2 Jaar tegen principieele dienstweigeraar geëischt Oorlog zonder oorlog Beschouwing over vermogen en onvermogen onzer stad Vooruitzichten alleszins bevredigend UtaaA yaati tu-e. heen Een kranige redder Ponderdag 28 Maart 1940 Tweede Blad Hoe „rijk" is Den Helder? Propaganda-avond Nederlandschen Blindenbond Geringe abonnements- prijsverhooging Indië geeft f 100.000 voor oorlogsslachtoffers Zeekrijgsraad Willemsoord Barometerstand van Den Helder Het toeval wil, dat dezer dagen juist tege lijkertijd officiëele statistische gegevens be leend geworden zijn, die op twee gansch ver- Bchillende gebieden betrekking hebben, maar die tezamen toch een bijzonder duidelijk beeld geven van de financiëele positie der Helder sche bevolking. De eerste groep gegevens heeft betrekking op onze welgestelde medeburgers en geeft Ban, welke veranderingen het in Den Helder gevestigde particuliere vermogen in het jaar ondergaan heeft; de tweede groep daaren tegen houdt zich bezig met de armenzorg en licht ons dus in omtrent den omvang van het onvermogen in onze stad. Weinig kapitaalkrachtige ingezeten. De statistiek rekent tot de welgestelden hen, flie in de vermogensbelasting zijn aangeslagen en wier bezit derhalve zestienduizend gulden of méér bedraagt. Hun aantal blijkt van 1938 op 1939 in Den Helder te zijn toegenomen van 432 tot 440. Dit is een toename, maar zij is slechts gering. Dit wordt nog duidelijker, wanneer wij den groei van het zielental in aanmerking nemen. Per tienduizend inwoners immers komen bovenstaande cijfers neer op 119 vermogenden in 1938 tegen 118 in het laatste jaar. Overwegen wij daarbij, dat het aantal aangeslagenen in dfe vermogensbelas ting in ons land als geheel genomen juist Benige stijging te zien gaf, n.1. van 208 tot 210 per tienduizend inwoners, dan onderlijnen de nieuwe cijfers nog eens het reeds bekende feit, dat onze stad naar verhouding weinig [kapitaalkrachtige ingezetenen huisvest. Intusschen wordt het plaatselijk volksver- mogen niet alleen bepaald door het aantal gegoeden, ook de vraag hoeveel elk van de aangeslagenen individueel bezit, is van belang. Statistisch kunnen de vermogens van onze Ingezetenen in vier klassen worden onderver deeld, die resp. loopen van zestienduizend tot dertigduizend gulden, van dertig tot vijftig duizend, van vijftigduizend tot één ton en ihooger. Hoe de 432 in Den Helder gevestigde particifliere vermogens van het voorlaatste belastingjaar en de 440 vaft het laatste belas tingjaar over deze vier klassen verdeeld waren, blijkt uit het volgende staatje. Aantal vermogens in 16 mille tot 30 mille 30 tot 50 mille 50 tot 100 mille 100 mille en hooger 1938 238 105 61 28 1939 234 117 64 25 Een nadere beschouwing van dit staatje jdoet zien, dat er een vrij sterke opschuiving naar de middelste groepen heeft plaats gevon den. Verschillende vermogens uit de laagste klasse zijn tot boven de dertigduizend gulden aangegroeid, zooals er ook vermogens uit de groep van dertig tot vijftig mille tot boven de halve ton zijn toegenomen. Dit kan als een Vrij belangrijke versterking van ons plaat selijk volksvermogen worden aangemerkt. Hiertegenover staat dat een drietal vermo gens van méér dan een ton verdwenen zijn. Dit is evenwel niet een gevolg geweest van een bezits-vermindering. doch moet worden toegeschreven aan overlijden en aan vertrek tiaar elders. De ongunstige invloed, die dit wegval len van enkele vermogens uit de top klasse