GROETPLICHT
HeT GeHeim unn
vuren van Tohr
Gebruik van
motorbrandstof
beperkt
Waarschuwing
7 orrance
Esdale
Hulp aau Rotterdam
voor Nederlandsche en
Duitsche weermacht
Weer aan het werk
ONZE MIJNENVELDEN
Militair verkeer
gaat voor
Het onderwijs in den Haag
hervat
door Edgar Rice Burroughs
Particuliere voorraden
znllen worden gevorderd
FEUILLETON
Versperringen worden
opgeruimd
Bootdienstcn hervat
Rijksveldwacht mag geen
vuurwapenen dragen
Hitier looft Duitsche
troepen in Nederland
Tusschen Generaal Winkelman en
den Duitschen militairen bevelheb
ber in Nederland is, als bewijs dat
een basis van wederzijdseh vertrou
wen van Duitsche zijde op prijs
wordt gesteld, waardoor een ge-
wenschte toenadering wordt gescha
pen, overeengekomen, dat een groet-
plicht tusschen de Duitsche en Ne
derlandsche weermacht met ingang
van gisterenavond wordt ingevoerd.
Deze groetplicht is een bewijs van
achting van de Duitsche weermacht
voor de eerlijke, dappere wijze, waar
op de Nederlandsche soldaat heeft
gevochten, terwijl omgekeerd het
groeten der Nederlandsche militai
ren een hulde is aan den Duitschen
soldaat, wiens traditie het is eerlijk
en moedig te vechten.
Goederenbestelling bij particulie
ren per auto verboden.
Het departement van Handel, Nijverheid
fin Vervoer maakt het volgende bekend:
Het is verboden motorbrandstof, waaron
der te verstaan benzine, motorbenzol, alsme
de gasolie voor snelle dieselmotoren af te le
yeren of te verbruiken.
.Van dit verbod is uitgezonderd het afleve
ren aan of het verbruiken door militairen,
Duitsche militaire attaché's leden van het
Duitsche Gezantschap en van de Duitsche
consulaten, artsen, veeartsen, verloskundi
gen, verplegers, verpleegsters, destructorbe-
drijven, brandweer, politie en post en het ver
voer van goederen, dat door de Duitsche be
zettingsautoriteiten is gelast.
Van het verbod is eveneens uitgezonderd
het afleveren aan of het verbruiken door
autoriteiten, welke door den directeur-gene
raal van Handel en Nijverheid of door den
directeur van het rijksbureau voor aardolie
producten met machtiging van den direc
teur-generaal van Handel en Nijverheid
worden aangewezen: en eveneens is uitge
zonderd het afleveren aan of het verbrui
ken ten behoeve van ziekenvervoer. lijken-
Vervoer en evacuatie of door hen, die voor
zien zijn van een schriftelijke vergunning
Van den burgemeester.
Enkele vergunningen.
De burgemeseters zullen zulk een vergun
ning slechts afgeven bij uiterste noodzaak
ten behoeve van het vervoer van levensmid
delen, genees- en verbandmiddelen en even
tueel andere goederen, waarvan het onmid
dellijke vervoer geboden is, en ten behoeve
Van begrafenissen, reparaties aan gas-, wa
terleiding, electricteit en telegraaf en ten
behoeve van het afleveren aan één bepaal
den pomphouder in gemeenten in welke
geen groote opslagplaats van motorbrand
stof is gevestigd.
Deze maatregelen hebben ten doel. dat de
24
„Ik weet, dat ik in het huis was. Ik kwam
Ér voor een bepaald doel en bereikte dat ook.
En ik weet, dat ik gezien heb wat ik je ver
telde."
„Je weet ZEKER, dat je Annabelle zag,
terwijl ik je zeg, dat zij in Parijs was?"
„Nee. Laten we veronderstellen, dat ik een
Vrouw zag. Toen ik den volgenden dag met
Annabelle kennis maakte, wist ik zeker, dat
zij de vrouw was. En sinds dien tijd ben ik
er zeker en weer niet zeker van geweest.
Doordat ik vanmiddag Vanderlem zag, denk
ik nu weer van wel."
Gerald ruimde de kaarten op, legde ze
Weer in de doos. Daarna zei hij: „Wat deed
die vrouw?"
„Zij nam een lossen baksteen uit den haard
ih de eetkamer, legde de acht ruwe diaman
ten in het ontstane gat en maakte alles
cement weer dicht. Aan den rechterkant. Den
Zesden steen van onderen."
„Wat! En zijn ze er nog?"
