AKKERTJE
Abonneert U op dit blad
De vlaggen uit
MAXIMUM KWALITEIT - MINIMUM PRIJS
ttDe Vreemdeling
Huidonzuiverheden, vetwormpjes, pukkels en uitslag
Het slagkruiserplan
Maandag 29 April 1940
&adifUeuiuj
Tweede Blad
Jan P* Strijbos vertelt
Voetbalwedstrijd
Verjaardag H.K.H.
Prinses Juliana
Dienst P.T.T. op 30 April
Uit het politie-rapport
De Indische Vlootfilm
ff
't Sal waerachtig
wel gaen"
Burgerlijke Stand van Den Helder
Neem'n
Hedenavond uitvoering
van Held. Kath.
Gem. Koor
Morgen verjaart H. K. H.
Prinses Juliana.
Morgen verjaart onze kroonprinses
en al is er door de tijdsomstandigheden
geen reden tot uitbundige feestviering,
morgen zullen we toch door het uit
steken van de vlag blijk geven van onze
vreugde Nederlanders te zyn en gere
geerd te worden door het Huis van
Oranje.
Als er ooit een tijd geweest is, waar
op we den zegen ervaren hebben in
ons land aan de zee te wonen, dan is
het dezen tijd, nu rondom de wereld in
brand staat.
Laat ons dan ook morgen uiting ge
ven aan die dankbaarheid door onze
gevel te tooien met de Nederlandsche
vlag.
R.S.
r
FIETSEN
Goed werk van het R.K. Gemengd
Tooneelgezelschap.
Behalve dat Antoon Coolen tot de beste
Nederlandsche romanschrijvers van dezen
tijd behoort, heeft hij op zijn naam eveneens
verschillende goede tooneelstukken staan. In
dit verband zij o.m. aan het mooie „Kinderen
van ons Volk" herinnert, dat twee jaar gele
den als abonnementsvoorstelling met veel
succes door het „Residentietooneel" opge
voerd werd.
Wat Coolen schrijft, behoort nu niet direct
tot het lichte genre. Integendeel, het is niet
alleen in artistiek en moreel opzicht steeds
zeer deugdelijk doorwerkte stof, daarnaast
stelt de schrijver aan de vertolkers zijner
stukken zware eischen, zoodat wij met bij
zondere belangstelling gisterenavond de op
voering van „De Vreemdeling", uit te voeren
door het Eerste Heldersche R.K. Gem. Too
neelgezelschap, tegemoet zagen.
Wat geboden is, bleek de toets der critiek
zeer wel te kunnen doorstaan. Er bleek niet
alleen met groote ambitie door dit ensemble
gewerkt te zijn, daarnaast mocht men de
voldoening smaken een opvoering te zien, die
goeddeels aan de zware eischen bleek te vol
doen. En dat is iets, waarvoor men de ver-
eeniging zeker een eere-saluut niet mag ont
houden.
Coolen zoekt het niet in psychologisch
moeilijk te ontwarren gegevens. Zijn personen
zijn normale menschen met normale driften
en eigenschappen; het zijn menschen als U
en ik, zonder tooneelmatig te zijn aangedikt,
zonder te behooren tot die categorie van men
schen, die men uitsluitend voor het voetlicht
pleegt tegen te komen.
In dit stuk betreft het een gezin, levende
ergens in een Zuid-Nederlandsche dorpsche
omgeving, waarvan de vader, een smid, fei
telijk tegen zijn zin een jongeman als knecht
aanneemt, die ee nduister leven achter den
rug heeft. De dochter, aanvankelijk verloofd
met een onderwijzer, geeft dezen op en volgt
de stem van haar hart, die haar den anderen
man wijst. Deze heeft 8 jaar daarvoor een
moord gepleegd. Er ontstaat een conflict tus-
schen den vader eenerzrjds en den vreemde
ling, de dochter en, zij het in mindere mate,
de moeder anderzijds. Het stuk laat zien den
zwaren strijd van den vader tegen zijn
„egistische" liefde voor zijn dochter, en die
van de dochter tusschen de liefde tot haar
Vader en den „vreemdeling".
Zooals gezegd: het stuk werd goed ge
speeld. En dan mag in de eerste plaats wel
genoemd worden de heer C. H. Wols, als uit
beelder van de vader-figuur. Een prestatie,
die niet veel dilettanten hem zullen nadoen.
