Amerika roert de reclametrom „Ons is niets te dol!" Geldbelegging Wij lazen voor U Tuinhoekje Radioprogramma Om IojU tWiAcial: Wat zijn boksers zonder publiek 1 Belg:ë ontdekt s p i o n n a g e-z aak Fransche torpedobootjager vergaan 1 Strafverzwaring voor spionnage Zeeroovers in actie Gandbi opent geweldlooze actie Woestijnzandregen in Florence EEN STAATSMAN DANKT ZIJN SUCCES AAN ZIJN SCHOENSMEER Het ongeschreven devies van alle groote ondernemingen in Amerika die reclame maken, schijnt te lui den: „Ons is niets te dol". De re clame is veelal zonderling, onge slaagd en ongepast. Wie zich onledig houdt met het bestu- deeren van de advertentierubrieken der Amerikaansche kranten, die moet wel tot de droefgeestige conclusie komen dat alle Amerikanen maaglijders zijn. In duizend kranten en tijdschriften en op een milli- oen aanplakbiljetten kan men het lezen, in de radio hoort men het onophoudelijk. ,.U ziet er slecht uit; U hebt een slechte spijs vertering. Daarom enzoovoort. Ook in Europa wordt voor allerhande middel tjes niet zonder succes de reclametrom ge roerd, maar die reclame is vergeleken bij de Amerikaansche zeer discreet. In Aime- riko is zij in de eerste plaats luidruchtig. Uit bed gebeld. Men hoort bij voorbeeld in de radio plot seling een kleine sketch. Een jonge moeder is vertwijfeld. Tot nu toe heeft zij gelukkig geleefd, thans is zij de wanhoop nabij. Haar man vermijdt haar; haar eenig kind wendt zich van haar af. Zij denkt aan zelfmoord. Dan verschijnt de vertegenwoordiger van de „Ex lax"-pillen. Hij brengt haar de red dende pastillen en alles keert ten goede. Twee maanden later weet men wat „Ex lax" is. Men leest, den naam overal, men hoort haar van uur tot uur. Men ziet dien naam in de bioscopen op het doek, in het theater op het tooneel, in de ondergrond- sche en zelfs'in de kerk. Men wordt des nachts om t uur wakker gemaakt door de telefoon en een doffe, onherkenbare stem brult in het toestel: „Ik raad U voor de laatste maal aan: gebruikt „Ex-lax" En ten slotte koopt men het product inder daad, al was het alleen maar om rust te hebben. Ziedaar de „werking" der Ameri- kaansche reclame. Zeep in plaats millioenen In Europa blijft de reclame in zekeren zin beperkt en wordt zij binnen zekere grenzen gehouden. Niet aldus in Amerika, waar zij onbegrensd is of beter gezegd: toomeloos. Een Amerikaansch staatsburger ontvangt bij voorbeeld een schrijven van een advocaat. Hij moet bij den rechtsge leerde komen, want het gaat om millioe nen. Natuurlijk gaat de man er terstond heen. De advocaat vraagt allereerst zijn bescheiden, houdt een betoog van minstens een kwartier dat met de zaak niets uit staande heeft en zegt dan: „Ik begriip dat U nooit millionnair zult kunnen worden, want U gebruikt een zeer slechte zêepsoort bij het scheren. Neemt U toch voortaan het eerste-klas-product „X.Y.Z.-zeep" en bin nen een jaar bent U millionnair". De bur ger, die van deze truc de dupe is gewon den, kan kwaad worden of er om lachen, maar de reclame heeft hem te pakken ge had en daarom was het begonnen. Afge zien nog van het feit. dat hij het iedereen zal vertellen en op die wijze, onbewust, op nieuw op voortreffelijke wijze reclame maakt voor de bewuste firma, die daarvoor althans niets te betalen heeft Smakeloos. Dezelfde Amerikaan van de scheerzeep werd een week later verleid om eens een kijkje te gaan nemen in een „Methodisten- kerk". Nauwelijks was hij gaan zitten, of de geestelijke op den kansel keek hem strak aan en richtte zich tot zijn verbijste ring tot hem met de volgende woorden: „En gij, mijn zoon, durft Gij hier binnen te treden zonder de „X.Y.Z.