Koning Radboud De vischduivel in Artis lij de cursisten van het Sportcentrum DeCompetitie-indeeling van de N Ï.B. Rondom Levertraaodistributie Past op uw Petroleumbonnen Distributie- maatregelen Boter en vetten Bloem- en meel- distributie Brooddistributie Zaterdag 10 Augustus 1940 Derde blad UIT DE HISTORIE VAN WEST-PR IESLAN D Water en duisternis eischen weer slachtoffers Uati&al De aansluiting der Baltische landen bij de Sovjet-Unie DE TIJD DER MIRAKELEN EN LEGENDEN IS VOORBIJ HET OFFER AAN DE GODEN Het gouden paleis. In een tijd als die, waarin wij tegenwoor dig leven, lijkt het ontstaan van sagen en legenden al heel onwaarschijnlijk. Alles wat gebeurt en wat bij den eersten aanblik onverklaarbaar lijkt, wordt door geleerden van allerlei slag nauwkeurig onderzocht en deze weten ons ten slotte te verklaren, dat in het gebeurde niets onnatuurlijks steekt en dat het de meest gewone zaak van de we reld is. Wanneer het geval dan nog behoor lijk met vermelding van alle bijzonderhe den is te bock gesteld, dan staat het voor eens en altijd vast. Er is geen verwikken meer aan en geen fantastisch brein vermag het nog te verfraaien of op te smukken. Men stelle daartegenover eens een tijd, waarin niet alles werd ontleed door het koude verstand, waarin niet alles werd op geschreven. Het op zichzelf onbegrijpelijk gebeuren leefde voort van mond tot mond. Ieder verteller kon het weergeven op zijn wijze en wat dat betcckcnt vermogen wij in onze dagen toevallig heel goed te be seffen. Van het oorspronkelijke verhaal blijft vaak bitter weinig over en de eerste .verteller zal, wanneer hij de geschiedenis, welke van hemzelf is uitgegaan, terughoort nadat ze 25 maal van tong tot tong is ge gaan ze vermoedelijk zelf niet terug herken nen. De „ontstaanperjode" onzer sagen en le genden ligt lang en breed achter ons. Ze dateeren uit den tijd, toen weinig of niets werd opgeteekent, toen de minstreels rond gingen en de adelijke dames en heeren ver maakten met hun lied, awarin voor alles de groote daden der helden werden ver heerlijkt en opgesmukt, al naarmate de geest des minstreels dit vermocht te doen. De groote koning, welke Friesland heeft gekend en West-Friesland maakte daar van eenmaal een deel uit was Radboud en zoo weven de schoonste legenden zich samen rondom hem, de vrijheidsheld en te vens de groote bestrijder van het opkomend Christendom. Men zou zich mogen afvragen of eenige figuur zich beter leende om te worden tot een legende. Zijn kracht staat buiten beding. Daarnaast was hij in de pogen van zijn medestanders de personifi catie van het goede, in die zijner tegen- Standers de manifestatie van het kwade. Wat wil men nog meer om een mythe te !doen ontstaan? In de oude Friesche kronieken, geschre ven in een tijd, waarin het Christendom volledig had gezegevierd, leest men door de regels heen de verwondering der schrij vers over het feit, dat Radboud zich, niet tegenstaande de mirakelen, waarvoor hij werd geplaatst, toch niet tot de nieuwe leer kon bekeeren. Zoo gebeurde het eens, dat een jongeling, Onno gcheeten, aan de goden zou worden ton offer gebracht. De predike Wolfram, die zich in die dagen in West-Friesland be- Vond, begaf zich naar Medemblik om den koning terug te houden van den offerdaad, !die in zijn oogen weinig anders was dan pen moord. Evenwel, Radboud weigerde. Het was het 3aarlijksche offer, dat altijd werd gebracht en dat ook dit maal de goden niet zou wor- jden onthouden. Toen Wolfram bleef aanhouden, zei Rad boud eindelijk: Goed! Wanneer Uw God hem kan redden, dan zal hij gespaard blij- Ven. Hiermee moest Wolfram tevreden zijn, maar het bleek voldoende. Want toen On- iio, der gewoonte getrouw, werd opgehan gen, knapte het dikke koord als was het een dun draadje. Radboud was geheel overbluft en liet den jongen man vrij, die al spoedig een der meest getrouwe volge lingen van Wolfram