2 Jaar tegen principieele
dienstweigeraar geëischt
Oorlog zonder
oorlog
Beschouwing over vermogen
en onvermogen onzer stad
Vooruitzichten alleszins bevredigend
UtaaA yaati tu-e. heen
Een kranige redder
Ponderdag 28 Maart 1940
Tweede Blad
Hoe „rijk" is Den Helder?
Propaganda-avond
Nederlandschen Blindenbond
Geringe abonnements-
prijsverhooging
Indië geeft f 100.000
voor oorlogsslachtoffers
Zeekrijgsraad Willemsoord
Barometerstand van Den Helder
Het toeval wil, dat dezer dagen juist tege
lijkertijd officiëele statistische gegevens be
leend geworden zijn, die op twee gansch ver-
Bchillende gebieden betrekking hebben, maar
die tezamen toch een bijzonder duidelijk beeld
geven van de financiëele positie der Helder
sche bevolking.
De eerste groep gegevens heeft betrekking
op onze welgestelde medeburgers en geeft
Ban, welke veranderingen het in Den Helder
gevestigde particuliere vermogen in het jaar
ondergaan heeft; de tweede groep daaren
tegen houdt zich bezig met de armenzorg en
licht ons dus in omtrent den omvang van het
onvermogen in onze stad.
Weinig kapitaalkrachtige ingezeten.
De statistiek rekent tot de welgestelden hen,
flie in de vermogensbelasting zijn aangeslagen
en wier bezit derhalve zestienduizend gulden
of méér bedraagt. Hun aantal blijkt van 1938
op 1939 in Den Helder te zijn toegenomen van
432 tot 440. Dit is een toename, maar zij is
slechts gering. Dit wordt nog duidelijker,
wanneer wij den groei van het zielental in
aanmerking nemen. Per tienduizend inwoners
immers komen bovenstaande cijfers neer op
119 vermogenden in 1938 tegen 118 in het
laatste jaar. Overwegen wij daarbij, dat het
aantal aangeslagenen in dfe vermogensbelas
ting in ons land als geheel genomen juist
Benige stijging te zien gaf, n.1. van 208 tot
210 per tienduizend inwoners, dan onderlijnen
de nieuwe cijfers nog eens het reeds bekende
feit, dat onze stad naar verhouding weinig
[kapitaalkrachtige ingezetenen huisvest.
Intusschen wordt het plaatselijk volksver-
mogen niet alleen bepaald door het aantal
gegoeden, ook de vraag hoeveel elk van de
aangeslagenen individueel bezit, is van belang.
Statistisch kunnen de vermogens van onze
Ingezetenen in vier klassen worden onderver
deeld, die resp. loopen van zestienduizend tot
dertigduizend gulden, van dertig tot vijftig
duizend, van vijftigduizend tot één ton en
ihooger. Hoe de 432 in Den Helder gevestigde
particifliere vermogens van het voorlaatste
belastingjaar en de 440 vaft het laatste belas
tingjaar over deze vier klassen verdeeld waren,
blijkt uit het volgende staatje.
Aantal vermogens in
16 mille tot 30 mille
30 tot 50 mille
50 tot 100 mille
100 mille en hooger
1938
238
105
61
28
1939
234
117
64
25
Een nadere beschouwing van dit staatje
jdoet zien, dat er een vrij sterke opschuiving
naar de middelste groepen heeft plaats gevon
den. Verschillende vermogens uit de laagste
klasse zijn tot boven de dertigduizend gulden
aangegroeid, zooals er ook vermogens uit de
groep van dertig tot vijftig mille tot boven de
halve ton zijn toegenomen. Dit kan als een
Vrij belangrijke versterking van ons plaat
selijk volksvermogen worden aangemerkt.
Hiertegenover staat dat een drietal vermo
gens van méér dan een ton verdwenen zijn.
Dit is evenwel niet een gevolg geweest van
een bezits-vermindering. doch moet worden
toegeschreven aan overlijden en aan vertrek
tiaar elders.
