Humor in dc Rechtspraak
Salomo blokkeerde het
der Koningin
van Sjeba
RADIO
Wij lazen voor II
Weinig toekomstmuziek
in diamanthandel
PROGRAMMA
S O®*-
Ü2 lijkverbranding niet moreel te laken
Een bandelsoorlog in de
Bijbelsche oudheid
Diamanten lokten...
Chamberlain's rede:
GRILLEN VAN AMERIKAANSCHE
JURISTEN. EN VAN HUN NE-
DERLANDSCHE COLLEGA'S.
De voorstelling, die den leek zich ge
woonlijk over den jurist maakt, is niet zeer
vleiend. Een rechtsgeleerde behoort uit
gedroogd, dor, onvriendelijk, streng en
nuchter te zijn. De leden van de balie ko
men er wel eens beter af: een advocaat
kan om zijn „handigheid" getapt zijn en
dit is typisch: hoe meer de advocaat zich
inlaat met wat de leek „kwade zaakjes
noemt, des te meer is hij getapt.
Maar de leden van de rechterlijke macht
kunnen niet op dergelijke gunstige omstan
digheden wijzen. Zij zijn de wrekers van
het onrecht, goed, maar zij zijn ook de
menschen, die de puntjes op de i zetten,
die zedepreeken houden, die gevangenis
straffen hitdeelen en boeten opleggen. Zij
kunnen dus niet voor „vlot" doorgaan en
het lijkt onmogelijk, dat men uit den edel-
achtbaren mond eens een hartelijken lach
zou kunnen vernemen.
En toch deze rechters bereiden ons
soms zooveel oprechte vreugde door de aar
dige argumentatie van hun vonnissen, of
door hun verblijdende vonnissen zelf.
IEDER VOGELTJE ZINGT
ZOOALS HET GEBEKT IS.
Wij hebben hier niet het oog op de spe
ciale taal der vonnissen. Ook die taal op
zichzelf is anders wel een beschouwing
waard. Neemt U bijvoorbeeld eens den zin:
zelfs al zou verdachte op dat uur zich
daar en daar bevonden hebben hetgeen
de rechtbank niet aanneemt Een
rechter, die zichzelf respecteert, zal zich
niet van die alledaagsche taal bedienen,
maar schrijven en zeggen: „Zelfs al zou
verdachte op dat uur zich daar en daar
bevonden hebben desneen
Men mag het aanstellerig. verwaand,
conservatief vinden: er gaat toch een zekere
bekoring van uit, van zoo'n eigen taal van
het recht. Als u de woorden „requisitoir",
„ohligator" e.d. in druk ziet staan, meent
U het aan Uw opvoeding verplicht te zijn,
ze uit te spreken als „rekwisitiwaar", ohli-
gatwaar". Maar probeert II dat eens tegen
over een jurist! Hij zal U medelijdend en
wellicht met een lichten weemoed aankij
ken. Want al sedert eeuwen behooren die
woorden te worden uitgesproken als „re
kwisitoor" en „obligatoor". Wandelt U met
een rechtsgeleerde in de Leidschestraat te
Amsterdam op den rijweg, dan zal hij U
aanmanen, op het „trottoor" te gaan loonen
en bij het afscheidnemen zal hij U harte
lijk toevoegen: „Au revoor!"
EEN BLOEMLEZING.
Maar om tot ons uitgangspunt terug te
keeren een Amerikaansch jurist heeft
de meest typische vonnissen van de ge
rechten in zijn land verzameld. Wij laten
er hier eenige volgen.
„Whiskev als genotmiddel" verklaarde n
rechter, die zeer vijandig tegenover den al
cohol stond, „is bij decreet van de open
bare meening in quarantaine verklaard,
ongeveer zooals pokken, lepra, cholera, en
moet derhalve verre gehouden worden.
Whiskev is een uitgeworpene, een verachte,
een Czolgosiz onder de handelswaren.
(Gzolgosz heeft in '01 president MacKinlev
vermoord!!
Tn den staat Noord-Carolina ontspon zich
een discussie over de vraag, of in de wet
boeken de geit onder „vee" werd begrepen.
