Het eendje van Fokkelientje
Nieuw Raadsel
ionq&tvi en mehjel! Oplossing raadsel vorige week
Wat je doet,
doe dat goed
Het sprekende hoofd
Om zelf te maken
Gelukkig, dat ziet er deze week al weer
heel wat beter uit. Ik wil niet zeggen, dat
lk niet over de stapel briefjes kan heen
zien, zoals dat van de winter .dikwijls voor
kwam. maar ik heb me vandaag toch niet
voor jullie te schamen. Er zijn weer heel
wat epistels ingezonden en dat is meteen
het bewjjs, dat het leven zich weer begint
te herstellen. Vergeten zijn we de weken
die voorbijgingen nog niet en vergeten zul
len we ze nooit, maar er zijn op het ogen
blik gelukkig zoveel andere dingen, die onze
aandacht vragen en het is zo weldadig rus
tig in Den Helder. Wat waarderen we dat
nu allemaal. Vroeger dachten we er niet
eens over, we namen het zo maar als van
zelfsprekend aan, dat je genoeglijk langs de
straat kon wandelen, dat je kon spelen zon
der te moeten luisteren naar een vliegtuig,
dat wel eens minder goede bedoelingen kon
hebben. Nu is die zorg tenminste van ons
af en we denken weer aan de grote vacantie,
aan het feest van de vrijheid, dat ons straks
wacht, aan de zee, die ons nu al lokt, ten
minste als het niet zo regent als Donderdag.
Ja, ja, dat wordt weer een goede tijd.
Weet je wie het boek van de week ge
wonnen heeft? Nee, natuurlijk weet je dat
niet. Maar ik zal het hier vertellen. De ge
lukkige is:
COBA PRINS,
Beukenkampstraat 50.
Is die Coba even een boffer? Nog twee
weken, nog één boek en één taart en dan
krjjgen jullie van mij je vacantie. Doe je
best om dat eene boek of die heerlijke taart
nog in de wacht te slepen. Ik gun hem
jullie allemaal.
Marfha Briars. Dat boek van de vo
rige week is bijna als een verjaarsgeschenk
gekomen, Martha, want Maandag word je
negen. Gefeliciteerd, hoor, en een fijne
feestdag.
Piet Mathijs Kasten. Een interessante
fietstocht hebben jullie gemaakt, Piet, naar
Slootdorp, het land door onze knappe in
genieurs ontworsteld aan de zee. Dat heeft
mensen aan het werk gezet en dat is een
gebiedsuitbreiding geworden, die geen en
kel mensenleven gekost heeft. We moesten
het maar eens aan alle „grote mannen"
van Europa laten zien. Er is heus van die
Hollanders nog wat te leren. Vind jij ook
niet?
Jan Jacob Kasten. Fijn, dat jij die
tocht ook meegemaakt hebt. Nee, ik heb
niet gevist, Jan en ik weet ook werkelijk
niet of ik het doe. Ik geloof van niet al
lijkt het me wel gezellig ergens aan een
stil water te liggen dromen en te kijken
naar je dobber. Wie weet wat ik nog doe
in m'n vacantie.
Alida Kasten. Ja, dat is jammer, Ali,
dat het schoolzwemmen, door die rare
schooltijden is stopgezet. Van zwemmen
fris je altijd zo heerlijk op. Nee, ik ben
nog niet in zee geweest, hoor.
Greta Bos. Volgende week verwacht
lk een dikke brief van je, Gretha.
Vergeet mij nietje. Daar ben ik juist
een dag te laat, Vergeet piij niet en ik wil
me dus extra haasten met je te feliciteren
met je veertiende verjaardag. Ik hoop, dat
je gisteren al een gezellige dag hebt gehad
en dat het vporal Zondag prettig zal zijn,
als je het feest viert.
Betsie Breel. Wat een fijne tocht heb
jij gemaakt, Betsie. Vooral vorige Zater
dag, met dat prachtige weer was het een
genot naar Alkmaar te fietsen. Die Alk
maarder hout is mooi, hè, en vooral met
die gezellige dieren, apen, fazanten, mar
motten en andere beesten, is het er leuk.
Ik hoop er volgende week, als het goed
weer is, ook eens heen te gaan.
