Hulp voor gemo De jeugd SALON Dictatoren Maditiieuupi Instelling van commissies van zakelijken bijstand De zwarte Extase döotfiitJuusf ontmoeten elkaar Maandag 18 Maart 1940 Tweede Blad Van groote betcckcnis voor den goeden geest in onze weermacht 2e Winterconcert „Stedelijk Muziekkorps" Schoolvoetbaltournooi gaat niet door Rectificatie Kruiswoordraadsel MANSHANDEN Begrafenis J* H* O* Graaf van den Bosch (Van onzen specialen verslaggever). Door de mobilisatie zijn tal van menschen ernstig gedupeerd. Als er één instantie is, die zich daarvan bewust is, dan is het onze regee ring zelf. Men weet, dat door de mobilisatie in het bizonder het bedrijf van tal van kleine zelfstandigen wordt bedreigd en dat het niet tot de zeldzaamheden behoort als een gemobi liseerde, als indirect gevolg van de diensten, die hij aan zijn vaderland bewijst, failliet moet worden verklaard. Dat zijn betreurenswaardige dingen, vaak is daaraan schuldig een te weinig gevoel van saamhoorigheid bij een groot deel yan het Nederlandsche volk. Wie ervan overtuigd is, dat het voor de menschen, die uit hun bedrijfje geroepen wer den een zeer groote handicap is en dat zij vooral een zwaar offer moeten brengen voor de handhaving van onze zelfstandigheid, is niet zoo lichtvaardig om direct naar een ander te loopen als zijn artikelen niet zoo stipt op tijd bezorgd kunnen worden als anders. De regeering, hoe gaarne zij ook radicaal zou willen helpen, kan dat onmogelijk doen, omdat Zij dan zeker 50 pet. van onze militairen zou moeten demobiliseeren. Zij kan dus niet an ders dan een beroep doen op het Nederland sche volk om het onzen gemobiliseerden niet moeilijker te maken dan zij het reeds hebben. Het is dus te begrijpen, dat de Opperbevel hebber van Land- en Zeemacht met zijn volle instemming heeft kennis genomen van het initiatief van de Kamers van Koophandel en Fabrieken, om commissies voor zakelijken bij stand aan gemobiliseerden in het leven te roe pen. Het meerendeel der momenteel reeds inge stelde commissies zal haar arbeid na 18 Maart e.k. aanvangen en daarom is het wenschelijk, dat wij iets naders erover mededeelen. Vele kleine zelfstandigen op het terrein van nering, ambacht, landbouw en tuin derij, die door de mobilisatie in moeilijk heden met hun bedrijfje zijn gekomen, weten daarmee vaak geen raad. Zy weten dikwijls niet alleen geen uitweg voor de kwesties zelf, maar zeer velen hunner weten ook niet, tot wie zy zich met hun vragen moeten wenden. Het is nu al herhaaldelijk gebleken, dat er talloos velen zijn, die onbekend of onvoldoende ingelicht zijn ten aanzien van de diverse instel lingen, welke in de laatste jaren ten behoeve dezer kleine ondernemers in het leven werden geroepen. De commissies voor zakelijken bijstand aan gemobiliseerden, welke thans op initiatief van de Kamers van Koophandel zijn of worden in gesteld, willen gaarne deze gemobiliseerde, kleine ondernemers in hun moeilijkheden een helpende hand bieden. Uit wat de militair aan deze commissies om trent zijn kwesties vertelt, zullen zij zich een concreet beeld van het geval probeeren te maken, waartoe een contact met de soortgelijke commissie in de woonplaats van den man de aangewezen weg zal zijn. De militair wendt zich echter in eerste instantie tot de commis sie in de plaats, waar hij gelegerd is. Is hetgeen deze commissie omtrent het geval verneemt, duidelijk genoeg en behoeft dit geen nader onderzoek in de woonplaats van den man, dan zal de commissie der legerings plaats, tot welke de man zich wendde, zelf het gevraagde advies kunnen geven. Tenslotte is het doel der commissie in die gevallen, waarin de man niet zonder meer met een raad of bemiddeling