De kip legt nu het loodje
1 -■ m m
De kalverenschetsen verdwijnen,
de biggenmerken blijven
i i-■ mm s
-•>'<>- s-r*.
swm
1 W WM
mW
kh ÜJI SL
ww
mm
Op sleeptouw. Geen vrachtschepen, doch motorbooten op non-actief passeeren den Amstel te» imcu,
dam, getrokken door een sleepboot -
Mej. Geverding vierde Maandag te Haarlem haar 100sten verjaardag. De jubilaresse
in de bloemen
DE KIPPENSTAPEL HET MEEST
GETROFFEN. VARKENS- EN RUND
VEESTAPEL IN MINDERE MATE.
VÓÓR ALLES: BROOD VOOR DE
MENSCHEN.
Omtrent de beperkingen, welke aan on
zen veestapel zullen worden of .zijn opge
legd, heeft de veeteeltdeskundige van het
rijkscommissariaat de heer Siebers en de af
deelingschef varl het rijksbureau voedsel
voorziening in oorlogstijd Ir. A. H. Boerma,
enige beschouwingen gehouden in een te
's-Gravenhage gehouden persconferentie.
EERST EEN BALANS!
De heer Siebers vertelde, dat de
Duitsche deskundigen met de Neder-
landsche landbouwinstanties in
nauwe samenwerking hebben gear
beid. Begonnen is met de opstelling
van een soort balans van de voe
dingsmiddelen, welke in ons land
voor de menschen, en die welke voor
den veestapel beschikbaar zullen zijn
De behoeften van den mensch had
den vanzelfsprekend voorrang. Na
dat een splitsing was gemaakt tus-
schen hetgeen noodzakelijk geacht
moest worden en hetgeen nuttig of
wel alleen maar aangenaam is, heeft
men als grondslag aangenomen, dat
het eerst noodige voedsel het brood
is. Daarna komen in afdalende graad
van onontbeerlijkheid aardappelen,
dan melk, dan vet en dan pas
yleesch.
Hieruit volgt dus dat het vleesch wel aan
ïiet graan, doch het graan niet aan het
yleesch mag worden opgeofferd.
Van deze beginselen uitgaande hebben de
genen, die met de verzorging van de volks
voeding zijn belast, dan ook allereerst het
koren voor de broodverzorging afgezonderd,
daarna ook dat gedeelte van den aardappel
oogst, dat voor den mensch benoodigd is.
VEEL BLIJFT NIET OVER
Wat er dan voor het vee overbleef was
niet veel. Dit restant is allereerst bestemd
voor de trekdieren, die in den landbouw on
ontbeerlijk zijn en die bij het uitvallen van
motortractie juist in dezen tijd zulk een
groote rol spelen. Daarna is overwogen, wel
ke dieren het gemakkelijkst voor de volks
voeding te ontberen zijn. Ons land had een
zeer groote productie van eieren, welke in
de gewone hoeveelheid slechts voor 'n klein
deel aan de volksvoeding ten goede kwam.
De pluimveestapel kon dan ook sterk wor
den beknot. Zooals men weet wordt de pluim
veestapel tot 30 procent teruggebracht, het
geen voldoende is voor de eierenverzorging
in Nederland. De goede legkippen zullen na
tuurlijk het langst behouden blijven. Deze
maatregel zal voor 1 October ten uitvoer wor
den gelegd.
GEEN GRAAN AAN
„BALKON KIPPEN".
Het ligt voor de hand dat de een of andere
boer zich kan verbeelden meer kippen te
kunnen blijven houden, dan hem van boven
af ia toegestaan. Hij moet dan echter goed
weten, dat de autoriteiten niet van plan zijn
toe te staan, dat het graan naar de kippen
gaat. Misplaatste liefde tot de eigen dieren
mag geen boer ertoe verleiden, het kostbare
graan aan het pluimvee te verknoeien.
Daarom zal het inkrimpingsprogram tot
een percentage van 30 procent straf wor
den aangehouden. De stedelingen, die een
handvol kippen met keukenafval voederen,
blijven daar voorloopig buiten. Mocht het
echter blijken, dat in de stad aan derge
lijke „balkonkippen" graan wordt ver
knoeid, dan zal ook hier moeten worden
ingegrepen.
j Het verdient nog opmerking dat de teelt
en vermeerderingsbedrijven met eenigszins
meer égards zullen worden behandeld.
DE VARKENSSTAPEL.
De inkrimping van den pluimveestapel ls
inderdaad zeer radicaal, doch men bedenke,
dat het zwaarste het zwaarste moet wegen.
Bovendien is de pluimveestapel, als het
moet, binnen zeer korten tijd weer op het
normale peil te brengen.
Het laatste is ook eenigszins of
schoon in niet zoo sterke mate, het
geval met den varkensstapel. Ook
deze is betrekkelijk snel weder op
te bouwen. Van het varken geldt,
dat het in zekeren zin de vijand
van den mensch is, het eet n.1. voor
een deel hetzelfde voedsel. Dit is
de reden, dat men reeds van 1
September 1939 af hier te lande tot
een aanzienlijke vermindering van
den varkensstapel is overgegaan.
Sinds genoemden datum is de var
kensstapel met 30 procent terugge-
loopen. Met de aanwezigheid van
Duitschers hier te lande heeft dit
feit niets te maken.
EERST DE DIKKERDS.
De vermindering van den varkensstapel
zal dan het meest rationeel geschieden in
dien de groote veelwraten en de minst pro
ductieve dieren worden weggenomen. Daar
om wordt een prijspolitiek gevolgd, die het
slachten van de zwaarste varkens met meer
dan 130 kilogram slachtgewicht betere prij
zen maken, hetgeen de boeren er toe zal
brengen dat hoopt men althans om
hun zwaarste dieren van de hand te doen.
