Frankrijk zoekt
begrip in de
Ver. Staten
vuren van Tohr
r~
Groote Clown
Strenge orders in
FRANSCH MAROKKO
Radioprogramma
door Ldgar Rice Burroughs
Amerika schaift grendels voor
Nippon's eerzuchtige politiek
FEUILLETON
WAAROM TREUR JE,
ZorgenhoopinJapan
Naar de correspondent van de „Berliner
Borsenzeitunjr", volgens het Hsbl., uit Tokio
schrijft is de toestand in het Verre Oosten
thans als volgt:
De nu drie jaren durende oorlog in
China is nog niet beslist. Het Zuid-
Westen van China met de hoofdstad
Tsjoengking ligt vast in den greep
van maarschalk Tsjiang Kai-sjek,
die zijn aanspraken op de leiding
van China blijft handhaven.
Het Noord-Westen van China is in zekeren
zin „Niemandsland" met Rood-Chineeschen
inslag. Het Oosten des lands is door de Ja
panners bezet en staat sedert 30 Maart on
der de door Wang Tsjing-wei met medewer
king van Japan gestichte nieuwe Chineesche
Rijksregeering. Het buitenland heeft voor
loopig geweigerd haar gezag te erkenen en
het is niet duidelijk hoe ver dit gezag over
het eigen volk reikt. De opbouw van het be
stuurssysteem dezer regeering bevindt zich
nog in een beginstadium. De macht, die zij
uitoefent, berust voorloopig nog op die der
Japansche weermacht.
Weliswaar wordt in China nog gevochten,
maar men kan niet meer spreken van wer
kelijke veldtochten tusschen Japan en
Tsjiang Kai-sjek. Die waren reeds na de ver
overing van Ilankau in November 1938 be
ëindigd. Thans echter is sprake van mili
taire expedities van Japan en van de afron
ding en zuivering der bezette gebieden, dus:
strijd tegen benden. De onbesliste stand
van de onderneming in China heeft voor de
Japanners des -te onaangenamer gevolgen,
omdat hij dit land verhindert in die mate
in de politiek in te grijpen, als het waar
schijnlijk anders gedaan zou hebben.
De Japanners voelen, dat de Duit-
sche kracht een geheel nieuwe orde
ning in het bezit van de geheel we
reld heeft ingeleid, en zij vreezen, dat
Japan daarbij zijn belangen niet vol
doende kan waarnemen, omdat het
door den onbeslisten oorlog zoowel op
militair als op economisch gebied ge
bonden blijft.
De voorziening van grondstoffen leeft „van
de hand in den tand". De toevoer uit Ameri
ka ligt onder het Zwaard van Damocles van
het opgezegde handelsverdrag. De leveran
ties uit het Britsche Rijk worden steeds
moeilijker voor de Japanners verkrijgbaar
wegens den Europeeschen oorlog. De hape
rende grondstoffenvoorziening beperkt de
industrieele productie. De' verdeeling van
de voorraden, onder de verbruikers geschiedt
door onvolkomenheden in het bestuur op een
wijze, die in het aigemeen ontevredenheid
wekt. De stijgende inflatie met haar sociale
wrijfvlakken tusschen prijzen en loonen en
tusschen arm en rijk verscherpt de innerlij
ke spanningen, maar ook de linancieele zor
gen van de regeering.
En als ware het met deze door mcnschen
veroorzaakte schade nog niet genoeg, de he
mel komt er nog als verwekker van een ab
normale droogte met zijn nadeelen bij. Sinds
den winter bidt Japan om regen, maar tever
geefs. Anders een der regenrijkste gebieden
van de aarde, is het sinds den vorigen herfst
van regen gespeend gebleven, zoodat stad en
land zijn uitgedroogd. De velden hebben
groot gebrek aan water en te Tokio rijden
tankwagens door de stad*, waaruit men met
kopjes het kostbaar geworden water kan
verkrijgen. Het water verdampt in dalre-
DOOR A. H KOBER
12
Nauwelijks had hfj deze woorden gespro
ken, of hjj was in een paar sprongen bij den
uitgang om den jongen, die naar binnen was
geslopen vast te houden. Fatima sprong bijna
gelijktijdig op hem af. En nu stond de bengel
tusschen hen in.
„Hoe heet je? Waar kom je vandaan?"
vroeg Wichtlemeyer met harde stem.
