Amerika roert de
reclametrom
„Ons is niets
te dol!"
Geldbelegging
Wij lazen voor U
Tuinhoekje
Radioprogramma
Om IojU tWiAcial:
Wat zijn boksers zonder
publiek 1
Belg:ë ontdekt
s p i o n n a g e-z aak
Fransche torpedobootjager
vergaan 1
Strafverzwaring voor
spionnage
Zeeroovers in actie
Gandbi opent geweldlooze
actie
Woestijnzandregen in Florence
EEN STAATSMAN DANKT ZIJN
SUCCES AAN ZIJN SCHOENSMEER
Het ongeschreven devies van alle
groote ondernemingen in Amerika
die reclame maken, schijnt te lui
den: „Ons is niets te dol". De re
clame is veelal zonderling, onge
slaagd en ongepast.
Wie zich onledig houdt met het bestu-
deeren van de advertentierubrieken der
Amerikaansche kranten, die moet wel tot
de droefgeestige conclusie komen dat alle
Amerikanen maaglijders zijn. In duizend
kranten en tijdschriften en op een milli-
oen aanplakbiljetten kan men het lezen, in
de radio hoort men het onophoudelijk. ,.U
ziet er slecht uit; U hebt een slechte spijs
vertering. Daarom enzoovoort. Ook
in Europa wordt voor allerhande middel
tjes niet zonder succes de reclametrom ge
roerd, maar die reclame is vergeleken bij
de Amerikaansche zeer discreet. In Aime-
riko is zij in de eerste plaats luidruchtig.
Uit bed gebeld.
Men hoort bij voorbeeld in de radio plot
seling een kleine sketch. Een jonge moeder
is vertwijfeld. Tot nu toe heeft zij gelukkig
geleefd, thans is zij de wanhoop nabij. Haar
man vermijdt haar; haar eenig kind wendt
zich van haar af. Zij denkt aan zelfmoord.
Dan verschijnt de vertegenwoordiger van
de „Ex lax"-pillen. Hij brengt haar de red
dende pastillen en alles keert ten goede.
Twee maanden later weet men wat „Ex
lax" is. Men leest, den naam overal, men
hoort haar van uur tot uur. Men ziet dien
naam in de bioscopen op het doek, in het
theater op het tooneel, in de ondergrond-
sche en zelfs'in de kerk. Men wordt
des nachts om t uur wakker gemaakt door
de telefoon en een doffe, onherkenbare
stem brult in het toestel: „Ik raad U voor
de laatste maal aan: gebruikt „Ex-lax"
En ten slotte koopt men het product inder
daad, al was het alleen maar om rust te
hebben. Ziedaar de „werking" der Ameri-
kaansche reclame.
Zeep in plaats millioenen
In Europa blijft de reclame in zekeren
zin beperkt en wordt zij binnen zekere
grenzen gehouden. Niet aldus in Amerika,
waar zij onbegrensd is of beter gezegd:
toomeloos. Een Amerikaansch staatsburger
ontvangt bij voorbeeld een schrijven van
een advocaat. Hij moet bij den rechtsge
leerde komen, want het gaat om millioe
nen. Natuurlijk gaat de man er terstond
heen. De advocaat vraagt allereerst zijn
bescheiden, houdt een betoog van minstens
een kwartier dat met de zaak niets uit
staande heeft en zegt dan: „Ik begriip dat
U nooit millionnair zult kunnen worden,
want U gebruikt een zeer slechte zêepsoort
bij het scheren. Neemt U toch voortaan het
eerste-klas-product „X.Y.Z.-zeep" en bin
nen een jaar bent U millionnair". De bur
ger, die van deze truc de dupe is gewon
den, kan kwaad worden of er om lachen,
maar de reclame heeft hem te pakken ge
had en daarom was het begonnen. Afge
zien nog van het feit. dat hij het iedereen
zal vertellen en op die wijze, onbewust, op
nieuw op voortreffelijke wijze reclame
maakt voor de bewuste firma, die daarvoor
althans niets te betalen heeft
Smakeloos.
