Duitschland's
Alle populieren
mannetjes
De sprekende
hond
In een noede reuk staan
Zaailingen eenig
in West=Europa
Duindoornbessen
als sapleveranciers
Daverend ronken de motoren, sneller en sneller draaien de propellers, een Duitsch He 111 gevechts
vliegtuig gereed, om te starten voor een vlucht naar het vijandelijk gebied (Foto Weltbild)
Vliegtuigindustrie
Een overzicht van de vliegtuig
fabrieken.
De „Deytsche Allgemeine Zeitung" bevat,
•Volgens de N. R. Crt., van de hand van Wil-
|y Móbus een aantal bijzonderheden om-
ftrent de Duitsche luchtvaart. Niet min
der dan 17 firma's in Duitschland houden
zich met vliegtuigbouw bezig.
De grootste vliegtuigenfabriek is die van
jjunkers. Deze fabriek heeft het eerst een
.geheel metalen vliegtuig gefabriceerd. Op
25 Juni 1919 koos dit type, een Junkers F
.13, te Dessau het luchtruim. Het was een
l.vier persoons verkeersvliegtuig. In niet
tminder dan 32 landen heeft men Junkers-
iivliegtuigen met succes gebruikt. Tot de be
kkende vliegtuig-typen van Junkers belmo
ren de Stuka's, de duikbommenwerpers
ivan het type Ju 87. de transportvliegtuigen
i.van het type Ju 52, dat zoowel als land-
;of watervliegtuig wordt gebezigd en het
•type Ju 90, een viermotorig verkeersvlieg
tuig, dat een vleugelspanning heeft van 35
toeter, een lengte van 26% meter en hoog
te van 7meter. Ook het type Ju 86 wordt
zoowel voor verkeers- als militaire doel
einden gebruikt.
In 1911 heeft Ernst Heinkel zijn eerste
.■vliegtuig vervaardigd. Alleen in 1938 heb-
hmi door Heinkel ontworpen vliegtuigen 24
jv reldrecords veroverd. Men herinnert zich
•Vi wedkamp tusschen een Heinkel-jacht-
v iegtuig en een Messerschmitt-jager, wel-
1 laatste het wereldsnelheidsrecord (750
L.n per uur) verwierf. Andere typen van
Heinkel zijn het bomvliegtuig He 111 en
Ile 112, het jachtvliegtuig He 113, het zee-
.verkenningsvliegtuig He 114 en het twee
motorige verkennings-bom-watervliegtuig
He 115, een middendekker.
De Dornier-fabriek heeft vele type vlieg
tuigen vervaardigd, waaronder de hoog
dekker de overhand heeft. Van de acht ty
pen zijn er vijf van deze constructie. Tot
de bekendste typen behooren de twee-mo-
torige Do 17 en de Do 215, een laagdekker,
welke een vleugelspanning heeft van 22
meter, en de vier-motorige verkeersvlieg-
boot Do 26, bestemd voor transoceanisch
.verkeer, welke een vleugelspanning van 30
meter heeft en 24% meter lang is. Bekend
heid hebben de typen Do 18 en Dornier-
•Wal verworven door het volbrengen van
verscheidene transatlantische vluchten in
het regelmatige luchtverkeer.
Behalve Junkers en Dornier fabriceert
'ook de Henschel-fabriek een duikbommen
werper, de Hs 123, een zgn. 1%-dekker. Ook
het type Hs 124 kan als duikbommenwer
per worden gebezigd, doch wordt gebruikt
als bomvliegtuig en lange afstandsverken
ner. Een der moderne Duitsche verken
ningsvliegtuigen is de Hs. 126, een hoog
dekker, welke ook bommen kan vervoeren.
Overigens heeft de in 1933 opgerichte Hen-
schel-vliegtuigenfabriek op het gebied van
den bouw van metalen vliegtuigen baan
brekend werk verricht, waardoor de pro
ductie versneld en vereenvoudigd kan wor
den.