„Ik heet Go en ben bij de carrousselbaas
hiertegenover weggeloopen, omdat ik veel te
weinig te eten kreeg en aldoor geslagen
werd." De jongen zei het zacht, maar met
Vaste, eerlijke stem.
„Heb je dan nu ook nog honger?"
Go knikte: „Zoo erg, dat ik de carroussel
niet meer heb kunnen voortduwen."
„Ga dan maar met mevrouw in de wagen
en eet een boterham. Ik sluit hier de zaak
nog en kom dadelijk bij jullie."
...Nauwelijks twee uur later was Go aan
genomen voor „Wichtlmeyer's Wonderen". Bij
een stapel boterhammen en een kop koffie
had directeur Wichtlmeyer den jongen zijn
leven laten vertellen, even nagedacht en toen
gezegd:
„Nou, als je wilt kun je bij mij werken. Zoo
zwaar als bij den carousselbaas zal het niet
zijn en je kunt zooveel eten als je blieft...
Dus
Hij strekte de hand uit, en Go sloeg er de
zijne in. Die twee oudere menschen, de groote
tent, de keurig opgeruimde woonwagen, dat
beviel hem allemaal heel goed,* en hjj was blij,
dat hij eindelijk weer een echten „baas" ge
vonden had.
„Ik geloof, dat wij geluk hebben gehad,"
zei Wichtlmeyer later tegen zijn vrouw. „Van
dien jongen is wat te maken. Hij zal ons heel
wat geld in het laatje brengenen hij blijft
wel bij ons!" Die laatste woorden onderstreepte
hij door een slim lachje.
„Wat voor een loon wil je hem geven?"
servoirs. stroomen en bronnen en op bevoor
rechte plaatsen druppelt het nog uit de wa
terleiding.
Economische moeilijkheden zijn relatief.
De wil, ze te overwinnen, is de beslissende
factor en daarvan hangt het af of de moei
lijkheden, in het oogenblik waarop het aan
komt, de rantsoeneering verlammen of niet.
Japans moeilijkheden zijn nog niet zoo
groot, dat zij verlammend moeten werken
indien althans genoeg wil om te overwin
nen aanwezig zou zijn. De onvergelijkelijk
gunstige ligging van het eilandenrijk met
zijn open handelswegen ter zee, door een
machtige en volledig intact zijnde vloot be
schermd zijn vlijtige, in het algemeen pa
triottische bevolking, die zoo weinig noodig
heeft en nog vele andere activa vormen
voor Japan sterke reserves, die, wanneer
ze op energieke wijze worden ingezet, de Ja
pansche politiek veel succes kan doen oog
sten.
Dat de natie zich daarvan bewust is, blijkt
uit het steeds grooter wordend aantal stem
men, die vragen om de Japansche neutrali-
teitswet van 4 September te herzien. Met
iedere Duitsche overwinning stijgt de hoop
der Japanners op een Engelsche nederlaag,
die gelijk schijnt te staan met een verrijking
van Japan, en die de blikken van het eilan
denrijk vol verwachting richt op de Britsche
standplaatsen in Oost-Azië.
Wanneer de Japansche politiek
zich desondanks aan een zeer voor-
zichtiqe terughoudendheid onder
werpt, is dit vooral een gevolg van
de betrekkingen met de Vereenigde
Staten, wier optreden tegenover Ja
pan steeds krasser is geworden, naar
mate Engeland ten gevolge van den
oorlog terugwijkt. De Amerikaansch-
Japansche betrekkingen zijn gespan
nen. Amerika staat in hooge mate
afwijzend tegenover de Japansche
politiek in China en dwarsboomt die
voortdurend door krachtigen steun
aan Tsjiang Kai-sjek.
De Japansche economie wordt door Ame
rika door middel van „morecle embargo's"
en den verdragloozen toestand benadeeld. Op
de Philippijnen is kort geleden een immigra
tie-wet in werking getreden, die voor de Ja
panners een slag in het gezicht is.
Te Washington heeft men onder luiden
bijval van het parlement het z.g. Wet van
het „Trojaansche Paard" aangenomen, waar
door iedere Amerikaansche staatsburger van
Japansch ras dit staatsburgerschap verliest,
wanneer hij langer dan een half iaar buiten
het land vertoeft: de toelichting op deze wet
veronderstelt eenvoudigweg, dat hii gedu
rende dien tijd in Japan is en zich laat af
richten als soldaat of spion.
