de „Donkere Duinen" Onze stal prebihfiifïïrteri Ons reservaat, In volle herfstglorie Aspirant-stuurlieden krijgen nieuwe opleiding ÏUeuuM uit UaJH zr" a« tiieum KeA& en Zending* Ingekomen personen Vertrokken personen Ingekomen personen Burgerlijke Stand van Texel Waar de oorlog verre bleef Wat zijn wij toch dikwijls ondankbaar. Wij, die heel den dag loopen te mopperen en te foeteren over het euvel dat we, door de een of andere oorzaak, niet in staat zijn met vacantie te gaan. Wij, die het op onze „heu pen" hebben, dat we óf wel óf niet in Den Helder moeten wonen. Wij... ja, waar ma ken we ons eigenlijk géén zorgen over... Maar vooral die vacantie zit ons dwars. Dat we nu gespeend blijven aan natuurschoon. Dat we er niet uit kunnen... Deze en dergelijke gedachten kwamen bij ons op, toen we gisteren door ons natuurpark „De Donkere Duinen" liepen. Het is al laat in den zomer en de eerste herfst-teekenen zijn al kenbaar. Vooral giste ren, toen hoog boven de kopjes, en de duinen van het park de wilde orkaan voortjoeg. Toen de wolken daarboven opgedi an werden en als groote witte jachten w :eilden op de grijze hemel-zee. Het was daar goed in de Donkere Duinen. De wind speelde in zgn onstuimig spel met de dennen en sparren. Op iedere naald van iederen spar lagen druppels regen. Af en toe, als een scheut zon door het grauw van den hemel kon ontsnappen, werden al deze grgze druppels fonkelende diamanten. Onder de sparren: daar moet men goed luisteren. Daar zingt de wind een heel eigen lied, dat men alleen maar onder zoo'n sparre- bosch kan hooren als men alleen is. Dan schu ren de takken over en op elkaar, dan kriewelt de wind aan de spitse toppen, die te zwaaien en te slingeren staan. Dan ruikt- men de stam men en het groen en het zijn geuren die als •en kostelijke overdaad opsnuift. Dat zijn de geuren van bosch en zomer. Dat zijn... vacantie-geuren! Ze zijn heel mooi nu, de Donkere Duinen. En het is er zoo eenzaam. Het is er zóó eenzaam, dat men van alles hoort wat op die drukke Zondagachtermid dagen aan Uw oor voorbijging. Ge hoort van verre de gemzen zwateren, ge hoort heel in de verte de zee ruischen en ge hoort vele honder den meters ver weg de roep van den meeuw, die hoog, tusschen hemel en aarde, zijn char mante pirouette's cirkelt. Tegen wallen van groen en helm en duin, staan de uitgebloeide rozenstruiken. Als fel- roode tomaten bijna zoo f x>t hangen de bottels te pralen. Hooger op, tegen een kopje, pronkt de lijs terbes. De trossen karmijnroode bessen laten zich een enkele maal koesteren door de zon, die er goudig-gele glanzen op toovert. Het is er stil, in de Donkere Duinen. Een enkele pauw schicht weg bij onze komst. Een paar fazanten verdwijnen onder een boschje. Zijn ze, door de stilte der laatste maanden „weltfremd" geworden? We hebben ze wel anders meegemaakt, deze non-stop sausjes- verslinders... Maar bij den vijver: daar drijft in he middên van het zwart-glimmende water, als een ko ning zoo trotsch, een der zwanen. Waar kan zoo'n lenig, soepel, dons-blank zwanenlijf beter tot zijn recht komen dan hier? Hier in een omlijsting van bloemen en planten, hier, in een kreek, die doet denken aan een stuk rimboe: maagdelijk... onbetreden. De zwaan drijft koninklijk voort: zijn wieken ontplooien zich niet. Hij drijft als het ware voortbewogen door een onzichtbare hand, die hem stuurt. En hij verdwijnt achter een der eilandjes in de