Niet alleen een opmerkelijke rolkennis, doch
tevens zeer veel begrip voor stemming, sfeer
en het aanvoelen van die tallooze fijne trek
jes in dit stuk van Coolen, die het ver ver
heffen boven het gemiddelde tooneelwerk.
De zwaarste, en daarbij zeker sterkst ver
tolkte partij.
Eveneens met lof mag men gewagen van
de rol van mevr. R. WittelaarWittebrood.
Rustig spel, prima uitspraak en geen zweem
Van forceeren, een gevaar, dat bij deze rol
biet denkbeeldig was. Een waardige tegen
speelster van den heer Wols. De heer J. D.
Mahieu bracht „de vreemdeling". Goede rol
kennis, maar een enkele maal te weinig actie.
Zijn komst in de woning deed iets te thea
traal aan, hetgeen jammer was. Uitstekend
op dreef daarentegen bleek hij te zijn in het
derde bedrijf, als het conflict tusschen hem
en den vader tot een breuk leidt.
De rol van den afgewezen onderwijzer (een
Weinig sympathieke overigens) werd gegeven
door den heer L. J. Wols Jr. Over het alge
meen goed, maar hier misten we wel eens de
begeestering van binnen uit.
Mej. Th. Kolster als Agnes, bleek de figuur
te begrijpen en liet daarvan een zeer goede
Vertolking zien. Speciaal de beide intermezzi,
waarin zij een liedeke voor haar jongen broer
Zingt, bezaten de juiste stemming. Theo Pot
Was een broer van haar, evenals Jack Kol
ster, die een alleraardigste enfant terrible
bleek te zijn, dat de zaal enkele malen har
telijk wist te doen lachen. Speciaal moeten
Wij nog memoreeren het feit, dat enkele der
dialogen tusschen den heer C. H. Wols en
mevr. Wittelaar—Wittebrood bijzonder tot
hun recht kwamen. Zoowel dooro de mise en
scène, als dooor het feit, dat de rollen zoo
goed ingestudeerd waren.
Wat de regie betreft, daarmede legde de
heer K. Groenewegen eer in. Geen enkele
maal zagen wij storende onvolkomenheden.
Met uitzondering van het stormweer in het
eerste bedrijf, waarbij het o.i. wel iets conse
quenter had mogen regenen en waaien
Alzoo een goed stuk werk van deze too-
neelvereeniging, waarover alle medewerken
den, speciaal waar het een zoo zware opgaaf
als een stuk van Coolen betreft, met genoe
gen en tevredenheid op kunilen terugzien.
Over zyn avonturen op Spitsbergen.
Zooals U zich zult herinneren heeft de be-
bekende natuuronderzoeker Jan P. Strijbos in
den zomer van het vorige jaar een reis ge
maakt naar Spitsbergen, tijdens welke reis
hij eenige dagen „zoek" is geweest. Men
vreesde toen voor zijn leven. Van deze avon
tuurlijke reis kwam de heer Strijbos ons Za
terdagmiddag iets vertellen.
Toen de heer J. A. Nijkamp de lezing
opende was de Witte Bioscoop bijna geheel
bezet Op dezen laatsten filmmiddag in dit
seizoen was het spr. een voorrecht een na
tuurkenner en vlotten causeur als Jan. P.
Strijbos te kunnen inleiden.
Door het maken van een reis naar Spits
bergen, aldus ving deze aan, was een jeugd
droom in vervulling gegaan. Spr. kende IJs
land, de Far Oer etc., maar „Svalbard" (de
Noorsche na'am voor Spitsbergen) had hij nog
nooit bezocht.
Oorspronkelijk was het plan geweest naar
het Zuiden van Spanje te gaan. Onverwacht
kreeg hij echter een reisgezel in den Rotter
dammer Jaap Mees, die jammer genoeg niet
goed tegen de warmte kon. „Dan gaan we
niet naar Spanje, maar naar Spitsbergen",
was de oplossing! Zoo gezegd, zoo gedaan.
Via het toen nog vredige Narvik reisde men
naar Tromsö, waar alle expedities naar de
Poolstreken hun beginpunt hebben. Vandaar
over zee naar het doel van de reis, Spitsber
gen. Dit eiland is reeds in 1194 door de Noor
mannen ontdekt, die het den naam gaven
van „Svalbard", Witte Kust.