..Dat moet wel. Of zij moet ze er intusschen
uitgenomen hebben. Wat ga je doen, Ge
rald?"
Hij gaf geen antwoord, maar verliet de ka
mer. Zij wilde hem toeschreeuwen te blijven
dat de man met het rattengezicht achter
den trap stond te loeren. Zij werd bang als
hog nooit te voren. Zij had dezen angst al
gevoeld, toen zij bij hem aandrong, door te
sPelen met bezique.
Zij was buiten adem, toen hjj in de kamei
terug kwam.
„Annabelle is op haar kamer."
„Wat ga je doen herhaalde zij.
.Die diamanten voor den dag halen natuur
lijk. Ga even mee en wijs mij, waar ze ver-
Stopt zijn."
„Nee."
door: Roy Vickers
motorbrandstoffen slechts worden verbruikt
bil uiterste noodzaak, zoodat artsen, vee-
^erloskHndlKen. verplegers en ver-
twfmm!? zoovee1 mogelijk van andere ver-
toermiddelen gebruik dienen te maken en
is He zelf ?1Ke ,yijkindeelin* noodzakelijk
voer V00r hct Koederenver-
Het vervoer en de aflevering van
alle goederen aan particulieren per
motorrijtuig is dan ook ten eenenma
le verboden.
De voorraad motorbrandstof aan-
wezig in de tanks van motorrijtui
gen, waarvan de houders niet onder
de bovengenoemde uitzondering
worden vermeld, alsmede de zich el
ders bevindende voorraad motor
brandstof, voor zoover niet dienende
tot aflevering aan verbruikers, aan
wie volgens bovenstaande regeling
mag worden afgeleverd, zal ter be
schikking moeten worden gehouden.
Er zijn maatregelen in voorbereiding om
dezen voorraad te vorderen. Deze vordering
wordt per radio afgekondigd en treedt onmid
dellijk in werking.
De opperbevelhebber van Land- en Zee
macht heeft opdracht gegeven aan de com
mandanten om alle versperringen te laten
opruimen en voor zoover het betreft de klei
ne vernielingen, die daarmede gepaard gin
gen, te herstellen.
Naar Friesland en Overijsel.
Naar wij vernemen, worden de bootdien
sten AmsterdamKampen en Amsterdam
Lemmer hervat. De booten vertrekken
's ochtends om 8 uur uit Amsterdam en
keeren 's middags om 3 uur uit Kampen
cn Lemmer naar Amsterdam terug.
Arbeiders opgeroepen.
De directies van de Nederlandsche Droog
dokmaatschappij en de N.V. Nederlandsche
Scheepsbouwmaatschappij maken bekend,
dat zij verwachten, dat de op 14 Mei 1940
bij hun maatschappijen in dienst zijnde
werklieden op Donderdag 16 Mei (dus de
dag van gisteren) weer op het werk aan
wezig moeten zijn en aan het werk gaan.
In den loop van de week zouden hierom
trent nadere mededeel!ngen worden gedaan.
De Opperbevelhebber van Land- Zee
macht verzoekt aan den Commandant van
de stelling Den Helder, hem onverwijld
gegevens te verstrekken, benoodigd voor
opneming van aangelegde mijnen en mij
nenvelden.
Afschrift van alle schetsen aangaande
de ligging moet hem worden verstrekt, en
voor zoover ecnigszins mogelijk is, moet
hem opgave worden verstrekt van het
personeel dat het leggen der mijnen inder
tijd heeft uitgevoerd.
FLESSCHENMELK.
Het bericht over het koken van
melk. ook in flesschen verpakt, be
hoeft in zooverre aanvulling, dat
melk. waarvan de zekerheid bestaat
dat ze gepasteuriseerd is, natuur
lijk niet behoeft te worden gekookt.
De Opperbevelhebber van Land. en Zee
macht brengt uitdrukkelijk onder de aan
dacht van de bevolking, dat onder alle
omstandigheden voorrang moet worden
verleend aan bet Duitsche en eventueel
aan het Nederlandsche militaire verkeer.
Regeeringscommissaris benoemd.
De Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht maakt bekend, dat door hem is
aangewezen Mr. J. A. de Wilde, oud-mi-
nister van Binnenlandsche Zaken, om na
mens hem op te treden als Regeeringscom
missaris voor hulpverleening aan Rotter
dam.
Het bureau van den Regeeringscommis
saris is gevestigd: Laan Copus van Koppen
burg, nr. 11, Den Haag, telefoon 112502.
