Successen en tegenslagen NEYT/'RECLAME Madónieuiaó Over het werk van 7 Verkeershuis Dlunt 11 zutmmn Wee den knoeiers I! Aan den waterkant Een toontje lager Woensdag 5 Juni 1940 Tweede Blad Een blik op de toekomst H. R. KOUSBROEK Weststraat 106 Tel. 851 Burgerlijke Stand van Den Helder Hoofd Heldersche Schoolvereen. .VERHOOGT UW OMZET. Inschrijving Handelsregister Rii het jubileum van „Helder*s Bolnna «- - T>e vlag uit op het paviljoen van „Zeebad Huisduinen". "Wanneer zal zij er weer wapperen en getuigen van beter tijden Huisduinen... dat was enkele tiental len jaren geleden een niet onaardig dorp, dorp onder de rook van Den Helder. Er waren enkele villa's, er waren een paar uitspanningen en in de zomermaanden, als het eindelijk ook in Den Helder warm werd, trokken de Nieuwediepsche moe ders met hun gezinnen strandwaarts om de genietingen te ondergaan van het rulle zand, de streelende zon en de lok kende zee. Er waren echter slechts weinige per sonen, die begrepen dat ditzelfde Huis duinen een prachtige „trekpleister" voor vreemdelingenverkeer kon betee- kenen. Die beseften, dat Den Helder Huisduinen en Huisduinen Den Helder elkander wederkeerig brood- en brood- noodig hadden. Dat een goedgeleid vreemdelingenverkeer van Huisduinen een welvarend badoord kon maken, met alle perspectieven daaraan voor Den Helder. Inzicht. Langzaam gingen de oogen voor deze braakliggende mogelijkheden open. Lang zamerhand ging men inzien, dat hier ge werkt moest worden. Dat men maar niet bij de pakken neer moest blijven zitten en wachten totdat er eens een paar menschen van buiten kwamen en, feitelijk uit nieuws gierigheid, hier hun vacantie doorbrachten. Integendeel, dat er gewerkt moest worden. Hard gewerkt, zoodat Huisduinen een cen trum van badleven in den Noordkop van Noordholland werd. Men mocht zich zoo gelukkig prijzen, dat de gemeentebesturen in die dagen oog voor deze mogelijkheden begonnen te krijgen en veel heeft „Helders Belang",, van wie door gaans het initiatief uitging, te danken aan deze besturen, Zij het onder leiding van burgemeester Houwing, of zooals later onder die van burgemeester Driessen en Rit meester. De opkomst van Huisduinen. En thans... thans heeft Huisduinen naam en reputatieGedurende verscheidene jaren reeds besluiten tal van Nederlandsche fami lies in het voorjaar, als zij hun reisplan op maken of hun vacantie-domicilie uitzoeken, naar Den Helder te gaan. En zij doen dit waarlijk niet om nu eens Huisduinen van dienst te zijn of „Helders Belang" te beloo- nen voor haar velen arbeid. Neen, zij doen dit alleen omdat de combinatie Den Heider- Huisduinen hen bevalt. Omdat ze hier niet afgezet worden, omdat de „vreemdelingen industrie" hier nog niet tot een rage gewor den is. Omdat men hier een schitterend strand heeft, omdat men beschikt over een uitstekende hotel-, villa- en pension-inrich ting, omdat er geen absurde prijzen gevraagd worden en omdat het er rustig is. Ze doen het ook, omdat men van hier uit gemakkelijk trips kan maken naar de eilanden, omdat het voor den „binnen lander" nog steeds interessant is zich te bevinden aan de boorden van een zee, die zoo rijk gestoffeerd is als juist bij Huis duinen en Den Helder, en ze doen dat, omdat men wellicht nergens aan de ge- heele Nederlandsche zeekust zulke impo sante wolkenformaties en zulke onver getelijke zonsopgangen en -ondergangen aanschouwt als hier. En Huisduinen groeide, dank zij de kunst matig toegevoegde levenssappen van de y-V.V. „moeder". Nieuwe villa's verrezen, er wam een fonkelnieuw paviljoen, er kwam een hieuw badhotel, er kwamen nieuwe pen- «ons... kortom, Huisduinen en haar bevol- J"g waren ontwaakt en het was „Helders Belang", dat, naast