Betrekkelijk jong is de vliegtuigfabriek
van Blohmen Vosz, welke eveneens in 1933
is opgericht als Hamburger Flugzeugbau
G.m.b.H. Sedert eenigen tijd voeren de
.vliegtuigen niet meer liet kenteeken „Ha'
maar „BV". De door deze fabriek gebouw
de vliegtuigen Ha 139 en Ha 139 B, welke
onder de naam Nordmeer, Nordwind en
•Noordster door de Deutsche Lufthansa op
het zuidelijk en noordelijk deel van den At-
lantischen Oceaan als postvliegtuigen zijn
gebezigd. Daarnaast vervaardigt Blohm en
jVosz een lange-afstandverkenner van het
type BV 138, een hoogdekker. Het type Ha
140 is als middendekker uitgevoerd.
Het is niet alleen een lange-afstandsver-
kenner, maar ook een bom- of torpedo-
vliegtuig. Het kenteeken van de door Blohm
'en Vosz gekozen typevormyis, dat, de vleu-
gelconstructie buisvormig is, welke bij ge
bruikmaking van staal gelascht en bij ge
bruikmaking van duraluminium met me
ten (klinknageltjes) geklonken is. Deze
door don hoofdconstructeur, dr. Vogt, uit
gevonden typevorm heeft zeer goed vol
daan, want hij biedt weerstand tegen alle
buig- en torsiekrachten, terwijl de vleugel
huid slechts voor afdekking, doch niet voor
het verwerken van krachten dient. In de
zen hollen vleugel kan ook de brandstof
worden geborgen zonder dat zij het inbou
wen van een speciale tank noodzakelijk
lïlcicilvt
In den laatsten tijd zijn de prestaties van
het Arado-vliegtuig, type Ar. 196, aan den
dag getreden. Dit watervliegtuig is gebruikt
bij het opsporen van duikbooten. Ook voor
opleiding van zeevliegtuigen is dit metalen
twee-persoons watervliegtuig geschikt, Van
belang is, dat dit vliegtuig omklapbare
vleugels bezit, waardoor het uitstekend als
boordvlicgtuig voor grootc oorlogsvaartui
gen te gebruiken is.
Ook het type 1.Ar. 95, dat voor verschil
lende doeleinden bestemd is, heeft voldaan.
Bovendien heeft de Arado-vliegtuigenfa-
briek het type Ar 79, eep laagdekker, ver
vaardigd, dat als toevliegtuig bekendheid
heeft verworven. Dit type heeft een lage
landingsnelheid en een betrekkelijk gering
motorvermogen. Met een dergelijk vliegtuig
hebben twee Duitsche officieren in 1938
een vlucht naar Australië ondernomen. On
derweg hebben zij een lange afstandsrecord
gevestigd door van Benghasi in Noord-
Afrika naar Gaya in Indië, een afstand van
6303 km, zonder tusschenlanding te vlie
gen. Hte ledige gewicht van dit vliegtuig
bedraagt slechts 520 kg.
Het type Condor van de Focke-Wulf-
vliegtuigenfabriek heeft een vleugelspan
ning van 33 meter. Men herinnert zich dat
de Condor in Augustus 1938 een record
vlucht BerlijnNew-York—Berlijn heeft
volbracht, waarbij den Noordelijken Atlan-
tischen Oceaan in beide richtingen in 45
uur werd overvlogen. Ditzelfde vliegtuig is
in 46% uur van Berlijn naar Tokio gevlo
gen, .een afstand van 13844 km. Voorts ver
vaardigt. Fpcke-Wulff de typen Weihe en
Stieglitz. De laatste heeft een vleugelspan-
nirig van 9 meter en een motor van 150 pk.
Prof. Heinrich Focke heeft de door Focke-
Agchelis en Co vervaardigde helicoptère
ontworpen, welker prestaties algemeen de
aandacht hebben getrokken.
Een vliegtuig, dat ook voor militaire doel
einden gebruikt kan worden, is de Fieseler
Storch, welke op kleine velden kan opstij
gen en dalen. Het kan ook als toevliegtuig
worden gebezigd. De vliegtuigenfabriek van
Fieseler vervaardigt ook nog het type Jung-
Fieseler, een twee-persoons toervliegtuig.
Andere Duitsche vliegtuigfabrieken zijn
de Bücker Flugzeugbau G.m.b.H., de Erla
Maschinenwerk G.m.b H., de Gothaer Wag-
gonfabrik, de Hans Klemm Flugzeugbau,
de Siebel-Flugzeugwerke, de Wiener Neu-
stadter Flugzeugwerke G.m.b.H. en de
vliegtuigenfabriek van ing. H. G. Möller.
