Partijraad der
S.D.A.P. bijeen
HeT GeHeim unn
MA
Reorganisatieplannen
van het Onderwijs
De jeugd blijv' ver van
schoonen schijn!
Esdale
Over den staat
van beleg
Eén-Mei-viefing
Duitschers in Roemenië
Britsch nieuwsbulletin
in Zweden verboden
„Bij schending van onze
neutraliteit moet het
uiterste verzet
worden geboden"
Fransch compliment
voor Engelsche marine
Avondlycea van groot
sociaal belang
Postvluchtcn op Indië
EERBERICHT
DE BILT SEINTi
„BINNENLANDSCHE POLITIEK WORDT
DOOR DE GEBEURTENISSEN IN HET
BUITENLAND OP DEN ACHTERGROND
GEDRONGEN".
In de vergadering van den Partijraad der
Soc.-Dem. Arbeiderspartij, constateerde de
voorzitter, de heer Drees, bij het houden van
zijn inleiding, dat de binnenlandsche poli
tiek door de gebeurtenissen in het buiten
land op den achtergrond wordt gedrongen.
Ons land is in dit conflict neutraal en wij
willen alles doen, nu de collectieve veiligheid
helaas niet is gehandhaafd, om de neutra
liteit te behouden. Van den uitslag van het
conflict hangt echter ook het lot van ons
land en van de arbeidersbeweging af.
Duidelijk hecrscht de opvatting, dat
het nu eejst recht geboden is om bij
schending van onze neutraliteit het
uiterste verzet te bieden. Niemand
hoeft hieraan te twijfelen. De ge
beurtenissen in het noorden houden
een ernstige waarschuwing in. Wij
willen ons volk niet in de rampspoed
van een oorlog storten. Aan den an
deren kant moet de regeering zich
gedragen weten door den onverzet
telijke wil van het gehcele volk om
den eventueel opgedrongen verdedi
gingsstrijd met alle kracht te voeren.
Nederland is materieel en psychisch ont
zaglijk veel beter voorbereid dan in Septem
ber, ook wat het binnenlandsche gevaar be
treft. Wij kunnen ons verheugen in een
krachtige regeering. Niets is onwaardiger
dan de valsche voorstelling, die een blad als
de „Telegraaf" van de bestaansenergie onzer
regeering geeft.
Ten aanzien van het binnenlandsch ver
raad merkt spr. op. dat een hoogere maxi
mum straf voor spionnage zeker gewenscht
is. Met uiterste doortastendheid moet wor
den opgetreden.
Vreemd doet het evenwel aan, dat tijdens
den algetneencn staat van beleg „Volk en
Vaderland* wel in Den Haag, doch nifet el
ders in beslag is genomen.
Men meene vooral niet, dat de justitie
niet reeds lang een intensief toezicht op be
paalde elementen uitoefent. Te betreuren
is het, dat iemand als de oud-minister Co-
lijn het een paar maal noodig heeft geacht
om op een gevaarlijke wijze in het openbaar
de regeering op belangrijke punten in ge
breke te stellen. Vooral geldt dit voor zijn
opmerkingen inzake het nu reeds contact
zoeken met bepaalde mogendheden, iets wat
de regeering terecht afwijst, daar dit de
kans om in het conflict te worden betrok
ken, bevorderen zou.
Zwakke punten zijn er in het regeerings-
bcleid intusschen dok aan te wijzen. De
gang van zaken bij de luchtbescherming le
vert stof tot gerechtvaardigde critiek. De
perspectieven inzake de woningvoorziening
stemden spi. evenmin tot tevredenheid, ter
wijl bijv. het aanleggen van een vluchtelin
genkamp dicht bij de Duitsche grens geen
gelukkige greep was.
Wat betreft de zware lasten, op den duur.
zoo zegt spr., moet een oplossing gevonden
worden, die de massa niet onredelijk be
last.
Met grooten nadruk komen de soc. demo
craten op voor de vermogenshcffing. Deze
door: Roy Vickers
FEUILLETON
10.