gehol pen kan worden, hem in verbinding te stellen met een bepaald orgaan, zooals borgstellingsfondsen, teeltcentrales, pacht- kamers, credietinstellingen, gemeente diensten, enz. enz. In verband met deze taak zijn de commis sies voor zakelijken bijstand dan ook zoo samengesteld, dat de commissie, door de ge- oriënteerdheid van ieder der leden op bepaald gebied, in haar geheel zich in hoofdzaken ge oriënteerd weet ten opzichte dier diverse steuninstellingen. In de kleine plaatsen, waar troepen ge legerd zijn en waar om plaatselijke redenen het niet, of nog niet, mogelijk is, om een com missie voor zakelijken bijstand in te stellen, is of wordt een agentschap gehouden, tot welk adres de militair, in die plaats gelegerd, zich .wenden kan. Door affiches in de soldatenverblijven zal de troep er geregeld aan herinnerd worden, dat deze commissies er in zijn kantonnement zijn en waar en wanneer zij zitting houden. Dagverblijven, cantines, militaire tehuizen enz., die om één of andere reden nog geen affiche ontvingen, kunnen dit nog aanvragen aan het bureau Centrale Raad van Advies, Zeestraat 71 B, 's-Gravenhage, telefoon 111580. De groote Middenstands- en Land- en Tuin- bouwbonden dragen mede dit sympathieke en belangrijke werk door hun belangstelling en actieve medewerking. De bestuursleden der plaatselijke afdeelin- gen zijn in verschillende plaatsen als leden der commissies voor zakelijken bijstand toe' getreden, I Het centrale punt dezer in wezen geheel zelfstandige commissies wordt gevormd te 's-Gravenhage, Zeestraat 71B; daar brengen de commissies ook elke twee maanden rapport uit van hare bevindingen. Het is zeer te waardeeren, dat men deze actie ter hand heeft genomen, zy kan voor het bewaren van den goeden geest in onze weermacht van groote beteekenis zijn. Deze kleine zelfstandigen toch, voorzoover zij in zorg zitten over de moeilijkheden met de zaken thuis, zijn niet geholpen met ontwikke ling en ontspanning alleen. Zij hebben noodig een meevoelen dier zorgen, een begrijpen ervan en een welwillend hun toegestoken hand, om te trachten den weg te vinden, die uit de moei lijkheden leiden kan. Die hand wordt hun in deze commissies voor zakeiyken bijstand gereikt. En hoe dit werk zich verder ontwikkelen zal, moet natuurlijk nu worden afgewacht. Op allerlei organisaties en instellingen, wel ker leden op één of andere wijze in dit werk betrokken kunnen worden door een vraag om advies, medewerking, controle, inlichtingen, enz. is een beroep gedaan, een beroep, dat wel niet vergeefsch zal zijn. Ook met enkele overheidsorganen is ten be hoeve van dit deel der gemobiliseerden reeds contact gezocht. Men mocht reeds tal van practische resulta ten boeken bij het oplossen van belastingmoei lijkheden, huurverplichtingen, hypothecaire ver plichtingen. Hier vond men een soepele toepas sing, in een ander geval hielp men financieel, daar gaf men een advies dat een gemobiliseer de de redding bracht. Juist door haar practi sche samenstelling zijn deze commissies van zoo groot nut. Iedere gemobiliseerde, die in zakelijke moei lijkheden zit, wende zich dus tot de plaatselijke commissie. De leerlingen van de Comcniusschool toonen wat zy van hun toegewyde onderwyzers en onderwyzeressen ge leerd hebben. Tentoonstelling ter eere van het a.s. vertrek van den heer Jager, hoofd der school. Zaterdag en Zondag j.1. is in het schoolge bouw van de Heldersche Schoolvereeniging (Comeniusschool) aan de Vlamingstraat een tentoonstelling gehouden van door de kinderen gemaakt slojdwerk, eigen gekweekte bloemen, teeken- en handwerken. Dit was de derde ten toonstelling van dezen aard, doch het bleek uit het woord, waarmede de