Dezelfde Amerikaan van de scheerzeep
werd een week later verleid om eens een
kijkje te gaan nemen in een „Methodisten-
kerk". Nauwelijks was hij gaan zitten, of
de geestelijke op den kansel keek hem
strak aan en richtte zich tot zijn verbijste
ring tot hem met de volgende woorden:
„En gij, mijn zoon, durft Gij hier binnen
te treden zonder de „X.Y.Z.-poeder" te
gebruiken?"...
Toen wij niet lang nadat ons deze ee-
sc.hiedenis ter oore kwam een der bedrijfs
leiders van de bewuste, aldus reclamema-
kende firma spraken, merkten wij op dat
wij deze wijze van doen bijzonder smake
loos vonden. Hij keek ons stom verbaasd
aan en antwoordde: „U bent nog niet lang
bij ons in Amerika. Ik kan U slechts een
raad geven, stoor U er niet aan. Koop die
zeep en die poeder .steek het etiket vast
aan Uw hoed en U zult er pleizier van
hebben. Het product is werkelijk prima."
Reclame op de planken.
Men zit in een revue-theater. De hoofd
rolspelers komen met gebogen ruggen van
achter de coulissen te voorschijn. Dan ver
schijnt er een heer met een hoogen hoed
op, wrijft de ruggen van de acteurs met
een zalfje in en verklaart„Ziedaar slechts
een proef met „Marcolized Wax". welke
den mensch jong en frisch houdt". Toen
begon de voorstelling.
Waneer men de Amerikaansche reclame
leest en gelooft, kan men letterlijk alles
thuis leeren. Men toont het voorbeeld van
een Minister Highbury. Deze heer werd
zestig jaar oud en was zoo arm als een rat.
Toen kocht hij de handleiding van de
Kunstschool uit Washington „Hoe wordt
ik kunstenaar?" Thans is hij een der eer
ste kunstenaars van Amerika. Wanneer er
morgen een gepatenteerde han^'^'ding in
New-York verschijnt „Hoe word ik Presi
dent van de Vereenigde Staten", zal geen
Amerikaan zich erover verwonderen.
Schriftelijke cursus voor Oceaan-
vlieger.
De „mooiste" reclame was onlangs te
lezen in de „New Yorker". Daar stond op
een opvallende plaats„U hebt geen titel.
Geen mensch zal naar U omkijken. Schrijft
in op onze officiers-cursus, U behoeft er Uw
huis niet voor te verlaten. Na zes weken
zendt U ons Uw dissertatie en U wordt
kapiteinMen kan eveneens en met het
zelfde gemak thuis schriftelijk oceaan
vlieger worden of uitvinder; men kan in
vier weken hoogleeraar worden aan een
universiteit of wel vreemde landen ont
dekken. In zeven dagen dagen leert men
via „N'ewbury's Methode" prachtig piano
spelen. Op den achtsten dag speelt men
Beethoven's Tweede Symphonie of de
Rhapsodie van Liszt. Men kan zijn leven
verlengen of woestijn-onderzoeker worden;
volgens Sheffiels „eenvoudige en nieuwe"
methode kan men den Noordpool nog eens
ontdekken en na een cursus (natuurlijk
wederom schriftelijk) van ongeveer drie
maanden kan men een succesvol goudgra
ver worden. De organisator van deze cursus
heeft het goud al gevonden, zonder ernaar
te zoeken, want de inschrijvers sturen het
hem thuis.
De Amerikaansche reclame deinst voor
niets terug. Zij huit alles uit. Zij werpt
millioenen op de markt, waarvoor 't noodig
is koopt zij half Amerika en heeft succes.
Een senator zei eens in een speech „Ik
dank mijn succes als staatsman niet aan
mijn capaciteiten, maar aan mijn schoen
smeer, merk
Zooiets is in Europa ondenkbaar. In
Amerika noemt men het origineel
G. H. W.
t door
LOUIS VAN MAREN.
Ik heb Duivers altijd een heel aardigen
kerel gevonden. Maar sinds ik hem een
paar keer een tientje „leende" en vervol
gens nog enkele rijksdaalders, die hij ver
gat terug te geven, zag ik wel een beetje
tegen zijn vrij geregelde bezoeken op. Ik
was dan ook al van plan, bij zijn eerstvol
gende visite, niet thuis te geven, 't Bleef
echter bij dit plan en op zekeren dag
stond hij warempel Weer voor me, dit
maal met een geweldig groot pak onder
zijn arm,
Ik keek een beetje bedenkelijk, streek
eens over mijn kin, maar zei toen
vriendelijk: „Ga zitten, kerel".
