AKKERTJE Abonneert U op dit blad De vlaggen uit MAXIMUM KWALITEIT - MINIMUM PRIJS ttDe Vreemdeling Huidonzuiverheden, vetwormpjes, pukkels en uitslag Het slagkruiserplan Maandag 29 April 1940 &adifUeuiuj Tweede Blad Jan P* Strijbos vertelt Voetbalwedstrijd Verjaardag H.K.H. Prinses Juliana Dienst P.T.T. op 30 April Uit het politie-rapport De Indische Vlootfilm ff 't Sal waerachtig wel gaen" Burgerlijke Stand van Den Helder Neem'n Hedenavond uitvoering van Held. Kath. Gem. Koor Morgen verjaart H. K. H. Prinses Juliana. Morgen verjaart onze kroonprinses en al is er door de tijdsomstandigheden geen reden tot uitbundige feestviering, morgen zullen we toch door het uit steken van de vlag blijk geven van onze vreugde Nederlanders te zyn en gere geerd te worden door het Huis van Oranje. Als er ooit een tijd geweest is, waar op we den zegen ervaren hebben in ons land aan de zee te wonen, dan is het dezen tijd, nu rondom de wereld in brand staat. Laat ons dan ook morgen uiting ge ven aan die dankbaarheid door onze gevel te tooien met de Nederlandsche vlag. R.S. r FIETSEN Goed werk van het R.K. Gemengd Tooneelgezelschap. Behalve dat Antoon Coolen tot de beste Nederlandsche romanschrijvers van dezen tijd behoort, heeft hij op zijn naam eveneens verschillende goede tooneelstukken staan. In dit verband zij o.m. aan het mooie „Kinderen van ons Volk" herinnert, dat twee jaar gele den als abonnementsvoorstelling met veel succes door het „Residentietooneel" opge voerd werd. Wat Coolen schrijft, behoort nu niet direct tot het lichte genre. Integendeel, het is niet alleen in artistiek en moreel opzicht steeds zeer deugdelijk doorwerkte stof, daarnaast stelt de schrijver aan de vertolkers zijner stukken zware eischen, zoodat wij met bij zondere belangstelling gisterenavond de op voering van „De Vreemdeling", uit te voeren door het Eerste Heldersche R.K. Gem. Too neelgezelschap, tegemoet zagen. Wat geboden is, bleek de toets der critiek zeer wel te kunnen doorstaan. Er bleek niet alleen met groote ambitie door dit ensemble gewerkt te zijn, daarnaast mocht men de voldoening smaken een opvoering te zien, die goeddeels aan de zware eischen bleek te vol doen. En dat is iets, waarvoor men de ver- eeniging zeker een eere-saluut niet mag ont houden. Coolen zoekt het niet in psychologisch moeilijk te ontwarren gegevens. Zijn personen zijn normale menschen met normale driften en eigenschappen; het zijn menschen als U en ik, zonder tooneelmatig te zijn aangedikt, zonder te behooren tot die categorie van men schen, die men uitsluitend voor het voetlicht pleegt tegen te komen. In dit stuk betreft het een gezin, levende ergens in een Zuid-Nederlandsche dorpsche omgeving, waarvan de vader, een smid, fei telijk tegen zijn zin een jongeman als knecht aanneemt, die ee nduister leven achter den rug heeft. De dochter, aanvankelijk verloofd met een onderwijzer, geeft dezen op en volgt de stem van haar hart, die haar den anderen man wijst. Deze heeft 8 jaar daarvoor een moord gepleegd. Er ontstaat een conflict tus- schen den vader eenerzrjds en den vreemde ling, de dochter en, zij het in mindere mate, de moeder anderzijds. Het stuk laat zien den zwaren strijd van den vader tegen zijn „egistische" liefde voor zijn dochter, en die van de dochter tusschen de liefde tot haar Vader en den „vreemdeling". Zooals gezegd: het stuk werd goed ge speeld. En dan mag in de eerste plaats wel genoemd worden de heer C. H. Wols, als uit beelder van de vader-figuur. Een prestatie, die niet veel dilettanten hem zullen nadoen. Niet alleen een opmerkelijke rolkennis, doch tevens zeer veel begrip voor stemming, sfeer en het