geruimen tijd be
ziggehouden met het wetsontwerp voorloo-
- pige voorziening ten aanzien van de waar
debepaling van den voorraad gouden munt
en gouden muntmateriaal van de Neder-
landsche Bank en regeling van de gevolgen
dier voorziening; deze voorziening betee-
kent een voorloopige depreciatie van den
gulden met 18 procent Van de door de her
waardeering verkregen boekwinst wordt
voorgesteld een bedrag van ruim honderd
en zestien millioen aan den staat en een be
drag van bijna 30 millioen aan de Neder-
landsche Bank ten goede te doen komen.
Volgens den heer Rost van Tonningen (N.
S.B.) beoogt deze maatregel fictieve geld-
scheping en is inflatorisch. Ook is spr. te
gen de uitkeering aan de Ned. Bank. Hij
noemt mr. Trip. den president der Ned.
Bank, „muntvervalscher", waarop de voorz.
hem tot de orde roept. De heer Schouten
(a.r.) wilde monetaire politiek der regeering
streng gescheiden houden van de bedrijfs-
politiek der Ned.. Bank. Spr. wil de goud
winst bestemmen voor de sociale verzeke
ringen. De heer Teulings (r.k.) zegt, dat het
strikt formeel civielrechtelijk juist is, dat de
goudwinst het onbetwistbaar eigendom is
van de N'ederlandsche Bank, doch eenige
jaren geleden hebben minister Oud en mr.
Trip verklaard, dat die goudwinst voor de
gemeenschap is en dat een afdoende rege
ling gewenscht was.
Bij amendement heeft spreker daarom
voorgesteld de reserve-positie van 1932 inte
graal te doen herstellen door in plaats van
bijna dertig millioen, zooals wordt voorge
dragen, ruim elf millioen aan de reserves
der bank ten goede te doen komen en het
restecrende bedrag van ruim achttien mil
lioen aan den staat boven het voorgedragen
bedrag van ruim honderd en zestien milli
oen.
Nog voeren de heeren Rutgers van Rozen
burg (c.h.), van Gelderen (s.d.) Bierema
(lib.) en de heer Schilthuis (v.d.) het woord.
De heer van Gelderen zag liever de goud
winst aangewend voor de sociale verzeke
ringsfondsen en de ouden van dagen.
De minister aan 't woord.
In zijn antwoord zegt minister de Geer,
n,rr,dat de wjpst, juridisch gezien, eigendoip is
van de Nede'rlandsche bank, daar de staat
een der grootste participanten is, komt zij
echter toch den staat tén goede. Uitdrukke
lijk verklaart de minister, dat het ponden-
verlies niet voortvloeit uit een fout in het
beheer van de directie van de bank, het is
een gevolg van de publiekrechtelijke positie
dier bank.
De beide amendementen Schouten
en Teulings acht de minister niet
aanvaardbaar, doch hij achtte een
tusschenregeling wel gewenscht.
Daarom dient de minister een nota
van wijziging In, waarbij hij een
eigen tusschenweg voorstelde, die in
hield, dat aan den staat zal worden
vergoed, hetgeen deze als deelhebber
in de Nederlandsche Bank in de
schrale jaren van 1932 tot 1939 is te
kort gekomen. Dit U een bedrag van
ruim tien millioen gulden.
Op verzoek van den heer Schouten wordt
vervolgens de behandeling van het ontwerp
geschorst tot Vrijdagmiddag om de Kamer
in de gelegenheid te stellen, deze wijziging
te overwegen.
Twee verkeersongelukken op den
Rijksweg te Haarlem.
Op den Rijksstraatweg in Haarlem-Noord
zijn gisteren twee verkeersongelukken ge
beurd, waarbij een 35-jarige sergeant en
twee jongetjes van acht en tien jaar ernstig
gewond werden. De sergeant, in dienst bij
het korps motordienst te Haarlem, kwam
omstreeks half vier met zijn motorfiets uit
een zijweg en wilde den Rijksstraatweg op
rijden. Juist op den hoek groette hij een
kennis en zag daardoor te laat, dat een per
sonenauto passeerde. Een botsing volgde,
waarbij de sergeant tusschen auto en motor
fiets bekneld raakte. Nadat men hem be
vrijd had, werd hij naar een ziekenhuis ver
voerd, waar geconstateerd werd, dat het
linkerbeen verbrijzeld was. Waarschijnlijk
zal dit lichaamsdeel geamputeerd moeten
worden.
Noodlottige manoeuvre.