De rechter besliste in bevestigenden zin
met beroep op de Heilige Schrift, waar het
woord „vee" meestal ook voor geit wordt
gebruikt, zoo bijvoorbeeld in de overeen
komst tusschen Laban en Jacob.
Uit een vonnis van de rechtbank in den
staat Mississippi: „Wanneer verdachte in
een woordenwisseling een ander toevoegt:
Loop naar de dan heeft hij zich niet
schuldig gemaakt aan een profane vervloe
king.
Veeleer heeft hij een onvriendelijke uit-
noodiging uitgesproken en de ander was in
EERST MOET ER WEER
OORLOGSWINST KOMEN.
In de gisterochtend aangevangen twee-
jaarlijksche vergadering van den bonds
raad van den Algemeenen Nederlandschen
Diamantbewerkers Bond, welke eenige da
gen zal duren, heeft de voorzitter van den
A.N.D.B., dr. Henri Polak, een overzicht
gegeven van den toestand der diamant
nijverheid.
Spr. herinnerde aan het jaar 1914, toen
bij het uitbreken van den wereldoorlog een
totale stilstand in de diamantindustrie in
trad. Deze duurde tot 1915, toen er weer
op ruime schaal werd gewerkt en het loon
peil steeg, waarbij in 1919 het hoogtepunt
bereikt werd. Thans is de toestand geheel
anders. De oorlog van 1939 bracht aanvan
kelijk een geringe werkloosheid met zich
mede, doch weldra trad een licht herstel
in, zoodat een paar weken geleden meer
dan twee duizend werklieden aan den ar
beid waren, hetgeen in langen tijd niet bet
geval geweest is. Door de ongunstige ont
wikkeling der geslepen markt deed zich
kort geleden een terugslag voor. Een ver
gelijking met den vorigen oorlog valt thans
niet te maken. De groote bloei der diamant
industrie was toen voornamelijk te danken
aan oorlogswinsten; de levendigheid van
thans beperkt zich slechts tot de kleinere
soorten.
Door de algemeene versobering in Ame
rika geraakten kostbare versierselen op
den achtergrond.
De uitgaven voor diamant blijven daar
door ver bij die voor andere weeldezaken
als oceaanreizen, automobielen, radio en
bontkleeren ten achter. Een herstel van
grooten omvang der diamanindustrie is
daarom niet te verwachten,
het geheel niet verplicht, aan die uitnoodi-
ging gehoor te geven".
Een vonnis van het gerecht te New York
stelt vast: „Het wettig en overtuigend be
wijs is geleverd, dat verdachte een levende
rat en later een muis heeft verslonden,
maar dit behoeft niet te getuigen van
krankzinnigheid, doch slechts van den te
laken hartstocht, die verdachte voor het
eten van ratten en muizen heeft."
WAT EEN „VEER" IS.
Zoo ver de grillen uit de rechtspraak van
„den overkant" van den Oceaan. Maar ook
in ons eigen land hebben de heeren voor
eenige opvroolijkende litteratuur gezorgd.
Veimakelijk zijn bijvoorbeeld de grillen
van een plaatsvervangend kantonrechter,
die in de noodzakelijkheid kwam te ver-
keeren, een definitie te geven van een
pontveer en die zich op de volgende wijze
van zijn taak kweet: „Een veer is als men
aan den overkant staat en belt."
Ter verontschuldiging van de rechterlij
ke macht zij met nadruk vermeld, dat het
plaatsvervangend kantongerechtschap de
eenige rechterlijke functie is, die ook kan
worden bezet door personen, die den titel
van meester in de rechten niet bezitten.
Want een meester in de rechten zou tegen
deze definitie onmiddellijk aanvoeren,, dat
een veer ook „is', als men aan dezen kant
staat en belt, of als men aan dezen kant
staat en nietbelt, of als men aan den over
kant staat en niet belt, of zelfs als men in
het geheel niet in de buurt is! En verder
zou hij ongetwijfeld betoogen, dat ,het",
wanneer men aan den overkant staat en
belt, even goed een lantaarnpaal of de
burgemeester kan zijn.
JURIDISCH WONDER.