De ongunstige invloed, die dit wegval
len van enkele vermogens uit de top
klasse uitoefende op het gezamenlijk be
zit der aangeslagenen is intusschen door
de toename in de middenklassen ten volle
goed gemaakt, want het totale in onze
woonplaats gevestigde particuliere ver
mogen blijkt van 1938 op 1939 te zijn toe
genomen van 17,7 tot 17,8 millioen gul
den, terwijl het gemiddelde bezit der aan
geslagenen stationnair 41.000,bleef.
Deze ontwikkeling mag relatief bevredi
gend worden genoemd, omdat zij de belasting
capaciteit van onze burgerij geheel intact
laat. De hoofdsom van de vermogensbelasting
bracht in 1939 zoowel als in 1938 in onze
stad 16.000,op, terwijl deze belasting
opbrengst in Nederland, ondanks de rela
tieve stijging van het aantal vermogende in
woners, met ruim 1 pet. daalde.
Wij merkten hierboven reeds op, dat Den
Helder verhoudingsgewijze weinig welgestel
den onder zijn ingezetenen telt. Voor een
goede beoordeeling van de vermogenspositie
onzer stedelijke bevolking stellen wij nu in
het volgende staatje naast elkaar hoeveel
vermogens van elk der vier groepen er per
tienduizend zielen in Den Helder zijn, en hoe
veel in geheel Nederland.
Aantal vermogens per
tienduizend inwoners
Den Helder Nederland
16 tot 30 mille 63 97
31 tot 50 mille 31 49
50 tot 100 mille 17 36
100 mille en méér 7 28
Terwijl in de beide laagste groepen het
rijksgemiddelde dus ruim de helft hooger is
dan het Heldersche cijfer, is het in de derde
groep ruim het dubbele en in de topklasse
zelfs het viervoudige van ons stedelijk cijfer.
Het zijn verhoudingsgewijze dus juist de
groote en de zeer groote vermogens, die wij
hier ontberen. Vandaar dan ook, dat het ge
middelde vermogen van de Heldersche wel
gestelden 41.000,bedraagt, terwijl het
rijksgemiddelde 69.000,is.
De steun aan armlastigen.
Al deze verschillen houden uiteraard nauw
verband met het karakter van onze woon
plaats en met de structuur van haar bevol
king. Zij doen dan ook niets af aan het feit,
dat de ontwikkeling van de Heldersche ver
mogenspositie in het laatste jaar niet onbe
vredigend was. Daarbij komt, dat wat bekend
is geworden met betrekking tot het önver-
mogen al bijzonder gunstig is!
In het afgeloopen jaar moest aan gemeen
telijke steun aan armlastigen een bedrag
worden uitgegeven van 110.500,—. Dat is
een hééle som, vooral wanneer bedacht wordt
dat hierin de werkloozensteun niet is begre
pen en evenmin de bedragen, die de particu
liere en kerkelijke weldadigheid voor ditzelf
de doel besteden. Maar in het jaar 1938 heb
ben deze gemeentelijke uitgaven niet minder
dan 133.900,beloopen, zoodat er in één
jaar tijds een vermindering met bijna 18 pet.
geregistreerd kon worden! Dit is een opval
lend groote vermindering, die te duidelijker
spreekt omdat de anmenzorgkosten in het
geheele land juist nog weer een verdere stij
ging te zien hebben gegeven.
De daling van deze uitgaven dankte haar
ontstaan voornamelij' aan een sterken terug
gang van het aantal ondersteuning behoe
vende gezinnen. In het vierde kwartaal van
1938 kwamen gemiddeld 309 gezinnen voor
gemeentelijke onderstand in aanmerking; in
het laatste kwartaal van 1939 bleek dit aan
tal tot gemiddeld 208 te zijn gedaald! De ver
mindering van de uitgaven is dus niet aan
gunstige factoren in het zomerseizoen te
danken, ze is veel „gezonder". Dit blijkt ook
hieruit, dat tegenover een daling van de jaar-
kosten ad 18 pet. een daling in het vierde
kwartaal staat van 23 pet. In 1938 beliepen
de uitgaven in het laatste kwartaal n.1.
35.047,— en in 1939 26.820,—.
Verheugend beeld.