uitoefende op het gezamenlijk be zit der aangeslagenen is intusschen door de toename in de middenklassen ten volle goed gemaakt, want het totale in onze woonplaats gevestigde particuliere ver mogen blijkt van 1938 op 1939 te zijn toe genomen van 17,7 tot 17,8 millioen gul den, terwijl het gemiddelde bezit der aan geslagenen stationnair 41.000,bleef. Deze ontwikkeling mag relatief bevredi gend worden genoemd, omdat zij de belasting capaciteit van onze burgerij geheel intact laat. De hoofdsom van de vermogensbelasting bracht in 1939 zoowel als in 1938 in onze stad 16.000,op, terwijl deze belasting opbrengst in Nederland, ondanks de rela tieve stijging van het aantal vermogende in woners, met ruim 1 pet. daalde. Wij merkten hierboven reeds op, dat Den Helder verhoudingsgewijze weinig welgestel den onder zijn ingezetenen telt. Voor een goede beoordeeling van de vermogenspositie onzer stedelijke bevolking stellen wij nu in het volgende staatje naast elkaar hoeveel vermogens van elk der vier groepen er per tienduizend zielen in Den Helder zijn, en hoe veel in geheel Nederland. Aantal vermogens per tienduizend inwoners Den Helder Nederland 16 tot 30 mille 63 97 31 tot 50 mille 31 49 50 tot 100 mille 17 36 100 mille en méér 7 28 Terwijl in de beide laagste groepen het rijksgemiddelde dus ruim de helft hooger is dan het Heldersche cijfer, is het in de derde groep ruim het dubbele en in de topklasse zelfs het viervoudige van ons stedelijk cijfer. Het zijn verhoudingsgewijze dus juist de groote en de zeer groote vermogens, die wij hier ontberen. Vandaar dan ook, dat het ge middelde vermogen van de Heldersche wel gestelden 41.000,bedraagt, terwijl het rijksgemiddelde 69.000,is. De steun aan armlastigen. Al deze verschillen houden uiteraard nauw verband met het karakter van onze woon plaats en met de structuur van haar bevol king. Zij doen dan ook niets af aan het feit, dat de ontwikkeling van de Heldersche ver mogenspositie in het laatste jaar niet onbe vredigend was. Daarbij komt, dat wat bekend is geworden met betrekking tot het önver- mogen al bijzonder gunstig is! In het afgeloopen jaar moest aan gemeen telijke steun aan armlastigen een bedrag worden uitgegeven van 110.500,—. Dat is een hééle som, vooral wanneer bedacht wordt dat hierin de werkloozensteun niet is begre pen en evenmin de bedragen, die de particu liere en kerkelijke weldadigheid voor ditzelf de doel besteden. Maar in het jaar 1938 heb ben deze gemeentelijke uitgaven niet minder dan 133.900,beloopen, zoodat er in één jaar tijds een vermindering met bijna 18 pet. geregistreerd kon worden! Dit is een opval lend groote vermindering, die te duidelijker spreekt omdat de anmenzorgkosten in het geheele land juist nog weer een verdere stij ging te zien hebben gegeven. De daling van deze uitgaven dankte haar ontstaan voornamelij' aan een sterken terug gang van het aantal ondersteuning behoe vende gezinnen. In het vierde kwartaal van 1938 kwamen gemiddeld 309 gezinnen voor gemeentelijke onderstand in aanmerking; in het laatste kwartaal van 1939 bleek dit aan tal tot gemiddeld 208 te zijn gedaald! De ver mindering van de uitgaven is dus niet aan gunstige factoren in het zomerseizoen te danken, ze is veel „gezonder". Dit blijkt ook hieruit, dat tegenover een daling van de jaar- kosten ad 18 pet. een daling in het vierde kwartaal staat van 23 pet. In 1938 beliepen de uitgaven in het laatste kwartaal n.1. 