voorzitter der Vereeniging, dr. G. C. Dibbetz, de tentoonstel ling Zaterdagmorgen opende, dat er ditmaal een bijzondere reden voor het houden eener expositie was. Het Hoofd der School, de heer J. Jager, bereikt n.1. dit jaar den pensioenge rechtigden leeftijd en zal de school dus verla ten. Om voor den laatsten keer nog eens te doen uitkomen, wat de heer Jager en zijn staf voor de jeugd doet, werd besloten, ondanks den somberen tijd, een tentoonstelling te hou den. En dat is een goed idee geweest, laten wjj dèt op den voorgrond stellen. Want met groote voldoening hebben wij kennis genomen van de toewijding, waarmede door Hoofd en personeel met de kinderen gewerkt wordt en vooral voor de ouders van de op de Comenius school gaande kinderen moet het een vreugde geweest zijn, te kunnen constateeren, dat hun kroost in zulke zorgzame handen is. Dr. Dibbetz dan was zijn openingswoord be gonnen met een welkom toe te roepen aan de genoodigden, waarvan in het bijzonder ge noemd werden burgemeester Ritmeester, me vrouw Jolles, bestuursleden van de Schoolver eeniging „Laat de Kinderkens tot Mij komen" (met welke Vereeniging goede vriendschaps banden onderhouden worden) en de oud be stuursleden der Vereeniging. Daarna maakte de voorzitter van het a.s. vertrek van den heer Jager gewag, een vertrek, dat bestuur en personeel zeer ter harte zal gaan. „Vijftien jaren ongeveer is de heer Jager Hoofd dezer school ge weest en ik stel op prijs in het openbaar te mogen zeggen, dat wij steeds veel waar deering voor zijn leiding gehad hebben. Moge de sfeer, die onveranderd aarlei ding geweest is tot zulk een uitstekende verhouding tusschm bestuur en Hoofd en Hoofd en personeel, bewaard blijven, ook na het vertrek van den heer Jager, zoo zeide ongeveer de heer Dibbitz, om daarna over te gaan tot een beschouwing over de tentoonstelling. De tentoonstelling. Deze beschouwing namen wij gaarne tot handleiding bij den rondgang, welke we over de tentoonstelling maakten. Drie leslokalen waren daarvoor ingericht en alleen het arran- geeren van al die teekeningen, handwerkjes alléén al moet een tijdroovend werk op zich zelf geweest zijn. De dames en heeren onder wijzend personeel hebben daarvoor dan ook heel wat vrijen tijd opgeofferd. Een voldoening moet het daarom voor hen zijn geweest het keurige resultaat te mogen aanschouwen! In lokaal nummero één vonden we de collectie eigengekweekte bloemen, een fleurig en geurig geheel! Helaas waren de bollen wat laat ver strekt en waren ze ook niet allemaal van de zelfde soort wat tijdstip van bloeien betreft, waardoor vele bloemen nog niet tot vollen wasdom gekomen waren, maar we troffen toch menige mooie bloem aan. In hetzelfde lokaal lagen de handwerken, welke door de meisjes van de eerste tot en met de zevende klasse onder leiding van de onderwijzeressen waren vervaardigd. Het resultaat van de eerste handwerkles, de befaamde merklap, lag naast het product van de gevorderde leerlinge: een fraai kemals- kussen. Uit elk werkje sprak de toewijding van de onderwijzeressen, wier namen, de dames Ruymgaard, Schuyer en De Jong, hier dan ook met eere worden genoemd! In een ander lokaal treffen we het slojd werk aan. Het was een prettig halfuurtje, dat we besteed hebben aan de beschouwing daar van. Kolossaal wat kunnen die jongens van de hoogste klassen knutselen. „Knutselen", dat is eigenlijk het woord niet, want wat de jongens van de derde tot en met de zevende klasse allemaal gemaakt hebben is niet het resultaat van „knutselen" alleen, maar boven dien van eigen initiatief, keuze van onder werp, compositie van kleuren en... van des kundige leiding van den heer Pronk en de beide heeren