Aan een overmaat van logica leed de
kantonrechter, die schuldig is aan het vol
gende juridische wonder
Een dame, die een mantel had laten ma
ken, beklaagde zich. bij den leverancier er
over, dat de mantel onder den arm knelde.
Deze leverancier weigerde echter, een ver
andering aan te brengen, waarna de dame
een eisch tot schadevergoeding instelde .De
rechter, aan wiens jurisdictie het geschil
werd onderworpen, maakte dit gedenkwaar
dige vonnis:
„De kantonrechter, overwegende, dat in
de dagvaarding wordt aangevoerd, dat de
armsgaten van den gekochten en geleverden
mantel knellen,, Overwegende verder, dat
een armsgat is een gat, dat een gat is een
ledige ruimte, dat een ledige ruimte niet
kan knellen,
Rechtdoende, ontzegt den eisch enz. enz."
Uit welke voorbeelden blijkt, dat de leek
den jurist onrecht doet, wanneer hij be
weert, dat de rechtgeleerde ons geen vreug
de kan bereiden!
Een der kleurrijkste tafereelen in den
bijbel is het verhaal van het bezoek der
koningin van Sjeba aan koning Salomo,
zooals ons dat in 1 Kron. 10. 1—13 (2 Kron.
9, 112, wordt verteld, aldus het Algem.
Hbld. Deze vorstin kwam Salomo met
moeilijke vragen op de proef stellen en
bracht daarbij vorstelijke geschenken me
de. (Vers 2: „met kemelen, dragende spe
cerijen en zeer veel jjouds en kostelijk ge
steente" en vers 10:
,En zij gaf den koning honderd
en twintig talenten gouds en zeer
veel specerijen en kostelijk ge
steente; als deze specerij, die de
koningin van Sjeba den koning Sa
lomo gaf, is er nooit meer in me
nigte gekomen"). Dus schijnt het,
dat er een commercieele onder
grond aan dit bezoek ten grond
slag lag.
In de „Palestine Exploration Quaterly",
een Engelsch archaeologisch tijdschrift,
zoekt een medewerker, dr. Steward Perow-
ne, dit verschijnsel te verklaren. Het rijk
Sjeba lag in Zuid-Arabië. ongeveer in het
tegenwoordige Yemen. Sjeba wordt in Ge-
nes. 10, 28 een zoon van Joktan en een
broeder van Hazarmaveth genoemd. Deze
laatste eigennaam is het Hebreeuwscne
aequivalent van Hadramaut, de nog heden
in zwang zijnde benaming van de gehee-
le Zuidkust van Arabië, zoodat ook dit een
aanwijzing is voor de Zuidelijke ligging
van Sjeba. De plaatsen in het Oude Tes'a-
ment, waarin over de bewoners van dit
land wordt gesproken, getuigen van hun
rijkdom, b.v. Jes, 60, 6: „Een zwerm ka-
meelen zal u overdekken, dromedarissen
van Midian en Efa; uit Sjeba komen zij
allen, goud en wierook brengende" (Leid-
sche vertaling), Jerem. 6, 20: „Waartoe
toch dient mij de wierook, die uit Sjeba
komt en Ezech. 27, 22: „De kooülieden
van Sjeba en Raëma waren uw kooplie
den, de keur van allerlei balsem en edel
gesteente, alsmede goud, leverden zij voor
uw goederenstapel". Men behoeft zich hier
over niet te verwonderen, indien men in
aanmerking neemt, dat door hun land een
der belangrijkste handelswegen der Oude
Wereld liep, waarlangs niet alleen de kost
bare reukwerken van Zuid-Arabië. maar
ook de voortbrengselen van Indië en zelfs
van China, naar de landen om de Middel-
landsche Zee werden vervoerd.
