de „Donkere
Duinen"
Onze stal
prebihfiifïïrteri
Ons reservaat,
In volle
herfstglorie
Aspirant-stuurlieden
krijgen
nieuwe opleiding
ÏUeuuM uit UaJH
zr" a«
tiieum
KeA& en Zending*
Ingekomen personen
Vertrokken personen
Ingekomen personen
Burgerlijke Stand van Texel
Waar de oorlog verre bleef
Wat zijn wij toch dikwijls ondankbaar.
Wij, die heel den dag loopen te mopperen
en te foeteren over het euvel dat we, door de
een of andere oorzaak, niet in staat zijn met
vacantie te gaan. Wij, die het op onze „heu
pen" hebben, dat we óf wel óf niet in Den
Helder moeten wonen. Wij... ja, waar ma
ken we ons eigenlijk géén zorgen over...
Maar vooral die vacantie zit ons dwars. Dat
we nu gespeend blijven aan natuurschoon. Dat
we er niet uit kunnen...
Deze en dergelijke gedachten kwamen bij
ons op, toen we gisteren door ons natuurpark
„De Donkere Duinen" liepen.
Het is al laat in den zomer en de eerste
herfst-teekenen zijn al kenbaar. Vooral giste
ren, toen hoog boven de kopjes, en de duinen
van het park de wilde orkaan voortjoeg. Toen
de wolken daarboven opgedi an werden en
als groote witte jachten w :eilden op de
grijze hemel-zee.
Het was daar goed in de Donkere Duinen.
De wind speelde in zgn onstuimig spel met
de dennen en sparren. Op iedere naald van
iederen spar lagen druppels regen. Af en toe,
als een scheut zon door het grauw van den
hemel kon ontsnappen, werden al deze grgze
druppels fonkelende diamanten.
Onder de sparren: daar moet men goed
luisteren. Daar zingt de wind een heel eigen
lied, dat men alleen maar onder zoo'n sparre-
bosch kan hooren als men alleen is. Dan schu
ren de takken over en op elkaar, dan kriewelt
de wind aan de spitse toppen, die te zwaaien
en te slingeren staan. Dan ruikt- men de stam
men en het groen en het zijn geuren die als
•en kostelijke overdaad opsnuift.
Dat zijn de geuren van bosch en zomer. Dat
zijn... vacantie-geuren!
Ze zijn heel mooi nu, de Donkere Duinen.
En het is er zoo eenzaam.
Het is er zóó eenzaam, dat men van alles
hoort wat op die drukke Zondagachtermid
dagen aan Uw oor voorbijging. Ge hoort van
verre de gemzen zwateren, ge hoort heel in de
verte de zee ruischen en ge hoort vele honder
den meters ver weg de roep van den meeuw,
die hoog, tusschen hemel en aarde, zijn char
mante pirouette's cirkelt.
Tegen wallen van groen en helm en duin,
staan de uitgebloeide rozenstruiken. Als fel-
roode tomaten bijna zoo f x>t hangen de
bottels te pralen.
Hooger op, tegen een kopje, pronkt de lijs
terbes. De trossen karmijnroode bessen laten
zich een enkele maal koesteren door de zon,
die er goudig-gele glanzen op toovert.
Het is er stil, in de Donkere Duinen. Een
enkele pauw schicht weg bij onze komst. Een
paar fazanten verdwijnen onder een boschje.
Zijn ze, door de stilte der laatste maanden
„weltfremd" geworden? We hebben ze wel
anders meegemaakt, deze non-stop sausjes-
verslinders...
Maar bij den vijver: daar drijft in he middên
van het zwart-glimmende water, als een ko
ning zoo trotsch, een der zwanen.
Waar kan zoo'n lenig, soepel, dons-blank
zwanenlijf beter tot zijn recht komen dan
hier? Hier in een omlijsting van bloemen en
planten, hier, in een kreek, die doet denken
aan een stuk rimboe: maagdelijk... onbetreden.
De zwaan drijft koninklijk voort: zijn wieken
ontplooien zich niet. Hij drijft als het ware
voortbewogen door een onzichtbare hand, die
hem stuurt.
En hij verdwijnt achter een der eilandjes in
de kreek, zonder zich hoegenaamd ook maar
te verwaardigen den mensch die hem gadeslaat
van verre uit.
Hoovaardig. Bewust van macht en schoon
heid.
