Na een onrustigen nacht in
Den Helder
Uitkomst!
tijdelijk adres
Ons Indisch hoekje
&tacUnieutM
De nieuwe situatie voor onze stad
Steegstra's prima KOFFIE- en
THEE-SURROGAAT in flesschen,
vanaf 35 en 40 cent
Bommen gaven
onrust
tli&uwJ uit lOitc
1CeA?c exi ZejndUiq,
Tweede Blad
Wat
nu
Miedema, Spoorstr. 87, Den Heider.
Verzorgde plantsoenen
en straten
Die trouw bleven!
De vroege trein blijft
rijden
Gemeente-ambtenaren s nachts
weer in de stad
Hoe laat op straat?
Op het nippertje gered
Visscherij
Wie aan den weg timmert heeft veel be-
jcrjks. De waarheid van dat spreekwoord
jiebben wij dikwijls ondervonden. Immer3 met
de krant timmert men aan den weg. Duizen
den oogen bezien en beoordeelen ons werk en
dat we er niet altijd even mild afkomen,
we weten het en aanvaarden het. Wie bang
voor critiek moet nimmer journalist wor
den. Ieder heeft zoo zijn eigen oordeel over
de zaken, die eiken dag de revue passeeren
en men is het lang niet altijd eens met het
oordeel van den man van de krant, al neemt
men dan ook aan, dat hij krachtens zijn po
sitie, die meebrengt, dat hij meer menschen
spreekt en van meer autoriteiten het oordeel
jioort, meestal beter op de hoogte is dan de
jnan van de straat.
Wij weten, dat er critiek geweest is
op onze artikelen over den terugkeer
naar Den Helder. Natuurlijk, waarom
niet, er zijn evenveel stemmen en mee
ningen tegen dien terugkeer als er voor
en men heeft 's morgens in den trein en
op zijn werk gelegenheid te over om van
gedachten te wisselen en dan de mee
ning van den man van de krant aan
heftige critiek te onderwerpen.
Nu willen we, voordat we de nieuwe situa
tie, na de onrust van gisterennacht, beschou
wen, eerst vaststellen, dat we de laatste
weken, regelmatig geschreven hebben, dat
imen verstandig doet, tot September buiten
de stad te blijven, omdat deze maand de
groote offensieven van beide kanten te ver
wachten zijn. De feiten hebben bewezen, dat
deze meering juist was. Duitschland heeft
imeer dan eens te kennen gegeven, dat wan
neer het vasten voet in Engeland wilde heb-
iben, het voor September zijn doel moest be
reiken. De weersomstandigheden (volle
maan) zijn deze week gunstig, dus was het
nu den tijd om een actie op groote schaal te
ondernemen. Uit de krant weet men, dat die
strijd aan den gang is, dat er hevig gevoch
ten wordt, dat er honderden vliegtuigen da
gelijks, beter is misschien te zeggen, in den
nacht, met elkaar kampen op leven en dood.
Nu ondervindt ons land ook de gevol
gen van dien kamp. Dat is de oorzaak
van het feit, dat we bezet gebied zijn.
We hebben dit te aanvaarden, al is het
verre van aangenaam.
Wie met deze realiteiten geen rekening
Jioudt, is ontzet en verbaasd over iederen bom,
die bij Den Helder valt en die moet honderd
maal van besluit veranderen of hij al dan niet
naar Nieuwediep terug zal keeren.
Als we echter rekening houden met de
werkelijkheid van den oorlog, met de
positie van ons land en in het bizonder
van onze stad, dan is er na dien onrust
nacht van gisteren niets veranderd. We
bedoelen, dan behoeft men zijn besluit,
om al of niet terug te keeren naar Den
Helder, van dien onrustnacht niet af te
laten hangen.