Te Lima. de hoofdstad van Peru, werden
500 huizen van do Japansche kolonie geplun
derd en gebrandschat, waarbij de te hulp
geroepen Peruaansclie politie toekeek. Hoo
ge Amerikaansche zeeofficieren zooals
kort geleden admiraal Taussig voor de Se
naatscommissie spreken over den toekom
stig orolog met Japan als van een vast
staande gebeurtenis.
De toon van de Amerikaansche pers
tegenover Japan wordt gekenmerkt
door bijna niet te overtreffen hate
lijkheid. Over Nederlandsch Oost
en West-Indië vliegen tusschen Tokio
en Washington verklaringen over
den Pacific, die zoo scherp als een
dolk zijn. De Amerikaansche vloot
ligt voor de eerste maal in haar ge
schiedenis voor onbepaalden tijd in
Hawai. a.h.w. voor de deur van Ja
pan gestationneerd. Kort en goed elke
dag brengt nieuwe spanningen en
er is slechts een vonk noodig om de
explosie tusschen Amerika en Japan
te veroorzaken.
■v
Met verbittering zien de Japanners hoe
Amerika hun eerzuchtige politiek in Oost-
Azië den eenen grendel na den ander.en
voorschuift, Juist thanse nu de oorlogsge
beurtenissen in Europa haar onverhoopte
verlichting leken te brengen. Zoo doet zoo
wel te Londen als te Washington de Japan
sche diplomatic de grootste moeite het gun
stigste oogenblik uit te buiten om toch nog
de vriendelijke toestemming der twee Angel
saksische mogendheden te verwerven voor
het „scheppen van de nieuwe orde in Oost-
Azië onder Japansch toezicht'..
Een niet genoemd lid van het Fansche ka
binet, heeft via de Amerikaanscne correspon
denten in Bordeaux een beroep gedaan tot
de Ver. Staten om begrip voor Frankrijk's
besluiten. De zeven pagina's lange verkla
ring constateert, dat Frankrijks besluit om
met de asniogendheden vrede te sluiten, vol
komen onafhankelijk en vrijwillig is ge
schied De verklaring keert zich, volgens
Associated Press, tegen de huidige houding
van Engeland en zegt, dat Engelands ge
wijzigde houding deels te wijten is aan den
vroegeren Franschen minister van binnen-
landsche zaken, Mandel, die Engeland ver
zocht erop te staan, dat Frankrijk in alle
omstandigheden moet doorvechten. De ver
klaring maakt zich los van alle gevluchte
leden der regeering en verzoekt den Fran
schen in het belang van de nationale een
heid het verzet niet door vorming van een
rompregeering in Londen voort te zetten. De
Fransche regeering verzoekt haar Ameri
kaansche vrienden de bittere smart van
Frankrijk te begrijpen. Zij betreurt de on
gerechtvaardigde critiek van bepaalde Brit
sche ministers, die beter hun eigen gewe
ten konden onderzoeken.
Vóór het uitbreken van den oorlog heeft
Engeland beloofd in de eerste oorlogsmaand
26 divisies naar Frankrijk te sturen, maar
toen Frankrijk reeds 48-jarigen onder de wa
penen had, had Engeland nog nie.t eens zijn
28-jarige mannen gemobiliseerd. Een in
Maart naar Engeland gezonden Fransche
delegatie journalisten heeft zich van de on
volmaaktheid der Engelsche oorlogsvoorbe
reidingen overtuigd, en nog op den voor
avond van het groote Duitsche offensief
heeft Engeland met een half millioen werke-
loozen en in vertrouwen op zijn vloot een po
litiek van „business as Usual" gevoerd.
De verklaring schildert dande dramatische
Fransche kabinetszitting van 12 Juni, waar
toe ook Churchill was uitgenoodigd, die ech
ter na een gesprek met Reynaud en Man
del vooraf naar Engeland te moeten terug-
keeren, zonder het geheele kabinet ontmoet
te hebben. Alleen liet Churchill door Rey
naud mededeelen, dat Engeland begrip zal
toonen en niets ten nadeele van zijn bond
genoot zal ondernemen ingeval Frankrijk
wapenstilstand moet sluiten. In afwachting
van het antwoord van president Roosevelt
op het Fransche beroep om hulp is het be
sluit tot wapenstilstand met 24 uur ver
traagd. Ten slotte verzoekt de verklaring
Engeland, Londen niet tot een nest van po
litieke en separatistische agitators te ma
ken, want Frankrijks buitenlandsche poli-
liek wordt niet door Engeland, Duitschland
of Italië bepaald, maar uitsluitend door
Frankrijk gevoerd.