Men heeft ons verteld, dat zich ook in den
vijver de ganzenkolor 3 moet bevinden, maar
wij hebben de schare n;et kunnen ontdekken.
Waren zij juist bezig met een ganzen-ver
stoppertjes-spel te spelen, of zinde het de
dames en heeren niet zich te laten bezien door
een eenzamen duinwandelaar Wie zal het
zeggen.
Langs zilverberken, langs de diep-paarse
pollen hei, die nu op haar mooist zijn, langs
stukken vijver, bedekt met het groen en wit
van late zomer-lelies, dwalen we voort. Door
lanen en laantjes.
Het is heel stil hier, maar het is een stilte
die den mensch rust brengt. Het is geen druk
kende stilte die bebouwt, maar een stilte, die
opwekt en mild aandoet.
Onbegrijpelijk dat zoo weinig menschen
thans gebruik maken van onze Donkere
Duinen.
Onbegrijpelijk. Want hier kan men toch
moeilijk het verwijt opperen, dat het er zoo
„gevaarlijk" is. Integendeel, tusschen de den
nen en d' sparren en bij de pauwen gevoelt
men zich als het ware in Abraham's schoot.
We hebben in dit natuur-reservaat een uniek
brok flora en fauna, dat we niet genoeg kun
nen waardeeren.
Meen niet, dat het héélemaal vergeten is
door de Heldersche bevolking. De laatste we
ken toch kwam er nog een flink aantal bezoe
kers, hetgeen natuurlijk in verband stond met
de vacantie's der scholen.
Voorts zal het onze lezers interesseeren te
vernemen, dat men met de veranderingen aan
het park begonnen is. De cement-stortingen
bij den ingang hebben plaatsgevonden. Door
de gebeurtenissen der laatste maanden is dit
werk echter gestagneerd. Hetzelfde geldt voor
de-fietsen-,.garage", die links van den ingang,
ongeveer ter hoogte van het vroegere rek, zal
komen.
We mogen dit artikel niet besluiten alvorens
op een schaduw gewezen te hebben, die over
deze Donkere Duinen hangt.
Men zal namelijk verplicht zijn op den „wild-
stapel" van het park te gaan bekrimpen, zulks
in verband met het tekort aan voedsel voor de
dieren. Dat is wel bijzonder jammer, aangezien
juist deze gevederde vrienden, als pauwen,
fazanten, ganzen en andere pluimage zulk een
bijzonder geslaagde stoffage vormden voor ons
natuur-reservaat.
Hopen wij, dat de inkrimping van den Don
kere Duinschen „vee-stapel" geen katastro
phale vormen zal aannemen.
Wij, en met ons duizenden anderen, zouden
dit zeer betreuren.
DE ULO-SCHOOL
MOEST HET ONTGELDEN.
Waarschijnlijk door baldadige jongens wer
den enkele ruiten van de ULO-school aan de
Molenstraat stukgegooid.,
DIEFSTAL.
Uit een perceel aan het Ankerpark werd 'n
aantal goederen gestolen. Ook hierin wordt
van politiezijde een onderzoek ingesteld.
DAAR BRANDDE LICHT.
In twee perceelen werd gedurende den ge-
passeerden nacht licht door de politie gesigna
leerd. Het betrof hier een woning aan de
Oo;evaarstraat en een woning aan de Bassin
gracht. Op de gebruikelijke wijze verschafte
de politie zich toegang tot deze perceelen.
SPEK EN OLIE GESTOLEN.
Spek en olie zijn in deze dagen begeerens-
waardige objecten. Dat vond blijkbaar ook de
onbekende, die zonder daartoe verlof ontvan
gen te hebben inbrak in de woning van een
bewoner der Dorus Rijkersstraat en daaruit
ontvreemdde 5 pond spek en 1 bus olie.
De politie stelt een onderzoek in.
Op 't s.s. „Calypso" een cursus
geopend voor stuurmansleerlingen,
voorzien van eindexamendiploma
zeevaartschool.
Eenige dagen geleden is op het aan de
K.N.S.M. toebehoorende s.s. „Calypso", ge
legen aan de Surinamekade te Amsterdam,
een opleiding begonnen voor stuurmansleer
lingen, welke met goed gevolg hun eindexamen
aan een Zeevaartschool hebben afgelegd.
