WAAGRECHT
Boonen voor den winter
VERLOOR ÉÉNS ZIJN
Marktberichten
callantsoog pe Alkmaarsche
kaasmarkt
Kaasstad zonder kaas
„Zuursnijboonen
westfriesche raddraaiers op
pad
het brood. en kaasvolk was
niet mis
Derde b'ad
Verschillende bewaarmethoden
Zaterdag 24 Augustus 1940
ALKMAAR
Als een Fries of Groninger spreekt van
êeo Hollander, bedoelt hij niet den N e d er-
1 a n d e r, maar den Noord- of Zuid-Hollan
der en schept daarmee onbewust een scher
pe tegenstelling tusschen hemzelf en den
bewoner der provinciën aan gene zijde van
Jiet IJsselmeer Als in de tijden der
Gravenhuizen (weet u nog van de lagere
school: Willem, zoon van Willem
toen de Hollanders herhaaldelijk in strijd
waren met de andere gewesten van ons
goede land. „Onbewust" schreven we, want
die Fries of Groninger wil ons niet kwet
sen. doch de trots van zijn geslacht zit hem
In 't bloed. De spreektaal verraadt hem,
verraadt dat diep verankerde zelfbewust
zijn. Zóó is 't ook met de Westfriezen.
Zij zijn een eigen volk, zij leggen
soms plotseling, bij wijze van fol
kloristische verrassing, eigenschap
pen aan den dag, die hen teekenen
als bewoners van het oude, strijdba
re Westfriesland. In hun gesloten
heid en gehechtheid aan tradities
kunnen ze soms met een den vreem
deling pijnlijk-aandoende halsstar
righeid opkomen voor het eigene,
afwijzen het vreemde... Moeilijk, de
afstammelingen der oude boerenge
slachten te ontbolsteren, diep zit
de pit
Het is allemaal te verklaren: de West-
ïries heeft een aparte historie, waarin om
de zooveel jaren een oorlog voorkomt, te
gen de Kennemers.de Hollanders, de Utrech
tenaren. een Ijistorie. waarin zijn rechten
herhaaldelijk bedreigd werden, zijn bezit
tingen geteisterd. Maar hij houdt vast, hij
is zelfs een slimmerd, op zijn tijd
Dat leert ons een brokje geschiedenis,
Bet ons in gedachten kwam. toen wij in
pombere vette letters dat verbijsterende be
richt moesten afdrukken: „In verband met
het vervoerverbod van kaas, voorloopig
geen kaasmarkten." Het is niet de éérste
keer, dat de Kaasstad in haar markt getrof
fen wordt.
Er Is, Ianq geleden, een periode ge
weest, dat Alkmaar zich voor straf
het waagrecht (het recht tot wegen
der kaas, resp. de opbrengst daar
van) ontnomen zag. Ongeveer vier
en een halve eeuw geleden namen
de koppige Westfriezen deel aan
den Kaas- en Broodoorlog, met als
resultaat: wèl brood, maar geen
kaas. Het waagrecht raakten zij in
1492 kwijt, als een boete voor de ge
pleegde rebellie.
Van het Kaas- en Broodvolk hebben wij
tfllemaal wel eens gehoord. We gelooven
evenwel niet onze lezers te onderschatten
lïiet de veronderstelling, dat slechts de
„frik" en de bolleboos uit de 4de klas la
gere school, die de vaderlandsche geschie
denis zóó uit zijn mouw schudt, nog pre-
feies weten te vertellen waar het om
Trouwens, het is heelemaal geen schande,
teen onjuiste of in 't gehéél geen voorstel
ling van zaken te hebben over genoemd
tenderwerp. Want zelfs de geleerden beza
ten een tijdlang een zóó eenzijdige mee
ding over den Kaas- en Broodoorlog, dat
teen befaamde professor in de geschiedenis,
zijn- collega's op een dag daarover de les
las. Zij het ook, dat de hoogleeraar dit deed
in zorgvuldig opgestelde zinnen, waarmede
Be andere professoren onmogelijk beleedigd
konden zijn.
Het was op een veragdering der Konin
klijke Academie van Wetenschappen, reeds
eenige tientallen jaren geleden, dat pro
fessor P. J. Blok er allereerst op wees, dat
Be meeste Negerlanders zich den opstand
Van het Kaas- en Broodvolk vagelijk in-
Benken als een boerenkrijg, waarbij he
gruwelijk lot van den Haarlemmer schout
Pan Ruyen op den voorgrond treedt.
