Frankrijk zoekt begrip in de Ver. Staten vuren van Tohr r~ Groote Clown Strenge orders in FRANSCH MAROKKO Radioprogramma door Ldgar Rice Burroughs Amerika schaift grendels voor Nippon's eerzuchtige politiek FEUILLETON WAAROM TREUR JE, ZorgenhoopinJapan Naar de correspondent van de „Berliner Borsenzeitunjr", volgens het Hsbl., uit Tokio schrijft is de toestand in het Verre Oosten thans als volgt: De nu drie jaren durende oorlog in China is nog niet beslist. Het Zuid- Westen van China met de hoofdstad Tsjoengking ligt vast in den greep van maarschalk Tsjiang Kai-sjek, die zijn aanspraken op de leiding van China blijft handhaven. Het Noord-Westen van China is in zekeren zin „Niemandsland" met Rood-Chineeschen inslag. Het Oosten des lands is door de Ja panners bezet en staat sedert 30 Maart on der de door Wang Tsjing-wei met medewer king van Japan gestichte nieuwe Chineesche Rijksregeering. Het buitenland heeft voor loopig geweigerd haar gezag te erkenen en het is niet duidelijk hoe ver dit gezag over het eigen volk reikt. De opbouw van het be stuurssysteem dezer regeering bevindt zich nog in een beginstadium. De macht, die zij uitoefent, berust voorloopig nog op die der Japansche weermacht. Weliswaar wordt in China nog gevochten, maar men kan niet meer spreken van wer kelijke veldtochten tusschen Japan en Tsjiang Kai-sjek. Die waren reeds na de ver overing van Ilankau in November 1938 be ëindigd. Thans echter is sprake van mili taire expedities van Japan en van de afron ding en zuivering der bezette gebieden, dus: strijd tegen benden. De onbesliste stand van de onderneming in China heeft voor de Japanners des -te onaangenamer gevolgen, omdat hij dit land verhindert in die mate in de politiek in te grijpen, als het waar schijnlijk anders gedaan zou hebben. De Japanners voelen, dat de Duit- sche kracht een geheel nieuwe orde ning in het bezit van de geheel we reld heeft ingeleid, en zij vreezen, dat Japan daarbij zijn belangen niet vol doende kan waarnemen, omdat het door den onbeslisten oorlog zoowel op militair als op economisch gebied ge bonden blijft. De voorziening van grondstoffen leeft „van de hand in den tand". De toevoer uit Ameri ka ligt onder het Zwaard van Damocles van het opgezegde handelsverdrag. De leveran ties uit het Britsche Rijk worden steeds moeilijker voor de Japanners verkrijgbaar wegens den Europeeschen oorlog. De hape rende grondstoffenvoorziening beperkt de industrieele productie. De' verdeeling van de voorraden, onder de verbruikers geschiedt door onvolkomenheden in het bestuur op een wijze, die in het aigemeen ontevredenheid wekt. De stijgende inflatie met haar sociale wrijfvlakken tusschen prijzen en loonen en tusschen arm en rijk verscherpt de innerlij ke spanningen, maar ook de linancieele zor gen van de regeering. En als ware het met deze door mcnschen veroorzaakte schade nog niet genoeg, de he mel komt er nog als verwekker van een ab normale droogte met zijn nadeelen bij. Sinds den winter bidt Japan om regen, maar tever geefs. Anders een der regenrijkste gebieden van de aarde, is het sinds den vorigen herfst van regen gespeend gebleven, zoodat stad en land zijn uitgedroogd. De velden hebben groot gebrek aan water en te Tokio rijden tankwagens door de stad*, waaruit men met kopjes het kostbaar geworden water kan verkrijgen. Het water verdampt in dalre- DOOR A. H KOBER 12 Nauwelijks had hfj deze woorden gespro ken, of hjj was in een paar sprongen bij den uitgang om den jongen, die naar binnen was geslopen vast te houden. Fatima sprong bijna gelijktijdig op hem af. En nu stond de bengel tusschen hen in. „Hoe heet je? Waar kom je vandaan?" vroeg Wichtlemeyer met harde stem. „Ik heet Go en ben