vuren van Tohr
Levenslang geëischt
Hei GeHeim unn
tegeneen koffermoordenaat
Torrance
Esdale
Radioprogramma
5 maanden voorwaardelijk
gezeten
Niemand mocht
Noorwegen aanvallen
„Willy" en „Teunisje
zoek
Intellectueel contact
België-Nederland
door Edgar
Rice Burroughs
TARZAN en de
DEED HET NIET MET
VOORBEDACHTE RADE
De Amsterdamsche rechtbank heeft gis
teren de behandeling van de strafzaak
voortgezet tegen den hofmeester Koorens,
verdacht van moord op zijm vrouw, ge
pleegd op 22 Juni van het vorige jaar in
zijn woning aan de Pijnackerstraat te Am
sterdam.
Na een korte ondervraging van Koorens,
die bij zijn reeds afgelegde verklaringen
blijft, is het woord aan den Officier van Ju
stitie, mr. L. de Blécourt.
Requisitoir.
In deze felbewogen tijden aldus vangt
Spr. aan waarin de volkeren elkaar gaan
verscheuren en waarin wij steeds in de
couranten de meest felbewogen berichten
lezen, dreigen wij af te stompen. Toch treft
ons dit afschuwelijke, dierlijke misdrijf
diep.
In het kort schetst de officier de vondst
van den koffer met zijn afschuwelijiken in
houd, het vinden van het waschnummer
en het onderozek in de leege woning, waar
het scherpe oog van dr. van Ledden Hulse
bosch spoedig bloedsporen vond.
Vervolgens ging de officier na, wat Koo
rens na het misdrijf had gedaan. Hij be
schrijft o.a. hoe K. zijn vrienden het huis
liet zien, waar het lijk van zijn vrouw ligt..
Mee een onverklaarbare kalmte leidt hij
zijn kennissen rond in het huis... één deur
blijft gesloten... den volgenden dag vertrekt
hij per auto, na in koffers gepakt, het lijk
in te hebben geladen.
Koorens gaat terug naar Amsterdam.
Een paar dagen later scheept hij zich in op
de „Oranje". Hij maakt de proeftocht mee
en onbewogen bedient de keurige hofmees
ter aan tafel. Vlug en vriendelijk bedient
hij het feestvierende gezelschap. Niemand
merkt iets bijzonders aan hem...
Dan releveert de officier het verhaal dat
Koorens doet over de ruzie met zijn vrouw
haar val en haar bewusteloosheid.
Maar het is anders gegaan dan Koorens
heeft gezegd. Om dat te bewijzen, moeten
we Koorens op zijn reizen volgen. Ver
dachte Koorens immers had aan boord een
meisje ontmoet, waar hij dolverliefd op
werd. Hij moest van zijn vrouw af. Om te
bewijzen hoeveel Koorens van het meisje
hield, las hij eenige brieven voor, door ver
dacht» aan zijn vriendinnetje geschreven.
Bijna iederen dag schrijft hij haar. Koo
rens komt thuis! Daar is niet gebeurd
wat K. vertelde. Neen! Toen de vrouw rus
tig in bed lag, toen, Koorens, hebt gij een
mes genomen en dwars door het hart yan
uw vrouw gejaagd. Zoo is het gegaan en
niet anders...
Koorens staat op, spierwit ziet hij. Hij
poogt een paar woorden van protest te
mompelen. Maar de officier valt hem in de
rede: „Stil, Kooren,s je krijgt later het
woord..."
Koorens zinkt weer neer in de verdachten-
bank.
Strak kijkt hij den Officier van Justitie
aan, wanneer deze tegen hem fulmineert:
uw motorische onrust op den terugreis naar
Indië, Koorens, is verklaarbaar. Voor uw
geestesoog verscheen uw vrouw, de vrouw,
die uliefhad, die slechts voor u leefde en
die door u op lafhartige en afschuwelijke
wijze werd gedood. Door drank trachttet
gij te vergeten. Maar dat zal u nooit ge
lukken... Er is nog een hoogere gerechtig
heid Koorens!
Strafmaat.
gaan uit naar dat hooge, sombere gebouw-
te Leeuwarden. Dikwijls valt het ons
zwaar een hooge straf te eischen, doch in
(leze zaak mogen wij geen gevoelselemen
ten laten gelden. De straf, die in de
rechtsovertuiging van ons volk leeft, is
voor mij richtsnoer.