Nauwelijks hoorde hij mijn niet onwel
willenden toon, of hij stoomde los. „Je moet
me helpen" was zijn aanloop.
Ik nam een sterke houding aan en zei:
„Hoor eens, je begrijpt
Duivers liet me niet uitspreken. „O, ik
kom niet leenen!" zei hij flink, alsof hij
dat nog nooit gedaan had en hij keek zelfs
een beetje verontwaardigd. „Ik wil je al
leen iets verkoopen, vor een krats. Je hebt
er een reuze-bof aan. Ik ontdoe me van
alles wat ik maar even missen kan. Ja, de
tijden zijn moeilijk. En hier heb ik ('t
stevig bruine papier om 't pak werd los
gemaakt) eenpracht van een doof
pot. Jij houdt van mooie dingen. Ik heb
dadelijk aan je gedacht!"
Dat was natuurlijk erg vriendelijk van
hem en ik voelde dat ik hem min of meer
dankbaar moest zijn. Daarbij, het was een
pracht van een doofpot. Roodkoper met
iets goudachtigs hier en daar en een sier
lijk hengsel. Ik ben dol op die dingen. Ja,
Duivers was toch een echte vriend van
e
„Wat moet't kosten?" vroeg ik niet te
happig. „Omdat jij 't bent, dertig gulden",
zei Duivers bescheiden.
Ik dacht even na. Had ik zoo'n ding
niet wel eens voor ongeveer de helft ge
prijsd geziqn? Dat speelde me door 't
hoofd. Maar ik kon me vergissen.
„Je moet maar denken", moedigde Dui
vers aan, ,,'t is geldbelegging, want voor
dien prijs kun je hem altijd weer kwijt en
al dien tijd heb jij er genot van gehad. En
je helpt mij ermee. „Daar kon ik niet te
gen op. En het koper glansde zoo mooi in
het lamplicht! Wat zou hij staan bij de
haard! Ik kocht het ding dus, betaalde en
Duivers streek grootmoedig zijn dertig
gulden op.
Ik had er geen spijt van. Eiken dag vond
ik mijn pot weer mooier. En met vreugde
keek ik naar mijn geldbelegging.
Ongeveer een week later kom ik langs
een winkel, waar ze allerlei antieke din
gen verkoopen, echt of niet echt, en waar
ik wel eens iets aardigs had gevonden. Ik
bleef staan en keek. En het duurde niet
lang of ik ging naar binnen. Daar liep ik
zoo tegen een doofpot aan. Ook een mooie,
net als de mijne. Ik nam hem nauwkeu
rig op en vroeg naar den prijs.
(Vijftien gulden", kreeg ik te hooren. Ik
dacht aan mijn geldbelegging. Waarom
zou de mijne meer waard zijn? En ik keek
een beetje sip. „Het is toch heusch niet
duur", zei de winkelier, die mijn teleurstel
ling niet begreep.
„Dat lijkt mij ook niet" moest.ik beken
nen. „Maar ik heb al zoo'n ding. „Ja, dan
is het wat anders", gaf hij toe. „Dan hebt
u natuurlijk genoeg. Ofschoonie be
leeft op dat gebied rare dingen. Onlangs,
het zal een dag of vijf geleden zijn, ver
koop ik aan iemand, een kennis van u, ia.
ik heb u wel eens samen zien loopen. hoe
heet hij ook weer? O, ia, meneer Duivers,
verkoop ik aan hem. U zult 't niet willen
gelooven, meneer, drie doofpotten! Nu
vind ik zoo'n pot ook heel mooi. maar wat
je aan drie van die dingen- hebt! Begrijpt
u dat?"
Weer dacht ik even na, en zei toen aar-
zeiend, meer tot mijzelf: „Och ja, hij zal
VRIJDAG 29 MAART 1940.
Hilversum, 1875 en 414.4 m. -
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.S0 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Viool en piano.
10.50 Declamatie.
11.10 VARA-orkest.
12.00 Palladians.
12.45 Berichten ANP, gramofonmuziek.
I.00 AVRO-Amusementaorkeat en aoliat.
