Duitschland's Alle populieren mannetjes De sprekende hond In een noede reuk staan Zaailingen eenig in West=Europa Duindoornbessen als sapleveranciers Daverend ronken de motoren, sneller en sneller draaien de propellers, een Duitsch He 111 gevechts vliegtuig gereed, om te starten voor een vlucht naar het vijandelijk gebied (Foto Weltbild) Vliegtuigindustrie Een overzicht van de vliegtuig fabrieken. De „Deytsche Allgemeine Zeitung" bevat, •Volgens de N. R. Crt., van de hand van Wil- |y Móbus een aantal bijzonderheden om- ftrent de Duitsche luchtvaart. Niet min der dan 17 firma's in Duitschland houden zich met vliegtuigbouw bezig. De grootste vliegtuigenfabriek is die van jjunkers. Deze fabriek heeft het eerst een .geheel metalen vliegtuig gefabriceerd. Op 25 Juni 1919 koos dit type, een Junkers F .13, te Dessau het luchtruim. Het was een l.vier persoons verkeersvliegtuig. In niet tminder dan 32 landen heeft men Junkers- iivliegtuigen met succes gebruikt. Tot de be kkende vliegtuig-typen van Junkers belmo ren de Stuka's, de duikbommenwerpers ivan het type Ju 87. de transportvliegtuigen i.van het type Ju 52, dat zoowel als land- ;of watervliegtuig wordt gebezigd en het •type Ju 90, een viermotorig verkeersvlieg tuig, dat een vleugelspanning heeft van 35 toeter, een lengte van 26% meter en hoog te van 7meter. Ook het type Ju 86 wordt zoowel voor verkeers- als militaire doel einden gebruikt. In 1911 heeft Ernst Heinkel zijn eerste .■vliegtuig vervaardigd. Alleen in 1938 heb- hmi door Heinkel ontworpen vliegtuigen 24 jv reldrecords veroverd. Men herinnert zich •Vi wedkamp tusschen een Heinkel-jacht- v iegtuig en een Messerschmitt-jager, wel- 1 laatste het wereldsnelheidsrecord (750 L.n per uur) verwierf. Andere typen van Heinkel zijn het bomvliegtuig He 111 en Ile 112, het jachtvliegtuig He 113, het zee- .verkenningsvliegtuig He 114 en het twee motorige verkennings-bom-watervliegtuig He 115, een middendekker. De Dornier-fabriek heeft vele type vlieg tuigen vervaardigd, waaronder de hoog dekker de overhand heeft. Van de acht ty pen zijn er vijf van deze constructie. Tot de bekendste typen behooren de twee-mo- torige Do 17 en de Do 215, een laagdekker, welke een vleugelspanning heeft van 22 meter, en de vier-motorige verkeersvlieg- boot Do 26, bestemd voor transoceanisch .verkeer, welke een vleugelspanning van 30 meter heeft en 24% meter lang is. Bekend heid hebben de typen Do 18 en Dornier- •Wal verworven door het volbrengen van verscheidene transatlantische vluchten in het regelmatige luchtverkeer. Behalve Junkers en Dornier fabriceert 'ook de Henschel-fabriek een duikbommen werper, de Hs 123, een zgn. 1%-dekker. Ook het type Hs 124 kan als duikbommenwer per worden gebezigd, doch wordt gebruikt als bomvliegtuig en lange afstandsverken ner. Een der moderne Duitsche verken ningsvliegtuigen is de Hs. 126, een hoog dekker, welke ook bommen kan vervoeren. Overigens heeft de in 1933 opgerichte Hen- schel-vliegtuigenfabriek op het gebied van den bouw van metalen vliegtuigen baan brekend werk verricht, waardoor de pro ductie versneld en vereenvoudigd kan wor den. Betrekkelijk jong is de vliegtuigfabriek van Blohmen Vosz, welke eveneens in 1933 is opgericht als Hamburger Flugzeugbau G.m.b.H. Sedert eenigen tijd voeren de .vliegtuigen niet meer liet kenteeken „Ha' maar „BV". De door deze fabriek gebouw de vliegtuigen Ha 139 en Ha 139 B, welke onder de naam Nordmeer, Nordwind en •Noordster door de Deutsche