vuren van Tohr Hoofd. "AKKERTJE Torrance Esdale Goed spel van Helder 2 Het GGHeim unn BKC 1-HRC 3 3-0 De oorlog gevolg van menschelijke onzuiverheid 1 L 1 Atlas-Helder 2 1-4 Neem'n FEUILLETON DTS 1-Nieuwe Niedorp Wieringerwaard 2- Petten 2 1-6 Blauw-wit A*D*(X 0-3 door Edgar Rice Burroughs WWfjm jJJTWTjM Singapore had rumoerig Meifeest Evenals Schagen, kan ook Atlas het niet tegen Helder H bolwerken, die gisterenmorgen wel met een bijzonder sterke bezetting in het veld verscheen. Het was dan ook te voorzien, dat Atlas alle zeilen zou moeten bijzetten om tegen dit Helder II een behoorlijk resultaat te halen. Atlas echter was bij lange na niet opgewas- gchen tegen het veel betere spel van Helder II die vrijwel over alle linies sterker was dan baar tegenstanders. Alleen doelverdediger De Ruiter was geweldig op dreef. Aan zijn magnifiek keepwerk is het te danken, dat het bij 4—1 bleef. En dan was er nog Dossie Snijders, die ondanks alles bleef spelen voor wat hij waard is. De Helder-ploeg was voor eerst geheel op „oorlogssterkte". Ze lieten dan ook zien wat er bereikt kon worden met een volledige op elkaar ingespeeld elftal. Vooral Van Tongeren en v. d. Boogaerde lieten een samenspel zien dat het een lust was om naar te kijken. Na de rust kwam dat nog meer tot zijn recht herhaaldelijk waren zij de A.-backs te vlug af! De wedstrijd begint met een duidelijke veldmeerderheid van Helder, die haar dan ook al in de eerste vijf minuten twee doelpunten opleverden. Het eer ste ontstaat als men Quant geheel ongehinderd laat schieten naar den vrjjstaanden De Leur, die zich handig vrij maakt en De Ruiter op slechts eenige meters afstands passeert, 01. Er zijn nauwelijks drie minuten na dit doelpunt verstreken, .of het is weer De Leur die den voorsprong vergroot. Ditmaal uit een goed ge nomen corner van v. d. Boogaerde, die hij met een inschiet, 02. Atlas komt dan even in den aanval. Het is wel niet lang, maar juist voldoende om een tegenpunt te scoren, zij het dan ook door een groven blunder van De Schipper, die een ver schot van Gersen uit zijn handen laat glippen. Wel doet hij nog alle moeite om den bal te bemachtigen, doch tevergeefsch; de bal is de doellijn reeds gepasseerd, 12. Atlas vergroot de voorsprong van Helder. Het is linksbinnen Mos, die het na eenige vergeefsche aanvallen van Helder gelukt, uit een scrimage den stand op 13 te brengen. Atlas probeert den achterstand nog voor de rust in te loopen. Haast gelukt het, maar won der boven wonder wordt de bal toch nog weg gewerkt. Na de rust. Nog meer als voor de rust is Helder, gesteund door den wind, in den aanval. Al direct moet De Ruiter weer redding bren gen bij schoten van v. d. Bogaerde en Mos. Na een kwartier spelen zien wij het mooiste moment van dezen wedstrijd. Bi) een Helder-samenspel wordt er zoo goed gespeeld door v. Tongeren en v. d. Boo gaerde, dat geen A.-speler er aan te pas door: Roy Vickers 13. „Het was niet tot mij doorgedrongen, dat U het zoo zou opvatten," begon hij. Toen. „Natuurlijk kunnen wij ieder de helft betalen, als u daar op staat. Maar juffrouw Esdale, voordat wij dat doen, is er iets waar ik u op wilde wijzen." Zonder iets te zien, keek hg uit het raampje naar de straten van Parijs, waar zij doorreden; klaarblijkelijk kostte het hem moeite zich te uiten en deed het hem leed. „Mijn houding tegenover u werd vele jaren voor uw geboorte al vastgesteld door iemand, die ik boven alles lief had mijn moeder. Sedert haar dood hebben de vrou wen zich voor mij in twee soorten verdeeld, die, welke zij in haar huis welkom geheeten zou hebben en de anderen. Zij zou het zeer