Nini-Breel. Jij hebt de reis gemakke
lijker gedaan dan Betsie, Nini, maar toch
denk ik, dat Betsie op haar fietstocht meer
genoten heeft dan jij in de trein, want nu
we langs het N.H. Kanaal overal die be
planting hebben, is het er fijn rijden. Lang
niet zooveel wind meer als vroeger.
Gonda Goedegebuur. Ja, ik heb me
ook driemaal laten prikken, Gonda, en na
tuurlijk is m'n arm ook pijnlijk en stijf
geweest, maar ik heb niet te bed gelegen,
hoor.
Juttertje. Misschien doe ik dat nog
wel eens. Rika, dat ik eens aanwip, maar
ik heb nooit zoveel tijd en volgende week
ben ik de hele week de stad uit, maar help
me later maar eens herinneren. Je opa is
dus twee jaar ouder gemaakt, dan hij in
werkelijkheid is. Nu ja, bij die zeeridders
kijken we niet op een jaartje, hoor. 85 is
anders ook een hele leeftijd.
Ali Brouwer. Ja, van dat kleine foutje
in dat raadsel van twee weken geleden
weet ik, Ali, maar dat heeft m'n vriendjes
en vriendinnetjes toch niet in de war ge
bracht, hoor. Vandaag is het weer een fijn
en gemakkelijk raadsel. Kijk maar!
Nu, jongens en meisjes, ik ben er door
heen Tot Volgende week hopen we.
Profeet: lAtafel; lePelen; schAven; proe
ven; strijdEn; broedeR.
Goede oplossingen ontvangen van i
Tiny
v. Leeuwen, Cor v. Bijnen, George Veer,
Neeltje Plaatsman, Nellie en Coba Prins,
Sjaantje en Greetje Abbema, Jan en Janne
tje Geus, Tineke Groothuis, Jantje ter Brug
gen, Bali en Annie v. Bijnen, Piet Geus. Ver
geet mij nietje, Corrie Goedegebuur, Ali
Brouwer, Tini v. Brederode, Gretha Bos,
Broertje de Visser, Annie Koorn, Betsie en
Nini Breel, Alida, Mathijs en Jan Jacob
Kasten.
X deel v. e. fiets.
Xdier.
X deel v. h. jaar.
X plaats in Overijsel en Drente.
X ligplaats v. schepen.
X meubel.
X kegel v. ijs.
X wapen.
De eerste regel, van boven naar beneden
gelezen (kruisjes) Is een middel, om ons een
uur langer van het zonlicht te laten genieten.
„Kom, dat is klaar!" zei Piet, zijn schoen
borstel weggooiend. „Mijn schoenen glim
men wel niet al te mooi, maar dat geeft
niet!"
„Wat waard is gedaan te worden, is ook
waard om goed gedaan te worden", zei
opeens een vriendelijke stem.
Piet schrok en keek op om te zien wie
daar gesproken had. Het was zijn vader.
„Piet, je schoenen zien er vreeselijk uit.
Neem de borstel maar weer en poets ze
beter. Als ze er behoorlijk uit zien, kom
je even op mijn kamer."
„Ja vader", bromde Piet en pakte met
een boos gezicht de borstel weer op. Toen
ging hij aan 't poetsen tot zijn schoenen
mooi glommen. Daarna ging hij naar zijn
vader toe, die het volgende te zeggen had:
„Jongen, ik moet je eens iets vertellen.
Ik heb eens een arme jongen gekend, wiens
moeder hem leerde: wat waard is gedaan
te worden is ook waard om goed gedaan te
worden. Die jongen werd huisknecht bij
een familie. Hij probeerde alles zo goed
mogelijk te doen, hoe vervelend en saai
het werk soms ook was. Zijn meester was
tevreden over hem en nam hem in zijn
magazijn, waar hij zijn werk ook goed deed
Als hjj stof af moest nemen deed hij dat
goed. Als hij een boodschap moest doen,
kwam hij vlug terug en deed het goed. Als
hij geld moest ontvangen, hij deed 't goed.
Dit was zo naar de zin van zijn meester
dat hij zyn bediende bevorderde, die nu
eerste klerk werd en daarna compagnon.
Nu is hij een rijk man, die vurig hoopt dat
zijn zoon Piet dezelfde regel zal toepas
sen. die hem zoveel geluk heeft gebracht."
„Vader, was u die arme jongen?"