aanvoelen van die tallooze fijne trek jes in dit stuk van Coolen, die het ver ver heffen boven het gemiddelde tooneelwerk. De zwaarste, en daarbij zeker sterkst ver tolkte partij. Eveneens met lof mag men gewagen van de rol van mevr. R. WittelaarWittebrood. Rustig spel, prima uitspraak en geen zweem Van forceeren, een gevaar, dat bij deze rol biet denkbeeldig was. Een waardige tegen speelster van den heer Wols. De heer J. D. Mahieu bracht „de vreemdeling". Goede rol kennis, maar een enkele maal te weinig actie. Zijn komst in de woning deed iets te thea traal aan, hetgeen jammer was. Uitstekend op dreef daarentegen bleek hij te zijn in het derde bedrijf, als het conflict tusschen hem en den vader tot een breuk leidt. De rol van den afgewezen onderwijzer (een Weinig sympathieke overigens) werd gegeven door den heer L. J. Wols Jr. Over het alge meen goed, maar hier misten we wel eens de begeestering van binnen uit. Mej. Th. Kolster als Agnes, bleek de figuur te begrijpen en liet daarvan een zeer goede Vertolking zien. Speciaal de beide intermezzi, waarin zij een liedeke voor haar jongen broer Zingt, bezaten de juiste stemming. Theo Pot Was een broer van haar, evenals Jack Kol ster, die een alleraardigste enfant terrible bleek te zijn, dat de zaal enkele malen har telijk wist te doen lachen. Speciaal moeten Wij nog memoreeren het feit, dat enkele der dialogen tusschen den heer C. H. Wols en mevr. Wittelaar—Wittebrood bijzonder tot hun recht kwamen. Zoowel dooro de mise en scène, als dooor het feit, dat de rollen zoo goed ingestudeerd waren. Wat de regie betreft, daarmede legde de heer K. Groenewegen eer in. Geen enkele maal zagen wij storende onvolkomenheden. Met uitzondering van het stormweer in het eerste bedrijf, waarbij het o.i. wel iets conse quenter had mogen regenen en waaien Alzoo een goed stuk werk van deze too- neelvereeniging, waarover alle medewerken den, speciaal waar het een zoo zware opgaaf als een stuk van Coolen betreft, met genoe gen en tevredenheid op kunilen terugzien. Over zyn avonturen op Spitsbergen. Zooals U zich zult herinneren heeft de be- bekende natuuronderzoeker Jan P. Strijbos in den zomer van het vorige jaar een reis ge maakt naar Spitsbergen, tijdens welke reis hij eenige dagen „zoek" is geweest. Men vreesde toen voor zijn leven. Van deze avon tuurlijke reis kwam de heer Strijbos ons Za terdagmiddag iets vertellen. Toen de heer J. A. Nijkamp de lezing opende was de Witte Bioscoop bijna geheel bezet Op dezen laatsten filmmiddag in dit seizoen was het spr. een voorrecht een na tuurkenner en vlotten causeur als Jan. P. Strijbos te kunnen inleiden. Door het maken van een reis naar Spits bergen, aldus ving deze aan, was een jeugd droom in vervulling gegaan. Spr. kende IJs land, de Far Oer etc., maar „Svalbard" (de Noorsche na'am voor Spitsbergen) had hij nog nooit bezocht. Oorspronkelijk was het plan geweest naar het Zuiden van Spanje te gaan. Onverwacht kreeg hij echter een reisgezel in den Rotter dammer Jaap Mees, die jammer genoeg niet goed tegen de warmte kon. „Dan gaan we niet naar Spanje, maar naar Spitsbergen", was de oplossing! Zoo gezegd, zoo gedaan. Via het toen nog vredige Narvik reisde men naar Tromsö, waar alle expedities naar de Poolstreken hun beginpunt hebben. Vandaar over zee naar het doel van de reis, Spitsber gen. Dit eiland is reeds in 1194 door de Noor mannen ontdekt, die het den naam gaven van „Svalbard", Witte Kust. Ook Heemskecr en De Rijp deden het aan op hun mislukten pionierstocht om den zee weg naar Indië „om de Noord" te vinden. Het klimaat van Spitsbergen is, ondanks de ligging in de koude zóne, dragelijk en