Op dezelfde plaats gebeurde eenige uren
later opnieuw een ongeluk. Een vrachtauto,
bestuurd door den 54-jarigen P. B. uit Wer-
vershoof, trachtte een personenauto te pas-
seeren, juist op het moment, dat deze naar
links een zijstraat wilde inrijden. Om een
botsing te voorkomen draaide B. ook een
zijstraat in, doch reed daar twee broertjes,
van acht en tien jaar. die op deze manoeuvre
niet verdacht waren. aan. De knaapjes wer
den tegen de straat geslingerd. Het oudste
brak hef rechterdijbeen, de jongste kreeg een
zware hersenschudding. Beiden werden naar
een ziekenhuis overgebracht
Getuige evenmin te vertrouwen
als verdachte?
De Amsterdamsche rechtbank behandel
de gisteren de strafzaak tegen een 44-jari-
gen postambtenaar, hoofdsubpenningmees-
ter der P.T.T. Inkoopvereeniging, die ver
dacht wordt in laatstgenoemde functie ver
duisteringen te hebben gepleegd.
In totaal werd in de jaren van 1935 tot
1937 een tekort geconstateerd van f 3431.
De contributies der leden worden afgedra
gen aan een tiental sub-penningmeesters,
die de gelden weer afdragen aan den ver
dachte, den hoofd-subpenningmeester; hij
op zijn beurt stort het bij den eersten pen
ningmeester. Hiervoor werd echter op den
duur geen décharge meer verleend.
Verdachte stelt zich op het standpunt,
dat hij volkomen onschuldig is.
De Officier van Justitie had dertien ge
tuigen a charge opgeroepen De verdedi
ger had zijnerzijds negen getuigen gedag
vaard.
Inspecteur Posthuma van de P.T.T. had
bij het onderzoek geconstateerd, dat verd.
de boekjes der sub-penningmeesters niet
doorgaf aan den eersten penningmeester,
doch zélf lijsten aanlegde en deze aan den
-len penningmeester gaf. Deze lijsten bleken
niet steeds te kloppen met genoemde
boekjes, terwijl het geld, dat verdachte af
droeg, weer niet klopte met de lijsten...
De eerste penningmeester S., als getuige
verhoord, verklaart, dat verd. indertijd een
bedrag van f 2000.van een brandstoffen-
handelaar geleend heeft om het tekort te
dekken.
Tijdens het verhoor van dezen get.
merkt de president op: De oorspron
kelijke indruk van de commissie
van onderzoek der P.T.T. was, dat
de penningmeesters en de hoofd-
sub-penningmeester één pot nat
waren.
Verdediger pakt uit tegen getuige.
De verdediger richt zich nu op scherpen
toon tot den getuige, die zich indertijd tegen
een accountantsonderzoek zou hebben ver
zet. „Waarom draaide U de commissie een
rad voor de oogen?" aldus de verdediger
waarom beloog U de politie?"
En getuige, besteedde U niet veel aan de
grijpautomaten? vijf, zes gulden per avond!
Getuige ontkent dit.
Verdediger; en gebruikte U veel drank?
Get.: Neen.
Verd.: Kwam U wel eens dronken op Uw
kantoor? Kocht U in korten tijd een nieuw
ameublement, een fiets, een radio, .een pia
no?
Get.: Ja, maar ik heb alles uit mijn sala
ris betaald.
Verdediger: En werden er wel eens ver
teringen op kosten der vereeniging gemaakt
na bestuursvergaderingen?
Ja, geeft verd. toe, dat gebeurde wel eens.
Ik boekte dat onder „onkosten."
Ik boekte dat onder „onkosten."
Nadat eenige decharge-getuigen gehoord
zijn, wordt de zaak wegens het late uur
geschorst tot Maandag 4 Maart a.s.
Bemanning van de Idana zes
tien uur te hebben rondgedob
berd. behouden geland.
Volgens een gistermiddag te vier uur bij
de reederij te Groningen ontvangen telegram
is de uit vijf personen bestaande bemanning
van het motorschip „Ida", dat in den nacht
van Maandag op Dinsdag onder de kust
van Wales, ter hoogte van Pembrokeshire,
is gezonken, behouden geland,.
De opvarenden hebben onder ongunstige
weersomstandigheden zestien uur lang in
een sloep op zee rondgedobberd, waarna
het hun gelukte nabij Saint David aan
land te gaan. Vast staat aldus het telegram,
dat de „Ida" niet op een onderzeeboot is
gestooten. Binne 'n uur was het vaartuig
gezonken.