bij de carrousselbaas hiertegenover weggeloopen, omdat ik veel te weinig te eten kreeg en aldoor geslagen werd." De jongen zei het zacht, maar met Vaste, eerlijke stem. „Heb je dan nu ook nog honger?" Go knikte: „Zoo erg, dat ik de carroussel niet meer heb kunnen voortduwen." „Ga dan maar met mevrouw in de wagen en eet een boterham. Ik sluit hier de zaak nog en kom dadelijk bij jullie." ...Nauwelijks twee uur later was Go aan genomen voor „Wichtlmeyer's Wonderen". Bij een stapel boterhammen en een kop koffie had directeur Wichtlmeyer den jongen zijn leven laten vertellen, even nagedacht en toen gezegd: „Nou, als je wilt kun je bij mij werken. Zoo zwaar als bij den carousselbaas zal het niet zijn en je kunt zooveel eten als je blieft... Dus Hij strekte de hand uit, en Go sloeg er de zijne in. Die twee oudere menschen, de groote tent, de keurig opgeruimde woonwagen, dat beviel hem allemaal heel goed,* en hjj was blij, dat hij eindelijk weer een echten „baas" ge vonden had. „Ik geloof, dat wij geluk hebben gehad," zei Wichtlmeyer later tegen zijn vrouw. „Van dien jongen is wat te maken. Hij zal ons heel wat geld in het laatje brengenen hij blijft wel bij ons!" Die laatste woorden onderstreepte hij door een slim lachje. „Wat voor een loon wil je hem geven?" servoirs. stroomen en bronnen en op bevoor rechte plaatsen druppelt het nog uit de wa terleiding. Economische moeilijkheden zijn relatief. De wil, ze te overwinnen, is de beslissende factor en daarvan hangt het af of de moei lijkheden, in het oogenblik waarop het aan komt, de rantsoeneering verlammen of niet. Japans moeilijkheden zijn nog niet zoo groot, dat zij verlammend moeten werken indien althans genoeg wil om te overwin nen aanwezig zou zijn. De onvergelijkelijk gunstige ligging van het eilandenrijk met zijn open handelswegen ter zee, door een machtige en volledig intact zijnde vloot be schermd zijn vlijtige, in het algemeen pa triottische bevolking, die zoo weinig noodig heeft en nog vele andere activa vormen voor Japan sterke reserves, die, wanneer ze op energieke wijze worden ingezet, de Ja pansche politiek veel succes kan doen oog sten. Dat de natie zich daarvan bewust is, blijkt uit het steeds grooter wordend aantal stem men, die vragen om de Japansche neutrali- teitswet van 4 September te herzien. Met iedere Duitsche overwinning stijgt de hoop der Japanners op een Engelsche nederlaag, die gelijk schijnt te staan met een verrijking van Japan, en die de blikken van het eilan denrijk vol verwachting richt op de Britsche standplaatsen in Oost-Azië. Wanneer de Japansche politiek zich desondanks aan een zeer voor- zichtiqe terughoudendheid onder werpt, is dit vooral een gevolg van de betrekkingen met de Vereenigde Staten, wier optreden tegenover Ja pan steeds krasser is geworden, naar mate Engeland ten gevolge van den oorlog terugwijkt. De Amerikaansch- Japansche betrekkingen zijn gespan nen. Amerika staat in hooge mate afwijzend tegenover de Japansche politiek in China en dwarsboomt die voortdurend door krachtigen steun aan Tsjiang Kai-sjek. De Japansche economie wordt door Ame rika door middel van „morecle embargo's" en den verdragloozen toestand benadeeld. Op de Philippijnen is kort geleden een immigra tie-wet in werking getreden, die voor de Ja panners een slag in het gezicht is. Te Washington heeft men onder luiden bijval van het parlement het z.g. Wet van het „Trojaansche Paard" aangenomen, waar door iedere Amerikaansche staatsburger van Japansch ras dit staatsburgerschap verliest, wanneer hij langer dan een half iaar buiten het land vertoeft: de toelichting op deze wet veronderstelt eenvoudigweg, dat hii gedu rende dien tijd in Japan is en zich laat af