Laat ons, in dezen tijd van waanzinnige
overdrijving vooral onze Hollandsche nuchter
heid niet verliezen, en de dingen niet erger
maken, dan ze in werkelijkheid zijn. Wij onder
schatten de angst niet, die vele stadgenooten
hebben geleden, maar laat die angst nu ook
weer niet zoo domineeren dat men zijn rede
lijk denken er door verliest.
De bommen van gisterennacht hebben
materieele schade veroorzaakt, hoewel ge
lukkig geen groote stoffelijke schade.
Menschen levens zijn er gelukkig niet mee
gemoeid geweest en het blijkt wel, dat de
opzet niet is geweest om de burgerbevol
king te treffen. Het afweergeschut heeft
bovendien zoo goed dienst gedaan, dat
meerdere aanvallen van Engelsche vlieg
tuigen werden afgeslagen. Een gordel van
afweervuur heeft zich iondom onze stad
gelegd, en al is het „griezelig" de zware
knallen van de kanonnen te hooren, men
vergete niet, dat ze dienen tot bewaking
en weinig gevaar opleveren.
Wie meent, dat de Engelsche bommenwer
pers de militaire objecten van onze stad zullen
sparen, vergist zich beslist en die doet ver
standig Den Helder te mijden; wie gelooft, dat
het werpen op militaire doelpunten weinig ge
vaar oplevert voor de burgerbevolking, die
kan terugkeeren, maar zij toch zoo verstan
dig dien terugkeer uit te stellen, tot het
laatst van de maand of het begin van de vol
gende maand.
Zal de herfst of de winter dan geen bom-
mengevaar opleveren? Het zou te optimis
tisch zijn, dit te gelooven. Het bommengevaar
zal eerst verdwenen zijn, zoodra de zoo fel
begeerde vrede er zal zijn. Tot den dag van
den vrede zal er gevaar bestaan voor het oor
logstuig, voor de luchtduivels die hun ver
derf rondstrooien.
Wij weten, dat er verschillende menschen
besloten hebben, om na de onrust van gisteren
nacht voorloopig nog weg te blijven. Wij spra
ken ook stadgenooten, die in Den Helder ble
ven. Het is ons bekend, dat verschillenden,
die Maandagmorgen met den trein van negen
uur in Den Helder kwamen, met dien van
half tien weer vertrokken zijn.
We willen er geen oordeel over uit
spreken. Men zal zelf hebben te beslissen
wat men wil. Wel zullen velen zich echter
de vraag stellen: „Waar is men veilig?"
De bommen op den Helder vroegen geen
slachtoffers, die op Wieringen, waarheen
heel wat Helderschen vertrokken zijn,
eischten een menschenleven en twee ern
stig gewonden. In Castricum en Bever
wijk, in IJmuiden en Velsen, in Haarlem
en Den Haag, in Amsterdam en Rotter
dam, overal vielen de bommen en vroe
gen de tol van een of meer menschen-
levens. Waar is men veilig?
Vluchtten nu de menschen uit al deze steden
weg? Neen! We zijn er van overtuigd, dat
wanneer de nacht van 24 op 25 Juni (dat is
al weer bijna twee maanden geleden) er niet
geweest was, Den Helder nog bevolkt zou zijn,
en dat men niet gevoeld had dat het gevaar
hier zooveel grooter is, dan in de plaatsen
die we hierboven opnoemden en die we nog
wel met eenige namen zouden kunnen aan
vullen.
Als we wisten, dat begin of eind September,
dat in November of December de oorlog ge
ëindigd zou zijn, we zouden adviseeren, blijf
weg tot dien tijd. Maar al hopen we allen, dat
het einde van deze verschrikking er spoedig
mag zijn, we vreezen, dat het langer zal duren
dan we wenschen. En met deze factoren heeft
men ook rekening te houden bij zijn beslissing:
wegblijven of teruggaan naar de eigen woning.
U mist Uw 2de kopje
Koffie of Thee?
GEEN NOOD.
Redt U uit den nood.
Vraagt Uw winkelier.