werd. Uit de kronieken verneemt men, hoe Rad boud, als gevolg van dit mirakel, ernstig 'overwoog toch tot het Christendom toe te treden. Wolfram, uit vrees opnieuw door !den koning belachelijk te zullen worden 'gemaakt, weigerde dit, na eerst overleg te hebben gepleegd met den bisschop Willi- brord. En de historieschrijvers berichten, hoe Radboud spoedig daarna stierf na eerst verschillende satanische visies te heb ben gehad. Een daarvan vermoedelijk wordt ons be- 'schreven in het werk „Sagen en Legenden rondom de Zuiderzee". We lezen daar, hoe Willibrord aan Wol fram zou hebben geschreven: .,Ik heb ge zien, dat hij Radboud gebonden was met een vurige keten en heb vernomen, 'dat hij veroordeeld is". Wanneer Wolfram dit aan Radboud laat Weten, lacht de laatste hartelijk en zegt des nachts een verschijning te hebben gehad, die heel andere dingen liet zien. Wolfram vermoedt, dat Radboud niet an ders dan de duivel kan hebben gezien, doch de koning verhaalt van een groote sterke en gel in gouden gewaad met een diamanten kroon op het hoofd. Die engel had hem ge vraagd of zijn oogen met blindheid geslagen waren, dat hij voornemens was zijn oude godsdienst te verlaten en over te loopen naar het Christendom. „Doe het niet zoo had de engel gesproken, „blijf Uw oude Uo- „den trouw! Anders wacht U groot onheil- „Overigens: Wat kan de God der Chrisle- >,nen voor u doen? Wie is hij? Vraag aan „Wolfram waar de woningen der eeuwige „reinheid zijn, waarover hij u heeft gespro- „ken. Hij zal ze u niet kunnen toonen. Maar „ik zal U het schitterend gouden paleis la- „ten zien, waarin je eens zult wonen". De engel had Radboud voorts verzocht een zijner mannen te zenden met een Christen, waarop hij deze beiden zelf zou geleiden naar het schoone paleis, waarin Radboud zou wonen, wanneer zijn adem zou hebben opgehouden te gaan en wanneer zijn oogen de dingen dezer wereld niet meer zouden zien. Wolfram herhaalde, dat deze engel een afgezant des duivels moest zijn geweest, waarop Radboud zeide, dat indien zijn God hem het gouden paleis niet zou kunnen laten zien, hij Christen wilde vvörden. Radboud gelastte een van zijn heidensche Friezen zich op weg te begeven met een dia ken van Wolfram om het paleis te gaan zien Wolfram zijnerzijds durfde niet te weige ren en zoo geschiedde aldus. Beide mannen ontmoette inderdaad de engel, die hen daarna op hun tocht tot gids diende. Ze gingen langs een breede marme ren weg, die geen der beide afgezanten ooit hadden gezien. Aan liet einde daarvan zagen ze inderdaad het paleis, dat zich schitterend en fonkelend verhief, zóó schoon als nimmer een menschcnoog had aanschouwd. Geheel verbaasd stonden de beide mannen toen ten slotte de engel sprak: Ziehier het paleis' De diaken echter bezon zich, hij sloeg een kruis en zei: „Zoo deze dingen van God zijn, „dat ze blijven! Maar zoo ze van den duivel „zijn, dat zo heengaan". En ziet! Nauwelijks had hij deze woorden gesproken of de engel veranderde in een af zichtelijke duivel, die verdween in een damp van zwavel. Het heerlijke paleis veranderde in een dampende mesthoop en de beide man nen bemerkten, dat ze tot aan de borst ston den in een groot moeras, waarvan het groen achtige, schuimbedekte water stond te stin ken tusschen het riet en de biezen. Drie dagen en drie nachten hadden ze werk om er uit te komen en, toen ze einde lijk weer vaste grond onder (le voeten had den, bleken ze nog ettelijke dagreizen van Medemblik af te zijn. Toen ze terugkwamen, vv'as Radboud .ge storven, besluit het verhaal. Wil het daarmee zeggen, dat het voor don koning te laat was geworden zich nog te be keeren? Nederland's grootste zoetwater- visch. Met sprietige baarddra- den en kleine loeroogen In het Aquarium van „Artis" zijn ne gen meervallen of vischduivels, in de omgeving van Aalsmeer gevan gen, behouden aangekomen. Zoo is daar nu Europa's grootste zoetwater- visch, die in zijn speciale woonge bied, den Donau, soms een lengte van 4 M. kan bereiken, waardiglijk vertegenwoordigd. Uit de maag zul- ker vraatzuchtigen reuzenmeervallen heeft men in hun geheel ingeslikte honden en zelfs eens het lichaam van een Turksche vrouw te voor schijn gehaald. De al vrij vroote exemplaren in „Artis" zijn nog maar kinderen, vergeleken met zul ke Donau-reuzen. Hoogst merkwaardig is het feit, dat de meerval (Silurus Lanis L.)