„Jan stak het geld weer in zijn zak, maar
plaatste het .zonder verder iets te zeggen, in
Herman's naam op een bank. Tegelijkertijd
nam hij zich voor, de helft van al hetgeen
hij gedurende zijn verdere leven zou verdie
nen, op dezelfde bankrekening te plaatsen.
Ik zie, dat u neiging heeft om te lachen, juf
frouw Esdale. Neemt u maar aan, dat er iets
in het Amerikaansche klimaat is, dat een
meosch sentimenteel maakt."
„Het gelukt u toch maar allemaal om het
kwijt te raken, zoodra u hier bent, meneer
Massiter," zei Torrance met een ernstig ge
zicht.
„Kort daarop ging Herman terug naar En
geland. Jan werd als Professor gevraagd zijn
meening over een mijn in Kansas te geven.
Hij gaf zoo goeden raad, dat zij hem over
reedden bij hen te blijven en zijn gaven hem
ook een aandeel. De helft van dat aandeel
werd op Herman's naam geplaatst."
„Die eerste mijn was slechts een begin. Het
bleek, dat Jan een theorie had opgesteld over
geologische samenstellingen, die door alle an
dere professoren als onzin werd bestempeld.
Maar die theorie van Jan scheen hem altijd
rijke bronnen aan te wijzen hij kon, als het
were, een rijke bron op vijf honderd kilometer
afstand ruiken. Met een syndicaat exploiteer
de hij zelf een mijn in Mexico inderdaad,
Mexico, juffrouw Esdale, maar vergeet niet
dat Mexico een heel groot land is. Om kort
te gaan, het duurde niet lang, of Jan bezat
aandeelen in een dozijn hoogst lucratieve mij
nen."
„Sommige van die aandeelen staan werke
lijk op naam van Herman, maar daar Herman
moet tot practische politiek gemaakt wor
den, al zal daar naast niet elke belasting
van de massa voorkomen kunnen worden.
Sprekende over den komenden vrede, zegt
spr., dat ook de S.D.AP. een moeilijke taa-k
wacht. Wij moeten de sociaal-democratie
sterk en gaaf houden. Vele van de eischen.
waarvoor zij altijd geijverd heeft, dringen
zich aan de wereld op, en zij zal, in samen
werking met de vakbeweging, den strijd
voeren voor gemeenschapseconomie, voor
internationale rechtsorde en collectieve vei
ligheid.
Op deze inleiding volgde een uitvoerige
gedachtenwisseling, waarna de door het
partijbestuur gemaakte voordrachten vdor
de candidaatstelling voo de in dit jaar te
houden verkiezingen voor de Eerste Kamer
door den partijraad worden goedgekeud.
Voor de provincie Noordholland is deze
lijst als volgt samengesteld: 1 J. J. Vorrink
(aftr.); 2. M. A. Reinalda (aftr.); 3. C.
Woudenberg: 4. E. Boekman; 5. J. Tuin;
6. P. J. Duinkerken.
Chamberlain antwoordde met het volgen
de telegram:
Uw telegram heeft mij diep getroffen
en ik weet, dat het met groote waardeering
door de koninklijke marine, die er terstond
van in kennis is gesteld, zal worden ontvan
gen.
De successen van de marine zijn een
nieuw bewijs van de vastbeslotenheid der
volken van onze beide landen, vastberaden
te vechten tot de overwinning is behaald.
HET KABINET HEEFT ER EEN
STEMMIG TOE BESLOTEN, AL
DUS DE MINISTER PRESIDENT.
Het A.N.P. meldt:
In een der bladen stond dezer dagen het
volgende te lezen:
„Toen de opperbevelhebber met den eisch
kwam, dat de staat van beleg in ons land
moest worden ingevoerd, had de Regeering,
daar zij geene tweede crisis in het opperbe
vel kon wenschen moeten aftreden, ten ein
de plaats te maken voor een kabinet, dat
wel de waarborgen bood, door onze militai
re overheid verlangd."