Alléén-verkoop voorden kopvanNoord-Holland
H H. Winkeliers of wederverkoopers rabat of
r/raagt reizigersbezoek met monsters.
Het doet ongetwijfeld prettig aan, dat de
gemeente zoo uitstekend zorgt voor het on
derhoud van straten en plantsoenen. De dienst
van de gemeente reiniging zorgt er voor, dat de
stad geen rommelig aanzicht krijgt. Straten en
pleinen zien er even verzorgd uit als toen er
bijna veertigduizend inwoners in Den Helder
woonden en de dienst van de plantsoenen ver
waarloost zijn taak ook niet. De boomen heb
ben van de week voor de najaarsstormen een
beurt gekregen en zijn, waar dat noodig was,
van nieuwe banden voorzien. De parkjes en
plantsoenen, alsmede het Timorpark, staan
er florisant bij. Ook na de stormdagen van
deze week is alles nog fleurig en zomers.
Als de bewoners zorgden voor hun
tuinen zooals de gemeente dat doet voor
de plantsoenen, dan zouden niet tal van
voortuinen er op het oogenblik zoo rom
melig uitzien. Er zijn gelukkig nog ver
schillende stadgenooten, die niettegen
staande het feit, dat ze buiten wonen er
toch voor zorgen, dat hun voortuin geen
indruk van verwaarloozing maakt, hetzij
dat ze zoo nu en dan zelf komen om het
al te welig groeiende gras en onkruid te
snoeien, hetzij dat ze het een tuinman
laten doen.
Wij attendeeren nog eens op de lijst van
zaken, die iederen dag in Den Helder open
zijn. Het is een gelukkig verschijnsel dat
vele geëvacueerden hun inkoopen trouw
in Den Helder doen, er zijn er echter nog
teveel, die iederen dag in Den Helder zijn
en rustig hun inkoopen doen in de plaats
waar ze geëvacueerd zijn. Wij herhalen:
de middenstand heeft het zeer moeilijk en
zij die trouw bleven, hebben het recht op
onzen steun, laat ons dus de geringe
moeite nemen om onze boodschappen
's avonds mee naar buiten te nemen. Op
deze wijze werken we mee, het economisch
Jeven van Den Helder te steunen,
Het minder aangename gerucht, dat
deze week b(j de forensen de ronde deed,
dat de trein van half zeven uit Scha-
gen, sinds vandaag niet zou rijden, is
gelukkig niet juist gebleken. Of eigen
lijk was het wel juist, want de directie
in ""trecht had inderdaad besloten, dien
trein met ingang van heden niet meer
te doen rijden. Dank zij echter de be
moeienissen van den stationschef te
Den Helder, is deze trein voor de reizi
gers gered en men behoeft zich dus
voorloopig geen zorgen te maken, dat
men niet op tijd voor de werf in Den
Helder zou kunnen zijn.
Vannacht rustig.
Door omstandigheden konden we dit be
richt gisteren niet opnemen.
Het is gisterennacht onrustig geweest in Den
Helder. Om ongeveer elf uur begon Maandag
avond het afweergeschut te werken voor het
terugdrijven van Engelsche vliegtuigen, die
boven de stelling kwamen. Zwaar donderde
het geschut boven de stad en het was met de
rust van de menschen gedaan.
Het gelukte telkens de vliegtuigen te ver
jagen, toch zijn nog eenige bommen op het
terrein van den heer Oortgijsen, bij de Fa-
brieksgracht terecht gekomea en die hebben
de noodige ravage teweeggebracht. Honder
den ruiten moesten het weer ontgelden, zoo
wel aan de Fabrieksgracht, als het gedeelte
Ruyghweg, grenzend aan het terrein van den
heer Oortgijsen en de huizen aan de Sluisdijk
straat, door hetzelfde terrein begrensd. In dit
stadsgedeelte is veel schade aangericht aan
pannen en ruiten. Persoonlijke ongelukken
zijn niet gebeurd.