35.047,— en in 1939 26.820,—. Verheugend beeld. De armenzorgkosten per hoofd der bevol king konden door dit alles worden terug ge bracht van 3.70 in het voorlaatste jaar tot 3.in het laatste jaar. Dit bedrag is al bijzonder laag, zooals blijkt uit een vergelij king met Alkmaar en Zaandam, alsmede met enkele andere steden - van eenigszins verge lijkbaar inwonertal. Per hoofd der bevolking vergde de armenzorg in 1939 n.1. in Alkmaar 8.in Zaandam 6.80, in Zwolle 5.70, in Deventer 6.80, in Almelo 6.20 en in Gouda 4.90. Het beeld, dat voor onze stad uit de beide groepen statistisch materiaal resul teert, is dus dit: dat de ontwikkeling van het vermogen in het laatste jaar niet onbevredigend is geweest, maar dat de gang van zaken met betrekking tot het ènvermogen zéér bevredigend was en hoopvol stemt. (Nadruk verboden.) Op 9 April a.s. in Casino. Op Dinsdag 9 April a.s., zal in het Casino een propaganda-avond gegeven worden van den Nederlandschen Blinden bond. Aan deze uitvoering, waarvoor wij reeds nu de bijzondere belangstelling vra gen, werkt mee de operettevereeniging „Ons Genoegen" onder leiding van den heer A. Krijgsman. Opgevoerd zal wor den de mooie operette „Aline in Wonder land", in 4 bedrijven. Voorts vermeldt het programma, behalve een openingswoord van den burgemeester onzer gemeente, een rede van den beken den propagandist, Joh. v. d. Berg, een inte ressante film over het werk der geleidehon den, terwijl men voorts in de gelegenheid ge steld wordt het werk der blinden, vervaar digd door de leden der werkverschaffing van het Blinden Instituut te Bussum, te bezich tigen en, desgewenscht, te koopen. Reeds nu adviseeren wij dezen avond vrij te houden. De entrée bedraagt 40 cent. In verband met een belangrijke verhooging van den papierprijs en de hoogere exploitatie kosten van onze krant, zal de abonnements prijs van de Heldersche Courant, met ingang van 1 April een geringe verhooging onder gaan. Verschillende bladen besloten daar reeds eerder toe en waren gedwongen tot een vrij belangrijke verhooging van hun abonne mentsprijs. zoodat onze krant nog bljjft een van de meest goedkoope dagbladen van N.-Holland. De weekabonnementen worden van 15 op 17 cent gebracht. De abonnementsprijs van de kwartaalabon nementen in de stad wordt 2.10, die van de abonnementen in de omgeving (Texel, Juliana- dorp, Beezand, Anna Paulowna en Wierin- gen) 2.15. Voor onze postabonné's, die toch reeds door de portokosten een hoogeren prijs moeten betalen, blijft de abonnementsprijs ongewij zigd. Directie Heldersche Courant. Elf-jarige jongen redt met levens gevaar zijn vriendje. Gisterenmorgen tegen twaalf uur liepen 2 jongens over de Mosterdbrug. Een van hen, Henk Kooreman, wonende Oostslootstraat 8, zag dat een verbindingspen tusschen de brug- deelen los zat. De jongen wilde deze pen er in steken en viel toen tusschen de brugleu ning door in het kanaal. De jongen, die niet zwemmen kon, dook onder water en zou ze ker verdronken zij als zijn elfjarig vriendje, Gerrit Walch, 2e Vroonstraat, niet direct zijn jas had uitgetrokken en zijn vriendje was na- gedoken. De kleine Gerrit hield zijn kame raadje boven water, al was hem dat niet ge makkelijk, omdat Henk zich krampachtig aan hem vastgreep. Tal van voorbijgangers bleven staan en een van hen nam de reddinghaak van de brug en stak die aan de beide jongens toe. De jonge drenkeling greep de haak vast en men trachtte hem zoo naar boven te halen. Dat