Nadere inlichtingen zullen nog spoedig
volgen.
De aandacht wordt er echter op geves
tigd, dat men alleen met dit bureau kan
telefoneeren. wanneer men reeds in de
stad Rotterdam is aangekomen. Interlocale
gesprekken met Rotterdam zijn nog niet
mogelijk.
Den Haag. officieel:
Daar kan worden aangenomen, dat op
vele punten van Nederland zich nog gewon
de en gedoode Duitsche soldaten bevinden,
waarvan de aanwezigheid niet aan de Duit
sche militaire autroiteiten bekend is. wordt
op de verplichting gewezen van de aanwe
zigheid dezer gewonden of gesneuvelden
aangifte te doen bij de burgerlijke of Duit
sche militaire autoriteiten.
Deze zelfde verplichting bestaat ten aan
zien van versleepte Duitsche Rijksmannen
of vrouwen.
Op onbevoegd in voorraad heb
ben van vuruwapenen en mu
nitie staat de doodstraf.
De inspecteur der Rijksveldwacht maakt
bekend aan alle districtscommandanten,
brigadecommandanten en overige ambtena
ren der Rijksveldwacht. dat het personeel
van dit korps alleen bewapend mag zijn
met klewang en gummistok, derhalve zon
der eenig vuurwapen.
Vuurwapenen, welke tot de uitrusting be-
hooren en de daarbij behoorende munitie
kunnen voorloopig tehuis bewaard worden.
Op het onbevoegd voorhanden hebben van
vuurwapenen en munitie staat de dood
straf.
In aansluiting op het bovenstaande wordt
nader meegedeeld, dat onbezoldigde rijks
veldwachters. die niet behooren tot de ge
meentepolitie. al hun wapenen moeten in
leveren.
Maandag zal in Den Haag het onderwijs
worden hervat. Het zal gegeven worden op
dezelfde uren. als dat vóór de onderbreking
het geval was en voor zoover dit mogelijk
is in verband met militaire bezetting van
de scholen.
ENGELAND VORDERT MOTORBOOTEN.
De Engelsche admiraliteit heeft, volgens
A.N.P., een verordening uitgevaardigd, vol
gens welke alle in Groot-Brittannië aanwe
zige motorbooten binnen 14 dagen gevorderd
zullen worden.
TARZ AN en de
100.
Zjjn zwarte manen wapperden in de wind,
zijn muil wijd opengesperd, de ogen keken
wild naar zijn prooi toen het dier met ge
weldige vaart op d'Arnot afvloog. Plotseling
sprong de reusachtige Rathoriaan naar vo
ren en duwde den Fransman opzg: „Ga weg,
Paul d'Arnot!" Terwijl hij bukte liet Ukah
zich op een knie vallen, precies in het pad
van het aanvallende dier. Snel plantte hij 't
uiteinde van zjjn speer op den grond naast
zich en richtte de punt op de harige borst.
Op het juiste oogeablik liet Ukah de speer
los en rolde opzij. Het groote dier was zelf
in de speerpunt gesprongen en viel op de
grond, terwijl hij zijn doodskreet uitte. Nog
een laatste stuiptrekking en het dier was
dood. „Dat was schitterend, mon ami! Met
jouw kracht behoeven we de wilde dieren
niet te vrezen," zei d'Arnot. De Rathoriaan
knikte zelfbwust. „Voor de dieren ben ik niet
bang. Maar het oponthoud is voor ons ge
vaarlijk, want de olifanten-patrouille van
Tohr zal ons wel aan het opsporen zjjn en ze
zullen het zoeken niet zo vlug opgeven. Onze
moeilijkheden zijn nog maar nauwelijks be
gonnen, Paul d'Arnot!"
Hoofdkwartier van den Führer.
De Fuehrer heeft den in Nederland strij
denden soldaten van het Leger, het Lucht-
wapen en S.S.-Verfuegungstruppen op de
volgende wijze zijn erkentelijkheid uitge
sproken.
„Soldaten van het Nederlandsche oorlogs-
tooneel. In vijf dagen hebt gij een sterk,
welvoorbereid leger, dat zich achter bijna
onoverwinnelijk lijkende hindernissen en
militaire versterkingen taai verdedigde, aan
gevallen. zijn luchtwapen uitgeschakeld en
liet tenslotte gedwongen zich over te geven.
