Een smakelijk bordje pap als taai-laboratorium geëvacueerde koeien Orde in de gaat er bij onze huisgenooten best in SPUIT DE KOOL De Wieringermeer SLOOTDORP SPREEKT BINNENS MONDS. dorp de sterkste stemhebbendheid, waarop Wieringerwerf volgt en eindelijk Midden- meer. De vrouwen van Middenmeer vormen ook hier een wat afzonderlijk staande Kroep, die zelfs de boerinnen in stemloosheid over treft. Middenmeer het lijzigst... ,,'t I.ijzigste gefluister óók èn taal èn tee- ken heeft" dichtte Guido Gezelle. Dit vers regeltje trooste Middenmeer, dat volgens dr. Kaiser het „lijzigst" spreekt. Over het algemeen spreken de vrouwen iets lijziger, de mannen iets meer bijtend, hetgeen met de dageüjksche ervaring in overeenstemming is. De Jonge vrouwen schijnen overi gens niet zoo luid te spreken als haar moeder en tantes; want bij de groep Jongelui" (1521 j.) boeren, waren de luidsprekende mannen en de zachtsprekende vrouwen in de meerderheid. De dorpsbewoners spre ken overwegend zacht", terwijl bij de ze categorie een verschil tusschen mannen en vrouwen niet aanwezig blijkt. Bij de jongelui spreken de boeren dus het luidst, -een toontje lager zingen de boerin nen, dan volgen de dorpsvrouwen en ten slotte de dorpsmannen.... Veel bassen en baritons? Vergelijkt men de aantallen van de als hoog en laag sprekend aangeduide man nen, dan zou men tot een zeer groot aan tal bassen en baritons in de Wieringermeer moeten besluiten. Waarschijnlijk is de be oordeeling uitsluitend van de spreekstem echter geen aanwijzing voor de stemsoort. Verschillen tusschen de dorpsbewoners en de boeren, of tusschen de verschillende dor pen waren niet aanwezig, hetgeen er op ■schijnt te wijzen, dat het hier om een eigen- Een belangrijke schenking. Het Rijksmuseum te Amsterdam is verrijkt met een aantal kostbare Nederlandsch-koloniale meubelen, welke een interessante aanwinst beteekenen Het vee wordt eigendom. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning in oorlogstijd maakt het navolgende bekend: Op 28 Mei 1940 werd bekend gemaakt, dat het vee in de provincies Noord- en Zuidhol land, Utrecht en Gelderland bewesten de lijn Harderwijk-Arnhem-Nijmegen slechts mocht worden vervoerd op een vervoerbewijs, af te geven door of namens het bureau ontrui ming of door den plaatselijken bureauhou der, dit ten behoeve van den terugvoer van het vee naar de inundatiegebieden. Met ingang van Maandag 1 Juli kunnen de \eehouders het op regelmatige wijze ontvangen evacuatie-vee als hun eigendom beschouwen en kan het vervoeren van dit vee vanaf dat tijdstip wederom zonder ver voerbewijs geschieden. erwacht wordt echter, dat de boeren me dewerking zullen verleenen om door onder linge^ ruiling te bereiken, dat vooral het stamboek- en fokvereenigingsvee en het t.b.c.-vrije vee nog zooveel mogelijk bij de oorspronkelijke eigenaars terecht komt. MIDDENMEER HET „LIJZIGST". WIERENGERWERF HET „RLJ- TENDST"... DE VROUWEN VAN MIDDEN MEER ONDERSCHEIDEN ZICH! „Het zien van een schoolfilm, waarin de beelden van keileemgrij- pers, gevlochten zinkstukken, en op bruisend water gevolgd worden door die van tractoren, golvende koren velden. wapperend waschgoed in prille dorpen, om te eindigen met een schooldeur, die gesloten werd achter leerlingen afkomstig uit bijna alle deelen van Nederland, gaf mij de on- Bij de mannen bestaat bovendien aldus de studie een zeer dui delijk sociaal verschil: de dorpsman nen spreken het meest bijtend, hierop volgen de boeren; dan volgen dorps- vrouwen en boerinnen zonder duide lijk