de Huisduiner vereeni- S'hg, die met voldoening dat alles aan schouwden. Tegenslagen. Het was niet alles voorspoed! Het tegen deel was eerder waar. Want nauwelijks was deze groei begonnen, of daar kwam een zware economische crisis over het land, die ernstig ingreep en ook het badleven niet ongemoeid liet. En na deze crisis beleven wij thans tijden, waarin men eerst recht met zorgen de toekomst van de badplaatsen tegemoet moet zien. Maar ook nu versaagt men niet, en keeren de kansen, dan kan het niet anders, of ook Huisduinen zal uit haar tijdelijke vergetelheid weer ontwaken. Goede propaganda. „Helders Belang" heeft steeds weer be wezen, het groote nut van reclame, van met juist inzicht gevoerde propaganda, in te zien. Ieder jaar werd het budget voor deze reclame öp de WV-rekening hooger en me nig lid zal zich wel eens afgevraagd hebben of die hooge kosten nu wet dat profijt op leverden, dat men er van verwachtte. Welnu, ze leverden profijt op, en door gaans met rente op rente. In dit verband moge er nog op gewezen worden, dat het gemeentebestuur sedert langen tijd de V.V.V. met een jaarlijksche subsidie daad werkelijk steunt en dat de finantieele positie der vereeniging, zooals men zich nog uit het verslag over de laatste jaar vergadering zal herinneren, als kernge zond te beschouwen is. 't Verkeershuis. Het centrum van deze gevoerde recla me-actie, die een landelijk karakter draagt, geschiedt door een V.V.V.-instelling; een stichting van „Helders Belang". Dat is 't Verkeershuis, waarvan als directeur be noemd werd de heer W. Velthuys. Het was in dit Verkeershuis, dat de propa ganda voor en van Den Helder opbloeide als nooit tevoren en dat als centraal punt van vreemdelingenverkeer belangrijke diensten heeft bewezen aan onze stad. Ongeveer 5 jaar bestaat 't Verkeershuis thans en het is wellicht goed er op te wijzen, dat tal van steden van gelijke grootte als Den Helder een dergelijke instelling niet be zitten. Wel een bewijs voor de voortvarendheid van Helders Belang. Hier komen de aanvragen voor pension binnen. Hier worden informaties van den meest verscheiden aard ingenomen, hier informeert men naar de scholen, naar de winkels, en naar de gelegenheid voor uitstapjes in Den Helder. Hier vraagt men naar trein- en bootverbin dingen en hier is het, dat men inlichtingen moet geven over belastingen, en over de huis huren. Ja, wat werd in die jaren feitelijk niet aan den heer Velthuys gevraagd De V.V.V.-bibliotheek beschikt thans over een uitstekend geoutilleerd archief. Met boek jes van Den Helder, plattegronden, lijsten van winkels, pensions en te maken uitstapjes, kortom, alles wat men over Den Helder en Huisduinen wenscht te weten is hier ver- eenigd en wordt toegezonden aan hen, die er voor in aanmerking komen. Door deskundig personeel worden hier de belangen van Den Helder behartigd op een wijze, die men niet beter zou mogen wenschen en brengt men op deze plaats een woord van hulde aan het werk der V.V.V. in Qnze stad, dan zal men daarbij 't Verkeershuis en zijn energieken directeur zeker niet mogen ver geten! Omdat hij het was, die er aan mede werkte dat de gevoerde welvaartspolitiek vrucht droeg en mede zorgde, dat de naam ..Den Helder" niet alleen in de elf provinciën doch ook tot ver over de landsgrenzen aan klank en beteekenis won. En dat is iets. wat nog al te weinig inwoners van Den Helder beseffen. Op den dag van het jubileum, 25 Juni a.s., zal menig bestuurder van de Heldersche V.V.V. in gedachten teruggaan naar de dagen van weleer. Toen er veel moed en nog meer initiatief noodig waren om de welvaartspoli tiek praktisch te kunnen voeren. Toen men al blij was, als men op het Ankerpark boomen