., die alleen de Europeesche rivieren ten oosten ORDE ZONDER HAARKLOVERIJ. TUCHT ZONDER PESTERIJ. „Het is een feit, dat voor lichame lijke opvoeding weinig belangstel ling in ons land bestaat. Het is een feit, dat men zich ergert aan de slechte houding van de bloem van onze natie. Dat deze lijdt aan ge brek aan uithoudingsvermogen en hardheid in dagen van spanning. Het is een feit, dat slechts een gering per centage van ons volk kan zwem men", Met deze woorden ving Donderdagochtend de kapitein van den generalen staf J. D. S. Paters, chef van de afdeeling geestelijke en lichamenlijke opvoeding van den opbouw- dienst, zijn voordracht aan, welke hij in de recreatiezaal van het sport paviljoen van het centrale sportopleidingsinstituut hield voor de verzamelde corpscommandanten. In dit sportcentrum wordt namelijk een honderd tal reserve- en beroepsofficieren en onder officieren onder deskundige leiding opge kweekt tot sportleider om later, n.1. aan het einde van dezen maand over de verschillende corpsen uit te zwermen en hun in dit cen trum opgedane levenslust en discipline over te dragen op de mannen van den opbouw- dienst in het geheele land. van den Rijn. uitgezonderd het stroomgebied van Weser en Beneden-Elbe, bewoont, in ons land voorkomt, de eenige uitzondering voor geheel West-Europa. Gronovius (1754) ver meldde eertijds het veelvuldig voorkomen van meervallen in de groote Haarlemmer meer en daarmede in gemeenschap staande- wateren. Sedert de drooglegging in 1S36 wor den meervallen in de Ringvaart, in de Aalsmeerder plassen, in het Kagcrmeer en in den Amstelveenschen Pel aangetroffen. Even wel werd in 1S25 ook eens een groot exem plaar in het L'ddelermeer gevangen en wordt er door visschers in de omgeving ook nu nog wel verhaald van vreemde groote visschen, die in het diepste gedeelte (8 M.) van het meer soms te zien komen. Hoe de meerval in ons land „verzeild" is geraakt, of hij eertijd misschien door visch- liefhebbers in de „waterwolf" en in het L'd delermeer zal zijn „uitgezet", dan wel of de soort vroeger een grooter verspreidingsgebied zal hebben gehad, waarna dan in de Haar lemmermeer, als unica in geheel West- Europa nog exemplaren zijn achterge bleven, is nog altijd niet uitgemaakt. Overi gens is de meerval ook nog uit het meer van Constanz en uit dc Boven-Rijn beneden Bazel bekend geworden. Onder de negen exemplaren in het ,,\rtis"- aquarium zijn er van ruim V2 M. en meer lengte. Hun monsterlijke omhoog-gerichte muilen met de sprietige baarddraden en klei ne loeroogen maken een gcdrochtelijken in druk. Als typische grondvisschen liggen ze veel op den bodem, maar vaak ziet men ze ook gezamelijk opstijgen en „staan" in den parelenden stroom van het binnenko mende water. De zee heeft zich Donderdag van haar gevaarlijksten kant laten kijken. Het 6-jarige jongetje W. de J. van de Stationstraat te Pijnacker, was gisteren met een buurvrouw naar Schevcningen gegaan. Omstreeks twee uur kwam deze buurvrouw bij de politie aangifte doen, dat het knaapje vermist werd. Het was in een badpakje gekleed. Daar het kind tot heden niet gevonden is, neemt men aan, dat het is verdronken. Nog een jongetje heeft Donderdag tenge volge van het water het leven gelaten, n.1. de 7-jarige J. Z. uit dc Jan van Goyenstraat. tc Den Haag. Hij was met twee buurjongetjes gaan wan delen en daarbij in de buurt van de Laak haven gekomen. Toen het reeds donker