op prijs gesteld hebben, fcidien ik u, op Welke wijze ook, zou mogen helpen. „O, dank u!" Het trof Torrance en zij had spijt van haar woorden. „Ik vrees dat ik we ontactvol ben geweest; natuurlijk zal ik deze reis graag van u aannemen. Vergeef mg. „U vergeven, juffrouw Esdale!" „Ja. En als bewijs moet u mg Torrance noemen. Wilt u dat doen?" „Een zeer ongewone en mooie n lachte meneer Massiter en beiden traden weer opgewekt gestemd het hotel J ry binnen. Toen Torrance het hotel bekeek, voelde zg er zich toe aangetrokken. Het was me z enorm als het Parnasus hotel, zelfs wa karpetten op enkele plaatsen een bee je sleten; maar de gérant gaf meneer Massiter dadelijk enkele ineenloopende kamers,e hij hoorde, dat zijn zaken eenigen tijd duren, stelde hij een Engelsch-Fransche y- Piste tot zijn beschikking. „Niet noodig, niet noodig. Juffrouw *s mijn secretaresse. Maar wacht een b heeft het niet goed genoteerd, de suitei» voor juffrouw Esdale. Een kamer met bad Het schot, dat v. Tongeren hierna nzendt, is zoo hard en zuiver, dat iedereen 1 aan een doelpunt. De Ruiter denkt er anders over en op wel buitengewoon raaie wijze weet hij een doelpunt te voor komen. Bravo De Ruiter! Het wordt 41. Toch moet hg op het laatst zwichten voor Van Toveren, die uit een trekbal van v. d. Boogaerde Helders vierde doelpunt zorgt, 14. t» i 011 t deolPunt ^n er nog 10 minuten te spelen. In welke minuten Atlas sterk komt opzetten. Ze stellen alles in het werk om nog een doelpunt te maken. Doch wat zg ook pro beren. het wil niet lukken. Eerst was er een hard schot van Snijders, dat De Schipper op de juiste plaats vond. Even later was het J. Wnker die twee mooie kansen krijgt. Het eerste schot gaat naast. Maar bij het tweede schot was De Schipper reeds kansloos geslagen. De bal sprong van de paal jammerlijk voor Atlas, terug in de handen van De Schipper. Kort hierna fluit scheidsrechter, v. t Hof, het einde. Als men alleen kennis neemt van den uitslag 30 voor BKC zou men kunnen denken, dat BKC zich keurig en volledig heeft hersteld van de nederlaag tegen Oudesluis. Dat is echter maar ten deele waar. Het vlotte bij BKC alweer niet erg best en waar ook Racing maar met een matig elftal ver scheen, was het een wedstrijd, die maar weinig kon boeien. Tenminste vóór rust. Niettegen staande BKC den straffen bries toen meer had en HRC 3 in de verdediging gedrongen werd, waren de werkelijke gevaarlijke aan vallen op de vingers van één hand te tellen. Deze kwamen dan meestal van De Schipper, die enkele goede schoten en kopballen heeft gegeven, maar toch geen succes boekte, om dat keeper Goudswaard in prima vorm was. Eenmaal was BKC niet erg fortuinlijk, toen De Schipper een voorzet van Van Wee ver buiten Goudswaard's bereik tegen den paal kopte. HRC 3 stond vrij behoorlijk te verde digen. Spil Schoenmaker schaduwde De Schip per nauwgezet, wat van Racing's kant goed bekeken was. HRC 3 heeft het tegen wind slechts tot enkele vrij ongevaarlijke tgeenaanvallen kunnen brengen. Tauber's meespelen is toch duidelijk een versterking! De tweede helft was interessanter dan de eerste. Doordat BKC er toen wat beter in kwam en... goals maakte, werd de strijd in eens weer met aandacht gevolgd. Reeds 3 min. na rust schoot Jan van Wees bij een algemee- nen aanval ineens hoog in (10) en er leek wat meer actie in te komen. Die kwam ook, maar niet alleen van BKC. HRC maakte zich het windvoordeel zooveel mogelijk ten nutte en gaf Tauber c.s. de handen vol. Mede dank zij de goed spelende halflinie waarin Lig- tendag en De Wilde opvielen en de terugge keerde Van der Goes liet zien nog steeds een