„Wie heeft niet hooren verhalen
van den mand met de stukgesneden
„boutkens" van den schout, die aan
zijn „vrouken" werd gezonden met
de erger dan kannibaalsche uitnoo-
diging in rijm om aan den inhoud
te „kluyven"? vroeg de professor.
De spreker betoogt dan, dat hier van _een
fcuiver sociale revolutie, waarbij het ot
dige volk een gansche maatschappeij
omwenteling wenscht. geen sprake is, d
het er den Westfriezen slechts om ging.
Van huns inziens onmatige belastingen
te komen' j i
Het voorspel tot den Kaas- en Broodooriog
Pormën de z.g. Hoeksche en Kabeljauwscne
twisten, die de burgers in 't eind der
teeuw tegen elkaar in het harnas joegen bo
Vendien geraakte het land. dat dooi -
*ailiaan van Oostenrijk geregeerd werd,in
oorlog met Frankrijk. Binnen- en omien-
landsche dorpen werden platgebrand en uit-
gemoord. Onze schepen hadden te kampen
Joet Fransche en Engelsche zeeroover J.
Hooge belastingen, om Maximiliaans troe
pen in den kamp met Frankrijk te kunne
onderhouden, drukten de bevolking.
Daarbij kwamen hongersnood, mis
oogst, veesterfte en overstroomin
gen. Erger kon het land, vooral
Westfriesland, niet geteisterd wor
den. Afgebrande dorpen, verlaten
hofsteden, verwaarloosde dijken,
Nan vee ontbloote w*eiden, troepen
werkeloos volk, ruw scheepsvolk,
vooral van haringbuizen en karvee-
len, door honger en ellende uitgeput,
Het is een milieu, dat voor opstand
geschapen schijnt te zijn.
De onbuigzame, vrijheidlievende en aan
vrijheid gewende Westfries schroomde niet,
luide de regeering van zijn gewest van dit
alles te beschuldigen. Men moest de regee-
nng dwingen tot vrede met Frankrijk en
met de Hoekschen. Dan zou de handel her
steld worden en de welvaart weerkeeren.
De scherpe heffing van het z.g. „ruiter-
?cld", een maandelijksche „defensiebelas
ting' voor arm en rijk, deed de maat over-
loopen. Vooral keerde zich de verbittering
van het volk tegen den schatijken Alkmaar
der schout Claes Corlf, die niet slechts het
ruitergeld op gestrenge wijze moest innen,
doch die vele belangrijke Wcstfriesche
landinkomsten in pacht had, o.a. het weeg-
recht van de Alkmaarsche kaasmarkt. Ook
had men een grondigen haat aan den Haar
lemmer schout van Ruyven. In deze streek
waren toentertijd vele pachten in handen
van vreemde geldschieters. Corff was zoo
bang voor het gepeupel en de boeren, dat
hij naar Den Haag verhuisde. Toen de
stadhouder van Holland, graaf Jan van Eg-
mond, in 1191 met een gewapende bende
de onwillige belastingbetalers tot de orde
riep, brak het oproer uit. Het huis van den
gehaton Claes Corff te Alkmaar werd ge
plunderd en zijn dienaren mishandeld Eind
Februari 1192 kwam het tot gewapend ver
zet. Alkmaar vormde den haard der on
lusten.
Het opgekomen volk. zoo zegt het
prof. Blok, een paar duizend boe
ren en burgers sterk, organiseerde
zich opnieuw en wapende zich met
allerlei ruwe wapenen: spietsen,
houweelen, bijlen, dorschvlegels, enz.
Voor banieren nam men borstdoe
ken en andere ruwe lappen en
schilderde daarop een heilige, aan
wiens voeten kaas en brood. Sommi
gen droegen zelfs stukken kaas en
brood op de borst „seghende, dat sy
voortselve vochten."
M
Zoo trokken de woeste benden van het
„Casenbroot" dwars door het evenzeer in
gisting gekomen Kennemerland op Haar
lem aan, zonder vaste plannen, maar aan
gemoedigd door de blijkbare militaire on
macht des stadhouders cn door hunne el
lende geprikkeld tot lust in plunderen en
rooven.
