Ingezonden Abonneert U op dit blad JJ-ctcLitneuw-i Iedere dag brengt méér bewoners terug Hulde Vrijdag rolt de voetbal weer Gemeenteambtenaren gaan Debo bekampen De Haven en de tijd Ik hoorde bij geruchte.. fyutteïtj&ó.... cJ^outlöiXih ttieu'M KeA?c en Zending, Tweede Blad Dierenbescherming De Casino-deuren gaan weer open In onze zuster-stad herstelt 't leven zich De nieuwe cursus der Chr. MULO-school Restitutie motorrijtuigenbelasting Eere wien eere toekomt Goudmijntjes! Span paarden op hol Een advertentie in de Heldersche Courant Wij spraken eenige weken geleden de veronderstelling uit, dat het zeer waar schijnlijk zou zijn dat men eind Augustus hegin September, een belangrijke terug vloeiing van Heldersche ingezetenen, die tijdelijk hun domicilie naar den polder verplaatst hadden, zou kunnen waar nemen. Welnu, deze veronderstelling bleek niet ie optimistisch geweest te zijn. Inderdaad heeft men deze week een niet onbelangrijke terugkeer kunnen con- stateeren van hen, die eenigen tijd ge leden Den Helder vaarwel gezegd heb ben. Deze terugkomst is psychologisch zeer wel te verklaren: in de eerste plaats be seft men dat de kans, door een bom ge troffen te worden, redelijk gesproken niet zeer groot is, in de tweede plaats wenscht men dat zijn kinderen het onderwijs aan de scholen in Den Helder zullen volgen en in de derde plaats heeft men zoo langzamerhand genoeg gekregen van de periode, die men in 't buitenveld door bracht. Daar kwam nog bij het zeer ongun stige v/eer van de vorige week, hetwelk ook voor velen een waarschuwing ge weest zal zijn wat men binnenkort, als de zomer voorbij is, te wachten staat. Hoe dan ook, iederen dag trekken er minder menschen naar buiten en blijven er meer in Den Helder achter. Men moet zich in de middaguren maar eens op straat begeven, of ook in den vooravond. Tal van mannen en vrouwen ziet men weer wandelen en waarlijk niet met be drukte angst-gezichten. Uiteraard is het prettig te zien dat onze stad steeds beter bevolkt wordt. En dat geldt voor praktisch alle wijken. Zoowel Oude Helder, als Tuindorp en de binnenstad. Een aantal middenstanders heeft Den Helder in het geheel nog niet verlaten, terwijl een ander deel nog regelmatig heen en weer reist. Tot de laatste cate gorie zouden wij willen zeggen: zorg er voor dat Uw zaak geopend is indien er zich klanten aandienen. Dat is, in de eer ste plaats, Uw eigen belang. Zorg, dat men alle gebruiks-artikelen weer in Den Helder kan krijgen en dat niemand van de bevolking zijn neus stoot. Dit is zeker een eerste eisch. En pverigens.laat ons hopen dat de nachtrust van hen die thans vol ver trouwen teruggekeerd zijn niet meer wordt verstoord en dat we verlost zijn van alle misère, die wij in deze zomer maanden hebben moeten doorstaan! Praktische dieren-verzorging. Er waren eens vele menschen, inwo ners van Den Helder, die er prat op pleegden te gaan dat zij toch zulke goede, zulke voortreffelijke dieren-vrienden waren. Dat waren de lieden, bij wie men, op bezoek zijnde, getrccteerd werd op een poes die non-stop geaaid werd en op een hond, die al maar pootjes gaf en als be looning daarvoor klontjes suiker en an dere lekkernijen in de wacht mocht sleepen. Het waren de dierenvrienden bij uit nemendheid... althans, dat dachten zij zeiven. Maar de praktijk des levens leerde anders. Die leerde dat, toen een deel der bevolking in panische schrik over een bombardement haar heil in de vlucht zocht, het gros dezer „dieren-vrienden" hun levende have kalm weg in den steek liet, dit overliet aan de zor gen van Jan en alleman, en zoo ook die even tueel mocht ontbreken, aan zichzelf... E- waren andere dierenvrienden en -vrien dinnen. Dat waren zij die met die liefde nooit te koop geloopen hadden. Maar die nu bewe zen waarachtig paraat te zijn en op de bres te willen gaan staan voor het verlaten dier. Het doet prettig en zeer sympathiek aan dat de Dierenbescherming zich in organisatorisch verband de misère van zoovele dieren in Den Helder heeft aangetrokken. Want met indivi- dueele hulp alleen, hoe r,oed bedoeld ook, komt men er niet. Voor het grootste deel der verlaten hon den en katten, is thans een betere tijd aangebroken. Dank zij de Dierenbescher ming worden zij behoorlijk gevoed en ge drenkt, en menige zwerver is daardoor aan den dood ontkomen. En zoo ziet nen thans het beeld van menschen, wildvreemden, die zich de zor gen van den hond en van de kat liefdevol laten welgevallen. Een zeer beschamend beeld voor de verdwenen „dierenvrien den", wiens werkelijke sympathie echter op zandgrond gebaseerd bleek te zijn... GEVELRIJDERS. Een bewoner van de Hoogstraat deed bij de politie aangifte, dat een auto met een der mate vaart tegen zijn pui was gereden dat die vrij zwaar beschadigd werd. Moge dan al de ware voetbal-geest nog niet m Den Helder zijn weergekeerd, er