De moord te Leidschendam Het Finsche drama Geluidsfilm en Wie van de waterlinie proeft... muziekauteursrecht Elf ijsdagen in Februari Roekeloos ruiter overreden HET OVERSTEKEN VAN DE NOORDZEE Een land, dat nimmer zal capituleeren Dc „Von Geusau" bereikt Kampen Openbare proces op 19 Maart. Twaalf getuigen charge opge< roepen. Naar wij vernemen ztl de recht bank te 's-Gravenhage op 19 Maart a.s. 's morgens te tien uur een aan vang maken met de openbare be handeling van de geruchtmakende strafzaak tegen den jeugdigen koop man, die op 27 October van het vorig jaar, den veehandelaar van der Horst te Leidschendam in een auto zou hebben gelokt en hem zou heb ben vermoord en beroofd. De verdachte, die een week later werd ge arresteerd, ontkende in zooverre, dat hij toegaf, bij de berooving aanwezig te zijn ge weest, doch dat hij zich zelf noch aan deze berooving, noch aan het dooden van den heer van der Horst had schuldig gemaakt Hij kon echter den naam van zijn mede plichtige niet noemen en hoewel naar deze mysterieuze figuur een uitvoerig onderzoek is ingesteld, is hij niet gevonden. Aan ver dachte is een zeer uitvoerige dagvaarding beteekend. In de eerste plaats legt de offi cier van justitie hem moord ten laste. In de tweede plaats doodslag, voorafgegaan, ver gezeld of gevolgd door diefstal en welke doodslag is gepleegd om den diefstal te ver heimelijken. Meer subsidiair .is zware mishandeling, den dood tengevolge hebbend, ten laste ge legd, benevens diefstal Nog meer subsidiair is diefstal, vergezeld, voorafgegaan of ge volgd door geweldpleging in de tenlasteleg ging opgenomen. De officier heeft het hierbij echter niet gelaten, doch heeft in verband met de ver klaringen van den verdachte, subs. mede plichtigheid in deze feiten ten laste gelegd. Tenslotte is als uiterst subsidiair heling ten laste gelegd. Van de zijde van het O. M. zijn twaalf getuigen opgeroepen, w.o. de patholoog-anatoom Dr. J. P. L. Hulst uit Leiden, en de politiedeskundige-criminalist C. J. van Ledden Hulse.bosch. Als verdediger in deze zaak zal optreden Mr. R. P. Kokoskv. Ook zijnerzijds zal een enkele getuige decharge worden gedag yaard. En 46-uren zonneschijn. Het "Kon. Ned. Meteor. Instituut te-De Bilt geeft het volgende voorloopig overzicht van het weer in Febr. Gemiddeld over de 5 hoofdstations was in Februari de ochtendtemperatuur 4.5 graad beneden normaal. De grootste af wij kin gen kwamen voor op den 13den en den 28sten, respectievelijk 16.5 graad beneden en 4.5 graad boven normaal. De gemiddelde maximumtemperatuur was 4.5 graad en het gemiddelde minimum 4 graden beneden normaal. Het aantal ijsdagen (met een maximumtemperatuur beneden het vries punt) bedroeg te De Bilt 11 tegen 2 nor maal, terwijl 't antal vorstdagen ,(met een minimum beneden het vriespunt) 20 be droeg tegen 15 normaal. De neerslag was in de verschillende provincies 5 tot 40% beneden normaal. Te De Bilt werden 46 uren zonneschijn waargenomen tegen 76 normaal. De strengheid van den winter. AVIat de strengheid van den winter 1939- 1940 betreft, is reeds vroeger medegedeeld, dat men tot 1829-1830 moet teruggaan om een kouderen winter aan te treffen. Ter vergelijking geven wij hier voor de 3 win termaanden de afwijkingen van de gemid delde maandtemperaturen beneden normaal volgens de waarnemingen van de Bilt en Zwanenburg. Dec. Jan. Febr. Gem. 1939-1940 -1.6 gr. -7.2 gr. -4.0 gr. -4.3 gr. 1829-1830 -6.9 gr. -3.2 gr. -4.5 gr. -4.9 gr. De wintermaanden zijn derhalve gemid deld in 1829-1830 kouder geweest, waarbij nog komt, dat de vorst in 1829 reeds half November is begonnen, terwijl November 1939 wanner is geweest dan normaal. Tegen even roekeloozen chauf feur twee maanden geëischt. Een groote verkeersweg is vooral 's avonds niet de geschikte plaats voor ruiters. Op 30 September gebeurde op den Rijksstraatweg tusschen Muiden en Dienien een ernstig ongeluk, waarbij een jeugdige