was, kwamen dc beide andere kinderen terug en vertelden, dat Z. in het water was „gewaaid". Gisterochtend in de vroegte is de politie gaan dreggen, doch zij heeft het lijkje nog niet gevonden. Tengevolge van de diepe duisternis zijn den vorigen nacht voorts tal van personen in de Haagsche grachten terechtgekomen. Op een na zijn allen gered, hetzij door bur gers, he'zij door de politie. Gistermorgen om zeven uur is aan de Veendaalkade te Den Haag, door de politie agenten met behulp van een dreg het lijk opgehaald van den 66-jarigen S. van der K. van den Leyweg aldaar.. Men neemt aan, dat hij, door de duisternis misleid, te water is geraakt. Ergerlijk geval van oplichting. In Naarden heeft zich een ergerlijk geval van oplichting voorgedaan, \vaarbij ver scheidene personen zijn gedupeerd. Bij ver schillende woningen aan den Huizerstraat- weg belde een man aan, die zeide, van den distributiedienst te zijn en verzocht om de petroleumbonnen, deze moesten worden in geleverd, zeide hij, daar zij vervallen waren. Vele bewoners vlogen er in en gaven de bonnen af. Eén persoon was handiger en stelde de politie van het geval in kennis. Toen deze echter arriveerde, was de man ■met dc bonnen verdwenen. Hoewel de man in de buurt onbekend bleek, was hij toch goed op do hoogte, want de meeste wonin gen aan den Iluizerstraatweg zijn niet op het gasnet aangesloten. Na nog een welkomstwoord door den com mandant van den opbouwdienst majoor J. N. Breunesse werden de aanwezigen rond geleid over de terreinen, waar de cursisten verschillende takken van lichamelijke opvoe ding, n.1. gymnastiek, athletiek, spel en jiu jitsu, beoefenden onder leiding van bekwame leeraren, waaronder ook de Nederlandsche kampioen kogelslingeren H. Houtzager zich bevindt. Na den rondgang, hield Kapitein Pafers een voordracht over „de organisatie van de lichamelijke opvoeding bij den opbouw dienst." Spr. zeide, dat hij niet zou beginnen met de verzuchting, dat de lichamelijke opvoe ding het stiefkind van het Nederlandsche volk is. Wij zijn in een impasse geraakt en de vraag is nu, hoe er uit te komen. Een feit is echter, dat voor lichamelijke opvoeding bij ons weinig belangstelling bestaat, hetgeen zich uit in onsportiviteit. De leiding van den opbouwdienst heeft daarin niet willen berusten. Er waren niet genoeg sportleiders. De eerste noodzaak was dus: het kweeken van sportleiders. Op 15 Juli, den dag. waarop de opbouwdienst in werking trad. is hiermede een aanvang gemaakt. Honderd officieren, onderofficieren en werkers verklaarden zich bereid om opgeleid te worden tot spotrlei- ders. Voorts betoogde spr. dat in de gelederen van den opbouwdienst moeten heersrhen or de. tucht en arbeidzaamheid en wel in de eerste plaats in de lichamelijke opvoeding. Hier moeten heerscben orde. orde in sport tenue en orde op den weg. Op de kleinste kleinigheden moet worden gele, anders wint men het op den duur niet. Het moet echter zijn orde zonder haarkloverij, tucht zonder pesterij. Zin voor orde moet in den geheelen opbouwdienst worden ontwikkeld eerst dan kan aan arbeidzaamheid worden ge dacht. Spr. zeide overtuigd te zijn. dat de cursis ten het milieu van thans met zekeren wee- DE C. G. T. NAAR DE CORPORATIEVE GEDACHTE Leon Jouhaux treedt af. De Fransche bond van vakvereenigingen.- de C. G. T., heeft besloten zijn standpunt ten aanzien van den klassenstrijd op te geven en meer in de richting van de cor poratieve gedachten te werken. De secre taris-generaal. Leon Jouhaux, heeft mede gedeeld, dat hij aftreedt. Aangezien de plaatsvervangende secreta ris-generaal der C.G.T. Belin. benoemd is tot Minister -van Arbeid in de regeering- Pétain. heeft men een comité van vier per sonen ingesteld, dat tot taak heeft de ideo logische wijziging der vakvereenigingsorga- nisatie tot stand te brengen. VERDRONKEN Een agent van politie te Utrecht hoorde gisteravond laat op