Als de Wiennqermeer bombardement Subsidies voor restauraties „WILDRIJK" Komen de studenten terug van twee werelden Al J 117* lOpnieuw i!te Rotterdam ♦♦VOl iS Kompn rle> I Twee dagbladen verboden Er brandde licht Een woord van Dr* Colijn De kuch van den dijkwerker een wetenschappelijk object Prov. Staten van Noord-Holland Bominslag te Kwintsheul aangekocht ONDERHOUD MET DR. L. KAISER 1942; ENQUêTE IN DE N.O.-POLDER Wij hebben ons tot prof. dr. Jac. v. Ginneken, voorzitter van de Sectie Taalkunde en Phonetiek van de Stichting voor het Bevolkingsonder zoek in de drooggelegde Zuiderzee polders, gewend met de vraag: Is de enquête in de Wieringermeer defi nitief gesloten of ligt het in Uw be doeling over eenigen tijd wederom materiaal te verzamelen? De professor antwoordde ons, dat het onderzoek niet is afgeloopen, maar wordt voortgezet. „Zult U dan eventueel dezelfde methode doen toepassen of misschien gebruik maken van andere technische middelen, teneinde het onderzoek zoo doeltreffend mogelijk te maken?" „De methoden en de middelen van onder zoek worden natuurlijk gaandeweg verbe terd en uitgebreid." „Heeft de taalgroei in de Wieringermeer een geheel eigen karakter of is van dit ver schijnsel een voorbeeld te vinden in de ge schiedenis?" „Veel wijst er op" aldus de hoog leeraar „dat wij hier toch met een andere constellatie te doen heb ben dan bij vroegere inpolderingen." „Vormt het gevonden materiaal reeds nu een studiebron voor vele studenten kunt U er reeds gebruik van maken in Uw col leges of heeft het als zoodanig nti nog geen beteekenis?" „De resultaten zijn nu reeds interessant, maar nog veel meer belovend voor de toe komst." In dit verband verwees prof. van Ginneken ons naar de publicatie van dr. L. Kaiser „De Phonotvpoloêische Beschrijving van de Bevolking der Wieringermeer", wel ke wij ins ons blad van gisteren uitvoerig bespraken. Als de Polder „vol" is Wij hadden voorts een interview met dr. Kaiser zelf, onder wier lei ding het dialecten-onderzoek in de Wieringermeer geschiedde. Zij deelt ons mede, dat de onderzoekingen vanwege meergenoemde Stichting zullen worden hervat en afgesloten, „als de Polder vol is", d.w.z. wan neer de uitgifte der laatste pacht gronden zal zijn geschied, hoogst waarschijnlijk voorjaar 1941. Wij vinden dr. Kaiser in haar werkvertrek in het Phonetiseh Laboratorium aan de To- denbreestraat te Amsterdam. Rondom boe ken. papieren, foto's instrumenten, vóór ons de vrouwelijke doctor in witte jas, een paar rustige bruine oogen kijken ons opmerk zaam aan. Het kalme gelaat wordt leven dig, wanneer wij over het mooie weten schappelijke werk in den Polder gaan pra ten. „Hef is jammer. dat we zoo hebben moe ten jachten om met de enquête klaar te ko men", zegt zij. Uit financieele noödzaak konden wij telkens slechts enkele weken achtereen werken. Soms moest je vier of vijfmaal terugkomen om den boer thuis te treffen. De Wieringermeerkinderefl moesten wij vaak op de scholen bezoeken, in Scha- gen en elders. Het schuchtere Slootdorp Bij het invullen der registratie-kaarten hadden wij geen vooropgezette meening. De uitslag was een verrassing. Eigenlijk is Slootdorp er wel een beetje zielig afgekomen. De onder zoekingen wijzen uit, dat de bevol king daar het meest schuchter is. (binnensmonds en zacht spreken, zie het artikel van gisteren, red.) Ik acht dit wel verklaarbaar. De Slootdorpers zien Middenmeer met zijn graanbeurs, Wieringerwerf met zijn raadhuis, zélf hebben ze niets— De wonderlijkste dingen kun je overigens beleven," gaat onze gastvrouw voort. „Er was een kind, dat zich verbaasde over de boom en Dit kind was in den Polder ge boren en bad natuurlijk nog nooit boomen gezien. Zij kende niet het beeld van de door boomen overschaduwde hoeve, dat den boe renkinderen uit het Oude Land zoo ver trouwd is. De opgroeiende jeugd weet ook niet wat „oude rommel" is. Alles is nieuw en schoon in de Wieringermeer. Alles heeft een doel. er staat nergens iets overbodigs". „Dus géén „romantiek" in den Polder?" „Dat wil ik niet beweren. Eén ding is jammer, we zijn eigenlijk te laat begonnen met de enquête. 