Al deze fabrieken bouwen les-, sport- of
verkeersvliegtuigen.
OUDHEIDKUNDIGE VONDSTEN
BIJ DE AFDEELING TERREI
NEN VAN HET P.W.N.
Het is reeds eenigen tijd geleden, dat we.
te Egmond, ter zijde van den weg de kwee
kers zagen liggen van de afdeeling Terrei
nen van het Provinciaal Waterleidingbe
drijf van Noord-Holland. We weten uit er
varing, dat kweekerijen dikwijls plaatsen
zijn, waar merkwaardige proefnemingen
geschieden en we besloten dan ook ons in
verbinding te stellen met het Hoofd van
deze afdeeling, den héér E. Vogelenzang,
wiens kantoor „Fochteloo" is te vinden
aan den Zeeweg te Bakkum.
De heer Vogelenzang bleek gaarne be
reid ons te woord te staan en zoo hadden
we het voorrecht een visite mogen bren
gen aan de afdeeling Terreinen van het
P.W.N.
Evenwel, het gesprek bewoog zich de
eerste oogenblikken op geheel andere ter
reinen. dan we ooit hadden kunnen ver
moeden.
Bij ons binnentreden namelijk was het
eerste, wat opviel een glazen kast, gevuld
met oudheden. Het waren potjes, pannetjes,
vaasjes, pulletjes, met daartussehen enkele
tegels en een aantal wapenen, die duidelijk
het kenmerk droegen, zeer oud te zijn.
We hadden hier een dergelijke collectie
allerminst verwacht, doch bleken kennis te
hebben gemaakt met een zijde van de af
deeling Terreinen, die hij een bedrijf, dat
overal veel graafwerk verricht, toch ook
eigenlijk allerminst verwonderlijk mocht
worden genoemd. Het waren voorwerpen,
die in den loop der jaren waren opgedolven
en die voor het grootste deel waren ge
vonden in de oude grachten van het kasteel
te Egmond aan den Hoef. Alles was keu
rig gecatalogiseerd en toen de heeren Vo
gelenzang en Duinker, chef van de onder-
afdee'iing Technische Dienst, die mede aan
wezig was. begrepen, dat we ons voor de
collectie interesseerdon, bleek, dat met de
inhoud van de kast de voorraad bij lange
na niet was uitgeput. Zoo kwam de heer
Vogelenzang aandragen met enkele prach
tige vuursteenen wapenen, die waren op
gedolven bij hot diepspitten in de omgeving
van Limmen.
We meenden deze feiten even te moeten
memoreeren. Niet genoeg kan onder de
aandacht van het publiek worden gebracht,
dat de oudste geschiedenis van ons gewest
alleen is te reconstrneeren uit overblijfse
len, die in den grond worden aangetroffen.
Wc zagen het bewijs voor- ons. dat er in
derdaad nog wel eens iets wordt gevonden
en we zouden al onze lezers bij voortdu-
Ook grondstof voor jam.
PITTIGE SMAAK.
Nu er extra suiker voor inmaak beschik
baar wordt gesteld, maakt een lezeres van
het Vaderland er Opmerkzaam op, dat onze
duinen een enorme hoeveelheid bessen op
leveren, die hooge uitzonderingen daarge
laten niet gebruikt worden, en zich toch
uitnemend leenen voor de bereiding van bes
senjam en bessensap.
Bedoeld zijn de oranje duindoornbessen,
die wel vaak als sieraad in de kamer staan,
maar niet voor voedsel gebruikt worden.
Toch leveren zij sappen, die bij goe
de bereiding zelfs boven roode-bes-
sensap te verkiezen zijn vanwege den
fijnen en pittigen smaak.
De bereiding is doodeenvoudig. Met heel
weinig water in de pan, opdat ze niet aan
branden, kookt men ze even op om ze gemak
kelijker te kunnen uitpersen. Daarna wordt
de brij gezeefd, waarbij de schillen en pitten
op de zeef blijven liggen. Het sap wordt
evenals roode bessensap in eerst gezwavel
de en later toegelakte flesschen bewaard.
