Cijferpuzzles in
l L CHINA
k m a
Hei GeHeim unn
vuren van Tohr
7 orrance
Esdale
Indië geeft met gulle hand
voor het Roode Kruis
Mandarijnvisch en varkensvleesch met
zuur-zoete saus doet de taalmoeilijk
heden vergeten
FEUILLETON
Wie militaire posten
wil passeeren
50 Amerikaaoscbe ambulances
voor Nederland
door tdgar Rtce Burroughs
Raapt niet alles op
ziin de cijfers, zooals ze onder het volk te
Shanghai en in Xoord-China het meest ge
bruikelijk zijn; in de winkels worden de
waren meestal geprijsd in „Cantoneesche
cijfers", de cijfers, die te Canton gebruikt
worden; op de bankbiljetten staan de meer
ingewikkelde „hoofdcijfers", want de Chi-
neezen hebben ook „hoofd-cijfers", zooals
wij „hoofdletters" hebben.
niet op de Chineezen, maar op het Chinee-
sche schrift en ook een beetje op mijn eigen
tekortkoming aan kennis. Het is niet aan
genaam door straten te moeten rond wan
delen, waar men de opschriften niet kan
ontcijferen, voor winkels te staan, waar
men de prijzen niet eens kan lezen. In en
kele hoofdstraten zijn de opschriften van
winkels behalve in het Chineesch, ook nog
in het Engelsch of het Fransch of het Rus
sisch en soms zijn ze zelfs in vier talen. In
dergelijke winkels zijn de artikelen meest
al geprijsd in Chineesche en in Europeesche
cijfers, maar in de echt Chineesche wijken,
waar alles goedkooper is dan in de meer
Europeesche stadsgedeelten, zijn de prijzen
der waren gewoonlijk uitsluitend vermeld
in Chineesche cijfers, die in niets gelijken
op de onze.
Wat opschriften betreft, heb ik in Europa
al eens voor een dergelijke moeilijkheid ge
staan. Dat was in Rusland, dat een eigen
alphabet heeft, maar binnen weinige dagen
slaagde ik erin, dit Russische alphabeth te
leeren en kon ik dus de straatnamen en
sommige opschrdiften ontcijferen. De Chi
neesche taal heeft echter geen eigenlijk al
phabet. Het Chineesche schrift is een „ideo-
graphie", waarin elk begrip en elk voor
werp een eigen teeken heeft, dat over ge
heel China hetzelfde is, welk dialect er ook
gesproken wordt.
Een Zuid-Chinees en een Noord-
Chinees kunnen elkander niet of
uiterst moeilijk verstaan, maar el
kanders schrift kunnen ze lezen en
begrijpen. Hetzelfde geval doet zich in
Europa voor met de cijfers. Alle
Europeesche volken hebben en be
grijpen dezelfde cijfers, al geven ze
er ook verschillende namen aan.
Het getal der Chineesche schriftteekens
loopt in vele tienduizenden en ik zag in,
dat een vrijwel onbegonnen werk was te
trachten de opschriften zonder voorafgaan
de zware studie te lezen. Maar met de cij
fers moest het toch anders zijn. De moesten
betrekkelijk gemakkelijk te leeren zijn en
ik begon met me de cijfers van de autobus-
en tramlijnen in het geheugen te prenten.
In de millioenen stad Shanghai loopen tien
tallen autobus- en tramlijnen en de num
mers dier lijnen -zijn op de wagens ver
meld in Europeesche en Chineesche cijfers,
dus had ik een leermiddel eiken dag voor
oogen.
Nadat ik me eenige dagen met de Chi
neesche cijfers op autobussen en tramwa
gens had bezig gehouden, bleef ik trots mijn
nieuw verworven kennis voor een winkel
staan, waar de artikelen in het Chineesch
waren geprijsd enik vond geen der
pas geleerde cijfers terug. De prijzen in den
winkel bleven me onoplosbare raadselen.