De armenzorgkosten per hoofd der bevol
king konden door dit alles worden terug ge
bracht van 3.70 in het voorlaatste jaar tot
3.in het laatste jaar. Dit bedrag is al
bijzonder laag, zooals blijkt uit een vergelij
king met Alkmaar en Zaandam, alsmede met
enkele andere steden - van eenigszins verge
lijkbaar inwonertal. Per hoofd der bevolking
vergde de armenzorg in 1939 n.1. in Alkmaar
8.in Zaandam 6.80, in Zwolle 5.70, in
Deventer 6.80, in Almelo 6.20 en in Gouda
4.90.
Het beeld, dat voor onze stad uit de
beide groepen statistisch materiaal resul
teert, is dus dit: dat de ontwikkeling van
het vermogen in het laatste jaar niet
onbevredigend is geweest, maar dat de
gang van zaken met betrekking tot het
ènvermogen zéér bevredigend was
en hoopvol stemt.
(Nadruk verboden.)
Op 9 April a.s. in Casino.
Op Dinsdag 9 April a.s., zal in het
Casino een propaganda-avond gegeven
worden van den Nederlandschen Blinden
bond. Aan deze uitvoering, waarvoor wij
reeds nu de bijzondere belangstelling vra
gen, werkt mee de operettevereeniging
„Ons Genoegen" onder leiding van den
heer A. Krijgsman. Opgevoerd zal wor
den de mooie operette „Aline in Wonder
land", in 4 bedrijven.
Voorts vermeldt het programma, behalve
een openingswoord van den burgemeester
onzer gemeente, een rede van den beken
den propagandist, Joh. v. d. Berg, een inte
ressante film over het werk der geleidehon
den, terwijl men voorts in de gelegenheid ge
steld wordt het werk der blinden, vervaar
digd door de leden der werkverschaffing van
het Blinden Instituut te Bussum, te bezich
tigen en, desgewenscht, te koopen.
Reeds nu adviseeren wij dezen avond vrij
te houden. De entrée bedraagt 40 cent.
In verband met een belangrijke verhooging
van den papierprijs en de hoogere exploitatie
kosten van onze krant, zal de abonnements
prijs van de Heldersche Courant, met ingang
van 1 April een geringe verhooging onder
gaan. Verschillende bladen besloten daar
reeds eerder toe en waren gedwongen tot een
vrij belangrijke verhooging van hun abonne
mentsprijs. zoodat onze krant nog bljjft een
van de meest goedkoope dagbladen van
N.-Holland.
De weekabonnementen worden van 15 op
17 cent gebracht.
De abonnementsprijs van de kwartaalabon
nementen in de stad wordt 2.10, die van de
abonnementen in de omgeving (Texel, Juliana-
dorp, Beezand, Anna Paulowna en Wierin-
gen) 2.15.
Voor onze postabonné's, die toch reeds door
de portokosten een hoogeren prijs moeten
betalen, blijft de abonnementsprijs ongewij
zigd.
Directie Heldersche Courant.
Elf-jarige jongen redt met levens
gevaar zijn vriendje.
Gisterenmorgen tegen twaalf uur liepen 2
jongens over de Mosterdbrug. Een van hen,
Henk Kooreman, wonende Oostslootstraat 8,
zag dat een verbindingspen tusschen de brug-
deelen los zat. De jongen wilde deze pen er
in steken en viel toen tusschen de brugleu
ning door in het kanaal. De jongen, die niet
zwemmen kon, dook onder water en zou ze
ker verdronken zij als zijn elfjarig vriendje,
Gerrit Walch, 2e Vroonstraat, niet direct zijn
jas had uitgetrokken en zijn vriendje was na-
gedoken. De kleine Gerrit hield zijn kame
raadje boven water, al was hem dat niet ge
makkelijk, omdat Henk zich krampachtig aan
hem vastgreep.
Tal van voorbijgangers bleven staan en een
van hen nam de reddinghaak van de brug en
stak die aan de beide jongens toe. De jonge
drenkeling greep de haak vast en men
trachtte hem zoo naar boven te halen. Dat
gelukte evenwel niet. Door de schrik en de
koude was de jongen zijn bezinning eenigs
zins kwijt. Zijn vriendje hield hem echter
boven water. Toen besloot men de beide jon
gens langzaam naar den kant te trekken.