Men gebruike liefst kleine flesschen,
omdat het sap zooveel scherper is
dan roode-bessensap, zoodat er bij ge
bruik, naar smaak, meer water aan
toegevoegd moet worden.
Voor jam laat men het uitgeperste sap met
suiker (hoeveelheid naar smaak) wat in
koken. Vindt men, dat dit met 't oog op
brandstof te lang dhurt, dan kan men het
met een klein beetje aardappelmeel binden.
De duindoornbes bereikt in September
haar volle rijpheid. Het plukken is echter
niet zoo eenvoudig, terwijl vele vruchten
noodig zijn.
ring op het hart willen drukken, hieraan
aandacht te wijden. Er gaat, helaas, heel
wat verloren, wat opmerkzaamheid ver
dient. Daarbij is ook de vindplaats van
belang. Ieder, die kennis draagt van vond
sten, late niet na daarvan meelding te ma
ken!
Intusschen kwamen we dichter bij het
werk van deze afdeeling van het P.W.N..
toen ons enkele resten van hout werden
vertoond, die waren aangetroffen op een
diepte van circa 40 M. Ons was gezegd,
aldus de heer Vogelenzang, dat de den, die
wij op het oogenblik op verschilende plaat
sen in de duinen planten, daar van origine
niet inheemsch was. Doch ziet! Bij het de-
termineeren van de oude houtresten, ble
ken deze afkomstig te zijn van heel
gewone dennen! Wanneer die daar eens
hebben gegroeid, was niet gemakkelijk te
zeggen. Misschien 50.000, misschien 150.000
jaar geleden. En toch niet inheemsch! Zon
derling!
Toen we eenmaal het onderwerp hoornen
hadden aangesneden, kwamen we op het
eigenlijk terrein van deze nuttige afdee
ling van het P.W.N.
Eerlijk gezegd hadden we al iets derge
lijks vermoed. Of liever we wisten het
reeds. Want we hadden al het een en an
der vernomen over de proeven, die waren
genomen met populieren.
Teder kent natuurlijk deze boom. die al
tijd staat te trillen en te beven. Een der
soorten i.s de esp.
Volgens de legende aldus lazen we
in een boek over onze hoornen door G
Clarke Nuttall was bet kruis op Gol-
gotha van espenhout gemaakt en
«edert dat uur
Door al zijn leden zond de heilige boom
Een bang bewustzijn, een heilige vrees,
Die hem doet beven als zelfs geen bries
De luchtige distel verstoort.
Het is niet precies uit te maken, welke
waarde deze aanhoudende beweging voor
den boom heeft. Misschien dient zij om
hem meer licht te doen opvangen. Het is
ook begrijpelijk, dat zij de snelle verdam
ping bespoedigt en in elk geval vermin
dert zii den tegenstand van den boom aan
den wind.
Echter, hiermee zijn de geheimenissen
van de populier niet ten einde en zeker
niet voor het bedrijf van het P.W.N. Bii de
bebossrhing toch wensrhte men gebruik te
maken van de populier, echter kwam men
te staan voor het wonderlijke vescbiinsej
dat de populier in deze streken niet uit
zaad kon worden verkregen.
Hiervoor zijn twee hoofdredenen aan te
geven.
Dn eerste spruit voort uit hef ook reeds
zonderlinge feit. dat de hier voorkomende
exemplaren bijna uitsluitend mannelijk
zijn, terwijl vrouwelijke boomen zeer zeld-
öm kort Wihaal:
door
BRUNO THOLEN.
Den laatsten keer dat ik Alfons gezien
had, was drie jaar geleden. Toen waren
we in Porto Allegre. Ik herinner me nog
heel goed dat Alfons er altijd zoo slordig
en armoedig uitzag. Je kon zien dat het
hem niet voor den wind ging. maar niet
tegenstaande dat verloor hij zijn levenslust
niet. Ik had hem wel eens üitgenoodigd
om met me te gaan koffiedrinken of dinee-
ren en dan verslond Alfons zijn portie alsof
hij in geen weken gegeten had. Maar toen
had hij afscheid van ons genomen en was
uit mijn leven verdwenen. Ik hoorde later
dat hij als buikspreker min of meer zijn
brood verdiende en in kleine cafétjes op
trad, als men hem er tenminste niet direct
uitgooide. Buiksprekers waren toentertijd
niet erg geliefd.-
En nu zag ik hem plotseling terug in
Rio. Ik herkende hem eerst niet, zoo was
hij veranderd. Innerlijk was hij dezelfde
mensch gebleven, dat merkte ik direct
toen hij sprak, maar uiterllijk leek hij
niets meer op het armoedige mannetje van
drie jaar geleden. Hij was onberispelijk ge
kleed, had een welgedaan en goed verzorgd
gezicht en had een mooie foxterrier bij zich.