Lufthansa op het zuidelijk en noordelijk deel van den At- lantischen Oceaan als postvliegtuigen zijn gebezigd. Daarnaast vervaardigt Blohm en jVosz een lange-afstandverkenner van het type BV 138, een hoogdekker. Het type Ha 140 is als middendekker uitgevoerd. Het is niet alleen een lange-afstandsver- kenner, maar ook een bom- of torpedo- vliegtuig. Het kenteeken van de door Blohm 'en Vosz gekozen typevormyis, dat, de vleu- gelconstructie buisvormig is, welke bij ge bruikmaking van staal gelascht en bij ge bruikmaking van duraluminium met me ten (klinknageltjes) geklonken is. Deze door don hoofdconstructeur, dr. Vogt, uit gevonden typevorm heeft zeer goed vol daan, want hij biedt weerstand tegen alle buig- en torsiekrachten, terwijl de vleugel huid slechts voor afdekking, doch niet voor het verwerken van krachten dient. In de zen hollen vleugel kan ook de brandstof worden geborgen zonder dat zij het inbou wen van een speciale tank noodzakelijk lïlcicilvt In den laatsten tijd zijn de prestaties van het Arado-vliegtuig, type Ar. 196, aan den dag getreden. Dit watervliegtuig is gebruikt bij het opsporen van duikbooten. Ook voor opleiding van zeevliegtuigen is dit metalen twee-persoons watervliegtuig geschikt, Van belang is, dat dit vliegtuig omklapbare vleugels bezit, waardoor het uitstekend als boordvlicgtuig voor grootc oorlogsvaartui gen te gebruiken is. Ook het type 1.Ar. 95, dat voor verschil lende doeleinden bestemd is, heeft voldaan. Bovendien heeft de Arado-vliegtuigenfa- briek het type Ar 79, eep laagdekker, ver vaardigd, dat als toevliegtuig bekendheid heeft verworven. Dit type heeft een lage landingsnelheid en een betrekkelijk gering motorvermogen. Met een dergelijk vliegtuig hebben twee Duitsche officieren in 1938 een vlucht naar Australië ondernomen. On derweg hebben zij een lange afstandsrecord gevestigd door van Benghasi in Noord- Afrika naar Gaya in Indië, een afstand van 6303 km, zonder tusschenlanding te vlie gen. Hte ledige gewicht van dit vliegtuig bedraagt slechts 520 kg. Het type Condor van de Focke-Wulf- vliegtuigenfabriek heeft een vleugelspan ning van 33 meter. Men herinnert zich dat de Condor in Augustus 1938 een record vlucht BerlijnNew-York—Berlijn heeft volbracht, waarbij den Noordelijken Atlan- tischen Oceaan in beide richtingen in 45 uur werd overvlogen. Ditzelfde vliegtuig is in 46% uur van Berlijn naar Tokio gevlo gen, .een afstand van 13844 km. Voorts ver vaardigt. Fpcke-Wulff de typen Weihe en Stieglitz. De laatste heeft een vleugelspan- nirig van 9 meter en een motor van 150 pk. Prof. Heinrich Focke heeft de door Focke- Agchelis en Co vervaardigde helicoptère ontworpen, welker prestaties algemeen de aandacht hebben getrokken. Een vliegtuig, dat ook voor militaire doel einden gebruikt kan worden, is de Fieseler Storch, welke op kleine velden kan opstij gen en dalen. Het kan ook als toevliegtuig worden gebezigd. De vliegtuigenfabriek van Fieseler vervaardigt ook nog het type Jung- Fieseler, een twee-persoons toervliegtuig. Andere Duitsche vliegtuigfabrieken zijn de Bücker Flugzeugbau G.m.b.H., de Erla Maschinenwerk G.m.b H., de Gothaer Wag- gonfabrik, de Hans Klemm Flugzeugbau, de Siebel-Flugzeugwerke, de Wiener Neu- stadter Flugzeugwerke G.m.b.H. en de vliegtuigenfabriek van ing. H. G. Möller. Al deze fabrieken bouwen les-, sport- of verkeersvliegtuigen. OUDHEIDKUNDIGE VONDSTEN BIJ DE AFDEELING TERREI NEN VAN HET P.W.N. Het is reeds eenigen tijd geleden, dat