Als een vampyr heeft deze beestachtige
verdachte zijn vrouw gedood en in stukken
gesneden.
Wegens moord op zijn echtgenoote
requireer ik tegen dezen man le
venslang» gevangenisstraf, besloot
mr. de Blécourt zijn requisitoir.
Koorens had inmiddels zijn kalmte her
wonnen.
Pleidooi.
De verdediger, mr. F. A. Kokosky, ving
zijn pleidooi aan met de vraag waarom de
eisch opgevoerd is tot het maximum? Om
dat, zegt pleiter, de officier onder den in
druk is, van wat Koorens né het feit heeft
gedaan. Maar voor de rechtbank mag
slechts de vraag bestaan: heeft Koorens
zich schuldig gemaakt aan moord, doodslag
of zware mishandeling;is Koorens toereke
ningsvatbaar en zoo ja, welke straf moet
worden opgelegd, verder niet!
PI. noemde het onjuist, dat de Officier
van Justitie het eerste verhoor afnam en
daar verbaal van maakte. Daar zou Koo
rens gezegd hebben: „Ja, ik heb het ge
daan Maar wat bedoelde verd.? Hij wil
de slechts zeggen, dat hij gestoken had nA
haar dood en haar had verminkt. In zijn
radeloosheid heeft Koorens inderdaad iets
afgrijselijks gedaan. Maar waarom? Omdat
hij hang was, dat de justitie verband zou
Iep-gen tusschen den dood van de vrouw en
zijn liefde voor het meisje.
Vervolgens besprak mr. Kokosky de kwes
tie van de toerekeningsvatbaarheid van
den verdachte. Naar pl.'s oordeel hebben de
psychiaters zich te veel laten leiden door
het dossier en hij verzoekt de rechtbank,
een nieuw psychiatrisch onderzoek te be
velen.
Na re- en dupliek kreeg Koorens nog eens
het wooard: „Ik zweer u, dat 't precies ge
gaan is, zooals ik vertelde. Ik heb het niet
met voorbedachten rade gedaan".
De rechtbank zal op Donderdag 9 Mei
in deze zaak vonnis wijzen.
NU 1000.— SCHADEVERGOEDING
GEEISCHT VAN HET ItIJK.
Zekere M„ te Wanrooi, heeft te Den Bosch
terecht gestaan als verdacht van het feit.
dat hij te Wanrooi opzettelijk in zijn wo
ning brand heeft gesticht. Zoowel door de
Bossche rechtbank als door het Hof is ver
dachte vrijgesproken.
M„ die vijf maanden in preventieve hech
tenis heeft gezeten, heeft van den staat een
schadevergoeding geëischt van duizend gul
den. Deze eisch tot schadevergoeding is gis
terochtend door den raadsman van ver
dachte, Mr. Nijst uit Eindhoven, bij het Hof
ingediend, 't Hof heeft deze zaak in Raacte
kam->" behandeld en zal later een beschik
king geven.
REGEERING WAS STRIKT
NEUTRAAL.
De Noorsche minister van Buiten-
landsche Zaken, Koht, heeft ver
klaard, dat de bewering van von
Ribbentrop als zou de Noorsche
regeering tevoren hebben geweten,
dat Engeland mijnen wilde leggen
in de Noorsche territoriale wateren,
dat Noorwegen zulks zelfs had goed
gevonden en dat dit de Duitsche
inval zou rechtvaardigen, volkomen
onwaar is.
Het leggen van mijnen door de Engelschen
is voor de Noorsche regeering, welke on
middellijk protesteerde en eischte, dat En
geland direct de gelegde mijnen zou weg
nemen, als een volkomen verrassing geko
men.
De minister voegde hier thans aan toe,
dat de regeering denzelfden dag had be
sloten. dat, indien de mijnen niet binnen
korten tijd door Engeland zouden zijn weg
genomen, de Noorsche vloot opdracht zou
hebben gekregen deze te verwijderen
Het is duidelijk, dat de Duit&chers naar
een argument gezocht hebben. De Britsche
mijnen werden op 8 April gelegd en reeds
vroeg in den daarop volgenden nacht heeft
de Duitscher Noorsch gebied, zelfs tot Nar-
vik toe, geschonden. Duitsche zeestrijd-
krachten moeten dus langen tijd vóór de
legging van Engelsche mijnen, uit Duitsch
land zijn gezonden. De zeestrijd-krachten
bereikten Drontheim op 9 April en deelden
er Duitsche pamfletten uit, welke zij uit
Duitschland hadden meegenomen.