3 Mei kwamen zij voor Haarlem, werden
hier in den avond door verraders de Rems
poor! binnen gelaten en snelden naar het
stadhuis, begeleid door eenige op plundering
beluste Haarlemmers. De Haarlemsche re
geering, die zich hier verschanst hac}, zag
zich weldra genoodzaakt zich tegen lijfsbe
houd over te geven, doch werd door de
woeste bende overmand. Daarop volgde de
gruwelijke moord op van Ruyven, wiens
lijk in stukken gesneden werd... Toen be
gon aldus Blok een toóneel van woes
te plundering op het stadhuis en elders in
de stad. In dolle woede sloeg men bij vele
voorname burgers meubelen en kasten
stuk -en scheurde de zegels van de papie
ren. die men vond: vooral op de papieren
en kisten van het standhuis had men het
gemunt, zoekende naar geld. Den volgenden
dag echter werd de orde door ge wapenden
uit de burgerij hersteld en werden de plun
deraars gestraf.
Hiermede zou de opstand geëindigd zijn.
ware het niet. dat de stadhouder reeds eer
der den om zijn wreedheid beruchfen Her
tog van Saksen, den Landvoogd der geza
menlijke Bourgondische Nederlanden, om
hulp had gevraagd. De Landvoogd arriveer
de om den Westfriezen den genadeslag toe
te brengen.
In zijn vaandel stond „bier en
brood". „De vijanden hebben dorst
en als ge hun niet te drinken geeft,
zouden zij bij hun kaas en brood
van dorst sterven. Geef daarom in
Godsnaam en geeft ze te drinken
vanhun eigen bloed, ondat zij geen
dorst meer hebben." Zoo beval de
vreeselijke hertog zijn veldoverste...
25 Mei 1492 werden na onbeschrijfelijke
wreedheden Kennemerland en Westfries
land in genade aangenofnen. Een der voor
waarden voor Alkmaar w'égens het deelne
men der burgers aan den opstand luidde:
ontzegging van het waagrecht. Na de be
roemde Alkmaarsche virtorie in 1573 logen
de vroede vaderen der Kaasstad naar den
Prins om hem een tegendienst te verzoe
ken: n.1. de Waag in eigendom te mogen
hebben.'En zij slaagden!
„Moed en kracht schonken aan regeering
en burgerij het verloren waagrecht weer",
zoo staat nóg in gouden letters op den
Waaggevel te lezen: „S.P.Q.A. Restituit
vitus ablatae jura bilancis."
Moge Alkmaar opnieuw een victorie be
leven en weer spoedig van baar waagrecht
gebruik kunnen maken. Moge de stad
de verloren Kaasmarkt weer worden ge
schonken
De Ruitertjes komen bij 't klokkeslaan.
Maar zij zien niet de witte kaasdragers
gaan,
Zij spelen hun steekspel alleene
Zij missen, die fleurige twee op den trans,
De markt met haar vroolijken Vrijdags
cadans
En kazen? Zij vinden er geene
De Ruitertjes steken in 't bonte ballet
Van zonglans en kleuren den vlijmen floret,
Zij steken zoo licht als te voren
Z' ontwaren den vreemdeling niet en den
boer.
Ze hooren niet meer het vertrouwde rumoer
Dat vroeger geruchtte om den toren
De Ruitertjes sieren met lijn beweeg
De Waag, ook al is die nu akelig leeg.
Verlaten van 't goudgeel der kazen
Zij wachten todat de trompetter met vuur
Met door het heel Noordholland vol hoop
verbeid uur
,,'t Herstel van de Kaasmarkt" zal blazen!
(Nadruk verboden).
„Maarten de Schipper en zijn
vrouw 50 jaar getrouwd."
Heden, den 24sten Augustus zullen de ech
telieden Mooij-Vader hun 50-jarig huwelijks
feest vieren.
Natuurlijk zijn we eens een avondje met
beiden gaan praten, 'n Gouden Bruidspaar
komt nu eenmaal niet alle dagen voor en
vooral niet in ons kleine dorp. Daarbij komt
nog dat de bruidegom 'n zeer populair per
soon is bij de dorpelingen en niet te verge
ten bij de badgasten. Allen kennen oud-
schipper Mooij, zooals hij dagelijks naar het
strand gaat om over de zee, die hem zooveel
avontuur gebracht heeft, te turen. Beslist
eiken dag gaat hij heen bij mooi en slecht
weer, bij stil en storm weer. Hoe kan het
anders. 8 jaar roeien in de reddingboot van
de N.Z.H.R.M. en daarna 30 jaren schipper
van deze boot. Het kan niet anders of de
belangstelling voor de zee, de scheepvaart en
het reddingwezen vormen een belangrijk
deel van den levensavond.