1935. De polder was toen al drie jaar bewoond. Maar met den Noord-Oost Polder ho pen wij bijtijds te zijn. Zoodra het eerste qedeelte droog is vermoede lijk 1942 gaan we er op uit We beginnen met de greppelaars". „Dat zijn toch niet de vaste bewoners?" „Daar is 't ons ook niet om te doen. Zij, die weggaan, laten a.h.w. een bezinksel achter, dat den bodem vormt voor datgene wat komen gaat. De blijvende menschen komen niet ergens waar niemand ooit ge weest is, maar daér, waar reeds menscher. woonden. Dit heeft beteekenis, ook op maat schappelijk terrein." „Eten als een polderjongen" Dr. Kaiser merkt dan op. dat behalve de greppelaars. de dijkwerkers prachtig materiaal vormen. Ons gezicht is één en al vraag. „Wij willen de voedingsgewoonten van den dijkwerker nagaan", klinkt het ant woord. „Studie van het „eten als een polderjon gen Onze vraagbaak glimlacht. „Wij weten niet eens, hoeveel voe- dingscalorieën een Nederlandscho dijkwerker per dag noodig heeft", zegt zij. „Deze getallen zijn ons al leen uit het buitenland bekend." En dat mag toch niet Prof. P. C. P. Jansen van de sub-sectie Voeding voor Sociale Hygiëne, zal zich met het onderzoek der voedingsgewoon ten belasten." In gedachten zien wij de stoere dijkwer kers zitten in den schaduw van de werk- keet te midden der zongeblakerde vlakten, 't Is schaftuur en de zak met kuch, de blauwe kruik met koffieM(wat sterker dan tegenwoordig, want in 1942 zal ons bakje troost toch wel niet meer op de bon gaan?) worden te voorschijn gehaald. Daar stapt een vreemde sinjeur op hen af, gewapend met blocnote en potlood. Hij begint te vra gen, te confroleeren Hij maakt gewich tige aanteekeningen over dien zenvoudigen met urenlang zwoegen verdienden maaltijd. Als de student weg is, zal de pol derjongen met smaak de laatste bete in den mond steken. Nauwelijks beseffend, hoe ook hij er aan mede werkt, het vastleggen der cultuur historie volgens hypermoderne me thoden, mogelijk te maken VRIJGESPROKEN VAN FLESSCHEN- TREKKERIJ. Na de scheiding van tafel en bed had de vrouw zich een nieuwe inboedel aange schaft, omdat de heer des huizes alles had meegenomen. Tevens kocht zij een bont mantel en andere kleeren, alles op rekening van haar man. Wegens flesschentrekkerij werd zij door de rechtbank te Amsterdam tot drie maanden gevangenisstraf veroor deeld. In hooger beroep sprak het Hof haar vrij, overwegende, dat de man verplicht is voor zijn vrouw te betalen en haar te on derhouden. Den vorigen nacht is de stad Rot terdam weder geteisterd door oen Britsch bombardement, dat dezen keer vrij aanzienlijke schade heeft aangericht, waarbij wederom parti culier eigendom het heeft moeten ontgelden. Het verkeer heeft in de gevolgen van dezen nachtaanval moeten doelen. Slachtoffers van bombardement van Vrijdagnacht begraven. Op de algemeene begraafplaats Crooswijk te Rotterdam zijn gistermorgen twee slacht offers van het Eneelsche bombardement van Vrijdagnacht j.1. ter aarde besteld. Het wa ren de wachtsman P. W. Rinck en de we duwe de Zeeuw. De slachtoffers werden op verschillende tijdstippen begraven en aangezien hieraan geen ruchtbaarheid was gegeven, bestond de belangstelling vrijwel uitsluitend uit ver wanten, vrienden en enkele buurtbewoners. Gistermiddag is een derde slachtoffer be graven. terwijl heden twee jeugdige kinde ren van het gezin Middelkoop ter aarde zul len worden besteld. In den vorigen nacht hebben Engelsche vliegers hun bomaanvallen op de Neder- landsche burgerbevolking voortgezet. Om streeks vijf minuten voor drie zijn te Kwintsheul zes bommen neergekomen, waarvan vijf onmiddellijk ontploften. Een kapitale boerderij werd grootcndeels ver nield, terwijl van veel huizen in den om trek dakpannen werden afgeslagen en de ruiten vernield. Persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. In de provincie Noord-Holland zijn twee kleinere dagbladen voor den tijd van twee weken verboden, om dat zij. naar de Presseabteilung van het rijkscommissariaat mededeelde, systematisch een onvriendelijke houding jegens de Duitsche bezet tingsmacht hebben aangenomen en niet