ruiter het leven verloor. Alet zijn vriend bracht hij voor een land bouwer twee paarden naar de weide, Om daar te komen moesten zij langs den druk ken straatweg. De eigenaar van de paarden had hen dan ook gewaarschuwd: „blijf op den berm". De eene jongen had zich aan dit voorschrift gehouden, hij keek zelfs dikwijls om, om te zien, of er geen gevaar dreigde. Zijn vriend was helaas minder voorzichtig. Hij reed met zijn schimmel op de scheidings lijn van de eerste en tweede rijbaan. „Pas op, komt op de berm", had zijn vriend hem toegeroepen, vlak voor het noodlottige onge luk gebeurde. Een vrachtauto reed het paard aan, de jon gen smakte op straat en werd met een zware hersenschudding naar het Onze Lie ve Vrouwegasthuis gebracht, waar hij den volgenden dag overleed. Tegen den chauffeur werd een vervolging ingesteld wegens veroorzaken van dood door schuld door roekeloos en onvoorzichtig rijden. De man, die gister voor de rechtbank stond, beriep er zich op, dat het ongeluk de schuld van den rtiiier was geweest. De Officier van Justitie achtte het ongeluk aan verd.'s schuld te wijten. Remmen noch verlichting waren in orde. Spr. eischte twee maanden hechtenis. De verdediger pleitte vrijspraak, subs. drong hij op een voorwaardelijke straf aan. Vonnis 15 Maart. „DIE STERFT ER AAN". De Haagsche Post schrijft: Wij kunnen en moeten in ons vaderland op het gebied der vrije meeningverkondiging veel verdragen. Niet alleen in het parlement twaar ze trouwens ook in haar meest radicalen vorm door de Grond wet wordt beschermd), doch ook daarbuiten. Dit is nu eenmaal het kenmerk van parlementair geregeerde, democratische landen. In En geland zijn dezer dagen door de politie beschermde openbare verga deringen gehouden, waarin Engelsche fascisten betoogden, dat de re geering. het land in een ideologischen oorlog met Duitschland heeft ge dreven". Ook in ons land is vrije meeningsuiting, zoo vér mogelijk, noodzakelijk. Het is in het algemeen gesproken niet eens ge vaarlijk, want het absurde doodt zichzelf wel. Toch loopt het alle spuigaten uit, dat in de Eerste Kamer de heer Von Bónninghausen van de N.S.B. uitriep, dat „ons land weerloos is", en hij vergeleek het met „een kerkhof met een dikken muur er om heen". Is het won der, dat er verontwaardigde protesten rezen? Er werd zelfs geroe pen: dat lijkt op landverraad! een opmerking, die zakelijk niet juist was, want iemand, die verraadt dat Nederland „weerloos" is, maakt zich alleen maar belachelijk, ook tegenover het buitenland. Men weet daar wel beter, men weet daar, dat ons land met den dag sterker en weerbaarder is geworden en nóg wordt. Karakteristiek was het woord, dezer dagen door den commandant van het Veldleger tot journalisten gesproken: „Wie van de Waterlinie proeft, sterft er aan!" Bloemenweelde op de seringenkeuring, welke Vrijdag te Aalsmeer in het gebouw „De oude Veiling" werd gehouden onder auspiciën van de Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde. EEN FINSCH MINISTER AAN HET WOORD. De Scandinavische corres pondent van het bekende Zwilsersche tijdschrift „11- lustrierte Zeitung", had een interview met den Finschen minister van Sociale Zaken Fagerholm, waaraan wij een belangrijk gedeelte ontleenen Men kan het den rustigen vriende lijken man, die tegenover mij zit in de stijlvolle hall van het Kopenliaag- sclie hotel „d'Angleterre" niet aan zien, aldus de Scandinavische cor respondent van het Zwitsersche blad dat zijn levendige, door een hoor nen bril omrande oogen in de laatste weken zooveel onzegbaar leed heb ben moeten aanzien. Finlands mi nister van Sociale Zaken Fagerholm is geheel vervuld van de bittere in drukken die hij in den jongsten tijd in zijn bedreigd vaderland heeft on dergaan. Zijn stem is nochtans niet klagend en zijn woorden zijn die van een man van verantwoordelijk heidsbesef, die geenszins jaagt naar goedkoope successen. De komende lente.... Wij