mocht laten planten, dat men hier en daar banken tusschen en bij het groen mocht zet ten, dat het Julianapark kon verrijzen en de N.V. Zeebad Huisduinen, méde op instigatie van Helders Belang, geboren kon worden. Maar hij zal ook het oog op de toekomst gericht houden. Ook al is het thans voor velen nog geen helder vurenzicht. Hij zal beseffen dat er, ook na de mijlpaal van de eerste halve eeuw, nog veel en hard gewerkt zal moeten worden. Méér dan vroeger zal de naam van Den Helder aan beteekenis moeten winnen, de stad zal meer verfraaid dienen te worden, met steun van rijks- en provinciale subsidies zal men nog intensiever en krachtiger aan de steeds meer omvattende propaganda moeten werken en de organisatie van het vreemdelingenverkeer, waarop men zich thans specialiseert, zal nog belangrijk intensiever moeten worden. Hierover echter in een volgend-en laatste artikel. ACCOUNTANTSKANTOOR Lid v. h- Neder!. Instituut van Accountants Leraar M. O. Boekhouden Inrichten en controleren van administraties. Behandelen belastingaangiften. Is VERPLAATST naar SOEMBASTRAAT 70 Van 4 Juni 1840. ONDERTROUWD; M. Reijnhout en A. E. Sirach; H. A. Enklaar en G. Ziermans; J. Th. W. Maartens en P. F. Kramer. BEVALLEN: W. M. Bossersv Munster, z. OVEP.LEDEN: B. J. G. van. Bokhorst (m), 3 dagen. Als opvolger van den heer J. Jager, die in Juli a.s. wegens het bereiken van den pen sioengerechtigden leeftijd afscheid zal nemen, is tot hoofd der Heldersche Schoolvereeniging benoemd de heer C. Prinsen, onderwijzer aan genoemde school. en berst U geen lid van H.Z.V.? Hoe bestaat het! Heldersche Zwem vereeniging H.Z.V., (Het witte clubgebouw op den zeedijk). Strenge straffen tegen overtreders van distributie maatregelen. Er zijn menschen, die van de omstandig heden misbruik maken. Zooals Rotterdam zijn misdadige elementen heeft, die van de ellende van een ander gebruik hebben gemaakt om zichzelf te verrijken, zoo heeft, helaas, ook onze stad zijn ongure individuen, die van den nood van andere stadgenooten „geprofiteerd" hebben om zichzelf dingen toe te eigenen, die hun niet toekomen, 't Is bedroevend, dat deze dingen kunnen voorkomen, maar het is waar. En evenals men in de eerste havenstad van ons land, zonder pardon tegen deze mis dadige elementen is opgetreden en zware straffen heeft uitgedeeld, evenmin zal men in Den Helder de overtreders ontzien. Tijdens het bombardement van eenige weken geleden en tengevolge van den dikwijls overhaasten uittocht van stad genooten, als men meende dat de stad onveilig was, zijn onbevoegden waarschijn lijk in verlaten woningen geweest en heb ben zich distributiekaarten toegeëigend. We hebben niet te zeggen hoe we over deze handelwijze denken. Daar zijn geen woorden voor. Andere stadgenooten zijn minder attent geweest op hun distributie stamkaarten, weten niet meer waar ze de kaarten opgeborgen hebben of heb ben die in de haast van de vlucht verlo ren. Deze kaarten moeten natuurlijk ge vonden zijn en wij raden hun, die zich in het bezit van deze verloren documenten bevinden, ten zeerste aan, daarvan aan gifte te doen aan het distributie-kantoor aan de Kerkgracht. Men helpt daarmee ten zeerste de verliezers, die een massa last hebben om nieuwe kaarten te be komen. Voor eigen gebruik heeft men toch niets aan deze kaarten. De heer Everards, het hoofd van den ge meentelijken distributiedienst, heeft een con trole-systeem ontworpen, waarbij het knoeien met andermans kaarten practisch is uitge sloten. Komt iemand b.v. aangifte doen van het vermissen van zijn distributie-stamkaar ten en is na deugdelijk onderzoek gebleken, dat ej naar alle waarschijnlijkheid geen bedrog in het spel is, dan worden de nieuwe kaarten