zelfs vrij mild. Het wordt n.1. beheerscht door den warmen golfstroom, die er tevens voor zorgt, dat Spitsbergen in den winter tal van ijsvrije havens heeft. De wind speelt er practisch geen rol. Ge durende zes weken heeft men over het alge meen zelfs windstil weer gehad. Eigenaardig is er natuurlijk de pool-dag en -nacht. Van half April tot half Augustus schijnt onafgebroken de zon, terwijl van half September tot half Februari de poolnacht heerscht. In verband met de lage temperatuur, die 's winters soms zelfs daalt tot 50 a 60 graden onder nul, is Spitsbergen practisch bacterie- vry. Hooikoorts en angina kent men er niet.' Tijdens hun verblijf op het eiland logeer den de reizigers in het noordelijkste hotel van Europa, vanwaar men alle onderzoekings tocht ondernomen heeft, hetzij gezamenlijk, hetzij ieder afzonderlijk. Op een van deze „solo"-tochten landde de heer Strijbos met zijn kano op een eiland op ca. 15 km van Spitsbergen gelegen. Hij trok de boot hoog op het strand en beklom daar na een steilen heuvel. Vandaar zag hij, dat plotseling zijn kano door een vloedgolf gegre pen en meegenomen werd. Daardoor was de heer Strijbos een soort Robinson Crusoë ge worden, wat hem overigens niet bijster aan lokkelijk voorkwam... Goede raad was duur. Twee groote gletschers beletten hem land inwaarts te trekken, zoodat hem slechts een kleine „Lebensraum" overbleef. Vier dagen en vier nachten zwierf hij toen, zonder eenig eten of drinken over de barre ijsvlakten rond, telkens den dood in de oogen ziende, tot hij eindelijk door zijn verrekijker zag. dat een boot naderde. Hij probeerde door schreeuwen de aandacht te trekken, doch het lawaai van het „afkalven" der gletschers overstemde zyn geroep. Toch is de redding gekomen en het telegram, dat zijn vrouw ontvangen had: „Omgeslagen, waarschijnlijk verdronken", bleek dus gelukkig geen waarheid te hebben bevat. Veertig menschen hadden gedurende ruim honderd uren geen moeite te groot geacht om een wildvreemden man te redden, terwijl elders in de wereld al het uiterste gedaan werd om zooveel mogelijk menschenlevens te vernietigen. Dit alles vertelde de heer Strybos ons op vlotte, boeiende en vaak geestige wijze, zoo dat de aandacht in de zaal geen oogenblik verslapte. Na zijn causerie vertoonde spreker ons een aantal lantaarnplaatjes en een smalfilm, die hij tijdens de reis opgenomen had. Vele prachtige ongerepte en maagdelijke land schappen van sneeuw en ijs, maar ook (hoe kon het anders!) talrijke vogelopnamen van rotgans en stern, van roodkeelduiker en zee koet. Ook van den boottocht vertoonde de heer Strijbos een filmpje en we zagen een groot gedeelte 'van de Noorsche kust zich voor ons oog ontrollen. Welke groote moei lijkheden moeten zich wel niet voordoen voor de legers, die daar slechts met zeer groote moeite aan land gezet kunnen worden. De heer Strijbos sprak de hoop uit, dat de „good will" van de menschheid nog een rijke vruch ten mocht dragen en dat een langdurige vrede nog eens het deel mocht zijn van onze strijdende wereld. Toen was weer het einde daar van een in teressanten middag. We zien met belangstel ling een volgenden middag in dit genre tege moet. MILITAIR ELFTALBEATRIX. Het debuut van de Sportclub Beatrix is niet precies een succes geweest. Het valt natuur lijk te prijzen, dat zij hunne krachten in dienst stelden van het goede doel, i.c. het Marine Rampen Fonds, de manier waarop dit ge beurde kon den toets der kritiek niet door staan. Het verschijnen alleen b.v. sprak voor zichzelf, een stuk of v\jf spelers kwamen in het veld met wit hemd en zwarten broek, ver der zagen wij er een paar in rood en één in