MAARTEN, DE SCHIPPER, EN ZIJN
VROUW.
Dra na onzen komst zijn we druk in ge
sprek over de reddingen, die schipper Mooij
heeft meegemaakt en dat zijn er heel wat.
In Dec. 1S91, de „Expres", waarvan 6 man
werden gered; 5 Dec. 1896 de „Louis Marie"
waarbij 10 opvarenden in nood verkeerden.
B1j deze redding sloeg eerst de reddingboot
lek en moest daarna met een andere vlet de
redding volbracht worden. Volhouden was
en is nog het parool van de zeeridders. In
1900 de „Oldenburg" met 8 man, vervolgens
in 1903 een driemastschip „Constance" met
19 man. Ten slotte nog een aantal kleinere
schepen. Verschillende malen heeft schip
per Mooij met de zijnen liet leven ingezet om
dat van anderen te redden. Woorden en gif
ten zijn niet mooi en groot genoeg om de
dank die hen daarvoor toekomt uit te druk
ken. Thans is Mooij nog lid van de plaatse
lijke commissie van bestuur van de N.Z.H.R.
*t
De zorg voor de voedselvoorziening van
het gezin gedurende den komenden winer
zal menige huisvrouw ongetwijfeld een
meer dan gewone belangstelling doen be-
toonen voor den inmaak van boonen.
Drie conserveeringsmethoden staan hier
bij te onzer beschikking: het in zout inma
ken, het drogen en het steriliseeren.
Daarvan is de eerste, het inmaken, de
meest primitieve, maar tegelijk wat veilig
heid vap bewaren betreft een alleszins af
doende methode.
De conserveerende werking van
het zout berust op de eigenschap,
dat het water onttrekt aan de stol
len, waarmede het in aanraking
komt. De kleine organismen, die wij
bacteriën noemen en die het bederf
zouden kunnen veroorzaken, wor
den aldus door het zout vernietigd.
Ook deze medaille heelt evenwel
haar keerzijde, daar de water ont
trekkende werking niet bij de bac
teriën ophoudt, doch zich ook tot
de groente uitstrekt, waardoor be
langrijke voedingsbestanddeelen (vi
tamines en mineralen) uit de boo
nen verdwijnen.
Voegen wij hierbij dan nog de omstan
digheid, dat voor het ontzcuten der boonen
het afkoken onontbeerlijk is. waardoor op
nieuw een aanslag wordt gedaan op even-
genoemde voedingsbestanddeelen. dan is
het wel duidelijk, dat uit een oogpunt van
voedingswaarde de inmaak in het zout met
bijster hoog mag worden aangeslagen.
Eigenlijk zouden wij dezen vorm van in
maak gerust in de ban mogen doen, maar
een zoo radicaal besluit zou toch misschien
iets te ver gaan, al ware het alleen maar
met het °°p op de P°Pularited' dr*e be:
naaide stamp- Of stoofpotten, bereid met
boonen ui het zout, in het Nederlandsche
gezin nog altijd genieten. Meer dan een
maal in de twee weken behoort zulk een
gerecht echter niet op de gezinstafel te
worden gebracht, waarbij het alleszins aan
beveling verdient de voedingsarmoede van
het gezouten product zooveel mogelijk aan
te vullen met een flinke portie aardappe
len en/of witte boonen-
Wij rekenen op tien kilogram gesneden
boonen drie kilogram zout. Deze hoeveel
heid lijkt misschien wat groot maar dit
heeft zijn goede reden. De boonen, die met
zoo'n ruime hoeveelheid zout worden inge
maakt, behoeven namelijk niet telkens te
worden nagekeken, schoongemaakt en van
nieuw zout voorzien. Zoodra zij onder de
pekel staan, heeft men er geen omkijken
meer naar. Een zeer practisch gevolg daar
van is, dat men er geen groote inmaakpot
voor behoeft te gebruiken. Het kleine Kelti
sche potjes, lege strooppotten, afgedankte
Weckflesschen en wat dies meer zij, dan men
zich voor dit doel uitsekend redden. Zeer
practisch is het om telkens in elke pot of
llesch ongeveer de portie voor een gezins
maaltijd te doen.