Ook Heemskecr en De Rijp deden het aan
op hun mislukten pionierstocht om den zee
weg naar Indië „om de Noord" te vinden.
Het klimaat van Spitsbergen is, ondanks
de ligging in de koude zóne, dragelijk en
zelfs vrij mild. Het wordt n.1. beheerscht door
den warmen golfstroom, die er tevens voor
zorgt, dat Spitsbergen in den winter tal van
ijsvrije havens heeft.
De wind speelt er practisch geen rol. Ge
durende zes weken heeft men over het alge
meen zelfs windstil weer gehad.
Eigenaardig is er natuurlijk de pool-dag
en -nacht. Van half April tot half Augustus
schijnt onafgebroken de zon, terwijl van half
September tot half Februari de poolnacht
heerscht.
In verband met de lage temperatuur, die
's winters soms zelfs daalt tot 50 a 60 graden
onder nul, is Spitsbergen practisch bacterie-
vry. Hooikoorts en angina kent men er niet.'
Tijdens hun verblijf op het eiland logeer
den de reizigers in het noordelijkste hotel van
Europa, vanwaar men alle onderzoekings
tocht ondernomen heeft, hetzij gezamenlijk,
hetzij ieder afzonderlijk.
Op een van deze „solo"-tochten landde de
heer Strijbos met zijn kano op een eiland op
ca. 15 km van Spitsbergen gelegen. Hij trok
de boot hoog op het strand en beklom daar
na een steilen heuvel. Vandaar zag hij, dat
plotseling zijn kano door een vloedgolf gegre
pen en meegenomen werd. Daardoor was de
heer Strijbos een soort Robinson Crusoë ge
worden, wat hem overigens niet bijster aan
lokkelijk voorkwam... Goede raad was duur.
Twee groote gletschers beletten hem land
inwaarts te trekken, zoodat hem slechts een
kleine „Lebensraum" overbleef. Vier dagen
en vier nachten zwierf hij toen, zonder eenig
eten of drinken over de barre ijsvlakten rond,
telkens den dood in de oogen ziende, tot hij
eindelijk door zijn verrekijker zag. dat een
boot naderde. Hij probeerde door schreeuwen
de aandacht te trekken, doch het lawaai van
het „afkalven" der gletschers overstemde
zyn geroep. Toch is de redding gekomen en
het telegram, dat zijn vrouw ontvangen had:
„Omgeslagen, waarschijnlijk verdronken",
bleek dus gelukkig geen waarheid te hebben
bevat.
Veertig menschen hadden gedurende ruim
honderd uren geen moeite te groot geacht
om een wildvreemden man te redden, terwijl
elders in de wereld al het uiterste gedaan
werd om zooveel mogelijk menschenlevens te
vernietigen.
Dit alles vertelde de heer Strybos ons op
vlotte, boeiende en vaak geestige wijze, zoo
dat de aandacht in de zaal geen oogenblik
verslapte.
Na zijn causerie vertoonde spreker ons
een aantal lantaarnplaatjes en een smalfilm,
die hij tijdens de reis opgenomen had. Vele
prachtige ongerepte en maagdelijke land
schappen van sneeuw en ijs, maar ook (hoe
kon het anders!) talrijke vogelopnamen van
rotgans en stern, van roodkeelduiker en zee
koet. Ook van den boottocht vertoonde de
heer Strijbos een filmpje en we zagen een
groot gedeelte 'van de Noorsche kust zich
voor ons oog ontrollen. Welke groote moei
lijkheden moeten zich wel niet voordoen voor
de legers, die daar slechts met zeer groote
moeite aan land gezet kunnen worden. De
heer Strijbos sprak de hoop uit, dat de „good
will" van de menschheid nog een rijke vruch
ten mocht dragen en dat een langdurige
vrede nog eens het deel mocht zijn van onze
strijdende wereld.
Toen was weer het einde daar van een in
teressanten middag. We zien met belangstel
ling een volgenden middag in dit genre tege
moet.
MILITAIR ELFTALBEATRIX.