de brug aan den Tol steegsingel bij den Krommen Rijn hulpge roep. De agent vermoedde, dat er iemand in het water lag en sprong er in. Na lang durig tasten en zoeken slaagde hij er in derdaad in een man op het droge te bren gen. Men heeft anderhalf uur kunstmatige ademhaling toegepast, hetgeen echter zon der resultaat bleef. Het slachtoffer is de 40-jarige D„ die ten gevolge van de duisternis met zijn fiets te water is gereden. - Naar het A.N.P. van den heer K. J. J. Lotsy, die in opdracht van den N.V.B. de nieuwe competitie-indee ling ontwerpt, verneemt, is het nooit de bedoeling geweest van den N.V. B. dat de afdeelingen der gefu- siëerde bonden zullen blijven be staan. De nieuwe N.V.B. is één groo te bond met zijn verschillende on- derafdeelingen. Ten aanzien van de competitie-indeeling, welke thans wordt samengesteld, kan mo menteel worden medegedeeld, dat de oude noordelijke K.N.V.B.-afdeeling geen uitbrei ding zal ondergaan door toevoeging van nieuwe elftallen. Geheel anders is dat na tuurlijk gesteld in de andere afdeelingen, zooals in het Oosten, het Zuiden en het Wes ten. In den loop van deze week en de vol gende week zullen verschillende besprekin gen worden gehouden met de gewestelijke vertegenwordigers waarna de heer Lotsy zijn voorstel betreffende de nieuwe indee ling aan het Hoofdbestuur van den N.V.B. ter goedkeuring zal voorleggen op Zaterdag 17 Augustus a.s. Ten aanzien van de nieuwe indeeling zelf merkte de heer Lotsy, in strijd met hetgeen reeds eerder werd gepubliceerd, op, dat hij persoonlijk zeer veel voelt voor de instelling van een hoofdklasse, hetgeen evenwel nog niet wil zeggen, dat deze in de nieuwe competitie-indeeling reeds zal worden opgenomen. Dit is immers een aan gelegenheid van het hoofdbestuur. Het hoofdbestuur heeft ten aanzien hiervan nog geen enkel besluit genomen, evenmin voor wat betreft de instelling van een gewone of eer» noodcompetitie. Het lijkt mij al dus besloot de heer I.otsy zijn mededeelin- gen bovendien voorbarig om nu reeds over deze inderdaad zeer belangrijke kwes tie voor den nieuwen N.V.B. met nadere mededeelingen te komen. moed zullen verlaten. Dit klinkt eigenaardig want zij hebben het onnoemelijk zwaar ge had. Zij kwamen uit een gedemoraliseerd le ger en zijn thans weer gewend aan harde tucht. Zij weten, dat het zoo moet en zij vin den het prettig. Zij hunkeren er echter naar hun taak aan te vangen. Wat het sportmaterieel betreft, zeide spr. dat dit ondanks de moeilijkheden zal worddh uitgebreid. De Nederlandsche mdustrie, die toch zulke goede dingen aflevert, heeft nooit een kans gehad, thans zal zij een kans krij gen. Tenslotte zei spreker, dat men niet mag vervallen in de fout van vroeger. Uit den troep mag niet de klacht opkomen, dat de genen, die de sport leiden, menschen zijn achter dc bureautafel. Den commandanten verzekerde spr.. dat deze aan de uitgezon den menschen taaie en toegewijde helpers zullen hebben. Namens de aanwezigen dankte majoor Breunesse den spreker. Hij voegde aan diens woorden toe, dat de lichamelijke opvoeding een prachtig middel is. om bij de mannen gemeenschapszin aan te kweeken. In den middag had in de overdekte bad en zweminrichting „de Regentes" een zang en zwemdemonstratie plaats. Klassegewijze op een der perrons opgesteld zongen de cur sisten onder leiding van res. kapitein P. Tiggers eenige liederen, waaronder het „op- bouwlied". Den aanwezigen werden vervol gens verkorte zwemlessen getoond, waarna demonstraties schoon- en komisch springen en reddingszwemmen werden gegeven. De middag werd besloten met een waterpolo- wedstrijd tusschen een ploeg van de cursis ten en een ploeg van gedemobiliseerde Haag sche zwemmers. Deze wedstrijd werd met 32 door de cursisten gewonnen. Ongetwijfeld hebben de corpscommandan ten een goed beeld gekregen van de wijze, waarop de toekomstige spotrleiders worden opgeleid en van de orde en tucht, die deze later bij hun troep moeten brengen. 