„Ja, jongen, ik was zo arm dat ik huis
knecht moest worden. Door alles goed te
doen, zoals ik je verteld heb, werd ik la
ter met gewichtiger dingen belast. Zo werd
ik ryk."
Piet vergat dit gesprek met z'n vader
nooit. Als hij een vervelend werkje moest
doen dacht hij er aan en probeerde het
dan zo goed mogelijk te doen.
Dit wordt een griezelige voorstelling,
want we gaan een hoofd laten spreken. Je
moet er een moeite voor over hebben, maar
je zult dan ook succes hebben bij je vrien-
den.
Velen van jullie zullen misschien een
masker hebben, dat als hoofd te gebrui
ken is. Behalve dit masker hebben we nog
een lange slang nodig. Als je die niet hebt,
kun je hem zelf maken. Je neemt sterk
pakpapier en legt dat om een bezemsteel
(zie figuur la)
Het papier moet zo afgeknipt worden dat
de ene kant van het papier de andere onge
veer een centimeter bedekt. Dan plak je
de slang, met behulp van een gummireep,
dicht en trekt hem van de bezemsteel af.
(zie fig. lb en 1 c.)
Nu wordt het eene deel van de slang,
met behulp van een restje stof dat je met
lijm bestreken hebt, achter de mondope
ning van het masker geplakt. Aan de voor
kant van het masker mag je er niets van
zien.
Nu zet je het masker op een kist, of een
stapel boeken, die je op tafel legt, zet het
masker een muts op, of bindt het een hoofd
doek om, mgar zorgt dat de slang er aan
de achterkant door gestoken kan worden.
Vlak achter het hoofd zet je een scherm of
hang je een gordijn, want de jongen die de
slang in de hand houdt, moet onzichtbaar
blijven. Als het masker van zelf niet
blijft staan, kun je er een paar stokken
achter zetten (fig. 3). Dan staat het masker
stevig.
Nu kan de voorstelling beginnen.
Iemand van de toeschouwers, of een jon
gen die er alles vanaf weet, stelt het mas-
ker vragen, die beantwoord worden door
de jongen achter het gordijn. Deze houdt
de slang voor z'n mond en "preekt er door.
De woorden klinken hol en dof door de
slang en omdat niemand de jongen achter
het gordijn ziet, lijkt het alsof het hoofd
spreekt. Het geheel wordt nog griezeliger
als je achter het hoofd een zaklantaarn zet,
die het hoofd verlicht.
Probeer het eens, je kunt er veel plezier
mee beleven.
door GERRIE KOENRAADS.
Fokkelientje is nu al een groot meisje. Ze
is op de H.B.S. en doet dit jaar eindexamen
en als ze slaagt wil ze gaan studeren voor
dierenarts. Want Fokkelientje is een grote
liefhebster van dieren. Zo zul je begrijpen
dat ze heel veel verdriet had over de ge
schiedenis van het eendje, haar eendje.
Die geschiedenis speelde zich af toen
Fokkelientje nog maar een peuter van zes
jaar was. Toen had ze een vriendinnetje,
Anke en een prachtig poppenhuis. Anke
benijdde haar vriendinnetje hevig om dat
poppenhuis Zo erg zelfs dat ze Fokkelientje
a! de hele huiskamer had afgebedeld. Want
Anke was een bijdehandje, Fokkelientje
had niet veel tegen haar in te brengen.
Maar op zekere dag werd het Fokke
lientje toch te bar. Anke wilde nu de divan
uit haar poppenhuis hebben. Je divan, dat
prachtmeubel, dat met blauwe zij overtrok
ken was en zijden franje had en waar ze
zo trots op was!
Na lang nadenken zei Fokkelientje te
gen haar vriendinnetje: „Wat krijg ik er
voor?"
„Wat., ik heb niets", antwoordde Anke.
„Ik kan je die divan niet voor niets ge
ven", zei Fokkelientje flink, ik ben toch al
bang dat moeder eerstdaags naar m'n
poppenkamer zal vragen en als ze ziet dat
die divan weg is.."
Anke zette een gewichtig gezicht. „Ik
zal je een eendenei geven", zei ze einde
lijk.
„Een eendenei? Wat moet ik daarmee
doen?" vroeg Fokkelientje verbluft.
„Nou, dat kun je onder de kloek leggen
en die broedt het uit. Dan heb je een eend.
