vuren van Tohr Levenslang geëischt Hei GeHeim unn tegeneen koffermoordenaat Torrance Esdale Radioprogramma 5 maanden voorwaardelijk gezeten Niemand mocht Noorwegen aanvallen „Willy" en „Teunisje zoek Intellectueel contact België-Nederland door Edgar Rice Burroughs TARZAN en de DEED HET NIET MET VOORBEDACHTE RADE De Amsterdamsche rechtbank heeft gis teren de behandeling van de strafzaak voortgezet tegen den hofmeester Koorens, verdacht van moord op zijm vrouw, ge pleegd op 22 Juni van het vorige jaar in zijn woning aan de Pijnackerstraat te Am sterdam. Na een korte ondervraging van Koorens, die bij zijn reeds afgelegde verklaringen blijft, is het woord aan den Officier van Ju stitie, mr. L. de Blécourt. Requisitoir. In deze felbewogen tijden aldus vangt Spr. aan waarin de volkeren elkaar gaan verscheuren en waarin wij steeds in de couranten de meest felbewogen berichten lezen, dreigen wij af te stompen. Toch treft ons dit afschuwelijke, dierlijke misdrijf diep. In het kort schetst de officier de vondst van den koffer met zijn afschuwelijiken in houd, het vinden van het waschnummer en het onderozek in de leege woning, waar het scherpe oog van dr. van Ledden Hulse bosch spoedig bloedsporen vond. Vervolgens ging de officier na, wat Koo rens na het misdrijf had gedaan. Hij be schrijft o.a. hoe K. zijn vrienden het huis liet zien, waar het lijk van zijn vrouw ligt.. Mee een onverklaarbare kalmte leidt hij zijn kennissen rond in het huis... één deur blijft gesloten... den volgenden dag vertrekt hij per auto, na in koffers gepakt, het lijk in te hebben geladen. Koorens gaat terug naar Amsterdam. Een paar dagen later scheept hij zich in op de „Oranje". Hij maakt de proeftocht mee en onbewogen bedient de keurige hofmees ter aan tafel. Vlug en vriendelijk bedient hij het feestvierende gezelschap. Niemand merkt iets bijzonders aan hem... Dan releveert de officier het verhaal dat Koorens doet over de ruzie met zijn vrouw haar val en haar bewusteloosheid. Maar het is anders gegaan dan Koorens heeft gezegd. Om dat te bewijzen, moeten we Koorens op zijn reizen volgen. Ver dachte Koorens immers had aan boord een meisje ontmoet, waar hij dolverliefd op werd. Hij moest van zijn vrouw af. Om te bewijzen hoeveel Koorens van het meisje hield, las hij eenige brieven voor, door ver dacht» aan zijn vriendinnetje geschreven. Bijna iederen dag schrijft hij haar. Koo rens komt thuis! Daar is niet gebeurd wat K. vertelde. Neen! Toen de vrouw rus tig in bed lag, toen, Koorens, hebt gij een mes genomen en dwars door het hart yan uw vrouw gejaagd. Zoo is het gegaan en niet anders... Koorens staat op, spierwit ziet hij. Hij poogt een paar woorden van protest te mompelen. Maar de officier valt hem in de rede: „Stil, Kooren,s je krijgt later het woord..." Koorens zinkt weer neer in de verdachten- bank. Strak kijkt hij den Officier van Justitie aan, wanneer deze tegen hem fulmineert: uw motorische onrust op den terugreis naar Indië, Koorens, is verklaarbaar. Voor uw geestesoog verscheen uw vrouw, de vrouw, die uliefhad, die slechts voor u leefde en die door u op lafhartige en afschuwelijke wijze werd gedood. Door drank trachttet gij te vergeten. Maar dat zal u nooit ge lukken... Er is nog een hoogere gerechtig heid Koorens! Strafmaat. gaan uit naar dat hooge, sombere gebouw- te Leeuwarden. Dikwijls valt het ons zwaar een hooge straf te eischen, doch in (leze zaak mogen wij geen gevoelselemen ten laten gelden. De straf, die in de rechtsovertuiging van ons volk leeft, is voor mij richtsnoer. Als een vampyr