In aanwezigheid van een aantal genoodig-
den uit de scheepvaartwereld heeft de orga
nisator en leider van deze opleiding, de heer
J. Casparis van der Laag, den cursus geopend
met een woord van welkom tot de vier-en-
twintig jonelui, die op het schip een onder
komen en een studiegelegenheid hebben ge
vonden.
Na dank te hebben gebracht aan de directie
van de K.N.S.M. voor het genomen initiatief
dn het beschikbaar stellen van het schip, wees
de heer Van der Laag in zijn openingsrede op
het groote belang, dat de maatschappij heeft
bij een goed toegerust corps toekomstige
stuurlieden, dat zoodra de oorlog ten einde is,
gereed zal zijn voor zijn taak.
„Helaas", aldus spreker, „ligt op het oogen-
blik onze Amsterdamsche haven door en af
gesneden van de zeeën.
De K.N.S.M. heeft zich in de 84 jaren van
haar bestaan over een groot deel van de
wereld een goedé reputtaie verworven. Zoo
dra Amsterdam zijn plaats in de rij der Euro-
peesche havens weder zal innemen, spréékt
het vanzelf, dat de K.N.S.M. haar aandeel in
het scheepvaartverkeer weder zal opeischen.
De „Calypso", het eenige schip der maat
schappij in de Amsterdamsche haven, werd
voor bovengenoemd doel ter beschikking ge
steld en gereed gemaakt.
Tot de jongelui richtte de heer Van der
Laag ten slotte nog ln het bijzonder het
woord. De goede geest aan boord, ook van
een aan den wal liggend schip, waarop
slechts in theorie wordt gevaren, berust
voornamelijk op twee factoren: discipline
en kameraadschap.
Deze beide factoren zijn onafscheidelijk
aan elkaar verbonden en vinden hun
fundeering in onderlinge waardeering en
verdraagzaamheid, eigenschappen, die op
een varend schip van onschatbare waarde
zijn.
De cursisten zijn geheel intern, zij leeren en
studeeren aan boord, maar slapen en eten er
ook. Daartoe heeft men de beschikbare ver
blijven van de „Calypso" wat gewijzigd en
practisch ingericht.
Het lesrooster vertoont een groote ver
scheidenheid van vakken op theoretisch en
practisch zeevaartkundig gebied. Voor het
geven van lessen in de Spaansche taal heeft
prof. dr. C. F. A. van Dam, Amsterdam, zich
beschikbaar gesteld.
Het schip is geheel gemenied en van zijn
uitrusting ontdaan. Het ligt in de bedoeling,
dat de cursisten het schip langzamerhand in
orde maken, schilderen en de Uitrusting weer
aanbrengen. Op deze wijze worden zij met de
practische zijde van de zaak vertrouwd ge
maakt, hetgeen naar is gebleken van
groot belang is, zoodra het werkelijke varen
begint. De beste stuurman is hij, die het werk
der scheepsgezellen met kennis van zaken
weet te beoordeelen.
Dit werk is met goede bedoelingen georgani
seerd, maar men krijgt den indruk, dat van
den beginne af de wil heeft voorgezeten het
niet hij goede bedoelingen te laten. De leiding
heeft alles wat in haar vermogen lag gedaan
om dit plan te doen slagen. Het was dan ook
geen wonder, dat de cursus in enkele dagen
was „volgeboekt" en men kan het slechts be
treuren, dat voor niet meer dan voor 24
cursisten plaats was.
Leden van de staf der maatschappij hebben
zich verbonden lessen en lezingen te geven, en
alles zal thans voortgang vinden onder het
wakend oog van den heer Van der Laag, een
le en 2de officier en van een bootsman.
Zoo is de „Calypso" dan aan den wal ge
meerd „in zee" gegaan voor een nieuwe
„reis" met een kleine groep aspirant-stuur
lieden, die straks bij het herstel v^ den vred^
zoo goed mogelijk toegerust zullen gereea
staan om de koopvaardij weer met volle
tg aaen dienen.
Vaar wel, „Calypso"!
J S Veltman. electricein, Rijksweg 10. M-
van der Wijk-Blol:ker, Blomdwarsrteeg ^A.
P. van Dijk en gezin. korp. torp., RUI1^
247. A. Doorn, dienstbode, Brakkeveldweg -
J. Noot. bouwk. opz.. Sluisdijkstr. 105. E. Roo-
ker, kapster. Soembastr. 36. M. A. van H
schilder, le Goversdw.str. 9. I. WagenveW
Brouwer, huishoudster, Janzenstr. 42. J. -
van der Ent/Dijkstr. 3. J. B. Blazso Binnen
haven 59. A. GroeneveldHaveman. Ooievan
str. 86. P. J. Theusen, schr., Lombokstr. 1. L.