Het debuut van de Sportclub Beatrix is niet
precies een succes geweest. Het valt natuur
lijk te prijzen, dat zij hunne krachten in dienst
stelden van het goede doel, i.c. het Marine
Rampen Fonds, de manier waarop dit ge
beurde kon den toets der kritiek niet door
staan. Het verschijnen alleen b.v. sprak voor
zichzelf, een stuk of v\jf spelers kwamen in
het veld met wit hemd en zwarten broek, ver
der zagen wij er een paar in rood en één in
blauw shirt en tenslotte nog één in grijs polo-
hemd. Alles bij elkaar waren er negen men
schen, die later door een tienden man versterkt
werden. Dit is alles wat er van te melden
valt, de wedstrijd „an sich" zullen wij maar
met den mantel der liefde bedekken. Volgen
den keer beter, heeren, en anders liever nog
wat wachten.
RECLAMELETTERS GESTOLEN.
Zelfs de op ruiten van winkels aangebrachte
reclameletters blijken soms niet veilig te zijn
voor langvingerige stadgenooten. Ten nadeele
van een winkelier op den Kanaalweg werden
er tenminste verscheidene ontvreemd.
Op het klokkenspel van het Monument Ne-
derlandsch Reddingwezen, hoopt de stadsbei-
aardier, ter gelegenheid van den verjaardag
van H.K.H. Prinses Julina, morgen te concer
teeren, met een programma van vaderlandsche
en populaire liederen.
Ie bespeling 8.008.30 u. v.m.
2e bespeling 12.1512.45 u. n.m.
Avondconcert 8—9 u. n.m.
Op 30 April zyn de kantoren, voor zooveel
den postdienst betreft, voor het publiek niet
later opengesteld dan tot 12 uur.
Na 12 uur blijft voor de busrechthouders de
gelegenheid bestaan, om zonder betaling van
verhoogd recht stukken af te halen tot het op
andere dagen geldende sluitingsuur.
Gedurende de openstelling worden alle on-
derdeelen van den postdienst behandeld als op
andere werkdagen.
De dienst ten Centraal-Girokantore zal op
30 April a.s. als op gewone werkdagen volledig
worden uitgeveord. Dit brengt mede, dat ook
voor de behandeling van opdrachten met
spoedbehandeling de gewone daarvoor vast
gestelde tijdstippen gelden.
DENK OM DE WEGENBELASTINGKAART
Omdat zij niet in het bezit waren van een
wegenbelastingkaart werden gisteren diverse
autobestuurders op de bon gezet.
WAAR IS DAT HORLOGE?
De schipper van een botter deed bij de
politie aangifte dat ten zijnen nadeele een
horloge spoorloos verdwenen was.
KIJK UIT!
Kleine jongens plegen nog steeds op
drukke verkeerspunten plotseling over te
loopen, met alle gevaren daaraan verbonden.
Zoo ook een jongetje, Zaterdagmiddag op den
hoek SpoorstraatKoningstraat Een motor
bestuurder kon niet meer uitwijken en reed
het kereltje aan. Het kwam er nog af met
slechts enkele schrammen en builen.
ONEERLIJKE DIENSTBODE.
Iemand kwam' tot de ontdekking,' dat hij
een bankbiljet van 10 gulden miste. De ver
denking viel op de dienstbode, en toen de po
litie deze aan een verhoor onderwierp, bleek
dit ook inderdaad het geval te zijn. Er kwam
trouwens nog meer aan het licht: een bedrag
van 15 gulden, dat al eerder verdwenen was,
werd ook opgehelderd. Na verhpor is de on
eerlijke dienstmaagd weer op vrije voeten
gesteld.
VECHTENDE MATROZEN.
De politie kreeg een verzoek om terstond
assistentie te laten aanrukken in de stations
wachtkamer, aangezien aldaar door enkele
matrozen strijd geleverd werd. Toen de sterke
arm arriveerde, was de vechtlust terstond ge-
bluscht.
verdwijnen door de huidzuiverende, huidvoedende en huidverfraaiende Purol. Doos 30, 60 ct. Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
Dinsdag, Woensdag en Donderdag
in Rialto.
Men zal zich ongetwijfeld nog herinneren
het verslag, dat wij schreven naar aanlei
ding van de première van de Indische vloot
film ,,'t Sal waerachtig wel gaen", en waar
bij wij gelegenheid hadden er op te wijzen,
dat dit een rolprent was die waarschijnlijk
ieder Nederlander ten zeerste zal interes
seeren, doch in ieder geval ieder marine
man. Want dit is een film voor, van en
door de Nederlandsche marine.