Doodstraf op luisteren naar bui-
tenlandsche zenders.
Naar de correspondent van het Spaansche
Nieuwsbureau uit Rabat meldt, hebben de
autoriteiten in Fransch-Marokko het luiste
ren naar buitenlandsche zenders verboden.
Op overtreding van dit verbod zijn zwae
straffen en in sommige gevallen zelfs de
doodstraf gesteld. In Algiers hebben de au
toriteiten de sluiting van alle bioscopen en
theaters bevolen. Van 10 uur 's avonds af is
alle verkeer van personen of voertuigen ver
boden. In Tunis zijn gelijksoortige maatre
gelen getroffen.
DONDERDAG 27 JUNI 1940.
i
Jaarsveld, 414,4 m.
8.00 Berichten ANP.
8.05 Gramofoonmuziek
8.30 Orgelspel.
8.50 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Ensemble Jonny Kroon.
11.00 Wenken voor de huishoudm0
11.20 Ensemble Jonny Kroon.
12.00 De Palladians.
12.45 Berichten ANP en eventueel gramofoon
muziek.
T ARZ AN en
134.
Tarzan liet zijn ogen even in het rond gaan.
Voor zich gele soldaten! Achter zich
gele soldaten! Spoedig zouden hjj en zijn
vrienden gevangen genomen worden. De
aapman gaf de olifanten een bevel, waarop
deze een dwarsweg insloegen. Voor een ogen
blik aan het oog van hun achtervolgers onl-
trokken door gebouwen en hoge muren, liet
Tarzan zich van Malluks rug glijden en be
duidde zijn vrienden hem te volgen. Hij rende
naar een deur. „Misschien zijn er menschen
binnen," waarschuwde Kailuk, „en we zijn
ongewapend." „We moeten de kans wa
gen," antwoordde de aapman. „Het is ge
makkelijker tegen een paar te vechten dan
tegen het geheele Tohriaanse leger." Geluk
kig bleek het huis verlaten te zijn. Waar
schijnlijk waren de bewoners in de arena ge
weest en in allerijl gevlucht voor de woedende
olifanten. Tarzan ging voor, een trap op en
daarna een groot vertrek binnen. „Dit lijkt
een goede plaats om ons te verbergen voor
de gele duivels," zei Perry O'Rourke, „en het
is Hij werd in de rede gevallen door het
kraken van een deur, die open gedaan werd
en het geluid van stemmen, ruwe soldaten
stemmen!
1.00 AVRO-Puszta-orkest.
I.30 Gramofoonmuziek.
2.00 Omroeporkest en solist. Als Intermezzo:
Declamatie.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Omroeporkest.
4.30 AVRO-Dansorkest.
5.00 Jeugdhalfuur.
5.30 AVRO-Amusementsorkest en solist.
6.30 VPRO: Cyclus „Lezen in den Bijbel".
6.45 Gramofoonmuziek.
7.30 Toespraak.
7.45 Gramofoonmuziek.
7.50 Berichten ANP.
8.00 Concertgebouworkest, Toonkunstkoor en
solisten. In de pauze: Lezing „Evenwicht".
10.00 Berichten ANP, sluiting.
Kootwijk, 1875 m.
VARA-ultzending.
8.00 Berichten ANP. Hierna: Gramofoon
muziek.
9.00 Berichten (Fransch).
9.15 Gramofoonmuziek.
10.00 Orgelspel.
10.40 Gramofoonmuziek.
10.45 Pianovoordracht.
II.15 Berichten (Engelscl*
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 VARA-orkest.
12.30 Berichten (Duitscb
12.45 Berichten ANP.
1.00 VARA-orkest.
1.45 Berichten (Fransch).
2.00 Berichten (Duitsch).
2.15 Rosian-orkest en solist.
3.15 Berichten (Fransch).
Wichtlmeyer kneep zijn rechteroog dicht:
„Dat is het juist, Resl: dat loon sparen we!
Misschien dat ik hem later wat zakgeld
geef..."
„En denk je, dat hij zich dat laat welge
vallen?"
„Zeker mijn kind, zeker. Ik weet daar na
melijk wel wat op!" Terwijl hij vergenoegd
voor zich heenfloot ging hjj weg om zijn tent
weer te openen...
Spoedig werd Go in de geheimen van de
wondertentoonstelling ingewijd, zoodat hij
reeds in de volgende stad, Lübeck, als Mars
bewoner optrad en daarna ook als beest-
mensch Radumpo. Van beide rollen wist hij
wat te maken en het moet gezegd, dat hij
veel succes had.