afgegeven, de controlekaart wordt echter ge blokkeerd, d.w.z. van een roode strook voor zien. Al deze kaarten staan in bakken op nummer en tracht men dus met de verloren gegane stamkaart echte distributiekaarten te bekomen, dan heeft men oogenblikkelijk de con trole en ontdekt men het bedrog. En wie tracht op deze wijze de gemeenschap te bena- deelen, zal zijn straf niet ontgaan. Gevange nisstraf moet niet uitgesloten geacht worden. Men begrijpt, dat de organisatie van dit controle-systeem heel wat tijd en krachten eischt en met dankbaarheid mag hier gewag gemaakt worden van de hulp van een zes tal onderofficieren van de Marine, die op het oogenblik dagelijksch bezig zijn met sorteeren en op nummer leggen van de bijna 40.000 kaarten. Dank zij de medewerking van de be voegde autoriteiten, mogen de onderofficieren op deze wijze hun tijd nuttig besteden. Voor henzelf beteekent het een nuttige tijdpassee- ring, voor de gemeenschap beteekent het 't voorkomen van knoeierijen, die anders zeker zouden plaats hebben. Den Helder vischt. Er wordt weer gevischt... Ze zijn weer neergestreken, in en buiten Den Helder, over al waar zich waier bevindt tus schen de landen, overal waar een gracht of singel zich boort tusschen de wegen en straten. Overal waar men levende wezens onder water vermoedt. Langs het Noordhollandsch kanaal zitten ze weer: de sportvisschers, uren en urenlang, half verscholen in het wuivend riet, zittend op een gonje zak, op een visschersstoeltje of zoo maar op het gras. Langs het kanaal, waarin de visscherij weer vrij gegeven is. Heel vroeg in den morgen, soms zelfs in den nacht, trekken ze er op uit. Dat zijn dan de echte hengelaars, die er een halven nacht aan opofferen, maar die de beste uren willen benutten en uitbuiten. Men ziet ze langs de wegen fietsen, de hengelstokken met de opgerolde snoeren over den schouder of langs den fiets-stang gebonden, het zakje met aas en andere ingrédienten bupigelend aan den bagagedrager. Ze zoeken zich een plaatsje uit aan den kanaalkant, waar er duizenden kunnen zitten, en waar dan nog ruimte in overvloed over blijft voor andere duizenden. Het is daar, in deze milde zomersche dagen, goed aan het kanaal. Het is er kostelijk van rust en vrede. Men is er alleen met zichzelf en het water en de hengel. Alleen met het riet, dat onafgebroken staat te pluimen en te fluisteren. Het riet, dat zijn eigen lied zingt op eigen trijs en eigen toon. Een lied van rust in een wereld van onrust en ontreddering. Het is goed daar te zitten aan den kanaalkant En te staren naar den dobber, die als een miniatuur rood of wit eiland in het diep-grocne of licht-blauwe drijft. Sotns ligt die dobber stil. Minuten en kwartieren lang. Soms schiet die dobber plotseling weg. In ijlende vlucht ver dwijnt het stukje kurk naar beneden, en dan weet de visscher aan den kant, dat hjj de kans krijgt een der kanaal-bewoners op den kant te krijgen. Dit nu is de groote kunst. Want „beet" krijgen is niet zoo moeilijk als wél het spar telend, en om zijn leven vechtend visschendier aan de wateren te onttrekken. Dat vereischt veel handigheid en veel tact. Maar sommigen gelukt het dan toch en ervaren daarmede de opperste visschersvreugden. Het is een kostelijke tijdspasseering dit visschen aan het kanaal. Men komt daarbij tot rust, en geniet van den zomertijd die maar al te spoedig weer voorbij is. Visschen is voor iedereen, en dus ziet men vertegenwoordigers van iederen maatschappe- lijken stand daar tusschen het kanaalriet ver tegenwoordigd. Daar is de zakenman uit Alk maar of Amsterdam, die zich zijn zakenzorgen voor .een halven dag uit het moegetobde hoofd gebannen heeft en thans verstrooiing bij z'n hengel