2.00 Voor de huisvrouw.
2.10 Viool en piano.
2.40 Causerie „Suomi, het land van helden en
dichters".
3.00 Gramofoonmuziek.
3.30 AVRO-Dansorkest. f
4.00 Gramofoonmuziek met toelichting.
4.305.00 Zang. piano en gramofoonmuziek.
5.05 Voor de kinderen.
5.05 Voor de kinderen.
5.30 Rosian-orkest.
6.00 De Ramblers.
6,30 Letterkundig overzicht.
6.50 Zang en piano.
7.00 „De Vlaamsche Kunststeden", lezing.
7.18 Berichten ANP.
7.30 Toespraak over de FTKA. Hierna: Ber.
8.00 Zang en piano.
8.30 Cyclus „Verworvenheden, die niet ver
loren mogen gaan."
9.00 Radiotooneel.
9.25 Gramofoonmuziek.
9.30 Fragmenten „Boccacclo", operette (opn.)
10.30 Gramofoonmuziek.
10.40 Avondvtjdlng.
II.00 Berichten ANP.
11.10 Jazzmuziek (gr.pl.).
11.40—12.00 Orgelspel.
Algemeen programma, verzorgd door den
KRO.
8.00 Berichten ANP.
8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bjjbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Melodisten en soilst.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
I.10 KRO-orkest en solist
2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek.
3.00 Paul Godwin's orkest.
4.20 „Cavalleria Rusticana", opera (gr.pl.).
5.30 Musiquette.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.15 Musiquette en solist
7.00 Berichten.
7.15 „Negermuziek", causerie.
7.35 Reportage.
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-New Style Artists en Roeoco-octet.
9.30 Radiotooneel.
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Reportage.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Gramofoonmuziek.
10.45 Boyd Bachmann en zijn solisten.
II.1012.00 Gramofoonmuziek.
TWEE LESSEN.
Een „oproerige krabbel" van A.B.K. in
het Volk (s.d.a.p.):
Twee lessen hebben mij de Paaschdagen
gebracht Ten gerieve van wie er zijn voor
deel mee wil doen, worden zij hier ver
teld. En anders even goede vrienden.
Twee dagen geen kranten was he>melsch.
Wat je niet weet, wat je niet deert, niet
waar
Maar die zaligheid werd aanmerkelijk ge
temperd door de nieuwsuitzendingen per
radio.
Natuurlijk kan men daartegen aanvoereij
„had daar dan niet naar geluisterd!"
Maar dit is een nuttelooze misken
ning van ons aller aard. Wij kunnen daar
nu eenmaal niet meer afblijven. Het is een
hartstocht geworden, prompt op tijd die
Jobstijdingen tot zich te nemen, waarvan
de verslaafde zich evenmin meer los kan
maken als van zijn sigaretje of verdoo-
vingsmiddel.
Met dit feit voor oogen, stel ik voor,
met Pinksteren een verder-st rekkende
proef te nemen en dan ook twee dagen
het A.N.P. stop te zetten.
In den namiddag van den eersten dag
zal dan ieder van ons het gevoel hebben
van niet meer te weten wat er in de we
reld gaande is. Wij zullen dan aan de In
dianen des velds gelijk worden, niet lan
ger kennende het verschil tusschen oorlog
en vrede. Dat zullen eerst volmaakte rust
dagen worden
En hier kom ik aan mijn tweede les.
Het verband met de eerste is er zeker ge
weest, maar ik ben het vergeten. Als U
ook de tweede les onder de knie heeft, zal
U de onderlinge samenhang vanzelf wel
helder worden als de dag. Als een dag van
lang geleden, bedoel ik natuurlijk.
Het is volslagen onmogelijk, dat de
Europeesche oorlog zich nog verder uit
breidt. Om de eenvoudige reden, dat er an
ders geen toeziend publiek overblijft, waar
heen men over en weer de waarheidlie
vende zegeverhalen zenden kan.
Wat zijn boksers in een ring. zon
der publiek er omheen? AA"*t zijn
oorlogvoerende partijen op het
krijgstooneel. zonder het publiek in
de zaal Het voornaamste doel
zou volmaakt gemist worden.