Wij hebben naar aanleiding hiervan aan
den Minister-President gevraagd, of er iets
waars was in de voorstelling, dat de Staat
van Beleg op eisch vand en opperbevelheb
ber was ingevoerd.
De minister-president heeft hierop geant
woord, dat deze voorstelling op de meest
volstrekte fantasie berust. Tot de afkondi
ging van den Staat van Beleg, zeide de
Minister, is op spontaan voorstel van den
President door de leden van het kabinet
éénstemmig besloten. Verschillende overwe
gingen hebben het kabinet daarbij geleid.
„Wanneer voor de afkondiging achteraf
nog eenige rechtvaardiging noodig was, dan
zou deze wel gegeven worden door het feit,
dat in dezen tijd een Nederlandsch Dag
blad door dergelijk malicieus geschrijf de
positie van de Nederlandsche regeering
poogt te ondermijnen".
Militaire voorzorgsmaatregelen.
De Duitsche legeafic te Boekarest heeft
een oproep gericht tot de Duitsche kolonie
betreffende de viering van den Eersten Mei,
„het Nationale Feest van het Duitsche
Volk". Zij heeft een belangrijke bijeenkomst
tegen Woensdagavond aangekondigd, waar
de propagandaleider Wachter, die uit Ber
lijn komt, het woord zal voeren. Alle Duit
sche correspondenten hebben bevel gekre
gen Boekarest tijdens het weekeinde niet te
verlaten.
De Roemeensche generale staf heeft de
voorzorgs- en bewakingsmaatregelen uitge
breid. Detachementen soldaten zijn op ver
schillende punten van het Prabova dal op
gesteld. Hier liggen petroleumbronnen Ook
heeft men rondom het vliegveld van Boeka-
karest luchtafweergeschut opgesteld. Voor
de eerste maal zal het vliegveld vanavond
militair bewaakt worden.
Officieel wordt medegedeeld, dat de Fran-
sclie Minister-President, Reynaud, aan zijn
collega Chamberlain een telegram heeft ge
zonden, waarin hij zegt:
„Het volk van Frankrijk deelt met het
volk van Engeland het gevoel van bewon
dering en dankbaarheid voor de Britsche
marine, die een roemrijke bladzijde aan haar
annalen heeft toegevoegd en den vijand een
wond heeft toegebracht, die niet geheeld
kan worden."
LYCEA ZULLEN IN DE PLAATS KOMEN
VAN H.B.S. EN DE GYMNASIA.
OPLEIDINGEN VAN GELIJKEN DUUR.
OOK HET HANDELSONDERWIJS
VERANDERT.
Minister Bolkestein heeft bij de
Tweede Kamer een nota ingediend,
waarin een vergaande reorganisatie
van het voorbereidend hooger onder
wijs een het algemeen vormend mid
delbaar onderwijs is vervat. De mi
nister stelt zich o.a. voor, dat lycea
In de plaats zullen komen van H.B.S.
en gymnasia Verder overweegt de
minister het instellen van avond
lycea, waar, die op den gewonen
leeftijd niet in staat waren voorbe
reidend hooger onderwijs te ontvan-
docli op lateren leeftijd daarvoor
lust en aanleg toonden. Het is dui
delijk dat een dergelijke onderwijsin
stelling welke een afzonderlijke leer
plan vraagt, groote sociale bctecke-
nis kan hebben.
Overlading de aanleiding tot de
nieuwe plannen.
Vrij algemeen is het verzet tegen de over
lading op intellectueel gebied, die bij he
voorbereidend hooger en middelbaar onder
wijs gevonden wordt, onder meer zich open
barend in het groote aantal vakken, dat op
de scholen onderwezen wordt, waardoor an
dere declen van een harmonische vorming
der leerlingen, de phvsieke, de aeshetische,
de religieuze in het gedrang komen en het
schooleven bovendien te sterk het geheele
leven der leerlingen overheerscht. Verder
ontbreekt nog altijd de poging om door de
organisatie van het onderwijs de moeilijke
quaestie van de aansluiting tusschen het la
ger, en het voorbereidend hooger en alge
meen vormend middelbaar onderwijs nader
tot een oplossing te brengen. In beiderlei op
zicht wordt door de vorogestelde wijzigingen
een poging tot verbetering gedaan.