spreken over de toekomst van Fin land, over den feilen, hardnekkigen strijd van het oogenblik en over de moeilijkheden die minister Fagerholm te overwinnen heeft Volkomen openhartig antwoordt de tegen woordig in Denemarken verblijvende mi nister mijn verschillende vragen. „Meent U dat het aanstaande voorjaar wezenlijke ver anderingen zal brengen in de situatie van den strijd? En dat de Russen onder betere klimatologische omstandigheden gunstiger resultaten zullen hoeken?" „Ik geloof het nauwelijks. Eerlijk gezegd kan ik met den besten wil ter wereld niet aannemen dat de Russische opmarsch nog grooter en nog geweldiger kan zijn dan die nu al geweest is. Natuurlijk bereiden wij ons met alle vanzelfsprekende energie op het komende jaargetijde voor. U weet dat bij ons in het late voorjaar de nachten nagenoeg zoo helder zijn als de dagen en natuur lijk zullen de bombardementen, die tot dusver des nachts uitbleven ook dan den bewoners van de grootere en kleinere steden van hun nacht rust berooven." Hoe staat het eigenlijk met de evacu- eering van de Finsche steden? Bevinden zich bijvoorbeeld in Helsinki nog veel men- schen, die daar niet uit dringende overwe gingen behoeven te blijven?" Ver van huis en haard. Ik neem aan dat minstens een half mil- lioen menschen geëvacueerd is. Velen van hen leven in de vluchtelingenkampen in Tornea, Haparanda, hoog in het Noorden aan de Zweedsche en de Noorsche grens. Het zijn meer dan 500.000 menschen, die op het oogenblik in Finland ver buiten hun woonplaats doorbrengen en die natuurlijk aan tal van ontberingen blootstaan en veel te lijden hebben, maar althans buiten ge- aar zijn. In Helsinki zijn zoowat 80.000 menschen, U moet niet vergeten dat Helsin ki een groote stad is, die in normale tijden omstreeks drie honderd duizend menschen herbergt." „Hebben de Russische luchtraids en bom bardementen op de bewoners der Finsche steden geen demoraliseerenden invloed? Gelooft U niet dat de zenuwen van deze beklagenswaardige menschen het op den duur niet zullen volhouden?" „Neen, neen, geen sprake van. Ieder van hen voelt en w^et precies waarom het in dezen oorlog gaat. Bestonden er voor het uitbreken van den oorlog misschien hier en daar nog wat oneenigheden tusschen de ver schillende partijen en werden hier en daar sommige regeeringsmaatregelen met gemor begroet, thans is iedere Fin tot inzet var zijn uiterste krachten ten volle bereid. U zoudt die ongelooflijke discipline en die bewonderenswaardige rust van het Finsche olk eens moeten zien om hun hardnekkig- 1 heid en vastberadenheid te leeren kennen. Natuurlijk is zoon bombardement en zijn de afzonderlijke noodlottige gebeurtenissen die er het gevolg van zijn afschrikwekkend in hun tragiek. Een van mijn vrienden ver loor tijdens den eersten Russischen aanval op onze hoofdstad alle vier zijn kinderen. Maar denken wij niet alleen aan de vele dooden, die als slachtoffers vielen van de ze onmenschelijke bombardementen, maar ook aan het ontzaglijk groote aantal mannen en vrouwen die in de Finsche hospitalen lig gen, die hun leven verder zonder armen of beenen zullen moeten slijten en-die ten eeuwigen dage aan dezen bloedigen oorlog herinnerd zuilen worden. Broedervolken helpen. Zweden zal in de naaste toekomst een groot aantal van deze ongelukkigen opne men en hen de noodige rust en verpleging geven; ik was juist dezer dagen in Stock holm om niet Prins Karei, den leider van het Zweedsche Roode Kruis deze organisa tie voor te bereiden." „Zullen de overige Scandinavische landen, Denemarken, Noorwegen en Zweden vluch telingen opnemen?" „Ja, wij verheugen ons erin dat onze broe dervolken zich het lot dier ongelukkigen zeer aantrekken. Vooral beoogen wij jonge moeders, oudere zieke of ziekelijke vrouwen en vooral kinderen buiten onze grenzen on der te brengen en daarvoor zijn allereerst Zweden en Noorwegen, door de gunstige treinverbindingen, de