F. ScherpenisseSchreuder, Dahliastr. 9.- L.
J. Buitendijk, Dijkstr. 46. C. Beekma, Visch-
str. 45. Wed. B. J. Marteijn—Burgers, Singel
79. F. C. Smith, onderwijzeres, Kanaalweg 150,
W. D. J. Gestel en gezin, off. MSD, Javastr.
116. Johan Moleman en gezin, kwartierm.,
Fabrieksgracht 14. H. Hatemink, Ruijghweg
153. A. Heinekampde Groot, KI. Duitstr. 50.
C. Spoel—Riekwel, le Schagendw.str. 3. Wed.
H. M. ten BokkelRoelink, Joubertstr. 3. C.
L. Kramer, marn. le kl. Parallelweg 20. A.
Zoon en echtgen.. Doggersvaart 55. J. Bouma,
oof. v. adm. Hoofdgracht 45. Th. Zinke As
sendorp, Begoniastr. 17. J. C. S. van t Schip,
geestelijke, Westgracht 69. A. van der Vring,
Kerkgracht 13. G. Enklaar—Ziermans, Ka
naalweg 170. J. Heil—Haagsma, Breewater-
str. 69. J. Groet en gezin, chauffeur, v. Hogen-
dorpstr. 62. J. Hoogenbosch, verpleegster.
Westgracht 33. Nellie C. Busser, Bassingra.
13. J. H. Juffermans, winkelbediende, Wal-,
vischstr. 47. J. G. Homan, matr., Joubertstr.
82. C. Veen, metselaar, Prinsenstr. 6. A. Tim-
me, scheepstimmerman, de Rugterstf. 7. A.
Stoekenbroek, B. Houwingsingel 72. J. J.
L. LastdragerDuerinckx. Kemphaanstr. 42.
H. Kok, matr. le kl., Beukenkampstr. 53. G.
L. Schouten, dienstbode, Julianadorp. J. van
Zoonen en echtgen. Schoolweg 14. J. W. van
der Bijl, broodbakker, Loopuytpark 23. A. J
van Baaren en echtgen., kellner, Spoorstr. 36
M. Maijer, huishoudster, Kerkgr. 50. M. Berg
huisvan den Heuvel, Koningsweg 46. H.
Lewis, ^et v. pol., Ooievaarstr. 54. P. P.
Neefjes, sergt. macht., Breewaterstr. 62. L.
Nottelman, konst. maat, Gravenstr. 38. J. T.
van der Plaat, 11. verpleegster, Keizerstr. 52.
E. Verhoog, Californiestr. 28. J. D. E. A. Ger
ritsen, bankwerker en gezin, Keizersgr. 15.
A. Jongman, kantoorbediende, v. Galenstr. 85.
D. Nuis, koopman, Langestr. 77. J. Luchten-
berg en echtgen., winkelbediende, Breewater
str. 68. M. M. Boskamp—van den Hooff, Dah
liastr. 52. J. C. J. Graat en gezin, sergt. torp.
Crocusstraat 37. J. Agema, verkoopster, Cali
forniestr. 1. J. J. Veeken, bloemist, Emmastr.
93. S. C. Meerse, dienstbode, Havenplein 21.
G. C. KesselerHermans en kind, Kanaalweg
165. J. van Straaten en echtgen., korpl. telegr.
Lupinestr. 14. A W. Kroesen, dienstbode,
Julianapark 1. M. Noordeloos, Koningstr. 89.
C. Steenlage, schilder, Dahliastr. 92. C. Sturk
en gezin, winkelchef. Pr. Hendriklaan la. C. I.
Kurvink, naaister, Narcisstraat 46. G. Zipp,
filiaalhouder, Paardenstr. 23. F. VisserDou-
ma, le Wilhelminadw.str 12.
Urk, 22 Augustus. Door 40 vaartuigen
werd heden aan den Gemeentelijken Vischaf-
slag alhier aangevoerd: 3230 pond kuilpaling,
van 50 tot 220 pond per vaartuig, prijs 24 tot
26 la ct„ 240 pond lijn- of beugaal, 27 tot 28
ct., 310 pond snoekbaars, 19 tot 20 ct., alles
per pond.