kreek, zonder zich hoegenaamd ook maar te verwaardigen den mensch die hem gadeslaat van verre uit. Hoovaardig. Bewust van macht en schoon heid. Men heeft ons verteld, dat zich ook in den vijver de ganzenkolor 3 moet bevinden, maar wij hebben de schare n;et kunnen ontdekken. Waren zij juist bezig met een ganzen-ver stoppertjes-spel te spelen, of zinde het de dames en heeren niet zich te laten bezien door een eenzamen duinwandelaar Wie zal het zeggen. Langs zilverberken, langs de diep-paarse pollen hei, die nu op haar mooist zijn, langs stukken vijver, bedekt met het groen en wit van late zomer-lelies, dwalen we voort. Door lanen en laantjes. Het is heel stil hier, maar het is een stilte die den mensch rust brengt. Het is geen druk kende stilte die bebouwt, maar een stilte, die opwekt en mild aandoet. Onbegrijpelijk dat zoo weinig menschen thans gebruik maken van onze Donkere Duinen. Onbegrijpelijk. Want hier kan men toch moeilijk het verwijt opperen, dat het er zoo „gevaarlijk" is. Integendeel, tusschen de den nen en d' sparren en bij de pauwen gevoelt men zich als het ware in Abraham's schoot. We hebben in dit natuur-reservaat een uniek brok flora en fauna, dat we niet genoeg kun nen waardeeren. Meen niet, dat het héélemaal vergeten is door de Heldersche bevolking. De laatste we ken toch kwam er nog een flink aantal bezoe kers, hetgeen natuurlijk in verband stond met de vacantie's der scholen. Voorts zal het onze lezers interesseeren te vernemen, dat men met de veranderingen aan het park begonnen is. De cement-stortingen bij den ingang hebben plaatsgevonden. Door de gebeurtenissen der laatste maanden is dit werk echter gestagneerd. Hetzelfde geldt voor de-fietsen-,.garage", die links van den ingang, ongeveer ter hoogte van het vroegere rek, zal komen. We mogen dit artikel niet besluiten alvorens op een schaduw gewezen te hebben, die over deze Donkere Duinen hangt. Men zal namelijk verplicht zijn op den „wild- stapel" van het park te gaan bekrimpen, zulks in verband met het tekort aan voedsel voor de dieren. Dat is wel bijzonder jammer, aangezien juist deze gevederde vrienden, als pauwen, fazanten, ganzen en andere pluimage zulk een bijzonder geslaagde stoffage vormden voor ons natuur-reservaat. Hopen wij, dat de inkrimping van den Don kere Duinschen „vee-stapel" geen katastro phale vormen zal aannemen. Wij, en met ons duizenden anderen, zouden dit zeer betreuren. DE ULO-SCHOOL MOEST HET ONTGELDEN. Waarschijnlijk door baldadige jongens wer den enkele ruiten van de ULO-school aan de Molenstraat stukgegooid., DIEFSTAL. Uit een perceel aan het Ankerpark werd 'n aantal goederen gestolen. Ook hierin wordt van politiezijde een onderzoek ingesteld. DAAR BRANDDE LICHT. In twee perceelen werd gedurende den ge- passeerden nacht licht door de politie gesigna leerd. Het betrof hier een woning aan de Oo;evaarstraat en een woning aan de Bassin gracht. Op de gebruikelijke wijze verschafte de politie zich toegang tot deze perceelen. SPEK EN OLIE GESTOLEN. Spek en olie zijn in deze dagen begeerens- waardige objecten. Dat vond blijkbaar ook de onbekende, die zonder daartoe verlof ontvan gen te hebben inbrak in de woning van een bewoner der Dorus Rijkersstraat en daaruit ontvreemdde 5 pond spek en 1 bus olie. De politie stelt een onderzoek in. Op 't s.s. „Calypso" een cursus geopend voor stuurmansleerlingen, voorzien van eindexamendiploma