zoekt. Daar is de onderwijzer, die ook wel eens alleen wil zijn en de eenzaamheid weet te waardeeren als geen andes. Daar is de werMoozo die niets te verletten en niets anders te doen heeft, maar die op deze wijze nog wat kleur en fleur aan zijn leven tracht te geven. En daar is jeugd. Daar zijn onze jongens uit Den Helder en daaromtrent, die des avonds op hun fietsen komen aanrennen en zich op stellen aan den waterkant. Die zich niet be wegen, die hun hengels omvat houden en er uren voor over hebben een paling, een voorn of een baars aan den haak te krijgen. Zoo vischt men aan het Noordhollandsch kanaal. Tusschen Den Helder en Amsterdam. Zoo visschen duizenden Noordhollanders en al brengen de meestem geen „brandje" thuis, ze verschaffen zich rust en verademing en wat zou men méér kunnen wenschen Ook in Den Helder wordt gevischt. Des avonds zitten vaders en zonen aan de boorden van het Singel. Korte en lange hengelstokken hangen schuin over het water en soms wordt er opgehaald. Een enkele maal blijkt er inder daad een levend wezen aan de lijn te spartelen. Tusschen licht en donker is het een heel visch-vertier daar aan het Singel. De bewoners van de beide Singelkanten komen ook naar het water en staan te kijken naar de gedragin gen en het geduld der visschenden. Er worden technische en minder-technische gesprekken aangeknoopt betreffende de geheimen van de vischkunst en het is er zeer, zeer genoeglijk. Tot aan het intreden van de duisternis blijft men er. Op den weg, die Huisduinerweg en Jan Verfailleweg verbindt, vischt men ook. Ook daar rijen zich de hengelaars tusschen het riet van de Fortgracht. Ook daar hoort men telkens weer een schallende overwinningskreet als men wéér een fort grachtbewoner met suc ces boven water heeft gehaald. In het warm gestoofde gras kan men koste lijk lui liggen, sommige hengelaars brengen hun meisje of hun vriend mee en combineeren op deze wijze het genoegen. Het riet verft zwarte schaduwen in het donkerblauwe water. Ergens in de verte bast een hond en meer nabij zit een koekoek te slaan. Hoog aan den hemel drijven de wolken als enorme paleizen voorbij en de maan schuift van de eene naar de andere horizon. Als de sterren uit hun eerste bleekheid naar voren komen, worden de snoeren opgerold en keert men huiswaarts. Dan wordt het gras koel en vochtig en gaat men verlangen naar huis. Zoo vischt Den Helder in deze Juni-dagen. Men visch buiten en binnen Den Heider, maar waar het ook gebeurt, en of men al dan niet over „vangst" kan praten, het doet diege nen, die zich aan deze sport wijden, goed. Want al te velen beseffen niet, welk een kostelijke verpozing er schuilt in zoo'n avond aan het water, uitsluitend gewapend met een hengel een snoer. Wij zouden haast zeggen tot de niet-henge- laars: doe het ook eens. En kom óók aan den waterkant. We hebben veel geleerd in de weken die achter ons liggen. We wisten, dat het leven ons lief was. maar dat we er zoo met alle vezelen van ons bestaan aan vast zou den zitten, hadden we niet gedacht. Wat is er vaak in groote oppervlakkigheid over den dood gesproken en wat hebben wij ge huiverd, wij allen, toen we hem dichtbij wisten, toen we zijn trawanten boven ons huis. boven onze stad hoorden huilen. We hebben geleerd, niet meer zoo lichtvaardig over hel en dood te spreken, omdat we er de ontzetting van. zoo aan den lijve ge voeld hebben. De schijnbaar meest onver schillige bleek dikwijls het meest onbe- heerscht. We weten van menschen. waar van we, als we op hun woord afgingen, zouden gelooven. dat ze voor den duivel zelf niet bang zijn, die een paniek veroor zaakten, toen ze meenden, dat hun leven in gevaar was. We hoorden van een van onze