hebben kunnen afzien van hun vroegere eenzijdige propaganda ten gunste van de geallieerden. KOLENHANDELAAR VRIJGESPROKEN VAN FRAUDE. De kolenhandelaar te Weesp, verdacht van fraude bij de levering van kolen aan het Nederlandsche leger, doordat hij vlamkolen doo de anthraciet had gemengd en tegen wien het O. M. een jaar gevangenisstraf had geëischt, is door de rechtbank vrijgespro ken. Haarlem, 2 Juli. In de gister voort gezette zitting der Provinciale Staten van Noord-Holland werd op voorstel van den heer Hoogland besloten f 200.subsidie t» verleencn aan de stichting volksmuziek school te Amsterdam. Ten behoeve van de voortzetting van de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk te Alkmaar werd een subsidie toegekend van f 78.000. Daar de totale kosten f 520.000.— bedragen zal het rijk f 296.400, de gemeente Alkmaar 125.800 en de Nederduit- sche hervormde gemeente aldaar f20.800 moeten bijdragen. Voorts werden subsidies verleend voor restauratie van den voorgevel van het zeventiende eeuwsche pak huis Oude Schans 39 te Amsterdam, voor de restauratie van het Ned. Herv. Kerkgebouw te Opperdoes en voor de instandhouding van de Kerk- rulne te Bergen en het bosch „Wild rijk" te Zijpe. Goedgekeurd werden een aantal wijzigin gen van waterschapsreglementen. Aan de provincie Utrecht werd een bijdrage ver leend voor den aanleg van een weg door de Vinkeveensche plassen. Besloten werd ten slotte een geldleening aan te gaan van f 5.600.000.— tegen ten hoogste 6 procent rente, wegens kosten van uitbreidingswer ken ten behoeve van het Provinciaal Elec- triciteitsbedrijf. Haagsche politie moest eenige malen optreden. De Haagsche politie heeft Maandagavond weer eenige malen handelend moeten optre den, teneinde eenige lampen te dooven. die door nalatigheid waren blijven branden. Op den strandweg te Scheveningen straal de volop licht naar buiten bij een modema gazijn. De politie probeerde zich in verbinding te stellen met het personeel, doch toen dit niet gelukte, heeft een der politiemannen zich door een tuimelraam naar binnen begeven en de duisternis doen wederkeeren. Bij een perceel in de Achter-Raamstraat ging deze lichtverduistering door de politie, zelfs min of meer sensationeel in haar werk. Motoragenten probeerden zich toegang te verschaffen, doch alle toegangswegen waren hermetisch gesloten. Er bleef hun toen niets anders over, dan met oen welgemikt schot de lamp kapot te schieten. Hetgeen dan ook ge schiedde. In beide gevallen is proces-verbaal opge maakt. Zeer tot myn genoegen kan het Dagelijkse^ Bestuur van de Stichting „Het Noordbol- landsch Landschap" met voldoening op het resultaat van 't vele werk ten behoeve van den aankoop van „Wildrijk" in Zijpe terug zien, omdat vorige week de koop is gesloten. In dezen tijd is dat een verheugend ver schijnsel en geeft eqn prettig idee van rustig voortwerken aan een ideaal doel tot behoud van de schoonheid van ons mooie gewest waarvoor wij dankbaar kunnen zijn en dat vooral onder de omstandigheden waarin wij nu leven hoop en bemoediging geeft voor de toekomst voor uitbreiding van de taak onzer vereeniging. Een hartelijk woord van dank aan allen, die hebben medegewerkt aan het bereiken van dit doel is hier op zijn plaats. In het bij zonder geldt dit voor onzen secretaris, Mr, Westermann en onzen penningmeester, Mr. van Heuven, voor de vele bemoeiingen in deze, maar onze dank gaat vooral niet min der uit tot allen die financiëelen steun ver leenden en dat zijn er velen want daardoor word de aankoop tenslotte mogelijk en hebben Rijk en Provincie ook financieele medewerking verleend. In alle opzichten re denen tot tevredenheid en dankbaarheid. De verdere regeling voor het beheer en de verzorging van het bosch, alsmede voor het bezoek aan het bosch komt nu aan de orde. Reeds nu kan worden medegedeeld, dat le den en obligatiehouders vrije toegang zullen genieten. De verdere regeling voor het beheer wordt nu ter hand genomen, zoodat verwacht mag worden, dat binnenkort alles behoorlijk en goed is geregeld. Ik vertrouw, dat deze eerste aankoop voor het Landschap bij velen