zeevaartschool. Eenige dagen geleden is op het aan de K.N.S.M. toebehoorende s.s. „Calypso", ge legen aan de Surinamekade te Amsterdam, een opleiding begonnen voor stuurmansleer lingen, welke met goed gevolg hun eindexamen aan een Zeevaartschool hebben afgelegd. In aanwezigheid van een aantal genoodig- den uit de scheepvaartwereld heeft de orga nisator en leider van deze opleiding, de heer J. Casparis van der Laag, den cursus geopend met een woord van welkom tot de vier-en- twintig jonelui, die op het schip een onder komen en een studiegelegenheid hebben ge vonden. Na dank te hebben gebracht aan de directie van de K.N.S.M. voor het genomen initiatief dn het beschikbaar stellen van het schip, wees de heer Van der Laag in zijn openingsrede op het groote belang, dat de maatschappij heeft bij een goed toegerust corps toekomstige stuurlieden, dat zoodra de oorlog ten einde is, gereed zal zijn voor zijn taak. „Helaas", aldus spreker, „ligt op het oogen- blik onze Amsterdamsche haven door en af gesneden van de zeeën. De K.N.S.M. heeft zich in de 84 jaren van haar bestaan over een groot deel van de wereld een goedé reputtaie verworven. Zoo dra Amsterdam zijn plaats in de rij der Euro- peesche havens weder zal innemen, spréékt het vanzelf, dat de K.N.S.M. haar aandeel in het scheepvaartverkeer weder zal opeischen. De „Calypso", het eenige schip der maat schappij in de Amsterdamsche haven, werd voor bovengenoemd doel ter beschikking ge steld en gereed gemaakt. Tot de jongelui richtte de heer Van der Laag ten slotte nog ln het bijzonder het woord. De goede geest aan boord, ook van een aan den wal liggend schip, waarop slechts in theorie wordt gevaren, berust voornamelijk op twee factoren: discipline en kameraadschap. Deze beide factoren zijn onafscheidelijk aan elkaar verbonden en vinden hun fundeering in onderlinge waardeering en verdraagzaamheid, eigenschappen, die op een varend schip van onschatbare waarde zijn. De cursisten zijn geheel intern, zij leeren en studeeren aan boord, maar slapen en eten er ook. Daartoe heeft men de beschikbare ver blijven van de „Calypso" wat gewijzigd en practisch ingericht. Het lesrooster vertoont een groote ver scheidenheid van vakken op theoretisch en practisch zeevaartkundig gebied. Voor het geven van lessen in de Spaansche taal heeft prof. dr. C. F. A. van Dam, Amsterdam, zich beschikbaar gesteld. Het schip is geheel gemenied en van zijn uitrusting ontdaan. Het ligt in de bedoeling, dat de cursisten het schip langzamerhand in orde maken, schilderen en de Uitrusting weer aanbrengen. Op deze wijze worden zij met de practische zijde van de zaak vertrouwd ge maakt, hetgeen naar is gebleken van groot belang is, zoodra het werkelijke varen begint. De beste stuurman is hij, die het werk der scheepsgezellen met kennis van zaken weet te beoordeelen. Dit werk is met goede bedoelingen georgani seerd, maar men krijgt den indruk, dat van den beginne af de wil heeft voorgezeten het niet hij goede bedoelingen te laten. De leiding heeft alles wat in haar vermogen lag gedaan om dit plan te doen slagen. Het was dan ook geen wonder, dat de cursus in enkele dagen was „volgeboekt" en men kan het slechts be treuren, dat voor niet meer dan voor 24 cursisten plaats was. Leden van de staf der maatschappij hebben zich verbonden lessen en lezingen te geven, en alles zal thans voortgang vinden onder het wakend oog van den heer Van der Laag, een