Men krijgt een vrijwel compleet beeld van
onze Indische navy: zoowel festiviteiten op
het beroemde „Modderlust" als het vervoer
van granaten en mijnen naar oorlogs
bodems. Men ziet onze „jannen" marchee-
ren, en eskaders in volle zee opstoomen,
men ziet het zware scheepsgeschut in wer
king, men ziet manoeuvres die aan de rea
liteit van werkelijke zeeslagen niet veel
onderdoen, men ziet het uiterst interessan
te werk op onderzeebooten, zoowel wat het
duiken betreft als het intieme leven aan
boord, men ziet het vliegwapen in actie,
men krijgt bijzonder interessante close ups
uit machinekamerskortom, de Indi
sche marine in haar geheel.
Dinsdag, Woensdag en Donderdag draait
deze film in het Rialto-theater en het is
zonder twijfel dat een groot deel der Hel
dersche bevolking, die zoo na aan de
marine verwant is, dit werk zal gaan zien.
Mert zal tot de conclusie komen, na het
aanschouwen van deze nationale rolprent
dat het met onze vloot inderdaad „waer
achtig wel sal gaen".
van 27 April 1940.
REVALLEN: A. A. RuitenBroekhuizen, z.
Zeer aantrekkelijk programma.
Hedenavond vindt in het Casino de uitvoe
ring plaats van Helders Katholiek Gemengd
Koor, onder leiding van den heer A. J. Lee-
wens Zooals men weet worden opgevoerd
„Das Feuerkreuz", de dramatische cantate
van Max Bruch en „Het sprookje van de
schoone Melosina" van H. Hofmann. Al3
solisten engageerde men Nora Blok, sopraan;
Lucien Louman, bariton, terwijl mevr. Nij-
meyer Moorman de vleugelbegeleiding voor
haar rekening genomen heeft.
Het belooft een zeer goed concert te wor
den, niet in het minst door de keuze van de
solisten, welke tot de prominenten in den
lande behooren. Wie een goed stuk koorzang
wil hooren kunnen wij dan ook zeker advisee-
ren hedenavond zijn schreden naar het
Casino te richten.
De zeer lage entreeprijs zal zeker geen be
zwaar opleveren.
Regeering antwoordt Volksraad -
Geen wijziging in verhoudingoyfers
Europeesch en Inlandseh personeel.
Vlootplan beoogt herstel van har
monie tusschen de weermachtsonder-
deelen.
Batavia, 27 April. De regeeringsgemach-
tigde voor Marine, vice-admiraal C. E. L. Hel-
frich. heeft in den Volksraad geantwoord op
de opmerkingen, gemaakt bij het ontwerp tot
versterking der maritieme defensie.
Spreker begon met de erkentelijkheid der
regeering te betuigen voor de vele ondubbel
zinnige blijken van instemming en consta
teerde. dat. op enkele uitzonderingen na, alle
sprekers hun steun aan het plan tot verster
king der maritieme weermacht toezegden.
Hoewel het begrijpelijk is. dat men gaarne
allerlei vraagstukken betreffende de toekom
stige ontwikkeling van dit land en de autoch
tone bevolking in geestelijken, staatkundigen,
economischen en geestelijken zin aan de be
handeling van dit wetsontwerp zou vastkop
pelen, vraagt de regeering zich af of het tijd
stip daratoe wel geëigend is. temeer, waar
binnen twee maanden in de hoofdzitting van
den Volksraad alle gelegenheid zal worden ge
boden om alle aspecten van het staatkundig
en economisch beleid in beschouwing te nemen.
De hoofdzaak en urgentie van de verster
king der zeemacht zijn thans alles beheer-
schend. en de regeering doet een ernstig be
roep op den Volksraad om haar in dezen ge-
dachtengang te volgen.
Zij heeft een grooter vertrouwen in de be
reidheid tot samenwerking, de opofferingsge-
zindheiden de aanhankelijkheid van de Indi
sche bevolking, dan de heer Thamrin. Hierbij
kan worden gewezen op de uitingen van tal
van andere vertegenwoordigers van die bevol
king in den Volksraad.