„Ja", lachte hij, „jij kent den ouden Al
fons niet meer terug, hè, maar dat is al
lemaal het gevolg van een handigheidje."
Ik keek hem verwonderd aan, maar Al
fons grinnikte slechts en nam mij moe
naar „Excelsior". Allemenschen, dacht ik.
wat een mooi hotel en wat een verschil bij
vroeger! We gingen in de hall zitten en
de foxterrier was als vanzelfsprekend op
den derden stoel gesprongen. Toen de
kellner kwam, bestelde Alfons twee whis1-
key en plotseling hoorde ik duidelijk dat
de hond zei: „Ijs ook een!"
De kellner verstijfde. Een dikke, opge-
Een delicaat thema: de reuk, die de
menschen verspreiden. Hierbij speelt de
leeftijd een groot e rol. Bij hét kind is de
reuk gewoonlijk zeer zwak. Bij volwassen
menschen zijn de uitwasemingen veel ster
ker, om op vergevorderden leeftijd weder
om af te nemen.
De Japansche medicus Odacki, die onge
veer geheel Europa bereisd heeft, heef*
een verhandeling gepubliceerd, betreffende
de geur der blanke volken. Genoemde me
dicus beweert, dat de Japanner in het be
gin bij de Europeanen een hem bijna on
dragelijke scherpe en ransige geur waar
neemt en dat hij, de Japanner, zich pas na
eenige weken langzaam aan deze geur ge
wennen kan. Adacki maakt zelfs onder
scheid tusschen de geuren in de verschil
lende streken van Europa. Zoo heeft een
Normandiër een geheel andere geur dan
een Savoyaard, terwijl de Italiaan in geur
hemelsbreed verschilt van den Noor. Een
andere buitenlandsche waarnemer defini
eerde de merkwaardige geur van den Eu
ropeaan als een „mengsel van koeiemest
en vanille".
Vindt de blanke de geur der negers bui
tengewoon sterk en meerendeels onaan
genaam, aan den anderen kant is de aan
wezigheid van een blanke het reukorgaan
van den neger zeer onsympathiek. Doch
niet alleen de rassen onderscheiden
zich in geur van elkaar, ook temidden van
een bepaald volk karakteriseeren de men
schen zich door een speciale geur, welke
door de meeste menschen echter dikwijls
niet bemerkt wordt, omdat ons reukorgaan
doorgaans maar vrij zwak is ontwikkeld.
Het scherpe reukvermogen van honden,
katten en paarden bemerkt echter onmid
dellijk het onderscheid. Ook het wild ruikt
den iager reeds op grooten afstapd, wan
neer de jager tenminste uit de windrichting
komt.
Tenslotte ziin er menschen d'e weten
schap noemt bet olfactorische tvne die
bun medemenschen aan de reuk kunnen
onderscheiden. Hendrik TV van Frankriik
is op de sterke geur, die van hpm uit
stroomde. zelfs zeer trot.srh geweest. „Die
heb ik van mijn vader", placht hij te zeg
gen. wanneer men hem hierop attent
maakte. Uit de memoirps van dr. Eagon, de
'iifnrts van Lodewiik XTV. weten wij. dat
fe koning am zeer aangename geur om
■och versnreiddo. Van Alexandev den Groo-
t.o vertelt ons P'rdareus, dat bii naar viool-
Hes rook. Van Nanoleon T wordt beweerd
dat bü naar kaas rook. terwiil .Tacobus T
van Engeland cm geur van hard-gekookte
eieren verspreidde.
zaam zijn. Dit hangt samen met het feit.
dat alle hier voorkomende populieren ziin
verkregen op andere wijze dan uit zaad.
zoo bii voorbeeld door stekken en dat bier
voor, hliikhanr toeval'ig, bijna uitsluitend
manneliike hoornen ziin gebezigd.