gelukte evenwel niet. Door de schrik en de koude was de jongen zijn bezinning eenigs zins kwijt. Zijn vriendje hield hem echter boven water. Toen besloot men de beide jon gens langzaam naar den kant te trekken. En dat gelukte. De brugwachter haalde ze op. De drenkeling werd bij de fam. v. Brede- rode op de Loodsgracht binnengebracht, waar men hem wat op verhaal bracht en de redder holde met zijn natte kleeren naar huis. Een compliment is hier zeker aan den kleinen Gerrit Wach op zijn plaats, die zoo moedig, met inzet van zijn eigen leven, zijn vriend te hulp kwam. De jon gen heeft de eeremedaille verdiend. Aan het eind van het vorige jaar besloot het hoofdbestuur van de Vaderlandsche Club in Nederlandsch-Indië een inzameling van geld te organiseeren voor de Nederlandsche oorlogsslachtoffers ter zee, te land en in de lucht. Met groote voortvarendheid is aan dit voor name doel gevolg gegeven. Allerwege werd daarbij medewerking ondervonden. De zin snede in den oproep van het-hoofdbestuur van 8 December 1939, luidende: „Landgenooten! Saamhoorigheid tusschen bewoners van ver schillende rijksdeelen -komt nooit nobeler en beter tot uiting dan in den drang tot weder- Zijdsche hulp bij rampen en ongevallen", trof doel. Midden Maart kon een bedrag van niet minder dan 100.000 naar Nederland worden overgemaakt. De verdeeling van deze som Was door het hoofdbestuur opgedragen aan jnr. B. C. de Jonge, oud-gouverneur-generaal Van Nederlandsch-Indië. Zij heeft thans plaats gehad in dezen zin, dat is toegewezen aan: Algemeen Steuncomité 1939 60.000, Nationaal Zeemansfonds 40.000. Nog steeds matrozen, die geen baadje kunnen zien en mili ciens die plotseling ziek worden. Als eerste zaak kwam gistermiddag voor den Zeekrijgsraad, gepresideerd door Mr. Arn. Veldman, voor de matroos 1ste kl. J. M. J. de H., verdacht van diefstal, subs. verduis tering. De H. had op zekeren Decemberdag van het vorige jaar op een kapstok van de bovengang van de Onderzeedienstkazerne een baadje zien hangen, dat hem dusdanig toe lachte, dat hij de lust niet bedwingen kon het in te rekenen. Volgens zijn zeggen was het weliswaar zijn plan het kleedingstuk weer aan den rechtmatigen eigenaar terug te ge ven, doch hierin scholen juist de groote moei lijkheden. Hij liet het baadje namelijk zien aan diverse collega's, maar niemand wist wie de bezitter er van was. En zoo bleef verd. het baadje in zijn bezit houden, totdat het uitlekte, dat het gestolen goed was en De H. door den mand viel. Toen bleek, dat hij zijn eigen stamboeknummer in het baadje gezet had. Mr. Veldman wijst er op, dat het toch een misdrijf is, waaraan verd. zich heeft schul dig gemaakt, hetgeen deze echter niet toe geeft. Hij noemt het „een groote fout". Hij houdt daarbij vol, dat het nooit zijn plan ge weest is het kleedingstuk te stelen. De Fiscaal, de officier van administratie der 1ste kl. mr. D. B. A. Franken, vordert 1 maand gevangenisstraf. Mr. J. Mulder, is het met den Fiscaal eens, als deze de daad als verduistering aanmerkt. Bekijkt men echter de conduite van beklaag de. dan blijkt dat daarin aangegeven staat dat deze niet alleen een goed militair is, doch tevens als eerlijk te boek loopt. Van het gebeurde heeft hij veel spijt, hetgeen pleiter aanleiding is hier een voorwaardelijke straf te vragen. Uitspraak: conform. De dienstweigeraar. Vervolgens diende de zaak tegen den zeemilicien-kustwachter 2e kl. J. J. M., terechtstaande wegens