we. te Egmond, ter zijde van den weg de kwee kers zagen liggen van de afdeeling Terrei nen van het Provinciaal Waterleidingbe drijf van Noord-Holland. We weten uit er varing, dat kweekerijen dikwijls plaatsen zijn, waar merkwaardige proefnemingen geschieden en we besloten dan ook ons in verbinding te stellen met het Hoofd van deze afdeeling, den héér E. Vogelenzang, wiens kantoor „Fochteloo" is te vinden aan den Zeeweg te Bakkum. De heer Vogelenzang bleek gaarne be reid ons te woord te staan en zoo hadden we het voorrecht een visite mogen bren gen aan de afdeeling Terreinen van het P.W.N. Evenwel, het gesprek bewoog zich de eerste oogenblikken op geheel andere ter reinen. dan we ooit hadden kunnen ver moeden. Bij ons binnentreden namelijk was het eerste, wat opviel een glazen kast, gevuld met oudheden. Het waren potjes, pannetjes, vaasjes, pulletjes, met daartussehen enkele tegels en een aantal wapenen, die duidelijk het kenmerk droegen, zeer oud te zijn. We hadden hier een dergelijke collectie allerminst verwacht, doch bleken kennis te hebben gemaakt met een zijde van de af deeling Terreinen, die hij een bedrijf, dat overal veel graafwerk verricht, toch ook eigenlijk allerminst verwonderlijk mocht worden genoemd. Het waren voorwerpen, die in den loop der jaren waren opgedolven en die voor het grootste deel waren ge vonden in de oude grachten van het kasteel te Egmond aan den Hoef. Alles was keu rig gecatalogiseerd en toen de heeren Vo gelenzang en Duinker, chef van de onder- afdee'iing Technische Dienst, die mede aan wezig was. begrepen, dat we ons voor de collectie interesseerdon, bleek, dat met de inhoud van de kast de voorraad bij lange na niet was uitgeput. Zoo kwam de heer Vogelenzang aandragen met enkele prach tige vuursteenen wapenen, die waren op gedolven bij hot diepspitten in de omgeving van Limmen. We meenden deze feiten even te moeten memoreeren. Niet genoeg kan onder de aandacht van het publiek worden gebracht, dat de oudste geschiedenis van ons gewest alleen is te reconstrneeren uit overblijfse len, die in den grond worden aangetroffen. Wc zagen het bewijs voor- ons. dat er in derdaad nog wel eens iets wordt gevonden en we zouden al onze lezers bij voortdu- Ook grondstof voor jam. PITTIGE SMAAK. Nu er extra suiker voor inmaak beschik baar wordt gesteld, maakt een lezeres van het Vaderland er Opmerkzaam op, dat onze duinen een enorme hoeveelheid bessen op leveren, die hooge uitzonderingen daarge laten niet gebruikt worden, en zich toch uitnemend leenen voor de bereiding van bes senjam en bessensap. Bedoeld zijn de oranje duindoornbessen, die wel vaak als sieraad in de kamer staan, maar niet voor voedsel gebruikt worden. Toch leveren zij sappen, die bij goe de bereiding zelfs boven roode-bes- sensap te verkiezen zijn vanwege den fijnen en pittigen smaak. De bereiding is doodeenvoudig. Met heel weinig water in de pan, opdat ze niet aan branden, kookt men ze even op om ze gemak kelijker te kunnen uitpersen. Daarna wordt de brij gezeefd, waarbij de schillen en pitten op de zeef blijven liggen. Het sap wordt evenals roode bessensap in eerst gezwavel de en later toegelakte flesschen bewaard. Men gebruike liefst kleine flesschen, omdat het sap zooveel scherper is dan roode-bessensap, zoodat er bij ge bruik, naar smaak, meer water aan toegevoegd moet worden. Voor jam laat men het uitgeperste sap met suiker (hoeveelheid naar smaak) wat in koken. Vindt men, dat dit met 't oog op brandstof