Gij hebt daarmee een prestatie volbracht,
die eenig is. De toekomst zal haar mili
taire beteekenis bewijzen. Alleen door uw
voorbeeldige samenwerking, door de even
vastberaden leiding en de dapperheid der
soldaten, vooral echter door het heldhaftige
optreden der den dood verachtende, met pa
rachutes en met vliegtuigen gelande troe
pen, is dit succes mogelijk geworden, ik
zeg u uit naam van het Duitsche volk dank
en spreek mijn bewondering uit."
Capitulatie onderteekend,
Volgens een bericht van D.N.B. maakt het
opperbevel van de Duitsche weermacht be
kend:
De capitulatie van het Nederlandsche le
ger is heden (den loden Mei) elf uur door
den Duitschen Opperbevelhebber en den
Opperbevelhebber van het Nederlandsche
Leger en de Marine onderteekend.
„Waarom niet? Wil je niet, dat ik het
doe?"
„Veronderstel, dat het inderdaad Anna
belle was."
„Dat is onmogelijk."
„Veronderstel, dat zij er dan van af weet.
Misschien hoort ze je."
„Hindert niet. Als zjj zich schuldig voelt,
zal zij zich verraden en weten wij, hoe de
zaak staat."
„Het is gevaarlijk," drong zij aan, „je met
dien moord te bemoeien. Misschien word je
er dan ook in betrokken."
Hij aarzelde en keek haar strak aan.
„Houd jezelf nu niet voor den gek, Tor-
raiice! Je bent niet bang, omdat ik het bewijs
tracht te vinden. Je vreest, dat ik geen be
wijs zal kunnen vinden!"
„O, goed!" Zij zuchtte en gaf toe. „Ik ga
met je mee."
Zij zag dat hij iets, met een spitsen punt,
in zijn hand hield.
„Een els," legde hij uit. „binnen enkele
oogenblikken weten we hoe of wat."
Hoewel zij vlak achter hem aanliep had zij
het gevoel, dat zij naar de eetkamer getrok
ken werd.
Zij was in spanning: vanaf het oogenblik.
dat Annabelle naar bed was gegaan had zij
die spanning gevoeld. Toen zij het licht aan
draaide verwachtte zij half, dat er Iemand
van achter het buffet te voorschijn zou sprin-
£fcn.
Dat was het, Gerald, als je toch wilt
doorzetten." Zij wees den baksteen aan en
ging toen opzij, zoodat hij de ruimte had.
„Dit goedje is er kort geleden op gedaan."
Zijn stem klonk verbaasd en tevens veront
schuldigend. „Het is niet hetzelfde soort
cement als het andere 't is zelfs heelemaai
geen cement."
De spanning werd sterker. Zij was zeker
bang, dacht zij, dat Annabelle hen ineens zou
overrompelen. Zij iiep naar de deur en deed
haar op slot.
Gerald zat druk te schrapen, maakte na
genoeg geen leven, hoewel het haar voor
kwam, alsof het heele huis met het geluid
vervuld werd. Zoo nu en dan zei hij iets te
gen haar, maar zij gaf geen antwoord. On
bewust nam zij het hem kwalijk, dat zij, al
was het nog zoo weinig, op de proef werd
gesteld.
„Waarachtig, je hebt gelijk!... Hier zijn ze!"
Hij lag op zijn knieë en telde de steentjes.
„Acht in totaal!" Het volgende oogenblik zei
zij tegen hem op harden fluistertoon:
„Gerald blijf stil zitten wat je ook
doet, verroer je niet!!"
Eindelijk begreep zij dien vagen angst, wel
ken zij al den heelen tijd gevoeld had
waardoor zij zoo had aangedrongen, dat zij
doen zouden, alsof zij bezique speelden.
„Wat is er?"
„Blijf stil zitten! Er staat iemand door de
opening van de gordijnen ons te bespieden.
Hij staat in den tuin."
Zij stond aan de andere zijde van de tafel.
Zij hoopte, dat die tafel hem tegen een kogel
zou beschermen, maar zij was er niet zeker
van.
Haar angst was nu weg. Zij wilde nu
alleen maar handelen. Zij liep rustig naar
het raam en trok de gordijnen over elkaar.
„Zag je iemand?" vroeg hij, „en als dat zoo
was, hoe kwam het dan in je hoofd op, je
zoo bloot te stellen?"
„Ik zag niemand ,maar ik voelde dat we
bespied werden. En hij of zij bespiedde
ons al, toen we nog in de andere kamer
zaten."
„Of zij!" Zijn toon verried, dat hij niet aan
de reden van haar angst geloofde. „Dat zuilen
we eens even onderzoeken."