Omdat Go hem op deze manier werk uit
de hand nam. kon directeur Wichtlmeyer zich
thans geheel wijden aan de reclame; hij stak
slechts nog zijn redevoering af en lokte het
publiek aan, terwjjl het aantal voorstellingen
verdubbeld werd. Van tien uur 's morgens
tot elf uur 's nachts werd er doorgewerkt;
slechts voor de maaltijden maakte men een
korte pauze. En wanneer het echtpaar Wichtl
meyer 's avonds afrekende, lag een flinke
berg muntstukken voor hen op tafel.
Dan begonnen Wichtlmeyer's oogen te stra
len. Hjj was nu drie en zestig jaar oud en
reisde sedert vijf en veertig jaren met zijn
tent door Duitschland, hij had goede en
slechte tijden beleefd en al een aardig vermo
gen bijeengebracht. Nu gingen de zaken weer
zoo goed, dat hjj kans zag om nog een aar
dig stuk geld te verdienen, eer hjj zich voor
goed zou terugtrekken.
Go werd opgeleid tot boeienkoning. Wichtl
meyer bracht hem bij, hoe men de ledenmaten
moest buigen bjj het leggen van knoopen en
lussen om naderhand weer gemakkelijk los te
kunnen komen. Hij werd met het hoofd naar
beneden opgehangen en moest zich dan van
zjjn boeien bevrijden. Vóór elke voorstelling
hing hij enkele minuten buiten op het po
dium als levende reclame; soms werd hij daar
heelemaal duizelig van. Maar nog erger was
het, wanneer bij het vastbinden ruwe men
schen hem met de knie in den rug stompten,
en met alle kracht de touwen dichttrokken.
Directeur Wichtlmeyer had overigens een bij
zondere afdeeling van zijn tent als „origineele
Amerikaansche moordenaarscel" ingericht en
daar vertoonde Go nu tegen een bijzonder en
tree zijn kunsten.
Het financieele succes van deze nieuwe af
deeling der Wondertentoonstelling was bij
zonder groot en de Wichtlmeyers dachten nu
aan een programma, waarmee zij in de zalen
van grootere steden vooor den dag zouden
kunnen komen.
„Je moest Fakir worden, mijn jongen!" zei
Wichtlmeyer op zekeren dag tegen Go.
„Fakir?" vroeg hij een beetje verschrikt.
„Waarom niet?" zei zijn baas, „degens
slikken, op scherven dansen, over een ladder
van sabels loopen met bloot voeten, alle
maal dingen, die mogelijk zijn. Het makke
lijkste is het natuurlijk, wanneer de degen in
zijn gevest schuift, de scherven niet scherp
en de sabels bot zijn. Maar wij zullen het ons
wat moeilijker maken. Luister goed: een de
gen, die niet al te lang is, wordt langzaam
en voorzichtig in den slokdarm geduwd. Na
tuurlijk een kwestie van oefening. Bij het
dansen op spitse of scherpe voorwerpen moet
je erop letten, dat je de voetspieren zoo vast
samendrukt .dat ze zoo hard zijn als jjzer en
er niets in kan binnendringen. Overigens krijg
je mettertijd een dikke eeltlaag onder de
zolenDus: oefenen, en nog eens oefenen,
dach en nacht, elk vrjj oogenblik! Daar komt
alles op aan!"
Directeur Wichtlmeyer had goed praten.
Go liep bij deze oefeningen, die hij slechts
voor of na de vermoeiende voorstellingen kon
houden, vele pijnlijke wonden op. De chef
draaide zich eenvoudig om als de jongen er
over wilde klagen, en mevrouw lachte hem
uit: „Een mooie artist, foei wat een lafaard!"
Dan moest Go de tanden wel op elkaar
zetten en volhouden
Tot hij tenslotte dan ook als Fakir kon op
treden; bruin-geel geschminkt, en in een oud
haremcostuum van de directeursvrouw, dat
voor hem vermaakt was.
Hij was nu al haast twee jaren bij „Wichtl
meyer's Wonderen" en opgegroeid tot een
forschen knaap van achttien jaar met een
frisch open gezicht, groote blauwe oogen en
dicht donkerblond haar. Hij werkte flink en
gewillig, zoowel in de voorstellingen als bij
het opslaan en afbreken van de tent. Alleen
zijn nummers als „Marsbewoner" en „Ra
dumpo" stonden hem tegen; en op een avond
vroeg hij zijn baas bescheiden, of deze twee
nummers van het programma niet vervallen
konden.