le en 2de officier en van een bootsman. Zoo is de „Calypso" dan aan den wal ge meerd „in zee" gegaan voor een nieuwe „reis" met een kleine groep aspirant-stuur lieden, die straks bij het herstel v^ den vred^ zoo goed mogelijk toegerust zullen gereea staan om de koopvaardij weer met volle tg aaen dienen. Vaar wel, „Calypso"! J S Veltman. electricein, Rijksweg 10. M- van der Wijk-Blol:ker, Blomdwarsrteeg ^A. P. van Dijk en gezin. korp. torp., RUI1^ 247. A. Doorn, dienstbode, Brakkeveldweg - J. Noot. bouwk. opz.. Sluisdijkstr. 105. E. Roo- ker, kapster. Soembastr. 36. M. A. van H schilder, le Goversdw.str. 9. I. WagenveW Brouwer, huishoudster, Janzenstr. 42. J. - van der Ent/Dijkstr. 3. J. B. Blazso Binnen haven 59. A. GroeneveldHaveman. Ooievan str. 86. P. J. Theusen, schr., Lombokstr. 1. L. F. ScherpenisseSchreuder, Dahliastr. 9.- L. J. Buitendijk, Dijkstr. 46. C. Beekma, Visch- str. 45. Wed. B. J. Marteijn—Burgers, Singel 79. F. C. Smith, onderwijzeres, Kanaalweg 150, W. D. J. Gestel en gezin, off. MSD, Javastr. 116. Johan Moleman en gezin, kwartierm., Fabrieksgracht 14. H. Hatemink, Ruijghweg 153. A. Heinekampde Groot, KI. Duitstr. 50. C. Spoel—Riekwel, le Schagendw.str. 3. Wed. H. M. ten BokkelRoelink, Joubertstr. 3. C. L. Kramer, marn. le kl. Parallelweg 20. A. Zoon en echtgen.. Doggersvaart 55. J. Bouma, oof. v. adm. Hoofdgracht 45. Th. Zinke As sendorp, Begoniastr. 17. J. C. S. van t Schip, geestelijke, Westgracht 69. A. van der Vring, Kerkgracht 13. G. Enklaar—Ziermans, Ka naalweg 170. J. Heil—Haagsma, Breewater- str. 69. J. Groet en gezin, chauffeur, v. Hogen- dorpstr. 62. J. Hoogenbosch, verpleegster. Westgracht 33. Nellie C. Busser, Bassingra. 13. J. H. Juffermans, winkelbediende, Wal-, vischstr. 47. J. G. Homan, matr., Joubertstr. 82. C. Veen, metselaar, Prinsenstr. 6. A. Tim- me, scheepstimmerman, de Rugterstf. 7. A. Stoekenbroek, B. Houwingsingel 72. J. J. L. LastdragerDuerinckx. Kemphaanstr. 42. H. Kok, matr. le kl., Beukenkampstr. 53. G. L. Schouten, dienstbode, Julianadorp. J. van Zoonen en echtgen. Schoolweg 14. J. W. van der Bijl, broodbakker, Loopuytpark 23. A. J van Baaren en echtgen., kellner, Spoorstr. 36 M. Maijer, huishoudster, Kerkgr. 50. M. Berg huisvan den Heuvel, Koningsweg 46. H. Lewis, ^et v. pol., Ooievaarstr. 54. P. P. Neefjes, sergt. macht., Breewaterstr. 62. L. Nottelman, konst. maat, Gravenstr. 38. J. T. van der Plaat, 11. verpleegster, Keizerstr. 52. E. Verhoog, Californiestr. 28. J. D. E. A. Ger ritsen, bankwerker en gezin, Keizersgr. 15. A. Jongman, kantoorbediende, v. Galenstr. 85. D. Nuis, koopman, Langestr. 77. J. Luchten- berg en echtgen., winkelbediende, Breewater str. 68. M. M. Boskamp—van den Hooff, Dah liastr. 52. J. C. J. Graat en gezin, sergt. torp. Crocusstraat 37. J. Agema, verkoopster, Cali forniestr. 1. J. J. Veeken, bloemist, Emmastr. 93. S. C. Meerse, dienstbode, Havenplein 21. G. C. KesselerHermans en kind, Kanaalweg 165. J. van Straaten en echtgen., korpl. telegr. Lupinestr. 14. A W. Kroesen, dienstbode, Julianapark 1. M. Noordeloos, Koningstr. 89. C. Steenlage, schilder, Dahliastr. 92. C. Sturk en gezin, winkelchef. Pr. Hendriklaan la. C. I. Kurvink, naaister, Narcisstraat 46. G. Zipp, filiaalhouder, Paardenstr. 