Als Nederland gaat verhuizen feuilleton vuren van Tohr NEZO DE SCHAT Ons nieuwe ui dz Uko-zitijn Radioprogramma door Edgar Rice Burroughs Moge bet nooit zoover komen Tweehonderdduizend beddenzakken en kussens noodig Wij hebben deze week de ons op een persconferentie verstrekte inte ressante bijzonderehden over een eventueele evacuatie gepubliceerd. In aansluiting hierop kunnen wij thans over huisvesting, verzorging en verpleging der te evacueeren personen moge het nooit zoover komen! nog tal van belangwek kende punten mededeelen. Uitgebreide inenting- en vluch telingenoorden een eisch. Ruim een half millioen menschen, afkomstig uit 100 gemeenten, zul len verdeeld moeten worden over in totaal 223 gemeenten, de zg. „vlucht oorden", ressorteerende onder vijf verschillende commissarissen Af voer Burgerbevolking. Hierdoor kan natuurlijk niet elke te ontruimen gemeente intact blijven, doch moe ten de bewoners over meerdere vluchtoorden verdeeld. Het gezins verband zal echter zooveel mogelijk worden bewaard en daarnaast het „buurt"verband. De burgemeesters der vluchtplaatsen heb ben den commissarissen na een telefoni- schen oproep uitvoerig ingelicht over de bergingscapaciteit, gesplitst naar onder brenging in bewoonde en onbewoonde hui zen, openbare gebouwen, schuren, fabrieken, enz. De opname capaciteit blijkt gemiddeld 40 pet. van de bevolking in de vluchtoorden te bedragen, hier en daar echter veel hoo- ger. Ongetwijfeld zal de onderbrenging in gezinnen, vooral bij langeren duur, bezwa ren met zich meebrengen, doch barakken- bouw is te kostbaar. Intusschen werd een vervoersschema op gemaakt door de directie van den étappe- en verkeersdienst, (D.E.V.) dat dadelijk uit voerbaar moest zijn. Een overzicht kwam tot stand van de verschillende gezindten en den bevolkingsaard der betrokkenen, (landbouwers, fabrieksarbeiders, fo rensen, enz.) Voor zoover vervoer- technische eischen zich hiertegen De Schat in de Woestijn. In de krant van vandaag vinden onze lezers een nieuw feuilleton en wel „De Schat in de Woestijn". Het is zonder eenige overdrijving als wij schrijven, dat dit verhaal wel bij uit stek in den geest onzer feuilleton-lezers zal vallen. Het is een spannende geschie denis van avontuur na avontuur, beleefd door een jong Engelschman. Het geheel werd rijkelijk gedompeld in een sfeer van romantiek en wij zjjn er zeker van, dat jong en oud zich enkele maanden ten volle zullen vergasten aan dit bij uitstek smakelijk feuilleton menu. FEUILLETON door MALCOLM HOWES HOOFDSTUK I. Waarin Fortuna haar rad ronddraait. Om tien uur, op een Octobermorgen een stralenden, zonnigen morgen, na uren van regen en felen wind kwam een jongeman haastig het station te Londen uit en week uit voor het verkeer en voor de plassen op zijn Weg naar Victoria Street. Plotseling deed een ongewoon schouwspel hem stilstaan. Een optocht van „werkloozen" slenterde vanuit Vauxhall Bridge Road de Voornamere straat in. Aangezien ze toch niets te doen hadden, bewogen de betoogers zich slechts langzaam voort. De voetganger, die juist uit het station was gekomen, mop perde niet over het oponthoud; hij benutte hit zelfs om een sigaret te rollen en op te steken. De troep trok langs. Driehonderd mannen waren samengekomen aan de zuid zijde van de rivier en waren nu op weg om zich bij andere contingenten op het Thomes Embankment te voegen, vanweer eenige dui zenden van hen door politieagenten Northum- berland Avenu ingeloodst zouden worden, over Trafalgar Square en zoo langs Lower Regent Street en Piccadilly, naar Hyde Park, Waar ze met heesche stemmen iederen volks leider zouden toejuichen, die de schuld van hun ellende op de regeering zou werpen. Richard Royson bleef op het trottoir staan Om naar hen te kijken. Vervloekt zij de liefdadigheid we wil len werk! zeiden de witte letters, die drei gend afstaken op een breeden reep rood ka toen, die door den troep demonstranten werd meegedragen. Er lag een brutale kracht in Dr. C. v. d. Berg, voorzitter der