Er is geen land, aldus zegt minister Bol
kestein, in zijn toelichting, dat als opleiding
voor eenig deel van hooger onderwijs
tweeërlei opleiding van ongeüjken tijdsduur
kent.
Den minister heeft bij zijn voorstellen be
treffende een nieuwe organisatie van het
voorbereidend hooger en middelbaar onder
wijs mede voor het oog gestaan een bijdrage
te leveren tot het versterken van het echt
klassieke opdenvijs. Daartoe denkt hij zich
één ongesplitste school. Er zouden drie ty
pen van lycea moeten komen, nl. een met
een alzijdig klassiek onderwijs, en toegang
gevend tot alle hooger onderwijs, terwijl
de beide andere toegang zullen geven tot be
paalde hooge scholen.
Een „brugklasse".
De eerste klasse van deze schooltypen zal
een voorbereidend karakter dragen, en aan
sluiten op de hoogste klasse van de lagere
school.
In deze voorbereidingsklasse zal bij het
geven van onderwijs de volle aandacht moe
ten gegeven worden aan de vraag, of de
leerling geschikt kan geacht worden voor
't onderwijs van eenig type van lyceum of
van middelbaar onderwijs, dan wel of dit
moet afgeraden worden. Bij het gebruike
lijke toelatingsonderzoek, dat zich oorspron
kelijk in hoofdzaak op de paratt kennis
richtte, tracht men in den laatsten tijd te
recht ook aandacht te geven aan de alge-
meene intelligentie der candidaten.
Hei aantal lesuren in deze klasse zal 28
bedragen.
Het algemeen vormend middel
baar onderwijs.
Tot het algemeen vormend middelbaar
dagonderwijs behooren heden o.m.: de n°°
gere burgerscholen met driejarigen cursus,
de handelsdajp-cholen met drie-, v ier- en
vijfjarigen cursus en de middelbare schooi
voor meisjes.
Van drieërlei cursusduur zijn de tui
voorkomende handelsdagscholen: met drte"<
vier- of vijfjarigen cursus. De Minister
acht vooreerst den naam handelsdagschoot
verwarrend.
Wat den cursusduur beteft, is het wen-
schelijk een keuze te doen: een vierjarige
cursus in het juiste midden.
Deze vierjarige school kan ©en vaste
basis geven aan de voorbereiding voor de
practijk van het leven, maar ook aan die
levenspracfijk nog een deel van de vorming
der leelingen overlaten.
Als naam dier school acht hij niet Han
delsdagschool, maar Algemeene Middel
bare School met vierjarigen cursus te ver
kiezen.
Haar karakter wordt daardoor het meest
benaderd. Vooral ook voor deze school is
naar beperking van vakken gestreefd.
Combinatie van deze school met andere
schooltypen wanneer zij niet door den
nood geboden wordt is ongewenscht.
Het algemeen vormend middelbaar dagon
derwijs wenscht de minister dus tot slechts
twee schooltypen te beperken: de algemeene
middelbare school met vierjarigen cursus en
de middelbare school voor meisjes met vijf
jarigen cursus.
Ook hier heeft de eerste klasse het karak
ter van brug-, voorbereidings- en waarne
mingsklasse, van waaruit overgang naar an
dere schoolsoorten mogelijk is, doordat de
omvang van het onderwijs gelijksoortig is
aan dien in de eerste klasse der lycea.
De sociale nood der jongeren on
der de loupe. Naar een centra-
len jeugdraad?
„ZOOLANG HET BEDRIJFSLEVEN
GOEDKOOPE JEUGD KAN KRIJ-
GEN, LAAT HET ZICH DE WET
NIET VOORSCHRIJVEN."