te lang dhurt, dan kan men het met een klein beetje aardappelmeel binden. De duindoornbes bereikt in September haar volle rijpheid. Het plukken is echter niet zoo eenvoudig, terwijl vele vruchten noodig zijn. ring op het hart willen drukken, hieraan aandacht te wijden. Er gaat, helaas, heel wat verloren, wat opmerkzaamheid ver dient. Daarbij is ook de vindplaats van belang. Ieder, die kennis draagt van vond sten, late niet na daarvan meelding te ma ken! Intusschen kwamen we dichter bij het werk van deze afdeeling van het P.W.N.. toen ons enkele resten van hout werden vertoond, die waren aangetroffen op een diepte van circa 40 M. Ons was gezegd, aldus de heer Vogelenzang, dat de den, die wij op het oogenblik op verschilende plaat sen in de duinen planten, daar van origine niet inheemsch was. Doch ziet! Bij het de- termineeren van de oude houtresten, ble ken deze afkomstig te zijn van heel gewone dennen! Wanneer die daar eens hebben gegroeid, was niet gemakkelijk te zeggen. Misschien 50.000, misschien 150.000 jaar geleden. En toch niet inheemsch! Zon derling! Toen we eenmaal het onderwerp hoornen hadden aangesneden, kwamen we op het eigenlijk terrein van deze nuttige afdee ling van het P.W.N. Eerlijk gezegd hadden we al iets derge lijks vermoed. Of liever we wisten het reeds. Want we hadden al het een en an der vernomen over de proeven, die waren genomen met populieren. Teder kent natuurlijk deze boom. die al tijd staat te trillen en te beven. Een der soorten i.s de esp. Volgens de legende aldus lazen we in een boek over onze hoornen door G Clarke Nuttall was bet kruis op Gol- gotha van espenhout gemaakt en «edert dat uur Door al zijn leden zond de heilige boom Een bang bewustzijn, een heilige vrees, Die hem doet beven als zelfs geen bries De luchtige distel verstoort. Het is niet precies uit te maken, welke waarde deze aanhoudende beweging voor den boom heeft. Misschien dient zij om hem meer licht te doen opvangen. Het is ook begrijpelijk, dat zij de snelle verdam ping bespoedigt en in elk geval vermin dert zii den tegenstand van den boom aan den wind. Echter, hiermee zijn de geheimenissen van de populier niet ten einde en zeker niet voor het bedrijf van het P.W.N. Bii de bebossrhing toch wensrhte men gebruik te maken van de populier, echter kwam men te staan voor het wonderlijke vescbiinsej dat de populier in deze streken niet uit zaad kon worden verkregen. Hiervoor zijn twee hoofdredenen aan te geven. Dn eerste spruit voort uit hef ook reeds zonderlinge feit. dat de hier voorkomende exemplaren bijna uitsluitend mannelijk zijn, terwijl vrouwelijke boomen zeer zeld- öm kort Wihaal: door BRUNO THOLEN. Den laatsten keer dat ik Alfons gezien had, was drie jaar geleden. Toen waren we in Porto Allegre. Ik herinner me nog heel goed dat Alfons er altijd zoo slordig en armoedig uitzag. Je kon zien dat het hem niet voor den wind ging. maar niet tegenstaande dat verloor hij zijn levenslust niet. Ik had hem wel eens üitgenoodigd om met me te gaan koffiedrinken of dinee- ren en dan verslond Alfons zijn portie alsof hij in geen weken gegeten had. Maar toen had hij afscheid van ons genomen en was uit mijn leven verdwenen. Ik hoorde later dat hij als buikspreker min of meer zijn brood verdiende en in kleine cafétjes op trad, als men hem er tenminste niet direct uitgooide. Buiksprekers waren toentertijd niet erg geliefd.