heeft deze beestachtige verdachte zijn vrouw gedood en in stukken gesneden. Wegens moord op zijn echtgenoote requireer ik tegen dezen man le venslang» gevangenisstraf, besloot mr. de Blécourt zijn requisitoir. Koorens had inmiddels zijn kalmte her wonnen. Pleidooi. De verdediger, mr. F. A. Kokosky, ving zijn pleidooi aan met de vraag waarom de eisch opgevoerd is tot het maximum? Om dat, zegt pleiter, de officier onder den in druk is, van wat Koorens né het feit heeft gedaan. Maar voor de rechtbank mag slechts de vraag bestaan: heeft Koorens zich schuldig gemaakt aan moord, doodslag of zware mishandeling;is Koorens toereke ningsvatbaar en zoo ja, welke straf moet worden opgelegd, verder niet! PI. noemde het onjuist, dat de Officier van Justitie het eerste verhoor afnam en daar verbaal van maakte. Daar zou Koo rens gezegd hebben: „Ja, ik heb het ge daan Maar wat bedoelde verd.? Hij wil de slechts zeggen, dat hij gestoken had nA haar dood en haar had verminkt. In zijn radeloosheid heeft Koorens inderdaad iets afgrijselijks gedaan. Maar waarom? Omdat hij hang was, dat de justitie verband zou Iep-gen tusschen den dood van de vrouw en zijn liefde voor het meisje. Vervolgens besprak mr. Kokosky de kwes tie van de toerekeningsvatbaarheid van den verdachte. Naar pl.'s oordeel hebben de psychiaters zich te veel laten leiden door het dossier en hij verzoekt de rechtbank, een nieuw psychiatrisch onderzoek te be velen. Na re- en dupliek kreeg Koorens nog eens het wooard: „Ik zweer u, dat 't precies ge gaan is, zooals ik vertelde. Ik heb het niet met voorbedachten rade gedaan". De rechtbank zal op Donderdag 9 Mei in deze zaak vonnis wijzen. NU 1000.— SCHADEVERGOEDING GEEISCHT VAN HET ItIJK. Zekere M„ te Wanrooi, heeft te Den Bosch terecht gestaan als verdacht van het feit. dat hij te Wanrooi opzettelijk in zijn wo ning brand heeft gesticht. Zoowel door de Bossche rechtbank als door het Hof is ver dachte vrijgesproken. M„ die vijf maanden in preventieve hech tenis heeft gezeten, heeft van den staat een schadevergoeding geëischt van duizend gul den. Deze eisch tot schadevergoeding is gis terochtend door den raadsman van ver dachte, Mr. Nijst uit Eindhoven, bij het Hof ingediend, 't Hof heeft deze zaak in Raacte kam->" behandeld en zal later een beschik king geven. REGEERING WAS STRIKT NEUTRAAL. De Noorsche minister van Buiten- landsche Zaken, Koht, heeft ver klaard, dat de bewering van von Ribbentrop als zou de Noorsche regeering tevoren hebben geweten, dat Engeland mijnen wilde leggen in de Noorsche territoriale wateren, dat Noorwegen zulks zelfs had goed gevonden en dat dit de Duitsche inval zou rechtvaardigen, volkomen onwaar is. Het leggen van mijnen door de Engelschen is voor de Noorsche regeering, welke on middellijk protesteerde en eischte, dat En geland direct de gelegde mijnen zou weg nemen, als een volkomen verrassing geko men. De minister voegde hier thans aan toe, dat de regeering denzelfden dag had be sloten. dat, indien de mijnen niet binnen korten tijd door Engeland zouden zijn weg genomen, de Noorsche vloot opdracht zou hebben gekregen deze te verwijderen Het is duidelijk, dat de Duit&chers naar een argument gezocht hebben. De Britsche mijnen werden op 8 April gelegd en reeds vroeg in den daarop volgenden nacht heeft de Duitscher Noorsch gebied, zelfs tot Nar- vik toe, geschonden. Duitsche zeestrijd- krachten moeten dus langen tijd vóór de legging van Engelsche mijnen, uit Duitsch land zijn gezonden. De zeestrijd-krachten bereikten Drontheim op 9 April en deelden er Duitsche