Wij neutralen vervullen een onmisbare
functie. Gaan we allemaal het tooneel op,
dan sluit het doek zich vanzelf voor de ge-
luidlooze ondergang van allen.
DEFENSIE EN GROOTE GEZINNEN.
De Maasbode pleit voor verlof aan va
ders met groote gezinnen. Deze categorie
maakt slechts 0,7 van de geheele leger-
behalve mij, nog twee goeie kennissen heb
ben, denk ik".
Voor Duivers ben ik intusschen niet
meer thuis, want naar ik hoor, verkoopt
hij op het oogenblik, al zijn koperen kan
delaars)
HET SNOEIEN VAN ROZEN IN HET
VOORJAAR.
Gedurende den winter hebben we niets aan
de rozen gedaan. In Nov.Dec. zijn de struik
rozen toegedekt en de stamrozen omgebogen
tot de kroon in den grond zat. Ook wordt
deze wel met stroo omwikkeld. De lange
scheuten werden iets ingekort om de plant
geen verwaarloosd voorkomen te geven.
In het laatst van Maart of begin April wor
den ze echter grondig onder handen genomen.
Deze tijd hangt natuurlijk mede af van den
weerstoestand. Verwacht men nog flinke
vorst, dan moet men zich met het snoeien
niet haasten. Het eerste wat men doet is de
lange scheuten, die in den winter voor een
groot gedeelte bevroren zijn, met de snoei-
schaar weg te knippen. Hiermee heeft men al
veel, dat waardeloos is, weggenomen. Nu
wordt de roos in haar geheel bekeken. Voor
een liefhebber is het van belang, dit rustig te
doen. Aan elke roos moet volop tijd worden
gegeven. Wij willen natuurlijk probeeren zoo
veel mogelijk bloemen te krijgen. Allereerst
kunnen de doode takken worden weggenomen.
Die herkent men wel aan aan hun bruine
kleur. Wij nemen ze tot aan den stam geheel
weg. Moeiljjk is dit niet, omdat het hout toch
dood is. Er blijven nog takken genoeg over.
De dunne en onontwikkelde worden eveneens
weggesnoeid. Die kunnen immers geen bloe
men dragen. Is dit gebeurd, dan houden wij
tenslotte alleen forsche takken over. Hun
aantal is gewoonlijk drie tot vijf. Zitten twee
takken dicht bjj elkander, dan is het raad
zaam één van beide weg te nemen. Natuurlijk
zal de zwakste of de tak waar iets aan man
keert daarvoor in aanmerking komen. Zijn
beide takken goed gezond, dan moet de bin
nenste er uit. Daardoor komt er ruimte in de
struik, wat voor den groei en den bloei be
vorderlijk is. Er is dan al een aardige oprui
ming gehouden. Toch is het nog niet klaar.
De overgebleven takken worden sterk inge-
snoeid. Forsche kan men tot op vier of vijf
en minder sterke tot op twee of drie oogen
insnoeien. Men knipt steeds boven een oog
af. Bij voorkeur snoeit men vlak boven een
buitenoog. Dit zijn oogen, die aan den bui
tenkant van den taak zitten. De nieuwe tak
ten groeien dan immers naar plaatsen, waar
ze de ruimte hebben.
Is dit alles gebeurd, dan kan men met
goed hoop de bloeiperiode afwachten. Door al
het overtollige hout weg te nemen, zijn tevens
veel overwinteringsplaatsen verdwenen van
de meeldauwzwam, die 't wit op de rozen ver
oorzaakt. Deze overwintert n.1. tusschen de
knopschubben. Het is dus voor de roos van
groote beteekenis, dat de afgesneden takken
«n takjes worden verbrand.
Men behoeft niet bang te zijn, dat men te
veel heeft afgesneden. Het is immers een feit,
dat de stam- en struikrozen bloeien op het
éénjarige hout. De tak, die zich nu uit een
oog ontwikkelt, zal dus na eenige weken bloe
men dragen. Natuurlijk geven de sterkste
takken ook de mooiste rozen. Snoeien wij op
twee of drie oogen, dan ligt het voor de hand,
dat op elk oog moet worden gerekend. Dit is
alweer een reden, waarom men niet te vroeg
in het voorjaar mag snoeien. Wat hier is aan
gegeven, geldt voor stam- en struikrozen.