Maar", ging Anke verder, toen ze zag dat
haar vriendinnetje nog niet erg tevreden
keek, „ik moet er nog even over naden
ken. Eigenlijk is dat veel te veel voor zo'n
divannetje!"
Anke was een slimmerik. Nu had ze Fok
kelientje gevangen. Even later stapte Anke
met de divan naar huis en Fokkelientje
droeg trots haar eendenei naar binnen.
„Mina", zei ze tegen het dienstmeisje,
„dit is een eendenei. Zorg dat de kip het
voor me uitbroedt."
Mina begon hard te lachen. Denk je dat
de kippen dat op bevel doen? Maar toen
ze het teleurgestelde gezichtje van Fokke
lientje zag, beloofde ze haar best te doen
en 's middags nam ze twee kippeneieren
onder de kip weg en legde het eendenei
er voor in de plaats.
En warempel, toen de schalen barstten,
kroop er een eendje uit het ei. Het was pik
zwart met een klein wit vlekje op de borst.
Fokkelientje was in de wolken en noemde
het beestje. „Zwartje".
De oude kip was niet erg op Zwartje ge
steld. Het kleine eendje bezorgde haar
meer last dan alle kuikens samen. Zwartje
gehoorzaamde niet en als de oude kip haar
in de steek liet, begon hij zo erbarmelijk te
krijsen dat je horen en zien verging. Ook
had hij een bijzondere voorliefde voor al
les was nat was. Als de kippen om de scho
tel met water stonden om te drinken, drong
het eendje zich naar voren, nam een spron
getje en., plofte in 't water om daar ver
genoegd te duiken en te ploeteren, tot gro
te schrik en ergernis van de oude kip.
Of Zwartje liep de plassen in, die er na
een regenbui ontstonden en zwom daar
vrolijk rond, zonder aandacht aan z'n
pleegmoeder te schenken, die woedend
aan de kant stond en zich dood schaamde
voor haar kuikens.
Maar Fokkelientje was dol op Zwartje.
Ze nam hem op haar arm, streelde het plui
zige velletje en vond het leuk als- Zwartje
met z'n snavel aan haar jurk trok. Ge
hoorzamen deed Zwartje haar ook. Op ze
kere dag zei Mina tegen Fokkelientje: „Je
moet hem regenwormen geven, dan wordt
hy mooi dik en rond."
„Bah!" zei Fokkelientje. Als er iets was
dat ze haatte, waren het regenwormen. Als
ze er eentje zag, rende ze hard weg.
Maar Mina hield vol dat ze voor Zwartje
„het" voedsel waten en omdat Fokkelientje
zelf ook wilde dat haar eendje gezond en
flink werd, trok ze er op een goede dag op
uit, op jacht naar regenwormen. Ze vond
er hopen. Toen riep ze Zwartje en hield z'n
snavel boven de wormen. Zwartje had de
zaak al gauw begrepen. Het duurde niet
lang of de hele hoop wormen was verdwe
nen. En of het hem smaakte! Hij scheen
maar niet genoeg te kunnen krijgen. Toen
alles op was, waggelde Zwartje dik en rond
weg.
De vriendschap tussen Fokkelientje en
het eendje werd steeds hechter. Fokkelien
tje hoefde zich maar in de tuin te vertonen,
of Zwartje liet de andere kameraadjes, de
kujkens in de steek en liep zo vlug hij kon,
op het meisje af. Iedere dag werd hij dik
ker en langzamerhand veranderde zén don
zige velletje in een mooi, blauwzwart ve-
rendek, waarin de vlek op de borst glansde
als zilver.
Toen de vacantie kwam, ging Fokkelien
tje veertien dagen bij haar tante logeren.
Voordat ze weg ging moest Mina haar be
loven dat ze goed voor Zwartje zou zorgen
ep niet vergeten moest, regenwormen te
geven. Toen nam ze Zwartje op haar arm
en liefkoosde hem, terwijl het eendje sna
terde van plejier.
Toen Fokkelientje weer thuis kwam, had
ze eerst zo veel te vertellen, dat ze geen
tijd had in de tuin te gaan. Het was etens
tijd en de familie ging aan tafel. Na de
soep bracht Mina een gebraden vogel op
tafel. Tante die op bezoek was, keek er
naar en zei: „Wat ziet dat er heerlijk uit!"