-poeder" te gebruiken?"... Toen wij niet lang nadat ons deze ee- sc.hiedenis ter oore kwam een der bedrijfs leiders van de bewuste, aldus reclamema- kende firma spraken, merkten wij op dat wij deze wijze van doen bijzonder smake loos vonden. Hij keek ons stom verbaasd aan en antwoordde: „U bent nog niet lang bij ons in Amerika. Ik kan U slechts een raad geven, stoor U er niet aan. Koop die zeep en die poeder .steek het etiket vast aan Uw hoed en U zult er pleizier van hebben. Het product is werkelijk prima." Reclame op de planken. Men zit in een revue-theater. De hoofd rolspelers komen met gebogen ruggen van achter de coulissen te voorschijn. Dan ver schijnt er een heer met een hoogen hoed op, wrijft de ruggen van de acteurs met een zalfje in en verklaart„Ziedaar slechts een proef met „Marcolized Wax". welke den mensch jong en frisch houdt". Toen begon de voorstelling. Waneer men de Amerikaansche reclame leest en gelooft, kan men letterlijk alles thuis leeren. Men toont het voorbeeld van een Minister Highbury. Deze heer werd zestig jaar oud en was zoo arm als een rat. Toen kocht hij de handleiding van de Kunstschool uit Washington „Hoe wordt ik kunstenaar?" Thans is hij een der eer ste kunstenaars van Amerika. Wanneer er morgen een gepatenteerde han^'^'ding in New-York verschijnt „Hoe word ik Presi dent van de Vereenigde Staten", zal geen Amerikaan zich erover verwonderen. Schriftelijke cursus voor Oceaan- vlieger. De „mooiste" reclame was onlangs te lezen in de „New Yorker". Daar stond op een opvallende plaats„U hebt geen titel. Geen mensch zal naar U omkijken. Schrijft in op onze officiers-cursus, U behoeft er Uw huis niet voor te verlaten. Na zes weken zendt U ons Uw dissertatie en U wordt kapiteinMen kan eveneens en met het zelfde gemak thuis schriftelijk oceaan vlieger worden of uitvinder; men kan in vier weken hoogleeraar worden aan een universiteit of wel vreemde landen ont dekken. In zeven dagen dagen leert men via „N'ewbury's Methode" prachtig piano spelen. Op den achtsten dag speelt men Beethoven's Tweede Symphonie of de Rhapsodie van Liszt. Men kan zijn leven verlengen of woestijn-onderzoeker worden; volgens Sheffiels „eenvoudige en nieuwe" methode kan men den Noordpool nog eens ontdekken en na een cursus (natuurlijk wederom schriftelijk) van ongeveer drie maanden kan men een succesvol goudgra ver worden. De organisator van deze cursus heeft het goud al gevonden, zonder ernaar te zoeken, want de inschrijvers sturen het hem thuis. De Amerikaansche reclame deinst voor niets terug. Zij huit alles uit. Zij werpt millioenen op de markt, waarvoor 't noodig is koopt zij half Amerika en heeft succes. Een senator zei eens in een speech „Ik dank mijn succes als staatsman niet aan mijn capaciteiten, maar aan mijn schoen smeer, merk Zooiets is in Europa ondenkbaar. In Amerika noemt men het origineel G. H. W. t door LOUIS VAN MAREN. Ik heb Duivers altijd een heel aardigen kerel gevonden. Maar sinds ik hem een paar keer een tientje „leende" en vervol gens nog enkele rijksdaalders, die hij ver gat terug te geven, zag ik wel een beetje tegen zijn vrij geregelde bezoeken op. Ik was dan ook al van plan, bij zijn eerstvol gende visite, niet thuis te geven, 't Bleef echter bij dit plan en op zekeren dag stond hij warempel Weer voor me, dit maal met een geweldig groot pak onder zijn arm, Ik keek een beetje