jongens, die aan de hel van het front had gestreden, dat hij nu wist wat de uit drukking beteekende ..duizend dooden sterven". Onze soldaten spreken niet graag over hun ervaringen aan het front. Wij kun nen het begrijpen en wij moeten voorzich tig zijn met onze nieuwsgierigheid. Het praten over de verschrikkingen daar door staan is voor velen het openscheuren van wondent die nog niet geheeld zijn waarover misschien maanden en jaren heen zullen gaan. Men moet hen helpen, de ellende te vergeten, door er niet over te 'spreken. We hebben geleerd de waarde van tal van dingen anders te bepalen. Hoe is heel ons maatschappelijk bestaan op vulkanischen bodem gesteld. We voelen het schudden en rommelen van dat wat we als vast en zeker dachten. Vooral wij. bewoners van een stad met bijna uitslui tend ambtenaren en rijkswerklieden, men schen met een „vaste positie en pensioen" Was er iets zekerder? In eenige dagen is deze zekerheid onder ons weggeslagen en zijn we allen overgeleverd aan de on zekerheid. We hebben geleerd door deze dingen een toontje lager te zingen. Wat is vast? De dingen van den Geest! De uit zijn geloof levende mensch, ook al beefde hij bij de verschrikkingen rondom hem, heeft de kracht van zijn geestelijk bezit, van zijn vertrouwen op God. reëel ervaren. We hebben geleerd een toontje lager te zingen. We steken ook de hand in eigen boezem. Al veroordeelden we aanvankelijk fel het heengaan van vele stadgenooten voor een gevaar dat we niet als een direct levensgevaar zagen, ook nu nog niet. we hebben begrepen, toen we de onberede neerde angst bij onze jonge kinderen za gen. We hebben verstaan, waarom be jaarde stadgenooten het veiliger vonden om tijdelijk een andere woonplaats te zoe ken. omdat de angstpsychose, die zich over onze stad had uitgebreid, ieder drukte. Zoo zijn we veel dingen gaan begrijpen, die ons niet duidelijk waren en we zijn minder scherp in ons oordeel geworden, we begrijpen, dat men individueel zal heb ben te beslissen over zijn houding. Natuur-- lijk blijft er voor ons allen de ernstige plicht om mee te werken aan den spoedi- gen terugkeer van den normalen toestand. En dat doen we het beste door ons optimis me en vertrouwen in de toekomst levend te houden, door te zwijgen over het heden, over wat achter ligt en den blik vooruit te werpen. Na het donker komt het licht houden we dat vast. Het is gelukkig, dat het de laatste da gen in onze stad zoo rustig is en wij ge looven, dat er geen reden is om ons onge rust te maken, dat deze rust weer spoedig verbroken zal worden. Het is dringend noodig, voor heel het economisch leven van onze stad, dat alles weer in oude ba nen geleid wordt. De tijd is, hopen we, niet ver meer, dat het leven zijn gewone aanzien herkrijgt en dat we weer met elkaar zullen lachen en praten over de „kleine dingen van ons leven. Toch zijn we andere menschen geworden, menschen die geleerd hebben bescheidener te den ken en minder te spreken. Aan de Gemeentelijke Universiteit, te Amsterdam, slaagde voor het doctorale examen, in de geschiedenis, onze vroegere stadgenoot, de heer C. A. Schillemans, leeraar Duitsch M.O., te Zaandam. Van 20 Mei tot 4 Juni 194Ó'. Nieuwe Zaken; Den Helder; Naaimachinehandel P. Wal recht, Keizerstraat 51, naaimachinehandel. Wijzigingen Den Helder: H. de Haan, Alkmaar, gros sier in galanterieën; fil. te Den Helder, Californiestraat 3, opgeheven. C. H. Kikkert, Achterbinnenhaven 53, melk handel; overgegaan aan: mevr. P. Kikkert- Roemer. F. van Peperzeel. Emmastraat 74, kruide nierswinkel; overgegaan aan: C. Schouten. Opheffingen: Anna Paulowna: Café „'t Schippers huis", Van Ewijcksvaart 22, café.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 3