Het op 2 April door de Noorsche regee
ring genomen besluit was een weigering
aan de Britsche en Fransche troepen door
Noorwegen te trekken om hulp te gaan
bieden aan Finland.
Dit besluit is een duidelijke handhaving
der Noorsche neutraliteit en een verbod
voor de Westersche mogendheden voor haar
oorlogsvoering gebruik te maken van
Noorsch gebied.
Niemand zal met recht kunnen beweren,
aldus besluit dr. Koht, dat Noorwegen op
eenigcrlei wijze heeft geschipperd met zijii
neutraliteitsverplichtingen. Integendeel,
Noorwegen heeft deze plichten zoo nauw
keurig in acht genomen, dat zekere staten
om die reden ontevreden zijn.
*t
ERNSTIGE ONGERUSTHEID OM
TWEE NEDERLAN'DSCHE VIS-
SCHERSBOOTEN.
Te IJmuiden en elders maakt men zich
ongerust over een tweetal Nedcrlaudsehe
visschersschepen, namelijk de trawler „Wil-
ly", Sch. 61 en de logger „Teunisje", K.W.
62, welke schepen bij een veertigtal andere
Nederlandsche trawlers en loggers in de
huurt van het mijnenveld ten noorden van
Terschelling visschten en die later niet
meer zijn gezien.
Tal van visschers verklaarden eenige
zware explosies te hebben gehoord, terwijl
ook de schipper van den in IJmuiden bin-
nengeloopcn trawler Reiger IJm. 106 heeft
gerapporteerd wrakhout, waaronder een
deel van een visschersboot te hebben zien
drijven.
Van de Willy heeft men sinds Donder
dag j.1. geen bericht meer gehoord.
De Teunisje is een nieuwe logger, die zijn
eerste reis maakte.
Welke straf moet aan dezen man wor
den opgelegd? Onze gedachten, aldus spr.,
FEUILLETON
doorRoy Vickers n i
ii.
De heer Maasiter liep nogmaals de kamer
door, totdat hij bij zijn bureau kwam, dat mid
den in het vertrek stond. Nauwkeurig legde
hij de daar aanwezige dingen recht en draaide
de vloeimap om. Torrance dacht, dat hij haar
iets wilde laten zien, doch hij plaatste slechts
zijn handen op de open plek, terwijl zijn hand
palmen vlak en hard op het bureaublad druk
ten.
„Juffrouw Esdale, u moet u een oogenblik
in mijn plaats denken. Hier sta ik, voor u
slechts een zakenrelatie, voor de Saranacks
een vreemdeling, misschien de toekomstige
Patroon van Gerald. Dus van alle kanten be-
rien, ben ik zeer zeker iemand, op wien de
gebeurtenissen geen invloed gehad hebben.
Maar anderzijds ontdek ik, door toeval een
sPoor, dat het verdwijnen van professor Ellister
'net den moord van oom Julius in Calling-
ham kan verbinden en dit spoor is anderen
n°g niet bekend, zelfs u niet vermoed ik,
juffrouw Esdale; alhoewel ik u al op één
feit heb gewezen."
„Dan, door een tweede toeval, weet ik,
dat u gisteren van plan was heimelijk een
bezoek aan Hillfoot te brengen, om een
brief terug te halen dien u daarheen had
gezonden. Toen ik las, dat het de stem van
een vrouw was, die de politie telefonisch
uaar de plaats van het onheid had geroe
pen, had ik opnieuw het gevoel, dat ik een
draad in handen had. En tenslotte, 'J
.Sde zijn handen zoo vlak op het blad, dat
^jn vingers kraakten, „ontmoet ik de vrouw
jnet wie Saranack getrouwd is en vindt
«aar het eenige type vrouw, dis, o gens
P^jn ondervinding, gevaar efl wanhoop
rengt, waar zij 'ook komt. Ik bedoel e
*ype. dat doet alsof het een verdwaald kind
13- maar wel degelijk kan nadenken en zich-
nooit en nooit aan iets brandt. Hoe ik
dat weet? Omdat deze persoon, die slechts
?*Ven minuten in mijn auto heeft doorge
bracht, mjj zoo heeft uitgehoord omtrent uw
De Belgiche Minister van Onderwijs heeft
medegedeeld, dat de Belgische regeering 'n
studiebeurs, groot 15.000 franc, ter beschik
king heeft gesteld voor een geneesheer, in
genieur, apotheker of kunstenaar van naam,
die aan een Nederlandsche uiversiteit of
andere onderwijsinstelling zijn studie wil
voortzetten, of onderzoekingen of ander
werk wil verrichten in Nederland Het doel
van dit besluit is de in-tellectucele betrek
kingen tusschen Nederland en België meer
intensief te maken.