Als beschermvrouwe van de Ned. vereeni-
ging voor armenzorg en weidanigheid woon
de H.K.H. Prinses Juliana Zaterdag het con
gres van deze vereeniging te Utrecht bij. De
voorzitter, baron van Heemstra liet in zijn
openingswoord niet na, met groote waardee
ring melding te maken van het vele goeds,
dat door H.K.H. de Prinses voor de lijdende
menschheid verricht wordt, zulks in navol
ging van het prachtige voorbeeld harcr Ko
ninklijke Grootmoeder.
Gelukkig is het land, aldus spr., dat een
vorstenhuis bezit, dat zoo meeleeft met de
nooden van zijn volk!
Zeer uitvoerige debatten werden gehouden
over de preadviezen van het bestuur. De ver
tegenwoordiger van de A.J.C. de heer Jan
Peters wenschte keuring van de jongeren,
voor zij in de jeugd kampen komen, omdat
het werk vaak blijkt te zwaar te zijn.
In verband met het praeadvies over gees
telijke verzorging en zedelijke beinvloeding
sprak mej. Barger (federatie van Chr. Ver-
eenigden voor vrouwen en meisjes) over de
wenschelijkheid van een principieele opvoe
ding der jeugd. Heeft de jeugd alleen schuld
of moet ook schuld gezocht worden bij de
ouderen, hij de organisaties, bij de kerk?
Verschillenden wezen op het gevaar van
ontkerstening en van de danszalen en bios
copen.
Nameïus het bestuur werd opgemerkt, dat
men nu eenmaal de zielen die bij de groo
te massa leeg zijn op een of andere wijze
moetv uilen. Spr. ervaring als lid eener
propagandacommissie, bij liet officieele dan
cings in groote steden, bracht hem tot de
overtuiging, dat men zich veilig voelt, waar
personen, die elkaar kennnen en tot een
zelfden stand behooren, samenkomen. Ge
vaarlijk wordt de toestand als de meisjes uit
de lagere klassen in contact komen met het
schijnschoon uit de hoogere wereld.
DE JEUGD EN DE ARBEID.
Terzake de jeugd en de arbeid voerde de
heer W. F. Detiger. directeur van de ar-
altijd geweigerd heeft een dollar van Jan te
nemen, behalve dan de kosten van de Univer
siteit, staat het te bezien of Jan ooit aan Her
man heeft verteld, wat er zoo voor hem werd
weggelegd."
Torrance opende haar oogen.
„Het verhaal van Jan en Herman werd be
kend, ook het gevangenisverhaal, maar nu
was de professor een groot man in de mijn
industrie en dat hij eens in de gevangenis ge
zeten had, werd nu als een soort van excen
triciteit beschouwd. Zoo ook werd zijn verhaal,
omtrent het halve aandeel voor Herman, als
excentriciteit aangenomen in het algemeen
dacht men, dat Herman slechts in schijn be
stond, temeer daar het gezamenlijk kapitaal
van Jan en Herman op ongeveer tien millioerf
dollar geschat kon worden. Maar de weinige
menschen, die het vreemde verhaal van die
twee mannen kennen die kunnen u vertel
len, dat Jan een testament gemaakt heeft,
waarmee hij het geheele aandeelenbezit op zijn
eigen naam èn op dien van zijn vriend, aan
Herman heeft vermaakt. In uw eigen geld on
geveer twee millioen pond. Dat is toch zeker
géén excentriciteit."
Torrance was nog een beetje boos. Waarom
moest hjj dit nu allemaal vertellen, alleen om
haar te zeggen dat hij een paar millioen waard
was?
„Het is zeker een romantisch geval. Wilt u
mg nu zeggen wie Jan was?"
„U had het heele verhaal zelf kunnen lezen,
als U den tijd had genomen, die couranten in
te kijken," zei meneer Massiter glimlachend,
„het is de Parijsche editie van de Daily Re
cord; zjj is van ongeveer twee maanden ge
leden, maar er staat een interview in met
dienzelfden Jan alias professor Ardus
Ellister."
„En U bent Herman?" vroeg Torrance.
Tot haar verbazing kreeg hg een kleur.