bruikbare kracht te zijn kwam er geregeld opluchting en de voorhoede heeft dan ook ballen genoeg gehad. Vlot ging het daar echter allerminst en de belofte, die Jan van Wees' goal inhield, scheen niet te worden ingelost. Waar ook HRC 3 het net maar niet kon vinden, dacht ieder den wedstrgd in een 10 zege voor BKC te zien eindigen. HRC blgk- baar zelf ook. Ze drong tenminste tegen het slot--nogal gedurfd op, wellicht om den gelijk maker te forceeren. Dit werd den bezoekers noodlottig, doordat Jan de Schipper 7 min. voor tijd kans kreeg om met een trough-pass er tusschen door te breken en Goudswaard na een korte dribbel geen schijn van kans te geven (20). Nog geen minuut later was het 30 toen De Schipper een voorzet van links op fraaie wijze inzette. Zoodat de BKC-aanhang nog vrij voldaan het veld kon verlaten. De heer Freeke leidde goed. D.T.S. wint de toss en het is N. Niedorp, dat den bal aan het rollen brengt. Bjj D.T.S. zijn er 2 van de gemobiliseerden aanwezig. n.1. Tromp en Carnas, zoodat D.T.S. met een goed elftal den strgd aanvangt. Met de rust leidde D.T.S. met 1—0, hetgeen een paar min. voor het einde door een off-sidebal in een gelijk spel werd omgezet. Direct na den aftrap neemt D.T.S. den bal over en de keeper van N. Niedorp krijgt eenige harde schoten te verwerken. N. Nie dorp zit echter ook niet stil en is een tijd lang in den aanval. De D.T.S.-verdediging kan den bal, ondanks den wind in den wind in den rug, maar niet weg krijgen, zoodat het er een tijdje slecht uitziet. De wind heeft echter veel afbreuk aan het spel gedaan. Vooral de ballen, die op de vleugels gespeeld werden, waren voor de buitenspelers bijna niet te krijgen. Na een minuut of 25 krijgt Carnas den bal vanuit de half-line toege speeld. Hij passeert met een paar van zijn handige trucjes, een stuk of 3 Niedorpers en besluit dit met een goed schot, onhoudbaar voor den keeper 110). Wat de Niedorpers ook doen, het gelukt ze niet om voor de rust gelijk te maken. Na de rust zetten de Niedorpers alles op alles om gelijk te maken. En het ziet er een tijdje critiek voor de Deetjes uit. Eindelijk, een minuut of tien voor het einde, weten ze gelgk te maken. De grensrechter appelleer de, maar het mocht niet baten. Zoo kwam het einde met gelijken stand. De scheidsrechter hebben we wel eens beter gezien. Petten kreeg meer dan haar toekwam; Wie- ringerwaard was erg ongelukkig met het schieten. Beide ploegen vonden een hechte ver dediging tegenover zich; vooral de keepers, óók van Wieringerwaard, war engoed op dreef. De doelman van Wieringerwaard was even te Ucht voor het werk. Het samenspel van Petten was goed ver zorgd en daardoor aardig om aan te zien. Wieringerwaard treuzelde voor het doel der gasten wel eens te lang, en gaf daardoor de gasten gelegenheid om in te grijpen. „Meer schieten" moet het parool zijn, heeren Wie- ringerwaard-reserves Vóór de rust kon de Wieringerwaard-doel- man éénmaal gepasseerd worden; daarna wis ten de zeekustbewoners nog vijf maal te scoren. Wieringerwaard slaagde er slechts In de eer te redden. De wedstrijd begon over tijd, omdat de scheidsrechter niet kwam opdagen. In een op behoorlijk peil staanden wedstrijd heeft ADO verdiend van Blauw Wit gewon nen, al zijn de cijfers ongetwijfeld wat ge flatteerd. Vooral in de tweede helft waren de Amsterdammers sterk in de meerderheid, er waren perioden, waarin het Haagsche doel belegerd werd. Wij telden niet minder dan negen hoekschoppen op het doel van Koek, driemaal trapte of kopte een der achter spelers van de bezoekers den bal nog uit het doel, toen de keeper reeds gepasseerd was. Een strafschop