doen en laten gisteren, zooals ik het nog
nooit eerder heb meegemaakt. Hoe laat u
uit Torquay vertrok en hoe laat U in Lon
den aankwam? Of, met andere onuitge
sproken woorden, of u de mysterieuze vrouw
geweest kon rijn, die vanuit Callingham ge
telefoneerd had, of dat u een alibi heeft."
Wat heeft u verteld?" fluisterde Torrance.
"ik nam aan, dat u goed zoudt vinden wat
ik "deed, juffrouw Esdale en heb daarom ge
logen Én goed. Ik heb haar verteld dat ik
gisteren, tot etenstijd bijna, brieven aan u heb
riten dicteeren, u niet eens vrjj af heb ge
geven voor het koffie drinken of de thee en
dat u net op tijd klaar kwam om in den loop
van den avond een trein naar huis te nemen...
als ik u was, zou ik dat verhaal aanhouden;
waarschijnlijk zullen noch het hotel- noch het
stationspersoneel zich herinneren, dat het met
zoo is."
Torrance ging naar hem toe en stak, over
het bureau heen, haar hand naar hem uit.
U bent ontzettend lief voor mij geweest.
Ik "kan kan u niet genoeg bedanken."
Hij pakte haar hand en hield haar vast.
„Dus u begrijpt, juffrouw Esdale, ik kan
zijn, wat u wenscht. Indien ik een onbeinvloe-
den toeschouwer moet blijven, pak ik mijn va
liezen en ga met de volgende boot naar huis
terug, en wat ik weet of raad omtrent den
dood van Julius Saranack, gaat met mij mee,
het graf in. Of, ik blijf hier, om u te helpen
en te steunen."
Ik heb hulp noodig," stemde Torrance toe.
't Is gek. vindt u niet? Ik geloof niet dat ik
het ooit eerder noodig heb gehad; maar nu
heb ik hulp noodig. Het eenigste is, op welke
wijze kan ik van uw hulp gebruik maken?"
Gemakkelijk genóeg. Nee", meneer Mas
siter bleek plotseling gevoel voor humor te
WOENSDAG 1 -MEI 1940.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
NCRV-uitzending. 6.256.55 Onderwijs
fonds voor de scheepvaart
8.00 Berichten ANP.
8.05 Schriftlezing, meditatie.
8.20 Gramofoonmuziek. (9.309.45 geluk w.).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Viool, piano en gramofoonmuziek.
12.00 Gramofoonmuziek.
bezitten,, ,niet gemakkelijk. Iederen keer dat
u bij mij moet komen, zal het telkens een
vernedering voor u rijn. Kan geen kwaad."
Zij glimlachte moedig.
„Ja, u hebt geljjk. Ik heb vernedering noo
dig. Zal ik beginnen met u te vertellen, wat
er gisteren gebeurde, toen ik dien brief terug
haalde van Hillfoot?"
„Ja. Het is het beste, dat ik dat weet.
Maar u kunt het mjj op weg naar Parijs wel
vertellen. We moeten nu weg. Er gaat een
vliegmachine om twaalf uur.".
„Parijs gaan we waarom gaan we zoo
overhaast naar Parijs?"
„Om te onderzoeken, waarom Professor El
lister zich gisteren niet aan zijn afspraak met
Gerald heeft gehouden. En als het de reden
is die ik vermoed, komen wjj met zelfs nog
grooteren spoed terug. Als u nu naar uw
flat wilt gaan en daar alles even in orde wilt
maken, kom ik u over een half uur ophalen."
HOOFDSTUK XIII.
En vindt er baat bjj-
Torrance had niet eens een half uur noodig,
om zich voor te bereiden voor den tocht naar
Parijs; haar prachtige reisnecessaire, haar
schrijfcassette met volledige uitrusting, zelfs
haar persoonlijke dingen stonden altijd klaar,
zoodat zij plotseling van huis kon gaan. En
toch liet zij meneer Massiter, toen hjj haar
kwam halen, nog wachten. Het duurde volle
vijf minuten, (terwijl de chauffeur stram
naast de geopend auto-deur stond te wach
ten), voordat rij verscheen en naast hem
kwam zitten.