Toen meende ik een andere uitweg gevon
den te hebben. Ik greep in mijn zak naar
geld. Er bestaan in China biljetten van één,
vijf en tien dollar en de bedragen staan
erop vermeld zoowel in Europeesche als in
Chineesche cijfers. Maar de Chineesche cij
fers op de bankbiljetten kwamen in het ge
heel niet overeen met de cijfers der tram
wagens, noch met die der prijskaartjes in
den winkel. Het geval was me volkomen
onbegrijpelijk, tot ik een Nederlander ont
moette, die al eenigen tijd bezig is Chi
neesch te studeeren. Hij verklaarde mij, dat
de cijfers op de tramwagens en autobussen
doorRoy Vickers
21
„Die ben ik ook niet vergeten. Maar mis
schien zijn zij nu allang weer naar Amerika
teruggegaan."
„Onzin! Ze hebben mij gezegd, dat zij in
het Burlington Palace Hotel zouden logeeren
en ik moest het nog opschrijven. Wat die
menschen betreft, is de zaak in orde."
Zij liet hem alleen. Zij moest het huishou
den regelen.
Het Burlington Palace Hotel.
Den geheelen ochtend bleef het adres in
haar gedachten. Zij dronken vroeg koffie en
om twee uur was zij alleen thuis. Zij kwam
tot de ontdekking, dat zij door het huis
zwierf en het weer als vroeger bekeek.
Het huis was zoo'n deel van haar zelf ge
worden, dat zij zich den tijd niet kan her
inneren, toen zij het voor het eerst had ge
zien. Oom Julius was altijd erg oud, erg
vriendelijk geweest, en alleen lastig als het
zijn eigen dingen betrof. Als kind herinnerde
zij zich, voor alles, de vrijheid die zij genoten
had. Het was een tehuis voor de vacantie
geweest.
Zij stond alleen in de kamer, waar hij ver
moord was gevonden. Zij staarde ineens naar
zijn stoel, scheen hem te zien, terwijl hij over
zijn ruwe diamanten gebogen zat. Dan een
vlugge beweging achter het gordijn, daarna
kwam de man met het rattengezicht te voor
schijn.
Zij liep de kamer uit en sloeg de deur met
kracht achter zich dicht. Toen zij weer ge
kalmeerd was, zei zij tegen zichzelf, dat zij
zich nu niets meer verbeeldde. Zij ging den
trap af instinctief op den tast zooals
Annabelle het dien nacht op den tast gedaan
moest hebben, terwijl de man met Het ratten
gezicht achter haar aan kwam. Als het
Annabelle tenminste geweest was.
Maar Annabelle zat toen in Parijs. Opnieuw
won haar verstand het van haar verbeelding.
In de hal. De vrouw had precies hier
Drie verschillende schrijfwijzen
voor het cijfer 8.
Het geheim van de Chineesche cijfers was
voor me opgelost maar het geheim der Chi»
neesche schrifteekens bleef even ondoor
grondelijk. Dag aan dag wandelde ik door
de straten en aanschouwde zonder te be
grijpen de Chineesche schriftteekens, die ik
om me zie, op muren, op vensters, op re-
clamevlaggen en 's avonds zelfs hoog aan
den hemel lichten als lichtreclames op to
rens en daken. Die schriftteekens zijn bui
tengemeen fraai en harmonisch, le bloe
sems van een tientallen eeuwen oude be
schaving, maar hun variatie schijnt wel
oneindig. Ten slotte waren er echter drie,
die ik telkens weder herkende: het eene
was een vrij ingewikkeld schriftteeken, dat
zich in mijn geheugen vestigde omdat men
het zeer dikwijls aanschouwt, meestal op
tamelijk goede gebouwen, die soms op pa
leizen geleken. Het tweede bleef in mijn
geheugen hangen omdat het zoo eenvoudig
is. Van het derde deed de grondvorm den
ken aan het Zwitsersche kruis, zooals het
op de Zwitsersche vlag voorkomt. Ik tee-
kende deze schriftteekens zoo nauwkeurig
mogelijk na en toonde ze aan een Chinee
sche kelner, die uitstekend Fransch
spreekt. De jonge man begon te lachen en
vertelde me, dat deze schriftteekens betee-
kende „pandhuis",, .groot" en .Azië'. En
sedert weet ik ook dat van alle instellingen
in China er geen zoo talrijk vertegenwoor
digd is als het „pandhuis", de „lombard".