richten als soldaat of spion. Te Lima. de hoofdstad van Peru, werden 500 huizen van do Japansche kolonie geplun derd en gebrandschat, waarbij de te hulp geroepen Peruaansclie politie toekeek. Hoo ge Amerikaansche zeeofficieren zooals kort geleden admiraal Taussig voor de Se naatscommissie spreken over den toekom stig orolog met Japan als van een vast staande gebeurtenis. De toon van de Amerikaansche pers tegenover Japan wordt gekenmerkt door bijna niet te overtreffen hate lijkheid. Over Nederlandsch Oost en West-Indië vliegen tusschen Tokio en Washington verklaringen over den Pacific, die zoo scherp als een dolk zijn. De Amerikaansche vloot ligt voor de eerste maal in haar ge schiedenis voor onbepaalden tijd in Hawai. a.h.w. voor de deur van Ja pan gestationneerd. Kort en goed elke dag brengt nieuwe spanningen en er is slechts een vonk noodig om de explosie tusschen Amerika en Japan te veroorzaken. ■v Met verbittering zien de Japanners hoe Amerika hun eerzuchtige politiek in Oost- Azië den eenen grendel na den ander.en voorschuift, Juist thanse nu de oorlogsge beurtenissen in Europa haar onverhoopte verlichting leken te brengen. Zoo doet zoo wel te Londen als te Washington de Japan sche diplomatic de grootste moeite het gun stigste oogenblik uit te buiten om toch nog de vriendelijke toestemming der twee Angel saksische mogendheden te verwerven voor het „scheppen van de nieuwe orde in Oost- Azië onder Japansch toezicht'.. Een niet genoemd lid van het Fansche ka binet, heeft via de Amerikaanscne correspon denten in Bordeaux een beroep gedaan tot de Ver. Staten om begrip voor Frankrijk's besluiten. De zeven pagina's lange verkla ring constateert, dat Frankrijks besluit om met de asniogendheden vrede te sluiten, vol komen onafhankelijk en vrijwillig is ge schied De verklaring keert zich, volgens Associated Press, tegen de huidige houding van Engeland en zegt, dat Engelands ge wijzigde houding deels te wijten is aan den vroegeren Franschen minister van binnen- landsche zaken, Mandel, die Engeland ver zocht erop te staan, dat Frankrijk in alle omstandigheden moet doorvechten. De ver klaring maakt zich los van alle gevluchte leden der regeering en verzoekt den Fran schen in het belang van de nationale een heid het verzet niet door vorming van een rompregeering in Londen voort te zetten. De Fransche regeering verzoekt haar Ameri kaansche vrienden de bittere smart van Frankrijk te begrijpen. Zij betreurt de on gerechtvaardigde critiek van bepaalde Brit sche ministers, die beter hun eigen gewe ten konden onderzoeken. Vóór het uitbreken van den oorlog heeft Engeland beloofd in de eerste oorlogsmaand 26 divisies naar Frankrijk te sturen, maar toen Frankrijk reeds 48-jarigen onder de wa penen had, had Engeland nog nie.t eens zijn 28-jarige mannen gemobiliseerd. Een in Maart naar Engeland gezonden Fransche delegatie journalisten heeft zich van de on volmaaktheid der Engelsche oorlogsvoorbe reidingen overtuigd, en nog op den voor avond van het groote Duitsche offensief heeft Engeland met een half millioen werke- loozen en in vertrouwen op zijn vloot een po litiek van „business as Usual" gevoerd. De verklaring schildert dande dramatische Fransche kabinetszitting van 12 Juni, waar toe ook Churchill was uitgenoodigd, die ech ter na een gesprek met Reynaud en Man del vooraf naar Engeland te moeten terug- keeren, zonder het geheele kabinet ontmoet te hebben. Alleen liet Churchill door Rey naud mededeelen, dat Engeland begrip zal toonen en niets ten nadeele van zijn bond genoot zal ondernemen ingeval Frankrijk wapenstilstand moet sluiten. In afwachting van het antwoord van president Roosevelt op het Fransche beroep om hulp is het be sluit