aangewezen landen. Dat brengt natuurlijk heel wat moeilijkhe den met zich, want de meeste kinderen, die nog niet op school gaan, verstaan en spre ken alleen Finsch. Maar dat komt wel in orde „Wat denkt U van de buitenlandsche hulp aan Finland?" „Ik zou van deze gelegenheid gebruik willen maken om mijn warme dank uit te spreken voor alle hulp die Finland tot nu toe van uit den vreemde mocht ontvangen. U weet dat onze strijd die is van een vlieg tegen een olifant en wanneer heden ten da ge het overwinningsbewustzijn van Finland zoo ontzaglijk sterk is en wanneer wij allen van een onaantastbaar geloof in de toe komst van ons land bezield zijn, dan wordt zulk 'n bewustzijn natuurlijk hierdoor ver diept en gesterkt, dat wij de sympathie van millioenen en nog eens millioenen menschen aan onze zijde weten. De hulp vooral die wij uit Scandinavië ontvingen heeft ons volk gesterkt" Burgers noodig! „Heeft Finland behalve soldaten ook bur gers noodig?" „Ja. Ik wil dat gaarne in het openbaar zeggen. Juist door de oproepingen hebben wij sterk behoefte aan arbeiders. Ik denk aan landarbeiders, houthakkers, handwer kers, technisch- en industrieel personeel. En precies zooals wij iederen vrijwilliger met dankbaarheid opnemen, ontvangen wij ook iederen arbeider, die in plaats van het ge weer zijn gereedschap weet te hanteeren, met open armen." „Heeft de koude den oorlog in Finland sterk beinvloed?" „Natuurlijk, sedert zestig jaar hebben wij den koudsten winter gehad. Gemiddeld was de temperatuur 35 graden onder nul. Op sommige dagen is het zestig graden gewor den. Door die ijzige koude werd de op marsch van de Russen natuurlijk ernstig bemoeilijkt." „U sprak van de evacuatie der kinderen, zijn dat dwangmaatregelen?" „Neen, wij laten de beslissing aan de ouders over. Meestal zijn de moeders wel verstandig en zien zij in dat het het beste is de kinderen in een veilige omgeving te brengen. Wij trachten natuurlijk de evacu atie zoo snel mogelijk te laten verloopen, want de nachten vooral zijn koud." En in antwoord op een laatste vraag zegt de minister: „Wij weten niet wat de toe komst brengt, maar een ding is voor mij zeker: Finland zal nooit capituleeren!" G. H. W. PATROUILLEERING TER BE VEILIGING VAN ONZE SCHE PEN? In haar vergadering van Donderdag heeft de commissie van 't Ha'aff voor de veilig heid ter zee. naar aanleiding van de scheeps rampen van den laatsten tijd zich ernstig be raden omtrent de mogelijkheid den opva renden meerdere veiligheid te bieden door het in verband doen varen van twee of meer schepen, dan wel door middel van begelei- dingsschepen. Ernstige moeilijkheden van technischen aard verzetten zich evenwel te gen uitvoering zoowel van den eersten vorm als van den tweeden vorm van beveiliging. De commissie zal thans evenwel een onderzoek in'stellen naar de mo gelijkheid van patrouilleering op een speciale, voor een groot deel afgebakende route, door een aantal kleinere schepen, waardoor opva renden verzekerd zullen zijn dat bij een eventueel ongeval hulp steeds nabij is. Mocht deze oplossing aan vaard kunnen worden, dan meent de commissie, dat daarmee een zeer goede beveiliging zal worden verkre gen. Het is voor de commissie een voldoening te constateeren, dat de meeste reeders thans reeds uitvoering hebben gegeven aan de oorstellen, welke zij in een concept-besluit heeft neergelegd, waarvan de bekrachtiging overigens eerstdaags kan worden verwacht. L>e commissie stelt er prijs op, op te merken, dat het oversteken van de Noordzee, voor zoover dit practisch mogelijk is, in verband met de veiligheid steeds zoo veel mogelijk bij daglicht zou moeten geschieden. Een groot aantal uitvindingen, waarvan de meeste betrekking heb ben op de bestrijding van het mij nengevaar zijn ter beoordeeling aan de commissie voorgelegd. De meeste dezer vindingen moesten even» wel ter zijde worden gelegd, omdat deze baars inziens niet voor