Het Chineesche schriftteeken
voor „pandhuis".
Zoover was ik, toen ik kennis maakte
met den Nederlander, die al eenige jaren
in China woont en Chineesch studeert. Deze
Nederlander, die niet jong meer is, over
de vijftig, heeft een brandende belangstel
ling en een groote sympathie voor alles
w-1 China betreft. Mij heeft hij ten g. -.chen-
ke gegeven twee kleine boekjes van den
Engelschen professor Herbert A. Giles: „De
honderd beste (Chineesche) schriftteekens"
en „Het tweede honderdtal beste (Chinee
sche) schriftteekens". Deze boekjes kijk ik
nu en dan in verloren oogenblikken eens
in en langzamerhand begin ik eenige meer
dere Chineesche schriftteekens te '-—nen,
maar wanneer ik de tweehonderd schrift
teekens uit de boekjes en hun beteekenis
grondig zal kennen, zal ik nog niet veel
verder wezen.
Om een eenvoudig geschreven
dagblad te kunnen ontcijferen moet
men minstens zesduizend schrifttee
kens leeren. Een Chineesche cou
rant wordt samengesteld uit hoog
stens zevenduizend schriftteekens.
Mijn Nederlandsche makker kent tot
nu toe hoogstens enkele duizenden
schriftteekens.
Als we 's avonds door de Chineesche wij
ken met hun tallooze bonte lichtreclames
wandelen, hoor ik echter vaak mijn makker
schimpen en vloeken, maar dit doet hij dan
in het Nederlandsch. Dan barst hij tenslot
te verontwaardigd uit: „Eenige jaren stu
deer ik nu met ijver Chineesch, eiken dag
eenige uren en toch ben ik nog niet in staat
alle opschriften der winkels te lezen, of
schoon deze gesteld zijn in het meest een
voudige Chineesch. Telkens zie ik weder
schriftteekens, die ik niet ken en dat is om
dol te worden".
Ik echter wandel opgewekt n het beste
humeur naast hem. Als ik in één van de
straten eens een opschrift vind, waarvan ik
een enkel schriftteeken begrijp, ben ik
hoogst tevreden en als ik eens een zeer
eenvoudig opschrift zie, dat ik geheel kan
vertalen, ben ik gelukkig en trotsch als een
kleine jongen, al zijn het slechts zeer korte
opschriften die ik kan ontcijferen, als „De
groote wereld", „Hotel Azië" e.d.
Zitten we eenmaal in een Chineesch res
taurant aan een tafel met mandarijnvisch
(een zeer smakelijke zoetwatervisch), met
schildpadsoep, met varkensvleesch, begoten
met zuur-zoete saus, met allerlei groenten,
met rose rijstwijn, dan ziet ook mijn mak
ker de wereld weer zonniger in. Hij eet
met ongelooflijk gemak met de Chineesche
eetstokjes, maar ik vraag meestal om een
Europeeschen vork, wat mijn makker, die,
temperamentvol, gaarne schimpt, aanlei-
idng geeft te zeggen: „Je moest je dood
schamen. Je bent al maanden in China en
je kan nog niet eens fatsoenlijk met eet
stokjes omgaan". Dan lach ik gemoedelijk
en ik schaam me volstrekt niet. Daarvoor
heb ik geen tijd en zijn de mandarijnvisch,
de schildpadsoep, de verschillende smakelij
ke sausjes te lekker. En na den maaltijd
komt een nieuwe vreugde, als ik vast stel
hoe weinig we voor al deze lekkernijen te
betalen hebben.
Goedkoopte vergoedt het leed en taal en
cijferpuzzles.
J. K. BREDERODE.
Vrage identiteitsbewijs
secretarie aan.
op de
De commandant van de Vesting Holland,
luit.-generaal Van Andel, deelde ons mede:
Aan de bevolking wordt ter kennis ge
bracht, dat burgers die militaire posten op of
afzettingen van voor het openbaar verkeer
openstaande wegen of paden wenschcn te
passeeren, voorzien moeten zijn van 'n Ne
derlandsch paspoort, van een bewijs van Ne
derlanderschap of een identiteitsbewijs van
gelijke strekking.