De bemanning zal vandaag met een der
Batavierbooten naar Nederland terugkeeren
met uitzondering van kapitein G. Kuur, die
voorloopig nog in Engeland blijft.
Fokkerij in ons land moet beter
ontwikkeld.
Bij het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp bekrachtiging van het Koninklijk
Besluit van 31 October 1939, tot regeling
van den invoer van paarden en slachtpaar-
den, verklaarden eenige leden tegen eiken
invoeF van paarden en slachtpaarden be
zwaar te hebben.
Zij meenden, dat de regeering eer
der maatregelen diende te nemen,
waardoor de paardenfokkerij in
ons land tot groote ontwikkeling
zou komen. Hetgeen tot dusverre in
deze richting geschiedt, achtten zij
onvoldoende. De paardenvorderin
gen in Sept. 1939 ten behoeve van
de Defensie hebben huns inziens
aangetoond, dat er in ons land een
groot tekort aan goede paarden
bestaat.
Ten aanzien van den invoer van slacht
paarden gaven zij wederom uiting aan hun
bezwaar, dat, terwijl eenerzijds aan de ei
gen vee- en varkenshouderij nog steeds
beperking zijn opgelegd, daarnaast vleesch
in ons land wordt ingevoerd, waaronder
ook dat van slachtpaarden.
De overige ongehuwde ambtena-
rei zullen gedurende 30 dagen de
volle aan hun ambt verbonden be
zoldiging genieten en daarna het
geen 70 procent van die bezoldiging
meer bedraagt dan hun militaire be
looning.
Voor de ongehuwde ambtenaren, die reeds
voor 1 Maart 1940 verplichten werkelijken
dienst verrichten, wordt deze verlaging ge
leidelijk toegepast en wel in dien zin. dat
voor het tijdvak van 1 Maart tot 1 Mei 1940
gerekend wordt naar 90 procent en voor
het tijdvak van 1 Mei tot 1 Juli 1940 naar
80 procent van de bezoldiging, zoodat voor
deze ambtenaren de nieuwe regeling volle
dig op 1 Juli a.s. in werking zal treden.
Eenzelfde regeling is getroffen, voor het
loon der ongehuwde arbeiders, die onder
het Arbeidsovereenkomstenbesluit vallen.
LMflqeC H TC. »r -sr ze OWt *F: 'cc I
Salarisrcgeliug vastgesteld.
Gister zijn uitgegeven de Staatsbladen
nos. 343 en 344, respectievelijk een Konink
lijk Besluit van 28 Februari 1940 tot wijzi
ging van artikel 19 van het Rijksambtena
renreglement,en een Koninklijk Besluit van
28 Februari 1940 tot wijziging van artikel
17 van het Arbeidsoverecnkomstenbesluit.
Beide besluiten treden 1 Maart 1940 in
werking.
De wijziging van het Algemeen Rijksamb
tenarenreglement heeft de strekking nieuwe
bepalingen vast te stellen voor de bezoldi
ging van ongehuwde ambtenaren, die in ver
band met oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden verplichte
werkelijken dienst verrichten.
Voor gehuwde ambtenaren wordt de be
staande regeling gehandhaafd, evenals voor
de ongehuwde ambtenaren, die als eenige
kostwinners worden beschouwd.
Slechts van particulier naar par
ticulier.
De Regeeringspersdienst meldt, de regeling
betreffende geschenkzendingen van levens
middelen naar het buitenland is gewijzigd
en luidt thans als volgt:
Zonder dat daartoe bij de desbetreffende
instanties uitvoermachtigingen behoeven te
worden aangevraagd, is het geoorloofd bij
postpaketzendingen van particulier tot par
ticulier, levensmiddelen naar het buiten
land uit te voeren tot een maximum van
3 kg. per paket, en met dien verstande, dat
van de hierna genoemde levensmiddelen niet
meer dan de daarbij vermelde hoeveelheid
per paket mag worden verzonden:
Boter 1 kg.; kaas 1 kg. gebrande koffie,
verpakt en overpakt H pond.; cacaopoeder
chocolade en chocoladeproducten tezamen
niet meer dan H pond; worst, vlees in blik
spek, reuzel tezamen niet meer dan 1 kg.
gecondenseerde melk 1 kg.; slaolie 1 liter;
harde zeep, zeepvlokken of zeeppoeder 1
pond.