verschil. Van de dorpen spreekt Wieringerwerf het meest bijtend. Middenmeer het lijzigst, voor welk laatste feit een verklaring gemak kelijk is te vinden. (Invloed van Noordholland.) Lijzig spreken werd bij jonge mannen zel den geconstateerd. Zangerige vrouwenstem Reeds zijn vele Nederlandsche kinderen aangemeld, welke in aanmerking willen komen voor uitzending naar de Ostmark. Dr. Streng keurt in het gebouw van den Gem. Gezondheidsdienst te Den Haag een der candidaatjes schappen van bouw, van geest, van spraak, zich gedragen, samenge bracht eerst achter de gesloten schooldeur, later wellicht in nog in niger verband? Welke eigenschap pen zouden er standhouden of zelfs gaan overheerschen, welke zouden wegslinken en ten slotte verdwijnen? Slechts uitgebreid en stelselmatig onderzoek, op verschillende tijdstip pen te herhalen, zou antwoord kun nen geven". 'Aldus leidt dr. L. Kaiser haar zoo juist verschenen studie in over de resultaten van het onderzoek naar de spraak van den Wie- ringermeerbewoner. Men herinnert zich, hoe in de achter ons liggende jaren studenten van de sectie Taalkunde en Phonetiek der „Stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de Drooggelegde Zuiderzeepolders" de Meer in gingen om te praten met de man nen, vrouwen en kinderen, teneinde kost bare gegevens te kunnen verzamelen over den taalgroei in het Nieuwe Land, welke immers onder de van-her-en-der-gekomen be volking, geheel eigen karakter draagt. Gra- mophoon-opnamen werden gemaakt, kaak standen" gefotografeerd, afdrukken op- kunst gehemelten genomen, enz. Gegevens over meer dan 2000 proefperso nen vormen de stof voor dr. Kaisers „Pho- notypologisrhe Beschrijving van de Bevol king der Wieringermeer", waaraan wij de .volgende interessante conclusie ontleenen: De Ncordhollander spreekt lang zaam. Slootdorp blijkt de grootste spreek- snélheid te bezitten, zoowel voor de mannen als voor de vrouwen; Wie ringerwerf en Middenmeer staan hierbij achter, en in het bijzonder geldt dit voor de mannen. Voor Middenmeer vindt dit verschijnsel misschien een verklaring in het nauwe con tact, dat deze plaats met Noordholland heeft, waar het spreektempo langzaam is. Een stem als een klok... Dr. Kaiser maakt onderscheid tusschen dorpsbewoners en boeren, mannen en vrou wen, jongelui en kinderen. Wat de luidheid van spreken betreft, constateert zij bijv., dat 52 vrouwelijke dorpsbewoners luid spreken tegenover 40 mannelijke, en 36 boerinnen te genover 26 boeren. Voor het zacht spreken vinden wij de cijfers: m. dorpsbew. 120, vr. 110, boeren 57, boerinnen 46. Hier blijkt, al dus schrijfster, een sterke aanwijzing voor een sexe-verschil te bestaan, in dien zin, dat de spraak van de vrouwen minder vaak zacht genoemd is. Daarnaast blijkt weer een sociaal verschil, dat echter achterstaat bij het sexe-verschil, waardoor de sterkte toeneemt in de reeks: Dorpsmannen, boeren, dorps vrouwen, boerinnen. Een aanwijzing voor verschillen tusschen de dorpen onderling blijkt aanwezig: Slootdorp blijkt meer zacht- sprekenden te bezitten dan Middenmeer en Wieringerwerf. Ook bij de jongelui was de spraak in Slootdorp het zachtst. Dr. L. KAISER. schap van anderen aard gaat, nl. om een zuiver biologische eigenschap. Indien deze waarneming bevestigd zou worden, zou zij stellig van beteekenis zijn. De winkelende vrouw spreekt duidelijk. Bijzonder belangwekkend is. wat wij in het geschrift lezen over duidelijke en ondui- delijkeu itspraak: het gearticuleerd en het binnensmonds spreken. De volgorde van binnensmonds naar