„Ja", zie moeder, „het was ook een bij
zonder mooie eend."
.Eend.
Meteen keek moeder Fokkelientje al
verschrikt en schuldbewust aan, terwijl Mi
na troostend zei: „Weet je Fokkelientje,
een eend moet geslacht worden als hij jong
is anders wordt hij hard."
Fokkelientje keek sprakeloos van moeder
naar Mina en van Mina naar moeder. Had
den ze haar Zwartje geslacht? Haar lief,
grappig eendje?
Het scheen haar toe alsof ze kannibalen
waren. Zonder iets te zeggen stond Fok
kelientje op, ging naar haar kameTtje en
huilde daar tot ze niet meer kon. Het was
haar eerste grote verdriet in haar leven en
ze heeft het nooit helemaal vergeten.
UIT WELK SPROOKJE IS DIT
PLAATJE?
■at;tMMnooug :Sutssoido
Een cadeautje voor moeder's ver
jaardag.
Nog steeds worden zelfgemaakte cadeau
tjes het meest op prijs gesteld. Geen won
der, het is altijd prettig te. weten, dat
iemand zoveel tijd voor je over heeft. Maar
het is niet zo makkelijk steeds weer iets
nieuws te vinden. Bovendien kan het
meestal niet duur zijn en ook niet te moei
lijk. Het is beter dat je een eenvoudig werk
je kiest en dat heel goed maakt, dan dat
je je aan moeilijker en ingewikkelder din
gen waagt, die niet goed uitvallen. Want
dan kun je heus beter een cadeautje kopen.
Het is niet prettig om een zelfgemaakt ge
schenkje te krijgen, dat er slordig uitziet,
en dat later blijkt niet deugdelijk te zijn.
Er zullen wel veel kinderen zijn, die een
cadeau voor moeder, een probleem vinden.
Het is soms moeilijk de volgende voorwaar
den te combineeren: aardig, practisch, niet
duur en niet te moeilijk uit te voeren.
Wat denken jullie van deze „schrobber
en bezemhanger"? Aardig is het zeker en
practisch ook. Moeder kan die plank in een
hoek van de kelder, keuken, gang of waar
dan ook hangen. En moeilijk is het ook
met, hoewel het natuurlijk een werkje is
voor de ouderen van jullie.
F'guu? ^aa'; de Plank zien, als hij klaar
is. De plank kan het beste door een jongen
gemaakt worden en de gordijnen door zijn
Z"Su!' -er geen zusïe' dan is er wel een
nichtje of tante, die je graag zal helpen.
De plank moet uit tamelijk dik hout ge
maakt worden en zo gezaagd worden, dat
hij in een hoek van de keuken of kelder
past. Aan de onderkant van de plank wor
den haken geschroefd, waar de bezems,
schrobbers enzovoort aan kunnen hangen.
Het beste is, eerst met een scherp voor
werp een paar gaatjes in het hout te ma-
ken, zodat de haken er makkelijker in ge
schroefd kunnen worden. Figuur 2 en 3 la-
Fianfl6"!' iWa,aj de, haken moeten komen.
Figuur 4 laat de plank van boven zien.
a is een muursteuner, die in de muur ge
hamerd wordt, om te voorkomen, dat de
rank- naar vore.n kiept, b-b zijn twee ha-
T»n'io l6 Ze.ln de winkels kunt .krijgen,
maar "j et °Phan§en van de plank
W nTï l overlaten. Want de spij-
mmir n moeten heel precies in de
lelijke gaten'komen m°gen g6eI>
hWmr£USfjer m°0t V00r een aar<üge ge-
cJi™^.z°,rgei?' omzomen, met de ma-
hanHr i kan, en anders met de
fe tochWnlrel ietl lang6r duurt' maar da'
u er,g' Ze moet natuurlijk goed
moTt ztfn g 6n hoe breed de stof
va^-zal zo'n uiterst practisch cadeau
vast en zeker op prijs stellen.
LACHEN IS GEZOND.
Een beleefde heer zei eens tegen een
klein meisje: „Hoe maak je 't, zusje'"
„Heel goed, dank u wel", antwoordde ze
netjes.
„Nu zusje, nu hoor je vragen hoe IK 't
maak zei de heer toen.
„Dat hoef ik niet te weten", luidde het
antwoord.