practische verwezen lijking in aanmerking kunnen komen. Oud-minister Mr. Dr. L. N. Deckers is Vrijdag geïn stalleerd als voor zitter van de Alg. Ned. Vereen, voor Vreemdellngenver keen» Rechts de ond-voorzitter, ba ron Krayenhof. Ingewikkeld proces tusschen Tu- sohinskJ en Duitsch bureau voor auteursrecht. Voor de vierde keer zal binnenkort de Hooge Raad arrest wijzen in de zaak van het Duitsehe bureau voor Muziekauteurj recht G.E.M.A. tegen de N.V. Tuschinski's Exploitatie Maatschappij, waarbij het gaat om de vraag, of van een geluidsfilm af zonderlijk muziekauteursrecht moet wor den betaald. In casu gaat het over de film „Das Blaue Licht", welke Tuschinski te Rotterdam in het openbaar heeft vertoond. Dientengevolge is hij tot een schadevergoe ding aangesproken door de G.E.M.A., wel ke 'beweert het uitsluitend recht te hebben oin de muziek van gemelde film in het openbaar te voeren. De kantonrechter te Rotterdam wees de vordering van G.E.M.A. toe, doch dit von nis werd in latere instantie weder vernie tigd. Onderzoek opgedragen- Toen de Hooge Raad den laatsten keer de zaak naar de rechtbank te Rotterdam te rugwees, gaf hij daarbij opdracht, achter eenvolgens te onderzoeken de vragen of Becce, de componist, bij het ontvangen der opdracht auteursrechten heeft afgestaan aan Sokal, vervaardiger der film en of G.E.M.A. op 29 Maart 1932 auteursrecht van Becce heeft verkregen. Bij interlocu toir vonnis van 30 Juni 1937 heeft d« rechtbank de eerste vraag ontkennend be antwoord, terwijl partijen het er over eens bleken te zijn, dat een schriftelijke over dracht van auteursrechten van Becce aan Sokal niet heeft plaats gehad. Ten aanzien van de tweede vraa^ werd aan G. E. M. A. getuigenfoewijs opgelegd omtrent de juist heid van den datum van 29 Maart 1932. Na getuigenverhoor verklaarde de recht bank later G.E.M.A.. in dit bewijs geslaagd, dosch van oordeel, dat de eerstgenoemde kwestie nog niet tot oplossing was geko men, legde zij aan Tuschinski nader be wijs op. Tegen dit laatste vonnis heeft G, E.M.A. zich weder in cassatie voorzien. De oondusle, De procureur-generaal bij den Hoogen Ilaad, mr. Berger, thans conclusie nemend, wilde het voorkomen, dat de rechtbank in haar interlocutoire vonnis de haar door den Hoogen Raad opgedragen taak juist opvatte toen zij, vaststellende, dat een overdracht van auteursrechten van Becce aan Sokal niet heeft plaats gehad, zich wijdde aan het daarop te volgen onderzoek, of zoodanige overdracht aan G.E.M.A. wèl had plaats ge had. Doordat de rechtbank in haar tweede in terlocutoire vonnis op haar eerste vonnis is teruggekomen, zal dat tweede vonnis niet in stand kunnen blijven. Mr. Berger gaf den Hoogen Raad in over weging, in deze zaak ten principale recht te doen, hoewel het hier een interlocutoir vonnis betreft en daarom verwijzing zou moeten plaats hebben. De rechtbank is echter tot dit vonnis ge komen door te treden buiten de grenzen, door het verwijzingsarrest van den Hoogen Raad aangegeven Spr. concludeerde mitsdien tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot bevestiging van het vonnis van den kantonrechter. De Hooge Raad zal 19 April arrest wij zen. Door Ijsveld rond Urk heenge broken. De postboot „V on Geusau" heeft gistermor gen geprobeerd door het ijsveld bij Urk neen te breken. Om zes uur ving de boot haar tocht aan, omstreeks half één namid dag kwam uit Kampen bericht, dat de boot daar was aangekomen. Passagiers hebben deze reis, de eerste in dit jaar, niet meegemaakt. De boot had al leen post aan boord. Bij Lrk was het ijs zeer zwaar. SCHEEPSBEMANNING WEIGERT VER DER TE VAREN. De geheele bemanning van het Joegoslavi sche vrachtschip „Labud" heeft in Port Said geweigerd door te varen naar Londen. Het schip, dat in Calcutta katoen had ingeladen moest toen Split aandoen om een nieuwe -bp.n~ifin.ning aan te monsteren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 12