De uitwerking van deze woorden was an
ders dan Go zich had voorgesteld; de oudi
kermisklant hief dreigend zijn magere hand
op en schreeuwde woedend:
„Heb 't hart niet, dat je roet in 't eten gooit'
Er moet geld in de la komen en hoe da'
er in komt, heb ik te beslissen! Wees maa-
blij, dat ik je bij me heb opgenomen! Doe je
plicht, dat wil zeggen, alles wat ik van je
verlang! Alles! Verstaan?"
Go, die op zulk een antwoord niet was voor
bereid, zweeg en trok zich ontdaan terug
Maar na dit voorval begon hij erover te pie-
tChtlnV 5 nooit loon
had betaald, terwyl hem dat toch eigenlijk
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Voor de vrouw.
4.15 Gramofoonmuziek.
4.20 Keukenpraajte.
4.50 Gramofoonmuziek.
5.00 Berichten (Duitsch).
5.15 De Ramblers.
5.45 Causerie: „Het belang van een gezond
gebit".
6.00 Gramofoonmuziek.
6.15 Berichten (Engelsch).
6.30 Zang en piano.
7.00 Reportage.
7.20 VARA-orkest.
8.00 Berichten (Duitsch).
8.15 Berichten (Engelsch).
8.30 Berichten ANP.
8.45 VARA-orkest.
9.15 Berichten (Engelsch).
9.30 Rosian-orkest.
10.00 Berichten (Duitsch).
10.1510.25 Berichten ANP.
11.1511.30 Berichten (Fransch).
toekwam; een paar mark zakgeld was al, wat
hij van tijd tot tijd gekregen had.
Enkele dagen later kreeg Go een brief uit
München, die met de machine geschreven was
en luidde als volgt:
„Waarde heer Go! Denk eraan, dat de Pi-
siani's door u in het ongeluk zijn gestort!
Signor Fred Pisiani heeft dat herhaaldelijk
en openlijk gezegd en zal alles in het werk
stellen om u te vinden. Voorloopig kent hij
uw verblijf nog nietDit schrijft iemand,
die het goed met u meent".
Go schrok danig. Hij voelde zich inderdaad
schuldig tegenover de- Pisiani's. Zou Fred hem
dus zoeken om zich op hem te wreken?"
En daar was dus iemand, die wist, dat hij btf
Wichtlmeyer's Wonderen werkt? En die hem
ten allen tijd aan den razenden Fred kon ver
raden! Wie zou dat wezen?
Go dacht dadelijk aan de mooie dame uit
Weenen, die hem indertijd honderd mark had
beloofd, wanneer hij goed debuteerde. Dat
was de eerste brief, die hij in zijn leven ont
vangen had, en daarom vermoedde hij, dat
zij het was, die hem ook thans had geschre-
ven. Maar deze gedachte verdween snel, door
andere verdrongen: zou Wichtlmeyer hem bij
de politie hebben aangegeven? Zou de baas
zich nog herinneren, wat hij hem over zjjn
leertijd bij de Pisiani's verteld had? Zou hij
de Pisiani's soms kennen? En had het mis
schien in de kranten gestaan, dat zij hem
zochten
Go herademde, toen de directeur vertelde,
j naar Weenen zouden reizen, om daar
oen heelen winter te blijven. In Weenen, dacht
In ^et buitenland, was hij wel buiten
schot, was hij veilig.
oI.n ®f.n, drukke verkeersstraat van Weenen
o 5* Wichtlmeyer een leegstaand winkelhuis
eeiuura en gaf hier korte voorstellingen aan
een publiek, dat grootendeels uit voorbij
gangers bestond. De zaak floreerde. Van
s morgens tien uur af tot diep in den nacht
werd er gewerkt; Go trad als boeienkoning,
ais stiermensch, Fakir en Marsbewoner op,
en Mevrouw als Fatima de haremslavin.
De Weeners schenen dit soort humor te waar
de eren, en Wichtlmeyer maakte goede zaken.
Go, die eigenlijk het zwaarste werk deed,
kon niet nalaten om bij gelegenheid een toe
speling te maken op de goede inkomsten van
wichtlmeyer en zijn eigen onregelmatig en
i mager zakgeld. Maar Wichtlmeyer ant-
wc-rdde daar niet veel op en trok slechts
een zuur en zuinig gezicht.
I Wordt vervolgde