bedenkelijk, streek eens over mijn kin, maar zei toen vriendelijk: „Ga zitten, kerel". Nauwelijks hoorde hij mijn niet onwel willenden toon, of hij stoomde los. „Je moet me helpen" was zijn aanloop. Ik nam een sterke houding aan en zei: „Hoor eens, je begrijpt Duivers liet me niet uitspreken. „O, ik kom niet leenen!" zei hij flink, alsof hij dat nog nooit gedaan had en hij keek zelfs een beetje verontwaardigd. „Ik wil je al leen iets verkoopen, vor een krats. Je hebt er een reuze-bof aan. Ik ontdoe me van alles wat ik maar even missen kan. Ja, de tijden zijn moeilijk. En hier heb ik ('t stevig bruine papier om 't pak werd los gemaakt) eenpracht van een doof pot. Jij houdt van mooie dingen. Ik heb dadelijk aan je gedacht!" Dat was natuurlijk erg vriendelijk van hem en ik voelde dat ik hem min of meer dankbaar moest zijn. Daarbij, het was een pracht van een doofpot. Roodkoper met iets goudachtigs hier en daar en een sier lijk hengsel. Ik ben dol op die dingen. Ja, Duivers was toch een echte vriend van e „Wat moet't kosten?" vroeg ik niet te happig. „Omdat jij 't bent, dertig gulden", zei Duivers bescheiden. Ik dacht even na. Had ik zoo'n ding niet wel eens voor ongeveer de helft ge prijsd geziqn? Dat speelde me door 't hoofd. Maar ik kon me vergissen. „Je moet maar denken", moedigde Dui vers aan, ,,'t is geldbelegging, want voor dien prijs kun je hem altijd weer kwijt en al dien tijd heb jij er genot van gehad. En je helpt mij ermee. „Daar kon ik niet te gen op. En het koper glansde zoo mooi in het lamplicht! Wat zou hij staan bij de haard! Ik kocht het ding dus, betaalde en Duivers streek grootmoedig zijn dertig gulden op. Ik had er geen spijt van. Eiken dag vond ik mijn pot weer mooier. En met vreugde keek ik naar mijn geldbelegging. Ongeveer een week later kom ik langs een winkel, waar ze allerlei antieke din gen verkoopen, echt of niet echt, en waar ik wel eens iets aardigs had gevonden. Ik bleef staan en keek. En het duurde niet lang of ik ging naar binnen. Daar liep ik zoo tegen een doofpot aan. Ook een mooie, net als de mijne. Ik nam hem nauwkeu rig op en vroeg naar den prijs. (Vijftien gulden", kreeg ik te hooren. Ik dacht aan mijn geldbelegging. Waarom zou de mijne meer waard zijn? En ik keek een beetje sip. „Het is toch heusch niet duur", zei de winkelier, die mijn teleurstel ling niet begreep. „Dat lijkt mij ook niet" moest.ik beken nen. „Maar ik heb al zoo'n ding. „Ja, dan is het wat anders", gaf hij toe. „Dan hebt u natuurlijk genoeg. Ofschoonie be leeft op dat gebied rare dingen. Onlangs, het zal een dag of vijf geleden zijn, ver koop ik aan iemand, een kennis van u, ia. ik heb u wel eens samen zien loopen. hoe heet hij ook weer? O, ia, meneer Duivers, verkoop ik aan hem. U zult 't niet willen gelooven, meneer, drie doofpotten! Nu vind ik zoo'n pot ook heel mooi. maar wat je aan drie van die dingen- hebt! Begrijpt u dat?" Weer dacht ik even na, en zei toen aar- zeiend, meer tot mijzelf: „Och ja, hij zal VRIJDAG 29 MAART 1940. Hilversum, 1875 en 414.4 m. - 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.S0 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Viool en piano. 10.50 Declamatie. 11.10 VARA-orkest. 12.00 Palladians. 12.45 Berichten ANP, gramofonmuziek. I.00 AVRO-Amusementaorkeat en aoliat. 2.00 Voor de huisvrouw. 2.10 Viool en piano. 2.40 Causerie „Suomi, het land van helden en dichters". 3.00 Gramofoonmuziek. 3.30 AVRO-Dansorkest. f 4.00 Gramofoonmuziek met toelichting. 