Prinsen. Begint de leerling in de 3e klasse met een voudig cartonnagewerk, in de zevende klasse doet hij zelfs aan brandschilderen. En met succes, zooals ons uit diverse voorbeelden bleek. Men vroeg zich al rondkijkende af, hoe het mogelijk is, dat bij klassikaal onderwijs toch zooveel aandacht aan het individu kan worden besteed, doch de zaak zit anders. De jongens werken n.1. in kleine groepen, wat zeer goed gezien is. Immers alleen dan is het pas mogelijk om den leerling nauwlettend gade te slaan. De jongens werken naar eigen aanleg, en mogen zooveel mogelijk hun eigen ideeën naar voren brengen. Een mooi en dankbaar onderdeel van het moderne onderwijs! Ook het teekenwerk. waarvan zeer veel ten toongesteld was, mocht er zijn. Naast veel eenvoudig vlakwerk, kon. men zelfs een door den leerling Van der Plaat vervaardigd schil derstukje bewonderen! Wij weten niet of de tentoonstelling een druk bezoek ten deel gevallen is, maar we stellen ons voor, dat zeker de ouders van de leerlingen er vrijwel allemaal geweest zullen zijn. Evenzeer stellen wij ons voor, dat zij ge noeglijke kwartiertjes gehad zullen hebben, niet alleen in het beschouwen van de pres taties van eigen kind, maar ook in die van zijn vriendjes en vriendinnetjes. Zaterdagavond vond in Casino het tweede winterconcert van het Stedelijk Muziek korps" plaats. Onder de aanwezigen merkten wij o.m. op den beschermheer, burgemeester G. Ritmeester, den hoofdinspecteur van politie, den heer Helder, den heer Leewens en den vorigen dirigent, den heer Pala. Het concert, onder leiding van kapelmeester Jac. Bos, ving aan met den marsch „Per aspera ad astra" van Urbach, hetwelk een gelukkige ouverture bleek te zijn. Een Oude bekende, die het nog terdege deed. Volgde van Mendelssohn de ouverture „Heimkehr aus der Fremde". Na een goeden inzet, waarvan het lyrisch karakter goed geïnterpreteerd werd, bleek dat dit nummer behoorlijk inge studeerd was. Levendig, met kleur en zelfs met veel brio vertolkte men dit echt Mendels- sohnsche stuk muziek; een enkele maal had den wij de afwerking van diverse passage's gaarne wat meer verzorgd gehoord. Ii^ zijn geheel mocht de weergave er echter zijn. Na de militaire wals van Louis Ganne „La Housarde" (waarin met name de trombone's en clarinetten excelleerden) volgden twee karakterstukjes, namelijk „Indische Bruids stoet" van Ludwig Siede en „Dans le Sud" (beter bekend als „Down South") van Myddle- ton. Beide werden vlot gespeeld en vooral het laatste oogstte, als gewoonlijk, een flink applaus. Dankbare, zij het vrij pfetentielooze muziek. Het voornaamste onderdeel van het pro gramma was ongetwijfeld de fantasie naar motieven uit Puccini's „La Bohème", e» het was hiernaar dat veler verwachting uitging. De inzet was niet bijster gelukkig. Er werden in vrijwel alle partijen fouten gemaakt. Evep was de eenheid totaal verdwenen. Na dit déraillement kwam men echter aldra op dreef en mocht men een goede „Bohème"-vertol- king hooren. De finale was zelfs zeer goed te noemen, hetgeen de oorzaak was, dat zoo wel dirigent ais orkest een warm applaus mochten incasseeren. Tenslotte werden nog een drietal marschen gespeeld, welke tot de meest populaire van dezen tijd behooren en waarbij noch „Blonde Mientje", noch „Rats, kug en boonen" uiter aard ontbraken. Wat de uitvoering na de pauze betreft, het bleek dat enkele deelen daarvan moesten komen te vervallen. De Marine-Kazerne Band kon eerst te 12 uur aanwezig zijn, zoodat de aangekondigde muzikale show niet doorging. Ook een tweetal tooneelstukjes werden ge schrapt, waarvoor in de plaats kwam een stukje, gespeeld door „Harmonie"-leden. Als extra-nummer kreeg men nog een