23. F. VisserDou- ma, le Wilhelminadw.str 12. Urk, 22 Augustus. Door 40 vaartuigen werd heden aan den Gemeentelijken Vischaf- slag alhier aangevoerd: 3230 pond kuilpaling, van 50 tot 220 pond per vaartuig, prijs 24 tot 26 la ct„ 240 pond lijn- of beugaal, 27 tot 28 ct., 310 pond snoekbaars, 19 tot 20 ct., alles per pond. ONDERWIJS. De vacantie van de school is geëindigd: de lessen zijn aan beide scholen weer begonnen. De Kleuterschool is nog niet geopend. De heer Meijer, landbouwleeraar, is reeds te Urk woon achtig en zal binnen afzienbaren tijd in een daarvoor speciaal op te richten cursus, de land- bouwlessen aanvangen. Dit is voor het eerst, dat op Urk, landbouwonderwijs zal worden gegeven. TERUG NAAR DEN HELDER. Enkele personen, die op Urk tijdelijk woon achtig waren, zijn weer naar hun woonplaats vertrokken. Uit t Buitenveid Sedert drie weken slapen we in een stal. Ik heb dat een paar dagen geleden tegen m'n neef, den departementsklerk, verteld en hij heeft neerbuigend geglimlacht, zooals alleen departementsklerken dat plegen te doen, als iets niet in hun „stand" past Ik heb het ook verteld aan onze buren van vroeger, die al vier jaar in Heiloo wonen en de beschikking hebben over een riant woonhuis. Ze hebben zeer verwonderd gedaan en gezegd: „maar dan zijn jullie toch ook te beklagen". Ik heb het ook verteld aan een vriend in Amsterdam en deze heeft me meewarig aangezien en zooiets gezegd als „dat iemand diep vallen kan". Ik trek mij van al deze commentaar niets aan. Integendeel, ik verheug er mij telken male over, dat toch zoo enorm weinig men schen eenige notie hebben van den boeren stand en van de behuizing der landlieden. Ze weten er niets van, de onnoozelen. Wat weten zg van onze stal daar bij Oude- sluis, wat weten zij trouwens in het algeméén van stallen? Niets! Zij weten niet dat wij onze stal zijn inge trokken als koningen. Na twee weken in broeiend hooi gepoogd te hebben in slaap te komen, na een maand met 26 mannen, vrou wen en kinderen in één schuur gebivakkeerd te hebben en na nog een week ergens in een krot gelegerd geweest te zijn, kwam daar, als verlossing uit veel misère, eindelijk de stal. De stal is onze wereld geworden. De stal is ons nieuw tehuis enhet is onder de huidige omstandigheden zelfs een ideaal huis. Ja, die stal van ons. Ik geef toe: er is géén badcel (maar die hadden we thuis in Nieuwediep ook niet), er is geen Bruinzeel-keuken (maar die misten we in Den Helder ook) en er is geen hal (een luxe, die we ons tot nu toe tóch niet hadden kunnen permitteeren). Maar het andere ideaal van m'n vrouw is wèl eindeljjk hier in vervuiling gegaan: ze heeft nu een '„éénkamer-woning", iets wat gedurende meer dan 10 jaar in Den Helder voor haar tot de vrome wenschen was blijven behooren. Wij en onze stal. Bestaat er iets properers, iets zindelij- kers, iets helderers, iets zuiverders, iets hy giënischere dan juist zoo'n stal in 't Noorder kwartier? Ik geloof het niet. Toen wij aankwamen en de boer ons, ge- konvooid door zijn statige betere helft, stal- waarts voerde en ons dit deel van zijn „plaats" liet zien, waren wij verbaasd en ver rast. Bij de meesten roept het woord „stal" nu eenmaal onwilkeurig gedachten-associaties op aan uitgeworpen en half-verteerde mest, aan rottende etensresten, aan zuur-geurende vee- voeder-ingrédiënten en andere ongerechtig heden."Men stelt zich voor een ruimte, waar van de bodem en de muren bezoedeld zijn met stof en vuil en drek. En men vermoedt er een stank niet om te beschrijven meneertje...! Het is mógelijk dat er zulke stallen be staan, maar