gearticuleerd'is: dorps mannen, boeren, dorpsvrouwen, boerinnen. Verschillende tusschen de dorpen bestaan in -dien zin, dat Slootdorp het meest, Middenmeer het minst binnensmonds spreekt, terwijl de vrouwen van Middenmeer zelfs de boerinnen evenaren of overtreffen, in gearticuleerd spreken, waarbij aan den invloed der vele winkels in Mid denmeer kan worden gedacht. Met open mond De winkelende vrouw spreekt dus. zeer duidelijk. Zij doet haar mond wijder open dan haar „mompelende" zusters en in het algemeen véél wijder dan de heeren der schepping. Aan de afmetingen der kaakstanden tijdens de gesprekken za gen de geleerden nl., dat de mondopening het grootst is bij de dorpsvrouwen, dan vol gen de boerinnen, daarna de boeren en ein delijk de dorpsmannen „Slootdorp is het meest gesloten, hetgeen weer met den uitslag van het onderzoek naar al of niet binnens, monds spreken overeenkomt. Sloot dorp spreekt vlug, althans schijn baar zacht, binnensmonds, met geslo ten kaken, met doorgonzende stem, zonder veel melodie". Wie praat er door den neus? Een articulatie-eigenschap, die samenhang vertoont met de kaakopening, is de nasali- teit (het door den neus spreken). 71 dei- mannen spreekt door den neus en 43 der vrouwen. Weer zijn het de dorpsmannen, die de (ongewenschte) eigenschap het sterkst bezitten. De verschillen tusschen de dorpen onderling zijn onduidelijk. De vrouwen van Middenmeer toonen echter een sterk niet- nasale uitspraak, hetgeen misschien in sa menhang kan worden gebracht met het reeds genoemde verschijnsel van den in Midden meer zoo ontwikkelden winkelstand. Nog een articulatie-eigenschap is de „stem hebbendheid". Van de dorpen vertoont Sloot- Er wordt op gewezen, dat het zeer waar schijnlijk wordt geacht, dat de aantasting dit jaar ernstiger zal worden dan het vorige jaar zoodat ten zeerste wordt aangeraden de be spuiting nauwkeurig uit te voeren. middellijke overtuiging, dat zich hier in dit nieuwe land een zeldzame gelegenheid tot onderzoek voordeed, zoowel op de gebieden van anthro- pologie en psychologie, als op dat der phonetiek. Hoe zouden de verschillende eigen- dan de meisjes. Besluiten wij hiermee ons overzicht van dr. Kaisers heldergeschrcven, ook voor den leek zeer leesbare verhandeling over de taal van den Polderbewoner. door MARTINE WITTOP KONING. Melk of karnemelk en het een of ander bindmiddel ziedaar de grondstoffen, die ons in staat stellen om allerlei pappen te bereiden. Een echt smakelijke pap bezit de juiste mate van gebondenheid, zóó dus, dat de melk niet meer als vloeistof te herkennen is; een inderdaad smakelijke pap mag verder niet geklont zijn en moet liefst niet in de gelegenheid zijn geweest om het voor menigeen onaanvaardbare „vel" aan de op pervlakte te vormen. Eenerzijds houden we ons bij de berei ding dus aan juiste verhoudingen tusschen melk en bindmiddel; anderzijds geven we gedurende het koken de noodige zorg aan de pap door b.v. op tijd te roeren, den kooktijd niet te lang voort te zetten, enz. Een lange kooktijd is voor melk niet bepaald dienstig; in gevallen dus, dat het bindmiddel moeilijk gaar wordt (gort, pa- relsago), kan ten eerste het van te voren in water weeken een goede hulp zijn, ter wijl verder het voorkoken in water kan worden toegepast met als gevolg het verder gaar laten worden in de toegevoegde melk. Karnemelk iedere huisvrouw weet dat wel! zal bij verwarming schiften; zoodra echter het voor de pap gebruikte bindmid del voldoende is uitgedijd („verstijfseld") en daartoe de vloeistof in zich heeft