En dat gelukte. De brugwachter haalde ze
op. De drenkeling werd bij de fam. v. Brede-
rode op de Loodsgracht binnengebracht,
waar men hem wat op verhaal bracht en de
redder holde met zijn natte kleeren naar huis.
Een compliment is hier zeker aan den
kleinen Gerrit Wach op zijn plaats, die
zoo moedig, met inzet van zijn eigen
leven, zijn vriend te hulp kwam. De jon
gen heeft de eeremedaille verdiend.
Aan het eind van het vorige jaar besloot
het hoofdbestuur van de Vaderlandsche Club
in Nederlandsch-Indië een inzameling van
geld te organiseeren voor de Nederlandsche
oorlogsslachtoffers ter zee, te land en in de
lucht.
Met groote voortvarendheid is aan dit voor
name doel gevolg gegeven. Allerwege werd
daarbij medewerking ondervonden. De zin
snede in den oproep van het-hoofdbestuur van
8 December 1939, luidende: „Landgenooten!
Saamhoorigheid tusschen bewoners van ver
schillende rijksdeelen -komt nooit nobeler en
beter tot uiting dan in den drang tot weder-
Zijdsche hulp bij rampen en ongevallen", trof
doel.
Midden Maart kon een bedrag van niet
minder dan 100.000 naar Nederland worden
overgemaakt. De verdeeling van deze som
Was door het hoofdbestuur opgedragen aan
jnr. B. C. de Jonge, oud-gouverneur-generaal
Van Nederlandsch-Indië. Zij heeft thans
plaats gehad in dezen zin, dat is toegewezen
aan: Algemeen Steuncomité 1939 60.000,
Nationaal Zeemansfonds 40.000.
Nog steeds matrozen, die geen
baadje kunnen zien en mili
ciens die plotseling ziek worden.
Als eerste zaak kwam gistermiddag voor
den Zeekrijgsraad, gepresideerd door Mr.
Arn. Veldman, voor de matroos 1ste kl. J. M.
J. de H., verdacht van diefstal, subs. verduis
tering.
De H. had op zekeren Decemberdag van
het vorige jaar op een kapstok van de
bovengang van de Onderzeedienstkazerne een
baadje zien hangen, dat hem dusdanig toe
lachte, dat hij de lust niet bedwingen kon het
in te rekenen. Volgens zijn zeggen was het
weliswaar zijn plan het kleedingstuk weer
aan den rechtmatigen eigenaar terug te ge
ven, doch hierin scholen juist de groote moei
lijkheden. Hij liet het baadje namelijk zien
aan diverse collega's, maar niemand wist
wie de bezitter er van was. En zoo bleef
verd. het baadje in zijn bezit houden, totdat
het uitlekte, dat het gestolen goed was en
De H. door den mand viel. Toen bleek, dat
hij zijn eigen stamboeknummer in het baadje
gezet had.
Mr. Veldman wijst er op, dat het toch een
misdrijf is, waaraan verd. zich heeft schul
dig gemaakt, hetgeen deze echter niet toe
geeft. Hij noemt het „een groote fout". Hij
houdt daarbij vol, dat het nooit zijn plan ge
weest is het kleedingstuk te stelen.
De Fiscaal, de officier van administratie
der 1ste kl. mr. D. B. A. Franken, vordert 1
maand gevangenisstraf.
Mr. J. Mulder, is het met den Fiscaal eens,
als deze de daad als verduistering aanmerkt.
Bekijkt men echter de conduite van beklaag
de. dan blijkt dat daarin aangegeven staat
dat deze niet alleen een goed militair is,
doch tevens als eerlijk te boek loopt. Van het
gebeurde heeft hij veel spijt, hetgeen pleiter
aanleiding is hier een voorwaardelijke straf
te vragen.
Uitspraak: conform.
De dienstweigeraar.
Vervolgens diende de zaak tegen den
zeemilicien-kustwachter 2e kl. J. J. M.,
terechtstaande wegens dienstweigering.