- En nu zag ik hem plotseling terug in Rio. Ik herkende hem eerst niet, zoo was hij veranderd. Innerlijk was hij dezelfde mensch gebleven, dat merkte ik direct toen hij sprak, maar uiterllijk leek hij niets meer op het armoedige mannetje van drie jaar geleden. Hij was onberispelijk ge kleed, had een welgedaan en goed verzorgd gezicht en had een mooie foxterrier bij zich. „Ja", lachte hij, „jij kent den ouden Al fons niet meer terug, hè, maar dat is al lemaal het gevolg van een handigheidje." Ik keek hem verwonderd aan, maar Al fons grinnikte slechts en nam mij moe naar „Excelsior". Allemenschen, dacht ik. wat een mooi hotel en wat een verschil bij vroeger! We gingen in de hall zitten en de foxterrier was als vanzelfsprekend op den derden stoel gesprongen. Toen de kellner kwam, bestelde Alfons twee whis1- key en plotseling hoorde ik duidelijk dat de hond zei: „Ijs ook een!" De kellner verstijfde. Een dikke, opge- Een delicaat thema: de reuk, die de menschen verspreiden. Hierbij speelt de leeftijd een groot e rol. Bij hét kind is de reuk gewoonlijk zeer zwak. Bij volwassen menschen zijn de uitwasemingen veel ster ker, om op vergevorderden leeftijd weder om af te nemen. De Japansche medicus Odacki, die onge veer geheel Europa bereisd heeft, heef* een verhandeling gepubliceerd, betreffende de geur der blanke volken. Genoemde me dicus beweert, dat de Japanner in het be gin bij de Europeanen een hem bijna on dragelijke scherpe en ransige geur waar neemt en dat hij, de Japanner, zich pas na eenige weken langzaam aan deze geur ge wennen kan. Adacki maakt zelfs onder scheid tusschen de geuren in de verschil lende streken van Europa. Zoo heeft een Normandiër een geheel andere geur dan een Savoyaard, terwijl de Italiaan in geur hemelsbreed verschilt van den Noor. Een andere buitenlandsche waarnemer defini eerde de merkwaardige geur van den Eu ropeaan als een „mengsel van koeiemest en vanille". Vindt de blanke de geur der negers bui tengewoon sterk en meerendeels onaan genaam, aan den anderen kant is de aan wezigheid van een blanke het reukorgaan van den neger zeer onsympathiek. Doch niet alleen de rassen onderscheiden zich in geur van elkaar, ook temidden van een bepaald volk karakteriseeren de men schen zich door een speciale geur, welke door de meeste menschen echter dikwijls niet bemerkt wordt, omdat ons reukorgaan doorgaans maar vrij zwak is ontwikkeld. Het scherpe reukvermogen van honden, katten en paarden bemerkt echter onmid dellijk het onderscheid. Ook het wild ruikt den iager reeds op grooten afstapd, wan neer de jager tenminste uit de windrichting komt. Tenslotte ziin er menschen d'e weten schap noemt bet olfactorische tvne die bun medemenschen aan de reuk kunnen onderscheiden. Hendrik TV van Frankriik is op de sterke geur, die van hpm uit stroomde. zelfs zeer trot.srh geweest. „Die heb ik van mijn vader", placht hij te zeg gen. wanneer men hem hierop attent maakte. Uit de memoirps van dr. Eagon, de 'iifnrts van Lodewiik XTV. weten wij. dat fe koning am zeer aangename geur om ■och versnreiddo. Van Alexandev den Groo- t.o vertelt ons P'rdareus, dat bii naar viool- Hes rook. Van Nanoleon T wordt beweerd dat bü naar kaas rook. terwiil .Tacobus T van Engeland cm geur van hard-gekookte eieren verspreidde. zaam zijn. Dit hangt samen met het feit. dat alle hier voorkomende populieren ziin verkregen op andere wijze dan uit zaad. zoo bii voorbeeld door stekken en dat bier voor, hliikhanr toeval'ig, bijna uitsluitend manneliike hoornen ziin gebezigd. Daarnaast ook al weer vreemd! ligt