Zij begreep, wat hij wilde doen en wilde
haar armen om zijn nek slaan, om hem tegen
te houden. Maar die allesoverheerschende
angst was nu weg en zij begreep, dat het
zelfs voor deze, voor niets terugdeinzende
misdadigers, te gevaarlijk zou zjjn hem nu
dood te schieten, terwijl zij er zelf als oog
getuige bij stond.
Hij maakte de deur open en glipte de ka
mer uit. Een oogenblik later hoorde zg
ergens zijn stem en die van een ander. Maar
het was niet de hooge stem van Vanderlem.
Z(j haalde verruimd adem.
Het duurde een minuut twee minuten.
Toen kwam hij weer terug in de eetkamer.
„Het spijt me!" Hij sprak en keek als een
schooljongen, die berouw heeft. Maar zg kon
het hem toch niet heelemaai vergeven, dat
hij haar niet geloofd had.
„Waarom doe je toch, alsof ik aan waan
denkbeelden lijd? Ik heb toch toegegeven, dat
ik het niet zeker weet over Annabelle?"
„Annabelle was om middernacht met mij in
Parijs. Om ongeveer negen uur zag jg hier
die vrouw." Hij zei dit om zichzelf te over
reden.
„Best. Laten we dan aannemen, dat het
niet Annabelle was."
„Dan houdt dat heele verhaal van jou geen
KANONGEBULDER IN ENGELAND TE
HOOREN.
Stockholm. 16 Mei (D.N.B.):
Nya Dagligt Allehanda meldt uit Londen,
dat aan de geheele zuidkust van Engeland
het kanongebulder in België was te hooren.
Het was zoo hevig, dat ruiten en deuren
trilden. Duidelijk kon men het optreden
van zware artillerie onderscheiden. De ont
ploffingen waren soms zoo hevig, dat zij
konden worden vergeleken met een zware
aardbeving. Hetzelfde blad meldt uit Lon
den. dat men de thans dagelijks uit Neder
land en België aankomende vluchtelingen
nauwkeurig laat onderzoeken, daar men
vreest, dat zich onder hen buitenlandsche
agenten cn spionnen bevinden.
VOLKENBONDSZETEL UIT ZWITSER
LAND?
Volgens Stefani heeft de Zwitsersche re
geering tot den Volkenbond een formeele
sommatie gericht om Zwitserland te verla
ten. De Volkenbond zou zich thans in
Vichy vestigen.
steek. Er is niemand, die mg door het raam
wil doodschieten. Niemand wordt door deze
opeenvolging van moorden een cent rijker."
„En toch werden Professor Elllster, zoo
wel als Oom Julius
„En zoo beginnen we weer van voren af
aan." Hg raapte den lossen baksteen op,
en legde hem in de opening en nam hem er
weer uit.
„Misschien had je toch gelijk toen je zei,
dat ik mg niet met een bewijs moest be
moeien." Hij legde den steen weer neer en
raapte de diamanten op. Torrance kwam dicht
bij hem staan en keek in de opening. „Ik
ieg die dingen weer op hun plaats. En den
steen ook."
Met de diamanten in zijn hand, keek hij
haar aan en zei: „Zonder het te willen, heb
je mij toch aardig voor den gek gehouden,
met al die knappe theorieën van jou.. Hü
nam het haar kwalijk, ,,'t Is toch veel een
voudiger om te veronderstellen, dat ds
moord op Eliister stom toeval was, die op
geen enkele manier in verbinding stond
met..."
Hfj zweeg plotseling, toen Torrance hem
aanstootte.
Achter haar stond Annabella in da deur-
opening.
HOOFDSTUK XXVI.
Afwerking.
Toen Annabella daar in de deuropening stond,
alsof zij plotseling door het zien van iets
verrast was, als een plaatje in haar, met de
hand geverfde, zijden peignoir, wist Torrance,
dat zij het er om deed. Zij had Annabelle ge
zien Annabelle en geen ander. En toch
verflauwde haar overtuiging, toen Annabelle
sprak.
„Gerald, ik ben bang! Er is een of ander
gevaar en Jullie houden mij er buiten."
„Er is niets, lieveling! Ga jij maar weer
naar bed toe, anders vat je nog kou."
Idioot om haar, zooals hg daar voor die
opening in den haard geknield lag, op die ma
nier te antwoorden, dacht Torrance.
„Torrance!" smeekte Annabella. „Ik weet
zeker, dat er iets niet in orde is, want ik
hoorde Gerald's stem en die van een ander in
den tuin."
Wordt vertoljjd.