Koning Salomo van Israël nu bedreigde
dit monopolie. Hij verbond zich met Egyp
te (1 Kon. 3, 1) en met Hiram. koning van
Tyrus (5, 1), hetgeen reeds Sjeba's belan
gen benadeelde, want Tyrus had een be
langrijk aandeel in den Zuid-Arabischen
handel, en ook de weg naar Gaza en Egvp-
te werd door Salomo's ..blok" versperd. Nu
kon de handel langs de zeeroute door de
Roode Zee worden gehandhaafd hoezeer de
Arabieren ook aan het vervoer per kameel
gewend waren; dan zou de Noordelijke ha
ven daarvoor el-Akba, het oude Ezeon-Ge-
ber. zijn geweest, waar men inderdaad on
langs bewijzen van handel met Zuid-Ara
bië uit den tijd van omstreeks een eeuw
na Salomo heeft gevonden. Maar toen Sa
lomo hier zijn vloot stationneerde (I Kon.
9 26: „De koning Salomo maakte ook sche
pen te Ezeon-Geber"), was ook de zeeweg
geblokkeerd. Salomo haalde nu zelf goud
uit Ofir, d.i. Zuid-Arabië (vers 28).
Het is dus hoogstwaarschijnlijk,
dat de tocht der koningin van
Sjeba, waarbij zij zulke rijke voor
raden als „geschenk" meevoerde
een verdere strekking had. dan al
leen de bevrediging van haar
nieuwsgierigheid: commercieele on
derhandelingen. De belangrijkheid
hiervan zal deze episode in den
bijbel hebben doen boekstaven.
Dat deze overeenkomst op de betaling
van cijns berustte, kan men uit 2 Kron
9, 4 opmaken: „Ook brachten alle konin
gen van Arabië en de vorsten van deszel-
ven lands goud en zilver aan Salomo". Dit
duurde ongeveer een eeuw; toen waren de
Joden door scheuring en het opdringen
van hun buren in het Noorden en Oosten
verzwakt, waarvan Sjeba dan ook gebruik
maakte, vgl. 2 Kron. 21, 16 en 17: Zoo ver
wekte de Heere tegen Joram den geest
der Filistijnen en der Arabieren, die aan
de zijde der Mooren zijn. Die togen op in
Juda en braken daarin en voerden alle
have weg, die in bet huis des Konings ge
vonden werd". Toen werd ook weer de
verbinding met Tvrus hersteld (het reeds
geciteerde Ezech. 27, 22 noemt Sjeba een
handelsbetrekking van Tyrus, evenals
Eden, d.i. het tegenwoordige Aden).
Later, in de vijfde eeuw v. C„ verspreid
de zich de roem van Zuid-Arabië over
Griekenland, Herodotus (3, 107) zegt, dat
alleen daar wierook gewonnen wordt, die
door de Phoeniciërs naar Griekenland
komt. En Euripides noemt (in het begin
van de Bacchae) Arabië „eudaimoon", een
bijnaam, die in zijn Latijnschen vorm
Arabia Felix eeuwenlang op het land
zou worden toegepast.
De Haagsche politie heeft een 19-jarige
dienstbode gearresteerd, die in de van Os-
tadestraat woont en in de van Boetzelaer-
laan in betrekking was. In haar betrekking
zou zijn een paar diamanten oorknoppen,
ter waarde van 350 gulden, hebben gesto
len. Bij haar aanhouding vond de politie
de vermiste oorknoppen in den bovenzak
van den mantel, die het meisje droeg.
Voorloopig wordt zij op het politiebureau
gehouden.
ELKE ACTIE ZAL DUITSCHLAND
PROMPT BEANTWOORDEN.
De door Chamberlain gehouden rede,
waarin hij verscherping van den economi-
schen oorlog aankondigde, wordt door de
Duitsche pers in het kort besproken.
Als antwoord op den eersten oorlogsraad
met Reynaud, schrijft de „Deutsche Allge-
meine Zeitung", kunnen wij slechts vast
stellen, dat wij elke vijandelijke actie even
prompt en nadrukkelijk zullen beantwoor
den.
De „Berliner Boersenzeitung" wijst er op,
dat Chamberlain onder de grondstoffen, wel
ke aan Duitschland dienen te worden ont
houden, ook het vet noemde, waarmede hij
opnieuw bevestigt, dat de blokkade van
Duitschland bedoeld is als een hongerblok-
kade. Alleen daardoor reeds ontnemen En
geland en Frankrijk zich de mogelijkheid,
de voorgenomen actie tegen de neutralen
met een schijn van recht te omkleeden.