clarinet-kwartet van W. A. Crosse, hetwelk werd voorgedragen door de leden van het „Stedelijk": W. v. d. Beidt, A. F. Meijer, C. v. Dam en P. Snaphaan. Deze meerdeelige com positie werd voortreffelijk voorgedragen; de leider, de heer Meijer, had daarbij alle ge legenheid zijn technisch kunnen te demon- streeren. Ten slotte was daar de heer Kleyn, met een liedje en een praatje, terwijl de Marine- Kazerne Band het geanimeerde bal ver zorgde. Boeiende Afrika-film voor „Natuur-historisch Museum' het Als het „Natuur-historisch Museum" een woord van lof toekomt voor het brengen van documentaire films naar Den Helder, dan was het zeer zeker j.1. Zaterdagmiddag het geval, toen voor een vrijwel geheel gevuld Tivoli-theater de film „De Zwarte Extase" gedraaid is. Het was de heer Nykamp, die de aanwe zigen en den heer Van der Stigchel het wel kom toeriep en mededeeling van een verras sing deed. Het was laatstgenoemde heer, die daarop deze verrassing openbaarde: nameiyk dat de Johnson-film, welke men aanvankelijk gemeend had te kunnen geven, wegens force majeur niet gedraaid zou kunnen worden, doch dat men een goede (zoo niet betere) plaatsvervangster had gekregen aan de film „De Zwarte Extase", eveneens een Afrika- rolprent. Wat deze film betreft, het bleek inderdaad iets bijzonders op documentair filmisch gebied te zijn. Het is de bekende Armand Denis- expeditie, gedeeltelijk uitgaande van de Bel gische regeering en welke gehouden werd in Belgisch Congo. Een film met vaart en spanning. Een film, met een uiterst gevarieerden inhoud, en die inderdaad kennis bijbrengt van het Zwarte Werelddeel. Het zou ons te ver voeren details op deze plaats te behandelen, ook al omdat feitelijk ieder onderdeel dezer „Zwarte Ex tase" boeide en de aandacht van het publiek ten volle wist blijven te behouden, Daar is de oliefantenjacht, die men, gezien de realis tische opnamen van de stoutmoedige opera teurs, haast aan den lijve meent mee te maken. Daar zijn de unieke opnamen van de pyg meeën-stammen, van hun werk en hun bi zarre gewoonten. Daar zijn de vischvangst van de Congo-negers, hun wonderlijke levens gewoonten en voortreffelijke brugbouw-capa- citeiten. De operateurs van „De Zwarte Ex tase" hadden echter niet alleen oog voor het ongewone, het vreemde, dat donker Afrika hun bood, maar ook voor de machtige schoonheid van dit werelddeel. Zie hoe zij het oerwoud opnamen, hoe zij onvergetelijke op namen maakten van de wildstroomende ri vieren, van de dieren in hun wilden staat, en van de woestijn. Vooral ook van de laatste: men krijgt eenig idee van de ontzaglijke afstanden en de me nigvuldige gevaren, waaraan woestijn-reizi gers zijn blootgesteld, als zij den durf heb ben de eindelooze eenzaamheid van dit deel van Afrika in te gaan. Zand, zand, zand van horizon tot horizon, met sporadisch de wuivende palmen van de oasen, de gezegende bronnen in deze desolate oneindigheden. Deze film is, in den ruimsten zin des woords een documentaire film. Omdat men er kennis uit opdoet van een vreemd wereld deel, en zijn bewoners. En aan zijn dieren, die er in zulk een geweldige verscheidenheid leven. Een film, die op iedereen indruk maakte en die aan het einde een hartelijk applaus mocht verwerven. „Ook dit jaar zullen er weer schoolwedstrij- den gehouden worden", zoo ongeveer begon het berichtje in de Heldersche Courant van de vorige week. De wedstrijden, die in den loop der jaren voor Den Helder tijdens de Paaschvacantie haast een traditie geworden waren. Ieder jaar werd de belangstelling voor deze schoolvoet- balwedstrijden grooter, zeer tot genoegen van de Commissie, wie het geen moeite te veel was dit tournooi voor de Heldersche