„Ik heb nog naar die courant gezocht,"
legde zij hem uit onder het wegrjjden. „Ik be-
90.
Toen Janette weggeleid werd om als slavin
te worden gekleed, wendde Dr. Wong zich tot
Ahtea „En wat, o, illustere koningin, zal
haar toekomstig lot rijn?" „Als ik haar
geest gebroken heb en als ze me verveelt als
ver." De Chinees boog diep. „Nu, deze strjjd."
begon hjj, „het gevecht, dat plaats zal hebben
tussen Tarzan en Mungo. Vindt u niet, dat
de overwinnaar een prjjs verdient? Het zou
hen aansporen om nog heftiger te vechten."
„Ah-h, ik begrijp wat je bedoelt," lachte
12.00 Gramofoonmuziek.
(Om 12.30 berichten ANP).
12.45 Orgelspel en gramofoonmuziek.
I.30 Ensemble van der Horst en gr.muz.
2.30 Voor postzegelverzamelaars.
3.00 Ensemble van der Horst.
3.45 Gramofoonmuziek.
4.00 Zang, piano en gramofoonmuziek.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de jeugd.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.25—6.55 Taalles en technisch onde.r.w.t.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie: „Voetbalsport in eigen kring".
7.30 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP., internationaal overzicht,
herhaling SOS-berichten.
8.25 Reportage.
9.00 Gramofoonmuziek.
9.15 Causerie „Onze aangifte voor de Inkom
stenbelasting".
9.45 Spaarne-sextet.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Spaarne-sextet.
II.15 Gramofoonmuziek, ca. 11.5012.00
Schriftlezing.
Hilversum II. 301.5 m.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en
7.808.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek en toespraak „Ondaks
alles!"
8.15 Berichten ANP.
8.25 Litterair-muzikaal programma.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor de vrouw.
11.20 Gramofoonmuziek.
12.00 Rosian-orkest.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.00 „Onwankelbaar bljjft onze overtuiging",
toespraak.
doel die, waarin dat interview met professor
Ellister stond. Ik liet haar liggen, weet u wel,
toen ik naar u toe ging. En nu is zjj weg."
Meneer Massiter ging rechtop zitten.
„Weg? Heeft iemand haar meegenomen?
Wie?"
„Ik liet Gerald, die op Annabelle bleef
wachten, achter toen ik wegging om naar u
in het Parnassus hotel te gaan. Mjjn dienst
meisje vertelt mjj, dat zjj Annabelle
ongeveer tien minuten later terugkwam. Zij
hebben niet op mij gewacht. Zjj gingen samen
weg, zjj en Gerald."
„En toch heeft een van hen de courant mee
genomen. Nou, juffrouw Emdale!" Hij floot
jongensachtig en een oogenblik leek hij niet
veel ouder dan Gerald. „Dat is veelbeteeke-
nend en laten we nu eens uitzoeken nee,
ik kan niet eerder nadenken, voordat u mjj
verteld heeft, wat u weet. En ik heb zoo'n
idee, dat het een heeleboel is."
Zjj schudde ontkennend haar hoofd. Het
leek zoo erg weinig. Zjj begon met alles te
vertellen het vluchten achter het gordijn,
een blik op het meisje dat iets in den schoor-
steenombouw metselde, enkele gesproken be
velen en het geluid van de voetstappen, die
het huis verlieten. Vreeselijk weinig en vree-
selijk kinderachtig. En bovendien werd het
nog haperend verteld.
„Het klinkt ongelooflijk, dat ik het huis niet
doorzocht heb, maar u moet begrjjpen, dat
ik er geen idee van had, dat oom Julius er
was. Mjjn eenigste gedachte was. dien brief
te pakken en te vluchten. U u weet, wat
ik dacht. Ik kon het er niet op wagen, dat
men mij daar vond, daar ik dan alles zou moe
ten uitleggen, misschien den brief zou moeten
laten lezen..."
Zjj haperde en zweeg. Stil zat zjj uit het
slavin, zal ik wel wat anders voor haar be
denken. De wenkbrauwen van Dr. Wong gin
gen omhoog. „Misschien kan ik onderda
nige nieteling u een voorstel aan de hand
doen, dat mjjn koningin zal amuseeren."