Voor klimrozen en wel de kleinbloemige, die
veel worden aangekweekt, is de zaak anders.
Deze bloeien op het tweejarige hout. Men be
handelt ze het beste vlak na den bloei. De
takken met uitgebloeide bloemen kan men
wegsnijden tot men komt bij een sterke, laag
geplaatste loot. Er is dan voor de takken, die
een jaar oud zijn, ook meer ruimte om zich
te ontwikkelen. De tuinliefhebber, die nu
weet, dat de klimroos eerst bloemen draagt
op het tweejarige hout, zal dus wel zoo ver
standig zjjn deze niet tot op den grond af te
snijden. Soms ziet men dit nog doen.
A. v. d. Lijn.
sterkte uit, aldu9 het blad, dat dan ter
illustratie na zijn betoog een brief van een
moeder aanhaalt
„Mijn man is al van April af gemobili
seerd. Ik verwacht de 5e baby. Mijn man is
met ziekteverlof thuis geweest, maar moet
nu weer vertrekken. Als tegen mijn dood
zie ik er tegenaan, dat hij weer weg moet.
Dan zit je alleen met 4 kleintjes, waarvan
de oudste 4 jaar is. Ze zijn bovendien ziek.
Ik vertel U, dat ik soms de wanhoop na
bij ben. Ik was opgelucht, toen ik uw
stuk in de Maasbode las. Ik dacht, er zijn
toch nog menschen, die inzien hoe zwaar
de taak van een vrouw is, alles alleen op
te knappen. Ik zelf heb ook een brief aan
den Minister geschreven".
Daar behoeft niets aan toegevoegd dan
deze wensch, dat de militaire bevelhebbers
den weg zoeken, om in gevallen als deze
snel en afdoende te voorzien. De persoonlij
ke lasten voor de weermacht mogen niet
het leven zelf van de heele gezinnen
eischen, zoolang dit niet absoluut noodig is.
En de waardeering voor de weermacht en
haar leiding zal er door groeien, speciaal
in de gelederen van hen, die een zoo groot
percentage van die weermacht leveren, al
dus de Msb.
BITTERE HERINNERING.
Uit een ingezonden stuk van J. O. te
Amstelveen aan de Haagsche Post nemen
wij het volgende over:
Ruim 35 jaar geleden ging ik op de la
gere school in het dorp IJ, Lijfstraf was er
dagelijksch werk. Reeds in de eerste klas
gaf de meester om de haverklap een rond
je oorvijgen, die aankwamen. Eens sloeg
hij een scheur in mijn oorschelp. Het
bloedde hevig: Ik moest thuis naar zeg
gen, dat ik tegen een hek gevallen was,
en deed het ook. Want mijn vader was
ook van de oude school. En ik had nog een
oor.
In tweede en derde klas werkte een an
dere meester met „bruintje". Dat was een
stevige vierkante stok Boosdoeners moes
ten zelf „bruintje" uit de kast halen, aan
meester overhandigen en dan ging het over
de knie. Als je hard brulde duurde het kort
Een maal bracht ik meester tot wanhoop.
Hij sloeg zich in het zweet, maar er kwam
geen geluid. Toen greep hij mijn hand en
sloeg met den scherpen kant van eenliniaal
op mijn samengeknepen vingertoppen. Hij
won. Ik gilde en mocht weer naar mijn
plaats. Den achtjarige restte slechts een
machtelooze haat.
O, dat willen de tegenwoordige voorstan
ders van lijfstraf natuurlijk niet! Maar
waar is de grens? Juist de onderwijzers,
die de lijfstraf niet kunnen ontberen om de
orde te handhaven, vervallen van kwaad
tot erger.
En is de jeugd werkelijk baldadiger
dan vroeger? Volstrekt niet.
Waarom dan nu terug naar afgedane
methoden? Neen, vooruit naar beter onder
wijs! Veel ruime scholen met veel goed ge
selecteerde, dus ook goed betaalde, onder
wijskrachten, die elk slechts een beperkt
aantal kinderen te onderwijzen en op te
voeden krijgen. Dat bevordert de bescha
ving onder de jeugd en dus onder de ge
heele mensch heid.
Twee echïparen schuldig.