Vannacht is het rustig geweest. Om on
geveer half vijf vanmorgen moest het afweer
geschut nog even in werking gesteld wor
den, doch dit was van korten duur. Het over
komende Engelsche vliegtuig was spoedig
verdwenen.
Met ingang van morgen (15 Augustus) is
bepaald, dat alle gemeente-ambtenaren weer
in de stad moeten slapen. Het aantal ge
meente-ambtenaren en -werklieden kan ge
schat worden op pl.m. 250 man.
Al is het niet waarschijnlijk dat de gezinnen
zich aan deze maatregel van bovenaf ook
direct zullen onderwerpen, verwacht wordt,
dat wel verschillende gezinnen mee terug zul
len keeren of anders binnen eenige weken
zullen volgen.
Naar aanleiding van eenige vragen die
ons daaromtrent gesteld werden, deelen
wjj nog eens mede, dat het verboden is
zich 's avonds na half twaalf en 's mor
gens voor half v(jf op straat te bevinden.
COLLECTE DORUS RIJKERS.
De collecte voor het Helden der Zee Fonds
„Dorus Rijkers" alhier heeft 70 gulden en
15 cent opgebracht. Gezien de tijdsomstan
digheden mag dit een bevredigend resultaat
worden genoemd.
Een dezer dagen is een kind van W. Kra
mer van Loo op het nippertje gered. De
echtgenoote van den heer Otto Roth, zag,
toen zij een wandeling over de havendam
maakte, plotseling een kind van den kant
van de haven vallen. Niemand was er in de
omgeving en het hulpgeroep werd niet ge
hoord. Het kind was al weggezonken toen
de U.K. 45 de haven instoomde. Een der op
varenden Lup Loosman, zag de vrouw heen
en weer loopen. Toen hij bemerkte, dat er
iemand in nood verkeerde, sprong hij da
delijk gekleed over boord. Dadelijk zwom hij
naar de aangewezen plek. Na eenige malen
ondergedoken te zijn, verscheen hij met de
kleine aan de oppervlakte. Op het laatste
nippertje zouden nog redder en geredde zijn
verdronken, daar het hun ondoenlijk was,
om bij den steilen kant op te komen. Geluk
kig kwam nog bijtijds hulp opdagen, zoodat
beiden werden geholpen.
BURGERLIJKE STAND
GEBOREN: Hendrik, z. v. J. Pasterkamp
en H. Ras; Willempje. d. v. J. Hoefnagel en
A. Pasterkamp (uit Den Helder); Jannetje,
d. v. T. Wakker e.n W. Kaptein; Frans Wil
lem. z. v. W. de Boer en L. Kramer.
OVERLEDEN: Jeltje Kramer, 57 jaren,
echtgenoote van F. van Urk; Albert Hoek
man. 74 jaren, echtgenoot van G. Hakvoort.
ONDERTROUWD: M. Post en A. H.
Weerstand.
Urk, 12 Augustus.
Door 20 vaartuigen werd heden aan den Ge
meentelijken Vischafslag alhier, aangevoerd:
2340 pond kuilpaling, van 63 tot 184 pond per
vaartuig, prijs 21 tot 23 ct.214 pond lijn- of
beugaal. 25 tot 28 ct.; 140 pond snoekbaars,
22 tot 23 ct alles per pond.
Wie naam en adres opgenomen wil
zien, geve het aan ons kantoor cp of
zende zijn opgave aan onze admini
stratie te Den Helder, met insluiting van
25 cent aan postzegels of geld.
Knip het adres van Uw kennissen uit
>nderstaande adressen meteen uit of
noteer het.
N. NAP,
v Ti Koningsweg 17,
Hoep B 192, Schagen.
DE HOUDING DER DOOPSGEZINDEN.