pamfletten uit, welke zij uit Duitschland hadden meegenomen. Het op 2 April door de Noorsche regee ring genomen besluit was een weigering aan de Britsche en Fransche troepen door Noorwegen te trekken om hulp te gaan bieden aan Finland. Dit besluit is een duidelijke handhaving der Noorsche neutraliteit en een verbod voor de Westersche mogendheden voor haar oorlogsvoering gebruik te maken van Noorsch gebied. Niemand zal met recht kunnen beweren, aldus besluit dr. Koht, dat Noorwegen op eenigcrlei wijze heeft geschipperd met zijii neutraliteitsverplichtingen. Integendeel, Noorwegen heeft deze plichten zoo nauw keurig in acht genomen, dat zekere staten om die reden ontevreden zijn. *t ERNSTIGE ONGERUSTHEID OM TWEE NEDERLAN'DSCHE VIS- SCHERSBOOTEN. Te IJmuiden en elders maakt men zich ongerust over een tweetal Nedcrlaudsehe visschersschepen, namelijk de trawler „Wil- ly", Sch. 61 en de logger „Teunisje", K.W. 62, welke schepen bij een veertigtal andere Nederlandsche trawlers en loggers in de huurt van het mijnenveld ten noorden van Terschelling visschten en die later niet meer zijn gezien. Tal van visschers verklaarden eenige zware explosies te hebben gehoord, terwijl ook de schipper van den in IJmuiden bin- nengeloopcn trawler Reiger IJm. 106 heeft gerapporteerd wrakhout, waaronder een deel van een visschersboot te hebben zien drijven. Van de Willy heeft men sinds Donder dag j.1. geen bericht meer gehoord. De Teunisje is een nieuwe logger, die zijn eerste reis maakte. Welke straf moet aan dezen man wor den opgelegd? Onze gedachten, aldus spr., FEUILLETON doorRoy Vickers n i ii. De heer Maasiter liep nogmaals de kamer door, totdat hij bij zijn bureau kwam, dat mid den in het vertrek stond. Nauwkeurig legde hij de daar aanwezige dingen recht en draaide de vloeimap om. Torrance dacht, dat hij haar iets wilde laten zien, doch hij plaatste slechts zijn handen op de open plek, terwijl zijn hand palmen vlak en hard op het bureaublad druk ten. „Juffrouw Esdale, u moet u een oogenblik in mijn plaats denken. Hier sta ik, voor u slechts een zakenrelatie, voor de Saranacks een vreemdeling, misschien de toekomstige Patroon van Gerald. Dus van alle kanten be- rien, ben ik zeer zeker iemand, op wien de gebeurtenissen geen invloed gehad hebben. Maar anderzijds ontdek ik, door toeval een sPoor, dat het verdwijnen van professor Ellister 'net den moord van oom Julius in Calling- ham kan verbinden en dit spoor is anderen n°g niet bekend, zelfs u niet vermoed ik, juffrouw Esdale; alhoewel ik u al op één feit heb gewezen." „Dan, door een tweede toeval, weet ik, dat u gisteren van plan was heimelijk een bezoek aan Hillfoot te brengen, om een brief terug te halen dien u daarheen had gezonden. Toen ik las, dat het de stem van een vrouw was, die de politie telefonisch uaar de plaats van het onheid had geroe pen, had ik opnieuw het gevoel, dat ik een draad in handen had. En tenslotte, 'J .Sde zijn handen zoo vlak op het blad, dat ^jn vingers kraakten, „ontmoet ik de vrouw jnet wie Saranack getrouwd is en vindt «aar het eenige type vrouw, dis, o gens P^jn ondervinding, gevaar efl wanhoop rengt, waar zij 'ook komt. Ik bedoel e *ype. dat doet alsof het een verdwaald kind 13- maar wel degelijk kan nadenken en zich- nooit en nooit aan iets brandt. Hoe ik dat weet? Omdat deze persoon, die slechts ?