Er wordt de aandacht op gevestigd,
dat, in overeenstemming met het ka
rakter dezer zendingen, de ambtena
ren van de posterijen alleen zendin
gen van particulier tot particulier
zullen aannemen, zoodat postpaket-
ten, zooals hierboven bedoeld, wel
ke door firma's of winkeliers wor
den aangeboden, al geschiedt zulks
ook in opdracht van een particulier,
zullen worden geweigerd.
Tevens moge worden vermeld, dat de
verzending van de hierboven bedoelde pro
ducten, anders dan per postpaket, niet zal
kunnen geschieden dan met uitvöermachti-
ging van de desbetreffende instantie.
Deze nieuwe regeling geldt met ingang
van 1 Maart
Uitreis; Oehoe (v. Wfcyrother) te
Baera, wordt 3 Maart te Batavia
venvacht. Buizerd ("\erhoeven) te
Bandoeng.
Thuisreis: Gier (Scholte) te Jodh-
poer. wordt 2 Maart te Napels ver
wacht.
hooren van iedere Europeesche regeering,
welke haar nationale grieven aan de confe-
rentie zou willen voorleggen".
Butler venvees Henderson naar de Zater
dag door Chamberlain te Birmingham ge<
houden redevoering, waarin deze duidelijk
heeft gemaakt, dat „Wij en onze Fransche
bondgenooten niet alleen een nieuw Eu
ropa zouden kunnen en ook niet zouden
willen in elkander zetten".
Butler voegde hier aan toe, dat dit Hen
derson zou moeten geruststellen.
Ook voor de beantwoording van verdere
vragen verwees Butler naar de redevoering
van Chamberlain.
Toen Henderson refereerde aan de „offi-
cieele Duitsche propaganda", welke be
weert, dat de Britsche politiek beoogt
Duitschland te verdeelen, verklaarde Butler,
dat een dergelijke propaganda reeds als
fantastisch en kwaadaardig was aan de
kaak gesteld.
Balans en poort totaal vernield.
Gistermiddag heeft de kustvaarder „Fu-
dicia", welke op weg was van Amsterdam
naar Alphen aan de Rijn, de ophaalbrug
over de Woudwetering te Woubrugge ge
ramd. De brug werd reeds opgehaald, toen
het schip naderde. De boot had evenwel een
te groote vaart en botste tegen de balans.
Zoowel de balans aij de poort van de brug
werden totaal vernield en stortten op het
dek van het schip. Het scheepvaartverkeer
is door het gebeurde ter plaatse volkomen
gestremd. Het wordt via het Aarkanaal ge
leid, terwijl het autoverkeer een omweg over
Alphen aan den Rijn moet maken. Men heeft
onmiddellijk een aanvang gemaakt met het
lichten van de balans en de poort.
De kwestie van een eventueele
vredesconferentie.
Gisteren is in het Britsche Lagerhuis de
kwestie van een eventueele vredesconferen
tie ter sprake gebracht.
Henderson (Labour) stelde de vraag of een
vredesconferentie „vertegenwoordigers zou
Wij kunnen onze bodemproductie
verdubbelen ondanks de magne
tische mijn; aldus Lloyd George.
In een gisteren gehouden rede heeft Lloyd
George verklaard, dat de natie eensgezind
wenscht, den oorlog voort te zetten, tot
een eervolle, billijke en duurzame vrede is
verkregen. Zoo gij een korten' oorlog
wenscht, aldus spr., moet gij bereid zijn.
tot het voeren van een langdurigen oorlog
en moet de vijand dit weten. Een langduri
ge oorlog op alle fronten.
Lloyd George verklaarde verder, dat de
vrijheid van kritiek in oorlogstijd een de
mocratie een voordeel gaf boven een tota-
litairen staat. De kritiek stelt het publiek
in staat, druk uit te oefenen op de regee
ring om de onvolkomenheden te verbete
ren. De vorige oorlog, zeide spr., is dank
zij de kritiek gewonnen.
Lloyd George verklaarde tenslotte: Wij"
kunnen de productie van onzen bodem
verdubbelen. Geen enkele duikboot, geen
enkele magnetische mijn en geen enkel
vliegtuig zal ons op dit gebied kunnen be
dreigen. Wij geven 6 millioen pond per dag
uit. Wij kunnen enkele millioenen uitge
ven om onze productie van levensmiddelen
tot het juiste peil op te voeren.
WAT EEN ENGELSCHE AMATEUR
SPION ONTDEKTE.