Daarnaast ook al weer vreemd! ligt
de bloeitijd van de mannelijke en de
vrouwelijke planten ongeveer een maand
uiteen, zoodat van bestniving in de natuur
geen sprake is. Do heer Vogelenzang schreef
dit toe aan volkomen onoordeelkundige
wiize. waarop niet alleen in ons land. doch
feitelijk over de geheele wereld met het
oorspronkelijke bosch der aarde is omge
gaan.
ïntusschen is men er aan bet bedrijf in
geslaagd ten slotte een aantal ion,ge ponu-
lierties uit zaad fe verkregen. Ze bevinden
zich in de kweekerii en de heer Vogelen
■pang noemde ze: eenig in West-Eurona
Waar onder de oude nlanten veel ziekte
heerscht o.a. komt kanker veel voor
worden deze jonge exemplaren beschouwt'
als een groote aanwinst en zijn de verwach
'ineen ten aanzien van den aanbouw, hoog
gesoannen.
Op de bebossching, welke een belangrijk
onderdeel van den dienst is. daar de water
voorziening hiermede nauw samenhang'
kom.cn wij nader terug.
dirkte dame keek eveneens vol verbazin*
naar ons. Ook ik keek verwonderd naar
den hond en daarna naar Alfons. Die ver
trok geen spier van zijn gezicht en zei
slechts tegen den kellner: „Drie whiskey
dus!"
Ik was perplex. De kellner ging hoofd-
schuddend weg. Aan het tafctlje naast
ons zat de dikke dame opgewonden met
haar cavalier te praten. De laatste stond
even later op en kwam naar ons tafeltje
toe. „Pardon, heb ik goed gehoord? Al
fons keek de man peinzend aan en zei
toen: „Nee. u heeft 2ich vergist." Be }10ncl
zat er stom bij en keek nieuwsgierig van
den een naar den ander. Toen zei do
vreemde heer dat hij den hond tegen eiken
prijs wilde koopen. ITij stelde zich voor als
de secretaris van de dame aan het tafeltje
naast ons en zei, dat hij opdracht had
den hond in handen te krijgen. Alfons
schudde zijn hoofd. Nee, hij wilde den
hond niet verkoopen en trouwens, er be
stonden honderden honden van dit soort.
De secretaris lachte en zei: „Alle gekheid
op een stokje, wat wilt u voor den spre
kenden hond hebben? Ik bied honderd dol.
lar." Nu lachte Alfons ook en zei: „Voor
dien prijs wil ik hem graag geven, maar ik
zeg u nog eens...'
„Ja, ja, ik weet *t wel", zei de secretaris
en haalde zijn portefeuille voor den dag.
„Hier zijn twee bankbiljetten van vijftig."
Alfons probeerde nog eens tevergeefs te
verzekeren, dat... De secretaris wilde er
niets van weten. Intusschen was de kell
ner nieuwsgierig naderbij gekomen en ter
wijl Alfons het geld in zijn zak stak, zef
hij tegen den kellner: „Jij bent getuige
van den koop?"
„Ja, meneer", antwoordde de kellner, „de
zaak is volkomen in orde.
Alfons streelde nu voor het laatst zijn
hond, die hem treurig aankeek. Ze vlijden
hun hoofden tegen elkaar en toen zei de
hond opeens: „Dit waren mijn laatste
woorden."
De secretaris nam den hond bij de lijn en
leidde hem naar de dikke dame, die vol
ongeduld zat te wachten.
Wij dronken haastig ons glas whiskey uit
en lieten de rest van onze bestelling loo-
pen, want Alfons was fe zeer aangegrepen
door het afscheid, om te eten.
Buiten gekomen, lachte Alfons, de buik
spreker, tevreden en zei: „Begrijp ie nu,
waar ik m'n mooie pakken vandaan haal??"
GYMNASTIEK, EEN VEREISGHTE VOOR
ONZE GEZONDHEID.