tot wapenstilstand met 24 uur ver traagd. Ten slotte verzoekt de verklaring Engeland, Londen niet tot een nest van po litieke en separatistische agitators te ma ken, want Frankrijks buitenlandsche poli- liek wordt niet door Engeland, Duitschland of Italië bepaald, maar uitsluitend door Frankrijk gevoerd. Doodstraf op luisteren naar bui- tenlandsche zenders. Naar de correspondent van het Spaansche Nieuwsbureau uit Rabat meldt, hebben de autoriteiten in Fransch-Marokko het luiste ren naar buitenlandsche zenders verboden. Op overtreding van dit verbod zijn zwae straffen en in sommige gevallen zelfs de doodstraf gesteld. In Algiers hebben de au toriteiten de sluiting van alle bioscopen en theaters bevolen. Van 10 uur 's avonds af is alle verkeer van personen of voertuigen ver boden. In Tunis zijn gelijksoortige maatre gelen getroffen. DONDERDAG 27 JUNI 1940. i Jaarsveld, 414,4 m. 8.00 Berichten ANP. 8.05 Gramofoonmuziek 8.30 Orgelspel. 8.50 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Ensemble Jonny Kroon. 11.00 Wenken voor de huishoudm0 11.20 Ensemble Jonny Kroon. 12.00 De Palladians. 12.45 Berichten ANP en eventueel gramofoon muziek. T ARZ AN en 134. Tarzan liet zijn ogen even in het rond gaan. Voor zich gele soldaten! Achter zich gele soldaten! Spoedig zouden hjj en zijn vrienden gevangen genomen worden. De aapman gaf de olifanten een bevel, waarop deze een dwarsweg insloegen. Voor een ogen blik aan het oog van hun achtervolgers onl- trokken door gebouwen en hoge muren, liet Tarzan zich van Malluks rug glijden en be duidde zijn vrienden hem te volgen. Hij rende naar een deur. „Misschien zijn er menschen binnen," waarschuwde Kailuk, „en we zijn ongewapend." „We moeten de kans wa gen," antwoordde de aapman. „Het is ge makkelijker tegen een paar te vechten dan tegen het geheele Tohriaanse leger." Geluk kig bleek het huis verlaten te zijn. Waar schijnlijk waren de bewoners in de arena ge weest en in allerijl gevlucht voor de woedende olifanten. Tarzan ging voor, een trap op en daarna een groot vertrek binnen. „Dit lijkt een goede plaats om ons te verbergen voor de gele duivels," zei Perry O'Rourke, „en het is Hij werd in de rede gevallen door het kraken van een deur, die open gedaan werd en het geluid van stemmen, ruwe soldaten stemmen! 1.00 AVRO-Puszta-orkest. I.30 Gramofoonmuziek. 2.00 Omroeporkest en solist. Als Intermezzo: Declamatie. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Omroeporkest. 4.30 AVRO-Dansorkest. 5.00 Jeugdhalfuur. 5.30 AVRO-Amusementsorkest en solist. 6.30 VPRO: Cyclus „Lezen in den Bijbel". 6.45 Gramofoonmuziek. 7.30 Toespraak. 7.45 Gramofoonmuziek. 7.50 Berichten ANP. 8.00 Concertgebouworkest, Toonkunstkoor en solisten. In de pauze: Lezing „Evenwicht". 10.00 Berichten ANP, sluiting. Kootwijk, 1875 m. VARA-ultzending. 8.00 Berichten ANP. Hierna: Gramofoon muziek. 9.00 Berichten (Fransch). 9.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Orgelspel. 10.40 Gramofoonmuziek. 10.45 Pianovoordracht. II.15 Berichten (Engelscl* 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 VARA-orkest. 12.30 Berichten (Duitscb 12.45 Berichten ANP. 1.00 VARA-orkest. 1.45 Berichten (Fransch). 2.00 Berichten (Duitsch). 2.15 Rosian-orkest en solist. 