DE ZWEEDSCHE EN
NOORSCHE PERS
is van oordeel, dat de rede niet zoo drei
gend tegen de neutralen was, als men had
verwacht.
Wanneer Chamberlain echter verlangde,
op straffe van beperking of zelfs stopzet
ting van hun invoer uit het Britsche rijk,
dat de neutralen hun uitvoer naar Duitsch
land beperken, dan beteekent dit, aldus het
blad, het uitoefenon van krachtigen en drei
genden druk.
Een Zweedsch blad herinnert aan de be
zorgdheid van Nederland, dat een gehoor
geven aan de Engelsche cischen zou neer
komen op een bijschaven van de neutrali
teit jegens Duitschland, en vervolgt: de
Nederlandsche opvatting is ook die van de
andere buren van Duitschland. Wij moeten
ons allen er op voorbereiden, van de zijde
der oorlogvoerenden blootgesteld te worden
aan druk, die grooter is dan ooit. Doch het
is niet de moeite waard, ons te beklagen,
want de toestand is zoodanig geworden,
dat de oorlogvoerenden de neutraliteit zoo
uitleggen, dat deze uitsluitend verplichtin
gen en geen rechten meebrengt. Wat de
neutrale landen het beste kunnen doen, is
zich te vereenigen in nauwere samenwer
king.
De Fransche pers ziet in de rede
slechts een waarschuwing.
Alle Fransche bladen wijzen er op, dat
de rede van Chamberlain niet een dreige
ment aan de neutralen is, doch een waar
schuwing aan de neutralen, dat de ver
scherping van de blokkade doorgaat en dat
Duitschland hiervoor zal moeten buigen.
Chamberlain legde er den nadruk op, dat
de gealllieerden een wapen bezitten, dat
Duitschland niet heeft. Dit wapen heet
„koopen", want Frankrijk en Engeland
kunnen dank zij hun gezonde valuta alle
grondstoffen koopen, terwijl het Duitsche
devies, dat geen ruilwaarde bezit, onbe
twist in de minderheid is tegenover het
sterling-franc-dollarblok.
VRIJDAG 5 APRIL 1940.
Hilversum I. 1875 en 414,4 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Berichten ANP.
wenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11 20 Zang met pianobegeleiding en gramo-
foonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.30 Ber. ANP)
12.45 Toespraak.
I.00 Quintolia en gramofoonmuziek.
2.30 Christ. lectuur.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.45 Kamermuziek en gramofoonmuziek.
5 005.55 Declamatie en gramofoonmuz'ek.
6.30 Tuinbouwcauserie.
7.00 Berichten.
7.15 Letterkundige causerie.
7.45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, internationaal overzicht,
herhaling SOS-Berichten.
8.25 De Arnhemsche Muziekkring.
9.10 Causerie „Luchtbescherming voor het
vee".
9.40 Actueel halfuur.
10.10 Berichten ANP.
10.15 Orgelconcert.
II.00 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum n. 301,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA,
10.20 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonmuziek.
11.00 Declamatie.
11.20 Orgelspel.
12.00 De Palladians.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
I.00 AVRO-Amusementsorkest en soliste.
2.00 Voor de huisvrouw.
2.10 Het Oost-Nederlandsche strijkkwartet en
gramofoonmuziek.
3.00 Declamatie en gramofoonmuziek.
3.30 AVRO-Dansorkest.
4.00 Gramofoonmuziek met toelichting.
4.30 Orgelspel.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Rosian-orkest.
6.30 „Beeldende kunst", causerie.
6.50 Zang met pianobegeleiding.
7.00 Cyclus „Het beginselprogramma der
S.D.A.P."
7.18 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Jeugdhalfuur.
8.00 Pianovoordracht.
8.30 Cyclus „Verworvenheden, die niet ver,
loren mogen gaan".
9.00 Radiotooneel.
9.25 De Ramblers.
9.50 Hobo en piano.
10.00 VARA-orkest en solisten.
10.40 Avondwijding.
II.00 Berichten ANP.
11.10 Jazzmuziek (gr.pl.).
11-4012.00 Gramofoonmuziek.