Op 29 Augustus was M. niet opgeko
men op het mobilisatiebevel. Later even
wel meldde hij zich in Den Helder aan,
doch toen een officier hem gelastte een
blauwe laken broek aan te trekken, gaf
hij te kennen, dat zulks hem onmogelijk
was. Hij weigerde daarna militaire dien
sten te verrichten.
Mr. Veldman deed tal van pogingen verd.
tot het aangeven van zijn motief te brengen,
doch slaagde daarin niet. Verdachte zegt
noch politieke, noch godsdienstige bezwaren
te hebben, doch gedwongen te worden door
een zekeren „psychischen weerstand". Toen
hij voor zijn nummer in dienst was, jaren
geleden, had hij daarvan geen last gehad.
Wel toen hij voor herhalingsoefeningen op
moest komen.
Hij zegt, dat er geen organisatie achter zit,
terwijl hij evenmin bang is voor den militai
ren dienst of voor een eventueelen oorlog.
Hij heeft destijds zijn moeilijkheden met een
psychiater besproken, doch wegens gebrek
aan geld werd deze behandeling niet ten
einde gebracht.
De Fiscaal van den Zeekrijgsraad, de
officier van administratie der 1ste kl.,
mr. D. B. A. Franken, acht principieele
dienstweigering bewezen, en vordert een
gevangenisstraf van 2 jaar, met aftrek
van het voorarrest sedert 13 Februari,
ontslag uit den dienst met ontzegging
weder brj de gewapende macht te mo
gen dienen.
Als verdediger treedt op mr. J. Mulder,
van Den Helder, die er op wijst, hoe moeilijk
het is voor dezen man een pleidooi te hou
den, aangezien verd. hem gezegd heeft „er
best 2 of 2 y2 jaar voor over te hebben".
Daarbij is het een vrij hopeloos geval. De
vrouw van M. laat daarbij haar man' volko
men vrij in deze beslissingen. Overigens kan
worden aangenomen, dat het hier iemand
betreft, die geestelijk volkomen in de war is,
hetgeen als een verzachtende omstandigheid
aangemerkt kan worden. Volgens pleiter mag
zelfs worden gesproken van verminderde toe
rekeningsvatbaarheid. In dit verband zou een
psychiatrisch onderzoek z.i. aan te bevelen
zijn.
De Fiscaal repliceert en ontraadt het
voorgestelde psychiatrisch rapport. Vol
gens mr. Franken speelt de man comedie
en lijdt deze aan geestelijke hoogmoed.
Het is iemand, die alles leest, wat los en
vast is. Die er literaire en philosophische
hobby's op na houdt, en wiens hoofd
boordevol geladen is met half en in het
geheel niet begrepen zaken. Hij schiep
zich een eigen levensfilosofie, maar dat
alles is even verward en onbegrepen. Hij
hangt echter gaarne een „super geeste
lijk iemand" uit. Mr. Franken besluit zijn
repliek met de veronderstelling te uiten,
dat het geen zin heeft over dezen da-
zenden anarchist een psychiatrisch rap
port uit te brengen.
Na repliek van den verdediger zegt
verd. nog, dat h(j geen bezwaar heeft
roet een psychiater over zijn moeilijk
heden en afwijkingen te spreken.
Uitspraak: psychiatrisch rapport zal
worden uitgebracht.
Met Oudejaarsavond thuis.
De zeemilicien-matroos 3e kl. P. de W.
diende bij de marine-batterij op Terschelling
en ging eind December met periodiek verlof
naar huis, en wel naar Workum in Friesland.
Hij zegt daar ziek geworden te zijn, zoodat
hij vier dagen te laat terugkwam op Ter
schelling. Hij had in Workum weliswaar een
dokter geraadpleegd, doch die vond niet dat
hij hem een bewijs kon geven van ziekte.
Mr, .Yeldmaa vindt het (wijs geworden
door de ondervinding......) verdacht, dat de
man juist aan het einde van het jaar ziek
is geworden. Dat is nu al zoo vaak voor
gekomen, den laatsten tijd.
Ook de Fiscaal vindt het verdacht en vor
dert 3 weken gevangenisstraf.