dan zeker in zeer geringe ge tale in den noordkop onzer provincie En onze stal was wel zeer in het bijzonder een verblijfplaats, die men eerlijk gezegd) te goed mocht wanen voor het doodgewone vee, dat er 's winters in pleegt te huizen. We hebben van die stal onze woning gemaakt en ik zeg u: men kan niets beters wenschen. Op den betonnen vloer, waarvan men zou kunnen eten, zóó schoon, liggen nu onze kleeden en matjes. Tegen de muur zgn doe ken gehangen en daarop prijken onze meest geliefde portretten Ze „doen" het hier aArdig. En dan staat daar in de stal onze tafel, de vier stoelen, en een groote kast met het servies en alles wat een vrouw, ook in de stal levende, niet kan missen. Het is er goed in onze stal We wenschen, tot September, niets anders, omdat er niets beters ter wereld kan bestaan dan die stal. We eten er, we leven er en we slapen er. De stal is geworden tot ons huis. Ons eigen huis. We worden er volkomen vrij-gelaten en noch de boer noch diens wederhelft, zullen ooit ook maar één onbescheiden blik in „ons" domicilie werpen. Daarvoor zgn ze te beschei den, daarvoor bezitten ze teveel landelijk fat soen. Het is er gezellig schemer-donker in de stal, zoodat we al vroeg 's avonds de geïm proviseerde lamp moeten aansteken. Dan zitten we met ons vieren aan de tafel en voelen ons zeer tevreden met ons lot. Het ruikt er naar melk en naar versch hooi en ik verzeker u dat dit geuren zijn die een mensch levenslust en gezondheid geven. Voor onze „kamer"en er onder, liggen de schelpen Een kleed van hagelwitte en licht- geele kalk, waarop zelfs het scherpst speu rend oog vergeefsch één deeltje vuil of stof zal pogen te vinden. We hebben kleedjes over de schelpen gelegd om te voorkomen dat we ze zullen betreden. Des nachts, en dat gebeurt zoo nog wel eens, vliegen er luchtmonsters over de stal Dan wordt je wakker en lig je ingespannen te luisteren. Maar geen enkel vliegtuig neemt onze boerderij tot mikpunt van zijn bommen en we big ven gespaard: wij, de boer en zijn ee- zin, en het huis. ™*ker liggend Iuister je naar de geluiden in de boerderg en dat zgn er vele. Kazan, de waakhond, die ondanks het bordje wacht u voor den hond" meer goeiegheid en trouw in z'n corpus bezit dan een dozgn verwende en bedorven stads-hon- den gromt in zijn slaap. Een enkele maal ook heeftZh hj6S tCgen den maan- Misschien ook heeft hg heimwee naar zgn vriendin van de boerderg aan de overzijde van de vaart rit^H^ie^r t6gen de ™«\e ruseien. Het net in de vaart, waaraan nu groote pluimen zwaaien, fluistert zijn beken" Onze stal... Met haar aromen van hooi «n haar onbetreden schelDen hna J met intieme beslotenheid remheid en Met den wind en het water e„ a. v buiten en wjj binnen! de hond er" Johannes Marinus Verbakei, machineh_ werker, van Molenstr. 57, Den Burg naar mond. Marretje Kievit, zonder beroep v# (Cocksdorp 49) naar Heemstede, Remb!? C' laan 37. Pieter Smit, vliegtuigmaker, naar i?' Pancras, Benedenweg 103. 