dienstweigering. Op 29 Augustus was M. niet opgeko men op het mobilisatiebevel. Later even wel meldde hij zich in Den Helder aan, doch toen een officier hem gelastte een blauwe laken broek aan te trekken, gaf hij te kennen, dat zulks hem onmogelijk was. Hij weigerde daarna militaire dien sten te verrichten. Mr. Veldman deed tal van pogingen verd. tot het aangeven van zijn motief te brengen, doch slaagde daarin niet. Verdachte zegt noch politieke, noch godsdienstige bezwaren te hebben, doch gedwongen te worden door een zekeren „psychischen weerstand". Toen hij voor zijn nummer in dienst was, jaren geleden, had hij daarvan geen last gehad. Wel toen hij voor herhalingsoefeningen op moest komen. Hij zegt, dat er geen organisatie achter zit, terwijl hij evenmin bang is voor den militai ren dienst of voor een eventueelen oorlog. Hij heeft destijds zijn moeilijkheden met een psychiater besproken, doch wegens gebrek aan geld werd deze behandeling niet ten einde gebracht. De Fiscaal van den Zeekrijgsraad, de officier van administratie der 1ste kl., mr. D. B. A. Franken, acht principieele dienstweigering bewezen, en vordert een gevangenisstraf van 2 jaar, met aftrek van het voorarrest sedert 13 Februari, ontslag uit den dienst met ontzegging weder brj de gewapende macht te mo gen dienen. Als verdediger treedt op mr. J. Mulder, van Den Helder, die er op wijst, hoe moeilijk het is voor dezen man een pleidooi te hou den, aangezien verd. hem gezegd heeft „er best 2 of 2 y2 jaar voor over te hebben". Daarbij is het een vrij hopeloos geval. De vrouw van M. laat daarbij haar man' volko men vrij in deze beslissingen. Overigens kan worden aangenomen, dat het hier iemand betreft, die geestelijk volkomen in de war is, hetgeen als een verzachtende omstandigheid aangemerkt kan worden. Volgens pleiter mag zelfs worden gesproken van verminderde toe rekeningsvatbaarheid. In dit verband zou een psychiatrisch onderzoek z.i. aan te bevelen zijn. De Fiscaal repliceert en ontraadt het voorgestelde psychiatrisch rapport. Vol gens mr. Franken speelt de man comedie en lijdt deze aan geestelijke hoogmoed. Het is iemand, die alles leest, wat los en vast is. Die er literaire en philosophische hobby's op na houdt, en wiens hoofd boordevol geladen is met half en in het geheel niet begrepen zaken. Hij schiep zich een eigen levensfilosofie, maar dat alles is even verward en onbegrepen. Hij hangt echter gaarne een „super geeste lijk iemand" uit. Mr. Franken besluit zijn repliek met de veronderstelling te uiten, dat het geen zin heeft over dezen da- zenden anarchist een psychiatrisch rap port uit te brengen. Na repliek van den verdediger zegt verd. nog, dat h(j geen bezwaar heeft roet een psychiater over zijn moeilijk heden en afwijkingen te spreken. Uitspraak: psychiatrisch rapport zal worden uitgebracht. Met Oudejaarsavond thuis. De zeemilicien-matroos 3e kl. P. de W. diende bij de marine-batterij op Terschelling en ging eind December met periodiek verlof naar huis, en wel naar Workum in Friesland. Hij zegt daar ziek geworden te zijn, zoodat hij vier dagen te laat terugkwam op Ter schelling. Hij had in Workum weliswaar een dokter geraadpleegd, doch die vond niet dat hij hem een bewijs kon geven van ziekte. Mr, .Yeldmaa vindt het (wijs geworden door de ondervinding......) verdacht, dat de man juist aan het einde van het jaar ziek is geworden. Dat is nu al zoo vaak voor gekomen, den laatsten tijd. Ook