werd door Wilders precies in de handen van Koek geschoten, feiten, waar uit blijkt, dat het den Amsterdammers niet meezat. Een overwinning met een doelpunt ver schil zou een beter resultaat zijn geweest. De zege hebben de Hagenaars wel verdiend, dank zij wat vlotter samenspel, een beter verband tusschen de linies en het feit, dat zij beter van de kansen, die voor hen minder talrijk waren, hebben geprofiteerd. Het was een forsche wedstrijd, waarin scneidsrechtcr Boekman enkele waarschuwingen moest uit- deelen, doch gelukkig bleef het daarbij. De spanning in deze afdeeling is door dit resul taat sterk toegenomen, want Blauw Wit leidt nu nog maar met twee punten vóór D.W.S. en A.D.O., met nog twee wedstrijden te spe len voor deze drie vereenigingen kan alles ge beuren. Voor de rust scoorde J. Eversteyn na keurig samenspel met den rechtsbuiten Vreken. BI. Wit was over het algemeen iets meer in den aanval en enkele malen ontsnapte het Haag sche doel op het nippertje aan een doorboring. De Haagsche aanvallen waren wat minder talrijk, doch door de snelheid en het zuivere aangeven waren deze eigenlijk gevaarlijker dan die van de thuisclub. In de tweede helft verhoogde De Heer den voorsprong na vijf minuten, een doelpunt, dat eenigen twijfel wekte in verband met buiten spel. doch de heer Boekman was zeer beslist bg het toekennen van dit doelpunt. Er volgde een belegering van het ADO-doel, de midden linie van de Hagenaars bleef achter, terwijl zelfs de binnenspelers in teruggetrokken posi tie opereerden, teneinde de verdediging in haar taak te verlichten. Talrijke hoekschoppen wer den genomen, enkele doelworstelingen hadden geen resultaat, een paar zuivere schoten hield TARZ AN en de 92. Rutang lachte grimmig, terwijl hij Tarzan het wapen overhandigde en hem beval naar Zwarte Malluk te gaan. Tot verbazing van de toeschouwers liet de aapman de speer vallen en wandelde rustig naar het woedende dier toe. De jonge reus keek hem nijdig aan. Ongewapend naderde Tarzan het hok. „Bij den God van Rathor!" riep Ukah, „hij gaat zijn dood tegemoet. Dat dier is een doder." En alsof hij de woorden van Ukah tot waar heid wilde maken, kwam Malluk een paar passen naar voren, zijn slurf hoog opgeheven, gereed voor de aanval. Maar Tarzan maakte geen beweging om te vluchten. Inplaats daar van sprak hij tot den olifant op een kalme manier. „Tantor! Vando Tantor!" Zwarte Malluk bleef staan, aarzelde, flapte met zijn grote oren. Weer sprak Tarzan in de taal van de apen, een taal, die door vele dieren van de jungle op verschillende manieren wordt verstaan en begrepen. De olifant kwam weer dichterbij, doch zijn hele woede was op eens verdwenen. Hij liet zijn slurf weer zak ken. Tarzan streelde hem. Zo won de aapman een nieuwen vriend, die voorbestemd was in de opwindende gebeurtenissen van de komen de nacht een buitengewone rol te spelen. keeper Koek goed uit doel en toen tenslotte Wilders een wegen hands toegekenden straf schop miste, was de strijd beslist: de Amster dammers lieten den moed zakken en zoo kon midvoor P. Eversteijn enkele minuten voor het einde na een uitval den stand op 30 brengen. TOESPRAAK VAN DEN PAUS. Tijdens de heiligverklaring van twee per sonen heeft de Paus gisterochtend in de Sint Piter een toespraak gehouden, waarin hij o.m. zeide „Er zijn zooveel menschen tegenwoordig, die niet streven naar het eeuwige geluk, maar aardsche genoegens najagen, en zoo veel menschen, die hun fouten niet trach ten te herstellen en hun ziel trachten te zuiveren. Het gevolg van dat alles isde oorlog, die reeds acht maanden lang het yinir, FRpJ i kamer op een