1 EEN DISTIBUTIEPERIODE VAN ACHT WEKEN. Zooals men weet geven gedurende de pe riode van 29 Juli j.L tot en met 23 Augustus a.s. de met 01 en 02 gemerkte bonnen van de z.g. „vetkaart" recht op het koopen van een half pond margarine of boter, of, voor zoover de voorraad strekt een half pond ge smolten vet. De met 03 en 04 gemerkte bon nen geven voorts uitsluitend recht op het koopen van boter. Ten einde er de verbruikers van marga rine en vet tijdig van op de hoogte te stellen op-welke rantsoenen zij gedurende de vol gende distributieperiode kunnen rekenen, wordt er de aandacht od gevestigd, dat deze periode acht weken zal duren. Voor deze pe riode. die derhalve loopt vanaf 24 Augustus a.s. tot en met 18 October a.s., zullen acht bonnen van de vetkaart geldig worden ver klaard. Vier daarvan zullen elk recht geven op een half pond boter, drie elk op een half pond margarine en één op een half pond gesmolten vet. In verband met het bovenstaande en met het doel om bederf van de in de winkels aan wezige voorraden te voorkomen, zijn bepaal de maatregelen genomen betreffende de wij ze, waarop de winkeliers met behulp van de gedurende de eerste distributiepcriode inge leverde en nog in te leveren bonnen hun voorraden kunnen aanvullen. Een uiteenzet ting van deze maatregelen wordt in de dag bladen gegeven onder de officieele publi caties. Het is voor de détaillisten van zeer groot belang, dat zij van deze uiteenzetting nauwkeurig kennis nemen. Gedurende het tijdvak van 10 Au gustus tot en met 6 September a.s., geeft de met „40" genummerde bon van het algemeen distributieboekfe recht op het koopen van 2Va ons tarwebloem óf tarwemeel óf rogge bloem óf roggemeel óf zelfrijzend bak meel óf boekweitmeel. Gedurende het tijdvak van 12 Au- tus tot en met 18 Augustus a.s., ge ven de met „1" genummerde dubbele bonnen van het nieuwe broodbon- boekje tezamen recht op het koopen van 2500 gram roggebrood of 2000 gram ander brood. Elk der enkele bonnen geeft derhalve recht op het koopen van 125 gram roggebrood of 100 gram ander brood. De bonnen, welke 18 Augustus nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog tot en met 22 Augustus a.s. gelddig. Met nadruk wordt er op gewezen, dat thans het nieuw uitgereikte brood- bonboekje in gebruik wordt geno men. Zooals reeds eerder bekend werd gemaakt, konden de met „1" tot een met „20" genummerde bonnen van het eerste broodbonboekje ver nietigd worden, aangezien deze niet meer ter verkrijging van brood zul len worden aangewezen. Levertraan mag vanaf heden aan verbruikers alleen worden afgele verd op recept van een arts of tegen overgave van een door een in. Ne derland gevestigden arts afgegeven bon. Apothekers mogen dus voortaan levertraan alleen afgegeven op re cept van een arts of tegen ontvangst van een bon. In verband met het opnemen der Estland- sche Sowjetrepubliek in de Sowjetunie zijn bij besluit van de Estlandsche regeering per acht Augustus alle Estlandsche gezantschap pen. consultaten en honoraire consultaten in het buitenland opgeheven. De loopende zaken en de vermogens worden overgedra gen aan de gevolmachtigde vertegenwoordi gingen van de Sowjetunie. De Estlandsche gezanten in Stockholm, Helsinki, en Berlijn zijn op grond van de wet op den beschermingstoestand uit hun func ties ontheven. De gezanten in Parijs en Ro me zijn teruggeroepen. Een als decreet uit gevaardigde wet bepaalt, dat de handel in effecten volkomen stopgezet wordt. Alle transacties zijn verboden. De effecten moe ten worden ingeleverd bij de Eestibank. ONTPLOFFING IN ITALIAANSCHE SLAGHOEDJESFABRIEK In een fabriek te Lecco aan het Como- meer, waarin slaghoedjes vervaardigd wor den, is een ontploffing ontstaan, waarbij drie personen gedood en zes licht gewond werden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5