4.305.00 Zang. piano en gramofoonmuziek. 5.05 Voor de kinderen. 5.05 Voor de kinderen. 5.30 Rosian-orkest. 6.00 De Ramblers. 6,30 Letterkundig overzicht. 6.50 Zang en piano. 7.00 „De Vlaamsche Kunststeden", lezing. 7.18 Berichten ANP. 7.30 Toespraak over de FTKA. Hierna: Ber. 8.00 Zang en piano. 8.30 Cyclus „Verworvenheden, die niet ver loren mogen gaan." 9.00 Radiotooneel. 9.25 Gramofoonmuziek. 9.30 Fragmenten „Boccacclo", operette (opn.) 10.30 Gramofoonmuziek. 10.40 Avondvtjdlng. II.00 Berichten ANP. 11.10 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.40—12.00 Orgelspel. Algemeen programma, verzorgd door den KRO. 8.00 Berichten ANP. 8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Bjjbelsche causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Melodisten en soilst. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. I.10 KRO-orkest en solist 2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek. 3.00 Paul Godwin's orkest. 4.20 „Cavalleria Rusticana", opera (gr.pl.). 5.30 Musiquette. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15 Musiquette en solist 7.00 Berichten. 7.15 „Negermuziek", causerie. 7.35 Reportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 KRO-New Style Artists en Roeoco-octet. 9.30 Radiotooneel. 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Reportage. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Gramofoonmuziek. 10.45 Boyd Bachmann en zijn solisten. II.1012.00 Gramofoonmuziek. TWEE LESSEN. Een „oproerige krabbel" van A.B.K. in het Volk (s.d.a.p.): Twee lessen hebben mij de Paaschdagen gebracht Ten gerieve van wie er zijn voor deel mee wil doen, worden zij hier ver teld. En anders even goede vrienden. Twee dagen geen kranten was he>melsch. Wat je niet weet, wat je niet deert, niet waar Maar die zaligheid werd aanmerkelijk ge temperd door de nieuwsuitzendingen per radio. Natuurlijk kan men daartegen aanvoereij „had daar dan niet naar geluisterd!" Maar dit is een nuttelooze misken ning van ons aller aard. Wij kunnen daar nu eenmaal niet meer afblijven. Het is een hartstocht geworden, prompt op tijd die Jobstijdingen tot zich te nemen, waarvan de verslaafde zich evenmin meer los kan maken als van zijn sigaretje of verdoo- vingsmiddel. Met dit feit voor oogen, stel ik voor, met Pinksteren een verder-st rekkende proef te nemen en dan ook twee dagen het A.N.P. stop te zetten. In den namiddag van den eersten dag zal dan ieder van ons het gevoel hebben van niet meer te weten wat er in de we reld gaande is. Wij zullen dan aan de In dianen des velds gelijk worden, niet lan ger kennende het verschil tusschen oorlog en vrede. Dat zullen eerst volmaakte rust dagen worden En hier kom ik aan mijn tweede les. Het verband met de eerste is er zeker ge weest, maar ik ben het vergeten. Als U ook de tweede les onder de knie heeft, zal U de onderlinge samenhang vanzelf wel helder worden als de dag. Als een dag van lang geleden, bedoel ik natuurlijk. Het is volslagen onmogelijk, dat de Europeesche oorlog zich nog verder uit breidt. Om de eenvoudige reden, dat er an ders geen toeziend publiek overblijft, waar heen men over en weer de waarheidlie vende zegeverhalen zenden kan. Wat zijn boksers in een ring. zon der publiek er omheen? AA"*t zijn oorlogvoerende partijen op het krijgstooneel. zonder het publiek in de zaal Het voornaamste doel zou volmaakt gemist worden. Wij neutralen vervullen een onmisbare functie. Gaan we allemaal het tooneel op, dan sluit het doek zich vanzelf voor de ge- luidlooze