Na 1 October zal de prijspolitiek juist in
omgekeerde richting gaan, dit is een prik
kel te meer.
Bij dit alles waakt de overheid ervoor,
dat de varkensstapel niet meer, dan noodig
is, wordt verkleind.
De dus ontstane grootere voorraad van
geslacht varkensvleesch zal voor een deel
worden geexporteerd naar DuitschJand, en
voor een ander deel in de volksprovisie-
kast worden opgeborgen. Vopr zoover koel
huisruimte aanwezig is zal het worden in
gevroren, en overigen ingeblikt, zoodat het
vleeschverbruik in het voorjaar van 1941
daarmee voor een groot deel zal kunnen
worden gedekt.
DE RUNDVEESTAPEL.
Ondanks al deze voorzorgsmaatregelen
blijft er voor het onderhoud van het rund
vee toch nog slechts een fractie over van
hetgeen als veevoeder benoodigd is. Daar
om zal de rundveestapel aanzienlijk moe
ten worden ingekrompen. Dit heeft natuur
lijk ook zijn weerslag op de melkproductie,
doch, naar men on verzekerde, ook niet
zooveel, dat de volksvoorziening daardoor
gevaar loopt. Het is zeer moeilijk te zeg
gen in welke mate de rundveestapel moet
worden ingekrompen. Een percentage aan
te geven, is niet doenlijk, mede door het
feit, dat het rundee ander voedsel gebruikt
dan de hierboven behandelde diersoorten
en voor de ruwe voeding voor een gedeelte
door het eigen bedrijf kan worden verzorgd.
Daarom kan iedere boer slechts voor zich
zelf uitmaken, hoeveel koeien hij weg moet
doen.
Globaal genomen zal er dus uit den rund
veestapel zooveel moeten worden uitge
haald, als de voedselsituatie noodig maakt.
Men kan er gerust op zijn, dat van over
heidswege niet wordt gedacht aan een uit
plundering van den rundveestapel. Wel zal
overal aan de melkkoe voorrang moeten
worden gegeven boven het jonge vee.
DE ONPRODUCTIEVE DIEREN WEG.
Dit alles zal een interne structuurveran
dering in den veeteelt en in de landbouw
meebrengen. Het beginsel zal meer moeten
gaan gelden, dat de veevoeders in den re
gel uit het eigen bedrijf moeten kunnen
worden betrokken, d.wj. dat de verken*
teelt daar moet bloeien, waar het varkens
voer het goedkoopst wordt verbouwd en
dat de koeien moeten kunnen leven van
den hooiopbrengst van het land waarop
zij leven.
Het dient tot nieta Indien wt) de
zen winter trachten een te groote
veestapel aan te honden, Indien
daarvan slechts het gevolg kan zijn,
dat door te geringe voeding de melk
productie van de koeien ophoudt
Het is daarom beter dat de onpro
ductieve dieren tijdig den weg van
alle vleesch opgaan.
KALVENSCHETSEN IS AFGELOOPEN
Ir. A. H. Boerma deelde nog mede dat de
kalvertoewijzing met wat daarbij behoort,
zooals de kalverschetsen, kan worden afge
schaft. De grond daarvan is, dat men alle
mogelijkheden thans open wil houden voor
het wederopbouwen van den veestapel. Nu
de vrees der overproductie van vleesch en
van veehouderijproducten is weggevallen
was de regeling niet meer noodig Alleen voor
stierkalveren zal een beperkende regeling
behouden blijven, er zullen n.1. kwaliteits-
eischen aan deze dieren worden gesteld. Dit
is dus geen steunmaatregel of crisismaatre
gel, maar een middel tot teeltverbetering.
BIGGENMERKEN BLIJVEN.
De biggenmerken daarentegen zullen wor
den gehandhaafd. Er bestaat immers gevaar
dat de varkens in te groote getale zullen wor
den aangehouden en dan te veel graan op-
eischen en bovendien is het gewenscht een
regelmatig aanbod op de varkensmarkt te
verkrijgen. De higgentoewijzing nu zall in
staat zijn plotselinge marktschommelingen
te voorkomen.
Landwirtschaftsrat Dr. Schoen-
beek zeide ter nadere toelichting van
de mededeelingen van de hceron Sie
bers en Boerma, dat de ten opzichte
van den veestapel genomen maatre
gelen t" - arom zoo Ingrijpend zijn, om
dat de overheid zich dekken wil op
het ongunstigste geval van een lan
gen duur van den oorlog.
Maar dat niet alleen, niemand weet hoe
na den oorlog de wereldhandel zich zal ont
wikkelen en of ook dan niet eenigen tijd
noodregelingen noodig zullen zijn. Men kan
in deze zaken beter in iets te langere perio
de denken dan in iets te korte!
Chauffeurs op den bok. De Eerste Nederlandsehe Bond voor Dierenbescherming
te Amsterdam geeft les aan diegenen, die vroeger een auto bestuurden en thans
de leidsels moeten hanteeren. De heer G. Bosma, leider ven den Bond voor
Dierenbescherming, geeft theoretische en practische voorlichting
M
^l|f?%->•
A, A
W:'-' f:S
„T C, W.,
-"SÉ -
Hifi k'
'v )ffl
- wM
i
- - fr
l il
1-i
-J# s
w j
i j
«Pip
-
Rotterdam heeft weer een concertzaal. Nu de DooUn —Ar -
zijn gegaan, is de Koninglnnekerk beschikbaar gesteld voor concSL^lTl d® kaasstad Werloren
Piulhaimanlsfib Q. test tilden* btt groefsenaart "9e"' R°«er!darr>s«h