Mr. Mulder twijfelt niet zoo aan de mo
gelijkheid der ziekte. De man was koortsig
en kroop dan ook inderdaad in bed om uit
te zieken. Dat de dokter hem, op het moment
dat deze bij hem was, niet ziek oordeelde,
dat komt meer voor.
De conduite noemen verd. ietwat sloom,
suffig, en dat is wellicht -het beste bewijs voor
de houding van den verd. Pleiter acht het
evenwel zeker niet uitgesloten, dat De W. de
waarheid spreekt.
Uitspraak; 2 weken gevangenisstraf.
Twee katers
De zeemilicien matroos 2e kl. C. H., diende
bij de marine-batterij op Vlieland, maar
kreeg begin Januari verlof om naar huis te
gaan. Zoo vertrok onze vriend naar Gorkum,
alwaar hij besloot de bloemetjes eens goed
buiten te zetten. Hij meende den flauwen
smaak van de Vlielandsche stranden niet be
ter te kunnen wegspoelen dan door een be
hoorlijke kwantiteit drank naar binnen te
slaan, waarvan echter de consekwenties wa
ren, dat hij een enorm stuk in z'n kraag
kreeg en, wat men noemt, laveloos, thuis
kwam.
Des morgens werd hij wakker. Met een nog
enormer kater, zoodat van zijn reis terug
naar Vlieland, niets kwam. Hij voelde zich
doodziek...
Later op den dag kikkerde hij wat op,
dank zij de goede zorgen zijns moeders,
maakte een straatje om, verdaagde weer in
een tapgelegenheid enlaafde zich op
nieuw met jeugdige wellust aan het edele
gerstennat.
Met wederom tot gevolg, dat hij alle zor
gen des levens vergat en weer met flink „den
brom in" bij moeder thuis arriveerde.
Enfin... om kort te gaan, het jongemensch
(dat ter zitting nog zoo'n boosdoener niet
scheen) kwam een paar dagen te laat en
heeft daarvan veel berouw. Mr. Veldman zei
hij tenminste, dat het hem een tweede maal
heusch niet meer zou overkomen, hetgeen
de President een even verstandig als geluk
kig besluit vond. De Fiscaal zei er niet veel
van en vorderde 3 weken gevangenisstraf.
Uitspraak; Conform.
De losbol.
Tenslotte was daar nog de jeugdige zee-
milicien-kok 3e kl., J. F., die voor diefstal,
in recidive gepleegd, terecht stond.
Dienende bij de marinebatterij op Vlieland,
had hij op zekeren dag een plunjezak van
een collega opengebroken en daaruit een
paar schoenen ontvreemd. Hij zat in geldnood
(vanwege meisjes, biertjes en andere los
bolligheden) en dacht dat hij het schoeisel
wel voor een gereeden prijs aan den man zou
kunnen brengen. Waarmede hij dan zijn
schuld, die al 35 gulden groot was, gedeel
telijk zou kunnen liquideeren.
Natuurlijk kwam ook deze euveldaad uit.
Daarbij bleek, dat het jongemensch al eens
eerder een veroordeeling achter den rug had
en wel terzake diefstal, waarvoor hij een
voorwaardelijke straf met een proeftijd van
3 jaar gekregen had. Deze proeftijd was nog
niet teneinde.
De Fiscaal vorderde 6 weken gevangenis
straf met aftrek van 2 dagen voorarrest.
Uitspraak; 7 weken met aftrek,
We zouden niet gaarne beweren, dat
deze oorlog gevoerd wordt zonder strijd.
De talrijke slachtoffers, die in het halve
jaar dat de krijg nu duurt reeds zijn ge
vallen, zijn een te sprekend bewijs van de
droeve gevolgen van dezen wereldwaanzin,
maar toch, als men weet welke militaire
groot-machten nu reeds maandenlang
tegenover elkaar staan, machten die el
kaar reeds enorme schade hadden kunnen
toebrengen, dan moeten we toch erkennen,
dat de oorlog eigenlijk tot op dit oogen-
biik gevoerd wordt zonder strijd, zonder
inzet althans van het militaire apparaat,
dat men in werking zou kunnen stellen.