ONDERWIJS.
De vacantie van de school is geëindigd: de
lessen zijn aan beide scholen weer begonnen.
De Kleuterschool is nog niet geopend. De heer
Meijer, landbouwleeraar, is reeds te Urk woon
achtig en zal binnen afzienbaren tijd in een
daarvoor speciaal op te richten cursus, de land-
bouwlessen aanvangen. Dit is voor het eerst,
dat op Urk, landbouwonderwijs zal worden
gegeven.
TERUG NAAR DEN HELDER.
Enkele personen, die op Urk tijdelijk woon
achtig waren, zijn weer naar hun woonplaats
vertrokken.
Uit t Buitenveid
Sedert drie weken slapen we in een stal.
Ik heb dat een paar dagen geleden tegen
m'n neef, den departementsklerk, verteld en
hij heeft neerbuigend geglimlacht, zooals
alleen departementsklerken dat plegen te
doen, als iets niet in hun „stand" past
Ik heb het ook verteld aan onze buren
van vroeger, die al vier jaar in Heiloo wonen
en de beschikking hebben over een riant
woonhuis. Ze hebben zeer verwonderd gedaan
en gezegd: „maar dan zijn jullie toch ook
te beklagen".
Ik heb het ook verteld aan een vriend in
Amsterdam en deze heeft me meewarig
aangezien en zooiets gezegd als „dat iemand
diep vallen kan".
Ik trek mij van al deze commentaar niets
aan. Integendeel, ik verheug er mij telken
male over, dat toch zoo enorm weinig men
schen eenige notie hebben van den boeren
stand en van de behuizing der landlieden.
Ze weten er niets van, de onnoozelen.
Wat weten zg van onze stal daar bij Oude-
sluis, wat weten zij trouwens in het algeméén
van stallen? Niets!
Zij weten niet dat wij onze stal zijn inge
trokken als koningen. Na twee weken in
broeiend hooi gepoogd te hebben in slaap te
komen, na een maand met 26 mannen, vrou
wen en kinderen in één schuur gebivakkeerd
te hebben en na nog een week ergens in een
krot gelegerd geweest te zijn, kwam daar,
als verlossing uit veel misère, eindelijk de
stal.
De stal is onze wereld geworden. De stal
is ons nieuw tehuis enhet is onder de
huidige omstandigheden zelfs een ideaal huis.
Ja, die stal van ons.
Ik geef toe: er is géén badcel (maar die
hadden we thuis in Nieuwediep ook niet), er
is geen Bruinzeel-keuken (maar die misten
we in Den Helder ook) en er is geen hal (een
luxe, die we ons tot nu toe tóch niet hadden
kunnen permitteeren).
Maar het andere ideaal van m'n vrouw is
wèl eindeljjk hier in vervuiling gegaan: ze
heeft nu een '„éénkamer-woning", iets wat
gedurende meer dan 10 jaar in Den Helder
voor haar tot de vrome wenschen was blijven
behooren.
Wij en onze stal.
Bestaat er iets properers, iets zindelij-
kers, iets helderers, iets zuiverders, iets hy
giënischere dan juist zoo'n stal in 't Noorder
kwartier? Ik geloof het niet.
Toen wij aankwamen en de boer ons, ge-
konvooid door zijn statige betere helft, stal-
waarts voerde en ons dit deel van zijn
„plaats" liet zien, waren wij verbaasd en ver
rast.
Bij de meesten roept het woord „stal" nu
eenmaal onwilkeurig gedachten-associaties op
aan uitgeworpen en half-verteerde mest, aan
rottende etensresten, aan zuur-geurende vee-
voeder-ingrédiënten en andere ongerechtig
heden."Men stelt zich voor een ruimte, waar
van de bodem en de muren bezoedeld zijn met
stof en vuil en drek. En men vermoedt er een
stank niet om te beschrijven meneertje...!
Het is mógelijk dat er zulke stallen be
staan, maar dan zeker in zeer geringe ge
tale in den noordkop onzer provincie En
onze stal was wel zeer in het bijzonder een
verblijfplaats, die men eerlijk gezegd) te
goed mocht wanen voor het doodgewone vee,
dat er 's winters in pleegt te huizen.
We hebben van die stal onze woning gemaakt
en ik zeg u: men kan niets beters wenschen.