De Nederlander (C.H.)
wijdt een hoofdartikel aan
het wetsontwerp tot wijziging
van de begrafeniswet, waar
uit een verdraagzaam geluid
klinkt uit dit rechtsche
kamp.
Het blad zegt dat onder
christenen een verbreide
overtuiging heerschti, dat
lijkverbranding moet worden
afgewezen. Ter verdediging
van deze overtuiging zijn
tal van argumenten aange
voerd, welke bij toetsing niet
kunnen worden gehandhaafd.
Men heeft gezegd, dat deze
handelwijze zou zijn in strijd
met den eisch van Gods
Woord. Er is daarvoor ech
ter nimmer een meer steek
houdende grond genoemd
dan dat de begrafenis in
den Bijbel als het gebruike
lijke wordt verondersteld.
Men heeft gesteld, dat het
geloof in de wederopstan
ding des vleesches haar zou
verbieden in dien zin, dat
ons ontzielde lichaam tot
den dag der wederkomst
van Christus ongerept zou
moeten worden bewaard. Er
is geen theoloog, die het
thans nog voor deze gedach-
zou opnemen.
Men heeft een argument
ontleend aan de schepping
van den mensch naar Gods
beeld. Terecht is er daarte
genover op gewezen, dat
deze eerbied geldt het li
chaam als instrument der
ziel, niet het stoffelijk over
schot.
Ok na overweging van
hetgeen verder over deze
zaak is te berde gebracht,
meenen wij te mogen zeg
gen, dat op dit stuk van
bepaalde Goddelijke normen
geen sprake is. Het is stellig
niet zoo, dat het verbranden
van lijken uit zedelijk oog
punt zou moeten worden ver
oordeeld. Wij moeten, ook
al zouden wij zelf de ver
branding niet wenschen, hen,
die daartoe overgaan, niet
beschouwen als menschen,
die iets doen wat moreel
valt te laken. Wij kunnen
bij die overweging van de te
genstelling lijkverbranding-
begraving uitsluitend vast
stellen, dat de eerste is
voortgekomen uit een heiden-
sche, de tweede uit de Chris
telijke traditie.
Na het verbod van crema
tie aan kinderen beneden
1 IS jaar indien, zij behooren
tot 'n kerkgenootschap dat er
bezwaar tegen heeft als on-
Protestant te hebben becriti-
seerd zegt het rechtsche blad:
Wij voor ons blijven aan
de christelijke traditie ge
hecht. Er ligt in de behande
ling van onze dooden een
diepe symboliek. In de lijk
verbranding zien wij de ge
dachte verzinnebeeld, dat het
met den mensch uit is.
Begraven, daarentegen, is
voor ons meer dan het weg
bergen van een lijk. Dr. J.
Hoek ontvouwde de zinne
beeldige beteekenis in de
volgende zinsneden: „Het is
voor ons in symbolischen
vorm een zaaien, het zaaien
van het lichaam der verder
felijkheid, opdat het straks
bij Christus' wederkomst zal
gevolgd worden door de op
wekking in onverderfelijk
heid. Het lichaam wordt
gezaaid in oneer, het wordt
opgewekt in heerlijkheid".
Als voor deelen van ons
volk deze gedachte niet meer
leeft, heeft het geen enkele
waarde tot naleving daar
van dwang te oefenen. Het
gaat hier, gelijk wij boven
hebben ontwikkeld, niet om
eenigerlei norm maar om
een vorm, niet om een be-
ginselquaestie maar om een
gebruik. Daarom meenen wij,
dat aan het ten dezen be
staande verlangen naar meer
vrijheid moet worden tege
moet gekomen.
De N.R. Crt (lib.) voegt
hieraan toe:
Wij zijn het blad erkente
lijk voor dit verdraagzame
geluid, vooral omdat de voor
standers van de lijkverbran
ding en zelfs zij, die alleen
maar een grootere vrijheid
voor dezen vorm van lijkbe
zorging vragen zonder zich
daarvoor uitdrukkelijk uit te
spreken, in de a.r. en r.k.
pers tamelijk onvriendelijk
worden bejegend en soms
ook met onwaardige argu
menten worden bestreden.