Bij het in zout inmaken ga men als volgt
te werk. Men begint met in een groote teil
of gave emmers wat zout te leggen, daarop
gaat dan een flinke laag boonen en zoo gaat
men door tot de geheele hoeveelheid is ver
werkt. Daarop wordt de groente stevig aan-
gestempt, waarna de boonen blijven staan
tot zich een flinke laag pekel heeft gevormd,
hetgeen in een paar uur tijds geschiedt. Dan
kan het vullen der flesschen en potten begin
nen, waarbij er voor zorg wordt gedragen,
dat de inmaak steeds goed onder de pekel
komt te liggen. Elke flesch en pot wordt af
gesloten met een in warm water soepel ge
maakt stuk perkamentpapier. Na een paar
dagen controleert men of de boonen overal
nog onder de pekel staan. Mocht die hier en
daar niet het geval zijn,- dan wordt wat
schoon water bijgegoten, zoodat het water
oppervlak ongeveer een drietal centimeters
boven de groente komt te liggen.
Behalve snijboonen kunnen op dezelfde wij
ze ook slaboor)en en andijvie worden be
waard. De afgehaalde, gebroken boonen wor
den gewoonlijk een paar minuten in kokend
water opgeweld, daarna uitgespreid tot ze
volkomen afgekoeld zijn De andijvie wordt
gesnipperd en evenals de snijboonen rauw
verwerkt
En nu het drogen van boonen. Hiervoor ko
men allereerst liefst dunne princesseboonen
i aanmerking, die men even in kokend wa
ter, opwelt, daarna afkoelt en te drogen legt
Dit kan geschieden door het uitspreiden van
de boonen op een hor op een tochtige plaats
Het is echter zaak, dat dit drogen vlot ver
loopt, daar er anders nogal eens boonen
gaan schimmelen. Is er gelegenheid de boo
nen bij den bakker te doen drogen, dan ver
dient dit ongetwijfeld aanbeveling.
Ook kan men de prinsesseboonen drogen
door deze aan draden te rijgen. De strengen
worden dan zoo mogelijk in de zon op een
luchtige nlaats gehangen.
Capucijners, erwten, witte boonen. bruine
boonen en kievietsboonen kan men te velde
geel laten worden, waarna de planten uit
den grond worden getrokken en met peulen
en al te drogen worden gehangen.
Dan blijft nog over het steriliseeren
van boonen. niaar dit is een zoo bekend on
derwerp. dat dienaangaande wel geen na
dere aanwijzingen behoeven te worden ver
strekt.
„Zuursnijboonen".
Tenslolte zij de aandacht gevestigd op een
kostelijke mogelijkheid om sniiboonen in te
maken: de bereiding als zuurkool. De ge
dachte klinkt misschien wat vreemd, doch
verdient uitvoering, daar men op deze wijze
een smakelijk en voortreffelijk product ver
krijgt. Onze oosterburen passen deze me
thode met groot succes reeds geruimen tijd
toe. Trouwens een zure smaak bij een stamp
pot van snijboonen wordt in sommige streken
van ons land ook gewenscht. immers men
nlepgt daar dit gerecht met azijn af te ma
ken.
Aten eaat bij deze inmaak als volgt te
werk. De boonen worden in fijne snippers
gesneden en per kilo biervan worden twee
afgestreken eetlepels (20 g.) zout genomen.
Tijdens het doorkneden en aanstampen van
de bonen met het zout wordt nu en dan
een scheutje karnemelk toegevoegd. Op de
inmaak wordt een schoon doek ie gelegd met
met pen daarop passend plankie en een
zwaren steen, zoodat de boonen blijvend on
der het vocht komen te staan. De pot of het
vat wordt op een frissche. maar vorstvrije
plaats weggezet en gedurende de eerste we
ken telkens nagezien. De kim wordt dan
verwijderd en doekje, plankje, steen en
rand van pot of vat worden met heet water
schoongemaakt. De melkzure gisting, die ten
gevolge van deze bewerkingen in de snijboo
nen optreedt, is een uitstekend conservee-
ringsproces. waarbij het gehalte van de
groente aan vitaminen en mineralen be
waard blijft én zooals reeds gezegd epn zepr
smakelijk product wordt verkregen, dat niet
behoeft te worden afgekookt
ALLEEN EEN GROEPJE VREEM
DELINGEN, DIE NAAR DE RUI
TERTJES STONDEN TE KIJKEN.
We kannen kort zijn omtrent de
kaasmarkt heden: er was qeen
markt. De tijd tot het doorvoeren
van een meer dnnrzame reqelinq
bleek te kort. Er waren noq qeen
vervoerbewifzen afgegeven en zoo
heerschte er volkomen stilte op de
plaats, waar anders op Vrijdag druk
vertier pleegt te zijn, waar in voriqe
jaren omstreeks dezen tijd een nit-
qebreide politiemacht het verkeer
placht te regelen, wijl de vreemde
lingen zich er verdrongen en er bij
na qeen doorkomen aan was.