Be heer Harold Brust is oud-in
specteur van Scotland Yard en als
zoodanig bezit hij een rijke erva
ring uit de dagen van den contra-
spionnage-dienst. Een week lang
trok hij er in Engeland op uit als
Duitsch spion" om eens te zien
wat hij zooal te hooren kreeg. Daar
over verhaalt het onderstaand ar
tikel.
In weerwil van alle nadrukkelij
ke en officieele waarschuwingen,
aldus vertelt Harold Brust in
een interessant artikel in het En-
gelsche weekblad Tit-Bits zijn
velen van ons nog lang niet genoeg
op hun hoede voor zoover het be
treft het geven van inlichtingen die
den vijand van groot nut kunnen
zijn. Om eens een proef te nemen
heb ik een week als „Duitscher"
gespionneerd! Ik deed dat op een
wijze die ik opperbest ken op grond
van mijn ervaring bij Scotland Yard
en het spijt mij te moeten zeggen
dat ik heel wat informaties kon
inwinnen die van niet geringe
waarde voor Duitschland zouden
zijn indien ik on-nationaal genoeg
ware om ze los te laten.
Geraffineerde methode.
Ik keek eens rond op dezelfde onopval
lende wijze als de gemiddelde agenten van
het buitenland dat doen en ik gebruikte
mijn oogen, mijn ooren en mijn verstand.
Allereerst werd in de eet wagen van den
trein mijn aandacht getrokken door de
luide stem van een heer die aan het mop
peren was over de luchtbeschermingsmaat
regelen. Hij beweerde dat de doovings-voor
schriften voor de lampen van auto's in
sommige districten overbodig waren. „Wlat
voor gevaar kan er nu in schuilen om je
lampen te gebruiken in Daar-en-Daar, waar
ik woon?" vroeg hij. „het is mijlen ver
wijderd van een of ander militair centrum!"
„Zoo denkt U er over", antwoordde hem
een jongeman die er uitzag als een of an
dere officier van de marine- of de lucht
macht in burger.. „Maar toevallig weet ik
dat er een verborgen landingplaats voor
vliegtuigen is op een kilometer alstand
van de plaats die U noemt". „En een groo
te fabriek", voegde een derde man er aan
toe die het voorkomen van een zakenman
had. De eerste man begon te glimlachen.
„Wanneer U die groote fabriek aan den
weg bedoelt, behoeft U zich geen zorgen te
maken. Die staat er al jaren en daar ma
ken ze alleen speelgoed. Om U de waarheid
te zeggen, de bedrijfsleider daar is een
vriend van mij." Toen dwaalde de conversa
tie af naar een ander onderwerp.
Nogal doorzichtig!
Ge zult waarschijnlijk zeggen dat, of
schoon de aanwijzingen over die landing
plaats een beetje indiscreet waren, de op
merkingen inzake de fabriek zoo vaag wa
ren dat zij zeker geen kwaad zouden heb
ben kunnen doen. Dat is nu juist iets waar
in zooveel menschen zich deerlijk vergis
sen. In vele gevallen gaat het namelijk niet
om wat ze zeggen, maar om wat ze niet
zeggen en waaruit de vijandelijke spion zijn
conclusies weet te trekken. Daar ik nog' een
paar uur over had, besloot ik nog een
proef te nemen. Toen de praatgrage heer
aan een station uitstapte, volgde ik hem
en even later stapten wij een hotel aan het
strand binnen, waar hij een kamer bestel
de. Ik was in de hall gaan zitten met een
krant en toen hij even later iets aan de
bar ging bestellen schoof ik op de kruk
naast hem. Wij knikten tegen elkaar en ik
vertelde hem dat ik bij een der regeerings-
bureaux werkte. „Toch niet iets te maken
niet defensie-leveranties?" vroeg hij. „Neen"
antwoordde ik, „hoezoo, U misschien?"
Hij knikte. ,Ik ben vandaag bezig geweest
met een groot contract," legde hij royaal
uit," 't Moet natuurlijk stil gehouden wor
den, maar het gaat om een nieuw type ge
weer."
Ik nam hem bij zijn arm, bracht hem
naar een rustig hoekje en wees toen op een
opschrift op den muur, dat een waarschu
wing aan de menschen bevatte om op hun
hoede te zijn ten opzichte van mededeelin-
gen die niet voor vreemde ooren bestemd
zijn.
„Schei nou uit", zei hij „ik ben niet van
plan om geheimen openbaar te maken."
„Wel", zei ik „zooeven vertelde U me
toch iets over een nieuw type geweer".