met instemming zal worden begroet en dat dit eerste werk aan leiding mag zijn voor hen, die van ons ge west houden, om toe te treden als lid. De jaarlijksche bijdrage van f 2.50 zal voor ve len geen bewaar zijn voor dit ideale doel, waardoor zij 't bestuur krachtig steunen om het werk met toewijding voort te zetten, want er zijn tal van mooie stukjes Natuur schoon die door gemeenschappelijke samen werking door middel van onze vereeniging kunnen worden behouden. Zij, die dit ook zoo aanvoelen, verzoek ik vriendelijk mij mededeeling te willen doen van hunne bereidheid tot medewerking aan ons ideale doel, door toe te treden als lid. Er is veel te doen, wie steunen kan in deze, die werke mee. Lutjewinkel, 2 Juli 1940. G. NOBEL, Lid van het Dagelijksch Bestuur van de Stichting van het Noordhol- landsch Landschap. Van de hand van Dr. H. Colijn is een bro chure verschenen, welke den titel draagt: „Op de grens van twee werelden". Dr. Colijn introduceert, zijn geschrift met het volgende voorwoord: „Onder al de verwarring van deze dagen klinkt één geluid met steeds toenemende kracht: er moet iets ge daan worden! Er moet meer saam- hoorigheid zijn! Ook wordt de stem van het overweldigend grootste deel van het Nederlandsche volk niet of nauwelijks gehoord! Eén moet daar mee beginnen en in het hierbij gepu bliceerde kleine geschrift deed ik een poging de fouten van het verleden te schetsen en enkele wenken te geven omtrent hetgeen wij thans in het be lang van ons voik zouden kunnen richten." Dr. Colijn onderschrijft de bekende uit spraak, dat bij de vrede van Versailles de we reldoorlog niet eindigde, maar feitelijk werd voortgezet. De verlenging der blokkade tot Maart 1919 beteekende een totaal nuttelooze verlenging van uithongering en geen Duitscher die nu ouder is dan 30 jaar, zal dat ooit vergeten. Ook de economische vernietigingspoging na den oorlog, de dwaze herstelbetalingen en het sluiten der geallieerde landen voor Duit sche producten, beteekende in feite de voort zetting van het offensief der geallieerden, met het eenige doel Duitschland economisch maar ook politiek de mindere van Frank rijk te doen blijven. Daarbij kwam nog het gepruts met de ontwapening, die men wel aan Duitschland oplegde, maar zelf niet nakwam. De democratie in vervaL Daarbij kwam het onmiskenbaar verval der democratie. Voor verbeteringen blijft het stelsel volgens dr. Colijn echter vatbaar, waarbij hij steeds dit eene. beginsel onver kort wil handhaven „dat de stem des volks moet blijven klinken op een wijze dat uit drukking kan worden gegeven aan de in het volk levende principieele overtuigingen". „Nog altijd", schrijft hij, „is de voornaamste taak van den staat niet om gouvernante te zijn van een onmondig volk, maar om voor een vrij volk den weg tot eigen krachtsont plooiing zooveel mogelijk te effenen. Die staat is de beste die deze taak met ruime visie vervult" Waarbij voor een herboren Nederland stellig iets te leeren valt uit wat een krachtige centrale regeering elders wist te bereiken. Elk politiek stelsel brengt bij zijn geboor te ziektekiemen mede en de ernstigste ziekte kiem is geweest, dat er een teveel aan demo cratie was. Men wilde de democratie aan de geheele wereld brengen, met het gevolg, dat ze thans op een ordelooze terugtocht is. Doch het is, zegt Dr. Colijn. merkwaardig, dat zij zich alleen heeft weten te handhaven in die landen waar zij niet ge s c h a p e n, doch gegroeid is: Engeland, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Nederland en Zwit serland. Tot een belangrijke ziektekiem der demo cratie rekent Dr. Colijn ook de afhankelijk heid der volksvertegenwoordigers van de kiezersgunst. „Wie het ongeluk heeft den „wrevel op te wekken van een of andere „organisatie, die tevens over politieken in- „vloed in het land beschikt, wordt spoedig „opgeofferd, al is hij nog zoo bekwaam." Dit veroorzaakt, zucht Dr. Colijn, de angst om „neen" te zeggen, met als gevolg de vlucht voor verantwoordelijkheid. Een democratie kan de economie niet lei den; ordening leidt naar den autoritairen staat. Dr. Colijn zegt nadrukkelijk