„Spreek op, Wong Tai. Tot nu toe heb Je me
goed gediend. Je was een verstandig raadge-
Ahtea. „Om Janette Burton als prjjs te geven
aan den overwinnaar" .„Juist, o machtige
vorstin. Ze zou voor Mungo een aantrekke-
ijjke vrouw zjj." De ogen van de koningin
schitterden. „Uitstekend, Wong Tai. De vrouw
zal naar Mungo gaan!"
I.20 VARA-orkest.
2.00 Radiotooneel.
2.29 Residentie-orkest en solist (opn.).
3.20 Voor de kinderen.
3.45 Residentie-orkest (opn.).
4.25 Gramofoonmuziek.
5.306.10 Orgel en zang.
6.15 Rosian-orkest en spreker.
7.00 VAR A-kalender,
7.05 Felicitaties.
7.10 „Wjj roepen U", 1 Mei-toespraak.
7.30 VARA-Meisjeskoor „De Krekels".
8.00 Herhaling SOS-berichten.
8.03 Berichten ANP.
8.20 Uit België: Radio-orkest, Nationaal ork.
van België, koren en solisten (In de pauze
toespraak „1 Mei-groet").
9.20 VARA-maandrevue.
10.45 Utrechtsch Stedeljjk orkest en solisten
(opname).
II.00 Berichten ANP.
11.10 Gramofoonmuziek en toespraak „Eens".
11.30 De Ramblers.
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
raam te kjjken en staarde naar het verkeer,
dat langs hen heenstroomde. Meneer Mas
siter keek ook naar buiten.
„Nadien heeft u den brief vernietigd, juf
frouw Esdale?"
Natuurljjk!"
„Zooals het nu is geloopen, geloof ik dat
het toch jammer is, dat u dat gedaan heeft".
Zij was verbaasd bjj na verontwaardigd.
Hjj drong aan: „Misschien komt er een tijd
stip waarop u wenscht, dat u dien brief nog
had. Juist de «inhoud zou alles uitleggen..."
„Waarvan
„Van uw aanwezigheid in dat huis; dat u
zoo handelde, zooals u gedaan heeft. Het kan
zjjn, dat u het zult moeten verklaren."
„Ik ben niet van plan ooit iets te verkla
ren! En u heeft zlef een alibi voor mjj samen
gesteld en raadde mjj nog aan, mjj daaraan te
houden! Waarom wilt u daar niet bjj bljjven?"
„Iets dat u mjj juist heeft doen inzien. Iets
dat ik zelf had moeten begrjjpen. Slechts dit:
we hebben niet met één, maar met twee boe
ven te maken. Een man werkt nog met haar
samen."
Zjj wachtte, maar hjj voegde er niets aan
toe. De zelfbewuste, arrogante Torrance van
enkele dagen geleden zou hem toen ongedul
dig ondervraagd hebben, doch deze nieuwe
Torrance, die zich onbeschrjjfeljjk angstig en
bedroefd voelde, keek herti smeekend aan en
durfde hem niet om uitleg te vragen. De auto
reed door.
„Het vliegveld," zei hij ineens en borg zjjn
papieren op.
„Ik wacht wel in het restaurant, juffrouw
Esdale. Hier heeft u mijn portefeuille. Waar-
schjjnljjk kent u wel eenige piloten hier,
denkt u er om dat wij voor zaken naar Parijs
gaan: Mjjn zaken, niet de uwe; en u weet niet
wanneer wjj terugkomen."
Zjj knikte; door haar "werk was zij gewend,
dergeljjke instructies blindelings op te volgen.
Zoodra zjj het lange, lage gebouw op het vlieg
veld binnengegaan was. begreep zij, dat zjj
deze waarschuwing te danken had aan den
vooruitzienden blik van meneer Massiter.
„Goeden morgen, juffrouw Esdale!" Een
vroolijke jonge man van de kaartjesafdeeling
sprak haar aan een vriend van Gerald.
„Gaat u naar den overkant?" Zjjn gericht
was ernstig. .Tusschen twee haakjes, ik heb
de courant gelezen. Wat een ellendige ge
schiedenis met dien ouden heer Saranack. Ik
voel echt met u mee. Een familielied van u
niet?"
Wordt vervolgd.