Bovenbedoelde bewijzen zijn wat betreft de
twee eerstgenoemde te verkrijgen aan de
secretarie van de woonplaats van hem of
haar, die een zoodanig bewijs wenscht te be
zitten. Het is derhalve volmaakt onnoodig
zich voortaan te dezer zake te wenden tot
het hoofdkwartier van den commandant .der
Vesting Holland, tot het bureau van den
garnizoenscommandant ter plaatse, of tot
eenig ander militair bureau, daar door deze
instanties geen doorlaatbewijzen meer zul
len worden verstrekt.
Van zelf sprekend behoudt het militair ge
zag zich de bevoegdheid voor om onder alle
omstandigheden elk verkeer te beletten.
Plus 100.000 dollar.
Naar wij van het Ned. Roode Kruis verne
men, heeft het Amerikaansche Roode Kruis
zich niet slechts bepaald tot het aanbieden
ten behoeve van het Ned. Roode Kruiswerk
van 100.000 dollar, maar ook gevraagd in
welken vorm steun van materiaal enz. ge-
wenscht wordt.
Het Ned. Roode Kruis, met groote erken
telijkheid dezen steun aanvaardende, heeft
te dien opzichte enkele wenschen kenbaar
gemaakt,
In antwoord hierop is bereids de mededee-
ling binnengekomen, dat onder meer 50 auto
ambulances ter verscheping klaar staan.
TARZAN en
98.
„Waar zijn Uhak en d'Arnot?" vroeg
Ahtea. „Ik denk dat ze nu begon Tarzan.
O'Rourke viel hem snel in de rede, want hij
kende de onfortuinlijke gewoonte van Tarzan
om de waarheid te zeggen en dat was ge
vaarlijk. „Ziet U. majesteit, het ging zo,"
Perry slikte en vervolgde: „Wij sliepen in
onze afdeling toen Zwarte Malluk uit de stal
losbrak en wij gingen hem achterna. Nu, in
dat ogenblik van verwarring moeten Ukah
en d'Arnot kans gezien hebben om te ver
dwijnen Het is een geheimzinnige geschie
denis, nietwaar, Uwe majesteit?" „Hef
is niet zo geheimzinnig," antwoordde de ko
ningin boos, „want het was vooropgezet, dat
jullie b\j de ontsnapping zouden helpen. On
getwijfeld heeft Tarzan het plan ontworpen.
Maar ze zullen weer opgespoord worden.. En
jullie, Tarzan en O'Rourke, jullie zullen naar
de juwelengroeve van Tohr worden gezon
den!" Ahtea gaf de bewakers bevel hen te
grijpen. „In de juwelengroeven zullen jullie
met handen en voeten aan andere slaven wor
den vastgemaakt. Onder zweepslagen zullen
jullie den grond onderzoeken. En als jullie
één verkeerde beweging maken zulen de be
wakers je zonder pardon doden!"
En neemt niet alles aan.
Van militaire zijde wordt de aandacht
van een ieder er op gevestigd, dat het ge
bruik van versnaperingen, rookartikelen en
dergelijke, welke van twijfelachtigen her
komst zijn, bijv. zijn gevonden of zijn aan
geboden door onbekenden, ten sterkste moet
worden ontraden. Militairen is dit ten
strengste verboden.
gestaan toen zij tegen den man sprak. „Draai
het licht niet aan, totdat ik de gordijnen heb
dichtgetrokken."
Toen speelde Torrance haar eigen rol. Zij
deed, wat zij dien nacht gedaan had zij
liep de eetkamer in.
„Ik kan onmogelijk goed gezien hebben
van achter de gordijnen. Bovendien was ik
opgewonden. Het kan elk klein, fijn vrouwtje
met mooie handen en meisjesmanieren ge
weest zijn. En toen ik den volgenden ochtend
een klein, fijn vrouwtje zag, met mooie han
den en omdat ik het ergste van de vrouw,
die met Gerald getrouwd was, wilde denken,
dacht ik natuurlijk, dat het Annabelle was."