de bloeitijd van de mannelijke en de vrouwelijke planten ongeveer een maand uiteen, zoodat van bestniving in de natuur geen sprake is. Do heer Vogelenzang schreef dit toe aan volkomen onoordeelkundige wiize. waarop niet alleen in ons land. doch feitelijk over de geheele wereld met het oorspronkelijke bosch der aarde is omge gaan. ïntusschen is men er aan bet bedrijf in geslaagd ten slotte een aantal ion,ge ponu- lierties uit zaad fe verkregen. Ze bevinden zich in de kweekerii en de heer Vogelen ■pang noemde ze: eenig in West-Eurona Waar onder de oude nlanten veel ziekte heerscht o.a. komt kanker veel voor worden deze jonge exemplaren beschouwt' als een groote aanwinst en zijn de verwach 'ineen ten aanzien van den aanbouw, hoog gesoannen. Op de bebossching, welke een belangrijk onderdeel van den dienst is. daar de water voorziening hiermede nauw samenhang' kom.cn wij nader terug. dirkte dame keek eveneens vol verbazin* naar ons. Ook ik keek verwonderd naar den hond en daarna naar Alfons. Die ver trok geen spier van zijn gezicht en zei slechts tegen den kellner: „Drie whiskey dus!" Ik was perplex. De kellner ging hoofd- schuddend weg. Aan het tafctlje naast ons zat de dikke dame opgewonden met haar cavalier te praten. De laatste stond even later op en kwam naar ons tafeltje toe. „Pardon, heb ik goed gehoord? Al fons keek de man peinzend aan en zei toen: „Nee. u heeft 2ich vergist." Be }10ncl zat er stom bij en keek nieuwsgierig van den een naar den ander. Toen zei do vreemde heer dat hij den hond tegen eiken prijs wilde koopen. ITij stelde zich voor als de secretaris van de dame aan het tafeltje naast ons en zei, dat hij opdracht had den hond in handen te krijgen. Alfons schudde zijn hoofd. Nee, hij wilde den hond niet verkoopen en trouwens, er be stonden honderden honden van dit soort. De secretaris lachte en zei: „Alle gekheid op een stokje, wat wilt u voor den spre kenden hond hebben? Ik bied honderd dol. lar." Nu lachte Alfons ook en zei: „Voor dien prijs wil ik hem graag geven, maar ik zeg u nog eens...' „Ja, ja, ik weet *t wel", zei de secretaris en haalde zijn portefeuille voor den dag. „Hier zijn twee bankbiljetten van vijftig." Alfons probeerde nog eens tevergeefs te verzekeren, dat... De secretaris wilde er niets van weten. Intusschen was de kell ner nieuwsgierig naderbij gekomen en ter wijl Alfons het geld in zijn zak stak, zef hij tegen den kellner: „Jij bent getuige van den koop?" „Ja, meneer", antwoordde de kellner, „de zaak is volkomen in orde. Alfons streelde nu voor het laatst zijn hond, die hem treurig aankeek. Ze vlijden hun hoofden tegen elkaar en toen zei de hond opeens: „Dit waren mijn laatste woorden." De secretaris nam den hond bij de lijn en leidde hem naar de dikke dame, die vol ongeduld zat te wachten. Wij dronken haastig ons glas whiskey uit en lieten de rest van onze bestelling loo- pen, want Alfons was fe zeer aangegrepen door het afscheid, om te eten. Buiten gekomen, lachte Alfons, de buik spreker, tevreden en zei: „Begrijp ie nu, waar ik m'n mooie pakken vandaan haal??" GYMNASTIEK, EEN VEREISGHTE VOOR ONZE GEZONDHEID. Het verheugende feit, dat met ingang van 1 Januari 1941 op alle lagere scholen het onderwijs in de gymnastiek verplichtend is gesteld, is het zeker de moeite waard, een bespreking je wijden aan dé zoo uiterst belangrijke lichamelijke opvoeding. Bij een volkomen natuurlijke leefwijze, waarbij het lichaam, zonder dat daarvoor extra in spanning wordt