commissie, welke voor de gezondheid der vluchtelingen zal waken. niet verzetten, is aan het voornemen menschen van ongeveer gelijk ge- rièhte religie en van denzelfden be volkingsaard bij elkander onder te brengen, gevolg gegeven. Allen present? Ook administratief technisch is alles tot in de puntjes voor elkaar. Dank zij de bekwa me voorlichting en medewerking van het hoofd van de Inspectie voor de Bevolkings registers, kwam een „voorschrift evacuatie" tot stand. Voor de te ontruimen gemeente zijn een tweetal kaarten ingevoerd. De af te voeren bevolking wordt ingedeeld in groepen van ongeveer 50 personen onder een groepslei der, terwijl over elke 20 groepen een hoofd leider wordt aangewezen. Op een der kaar ten staan vermeld de namen enz. der ge leiders, die tot een hoofdgroep behooren, terwijl de andere kaart de namen bevat van de in een bepaalde groep ingedeelde perso nen. De kaarten zullen dus dienst kunnen doen als a p p 11 ij s t. Bovendien wordt gebruik gemaakt van de distributie-stamkaart, waar op de indeeling van de bevolking in be paalde categorieën staat aangegeven, ter wijl deze distributiestamkaart tevens, bij af wezigheid van een identiteitskaart als zoo danig dienst moet doen. In de vluchtoorden komen registratiekaar- ten, welke na een eventueele evacuatie te samen met de bovenomschreven kaarten als „hulp-bevolkingsregister" kunnen dienst doen. Het Bureau Evacuatie ln Den Haag zal als inlichtingenbureau voor alle geëvacu- eerden fungeeren. Geen bedden genoeg. De burgemeesters der vluchtoorden, wier toewijding moet worden geroemd, hebben het nu al druk met de verzorging van hun toekomstige onderdanen! Zij stellen een on derzoek in naar legering, verwarming, kook gelegenheid, ziekenverpleging, enz. Speciale commissies van Voorbereidingen Ontvangst zullen ook na de aankomst der vluchtelin gen een belangrijke taak hebben. Wat de legering betreft, is vastgesteld, dat de bewoners der te ontruimen gebieden ledige beddenzakken moeten meenemen, doch het zal niet zoo gemakkelijk zijn, dit voor schrift uit te voeren. Daar in de nieuwe woonplaatsen niet genoeg bedden zijn, moeten 200 duizend beddenzakken en hoofdkus sens worden aangemaakt. Hiermede is, indien men minimum eischen stelt, een bedrag van rond 600.000 gulden gemoeid. Een voorraad van 2800 ton stroo voor het vullen der beddenzakken en kussens zal ten allen tijde aanwezig zijn. Er zullen voorts ongeveer 2700 extra kachels en 600 kookketels noodig zijn, doch de handel kan daarin voorzien. Gezondheid is een groote schat. De oplossing der problemen, welke de volksgezondheid raken, is opgedragen aan een afzonderlijke subcommissie, onder lei ding van den directeur-generaal van de volksgezondheid, dr. C. van den Berg. De burgemeesters van de te ontruimen plaat sen beschikken over een lijst van de zieken en gebrekkigen, die thuis worden verpleegd; deze patiënten worden tegelijkertijd met de overige personen vervoerd en zooveel moge lijk weer bij particulieren opgenomen. Van de patiënten in de ziekenhuizen zal bij evacuatie een belangrijk deel der pa tiënten kunnen worden ontslagen, zonder dat zij in het vluchtoord weer opname in een ziekenhuis behoeven. De andere zullen worden ondergebracht in de ziekenhuizen der vluchtoorden. Voor het vervoer van de personen, waarvoor dikwijls zeer bijzondere maatregelen, zooals vervoer in ambulance- trein of ambulance-auto, zullen moeten wor den genomen, wordt van ziekenhuis tot zie kenhuis door de D.E.V. zorg gedragen. Een zeer moeilijk vraagstuk is de ontvol king van de gestichten, zooals sanatoria, blinden- en krankzinnigengestichten. De commissie is er in geslaagd om althans voor inrichtingen als sanatoria enz. op zeer ge schikte gebouwen beslag te leggen. Bij de tehuizen voor ouden van dagen enz. zal men zich echter moeten behelpen. De zorgen der commissie omvatten 67 gestichten met onge veer 4600 verpleegden. Uitbreiding vaccinatie. De gezondheidszorg in de vluchtoorden heeft zeer verschillende aspecten. In