In het in 1936 vermelde percentage van 19
voor Inlandseh personeel op de vloot mag geen
onder alle omstandigheden bindend voorschrift
worden gezien. Spreker wijst er op, dat wel
alleen dient te worden gelet op de Inlanders
op schepen, maar dat ook bij de maritieme in
richtingen aan den wal Inlandseh personeel
werkzaam is. De sterkte van het Inlandsche
burgerpersoneel aan het marine-etablissement
bedraagt 9732 man, of 93 procent van het
totale personeel van die inrichting.
De regeering acht de verschuiving in de ver-
houdingscijfers tusschen de verschillende cate
gorieën personeel niet in het belang van een
goede gevechtswaarde der marine. Derhalve
zal niet worden overgegaan tot een grooter
uitbreiding van het corps Inlandsche schepelin
gen, dan aan de hand van de huidige verhou
dingsgetallen noodig zal zijn voor de ver
sterkte zeemacht.
Deze sterkte is volgens de regeering zeer
wel verkrijgbaar, zonder verlaging van de
eischen voor dienstneming.
Het aantal Inlandsche candidaten voor de
opleiding tot officier was tot dusverre zeer
gering, en de physieke geschiktheid by de aan
melders bleek onvoldoende.
In wezen beoogt het vlootplan niet anders
dan de verbroken harmonie tusschen leger en
vloot te herstellen. Beide onderdeelen van de
weermacht zullen, in onderling verband be
schouwd, na de voorgenomen uitbreidingen,
een zoodanige sterkte hebben, dat een vijand
zich een krachtsinspanning van de hoogste
orde zal moeten getroosten voor een aanval
met kans op succes.
De versterking van het leger moet beperkt
blijven binnen het kader van de reeds in gang
zijnde versteviging. Wat in dit opzicht nog
financieel verantwoord is, ook op het gebied
der luchtstrijdkrachten, zal de regeering niet
nalaten te doen. Mededeelingen ter zake moet
de regeering opschorten tot de hoofdzitting.
Doelmatige landeenheden op verschillende
eilanden zijn reeds geplaatst.
Spreker behandelt hierna uitvoerig de mili
tair-technische beteekenis van de uitbreiding
van de vloot. De regeering acht het voorge
stelde aantal slagkruisers niet te weinig.
Tegenover den heer Soangkeopon verklaart
spreker, dat de regeering reeds het noodige
heeft verricht ter zake van hulpsteunpunten
voor bewakings- en verkennings-eenheden in
den geheelen archipel, en dat verdere maat
regelen dienaangaande t. z. t. zullen worden
overwogen.
Geen buitenlandsche werven.
Er is geen technische of andere reden om
de nieuwe schepen op buitenlandsche werven
in aanbouw te geven.
Momenteel zal de regeering roeien met de
riemen, die zij heeft, en met de riemen, die
nog regelmatig zullen gereedkomen.
De ingezette reorganisatie van het leger zal
zooveel mogelijk worden bespoedigd.
Vooralsnog betwijfelt de regeering de
levensvatbaarheid van een eigen Indische
vliegtuig-industrie.
Ten aanzien van het betoog van den heer
Kerstens kan spreker kort zijn. De moeder-
landsche regeering heeft nog in den jongsten
tijd zoo herhaaldelijk verklaard aan de be
proefde zelfstandigheidspolitiek te zullen vast
houden, dat voor de vrees, dat wij tegen wil
en dank van pion tot looper of kasteel in het
internationale schaakspel zullen worden, geen
grond te zien is.
De regeering van ons Koninkrijk heeft haar
houding ten aanzien van conflicten tusschen
derden zelf in de hand. Ook by een versterkte
vloot zal het gevaar om te worden meegesleept
in het conflict, niet grooter zijn dan thans.
Spreker eindigde met een samenvatting van
de politieke en maritiem-strategische merites
van het wetsontwerp in preventieven en re
pressieven zin. (Aneta).
RESERVE KAMPIOEN.
Op de te Amsterdam gehouden Winner ten
toonstelling 1940. georganiseerd door de Ned.
Kennelclub „Cynophilia". ter gelegenheid van
haar 50-jarig bestaan, werd boxer ..Bodo" van
de Haagsche schouw, eigenaar onze stadgenoot,
de heer F. H. Nieuwhoff. bekroond met den
reserve-kampioenschapsprijs, en een eerste
j prijs met praedicaat uitmuntend, benevens
twee speciale prijzen.