3.15 Berichten (Fransch). Wichtlmeyer kneep zijn rechteroog dicht: „Dat is het juist, Resl: dat loon sparen we! Misschien dat ik hem later wat zakgeld geef..." „En denk je, dat hij zich dat laat welge vallen?" „Zeker mijn kind, zeker. Ik weet daar na melijk wel wat op!" Terwijl hij vergenoegd voor zich heenfloot ging hjj weg om zijn tent weer te openen... Spoedig werd Go in de geheimen van de wondertentoonstelling ingewijd, zoodat hij reeds in de volgende stad, Lübeck, als Mars bewoner optrad en daarna ook als beest- mensch Radumpo. Van beide rollen wist hij wat te maken en het moet gezegd, dat hij veel succes had. Omdat Go hem op deze manier werk uit de hand nam. kon directeur Wichtlmeyer zich thans geheel wijden aan de reclame; hij stak slechts nog zijn redevoering af en lokte het publiek aan, terwjjl het aantal voorstellingen verdubbeld werd. Van tien uur 's morgens tot elf uur 's nachts werd er doorgewerkt; slechts voor de maaltijden maakte men een korte pauze. En wanneer het echtpaar Wichtl meyer 's avonds afrekende, lag een flinke berg muntstukken voor hen op tafel. Dan begonnen Wichtlmeyer's oogen te stra len. Hjj was nu drie en zestig jaar oud en reisde sedert vijf en veertig jaren met zijn tent door Duitschland, hij had goede en slechte tijden beleefd en al een aardig vermo gen bijeengebracht. Nu gingen de zaken weer zoo goed, dat hjj kans zag om nog een aar dig stuk geld te verdienen, eer hjj zich voor goed zou terugtrekken. Go werd opgeleid tot boeienkoning. Wichtl meyer bracht hem bij, hoe men de ledenmaten moest buigen bjj het leggen van knoopen en lussen om naderhand weer gemakkelijk los te kunnen komen. Hij werd met het hoofd naar beneden opgehangen en moest zich dan van zjjn boeien bevrijden. Vóór elke voorstelling hing hij enkele minuten buiten op het po dium als levende reclame; soms werd hij daar heelemaal duizelig van. Maar nog erger was het, wanneer bij het vastbinden ruwe men schen hem met de knie in den rug stompten, en met alle kracht de touwen dichttrokken. Directeur Wichtlmeyer had overigens een bij zondere afdeeling van zijn tent als „origineele Amerikaansche moordenaarscel" ingericht en daar vertoonde Go nu tegen een bijzonder en tree zijn kunsten. Het financieele succes van deze nieuwe af deeling der Wondertentoonstelling was bij zonder groot en de Wichtlmeyers dachten nu aan een programma, waarmee zij in de zalen van grootere steden vooor den dag zouden kunnen komen. „Je moest Fakir worden, mijn jongen!" zei Wichtlmeyer op zekeren dag tegen Go. „Fakir?" vroeg hij een beetje verschrikt. „Waarom niet?" zei zijn baas, „degens slikken, op scherven dansen, over een ladder van sabels loopen met bloot voeten, alle maal dingen, die mogelijk zijn. Het makke lijkste is het natuurlijk, wanneer de degen in zijn gevest schuift, de scherven niet scherp en de sabels bot zijn. Maar wij zullen het ons wat moeilijker maken. Luister goed: een de gen, die niet al te lang is, wordt langzaam en voorzichtig in den slokdarm geduwd. Na tuurlijk een kwestie van oefening. Bij het dansen op spitse of scherpe voorwerpen moet je erop letten, dat je de voetspieren zoo vast samendrukt .dat ze zoo hard zijn als jjzer en er niets in kan binnendringen. Overigens krijg je mettertijd een dikke eeltlaag onder de zolenDus: oefenen, en nog eens oefenen, dach en nacht, elk vrjj oogenblik! Daar komt alles op aan!" Directeur Wichtlmeyer had goed praten. Go liep bij deze oefeningen, die hij slechts voor of na de vermoeiende voorstellingen kon houden, vele pijnlijke wonden op. De chef draaide zich eenvoudig om als de jongen er over wilde klagen, en mevrouw lachte hem uit: „Een mooie artist, foei wat een lafaard!" Dan moest Go de tanden wel op elkaar zetten en volhouden Tot hij tenslotte dan ook als Fakir kon op treden; bruin-geel geschminkt, en in een oud haremcostuum van de directeursvrouw, dat voor hem vermaakt was. Hij was nu al haast twee jaren bij „Wichtl meyer's Wonderen" en opgegroeid tot een forschen knaap van achttien jaar met een frisch open gezicht, groote blauwe oogen en dicht donkerblond haar. Hij werkte flink en gewillig, zoowel in de voorstellingen als bij het