Op den betonnen vloer, waarvan men zou
kunnen eten, zóó schoon, liggen nu onze
kleeden en matjes. Tegen de muur zgn doe
ken gehangen en daarop prijken onze meest
geliefde portretten Ze „doen" het hier aArdig.
En dan staat daar in de stal onze tafel, de
vier stoelen, en een groote kast met het
servies en alles wat een vrouw, ook in de stal
levende, niet kan missen.
Het is er goed in onze stal
We wenschen, tot September, niets anders,
omdat er niets beters ter wereld kan bestaan
dan die stal.
We eten er, we leven er en we slapen er.
De stal is geworden tot ons huis. Ons eigen
huis. We worden er volkomen vrij-gelaten en
noch de boer noch diens wederhelft, zullen
ooit ook maar één onbescheiden blik in „ons"
domicilie werpen. Daarvoor zgn ze te beschei
den, daarvoor bezitten ze teveel landelijk fat
soen.
Het is er gezellig schemer-donker in de
stal, zoodat we al vroeg 's avonds de geïm
proviseerde lamp moeten aansteken. Dan
zitten we met ons vieren aan de tafel en
voelen ons zeer tevreden met ons lot.
Het ruikt er naar melk en naar versch
hooi en ik verzeker u dat dit geuren zijn die
een mensch levenslust en gezondheid geven.
Voor onze „kamer"en er onder, liggen de
schelpen Een kleed van hagelwitte en licht-
geele kalk, waarop zelfs het scherpst speu
rend oog vergeefsch één deeltje vuil of stof
zal pogen te vinden. We hebben kleedjes over
de schelpen gelegd om te voorkomen dat we
ze zullen betreden.
Des nachts, en dat gebeurt zoo nog wel
eens, vliegen er luchtmonsters over de stal
Dan wordt je wakker en lig je ingespannen
te luisteren.
Maar geen enkel vliegtuig neemt onze
boerderij tot mikpunt van zijn bommen en
we big ven gespaard: wij, de boer en zijn ee-
zin, en het huis.
™*ker liggend Iuister je naar de geluiden
in de boerderg en dat zgn er vele.
Kazan, de waakhond, die ondanks het
bordje wacht u voor den hond" meer
goeiegheid en trouw in z'n corpus bezit dan
een dozgn verwende en bedorven stads-hon-
den gromt in zijn slaap. Een enkele maal
ook heeftZh hj6S tCgen den maan- Misschien
ook heeft hg heimwee naar zgn vriendin van
de boerderg aan de overzijde van de vaart
rit^H^ie^r t6gen de ™«\e
ruseien. Het net in de vaart, waaraan nu
groote pluimen zwaaien, fluistert zijn beken"
Onze stal...
Met haar aromen van hooi «n
haar onbetreden schelDen hna J met
intieme beslotenheid remheid en
Met den wind en het water e„ a. v
buiten en wjj binnen! de hond er"
Johannes Marinus Verbakei, machineh_
werker, van Molenstr. 57, Den Burg naar
mond. Marretje Kievit, zonder beroep v#
(Cocksdorp 49) naar Heemstede, Remb!? C'
laan 37. Pieter Smit, vliegtuigmaker, naar i?'
Pancras, Benedenweg 103. 8t
Jeroen J. van der Gaag, Den Hoorn 1A.
van Den Helder) Rijksweg 20. Pieter M v
ton. De Koog 41, van Amersfoort, LeuM—'
Straat 455. Iwen Boon, Den Hoorn 117
Zaandam. M. Takstraat 19. Marretje H w
der Slikke, Weverstraat 82, Den Burg van jje.
Helder, Keizerstraat 15.
BOUWVERGUNNINGEN.
Verleend aan: Jb. Bruin, Pz., Den Burg,
aanbrengen van een dakkapel. A. A. de Wild.
herstellen van een woonhuis. (RaamKozijn ej
dak).
DE ZWEMWEDSTRIJD AAN DE SCHAN$,
Als' t weder gunstig is, zal morgenmida8,
toch nog de zwemwedstrijd aan „de Schart
doorgaan. Er is ondanks storm en de iaï(
temperatuur veel geoefend, zoodat groote deei.
name verwacht kan worden.
WEINIG KAMPEERDERS.
Hoewel 't seizoen reeds snel zijn einde nadert
hebben tot heden (23 Aug.) slechts 73 1^,
peerders onze gemeente bezocht, als men na
gaat dat het aantal uitgereikte kampeervtr.
gunningen in de laatste jaren, telkens vtr ij
de duizenden liep, kan men nagaan hoe bizon-
der ongunstig de internationale toestand op
het vreemdelingenverkeer in deze geméente is,
van 17 tot en met 23 Augustus.