op- Als de Elburger visschers thui manden wordt de buit i genomen, vertoont de pap zich als een gebonden smakelijk geheel, waarin de ge schifte deeltjes zoo goed als niet merkbaar zullen zijn. Bij voorkeur maken wé daar om karnemelkpappen niet te dun. Als verhouding voor eenige van onze meest bekende papsoorten gelden op 1 L. melk of karnemelk; 150 gr. (P/2 ons of 1 y2 klein theekopje) rijst 100 gr. (1 ons of 11/3 klein theekopje) gort 80 gr. (2 kleine theekopjes) havermout 175 gr. (1% ons of 1% klein theekopje) boekweitcgort 80 gr. (8 afgestreken eetlepels) griesmeel of gemalen rijst 75 gr. (7y2 afgestreken eetlepel) onge- build tarwe- of roggemeel 60 gr. (6 afgestreken eetlepels) tarwe- of roggebloem 50 gr. (5 afgestreken eetlepels) maizena of custardpoeder Het toevoegen van de grove bindmidde len tot en met griesmeel heeft op zeer eenvoudige wijze plaats: de melk wordt aan de kook gebracht (((karnemelk liefst onder onafgebroken roeren) het bindmiddel wordt er dan ingestrooid en doorgeroerd en de pap blijft op een zeer zacht vuur in de dicht- gedekte pan „doorpruttelen" tot alles gaar is. Als kooktijd nemen we aan: Voor gort ongeveer 2 uur; voor rijst onge veer 1 uur; voor havermout ongeveer 15 a 20 minuten; voor boekweitegort ongeveer 20 mi nuten; voor griesmeel ongeveer 10 minuten. De fijnere bindmiddelen worden eerst met komen van de vangst. In ar den afslag gebracht wat water of melk tot een gelijk, gemakke lijk schenkbaar papje aangemengd, geheel zonde klontjes; dat wordt dan roerende in de kokende melk gegoten, waarna de pap nog even onder voortdurend roeren zachtjes blijft doorkoken: Tarwe- of roggemeel ongeveer 15 minuten; tarwe- of roggebloem ongeveer 10 minuten; Maizena of custardpoeder ongeveer 5 minu ten. Als warm gerecht wordt de pap, vermengd met wat suiker (karnemelk liefst met stroop) dadelijk opgediend; geven, we 's zo mers de voorkeur aan iets kouds/ dan zor gen we ervoor dat tijdens het afkoelen tel kens in de pap wordt geroerd, zoodat het vor men van een hinderlijk vlies aan de opper vlakte wordt voorkomen. En doet het nauwkeurig. De plantenziektenkundige dienst te Wa- geningen schrijft ons: Daar het hoogtepunt van de eerste kool- muggenvlucht is verschenen, wordt drin gend aangeraden zoo spoedig mogelijk te spuiten met de bekende middelen n.1. 1/10 nicotine 1 y2% zeep of 2 pyridine 1 V2 zeep op reeds te velde staande sluitkool, 2 keer per week. Tevens wordt aangeraden voort te gaan' met het bespuiten van de op de banen staan de kool. Eveneens moet worden doorgegaan met het bespuiten van bloemkool. Zoodra de vlucht der koolmuggen is afgeloopen., zal daarover wederom een bericht worden uitge geven. Een duidelijk sexe-verschil blijkt uit de waarnemingen van het muzikale accent: de mannen zijn overwegend „stootend" (zwak muzikaal accent), de vrouwen overwegend zangerig. Ook is er een sociaal verschil; de dorpsbewoners zijn stootend; de boeren zan gerig. Middenmeer is veel zangeriger dan de beide andere dorpen. Zelfs overtreffen de Middenmeersche vrouwen ook hierin de boerinnen. Doen wij tenslotte een greep uit wat de schrijfster over het schoolkind zegt: de meis- jer spreken vaker zacht dan de jongens en ook langzamer dan dezen. De schoolkinde ren spreken bijna even langzaam als de dorpsmannen en veel langzamer dan de vol wassenen gemiddeld. De jongelui spreken het snelst, nog iets sneller dan de snelste volwassen-groep: die der boerinnen. De jongens spreken meer door den neus

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 8