hoogere verdieping is voor mij al voldoende." „Nu heeft u hen heelemaal in de war ge bracht," zei Torrance zachtjes, terwijl zij in de lift naar boven werden gebnacht. Ondanks haar zorgen, kon zij nog lachen om zijn ver warring. „Juffrouw Esdale, Torrance, ik zou, liever dan jou eenig ongemak te bezorgen, met het grootste genoegen in een ander hotel gaan logeeren." Torrance lachte nu hardop. Maar als je het nu werkelijk prettig vindt, dat ik hier blijf", voegde meneer Massi ter er aan toe, „dan blijf ik. Het is fijn om je weer eens te hooren lachen. HOOFDSTUK XV. Angst. De suite, die Torance kreeg, was wel met smaak ingricht, doch had betere dagen ge kend en was in overeenstemming met haar -edachten, doch niet met haar garderobe. Terwijl zij haar bagage aan het uitpakken was bekeek zij het eenvoudige mantelpak, dat zij aanhad en de zwarte avondjurk, die in Torquay zoo geschikt was geweest. Zij zuchtte diep, spreidde de jurk uit op het lage bed en plotseling had zij er een hekel aan. Ik heb een hekel aan al mijn kleeren!" Zn ontdekte dit met een gevoel van op luchting. Vele jaren, vanaf het tijdstip dat zij zich met Gerald verloofde, had zg zoo wei nig mogelijk voor zichzelf uitgegeven en nu uitte haar diepe teleurstelling zich in het verlangen, haar schoonheid te kunnen toonen en de mooiste kleeren te bezitten, die Parijs haar kon verschaffen. Gerald had haar ge negeerd hg kon zeggen wat hij wilde, hij had een ander boven haar verkozen. Waarom zou zij dan eiken cent sparen? Zij had zin, alles uit te geven wat zij bezat en op zoek te gaan naar een rijken man waarom niet? Andere meisjes deden het toch ook! Rijkdom was niet iets laags, het gaf macht en naam. Ook dit kwade oogenblik ging voorbij. Zij liet zich boven op de zwarte avondjurk vallen en verborg haar gezicht in haar handen, daar het huilen haar nader stond dan het lachen. Zg schaamde zich diep, Gerald hield nog van haar en omdat hij haar nog liefhad, mocht zij hem niet teleurstellen. In gedachten was zij nog steeds de zijne; zelfs misschien nog meer dan vroeger. Zij stond op, verfrischte en verkleedde zich en ging naar haar zitkamer. Meneer Massiter zat op haar te wachten. „Het is te laat om nog koffie te drinken en te vroeg om te gaan dineeren," zei hij, „dus heb ik maar een uitgebreide thee com plet besteld. Ik heb eigenlijk juist bedacht, dat je waarschijnlijk niet ontbeten hebt en als we gegeten hebben, vind ik, dat we met een taxi naar de villa van professor Ellister moesten gaan." „Heeft het Amerikaansche consulaat..." „Weet niets. Heb ik juist opgebeld." Een kellner, die zoo precies op een Engel- schen butler leek, dat zijn Fransch gemompel haar deed schrikken, bracht een serveer-boy met allerlei gebak er op, binnen. Meneer Mas siter, voor wien het verboden was zulke heer lijkheden te eten, zuchtte en keek vastbe raden het raam uit. „Wat slappe thee en wat citroen," verzocht hg haar, „en een droog biscuitje, als er een bg is. Ik had eigenlijk dien slagroom niet mo gen nemen, voordat we vertrokken. Maar al dat gepraat over oude mannen. werkelijk oude mannen heeft mij overmoedig ge maakt." Plotseling richtte zijn blik zich op een bepaald punt op straat en zei hij niets meer. Toen Torrance hem zijn thee bracht, zag zij dat hij naar een man keek, die aan de overzijde van de straat tegen een deur ge leund stond en schijnbaar aandachtig zijn courant las. „Ik heb dien kerel op het vliegveld gezien, terwijl hij bezig was de taxi te bestellen. Hij verdween om den hoek van een loods, maar ik ben verziende en merkte nog juist zijn lan gen neus op." Hij keek Torrance aan. „Het heeft