*Ven minuten in mijn auto heeft doorge bracht, mjj zoo heeft uitgehoord omtrent uw De Belgiche Minister van Onderwijs heeft medegedeeld, dat de Belgische regeering 'n studiebeurs, groot 15.000 franc, ter beschik king heeft gesteld voor een geneesheer, in genieur, apotheker of kunstenaar van naam, die aan een Nederlandsche uiversiteit of andere onderwijsinstelling zijn studie wil voortzetten, of onderzoekingen of ander werk wil verrichten in Nederland Het doel van dit besluit is de in-tellectucele betrek kingen tusschen Nederland en België meer intensief te maken. doen en laten gisteren, zooals ik het nog nooit eerder heb meegemaakt. Hoe laat u uit Torquay vertrok en hoe laat U in Lon den aankwam? Of, met andere onuitge sproken woorden, of u de mysterieuze vrouw geweest kon rijn, die vanuit Callingham ge telefoneerd had, of dat u een alibi heeft." Wat heeft u verteld?" fluisterde Torrance. "ik nam aan, dat u goed zoudt vinden wat ik "deed, juffrouw Esdale en heb daarom ge logen Én goed. Ik heb haar verteld dat ik gisteren, tot etenstijd bijna, brieven aan u heb riten dicteeren, u niet eens vrjj af heb ge geven voor het koffie drinken of de thee en dat u net op tijd klaar kwam om in den loop van den avond een trein naar huis te nemen... als ik u was, zou ik dat verhaal aanhouden; waarschijnlijk zullen noch het hotel- noch het stationspersoneel zich herinneren, dat het met zoo is." Torrance ging naar hem toe en stak, over het bureau heen, haar hand naar hem uit. U bent ontzettend lief voor mij geweest. Ik "kan kan u niet genoeg bedanken." Hij pakte haar hand en hield haar vast. „Dus u begrijpt, juffrouw Esdale, ik kan zijn, wat u wenscht. Indien ik een onbeinvloe- den toeschouwer moet blijven, pak ik mijn va liezen en ga met de volgende boot naar huis terug, en wat ik weet of raad omtrent den dood van Julius Saranack, gaat met mij mee, het graf in. Of, ik blijf hier, om u te helpen en te steunen." Ik heb hulp noodig," stemde Torrance toe. 't Is gek. vindt u niet? Ik geloof niet dat ik het ooit eerder noodig heb gehad; maar nu heb ik hulp noodig. Het eenigste is, op welke wijze kan ik van uw hulp gebruik maken?" Gemakkelijk genóeg. Nee", meneer Mas siter bleek plotseling gevoel voor humor te WOENSDAG 1 -MEI 1940. Hilversum I. 1875 en 414.4 m. NCRV-uitzending. 6.256.55 Onderwijs fonds voor de scheepvaart 8.00 Berichten ANP. 8.05 Schriftlezing, meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek. (9.309.45 geluk w.). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Viool, piano en gramofoonmuziek. 12.00 Gramofoonmuziek. bezitten,, ,niet gemakkelijk. Iederen keer dat u bij mij moet komen, zal het telkens een vernedering voor u rijn. Kan geen kwaad." Zij glimlachte moedig. „Ja, u hebt geljjk. Ik heb vernedering noo dig. Zal ik beginnen met u te vertellen, wat er gisteren gebeurde, toen ik dien brief terug haalde van Hillfoot?" „Ja. Het is het beste, dat ik dat weet. Maar u kunt het mjj op weg naar Parijs wel vertellen. We moeten nu weg. Er gaat een vliegmachine om twaalf uur.". „Parijs gaan we waarom gaan we zoo overhaast naar Parijs?" „Om te onderzoeken, waarom Professor El lister zich gisteren niet aan zijn afspraak met Gerald heeft gehouden. En als het de reden is die ik vermoed, komen wjj met zelfs nog grooteren spoed terug. Als u nu naar uw flat wilt gaan en daar alles even in orde wilt maken, kom ik u over een half uur ophalen." HOOFDSTUK XIII. En vindt er baat bjj- Torrance had niet eens een half uur noodig, om zich voor te bereiden voor den tocht naar Parijs; haar prachtige reisnecessaire, haar schrijfcassette met volledige uitrusting, zelfs haar persoonlijke dingen stonden altijd klaar, zoodat zij plotseling van huis kon gaan. En toch liet zij meneer Massiter, toen hjj haar