GEBOREN: Hiltje Grietje, d. v. Jelle Vi9ser
Rienkje Kalis. Hilda Elisabeth, d.v. Willem
van Egmond en Hilletje Kennedij. Hendrica,
d.v. Arie Moor en Trijntje Neeltje Bruin. C,or-
nelis, z. v. Maarten Dijker en Margaretha Cór-
nelia Boot. Cornelis, zoon van Jan Huisman
en Mar.tje Witte. Theodorus Willem, zoon van
Frans Witte en Agatha Emma Maria Veeger.
Aris, zoon van Cornelis Bremer en Jacoba
Vlaming.
ONDERTROUWD: Johannes Dernison en
Anna Wilhelmina Petronella Out. 1
GETROUWD: Simon Petrus Hin en Anna
Maria Commandeur. Frederik Buijsman en
Maria Kiljan.
OVERLEDEN: Anna Witte, oud 41 jaar,
gehuwd met Hendrik Zijm.
Gevonden: een broche, een huissleutel, een
vulpen, een autoped.
ZONDAG 25 AUGUSTUS,
Ned. Herv. Gemeente.
Oosterend v.m. 10.30 u., Ds. Kok.
De Waal v.m. 11 uur., Ds. v. 't Hooft.
Den Hoorn, v.m. 10.30 uur Ds. Wesseldijk.
De Cocksdorp v.m. 10.30 uur Ds. Salm,
De Koog v.m. 11 uur, de Eerw. heer F. v, t,
Hooft. Cand. t.d. H. Dienst.
Oudeschild v.m. 10 uur, Ds, Tinholt.
Doopsgezinde Gemeente.
Den Burg v.m. 10.30 uur, Ds. Vis van Bever
wijk.
Geref. Kerk.
Den Burg v.m. 10.30 uur, Cand. Wouda.
N.m. 7.30 uur, Cand. Wouda.
Oosterend v.m. 10.30 uur Leesdienst.
N.m. 3.30 uur, Cand. Wouda.
Geref. Kerk H. V.
Oosterend vm. 10.30 u. en n.m. 3.30 u. Ds. Bus-
kes van Rotterdam.
ZENDING ONDER CHINEEZEN OP
OOST-JAVA.
De zendingsdeputaten van de Gereformeerde
kerken in hersteld verband deelen mede, dat
het zielenaantal der Christen-Chineesche her
ken op Oost-Java vorotdurend groeit. De
cijfers, kort vóór het uitbreken van den oorlog
vermeld, leggen hiervan getuigenis af (958
tegen plm. ZOO \n 1930); dit is uiteraard met
blydschap vernomen. Toch is het, gezien het
groot aantal Chineezen op Oost-Java, nog
maar een bescheiden groepje. De oppervlakte
van het te bewerken gebied, ongeveer die qo»
Nederland, geeft een kijk op den omvang van
het werk. Er arbeidden tot voor kort vffl
Oostersche krachten en wel een pandita Vrr-'
dikant Dei Soei Tiong) en vier goeroeri. PC
1 Juli zou er een goeroe leerling van een evan
gelistencursus van ds. Hildering, bijkomen.
Met dankbaarheid wordt de belangrijke arbeid
van ds. Hildering gememoreerd, alsmede de
Sung. Duizenden Chineezen zijn nu met den
bijbel in aanraking gebracht.
OP- EN ONDERGAAN VAN ZON
EN TIJD VAN HOOG EN LAAG WATE®
Zomertijd.
Zon
Aug. op ond. Hoogwater Laagwater
Z 25 6,38 20.45 12.35 13.00 6.30 I900
M 26 6.40 £0.42 13.10 13.40 7.05 19-35
D 27 6.42 20.40 1.45 14.15 7.55 20-30
W 28 6.43 20.38 3.00 15.40 9.10 21-5®
D 29 6.45 20.36 4.20 17.10 10.45 23.15
V 30 6.47 20.34 5.40 18.45 12.10 24.30
Z 31 6.48 20.31 7.05 19.55 13.25 25.30
WAAR BLEEF DIT RIJWIEL?
Een werkman op vliegkamp De Koojj n:1^
dezer dagen zijn fiets. Wie weet er meer v
dit vehikel?