er alle schijn van, dat wij moeten we ten met wien wij te maken hebben, voordat wij ergens mee beginnen, Torance. Laat eens kijken zou er iets zijn, dat jij even tjes ik weet het, het postkantoor. Ga even naar het dichtstbijzijnde postkantoor en bel daar... het Amerikaansche consulaat en vraag hen... wat je maar wilt! Maar let er op of men je volgt en kom dadelijk terug. Beneden wisselen zij wel geld voor je. Wacht even. je thee." Maar Torrance vond, dat haar thee best kon wachten. Binnen de drie minuten had zg haar hoed op en jas aan en wandelde met flinken stap naar het postkantoor. De ver zoeking om achterom te kgnen naar den man met de courant was groot, maar zg weer stond haar en ging een zgstraat in. Zg kende den weg in Parijs tamelgk goed, maar de zijstraten brachten haar in de war en enkele oogenblikken later moest zg den weg aan een voorbgganger vragen. Juist toen zg hem bedankte, passeerde de man haar. Hg liep recht tegen een vrouw op, die een groote mand droeg en maakte agn excuses. bloed doet vloeien onder de menschen die ons zoo dierbaar zijn; de oorlog, die reeds onmetelijke rijkdommen heeft vernield en zooveel landstreken in vuur en vlam heeft gezet". De politie te Singapore heeft vuur gegeven op een Chineesche menigte van eenige hon derden personen. De menigte had twintig politiebeambten aangevallen tijdens hier ge houden 1 Mei-betoogingen. Drie Chineezen werden getroffen. Er zijn twee ernstig ge wonden. Men gelooft, dat plaatselijke com munisten tot de betoogingen hebben aange zet. Verscheidene politiebeambten werden ge wond. De toestand is nu rustig. Zg hoorde zgn stem, die heel hoog en heesch klonk. De man liep door en ging een sigarenwin kel binnen. Door een toevallige omstandig heid waren de etalagespiegels zoo geplaatst, dat zg, in het voorbijgaan, een oogenblik zijn gezicht zag. Een bleek gezicht, als van een rat, met een neus, waar een lachwekkend lange punt aan zat, met een teruggedrongen kin; zgn handen waren juist omhoog geheven om zijn sigaret aan te steken en zg zag dat zg enorm waren, totaal buiten verhouding met zgn andere ledematen. Enorm en beenig. Rillend liep zg door. Plotseling werd zg doodelgk bang zg kon nauwelgks den eenen voet voor den anderen plaatsen. Enor me handen en ze hadden Oom Julius ge wurgd enorme handen had Annabelle met haar kindergezichtje er bij gestaan en gekeken hoe het gedaan werd Zg bracht haar eigen hand omhoog en trok aan de hooge sluiting van haar jurk die zat veel te strak... Zg moest en zg zou zich beheer- schen. Toen stond zg ineens voor het postkantoor. Gelukkig; was de telefooncel leeg en kon zg er dadelijk gebruik van maken; zg trok de deur achter zich dicht en leunde er tegen. Haar hart bonsde; zg had nauwelijks de kracht het telefoonboek open te slaan en het nummer van het consulaat op te zoeken, zg had moeite met de ongewone geldstukken en de telefoon, die iets anders werkte dan zg gewend was. Alles leek wazig. „Consulat Américain!" hoorde zg een za- kelgke stem zeggen. Het gaf haar weer moeu goeie hemel, zg moest ongeveer zenuwziek zgn, als zg zoo nerveus werd bg het zien van de handen van een man. Zij vroeg om de „afdeeling Algemeene Za ken" en hoorde weldra een Amerikaansche stem, die haar aan meneer Massiter deed denken. „Met wie spreek ik?" Maar opnieuw kon zg niets zeggen. Door het zgraam van de telefooncel, had zg den man naar het "postzegelloketje zien gaan. In zgn eene enorme hand hield hg een munt stuk raapte er een postzegel mee op, de andere hing, als bg een aap, recht omlaag, de vingers gekromd. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 7