Zij liep naar de breede vensterbank, waar
nu geen kussens meer op lagen en stond,
waar zij dien nacht gestaan had en keek op
nieuw in de richting van de open haard. Nu
leek de kamer haar beslist kleiner toe.
„Op dien afstand kon ik heel goed zien...
maar ik kan haar onmogelijk gezien hebben,
als zij in Parijs zat."
Er was nog een manier om het te verklaren.
Wét had zij gezien? De werkelijke Anna
belle? Of een droombeeld? Was het een of
andere mysterieuze mengeling van telepathie
en helderziendheid en alles bij elkaar?
Het Burlington Palace Hotel. Bijna zonder
dat zij het zich bewust was, stond zij bij de
(telefoon.
„Het Burlington Palace Hotel?... Logeeren
de heer en mevrouw Vanderlem bij u?"
„Ja mevrouw, mag ik de boodschap even
opnemen
„Nee dank u. Ik kom zelf wel."
Zij belde af. Om half drie was zij in het
Westend in het hotel en vroeg naar meneer
Vanderlem, terwijl zrj als naam opgaf „Juf
frouw Garroway."
Zij moest even wachten. Toen bracht men
haar naar een kamer op de vierde verdieping.
Twee jongens van ongeveer twaalf jaar, die
er niet als broers uitzagen, speelden op de
gang met een of andere mechanisch stuk
speelgoed. De deur van de zitkamer ging open
en een vrouw van middelbaren leeftijd, goed
gekleed, doch zonder eenig idee van mode,
begroette haar. Zij had een Amerikaansch
accent, dat toch eenigszins plat klonk.
„Juffrouw Garroway, geloof ik?" Zij gal
haar vriendelijk de hand. „Komt u binnen.
U wilde mijn man over zaken spreken. Ja,
ziet u, ik zeg altijd maar, dat ik zijn zaken
relaties altijd eerst ontvang, als het vrouwen
zijn." Luid lachend bracht zij haar bezoekster
naar de zitkamer.
„O, ik wil meneer Vanderlem niet lastig
vallen, als hij het druk heeft!" Torrance ont
dekte ineens, dat zij een reden voor haar visite
moest opgeven en bedacht oogenblikkelijk
een niet bestaande betrekking. „Ik ben na
melijk bij een informatiebureau, of liever
gezegd ik ben de secretarisse van den direc
teur en het eenigste wat ik wilde weten
is, of u een zekere juffrouw Annabelle Stir-
ling kent"
„Juffrouw Stirling? Ja zeker!" zei me
vrouw Vanderlem, „maar zij heet nu anders.
Tegenwoordig heet zij mevrouw Saranack."
„Dat had ik al gehoord," zei Torrance, ter
wijl zij trachtte te kijken, alsof zij er alles
van af wist. „De informatie wordt getrokken
door een firma, die van plan is meneer Sara
nack in dienst te nemen, voor werk, waar
zijn vrouw hem in terzijde zal moeten staan.
En nu wilden wij graag weten, of u bereid
zoudt zjjn over mevrouw Saranack eh
een onofficieelen referentie te geven, aan
gaande den rijd, dat U haar nog als juffrouw
Stirling kende."
„Juffrouw Stirling! Wij noemden haar
altijd Annabelle. Zij was achttien maanden de
leerares van onze jongens zij is ongeveer
de halve wereld met ons om geweest. Een
zeer aantrekkelijk meisje wij hielden al
direct van haar."
„Zij gaf dus als leerares gedurende acht
tien maanden algeheele voldoening?" vroeg
Torrance en veronderstelde, dat iemand van
een informatiebureau op deze manier haar
vragen zou stellen.
„Ja. Zij zou ook niet weggegaan zijn, als
ik niet zoo dom geweest was," vervolgde me
vrouw Vanderlem.
„Mijn man had eens... Nou, u weet hoe
mannen zijn en het beteekende niets. Maar ik
maakte eens een kleine opmerking, hoewel
ik er niets mee bedoelde, begrijpt u mg
niets anders dan een klein grapje. En ik ge
loof, dat zij zich dien dag niet goed voelde,
of misschien was zij een beetje humeurig om
dat zij dat jongmensch ontmoet had, daarom
deed zij koel en uit de hoogte tegen mij en
liep weg hoewel wij geen ruzie gehad heb
ben en het niets aan onze vriendschap heeft
afgedaan."