Er waren heden geen boerensta-
peltjes en er werd, gelijk veertien
dagen terug, qeen kaas omgeladen,
die naar de reqeeringspakhuizen
ging zonder over de Waaq te loopen,
maar toch de markt aandeed.
Om elf nar stond een groepje
vreemdelingen naar de ruitertjes te
kijken. Dat was alles.
Gelukkig mogen we de hoop koes
teren, dat de volqende week de
markt zal herleven. Dat is de gedach
te, die de stilte van heden ten
slotte draaglijk maakte.
M. en zooals gezegd is de belangstelling na
het actief deelnemen nog onverflauwd.
De waardeering was groot.
In de huiskamer waar Opa en Opoe Mooij
bijeen zitten hangen verschillende dingen
aan de wand, waaruit blijkt, dat men waar
deering heeft gehad voor het werk, door de
zen oud-redder gedaan, 'n Decoratie met op
dracht van den Belgischen Koning, verschil
lende foto's en platen van reddingen.
Midden onder ons gesprek komt het
kleindochtertje van de Ileldersche
vluchtelingen, die bij de oudjes een
onderdak gevonden hebben, „Opa"
en „Opoe" goeden dag zeggen. Dit
zegt genoeg voor de huiselijke sfeer
in huize „Mooij".
Het Gouden Bruidspaar heeft altijd in Cal
lantsoog geleefd en Opa Mooij zegt met trots
nooit ziek geweest te zijn, zelfs nog nooit
hoofdpijn gehad, al was hij vroeger toch wel
eens „hoven de roodc streep geweest." Met
Opoe Mooij is dat anders. „Gelukkig is het
de laatste tijd weer vrij goed," zegt ze ons.
We twijfelen er niet aan of het zal het
Bruidspaar heden niet aan belangstelling
ontbreken.
Wij van onzen kant voegen gaarne onze
gelukwcnschen bij de vele anderen en hopen
dat beiden nog lang voor elkaar gespaard
zullen mogen blijven.
WIER1NGEN
OPGEHEVEN.
Bij beschikking van den secretarisgene
raal van het departement van sociale zaken
is ingetrokken de erkenning van de bedrijfs-
verceniging voor ziekengeldverzekcring voor
het groot-baggerbedrijf en aanverwante be
drijven te Wieringen.
Deze intrekking geschiedde omdat bo
vengenoemde vereenieing sedert geruimen
tijd niet meer voldeed aan den in de Ziek
tewet voor erkenning gestelden eisch, dat
door de werkgevers, wier arbeiders voor ri
sico der bedrijfsvereeniging zullen zijn ver
zekerd, ten minste een loonbedrag over een
jaar berekend van twee en een half ntillioen
gulden wordt uitbetaald.
BROEK OP LANGENDIJK, 24 Aug.
Schotsche muizen 340; eigenheimers 290
440; bl. dito 280380; drielingen 1903; 400
kg. uien 450 2355 kg. spercieboonen 93011;
snijboonen 820; roode kool 3320
NOORDSCHARWOUDE, 24 Aug. 1940
Schotsche muizen 340—390; Bintje 310
350; Be vel. 320330: eigenheimers 370420;
bl. dito 310—370; Bonken 320—330; blauwe
4420; kleine 150180: uien 4ISO: drielin
gen 4; grove 510520; gele nep 4540; peen
250. kroten 130—180; roode kool 3—330; wit
te kool 210—290; gele kool 520—580
WARMENHUIZEN. 23 Aug.
Schotsche muizen 4.504.60. eigenheimers
3.304.40, bintjes 3.203.60, uien 4.roode
kool 3.gele kool 4.805, witte kool. 2.30
2.40. slaboonen f 9.3013, goedgekeurde
eerstelingen A 35/55 5.10—5.50. idem B 28/55
5.20. Aanvoer: 65.400 Kg. aardappelen. 350
Kg. uien. 9300 Kg. roode kool. 600 Kg. gele
kool. 27.500 Kg. witte kool. 2 4 40 Kg. sla
boonen, 50200 Kg. goedgekeurde eerstelingen
DEN HELDER.
Evangelisatie Palmstraat.
Voorrn. 10 uur dienst. Voorg. de heer S.
Lodder, uit Alkmaar.