„Dat is niet aardig, juffrouw Esdale. Zegt
u nu eens eerlijk, vindt U dat ik er zoo oud
uitzien Practisch gesproken ben ik mis
schien oud genoeg om uw vader te zijn. Maar
ik had gehoopt, dat ik in omgang en geest..."
„Het was heelemaal niet mijn bedoeling u
te kwetsen. Ik wist niet dat professor Ellis
ter zoo oud was. Maar als u Herman niet
bent..."
„Dat is dat was, moet ik liever zeggen
de vermoorde persoon, Julius Herman Sa-
ranack."
Torrance trachtte de strekking van het
verhaal te begrijpen.
„Wilt u zeggen, dat als deze professor eerst
gestorven was, oom Julius twee millioen
pond geërfd zou hebben?"
„Dat is ongeveer het enorme feit, juffrouw
Esdale. dat u en ik moeten trachten te be
grijpen."
„Ik zie niet in, dat het een enorm feit is.
Oom Julius stierf eerst, zooals thans geble
ken is. En klaarblijkelijk wist hij zelf niets
van dat testament af."
„Nee, van dat testament wist hg niets af.
Maar wacht eens even."
Torrance wachtte. Ondanks haar vermoeid
heid en verwarring was zij toch benieuwd.
Meneer Massiter stapte de kamer door
een keer, twee keer. Bjj den derden keer
sprak hg:
,.U zult zich herinneren, dat ik mij, toen
wij laatst in Torquay over oom Julius spra
ken, verbaasde dat u de veronderstelling
was, dat hij een betrekkelijk arm man was.
Dat kwam, doordat ik het verhaal van Ellis-
ter's vriendschap voor hem gelezen had. Hoe
wel ik mij op dat oogenblik niet kon herinne
ren, waar ik het nieuws vernomen had. En
vanochtend, toen ik mijn couranten doorkeek
zag ik ineens het ontzettende nieuws om
trent het overlijden van oom Julius...; indien
ik hem oom Julius noem, juffrouw Esdale
doe ik dit niet uit luchthartigheid, doch om
kort te zijn en hem van zijn neef te onder
scheiden."
Torrance boog. Zij had het gevoel, dat dit
het eenigste was, wat zij kon doen.
„Terwijl ik dat bericht van de vreeselijke
ontdekking op Hilfoot las, juffrouw Esdale
herinnerde ik mij weer dat interview met El
lister in de Daily Record. Gelukkig ontdekte
ik, dat ik het bewaard had." Hij wees naar
een tafel, die bedekt was met courantenuit
knipsels. keurig gerangschikt en opgestapeld.
Maar om zeker te zijn, belde Ik iemand van
het Amerikaansche consulaat op die naar ik
wist, een oud vriend van Ellister was Na
eenige aarzeling, bevestigde hij de feiten, die
in dat interview genoemd werden. Hjj is zelfs
Op de uitreis bereikten de „Reiger"
met gezagvoerder Hulsebos Singa
pore en de „Buizerd" met gezagvoer
der Schot Basra. Deze vliegtuigen
worden onderscheidenlijk "28 April en
1 Mei te Batavia venvacht.
Op de terugreis landden de „Toren
valk" met gezagvoerder Brugman te
Napels en de „Pelikaan" met gezag
voerder Kooper te Jodhpur.
Dit laatste toestel wordt 30 dezer
te Napels venvacht.
Venvachting: Aanvankelijk mis
tig of betrokken, later op
helderend, ovenvegend
droog, op den middag war
mer dan gisteren, zwakke
tot matige, in het Noorden
tijdelijk krachtige, Noorde
lijke tot Oostelijke wind.
beidsbeurs te Amsterdam, het woord. Hij
vroeg zich af wat erger is: de werkloosheid
in die jaren der ontvankelijkheid of de
voortdurende dreiging der werkloosheid.
Het is bezwaarlijk, aan het bedrijfs
leven de wetten van zijn groei voor
te schrijven, zoolang dit goedkoope
jeugd kan krijgen en internationaal
hiertoe gedwongen wordt, blijft elk
bedrijf overgeleverd aan het gevaar,
de werkloosheid permanent in de
hand te werken.