blauw shirt en tenslotte nog één in grijs polo- hemd. Alles bij elkaar waren er negen men schen, die later door een tienden man versterkt werden. Dit is alles wat er van te melden valt, de wedstrijd „an sich" zullen wij maar met den mantel der liefde bedekken. Volgen den keer beter, heeren, en anders liever nog wat wachten. RECLAMELETTERS GESTOLEN. Zelfs de op ruiten van winkels aangebrachte reclameletters blijken soms niet veilig te zijn voor langvingerige stadgenooten. Ten nadeele van een winkelier op den Kanaalweg werden er tenminste verscheidene ontvreemd. Op het klokkenspel van het Monument Ne- derlandsch Reddingwezen, hoopt de stadsbei- aardier, ter gelegenheid van den verjaardag van H.K.H. Prinses Julina, morgen te concer teeren, met een programma van vaderlandsche en populaire liederen. Ie bespeling 8.008.30 u. v.m. 2e bespeling 12.1512.45 u. n.m. Avondconcert 8—9 u. n.m. Op 30 April zyn de kantoren, voor zooveel den postdienst betreft, voor het publiek niet later opengesteld dan tot 12 uur. Na 12 uur blijft voor de busrechthouders de gelegenheid bestaan, om zonder betaling van verhoogd recht stukken af te halen tot het op andere dagen geldende sluitingsuur. Gedurende de openstelling worden alle on- derdeelen van den postdienst behandeld als op andere werkdagen. De dienst ten Centraal-Girokantore zal op 30 April a.s. als op gewone werkdagen volledig worden uitgeveord. Dit brengt mede, dat ook voor de behandeling van opdrachten met spoedbehandeling de gewone daarvoor vast gestelde tijdstippen gelden. DENK OM DE WEGENBELASTINGKAART Omdat zij niet in het bezit waren van een wegenbelastingkaart werden gisteren diverse autobestuurders op de bon gezet. WAAR IS DAT HORLOGE? De schipper van een botter deed bij de politie aangifte dat ten zijnen nadeele een horloge spoorloos verdwenen was. KIJK UIT! Kleine jongens plegen nog steeds op drukke verkeerspunten plotseling over te loopen, met alle gevaren daaraan verbonden. Zoo ook een jongetje, Zaterdagmiddag op den hoek SpoorstraatKoningstraat Een motor bestuurder kon niet meer uitwijken en reed het kereltje aan. Het kwam er nog af met slechts enkele schrammen en builen. ONEERLIJKE DIENSTBODE. Iemand kwam' tot de ontdekking,' dat hij een bankbiljet van 10 gulden miste. De ver denking viel op de dienstbode, en toen de po litie deze aan een verhoor onderwierp, bleek dit ook inderdaad het geval te zijn. Er kwam trouwens nog meer aan het licht: een bedrag van 15 gulden, dat al eerder verdwenen was, werd ook opgehelderd. Na verhpor is de on eerlijke dienstmaagd weer op vrije voeten gesteld. VECHTENDE MATROZEN. De politie kreeg een verzoek om terstond assistentie te laten aanrukken in de stations wachtkamer, aangezien aldaar door enkele matrozen strijd geleverd werd. Toen de sterke arm arriveerde, was de vechtlust terstond ge- bluscht. verdwijnen door de huidzuiverende, huidvoedende en huidverfraaiende Purol. Doos 30, 60 ct. Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Dinsdag, Woensdag en Donderdag in Rialto. Men zal zich ongetwijfeld nog herinneren het verslag, dat wij schreven naar aanlei ding van de première van de Indische vloot film ,,'t Sal waerachtig wel gaen", en waar bij wij gelegenheid hadden er op te wijzen, dat dit een rolprent was die waarschijnlijk ieder Nederlander ten zeerste zal interes seeren, doch in ieder geval ieder marine man. Want dit is een film voor, van en door de Nederlandsche marine. Men krijgt een vrijwel compleet beeld van onze Indische navy: zoowel festiviteiten op het beroemde „Modderlust" als het vervoer van granaten en mijnen naar oorlogs bodems. Men ziet onze „jannen" marchee- ren, en