In een redactioneele beschouwing wijst de
Doopsgezinde Zondagsbode er op, dat de
Doopsgezinde broederschap in het geestelijk
cn maatschappelijk leven van dezen tijd even
min als in het verleden op den voorgrond be
hoort te treden. „Eertijds", aldus de redacteur,
ds. W. Koekebakker, „ging de broederschap
zoo ver, aan hare leden het bekleeden van
overheidsambten te verbieden. Al is dit geluk
kig niet meer het geval en terecht aan ieder
individueel toegestaan den weg te kiezen, dien
zijn talenten hem wijzen, toch is het wel op
merkelijk, dat er nooit voor zoover wy kun
nen nagaan, een stuwende kracht van onze
broederschap is uitgegaan in de richting van
het maatschappelijk en staatkundig leven.
Ook thans nu een nieuwe verhouding tus-
schcn overheid en volk staat geboren te wor
den, zal onze broederschap daarbij geen an
deren weg kunnen gaan dan die op den achter
grond van het leven zich laat volgen. In af
wachting dat de beweging en beweeglijkheid
der tijden zich heeft vastgezet en de weg naar
de toekomst zich afteekent, kan onze broeder
schap slechts toezien hoe alle dingen zich ont
wikkelen. Al zullen de leden individueel hun
plaats in deze ontwikkeling moeten en mogen
kiezen, tezamen en in aaneengesloten verband
onzer gemeenten zullen geen leidende positie
innemen, gesteld al dat ons de mogc't jkheid
gelaten en geboden werd".
VOLKSEENHEID.
In het .Algemeen weekblad voor k ik en
Christendom" schrjjft de heer L. J. A. de
Jonge onder bovenstaanden titel een lezens-
tvaardig artikel, waaraan wy het volgende
ontleencn: ,Jfoodig is een vernieuwing der
economische orde, gebaseerd op den arbeid
van onze volksgemeenschap. Noodig ts het
sterk doorvoeren van een veel grooter sociale
gerechtigheid. Noodig is bovenal meer een
heid en een sterker gemeenschapsbesef. Dat
is een opdracht voor ieder van ons. Het begin
cn het wezen ervan ligt in onze persoonlyke
levenshouding. Het gaat er om, hoe wij staan
tegenover de arbeiders, hoe sterk ónze liefde
:s voor het platteland, hoeveel wij bereid zijn
te doen en... te laten als het gaat om de
hoogste belangen van land en volk. Wat is
onze bijdrage tot den wederopbouw f
„Wij moeten nog dieper graven. Onont
koombaar is onze bitterheid te verteeren en
„oud zeer" te vergeten. Om werkelijk zoo al
geheel te vergeven en opnieuw te beginnen,
als we dagelijks aan God bidden door het
„Onze Vader". Doet Christus niet elke dag
opnieuw hetzelfde met onsf Er is geen een
heid noch gemeenschap mogelijk met alle
landgenooten, dan de eenheid door verzoening.
Dat is het eenige antwoord op de verscheurd
heid van ons volksleven. Zou op dit peil van
denken en handelen nationale samenioerking
cn reëele volkseenheid mogelijk zijn t In feite
gaat het erom. of we liefde genoeg hebben om
eerlijk onze tegenstanders en vijanden tege
moet te treden. Als Nederland een waarachtige
eenheid wil worden, moet ons volksleven ge
fundeerd worden op de overwinnende krachten
van vergeving en van naastenliefde.
Nederland heeft meer dan ooit noodig een
nieuwe pioniersgeest, die een reëele en inner
lijk sterke volksgemeenschap zal brengen.