Het blijkt dan toch inderdaad, dat men
aan beide zijden van het Kanaal, nog vol
doende gezond verstand heeft overgehou
den om elkaar niet op de meest onzinnige
en onredelijke wijze te vernielen.
Wat we tot op dit oogenblik van den oorlog
hebben gezien is een poging van Engeland en
Frankrijk om den vijand te blokkeeren en van
Duitschland om deze blokkade te breken.
Daarvoor heeft Duitschland zijn onderzeevloot
in werking gesteld. De luchtmacht echter,
waarmee men wel geen overwinning zou kun
nen bevechten, is practisch voor geen ander
doel gebruikt dan verkenning. Per ongeluk
hebben eenige Duitsche vliegtuigen vorige
week een niet militair doel getroffen aan de
Engelsche kust en Engeland heeft daar met
een tegenbombardement op geantwoord, ech
ter ook met niet anders dan eenige militaire
objecten onschadelijk te maken.
Van een totalitairen oorlog is, Gode zij
dank, nog geen sprake, hoewel het voor
jaar nu toch reeds zijn intrede heeft ge
daan en men dus zou mogen verwachten,
dat de offensieven zouden worden ge
opend.
Wat kan nu de bedoeling zijn van deze hou
ding? We hebben eenige weken geleden eens
de aandacht gevestigd op een merkwaardige
veronderstelling, n.1. deze, dat Duitschland
bezig was, zich volkomen van het Westen te
isoleeren en door zijn verbond met Rusland
en zoo mogelijk met eenige andere" landen in
Z.O. Europa, zich onafhankelijk zou maken
van W.-Europa. Daartoe zou Duitschland dan
aan het Zuid-Oostelijk front een kring van
neutrale staten om zich trekken, terwijl naar
het Zuiden Italië zijn vriendschappelijke en
beschermende hand zou uitsteken. Het Wes
telijk front zou gedekt zijn door de Siegfried-
linie, het Noorden door den druk, dien Rus
land uitoefent op de Noorsche staten, door
zijn overwinning in Finland.
Als de veronderstelling, die dezer da
gen weer geopperd werd, juist zou z(jn,
zou Duitschland op deze wijze de blok
kade van Engeland breken. Het zou niet
afhankelijk meer zijn van zijn aanvoeren
van overzee, doch langs anderen weg vol
doende voor zijn levensbehoeften binnen
krijgen. Het zou zyn levensruimte hebben
uitgebreid (en beperkt!) en de oorlog
voering zou geen zin meer hebben. Ge
zien het feit, dat ook Engeland niet tot
een groot offensief zou overgaan, zou de
oorlog dus zyn eigen dood sterven.
Dit alles berust op veronderstellingen,
maar veronderstellingen, die een grond van
waarheid vinden in den huidigen gang van
zaken en dus niet tot de onmogelijkheden be-
hooren. Daarmee zou dan ook verklaard wor
den, waarom het op het eigenlijke oorlogs
front zoo rustig blijft.
Natuurhistorisch Museum, le Vroontsraat
lederen Woensdag van 35 uur.
lederen Zaterdag van 710 uur.
Bovendien den eersten Zondag van elke
maand van 35 uur en den eersten Woens
dag van 810 uur.
Aquarium Zool Station. Voor het publiek
geopend: dagelijks van 912 en van 13.20
17 u. Zaterdags van 912 uur.
BIOSCOPEN:
Rialto, Spoorstraat, acht uur:
„Drie gewiekste schatjes worden groot".
Tivoli-Theater, Spoorstraat, acht uur:
„De Citadel".
Witte Bioscoop, Koningstraat, acht uur:
„Schofjes" en „Het Geheim van de On-
dergrondsche".
Zaterdag 30 Maart.
Casino, 8.00 uur: Uitvoering M.S.F.
Zondag 31 Maart.
Musis Sacrum, 36 uur en 8 uur: „The New
Swinging Five.
Barometerstand Den Helder: 752.2
Maximum temperatuur lucht: 5.6
Temperatuur 8 uur: 1.4
Wind: richting: N.W.; kracht: 6
Licht op:
6 uur 56 min.