eskaders in volle zee opstoomen, men ziet het zware scheepsgeschut in wer king, men ziet manoeuvres die aan de rea liteit van werkelijke zeeslagen niet veel onderdoen, men ziet het uiterst interessan te werk op onderzeebooten, zoowel wat het duiken betreft als het intieme leven aan boord, men ziet het vliegwapen in actie, men krijgt bijzonder interessante close ups uit machinekamerskortom, de Indi sche marine in haar geheel. Dinsdag, Woensdag en Donderdag draait deze film in het Rialto-theater en het is zonder twijfel dat een groot deel der Hel dersche bevolking, die zoo na aan de marine verwant is, dit werk zal gaan zien. Mert zal tot de conclusie komen, na het aanschouwen van deze nationale rolprent dat het met onze vloot inderdaad „waer achtig wel sal gaen". van 27 April 1940. REVALLEN: A. A. RuitenBroekhuizen, z. Zeer aantrekkelijk programma. Hedenavond vindt in het Casino de uitvoe ring plaats van Helders Katholiek Gemengd Koor, onder leiding van den heer A. J. Lee- wens Zooals men weet worden opgevoerd „Das Feuerkreuz", de dramatische cantate van Max Bruch en „Het sprookje van de schoone Melosina" van H. Hofmann. Al3 solisten engageerde men Nora Blok, sopraan; Lucien Louman, bariton, terwijl mevr. Nij- meyer Moorman de vleugelbegeleiding voor haar rekening genomen heeft. Het belooft een zeer goed concert te wor den, niet in het minst door de keuze van de solisten, welke tot de prominenten in den lande behooren. Wie een goed stuk koorzang wil hooren kunnen wij dan ook zeker advisee- ren hedenavond zijn schreden naar het Casino te richten. De zeer lage entreeprijs zal zeker geen be zwaar opleveren. Regeering antwoordt Volksraad - Geen wijziging in verhoudingoyfers Europeesch en Inlandseh personeel. Vlootplan beoogt herstel van har monie tusschen de weermachtsonder- deelen. Batavia, 27 April. De regeeringsgemach- tigde voor Marine, vice-admiraal C. E. L. Hel- frich. heeft in den Volksraad geantwoord op de opmerkingen, gemaakt bij het ontwerp tot versterking der maritieme defensie. Spreker begon met de erkentelijkheid der regeering te betuigen voor de vele ondubbel zinnige blijken van instemming en consta teerde. dat. op enkele uitzonderingen na, alle sprekers hun steun aan het plan tot verster king der maritieme weermacht toezegden. Hoewel het begrijpelijk is. dat men gaarne allerlei vraagstukken betreffende de toekom stige ontwikkeling van dit land en de autoch tone bevolking in geestelijken, staatkundigen, economischen en geestelijken zin aan de be handeling van dit wetsontwerp zou vastkop pelen, vraagt de regeering zich af of het tijd stip daratoe wel geëigend is. temeer, waar binnen twee maanden in de hoofdzitting van den Volksraad alle gelegenheid zal worden ge boden om alle aspecten van het staatkundig en economisch beleid in beschouwing te nemen. De hoofdzaak en urgentie van de verster king der zeemacht zijn thans alles beheer- schend. en de regeering doet een ernstig be roep op den Volksraad om haar in dezen ge- dachtengang te volgen. Zij heeft een grooter vertrouwen in de be reidheid tot samenwerking, de opofferingsge- zindheiden de aanhankelijkheid van de Indi sche bevolking, dan de heer Thamrin. Hierbij kan worden gewezen op de uitingen van tal van andere vertegenwoordigers van die bevol king in den Volksraad. In het in 1936 vermelde percentage van 19 voor Inlandseh personeel op de vloot mag geen onder alle omstandigheden bindend voorschrift worden gezien. Spreker wijst er op, dat wel alleen dient te worden gelet op de Inlanders op schepen, maar dat ook bij de maritieme in richtingen aan den wal Inlandseh personeel werkzaam is. De sterkte van