geëischt, de noodige zuur stof toegevoerd krijgt en het zjch als regel in zuivere of frissche lucht beweegt, is gymnastiek of sport niet bepaald noodzake lijk, hoewel zelfs in dit geval - geregelde gymnastiekoefeningen het lichaam een nog •grootere gezondheid zullen geven.' De beschaving heeft ons echter een lévens- wijze opgedrongen, die juist het tegendeel van natuulijk is en die in haar werking op den duur funest voor ons lichaam is. Onze beroepen zijn gewoonlijk eenzijdig, d.w.z. dat slechts bepaalde spiergroepen voortdurend in gebruik zijn. Wie niet wil, dat de overige spieren geheel verslappen, zal er dus over dienen te denken, op welke wijze het evenwicht het beste hersteld kan worden. Een uitnemend middel om de harmonie tusschen de spieren van ons li' chaam te behouden' is het beoefenen van sport. Ieder mensch voelt intuïtief aan, welke sport het best voor hem geschikt is en zoo kunnen we dan ook zien, dat per sonen met een beroep, dat veel zitten ver- eischt, een voorkeur hebben voor de een of andere tak van sport, waarbij geloopen en gehold wordt, bijv.: athletiek, tennissen, e.d. Menschen, wier werkkring medebrengt, dat zij veel loopen moeten, vóelen zich meer aangetrokken tot sporten, als roeien en kano'en, waarbij het meeste werk van de arm- en bortspieren gevergd wordt. Be schikt men echter niet over de middelen of over den tijd om zich met sport bezig te houden, dan is gvmnastiek-beoefening de beste manier om te zorgen, dat desondanks alle snieren harmonisch worden ontwik keld. De oefeningen moeten echter zoo ge kozen worden, dat iederen dag een andere groep spieren gebruikt wordt en bii voor keur die, welke men bij het uitoefenen van het beroep in het geheel niet noodig heetf. Tn 10 minuten a 15 min. 's morgens in uw kamer, kunt ge alle mogelijke sporten be oefenen. Msschien is dit niet goed gezegd; we bedoelen, dat ge de spieren kunt laten werken, op dezelfde manier als wanneer ge de een of andere sport beoefent. Ge kunt doen aan athletiek. hardlnonen en discus werpen. zonder van uw plaats te komen: ge kunt roeien zonder water en zonder boot- In het tijdvak van 600400 jaar v. Chr. maakte gymnastiek een wezenlijk deel van het onderwijs uit; zij behoorde zelfs, wet de grammatica en de muziek tot de on misbare vakken. Het geheele onderricht 111 de gymnastiek was samengevat in den „pentalon" (penta is een Grieksch woord voor vijf) en deze bestond uit de volgende 5 onderdeelen: de loop, de snron.e. discus werpen, speerwernen en worstelen. Do gymnastische wedstrijden vormden het hoofdbestanddeel der Grioksche Olympiade. De grondlegger van de hedendaagsrhe gymnastiek was de Duitscher Guts Muths, die op het jongens-instituut, waaraan lui verbonden was, stelselmatig lichaamsoete ningen invoerde. Zijn handelwijze vond al- gemeene goedkeuring en werd al spoedig op vele scholen in Duitschland, Zwitserland en Denemarken nagevolgd. Tn Duitschland vond hij een krachtigen voorstander 1™ Friedrich T.udwig .Tahn, die in gymnastiek een middel zag om het volk weerbaar I" maken, ten einde zich los te maken van de Franscbe overheersching onder Napole on. Het spreekt vanzelf, dat sindsdien de1 gymnastiek vele veranderingen en invloe den b.v. van Zweedsche zijde heeft ondergaan. Iedereen is het er thans echter gelukkig over eens. dat gymnastiek onont beerlijk is voor hem of haar, die zijn of haar lichaam krachtig, lenig en gezond wil houden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 8