Tegen een vijftal personen is in België een
vervolging ingesteld wegens het verstrekken
van inlichtingen over de landsverdediging
aan het buitenland. Deze inlichtingen wer
den verstrekt door een der verdachten, een
Belg. die op het oogenblik soldaat is. Voor
de doorzending zorgde zijn vrouw en een
Luxemburgsch echtpaar.
Geweldige ontploffing bij het uit
varen.
Vernomen wordt, dat zich Zaterdag JJ.
een ernstige ramp heeft voorgedaan in de
haven van Casablanca aan boord van een
Franschen torpedobootjager, de „Railleuse".
Toen deze bodem ging uitvaren, ontstond
een geweldige ontploffing, tengevolge waar
van het schip onmiddellijk zonk. Een hon-
1 derdtal opvarenden werd gedood of gewond.
EEN COMITÉ OPGERICHT.
£r heeft zich onder leiding van prof dr.
H. Blok te Oegstgeest een comité gevormd
dat naar een aanmerkelijke strafverzwa
ring voor zware lands- en volksverrader-
lijke delicten streeft.
De ernst van deze misdrijven, bezien in,
het licht van onzen tijd en onze interna
tionale situatie, zal volgens de oprichters
de norm behooren te zijn voor de mate,
waarin le, de maximum-straf aanzienlijk
wordt verhoogd, 2e. de nieuwe straf, n.1. de
doodstraf wordt bedreigd.
Japansch schip geënterd.
Japansche oorlogsschepen hebben, naar
het Japansche telegraaf-agentschap meldt,
kunnen verhoeden, dat het vrachtschip
„San Antonio" van de Transatlantic Steam
ship Company (Panama) door Chineesche
zeeroovers werd geplunderd.
Volgens mededeelingen van den kapitein
was het schip aan den grond geloopen,
toen op hetzelfde oogenblik vijf of zes
Chineesche jonken verschenen en met
zwaarden en hellebaarden bewapende roo
vers aan dek klommen. Juist toen de kapi
tein zijn schip reeds wilde overgeven, do
ken in de verte Japansche oorlogsschepen
op, waarop de zeeschuimers hals over kop
de vlucht namen. De Japansche oorlogs
schepen trachten het schip weer vlot te
brengen.
BEROEP OP ALLEN, DIE BEREID ZIJN
GEVANGENISSTRAF TE ONDERGAAN.
In een artikel, dat op 30 Maart verschij
nen zal in zijn blad „Harijan" geeft Gandhi
bevel tot inschrijving in het geheele land
van congresaanhangers, die bereid zijn ge
vangenisstraf te ondergaan. Zij, die zich
laten inschrijven en gevangen worden ge
zet, zullen geen financieelen bijstand kun
nen verwachten, noch voor zichzelve, noch
voor de van hen afhankelijke personen.
Onder de voorwaarden voor de inschrij
ving behooren: aankweeken van den
geest van goeden wil jegens allen, al-
schaffing van de onaanraakbaarheid, regel
matig spinnen als handwerk verricht en-
het gewoonlijk dragen van de eigengeweven
kleedij met uitsluiting van alle vervang-
middelen.
Gandhl's instructies, die uitgelegd wor
den als een eerste stap ter voorbereiding
vaneen of anderen vorm van burgerlijke
ongehoorzaamheid leggen den nadruk op de
noodzakelijkheid van volstrekte geweldloos
heid.
Gandhi schrijft: „Ik zal niet in staat zijn
te strijden, zoolang wij geweld in ons
midden hebben, maar ik zal strijden, wan
neer de voorgestelde lijst met ingeschreve
nen oprecht is. Ik verwacht, dat het All
India Congress Committee commissies voor
lijdelijk verzet zal organiseeren, De geweld
looze actie beteekent de mobilisatie der we
reldopinie te onzen gunste.
Alles met een rood laagje be
dekt.
In Florence is het zeldzame natuurver
schijnsel waargenomen van een zandregen
van roodachtige kleur, welke de bladeren
der boomen, de straten en de vensterruiten
met een dunnen laag bedekte. Dit is fijn
woestijnzand, dat door stormen in de hooge
luchtlagen van grooten afstand is opgejaagd.
Ook in Siena is de zandregen waargenc
men.