het Inlandsche burgerpersoneel aan het marine-etablissement bedraagt 9732 man, of 93 procent van het totale personeel van die inrichting. De regeering acht de verschuiving in de ver- houdingscijfers tusschen de verschillende cate gorieën personeel niet in het belang van een goede gevechtswaarde der marine. Derhalve zal niet worden overgegaan tot een grooter uitbreiding van het corps Inlandsche schepelin gen, dan aan de hand van de huidige verhou dingsgetallen noodig zal zijn voor de ver sterkte zeemacht. Deze sterkte is volgens de regeering zeer wel verkrijgbaar, zonder verlaging van de eischen voor dienstneming. Het aantal Inlandsche candidaten voor de opleiding tot officier was tot dusverre zeer gering, en de physieke geschiktheid by de aan melders bleek onvoldoende. In wezen beoogt het vlootplan niet anders dan de verbroken harmonie tusschen leger en vloot te herstellen. Beide onderdeelen van de weermacht zullen, in onderling verband be schouwd, na de voorgenomen uitbreidingen, een zoodanige sterkte hebben, dat een vijand zich een krachtsinspanning van de hoogste orde zal moeten getroosten voor een aanval met kans op succes. De versterking van het leger moet beperkt blijven binnen het kader van de reeds in gang zijnde versteviging. Wat in dit opzicht nog financieel verantwoord is, ook op het gebied der luchtstrijdkrachten, zal de regeering niet nalaten te doen. Mededeelingen ter zake moet de regeering opschorten tot de hoofdzitting. Doelmatige landeenheden op verschillende eilanden zijn reeds geplaatst. Spreker behandelt hierna uitvoerig de mili tair-technische beteekenis van de uitbreiding van de vloot. De regeering acht het voorge stelde aantal slagkruisers niet te weinig. Tegenover den heer Soangkeopon verklaart spreker, dat de regeering reeds het noodige heeft verricht ter zake van hulpsteunpunten voor bewakings- en verkennings-eenheden in den geheelen archipel, en dat verdere maat regelen dienaangaande t. z. t. zullen worden overwogen. Geen buitenlandsche werven. Er is geen technische of andere reden om de nieuwe schepen op buitenlandsche werven in aanbouw te geven. Momenteel zal de regeering roeien met de riemen, die zij heeft, en met de riemen, die nog regelmatig zullen gereedkomen. De ingezette reorganisatie van het leger zal zooveel mogelijk worden bespoedigd. Vooralsnog betwijfelt de regeering de levensvatbaarheid van een eigen Indische vliegtuig-industrie. Ten aanzien van het betoog van den heer Kerstens kan spreker kort zijn. De moeder- landsche regeering heeft nog in den jongsten tijd zoo herhaaldelijk verklaard aan de be proefde zelfstandigheidspolitiek te zullen vast houden, dat voor de vrees, dat wij tegen wil en dank van pion tot looper of kasteel in het internationale schaakspel zullen worden, geen grond te zien is. De regeering van ons Koninkrijk heeft haar houding ten aanzien van conflicten tusschen derden zelf in de hand. Ook by een versterkte vloot zal het gevaar om te worden meegesleept in het conflict, niet grooter zijn dan thans. Spreker eindigde met een samenvatting van de politieke en maritiem-strategische merites van het wetsontwerp in preventieven en re pressieven zin. (Aneta). RESERVE KAMPIOEN. Op de te Amsterdam gehouden Winner ten toonstelling 1940. georganiseerd door de Ned. Kennelclub „Cynophilia". ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan, werd boxer ..Bodo" van de Haagsche schouw, eigenaar onze stadgenoot, de heer F. H. Nieuwhoff. bekroond met den reserve-kampioenschapsprijs, en een eerste j prijs met praedicaat uitmuntend, benevens twee speciale prijzen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5