schooljeugd zoo goed mogelijk te doen slagen. Dat het succes van dit jaarlijksche festijn steeds groo ter werd, is echter niet alleen het werk ge weest van de Commissie. Veel héél veel hebben we te danken aan den steun, die we van velen gehad hebben. In de eerste plaats denken we aan de voetbalvereenigingen, in het bijzonder H.R.C. en Helder, die ieder jaar weer spontaan hun velden en accomodatie beschik baar stelden. Ook de stoffelijke belangstelling, zonder welke geen organisatie mogelijk is, heeft nooit te wenschen overgelaten. Kortom, zonder dezen steun en medewerking had dit prachtig tournooi nooit kunnen groeien tot een dergelijk succes. En nu schrijven we 1940: schoolvoetbal exit! Inderdaad ook nu weer zouden er schoolvoet- balwedstrijden gehouden worden. Ook nu weer werden er van verscheidene kanten al toezeg gingen gedaan voor een of ander prijsje. Ook nu weer was de organisatie ervan gereed en wachtten de bijna 40 elftallen, zoowel van de Openbare als Bijzondere scholen, op den uit slag van de loting, om eventueel te kunnen uitknobbelen, hoe hun kansen zouden staan, om in de volgende ronde te komen. Al dit werk, al deze spanning is voor niets geweest. Het schoolvoetbal tournooi 1940 zal geen door gang vinden. De lange vorstperiode, de achterstand van de competitie, de slechte toestand, waarin de terreinen verkeeren, dat alles is de aanleiding geweest, dat de voetbalvereenigingen, zeer tot hun spyt, het besluit moesten nemen, dit jaar hun terreinen voor het schoolvoetbaltournooi niet beschikbaar te stellen. Bovenstaand besluit plaatste de Commissie voor het Schoolvoetbal voor zulke onoverko melijke bezwaren, dat ze niets anders kon doen (hoezeer het haar ook speet), dan te besluiten de schoolvoetbalwedstrijden dit jaar niet te laten doorgaan. Het zwarte vakje in de figuur, links van 83, moet open zijn en in dat open vakje moet 83 staan. DAMES KAPPER HEEREN Stakmanbossestr. 65 Tel. 514 Het heeft er tegenwoordig veel van dat de groote wereld-politieke gebeurtenissen zich bij voorkeur gedurende de week-einden af spelen. Ook nu weer is dat het geval, nu twee dictatoren, de Italiaansche Duce en de Duit- sche Führer, elkander tegemoet reizen, ten einde met hun respectieve minister van Bui- landsche zaken, Ciano en Von Ribbentrop, de brandende problemen van Europa te be spreken. Het was inderdaad groot nieuws, dat Zon dag bekend gemaakt werd, en hoewel de com mentaren op dit oogenblik nog schaars zijn, kan worden aangenomen, dat dit bezoek het groote vraagstuk van de nabije toekomst zal worden. Ziehier de kardinale vraag: wat bewe gen beide dictatoren elkander te ontmoes ten Wat zijn de actueele vraagstukken, die behandeld dienen te worden? Wat drijft de as-partners tezamen? Uit niets vermag men op dit oogenblik eenige klaarheid te verkrijgen. Men kan alleen aan de hand van de ter beschikking staande gegevens, concludeeren, doch het blijft gissen en veronderstellen zonder feitelijk eenig concreet houvast. Opmerkelijk is natuurlijk, dat Sumner Welles, „de ooren en oogen" van Franklin Roosevelt, even voor het vertrek van den Duce wederom door hem is ontvan gen, terwijl verluidt, dat na de ontmoe ting tusschen beide staatschefs wederom Welles door Mussolini ontvangen zal wor den. Men houdt dus een bijzonder con tact met den Amerikaan, hetgeen er op zou kunnen wijzen, dat deze toch inder daad met plannen en ideeën gekomen is. alhoewel hij zulks persoonlijk nergens toegegeven heeft. Parijs en Londen hebben hun meening reeds, zij het officieus, te kennen gege ven. Men verwacht daar een vredes offensief van Hitier. Het lijkt ons een vrij simplistisch commen taar, waarvan men de wensch als de