ondergang van allen. DEFENSIE EN GROOTE GEZINNEN. De Maasbode pleit voor verlof aan va ders met groote gezinnen. Deze categorie maakt slechts 0,7 van de geheele leger- behalve mij, nog twee goeie kennissen heb ben, denk ik". Voor Duivers ben ik intusschen niet meer thuis, want naar ik hoor, verkoopt hij op het oogenblik, al zijn koperen kan delaars) HET SNOEIEN VAN ROZEN IN HET VOORJAAR. Gedurende den winter hebben we niets aan de rozen gedaan. In Nov.Dec. zijn de struik rozen toegedekt en de stamrozen omgebogen tot de kroon in den grond zat. Ook wordt deze wel met stroo omwikkeld. De lange scheuten werden iets ingekort om de plant geen verwaarloosd voorkomen te geven. In het laatst van Maart of begin April wor den ze echter grondig onder handen genomen. Deze tijd hangt natuurlijk mede af van den weerstoestand. Verwacht men nog flinke vorst, dan moet men zich met het snoeien niet haasten. Het eerste wat men doet is de lange scheuten, die in den winter voor een groot gedeelte bevroren zijn, met de snoei- schaar weg te knippen. Hiermee heeft men al veel, dat waardeloos is, weggenomen. Nu wordt de roos in haar geheel bekeken. Voor een liefhebber is het van belang, dit rustig te doen. Aan elke roos moet volop tijd worden gegeven. Wij willen natuurlijk probeeren zoo veel mogelijk bloemen te krijgen. Allereerst kunnen de doode takken worden weggenomen. Die herkent men wel aan aan hun bruine kleur. Wij nemen ze tot aan den stam geheel weg. Moeiljjk is dit niet, omdat het hout toch dood is. Er blijven nog takken genoeg over. De dunne en onontwikkelde worden eveneens weggesnoeid. Die kunnen immers geen bloe men dragen. Is dit gebeurd, dan houden wij tenslotte alleen forsche takken over. Hun aantal is gewoonlijk drie tot vijf. Zitten twee takken dicht bjj elkander, dan is het raad zaam één van beide weg te nemen. Natuurlijk zal de zwakste of de tak waar iets aan man keert daarvoor in aanmerking komen. Zijn beide takken goed gezond, dan moet de bin nenste er uit. Daardoor komt er ruimte in de struik, wat voor den groei en den bloei be vorderlijk is. Er is dan al een aardige oprui ming gehouden. Toch is het nog niet klaar. De overgebleven takken worden sterk inge- snoeid. Forsche kan men tot op vier of vijf en minder sterke tot op twee of drie oogen insnoeien. Men knipt steeds boven een oog af. Bij voorkeur snoeit men vlak boven een buitenoog. Dit zijn oogen, die aan den bui tenkant van den taak zitten. De nieuwe tak ten groeien dan immers naar plaatsen, waar ze de ruimte hebben. Is dit alles gebeurd, dan kan men met goed hoop de bloeiperiode afwachten. Door al het overtollige hout weg te nemen, zijn tevens veel overwinteringsplaatsen verdwenen van de meeldauwzwam, die 't wit op de rozen ver oorzaakt. Deze overwintert n.1. tusschen de knopschubben. Het is dus voor de roos van groote beteekenis, dat de afgesneden takken «n takjes worden verbrand. Men behoeft niet bang te zijn, dat men te veel heeft afgesneden. Het is immers een feit, dat de stam- en struikrozen bloeien op het éénjarige hout. De tak, die zich nu uit een oog ontwikkelt, zal dus na eenige weken bloe men dragen. Natuurlijk geven de sterkste takken ook de mooiste rozen. Snoeien wij op twee of drie oogen, dan ligt het voor de hand, dat op elk oog moet worden gerekend. Dit is alweer een reden, waarom men niet te vroeg in het voorjaar mag snoeien. Wat hier is aan gegeven, geldt voor stam- en struikrozen. Voor klimrozen en wel de kleinbloemige, die veel worden aangekweekt, is de