opslaan en afbreken van de tent. Alleen zijn nummers als „Marsbewoner" en „Ra dumpo" stonden hem tegen; en op een avond vroeg hij zijn baas bescheiden, of deze twee nummers van het programma niet vervallen konden. De uitwerking van deze woorden was an ders dan Go zich had voorgesteld; de oudi kermisklant hief dreigend zijn magere hand op en schreeuwde woedend: „Heb 't hart niet, dat je roet in 't eten gooit' Er moet geld in de la komen en hoe da' er in komt, heb ik te beslissen! Wees maa- blij, dat ik je bij me heb opgenomen! Doe je plicht, dat wil zeggen, alles wat ik van je verlang! Alles! Verstaan?" Go, die op zulk een antwoord niet was voor bereid, zweeg en trok zich ontdaan terug Maar na dit voorval begon hij erover te pie- tChtlnV 5 nooit loon had betaald, terwyl hem dat toch eigenlijk 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Voor de vrouw. 4.15 Gramofoonmuziek. 4.20 Keukenpraajte. 4.50 Gramofoonmuziek. 5.00 Berichten (Duitsch). 5.15 De Ramblers. 5.45 Causerie: „Het belang van een gezond gebit". 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 Zang en piano. 7.00 Reportage. 7.20 VARA-orkest. 8.00 Berichten (Duitsch). 8.15 Berichten (Engelsch). 8.30 Berichten ANP. 8.45 VARA-orkest. 9.15 Berichten (Engelsch). 9.30 Rosian-orkest. 10.00 Berichten (Duitsch). 10.1510.25 Berichten ANP. 11.1511.30 Berichten (Fransch). toekwam; een paar mark zakgeld was al, wat hij van tijd tot tijd gekregen had. Enkele dagen later kreeg Go een brief uit München, die met de machine geschreven was en luidde als volgt: „Waarde heer Go! Denk eraan, dat de Pi- siani's door u in het ongeluk zijn gestort! Signor Fred Pisiani heeft dat herhaaldelijk en openlijk gezegd en zal alles in het werk stellen om u te vinden. Voorloopig kent hij uw verblijf nog nietDit schrijft iemand, die het goed met u meent". Go schrok danig. Hij voelde zich inderdaad schuldig tegenover de- Pisiani's. Zou Fred hem dus zoeken om zich op hem te wreken?" En daar was dus iemand, die wist, dat hij btf Wichtlmeyer's Wonderen werkt? En die hem ten allen tijd aan den razenden Fred kon ver raden! Wie zou dat wezen? Go dacht dadelijk aan de mooie dame uit Weenen, die hem indertijd honderd mark had beloofd, wanneer hij goed debuteerde. Dat was de eerste brief, die hij in zijn leven ont vangen had, en daarom vermoedde hij, dat zij het was, die hem ook thans had geschre- ven. Maar deze gedachte verdween snel, door andere verdrongen: zou Wichtlmeyer hem bij de politie hebben aangegeven? Zou de baas zich nog herinneren, wat hij hem over zjjn leertijd bij de Pisiani's verteld had? Zou hij de Pisiani's soms kennen? En had het mis schien in de kranten gestaan, dat zij hem zochten Go herademde, toen de directeur vertelde, j naar Weenen zouden reizen, om daar oen heelen winter te blijven. In Weenen, dacht In ^et buitenland, was hij wel buiten schot, was hij veilig. oI.n ®f.n, drukke verkeersstraat van Weenen o 5* Wichtlmeyer een leegstaand winkelhuis eeiuura en gaf hier korte voorstellingen aan een publiek, dat grootendeels uit voorbij gangers bestond. De zaak floreerde. Van s morgens tien uur af tot diep in den nacht werd er gewerkt; Go trad als boeienkoning, ais stiermensch, Fakir en Marsbewoner op, en Mevrouw als Fatima de haremslavin. De Weeners schenen dit soort humor te waar de eren, en Wichtlmeyer maakte goede zaken. Go, die eigenlijk het zwaarste werk deed, kon niet nalaten om bij gelegenheid een toe speling te maken op de goede inkomsten van wichtlmeyer en zijn eigen onregelmatig en i mager zakgeld. Maar Wichtlmeyer ant- wc-rdde daar niet veel op en trok slechts een zuur en zuinig gezicht. I Wordt vervolgde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 4