de eerste plaats moet aandacht wor den geschonken aan zeker niet denkbeeldi ge gevaren voor belangrijke verbreiding van besmettelijke ziekten in de vluchtoorden. Typhus en paratyphus a en b: zijn zeer gevaarlijk bij de zeker minder goede hygië nische toestanden, in combinatie met groote opeenhooping van menschen: typhus en pa ratyphus a en b. De namen en adressen van veel bacillen dragers zijn ter geneeskundige hoofdinspec tie bekend. Zoowel de bacillendragers uit de te evacueeren gebieden als die uit de vlucht oorden, moeten worden geconcentreerd en onder toezicht gesteld. De meesten van hen zullen zich vrijwillig naar de hun aan te wijzen plaatsen begeven, omdat ze weten, dat ze gevaarlijke lieden zijn. Voorts is van groot belang de vac cinatie tegen typhus en paratyphus a en b. De geneeskundige inspectie is reeds bezig met de vrijwillige vac cinatie op groote schaal in de rand gemeenten der inundatie. Deze en ting dient sterk uitgebreid te wor den, ook in de aangewezen vlucht oorden. Ook op de gevaren van besmettelijke nek kramp, kinderverlamming, diphtérie, maze len (misschien wel de gevaarlijkste der be smettelijke ziekten) tuberculose, enz. is men bedacht Tenslotte is een coördinatie van de nood voorziening op ziekenhuisgebied bevorderd, en werd aandacht geschonken aan de vraag of voldoende doktoren en wijkverpleegsters aanwezig zijn en de ziekenfondsen goed functionneeren, terwijl in de de vluchtoor den dépots werden gevormd van sera, vac cins en de meest noodzakelijke geneesmid delen. Niet slechts aan het lichamelijk, doch ook aan het geestelijk welzijn der vluchtelingen is gedacht; hiervoor heeft zich op initiatief van prof. Slotemaker de Bruine een speci aal college gevormd. ZATERDAG 2 MAART 1940. Hilversum I. 1876 en 414,4 m. VARA-Uitaending. 10.00—10.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Belichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de continu-bedrvjven. 12.15 Orgelspel. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.00 Gramofoonmuziek. 2.00 Filmkwartiertje. 2.15 Zang en piano. 2.30 VARA-Strijkorkest en solist. 3.00 Reportage. 4.304.50 Vragenbus. 4.55 De Stem des Volks (afdeeling Den Haag), het Residentie-orkest en solisten (opn.). 5.45 Filmland. 6.00 Orgelspel. 6.15 Uit de roode jeugdbeweging. 6.45 Kinderleesclub. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cyclus „Hoe werkt de Kerk?" 8.00 Herhaling SOS-beriehten. 8.03 Berichten ANP. 8.15 Puzzleclub. TARZAN en de 48. Ahtea, de koningin van Tohr, keek Tarzan dromerig aan. Enkele seconden tevoren had ze niet aan zijn overwinning geloofd. Hij had met het grootste gemak haar sterksten krijgsman verslagen. Hoe moedig en sterk was deze vreemdeling, die uit een heel andere wereld kwam. En wat knap. „Voor het mo ment zei Ahtea langzaam, „blijven jullie allemaal in Tohr als gasten van Thtea." „Worden we als gevangenen beschouwd?" vroeg Tarzan. „Ik zei gasten," antwoordde de koningin zacht, „en jullie bent vrij om te gaan en de staan waar je wilt binnen de muren van Tohr." „Ik voel niet veel voor de manier, waarop ze zei: gasten," fluisterde Perry, „en daarbij vertrouw ik die mooie dui velin niet erg. Ze heeft het achter haar mouw, zelfs al heeft het fraaie kleed, dat ze draagt, in het geheel geen mouwen." „Ik ben zo bang. Ze keek zo vernietigend naar me", zei Janette met bevende stem. De koningin stond van haar zetel op. „Nu gaan jullie met me mee, dan zal ik je laten zien, wat er gebeurt met hen, die mij mis hagen; en jullie zult me mishagen met po gingen te doen om de stad te verlaten Mungo! Maak de zaal van Panta gereed. Ahtea komt met gasten!" 8.30 „Sylvia"-Amusementsorkest en solist. 9.10 „Versterkt de VARA!", toespraak. 9.15 Radiotooneel. 9.30 Orgelspel. 10.00 En nu... Oké! 11.15 Berichten ANP. 11.25 VARA-Varia. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n. 301,5 m. KRO-Ultzending. 4.00—5.00 HIRO. 8.00 Berichten ANP. 8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 10.