het te houden bij de oude economie; hij acht voor elk land dan de grootste levensruimte aanwezig, als het de geheele wereld tot een vrije markt heeft. Bovendien meent hij, dat de gemiddelde Nederlander on geschikt is om zich op den duur neer te leggen bij een van boven geleide volkshuishouding. De blik naar het Oosten. Dr. Colijn schetst in zijn derde hoofdstuk een toekomstbeeld, waarin bovenal de idéé domineert, dat, hoe de oorlog ook moge eindigen, de Duitsche invloed in Europa overheerschend zal zijn. Een nederlaag van Duitschland is niet mogelijk. Engeland b 1 ij f t teruggedrongen van het Europeesche vasteland. Europa en Duitschland, Duitschland en Europa, dat is de verbinding waarmede voortaan rekening zal moeten worden gehou den. Dit beteekent, of men het aangenaam of onaangenaam vindt, dat le Nederlandsche buitenlandsche staatkunde, tenminste als die na den oorlog nog zelfstandig zal bestaan, op Duitschland georiënteerd zal moeten zijn. Nederlands volkswelvaart zal, zegt Dr. Co lijn, voor een goed deel afhangen van Euro pa's keuze (onder Duitschlands leiding) tusschen een vrijer wereklgoederenverkeer of een continentale autarkie, d.w.z. een zelf voorziening- van Europa's vasteland. Wordt deze laatste ontwikkelingslijn geko zen, dan zal speciaal Nederland, dat zoo ge heel georiënteerd is op den wereldhandel voor zeer groote moeilijkheden komen te staan. Dr. Colijn komt tenslotte tot de vraag, wat het Nederlandsche volk moet doen, in dien er in het toekomstige Europa althans plaats is voor een vrij, zelfstandig Neder land. Moet het dan meewerken of gelaten af wachten wat er beschikt wordt. Zooals te verwachten was, kiest Dr. Colijn de eerste weg. Maar zegt hij, wat moet ons volk n u doen om het behoud van een zelfstandig Nederland, onder Oranje, en dus het behoud zijner geestelijke vrijheden te bevorderen? Onze beduchtheid voor de gevolgen van den toestand, zooals die op het oogenblik be staat, nu onze Regeering buiten staat is in vloed te oefenen, blijft echter. Zonder leiding zijn wij in een toestand van bloote afwach ting. Wat er gebeurt, gebeurt er! Maar een poging om invloed -te oefenen op wat er be hoort te gebeuren, is nog niet ondernomen. Althans niet in een vorm die vrucht belooft. Zij kan ook moeilijk ondernomen worden zoolang niet blijkt, dat het volk er als het ware om roept. Zoolang dit niet het geval is, staat iedere actie bloot aan het verwijt, dat men ageert tegen het nog bestaande Ka binet in Londen en moet men zich waar schijnlijk nog laten welgevallen, dat men als een soort landverrader wordt beschouwd. Alleen als het volk roept om nationale leiding in het belang van onze toekomst kan men tot stappen in dien zin overgaan. Ook Kan zulk een poging niet uitgaan van een der georganiseerde politieke partijen. De politieke verdeeldheid te onzent is te diep geworteld, dan dat men van een zoodanige actie verwachten mag, dat zij tot het ge- wensehte resultaat zou leiden. Alleen een stap die spontaan door het geheele volk zou worden gesteund, zou er toe kunnen bijdra gen, dat de Duitsche Regeering rekening hield met den eenparigen wensch van Ne derland om na den vrede, weer een Oranje te zien aan het hoofd van een herboren zelf standigen Nederlandschen Staat. Hoe daartoe dan wel te geraken? Ik zie geen anderen weg dan dat de lei ders van de groote politieke partijen van weleer de handen ineenslaan. Eerst om in eigen kring het besef te ver diepen waar het om gaat, wat er op het spel staat. Dat is: he behoud eener constitu- tioneele monarchie onder leiding van Oranje, met het daaruit voortvloeiende behoud on zer geestelijke vrijheden. Vervolgens de vor ming van een nationaal front, gepresenteerd door personen, die met recht kunnen spre ken namens een overweldigende meerder heid yan het Nederlandsche volk, die het zedelijke recht bezitten de wenschen van het Nederlandsche volk onder de aandacht der Duitsche overheid te brengen. olkomen bevredigen doet deze oplossing dr. Colijn niet. Men blijft er mee staan „OP de gtens van twee werelden".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6