Het verheugende feit, dat met ingang van
1 Januari 1941 op alle lagere scholen het
onderwijs in de gymnastiek verplichtend
is gesteld, is het zeker de moeite waard,
een bespreking je wijden aan dé zoo uiterst
belangrijke lichamelijke opvoeding. Bij een
volkomen natuurlijke leefwijze, waarbij het
lichaam, zonder dat daarvoor extra in
spanning wordt geëischt, de noodige zuur
stof toegevoerd krijgt en het zjch als regel
in zuivere of frissche lucht beweegt, is
gymnastiek of sport niet bepaald noodzake
lijk, hoewel zelfs in dit geval - geregelde
gymnastiekoefeningen het lichaam een nog
•grootere gezondheid zullen geven.'
De beschaving heeft ons echter een lévens-
wijze opgedrongen, die juist het tegendeel
van natuulijk is en die in haar werking
op den duur funest voor ons lichaam is.
Onze beroepen zijn gewoonlijk eenzijdig,
d.w.z. dat slechts bepaalde spiergroepen
voortdurend in gebruik zijn. Wie niet wil,
dat de overige spieren geheel verslappen,
zal er dus over dienen te denken, op welke
wijze het evenwicht het beste hersteld kan
worden. Een uitnemend middel om de
harmonie tusschen de spieren van ons li'
chaam te behouden' is het beoefenen van
sport. Ieder mensch voelt intuïtief aan,
welke sport het best voor hem geschikt is
en zoo kunnen we dan ook zien, dat per
sonen met een beroep, dat veel zitten ver-
eischt, een voorkeur hebben voor de een of
andere tak van sport, waarbij geloopen en
gehold wordt, bijv.: athletiek, tennissen,
e.d. Menschen, wier werkkring medebrengt,
dat zij veel loopen moeten, vóelen zich
meer aangetrokken tot sporten, als roeien
en kano'en, waarbij het meeste werk van
de arm- en bortspieren gevergd wordt. Be
schikt men echter niet over de middelen of
over den tijd om zich met sport bezig te
houden, dan is gvmnastiek-beoefening de
beste manier om te zorgen, dat desondanks
alle snieren harmonisch worden ontwik
keld. De oefeningen moeten echter zoo ge
kozen worden, dat iederen dag een andere
groep spieren gebruikt wordt en bii voor
keur die, welke men bij het uitoefenen van
het beroep in het geheel niet noodig heetf.
Tn 10 minuten a 15 min. 's morgens in uw
kamer, kunt ge alle mogelijke sporten be
oefenen. Msschien is dit niet goed gezegd;
we bedoelen, dat ge de spieren kunt laten
werken, op dezelfde manier als wanneer
ge de een of andere sport beoefent. Ge kunt
doen aan athletiek. hardlnonen en discus
werpen. zonder van uw plaats te komen:
ge kunt roeien zonder water en zonder
boot-
In het tijdvak van 600400 jaar v. Chr.
maakte gymnastiek een wezenlijk deel van
het onderwijs uit; zij behoorde zelfs, wet
de grammatica en de muziek tot de on
misbare vakken. Het geheele onderricht 111
de gymnastiek was samengevat in den
„pentalon" (penta is een Grieksch woord
voor vijf) en deze bestond uit de volgende
5 onderdeelen: de loop, de snron.e. discus
werpen, speerwernen en worstelen. Do
gymnastische wedstrijden vormden het
hoofdbestanddeel der Grioksche Olympiade.
De grondlegger van de hedendaagsrhe
gymnastiek was de Duitscher Guts Muths,
die op het jongens-instituut, waaraan lui
verbonden was, stelselmatig lichaamsoete
ningen invoerde. Zijn handelwijze vond al-
gemeene goedkeuring en werd al spoedig op
vele scholen in Duitschland, Zwitserland
en Denemarken nagevolgd. Tn Duitschland
vond hij een krachtigen voorstander 1™
Friedrich T.udwig .Tahn, die in gymnastiek
een middel zag om het volk weerbaar I"
maken, ten einde zich los te maken van
de Franscbe overheersching onder Napole
on. Het spreekt vanzelf, dat sindsdien de1
gymnastiek vele veranderingen en invloe
den b.v. van Zweedsche zijde heeft
ondergaan. Iedereen is het er thans echter
gelukkig over eens. dat gymnastiek onont
beerlijk is voor hem of haar, die zijn of
haar lichaam krachtig, lenig en gezond
wil houden.