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Melodisten en solist. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.10 KRO-orkest. 2.00 Voor de jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.05 Theosofische causerie. 4.20 Gramofoonmuziek. 4.25 Causerie „De Handelsreiziger en -agent in den storm van dezen tgd". 4.40 Gramofoonmuziek. 4.45 Causerie: „Dierenbescherming en Vivi sectie-bestrijding". 5.00 KRO-Melodisten. 5.15 Filmpraatje. <5È> den zin. Menig toeschouwer, wiens toestand b(jna even wanhopig was als die van de be toogers, voelde het als een zweepslag. Het had een dergelijke uitwerking op Royson. Hij wendde, zich tamelijk abrubt om en bereikte de minder drukke Buckingham Palace Road. Zijn gezicht stond somber, of schoon er een glimp van humor in zijn blauwe oogen, Het opschrift op de banier had hem geërgerd. Het was afschuwelijk, dat hij op één lijn zou staan met die voortsjokkende demon stranten. Vier-en-twintig jaar, goed onder wezen, een heer door geboorte en opvoeding, een athleet, van zes voet en twee inch er was inderdaad een breede kloof, die hem scheidde van de liefdadigheid-verwenschers van zoo-even, die zijn aalmoes hadden aan genomen. En toch, de woorden bleven hangen... Terwijl hij voortliep werd hij ingehaald door een afdeeling van de Garde, die met vlie gend vaandel en daverende muziek op weg was om de wacht voor het paleis te gaan betrekken. Hij werd onweerstaanbaar aan getrokken door de opgewekte klanken van de militaire muziek en daar de colonne zich voortbewoog langs den weg, dien hij uit moest, sloot hij zich aan bij de menigte, die het muziekkorps omstuwde. Toen draaide de Fortuin haar rad! Een paar paarden, voor een open rijtuig gespannen, waren in een zijstraat tot stil stand gebracht, tot de garde voorbij was ge trokken. Ten opzichte van Royson stonden ze aan den anderen kant van de straat met de koppen naar hem toe. Maar hij keek toe vallig dien kant op, en zijn ongewone lengte stelde hem in staat te zien, dat beide paarden tegelijk steigerden. Ze verrasten den koetsier en hun sprong sleurde hem hals over kop van den bok. Onmiddellijk ontstond een paniek onder de menigte. Zij stoof weg voor de kletterende, wilde hoeven alsof er 'n bom in de buurt was ontploft. Twee korte woorden van den bevelvoerenden officier deden de mu ziek zwijgen en de colonne halthouden. De paarden vlogen woest voorwaarts, bijna over het vaandel en zijn drager. Een sergeant met veel tegenwoordigheid van geest, greep naar de losse teugels, die door de lucht zwaaiden, maar ze ontglipten hem met een slangachtige beweging. De volgende wilde sprong bracht den disselboom in aanraking met een lantarenpaal en beide braken. Toen struikelde een van de dieren, wendde zich half om, liep achteruit, zoodat twee van de wielen in elkaar vastraakten. Een dame, de eenige inzittende was bezig eenige zware reisdekens af te werpen, die haar in haar beweging hinderden, klaarblij kelijk van plan om er uit te springen, maar ze kreeg geen tijd meer. Het dichtsbijzijnde achterwiel was reeds van den grond; het vol gende oogenblik zou het rijtuig zijn omge worpen, als Royson, door het toeval op de juiste plaats gebracht, niet het achterwiel en den rug van de kap had gegrepen en het ach tergedeelte van de Victoria in veiligheid had gebracht. Het was een schitterend staaltje van lichaamskracht en tegenwoordigheid van geest. Hij wierp het rijtuig eenvoudig een eind achteruit. Maar dat was nog niet alles. Hij zag zijn kans, greep de teugels en gaf de ver schrikte paarden zoo'n ruk, dat een agent en een soldaat in staat waren hen b(j den kop te vatten. De koetsier, die gevallen was, kwam nu aanhollen. Tegelijk met hem kwam een heer in een bontjas. Royson stond op het punt om zich om te keeren om te zien, hoe het met de dame was, toen een kalme stem zeide: Goed gedaan, King Dick! Het was de honorable John Seymour, een oude schoolmakker van Royson, die zich als vaandrig bij de afdeeling van de Garde be vond, die sprak. Onbewegelijk als