vader der gedachte kan beschouwen. Intusschen, het doet vreemd aan als de initiatiefnemer tot een vrede eerst nog eens met een paar eskaders bommenwerpers naar de Orkaden en Scapa Flow trekt, en daar een groot aantal bommen neerstrooit. Ons inziens geeft dat al bitter weinig hoop op een vredes-aanbod van dien kant Ook Berlijn geeft, eveneens officieus, com mentaar en daarbij schroomt men niet er de aandacht op te vestigen, dat dit bezoek wel eens ten gevolge zou kunnen hebben, dat Italië thans zijn houding van niet-oorlogvoerende op geeft en actief aan den strijd gaat deelnemen. Ook dat lijkt ons verre van aannemelijk. Daarvoor zijn verscheidene redenen op te geven; om er enkele te noemen, ten eerste profiteert Italië van zijn niet-belligerente hou ding op alle fronten. Zijn uitvoer neemt iedere week belangrijk toe en als er één land in Europa is, dat economisch bij den oorlog ge baat is, dan is het Italië. Daarnaast wordt algemeen aangenomen, dat Duitschland meer voordeel heeft bij een niet-strijdend Italië dan bij een strijdend, omdat het thans een belang rijk deel van zijn zoo- noodzakelijke grondstof fen daarvan kan betrekken. Bij oorlog is dat niet het geval meer. Hoe dan ook, de „as" draait weer eens op volle toeren, en men kan er zich verzekerd van houden, binnen afzienbaren tijd verrassingen te mogen constateeren. Van welken aard die zijn... dèt zal men moeten afwachten. In dit opzicht zijn de vrees en de hoop in gelijke mate aanwezig. Onder zeer groote belangstelling is Zater dagnamiddag het stoffelijk overschot van gep. vice-admiraal J. H. O. graaf van den Bosch, oud-lid van het Hoog Militair Gerechtshof, op de algemeene begraafplaats te 's-Gravenhage, ter aarde besteld. Onder de vele belangstellenden werden op gemerkt jhr. mr. G. C. W. van Tets, directeur van het kabinet van H. M. de Koningin, gep. luit.-gen. jhr. A. G. Sickinghe, eerste kamer heer van H. M„ gep. luit.-kol. A. Ruys, adju dant in buitengewonen dienst van H. ,M. de Koningin en jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, vice-president van den Raad van State. Van het Hoog Militair Gerechtshof waren tegenwoordig de fungeerende president mr. dr. W. A. J. M. Fick, de leden, vice-admiraal B. Schreuders, vice-admiraal A. Vos. Voorts de gep. vice-admiraals J. H. Zeeman, L. J. Quant en A. F. Gooszens, de gep. schou ten-bij-nacht D. Vreede, J. A. E. Schenk de Jong, E. G. de Wijs en W. de Wal, alsmede een groot aantal andere gepensionneerde zee-offi cieren. In de aula heeft alleen vice-admiraal B. Schreuders, als vriend van den ontslapene, het woord gevoerd. Spr. bracht den wensch van den overledene in herinnering, dat er slechts een enkel woord van een goed vriend uit de marine zou worden gesproken en spr. prees zich ge lukkig, dat hij dat woord mocht spreken. Deze wensch is begrijpelijk. De band tusschen graaf Van den Bosch en de marine was een zoo nau we, dat hij bleef bestaan, ook toen hij den dienst verliet. Wat graaf Van den Bosch in zijn 35-jarige loopbaan bij de marine verricht heeft, mag tot voorbeeld en navolging strekken voor een ieder, die wil weten wat goede zeemanschap en wijs beleid beteekenen. Na zgn dienst heeft hij het contact met de marine onderhouden en de ontslapene hechtte aan die nauwe banden veel waarde. Hij is ons nu ontvallen, aldus spr. Maar wij hebben de herinnering aan zijn mooie karak ter. Hij had een scherp gevoel voor rechtvaar digheid en medeleven. Na het spelen van het „Wilhelmus" werd de kist, die door de vaderlandsche driekleur ge dekt was, ten grave gedragen, waar een zoon van den overledene voor de belangstelling dank zegde,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5