Tegenover de principieele
beschouwingen van De Ne
derlander willen wij thans
alleen stellen, dat zij, die een
anderen vorm van lijkbezor
ging dan het blad voorstaan,
en dus het verlangen tot
handhaving van de christe
lijke traditie ten deze niet
van beslissende beteekenis
achten, daarom niet minder
goede christenen behoeven te
zijn dan zij die aan deze
overlevering wèl hechten.
MUSSERT NAAR EEN
PSYCHIATER?
In „Volk en Vaderland"
schrijft de Leider dat Neder
land in snelle vaart wordt
voortgedreven naar de dicta
tuur van het politiek Ka
tholicisme en onthult dan
dat de kardinalen van het
Vaticaan het mogelijk ach
ten om de Nederlanders ge
heel in hun macht te krij
gen en na den oorlog van
daar uit hun ondergrond-
schen arheid te doen uit
gaan speciaal naar het dicht
bevolkte, belangrijke Rijn
land. om daar het nationaal
socialisme te ondergraven.
Hun staat voor oogen
le. de volstrekte heer
schappij in de Nederlanden;
2e. de volstrekte heer
schappij in Ned. Indië;
3e. door deze heerschappij
het uitoefenen van economi-
schen druk op Duitschland;
4e. een rustige plaats van
waaruit de woelarbeid in
Duitschland en dus speciaal
in het Rijnland, kan worden
geleid.
Dit alles is voor ons volks
bestaan moordend De
voorbereiding hiervan is al
in vergevorderd stadium. Het
is van het grootste belang,
dat wij het gevaar kennen,
om dit met alle krachten te
kunnen bestrijden".
Met dit nationaal-socialis-
tisch verhaal steekt
Noorden" (r.k.) de draak
Dit katholieke orgaan
merkt op:
S. B. Sinds de groei uit de
„Ons
_Ned. N.S.B. weg was en voor
een ieder vast stond, dat
dit standje was doodgeloo-
pen, heeft de heer Mussert
zijn roer gewend naar het
antipapistische vaarwater,
blijkbaar meenende, dat hij
door deze speculatie op de
beruchte anti-papistische in
stincten van een groot deel
van het Ned. volk, zijn kwij
nend debiet misschien nog
redden kon.
Het sensatieverhaal van
de bedoelingen van den Paus
is wel in staat duizenden
Nederlanders kippevel te
doen krijgen.
Hoe Herr Anton dit alles
zoo precies weet
Helaas dat onthult hij ons
niet. Hij beschikt blijkbaar
voor dit alles over geheime
inlichtingsbronnen, die hij
niet nader kan aanduiden.
We moeten dit alles dan
ok maar geloven op gezag.
Alleen deelt hk ons mede,
dat drt Colijn druk bezig is
de dictatuur van het poli
tiek katholicisme voor te be
reiden.
Dr, Colijn zal men mis
schien zich eenigszins ver
baasd afvragen
Natuurlijk al die geschil
len tusschen hem en de Room
schen is maar larie. Dr. Co-
lijn is crypto katholiek en
zijn reizen de laatste maan
den naar Rome, waar hij in
het geheim gekonkeld heeft
met de Monsignori van het
aticaan en toen zijn bezoek
aan de Joodsche macht-
hefabers in Engeland en zijn
audiëntie bij den Engelschen
koning, hadden geen ander
doel dan de voorbereiding
van de dictatuur van het
politiek katholicisme in Ne
derland.
En minister Gerbrandy, die
bij de gratie van het poli
tiek katholicisme in Neder
land regeert onder deze voor
waarde, dat hij doelbewust
Goselings drijven voortzet, be
reidt reeds de maatregelen
voor. om 't politiek katholi
cisme in Nederland te doen
zegevieren.
Aldus de heer Mussert ia
volk en Vaderland van Vrij
dag 29 Maart.
Maar in alle ernst, zouden
de heeren van de Ned. N.S.B.
niet verstandig doen, eens
een psychiater te raadplegen
voor hun „Leider".
Dat schijnt inderdaad hard
noodig te zijn.