de Fiscaal vindt het verdacht en vor dert 3 weken gevangenisstraf. Mr. Mulder twijfelt niet zoo aan de mo gelijkheid der ziekte. De man was koortsig en kroop dan ook inderdaad in bed om uit te zieken. Dat de dokter hem, op het moment dat deze bij hem was, niet ziek oordeelde, dat komt meer voor. De conduite noemen verd. ietwat sloom, suffig, en dat is wellicht -het beste bewijs voor de houding van den verd. Pleiter acht het evenwel zeker niet uitgesloten, dat De W. de waarheid spreekt. Uitspraak; 2 weken gevangenisstraf. Twee katers De zeemilicien matroos 2e kl. C. H., diende bij de marine-batterij op Vlieland, maar kreeg begin Januari verlof om naar huis te gaan. Zoo vertrok onze vriend naar Gorkum, alwaar hij besloot de bloemetjes eens goed buiten te zetten. Hij meende den flauwen smaak van de Vlielandsche stranden niet be ter te kunnen wegspoelen dan door een be hoorlijke kwantiteit drank naar binnen te slaan, waarvan echter de consekwenties wa ren, dat hij een enorm stuk in z'n kraag kreeg en, wat men noemt, laveloos, thuis kwam. Des morgens werd hij wakker. Met een nog enormer kater, zoodat van zijn reis terug naar Vlieland, niets kwam. Hij voelde zich doodziek... Later op den dag kikkerde hij wat op, dank zij de goede zorgen zijns moeders, maakte een straatje om, verdaagde weer in een tapgelegenheid enlaafde zich op nieuw met jeugdige wellust aan het edele gerstennat. Met wederom tot gevolg, dat hij alle zor gen des levens vergat en weer met flink „den brom in" bij moeder thuis arriveerde. Enfin... om kort te gaan, het jongemensch (dat ter zitting nog zoo'n boosdoener niet scheen) kwam een paar dagen te laat en heeft daarvan veel berouw. Mr. Veldman zei hij tenminste, dat het hem een tweede maal heusch niet meer zou overkomen, hetgeen de President een even verstandig als geluk kig besluit vond. De Fiscaal zei er niet veel van en vorderde 3 weken gevangenisstraf. Uitspraak; Conform. De losbol. Tenslotte was daar nog de jeugdige zee- milicien-kok 3e kl., J. F., die voor diefstal, in recidive gepleegd, terecht stond. Dienende bij de marinebatterij op Vlieland, had hij op zekeren dag een plunjezak van een collega opengebroken en daaruit een paar schoenen ontvreemd. Hij zat in geldnood (vanwege meisjes, biertjes en andere los bolligheden) en dacht dat hij het schoeisel wel voor een gereeden prijs aan den man zou kunnen brengen. Waarmede hij dan zijn schuld, die al 35 gulden groot was, gedeel telijk zou kunnen liquideeren. Natuurlijk kwam ook deze euveldaad uit. Daarbij bleek, dat het jongemensch al eens eerder een veroordeeling achter den rug had en wel terzake diefstal, waarvoor hij een voorwaardelijke straf met een proeftijd van 3 jaar gekregen had. Deze proeftijd was nog niet teneinde. De Fiscaal vorderde 6 weken gevangenis straf met aftrek van 2 dagen voorarrest. Uitspraak; 7 weken met aftrek, We zouden niet gaarne beweren, dat deze oorlog gevoerd wordt zonder strijd. De talrijke slachtoffers, die in het halve jaar dat de krijg nu duurt reeds zijn ge vallen, zijn een te sprekend bewijs van de droeve gevolgen van dezen wereldwaanzin, maar toch, als men weet welke militaire groot-machten nu reeds maandenlang tegenover elkaar staan, machten die el kaar reeds enorme schade hadden kunnen toebrengen, dan moeten we toch erkennen, dat de oorlog eigenlijk tot op dit oogen- biik gevoerd wordt zonder strijd, zonder inzet althans van het militaire apparaat, dat men in