zaak anders. Deze bloeien op het tweejarige hout. Men be handelt ze het beste vlak na den bloei. De takken met uitgebloeide bloemen kan men wegsnijden tot men komt bij een sterke, laag geplaatste loot. Er is dan voor de takken, die een jaar oud zijn, ook meer ruimte om zich te ontwikkelen. De tuinliefhebber, die nu weet, dat de klimroos eerst bloemen draagt op het tweejarige hout, zal dus wel zoo ver standig zjjn deze niet tot op den grond af te snijden. Soms ziet men dit nog doen. A. v. d. Lijn. sterkte uit, aldu9 het blad, dat dan ter illustratie na zijn betoog een brief van een moeder aanhaalt „Mijn man is al van April af gemobili seerd. Ik verwacht de 5e baby. Mijn man is met ziekteverlof thuis geweest, maar moet nu weer vertrekken. Als tegen mijn dood zie ik er tegenaan, dat hij weer weg moet. Dan zit je alleen met 4 kleintjes, waarvan de oudste 4 jaar is. Ze zijn bovendien ziek. Ik vertel U, dat ik soms de wanhoop na bij ben. Ik was opgelucht, toen ik uw stuk in de Maasbode las. Ik dacht, er zijn toch nog menschen, die inzien hoe zwaar de taak van een vrouw is, alles alleen op te knappen. Ik zelf heb ook een brief aan den Minister geschreven". Daar behoeft niets aan toegevoegd dan deze wensch, dat de militaire bevelhebbers den weg zoeken, om in gevallen als deze snel en afdoende te voorzien. De persoonlij ke lasten voor de weermacht mogen niet het leven zelf van de heele gezinnen eischen, zoolang dit niet absoluut noodig is. En de waardeering voor de weermacht en haar leiding zal er door groeien, speciaal in de gelederen van hen, die een zoo groot percentage van die weermacht leveren, al dus de Msb. BITTERE HERINNERING. Uit een ingezonden stuk van J. O. te Amstelveen aan de Haagsche Post nemen wij het volgende over: Ruim 35 jaar geleden ging ik op de la gere school in het dorp IJ, Lijfstraf was er dagelijksch werk. Reeds in de eerste klas gaf de meester om de haverklap een rond je oorvijgen, die aankwamen. Eens sloeg hij een scheur in mijn oorschelp. Het bloedde hevig: Ik moest thuis naar zeg gen, dat ik tegen een hek gevallen was, en deed het ook. Want mijn vader was ook van de oude school. En ik had nog een oor. In tweede en derde klas werkte een an dere meester met „bruintje". Dat was een stevige vierkante stok Boosdoeners moes ten zelf „bruintje" uit de kast halen, aan meester overhandigen en dan ging het over de knie. Als je hard brulde duurde het kort Een maal bracht ik meester tot wanhoop. Hij sloeg zich in het zweet, maar er kwam geen geluid. Toen greep hij mijn hand en sloeg met den scherpen kant van eenliniaal op mijn samengeknepen vingertoppen. Hij won. Ik gilde en mocht weer naar mijn plaats. Den achtjarige restte slechts een machtelooze haat. O, dat willen de tegenwoordige voorstan ders van lijfstraf natuurlijk niet! Maar waar is de grens? Juist de onderwijzers, die de lijfstraf niet kunnen ontberen om de orde te handhaven, vervallen van kwaad tot erger. En is de jeugd werkelijk baldadiger dan vroeger? Volstrekt niet. Waarom dan nu terug naar afgedane methoden? Neen, vooruit naar beter onder wijs! Veel ruime scholen met veel goed ge selecteerde, dus ook goed betaalde, onder wijskrachten, die elk slechts een beperkt aantal kinderen te onderwijzen en op te voeden krijgen. Dat bevordert de bescha ving onder de jeugd en dus onder de ge heele mensch heid. Twee echïparen schuldig. Tegen een vijftal personen is in België een vervolging ingesteld wegens het verstrekken van inlichtingen over de landsverdediging