De zorg voor de ongeschoolde werkloozen
moet zoo zijn, dat aangevuld en goedge
maakt wordt, wat 't bedrijfsleven ongewild
heeft nagelaten en bedorven. Men houd© er
rekening mee, dat veel jongelui reeds om*
manteld zijn met een muur van onverschil-
ligheid, door de meening, dat niemand zich
iets van hen aantrekt!
Het bestuur verklaarde tenslotte, dat er
eerst een periode van grooteren bloei zal
moeten komen om in de sociale nooden van
de jeugd te voorzien, maar het heeft ver
trouwen in het bedrijfsleven. Bij vele werk
gevers bestaat tegenwoordig immers een
juist inzicht in de verhouding tot hun ar,
beiders.
Uit de vergadering werd aangedrongen op
de vorming van een centralen jeugdraad
en coördinatie van de verschillende takken
van jeugdzorg.
„Op verzoek van vreemde mo
gendheid."
De Britsche legatie te Stockholm deelt me
de, dat de Zweedsche regeering „Op verzoek
van 'n vreemde mogendheid" ,t jongste door
de legatie uitgegeven weekoverzicht van
nieuwsberichten gezien vanuit Britsch stand
punt, in beslag heeft genomen.
Het inbeslag genorrten weekoverzicht was
gedrukt in 50000 exemplaren en zou worden
verspreid over Zweden, Finland en Noorwe
gen.
Naar Havas verneemt heeft de Britsche le
gatie krachtig geprotesteerd, tegen de in be
slagname en daarenboven tegen verschillen
de publicaties van de Duitsche ambassade te
Stockholm.
Te Londen verwacht men niet dat ernstige
moeilijkheden tusschen Engeland en Zweden
over deze zaak zullen leiden.
een van de getuigen, die het testament van
Ellister heeft onderteekend. En zonder twij
fel iaat dit aan Oom Julius ongeveer tien mil-
lioen dollar na Indien wij zelfs het groote
aandeel, dat uw land voor successierechten
rekent, er af trekken, zou er nog meer dan
een millioen pond overblijven, dat de erfge
naam van Oom Julius op zijn beurt kan
erven."
„Maar meneer Massiter, oom Julius is
dood en de professor Ellister is het niet,
dus..."
„Wacht eens eventjes", viel de heer Mas
siter haar opnieuw in de rede, en weer stapte
hij de kamer door. En opnieuw bij den derden
draai, vervolgde hij:
„Mijn vriend aan het consulaat werd ge
troffen door een samenloop van omstandig
heden. Enkele oogenblikken voordat ik hem
telefoneerde, om over Ellister's financieele
draagkracht te informeeren, had de Ame
rikaansche consul in Parijs telegrafisch ge-
vraagd. waar Ellister was. De professor had
klaarblijkelijk zijn huis gistermiddag verlaten
en is nog niet teruggekeerd. Men dacht dat
bij misschien overgestoken was, zonder er
aan te denken zijn personeel van zijn plannen
op de hoogte te stellen. Indien dit zoo is,
hij tot nu toe nog niet op het consulaat ge
weest.
„Gistermiddag!" herhaalde Torrance. Zij
had een onbehagelijk gevoel, dat er iets niet
in orde was. „Gisteravond, volgens Ananbellei
zou Gerald met den Professor in Parijs gedi
neerd hebben en de Professor kwam niet."
De volgende vraag van den heer Massiter
kwam geheel onverwachts.
„Juffrouw Esdale, hoe was Uw werkelijke
indruk indien u elk persoonlijk gevoel op zö
Mt van mevrouw Gerald Sai anack toen
u haar voor den eersten keer ontmoette?"
orrance voelde het bloed naar haar hoofd
s ij gen en zelfs haar nek werd rood. Zij ont
week de vraag.
„Hoe mijn indruk van Annabelle was, den
eersten keer. dat ik haar ontmoette? Als U
het zoo zegt, is het of u dacht, dat ik haar
a meer gezien had. voordat zij mij vanochtend
op mijn flat bezocht."
Wordt vervolu^