Daaraan te bouwen, onvermoeibaar, is de
mooiste taak voor elkeen, die haar ziet en
aanvaarden wil. Het is niet mogelijk haar te
aanvaarden zonder brandende liefde in ons
hart voor ons wik en voor ons land. De grond
slag ervoor is onze eenheid met God en met
onze naaste. Iets ervan te verwezenlijken kan
ons gegeven zijn, als in ons hart de bewogen
heid is gewekt door het Kruis van Christus,
als wereldwijde liefdedaad Gods, ook voor
Op mijn reizen langs de kusten van Nieuw-
Guinea troffen mij enkele bizonderheden. Het
waren de aanwezigheid van een paar eenvou
dige ziekenhuizen met patiënten; van enkele
gevangenissen in de bestuursvestingen met
gestraften, die aan de wegen werkten „voor
den kost zonder loon" en het vertrek van tot
dwangarbeid veroordeelden naar het verre
Ambon.
Dat waren uitingen van het begin der be
schaving. Het ziekenhuis was het symbool van
dienende liefde, de gevangenis dat van macht
en van de straf, die volgt op de overtreding.
In die streken en ook in tal van andere
van den uitgestrekten Indonesischen archipel
wonen menschen, die men vroeger „wilden"
noemde, thans bij gebrek aan een meer pas
senden naarm primitieven. Het was n.1. ge
bleken, dat die menschen er maar niet wette
loos op los leefden, doch volgens regels, die bij
de ouden van dagen, de wijzen, nauwkeurig
bekend waren. Er bestonden „verordeningen"
op huwelijk, erfrecht, enz. enz. Die onge
schreven wetten voldeden aan de behoeften der
primitieve samenleving. Maar ze waren soms
wreed. Van tweelingen werd er bij de geboorte
één gedood. Stierf een moeder bij de bevalling
dan werd haar kindje gedood. (Wellicht was
de reden, dat die tweelingen en het moeder-
looze kind toch zouden sterven, zooals de
practijk dit geleerd had en dat men daarom de
„wetten" maar aan die ervaringen had aan
gepast).
Vrouwen van hekserij verdacht, werden ge
dood. Kon men een schuldige niet aanwijzen,
dan werd een z.g. „godsoordeel" toegepast. De
verdachte moest een vinger in kokende hars
of olie steken! Kwam hij er niet verbrand uit,
dan was hij onschuldig. Oorlogjes tusschen
twee dorpjes waren pok wel godsoordeelen.
Zoodra één er van een doode of een zwaar ge
wonde had gekregen, werd de strijd gestaakt.
De partij van den doode of den gewonde was
de schuldige, de goden hadden dit uitgemaakt.
Indien zij onschuldig geweest waren, dan
zouden de goden haar geen verlies hebben laten
lijden.
Dergelijke ruwe, onmenschelijke gewoonten
waren niet toelaatbaar. De zending was er al
mee begonnen ze langs den weg der overtui
ging te bestrijden. Het gouvernement maakte
wetten en strafte overtreders: het had de
macht. Die straf was in enkele gevallen buiten
gewoon wreed, zonder dat men dit besefte: tot
dwangarbeid buiten hun gebied veroordeelden
stierven heel vaak. Men schreef dit toé aan
verandering van voed3el, enz. Maar de feite
lijke oorzaak was van godsdienstigen aard.
Die menschen waren er vast van overtuigd,
dat hun „ziel", hun tweede ik, zich bij de
familie in haar eigen land bevond, van het
lichaam gescheiden. Zonder „ziel" kén een
lichaam niet bestaan, een mensch niet leven,
dus waren de veroordeelden gedoemd te ster
ven. Dat sterven was dU3 een uiting van hun
primitieven godsdienst.
Zending en bestuur brengen in die ruwe
zeden, in dien godsdienst verandering en ver
betering, zooals ik reeds opmerkte langs twee
wegen. Er is reeds veel goeds tot stand ge
bracht; in die verre, onbekende streken is
schitterendmenschlievend werk verricht onder
uiterst moeilijke omstandigheden. Er zijn daar
en er worden nog dagelijks bewijzen van liefde
tot de menschheid gegeven, waartegen het
wapengekletter in Europa schril afsteekt!
H. F. TILLEMAN.