kwam halen, nog wachten. Het duurde volle vijf minuten, (terwijl de chauffeur stram naast de geopend auto-deur stond te wach ten), voordat rij verscheen en naast hem kwam zitten. „Ik heb nog naar die courant gezocht," legde zij hem uit onder het wegrjjden. „Ik be- 90. Toen Janette weggeleid werd om als slavin te worden gekleed, wendde Dr. Wong zich tot Ahtea „En wat, o, illustere koningin, zal haar toekomstig lot rijn?" „Als ik haar geest gebroken heb en als ze me verveelt als ver." De Chinees boog diep. „Nu, deze strjjd." begon hjj, „het gevecht, dat plaats zal hebben tussen Tarzan en Mungo. Vindt u niet, dat de overwinnaar een prjjs verdient? Het zou hen aansporen om nog heftiger te vechten." „Ah-h, ik begrijp wat je bedoelt," lachte 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.30 berichten ANP). 12.45 Orgelspel en gramofoonmuziek. I.30 Ensemble van der Horst en gr.muz. 2.30 Voor postzegelverzamelaars. 3.00 Ensemble van der Horst. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00 Zang, piano en gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.25—6.55 Taalles en technisch onde.r.w.t. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie: „Voetbalsport in eigen kring". 7.30 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP., internationaal overzicht, herhaling SOS-berichten. 8.25 Reportage. 9.00 Gramofoonmuziek. 9.15 Causerie „Onze aangifte voor de Inkom stenbelasting". 9.45 Spaarne-sextet. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Spaarne-sextet. II.15 Gramofoonmuziek, ca. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum II. 301.5 m. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.808.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek en toespraak „Ondaks alles!" 8.15 Berichten ANP. 8.25 Litterair-muzikaal programma. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor de vrouw. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.00 Rosian-orkest. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.00 „Onwankelbaar bljjft onze overtuiging", toespraak. doel die, waarin dat interview met professor Ellister stond. Ik liet haar liggen, weet u wel, toen ik naar u toe ging. En nu is zjj weg." Meneer Massiter ging rechtop zitten. „Weg? Heeft iemand haar meegenomen? Wie?" „Ik liet Gerald, die op Annabelle bleef wachten, achter toen ik wegging om naar u in het Parnassus hotel te gaan. Mjjn dienst meisje vertelt mjj, dat zjj Annabelle ongeveer tien minuten later terugkwam. Zij hebben niet op mij gewacht. Zjj gingen samen weg, zjj en Gerald." „En toch heeft een van hen de courant mee genomen. Nou, juffrouw Emdale!" Hij floot jongensachtig en een oogenblik leek hij niet veel ouder dan Gerald. „Dat is veelbeteeke- nend en laten we nu eens uitzoeken nee, ik kan niet eerder nadenken, voordat u mjj verteld heeft, wat u weet. En ik heb zoo'n idee, dat het een heeleboel is." Zjj schudde ontkennend haar hoofd. Het leek zoo erg weinig. Zjj begon met alles te vertellen het vluchten achter het gordijn, een blik op het meisje dat iets in den schoor- steenombouw metselde, enkele gesproken be velen en het geluid van de voetstappen, die het huis verlieten. Vreeselijk weinig en vree- selijk kinderachtig. En bovendien werd het nog haperend verteld. „Het klinkt ongelooflijk, dat ik het huis niet doorzocht heb, maar u moet begrjjpen, dat ik er geen idee van had, dat oom Julius er was. Mjjn eenigste gedachte was. dien brief te pakken en te vluchten. U u weet, wat ik dacht. Ik kon het er niet op wagen, dat men mij daar vond, daar ik dan alles zou moe ten uitleggen, misschien den brief zou moeten laten lezen..." Zjj haperde en zweeg. Stil zat zjj uit het slavin, zal ik wel wat anders voor haar be denken. De wenkbrauwen van Dr. Wong gin gen omhoog. „Misschien kan ik onderda nige nieteling u een voorstel aan de hand doen, dat mjjn koningin zal amuseeren." „Spreek op, Wong Tai. Tot nu toe heb Je me goed gediend. Je was een verstandig raadge- Ahtea. „Om Janette Burton als prjjs te geven aan den overwinnaar" .