een beeld en bijna even hulpeloos stond hij midden op den weg met zijn linkerhand het vaandel vasthoudend, en een getrokken sabel in zijn rechter. Een schoolbijnaam vijf jaren geleden slaat snel een brug, en de man, die daar net op het lot had gescholden, glimlachte tegen den schilderachtigen officier van de garde op de oude, genadige manier, waarop de held van het elftal zijn vereerder toestaat hem toe te juichen. Maar hiermede eindigde deze we- derkeerige erkenning meteen. De wacht moest verder naar het St. James Paleis. De trom klonk met nieuw vuur, de straat liep langzamerhand leeg, en slechts een paar nieuwsgierigen bleven achtér, die de bescha digde Victoria en de sidderende paarden om ringden. Het opnieuw losbarsten der muziek deed de paarden weer opspringen, maar het span was nu onder bedwang, want Royson hield de teugels en de bemodderde koetsier was in zijn woestheid bereid hen den nek om te draaien. Ik weet niet, wat hen bezielde, hijgde hij tegen den agent. Ik heb ze nog nooit zoo zien doen. Ze zijn in den regel zoo mak als schapen. Te vet, verklaarde de onbewogen politie agent, geef ze meer werk en minder voer. Hoe is je naam en adres? Dezen lantaarnpaal hier moet je betalen. Cacalerie-charges in Buckingham Palace Road kosten geld! Het gehoor waardeerde dezen ambtelijken humor en lachte. Maar Royson luisterde naar 5.30 KRO-Melodisten. 5.45 KRO-Naehtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Lezing „Bewijsperikelen in strafzaken", 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 Radiotooneel met prijsvraag. 8.55 Gramofoonmuziek. 9.00 Pianovoordracht. 9.15 KRO-orkest. 9.45 Pianovoordracht. 10.00 Leden van het KRO-koor en het KRO- orkest. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Causerie „Het onvergankelijke Rijk" (met muzikale omlijsting). 11.1012.00 Gramofoonmuziek. het ietwat levendiger gesprek, dat achter hem gevoerd werd. Hebt u zich ook bezeerd? riep de heer met bontjas blijkbaar tegen de dame in de Victoria. Zijn zorgvuldige uitspraak verried den vreemdeling. In het geheel niet, dank u, luidde het antwoord. De stem was helder, welluidend, beschaafd en had een bepaald koelen klank. De twee laatste woorden beteekenden eigenlijk: dat ia ook uw schuld niet! Maar waarom bent u er in 's hemels naam niet uitgesprongen, toen ik het u toe riep? vroeg de man. Omdat u uw helft van de deken over m(jn voeten gooide en me zoo verhinderde om het te doen. Heb ik dat gedaan? Ach Gott! Denkt u dan, dat ik u in den steek liet Neen, neen. Dat bedoel ik niet, Baror von Kerber. Het was een ongeluk en u dacht natuurlijk, dat ik uw voorbeeld zou volgen. Ik probeerde tweemaal er uit te springen, maar ik verloor beide keeren mijn evenwicht. We hebben geen reden om elkaar de schuld te geven. Ik geloof, dat Sponge niet oplette. Maar laten we liever dezen heer bedanken, die op een wonderbaarlijke manier, die me nog niet geheel duidelijk is, verdere ongeluk ken voorkomen heeft. Goed. Maar vertelt u mjj eerst: zullen we een huurrijtuig nemen of verder gaan met den trein O, in ieder geval met een rijtuig. De paarden stonden nu zoo rustig, dat Boy- son de teugels aan den koetsier overhandig de, die de strengen onderzocht. Toen kon h(j zich omkeeren om naar de dame te kijken. Hij zag, dat ze jong en knap was, maar het zware bont, dat ze droeg, verborg haar half gezicht en het feit, dat zjjn eigen kleeren rafelig en armoedig waren, terwijl zijn han den en overjas met modder van de wielen waren bedekt, hielpen hem niet, om de ver legenheid, die hij altijd tegenover dames hacn te overwinnen. Maar de jongedame scheen ook verlegen. Ik weet niet, hoe ik u bedanken moet, 3tamelde ze, en hij ontdekte, dat ze prachtige bruine oogen had. Ik geloof dat u mijn leven gered hebt, ik ben er zelfs zeker van. Wilt u komen komen aan het adres, dat ik u geven zal. Mr. Fenshawe zal er bij zonder op gesteld zijn om u voor uw hulp te bedanken. (Wordt vervolgd..)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7