„Dank u," zei Torrance. „Meer wilde ik
eigenlijk niet weten."
Als zij dien avond in Parijs was, kon zij
niet op Hilfoot geweest zijn. En als zij ge
durende achttien maanden bij dit vriendelijk
burgerlijk vrouwtje leerares was geweest'
kon zij onmogelijk actief deelgenomen heb
ben aan een uitgebreid misdadigersplan.
„Wij kregen haar naam van een agent
schap in Londen en we namen haar voor drie
weken in dienst, maar, zooals ik al zei, we
mochten elkaar en toen meneer Vanderlem
naar Noorwegen moest, ging zij met ons mee,
daarna naar Weenen, terug naar Londen en
dit najaar gingen we naar Madrid."
Een Zaterdagmorgen door de „Javabode"
ingezette inzameling ten behoeve van het
Nederlandsche Roode Kruis bracht binnen
enkele uren reeds f 16.000.op.
Ook het „Bat. Nieuwsblad" zette zeer spoe
dig een inzameling in, welke eveneens reeds
enkele duizenden guldens opbracht.
Het hoofdbestuur van het I.E.V. besloot
om f 2500.te storten ten behoeve van het
Nederlandsche Roode Kruis, en aan alle af-
deelingsbesturen van het I.E.V. en de I.E.V,
V.O. opdracht te geven gelden voor dit doel
in te zamelen.
„Dank U. Natuurlijk is dit, wat ons be
treft, slechts een formaliteit."
Torrance wilde vertrekken, doch mevrouw
Vanderlem wilde haar nog vertellen, welk
een groote hulp voor de kinderen Annabelle
in Spanje was geweest een land, dat, be
greep zij, „moeilijk" was.
„Daar U zoo vriendelijk bent geweest, mij
deze informatie te geven, is het niet noodig,
dat ik meneer Vanderlem nog lastig val,"
probeerde Torrance nog, maar het was ho
peloos.
„U zult hem niet lastig vallen, want daar
komt hij juist aan. En nu moet U een kopje
thee blijven drinken," zei de gastvrije me
vrouw Vanderlem. „Tom!" Torrance schrok
toen mevrouw Vanderlem dit de gang in
gilde, terwijl zijzelf in de half geopende deur
bleef staan. „Er is hier een dame, die naar
Annabelle vraagt. Hoe heette dat agentschap
ook weer, waar wij haar van kregen?"
„Mayflower of misschien Mayfair,"
werd er door een hooge, heesche stem geant
woord. „Waarom moeten ze dat weten?"
„Zoo is het nu altijd", glimlachte mevrouw
anderlem. „Kom toch hier, Tom, dan kan
ik je voorstellen. Dan kun je het zelf aan
de dame vragen. Juffrouw Garroway, dit is
meneer Vanderlem."
„Aangenaam!" zei Torrance. Zij hoorde
haar eigen stem de woorden neggen en wist,
dat zij zonder haperen gesproken had. Zij
stond rechtop, maar had geen gevoel meer in
haar voeten. Zij was overtuigd, dat zij door
haar knieën zou zakken. De man met het
rattengezicht kwam met een glimlach naar
haar toe. Een groote, beenige hand werd uit
gestoken en greep de hare, terwijl een hooge,
heesche stem haar begroette.
HOOFDSTUK XXIII.
Conversatie.
Deze man had haar dag en nacht in haar
gedachten vervolgd. Opnieuw ontdekte Tor
rance. dat haar ontzettende angst voor hem
verdw een, wanneer de man tegenover haar
stond. Indien zij nog bang voor hem was,
dan had zij angst voor zijn handen.
„A.ls u nog iets weten wilt, dat mevrouw
Vanderlem nog niet heeft verteld, juffrouw
arroway, vraagt u het mij gerust," zei hij
met normale hartelijkheid. De hartelijkheid
in die heesche, hooge stem, deed lachwek
kend aan.
Wordt vervolgd-