„Juist, o machtige vorstin. Ze zou voor Mungo een aantrekke- ijjke vrouw zjj." De ogen van de koningin schitterden. „Uitstekend, Wong Tai. De vrouw zal naar Mungo gaan!" I.20 VARA-orkest. 2.00 Radiotooneel. 2.29 Residentie-orkest en solist (opn.). 3.20 Voor de kinderen. 3.45 Residentie-orkest (opn.). 4.25 Gramofoonmuziek. 5.306.10 Orgel en zang. 6.15 Rosian-orkest en spreker. 7.00 VAR A-kalender, 7.05 Felicitaties. 7.10 „Wjj roepen U", 1 Mei-toespraak. 7.30 VARA-Meisjeskoor „De Krekels". 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP. 8.20 Uit België: Radio-orkest, Nationaal ork. van België, koren en solisten (In de pauze toespraak „1 Mei-groet"). 9.20 VARA-maandrevue. 10.45 Utrechtsch Stedeljjk orkest en solisten (opname). II.00 Berichten ANP. 11.10 Gramofoonmuziek en toespraak „Eens". 11.30 De Ramblers. 11.5512.00 Gramofoonmuziek. raam te kjjken en staarde naar het verkeer, dat langs hen heenstroomde. Meneer Mas siter keek ook naar buiten. „Nadien heeft u den brief vernietigd, juf frouw Esdale?" Natuurljjk!" „Zooals het nu is geloopen, geloof ik dat het toch jammer is, dat u dat gedaan heeft". Zij was verbaasd bjj na verontwaardigd. Hjj drong aan: „Misschien komt er een tijd stip waarop u wenscht, dat u dien brief nog had. Juist de «inhoud zou alles uitleggen..." „Waarvan „Van uw aanwezigheid in dat huis; dat u zoo handelde, zooals u gedaan heeft. Het kan zjjn, dat u het zult moeten verklaren." „Ik ben niet van plan ooit iets te verkla ren! En u heeft zlef een alibi voor mjj samen gesteld en raadde mjj nog aan, mjj daaraan te houden! Waarom wilt u daar niet bjj bljjven?" „Iets dat u mjj juist heeft doen inzien. Iets dat ik zelf had moeten begrjjpen. Slechts dit: we hebben niet met één, maar met twee boe ven te maken. Een man werkt nog met haar samen." Zjj wachtte, maar hjj voegde er niets aan toe. De zelfbewuste, arrogante Torrance van enkele dagen geleden zou hem toen ongedul dig ondervraagd hebben, doch deze nieuwe Torrance, die zich onbeschrjjfeljjk angstig en bedroefd voelde, keek herti smeekend aan en durfde hem niet om uitleg te vragen. De auto reed door. „Het vliegveld," zei hij ineens en borg zjjn papieren op. „Ik wacht wel in het restaurant, juffrouw Esdale. Hier heeft u mijn portefeuille. Waar- schjjnljjk kent u wel eenige piloten hier, denkt u er om dat wij voor zaken naar Parijs gaan: Mjjn zaken, niet de uwe; en u weet niet wanneer wjj terugkomen." Zjj knikte; door haar "werk was zij gewend, dergeljjke instructies blindelings op te volgen. Zoodra zjj het lange, lage gebouw op het vlieg veld binnengegaan was. begreep zij, dat zjj deze waarschuwing te danken had aan den vooruitzienden blik van meneer Massiter. „Goeden morgen, juffrouw Esdale!" Een vroolijke jonge man van de kaartjesafdeeling sprak haar aan een vriend van Gerald. „Gaat u naar den overkant?" Zjjn gericht was ernstig. .Tusschen twee haakjes, ik heb de courant gelezen. Wat een ellendige ge schiedenis met dien ouden heer Saranack. Ik voel echt met u mee. Een familielied van u niet?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7