„Goed, maar ik heb er geen bijzonderheden
bij verteld." „Misschien niet" merkte ik op,
„maar ik durf er wat onder verwedden dat
onderdeelen voor die geweren bij de heeren
X. in de speelgoedfabiek in Daar-en-Daar
gemaakt zullen worden."
„Wat een onzin!" riep hij verontwaardigd
uit, „wie vertelde U dat?" „Dat deed U", re
pliceerde ik en ik herinnerde hem aan zijn
gesprek in den trein. Hij was verrast en
ontwapend en begon nu mijn zienswijze te
deelcn.
Een lief jong meisje
In tegenstelling met het gangbare denk
beeld, door romans en films kwistig gesug
gereerd, wordt de spionnage niet uitgeoe
fend door vreemduitziende lieden met val-
sche snorren of baarden en die met een
vreemd accent praten, noch door beeldschoo
ne vrouwen die geheime plannen stelen
van niannen die door hun charme worden
verleid Veeleer is de spion een onopvallend
type die perfect Engelsch spreekt en die
kans ziet ongemerkt honderden interessante
details te verzamelen, die bij elkander een
dankbare bron van waardevolle inlichtin
gen vormen. U zoudt ervan versteld staan
indien U wist hoeveel van die informaties
verkregen kunnen worden zonder dat er
vragen voor gesteld worden. Op de trams
verkondigde 'n lief jong meisje dat naast
mij zat luide dat de muts die zij aan het
breien was voor haar verloofde, een zee
man, bestemd was. Zonder op mijn aanwe
zigheid acht te slaan, noemde zij de naam
van het schip en voegde er aan toe: „God
dank. behoef ik mij niet ongerust over hem
te maken, want op het oogenblik maakt
zijn schip deel uit van de Middellandsche
Zeevloot". Oogenschijnlijk een onschuldige
opmerking. Nochtans zijn deze mededeclin-
gen voor een buitenlandsch spion precies
voldoende om er waardevol materiaal over
te verzamelen.
„Herinnert U zich
Twee dagen later zat ik op de tribune bij
een voetbalwedstrijd naast een sergeant
van de genie, die vertelde dat hij juist te
rug kwam uit Frankrijk. Ik besloot hem
eens te „polsen" en ik begon over voetbal
te praten. „Herinnert U zich Martin, de
beroemde keeper nog?", vroeg ik en zonder
het antwoord af te wachten, ging ik door:
„Hij was in 1917 in mijn regiment. Op ze
keren dag had hij een voetbal meegenomen;
naar de vuurlinie en hij trapte hem naar
de Duitsche loopgraven. En de „moffen"
trapten hem prompt terug. Dat was in
Y Tegenwoordig zijn daar natuurlijk
geen loopgraven meer"
Hij grijnsde. „O nee?", was zijn antwoord,
..nou dan kan ik het U beter vertellen!" Nu
had ik die heele anecdote zelf uitgevonden
en toen ik die plaats noemde, was dat zoo
maar een slag in de lucht. Maar even latec
kwam zijn uitvoerig antwoord, waarin hij
niet alleen de juiste ligging aangaf van
een der secties, maar bovendien vertelde
dat zijn troepen daar bezig waren loopgra
ven aan te leggen.
Tenslotte nam ik nog een proef door mij
tamehik haveloos aan te kleeden en mij in
de buurt van een fabriekscomplex in een
cafetje te nestelen. Binnen twee dagen tijd
wist ik precies wat er allemaal in de fa-
nrteken werd gemaakt, het aantal lorries
dat des nachts daar en daar werd geladen
en de plaats van de dokken waar de goede
ren verscheept werden. Bovendien lichtte
n?enb.flril) ln over de grondstoffen die er ver
werkt werden en over de ligging van een
geheim petroleum-depot.
Nogmaals, omtrent den aard van de spi
onnen worden fatale vergissingen gemaakt.
De regeering zorgt er wel voor dat deze lie-
n niet onder allerlei voorwendsels in fa
brieken kunnen komen om daar hun licht
t P^Pn' ^'aar dat hebben zij ook niet
meeste informaties krijgen ze
aoor vriendschappelijk contact met arbei-
SeV™,ové,s "Snecial Branch" van
3 5 ard doet haar hest om spionna-
te voorkomen. maar zij heeft daarbij in
e eerste nlaats de hulp van het Engelsche
.IK noodig. En de beste manier om die te
geven is te zwijgen.