aan het buitenland. Deze inlichtingen wer den verstrekt door een der verdachten, een Belg. die op het oogenblik soldaat is. Voor de doorzending zorgde zijn vrouw en een Luxemburgsch echtpaar. Geweldige ontploffing bij het uit varen. Vernomen wordt, dat zich Zaterdag JJ. een ernstige ramp heeft voorgedaan in de haven van Casablanca aan boord van een Franschen torpedobootjager, de „Railleuse". Toen deze bodem ging uitvaren, ontstond een geweldige ontploffing, tengevolge waar van het schip onmiddellijk zonk. Een hon- 1 derdtal opvarenden werd gedood of gewond. EEN COMITÉ OPGERICHT. £r heeft zich onder leiding van prof dr. H. Blok te Oegstgeest een comité gevormd dat naar een aanmerkelijke strafverzwa ring voor zware lands- en volksverrader- lijke delicten streeft. De ernst van deze misdrijven, bezien in, het licht van onzen tijd en onze interna tionale situatie, zal volgens de oprichters de norm behooren te zijn voor de mate, waarin le, de maximum-straf aanzienlijk wordt verhoogd, 2e. de nieuwe straf, n.1. de doodstraf wordt bedreigd. Japansch schip geënterd. Japansche oorlogsschepen hebben, naar het Japansche telegraaf-agentschap meldt, kunnen verhoeden, dat het vrachtschip „San Antonio" van de Transatlantic Steam ship Company (Panama) door Chineesche zeeroovers werd geplunderd. Volgens mededeelingen van den kapitein was het schip aan den grond geloopen, toen op hetzelfde oogenblik vijf of zes Chineesche jonken verschenen en met zwaarden en hellebaarden bewapende roo vers aan dek klommen. Juist toen de kapi tein zijn schip reeds wilde overgeven, do ken in de verte Japansche oorlogsschepen op, waarop de zeeschuimers hals over kop de vlucht namen. De Japansche oorlogs schepen trachten het schip weer vlot te brengen. BEROEP OP ALLEN, DIE BEREID ZIJN GEVANGENISSTRAF TE ONDERGAAN. In een artikel, dat op 30 Maart verschij nen zal in zijn blad „Harijan" geeft Gandhi bevel tot inschrijving in het geheele land van congresaanhangers, die bereid zijn ge vangenisstraf te ondergaan. Zij, die zich laten inschrijven en gevangen worden ge zet, zullen geen financieelen bijstand kun nen verwachten, noch voor zichzelve, noch voor de van hen afhankelijke personen. Onder de voorwaarden voor de inschrij ving behooren: aankweeken van den geest van goeden wil jegens allen, al- schaffing van de onaanraakbaarheid, regel matig spinnen als handwerk verricht en- het gewoonlijk dragen van de eigengeweven kleedij met uitsluiting van alle vervang- middelen. Gandhl's instructies, die uitgelegd wor den als een eerste stap ter voorbereiding vaneen of anderen vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid leggen den nadruk op de noodzakelijkheid van volstrekte geweldloos heid. Gandhi schrijft: „Ik zal niet in staat zijn te strijden, zoolang wij geweld in ons midden hebben, maar ik zal strijden, wan neer de voorgestelde lijst met ingeschreve nen oprecht is. Ik verwacht, dat het All India Congress Committee commissies voor lijdelijk verzet zal organiseeren, De geweld looze actie beteekent de mobilisatie der we reldopinie te onzen gunste. Alles met een rood laagje be dekt. In Florence is het zeldzame natuurver schijnsel waargenomen van een zandregen van roodachtige kleur, welke de bladeren der boomen, de straten en de vensterruiten met een dunnen laag bedekte. Dit is fijn woestijnzand, dat door stormen in de hooge luchtlagen van grooten afstand is opgejaagd. Ook in Siena is de zandregen waargenc men.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6