werking zou kunnen stellen. Het blijkt dan toch inderdaad, dat men aan beide zijden van het Kanaal, nog vol doende gezond verstand heeft overgehou den om elkaar niet op de meest onzinnige en onredelijke wijze te vernielen. Wat we tot op dit oogenblik van den oorlog hebben gezien is een poging van Engeland en Frankrijk om den vijand te blokkeeren en van Duitschland om deze blokkade te breken. Daarvoor heeft Duitschland zijn onderzeevloot in werking gesteld. De luchtmacht echter, waarmee men wel geen overwinning zou kun nen bevechten, is practisch voor geen ander doel gebruikt dan verkenning. Per ongeluk hebben eenige Duitsche vliegtuigen vorige week een niet militair doel getroffen aan de Engelsche kust en Engeland heeft daar met een tegenbombardement op geantwoord, ech ter ook met niet anders dan eenige militaire objecten onschadelijk te maken. Van een totalitairen oorlog is, Gode zij dank, nog geen sprake, hoewel het voor jaar nu toch reeds zijn intrede heeft ge daan en men dus zou mogen verwachten, dat de offensieven zouden worden ge opend. Wat kan nu de bedoeling zijn van deze hou ding? We hebben eenige weken geleden eens de aandacht gevestigd op een merkwaardige veronderstelling, n.1. deze, dat Duitschland bezig was, zich volkomen van het Westen te isoleeren en door zijn verbond met Rusland en zoo mogelijk met eenige andere" landen in Z.O. Europa, zich onafhankelijk zou maken van W.-Europa. Daartoe zou Duitschland dan aan het Zuid-Oostelijk front een kring van neutrale staten om zich trekken, terwijl naar het Zuiden Italië zijn vriendschappelijke en beschermende hand zou uitsteken. Het Wes telijk front zou gedekt zijn door de Siegfried- linie, het Noorden door den druk, dien Rus land uitoefent op de Noorsche staten, door zijn overwinning in Finland. Als de veronderstelling, die dezer da gen weer geopperd werd, juist zou z(jn, zou Duitschland op deze wijze de blok kade van Engeland breken. Het zou niet afhankelijk meer zijn van zijn aanvoeren van overzee, doch langs anderen weg vol doende voor zijn levensbehoeften binnen krijgen. Het zou zyn levensruimte hebben uitgebreid (en beperkt!) en de oorlog voering zou geen zin meer hebben. Ge zien het feit, dat ook Engeland niet tot een groot offensief zou overgaan, zou de oorlog dus zyn eigen dood sterven. Dit alles berust op veronderstellingen, maar veronderstellingen, die een grond van waarheid vinden in den huidigen gang van zaken en dus niet tot de onmogelijkheden be- hooren. Daarmee zou dan ook verklaard wor den, waarom het op het eigenlijke oorlogs front zoo rustig blijft. Natuurhistorisch Museum, le Vroontsraat lederen Woensdag van 35 uur. lederen Zaterdag van 710 uur. Bovendien den eersten Zondag van elke maand van 35 uur en den eersten Woens dag van 810 uur. Aquarium Zool Station. Voor het publiek geopend: dagelijks van 912 en van 13.20 17 u. Zaterdags van 912 uur. BIOSCOPEN: Rialto, Spoorstraat, acht uur: „Drie gewiekste schatjes worden groot". Tivoli-Theater, Spoorstraat, acht uur: „De Citadel". Witte Bioscoop, Koningstraat, acht uur: „Schofjes" en „Het Geheim van de On- dergrondsche". Zaterdag 30 Maart. Casino, 8.00 uur: Uitvoering M.S.F. Zondag 31 Maart. Musis Sacrum, 36 uur en 8 uur: „The New Swinging Five. Barometerstand Den Helder: 752.2 Maximum temperatuur lucht: 5.6 Temperatuur 8 uur: 1.4 Wind: richting: N.W.; kracht: 6 Licht op: 6 uur 56 min.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5