8t Jeroen J. van der Gaag, Den Hoorn 1A. van Den Helder) Rijksweg 20. Pieter M v ton. De Koog 41, van Amersfoort, LeuM—' Straat 455. Iwen Boon, Den Hoorn 117 Zaandam. M. Takstraat 19. Marretje H w der Slikke, Weverstraat 82, Den Burg van jje. Helder, Keizerstraat 15. BOUWVERGUNNINGEN. Verleend aan: Jb. Bruin, Pz., Den Burg, aanbrengen van een dakkapel. A. A. de Wild. herstellen van een woonhuis. (RaamKozijn ej dak). DE ZWEMWEDSTRIJD AAN DE SCHAN$, Als' t weder gunstig is, zal morgenmida8, toch nog de zwemwedstrijd aan „de Schart doorgaan. Er is ondanks storm en de iaï( temperatuur veel geoefend, zoodat groote deei. name verwacht kan worden. WEINIG KAMPEERDERS. Hoewel 't seizoen reeds snel zijn einde nadert hebben tot heden (23 Aug.) slechts 73 1^, peerders onze gemeente bezocht, als men na gaat dat het aantal uitgereikte kampeervtr. gunningen in de laatste jaren, telkens vtr ij de duizenden liep, kan men nagaan hoe bizon- der ongunstig de internationale toestand op het vreemdelingenverkeer in deze geméente is, van 17 tot en met 23 Augustus. GEBOREN: Hiltje Grietje, d. v. Jelle Vi9ser Rienkje Kalis. Hilda Elisabeth, d.v. Willem van Egmond en Hilletje Kennedij. Hendrica, d.v. Arie Moor en Trijntje Neeltje Bruin. C,or- nelis, z. v. Maarten Dijker en Margaretha Cór- nelia Boot. Cornelis, zoon van Jan Huisman en Mar.tje Witte. Theodorus Willem, zoon van Frans Witte en Agatha Emma Maria Veeger. Aris, zoon van Cornelis Bremer en Jacoba Vlaming. ONDERTROUWD: Johannes Dernison en Anna Wilhelmina Petronella Out. 1 GETROUWD: Simon Petrus Hin en Anna Maria Commandeur. Frederik Buijsman en Maria Kiljan. OVERLEDEN: Anna Witte, oud 41 jaar, gehuwd met Hendrik Zijm. Gevonden: een broche, een huissleutel, een vulpen, een autoped. ZONDAG 25 AUGUSTUS, Ned. Herv. Gemeente. Oosterend v.m. 10.30 u., Ds. Kok. De Waal v.m. 11 uur., Ds. v. 't Hooft. Den Hoorn, v.m. 10.30 uur Ds. Wesseldijk. De Cocksdorp v.m. 10.30 uur Ds. Salm, De Koog v.m. 11 uur, de Eerw. heer F. v, t, Hooft. Cand. t.d. H. Dienst. Oudeschild v.m. 10 uur, Ds, Tinholt. Doopsgezinde Gemeente. Den Burg v.m. 10.30 uur, Ds. Vis van Bever wijk. Geref. Kerk. Den Burg v.m. 10.30 uur, Cand. Wouda. N.m. 7.30 uur, Cand. Wouda. Oosterend v.m. 10.30 uur Leesdienst. N.m. 3.30 uur, Cand. Wouda. Geref. Kerk H. V. Oosterend vm. 10.30 u. en n.m. 3.30 u. Ds. Bus- kes van Rotterdam. ZENDING ONDER CHINEEZEN OP OOST-JAVA. De zendingsdeputaten van de Gereformeerde kerken in hersteld verband deelen mede, dat het zielenaantal der Christen-Chineesche her ken op Oost-Java vorotdurend groeit. De cijfers, kort vóór het uitbreken van den oorlog vermeld, leggen hiervan getuigenis af (958 tegen plm. ZOO \n 1930); dit is uiteraard met blydschap vernomen. Toch is het, gezien het groot aantal Chineezen op Oost-Java, nog maar een bescheiden groepje. De oppervlakte van het te bewerken gebied, ongeveer die qo» Nederland, geeft een kijk op den omvang van het werk. Er arbeidden tot voor kort vffl Oostersche krachten en wel een pandita Vrr-' dikant Dei Soei Tiong) en vier goeroeri. PC 1 Juli zou er een goeroe leerling van een evan gelistencursus van ds. Hildering, bijkomen. Met dankbaarheid wordt de belangrijke arbeid van ds. Hildering gememoreerd, alsmede de Sung. Duizenden Chineezen zijn nu met den bijbel in aanraking gebracht. OP- EN ONDERGAAN VAN ZON EN TIJD VAN HOOG EN LAAG WATE® Zomertijd. Zon Aug. op ond. Hoogwater Laagwater Z 25 6,38 20.45 12.35 13.00 6.30 I900 M 26 6.40 £0.42 13.10 13.40 7.05 19-35 D 27 6.42 20.40 1.45 14.15 7.55 20-30 W 28 6.43 20.38 3.00 15.40 9.10 21-5® D 29 6.45 20.36 4.20 17.10 10.45 23.15 V 30 6.47 20.34 5.40 18.45 12.10 24.30 Z 31 6.48 20.31 7.05 19.55 13.25 25.30 WAAR BLEEF DIT RIJWIEL? Een werkman op vliegkamp De Koojj n:1^ dezer dagen zijn fiets. Wie weet er meer v dit vehikel?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6