zijn twee groepen, die dezer dagen besloten een begin te maken en morgenavond (Vrijdag) een vriendschappelijke match te spelen. Dat is de voetbalclub der Gemeente-ambte naren en die van DEBO (Drukkerij de Boer). De wedstrijd wordt gespeeld op het ter rein van DEBO; dat is naast het ÏJsclubter- rein, hetzelfde waarop voorheen de Bios-boys hun triomfen gevierd hebben. Te 6 uur vangt de match aan en waar Den Helder zoolang gespeend moest zijn van zijn meest geliefde sport is het o.i. niet onmoge lijk dat een grooter of kleiner publiek zich achter de lijnen zal scharen. Men wordt er echter op attent gemaakt dat de wedstrijd precies te 6 uur een aanvang neemt. Wij laten hieronder de opstelling der beide ploegen volgen: DEBO ziet er als volgt uit: J. Stevens D. Boon H. Kemna M. Hollestelle C. v. d. Berg P. Catshoek A. Aberson W. Blokker D. Luyendijk J. Bremer F. de Leur Terwijl de Ambtenaren dn de volgende samenstelling zullen optreden: W. Biersteker J. v. d. Poll W. Rijf G. Woudstra J. Smit W. K. Baljé G. Bakker J. Dol J. Heutink H. Riemers A. v. d. Zouw Een eerste uitvoering staat reeds op het programma. Lang is Casino gesloten geweest. Lang waren de deuren gegrendeld en hin gen de verduisteringsgordijnen, behalve des nachts, ook heel den dag voor de ruiten. Casino was verlaten. Directie en personeel waren, in arren moede, heengegaan toen er toch niets beters in Den Helder voor hen te doen viel. Maar September staat voor de deur... En wij weten: met September zal Den Hel der weer behoorlijk bevolkt zijn. Dan zal ook het vereenigingsleven weer zijn aanspraken doen gelden op de gemeenschap en wordt het Casino auto matisch ingeschakeld. Vandaar dat wij dezer dagen, voorbij Casino fietsend, het verheugende en tot optimisme wekkende feit zagen, dat men met man en macht bezig was de zalen en kamers een goede beurt te geven. Stof en andere ongerechtigheden verdwenen onder bezems en dweilen en binnen zeer korten tijd zal de schouwburg weer ont vangst-bereid zijn voor diegenen, die zich hier willen amuseeren, fêteeren of rece- pieeren. Naar wij vernamen, bestaat de moge lijkheid dat reeds in de eerste helft van September een eerste avond op het pro gram staat. Dat er vele in het komende seizoen mogen volgen! LEEREN JAS GEMEPT. Een bewoner van de Dijkstraat, die bezig was met herstellingswerkzaamheden aan zijn woning had even zijn leeren jas bij dit werk laten liggen. Toen hij het kleedingstuk wilde meenemen was dat niet niet meer noodig. Een ander had zich bereids daarover ontfermd. De politie stelt een onderzoek in. Er is veel veranderd in onze haven... En er is veel bij het oude gebleven. Hetzelfde bleef het water, dat, net als vroeger met eb en vloed door de dammen ge perst wordt en schurend langs de steenen vloeit. Het water, groen en grijs, dat de zon gevangen houdt en soms als een arm van lichtend zilver zich buigt van Harssens tot Kuitje. Het water, breed en rusteloos, zingend en schurendklokkend onder de steigers en licht- kabbelend tusschen de steenen. Het water is hetzelfde gebleven. Zooals het altijd zichzelf gelijk zal blijvenwat te land ook moge ver anderen. En verder, over den dam, daar waar het wijdsche watervlak van den „lagen wal" zich uitstrekt is het óók hetzelfde gebleven. Aan den horizon wat driehoekjes haast stipjes, kleine vlinders, geprikt op de plaats waar water en hemel één worden. Vat is de vloot. De vloot der Texelaars, die iederen dag, bij mooi weer en bij slecht weer, uitvaart. Een twintigtal blazers, waarvan de bemanningen trachten wat garnalen mee naar huis te nemen. Het valt niet mee, het visschersleven op het oogenblik, maar het valt in deze Texelaars te waardeeren, dat ze niet werkloos willen blijven thuiszitten bij moeder's pappot, maar er op uit trekken. Naar de ree, en daar hun netten uit werpen. Vele inwoners keeren naar Ylis- singen terug. Het leven in onze stad herkrijgt zoo lang zamerhand, aldus de „Vliss. Crt.", weer een normaal aanzien. Het blijkt, dat vele ingeze tenen, die de gemeente hadden verlaten om in de dorpen een tijdelijk onderkomen te vin den, weer naar hun oorspronkelijke woonplaats terugkeeren. Ook velen van hen, die alleen overdag in Vlissingen verbleven, doch den nacht daarbuiten doorbrachten, zijn van ge dachten veranderd en blijven nu rustig thuis. De pessimisten hebben ditmaal ongelijk gehad, het is n.1. nu wel gebleken, dat het verblijf in Vlissingen niet gevaarlijker is dan elders, zoo dat er geen enkele reden is om de stad te ont vluchten. Tijdens de lange zomerdagen was dit heen en weer tr kken niet zoo'n groot bezwaar, doch nu de avonden langer worden en bij slecht weer, wordt het minder aangenaam. Deze fac toren zijn zeker mede aanleiding dat velen thans thuis blijven. Met dit al, beteekent deze terugkeer een herstel van het normale leven in onze stad. Aanvang 3 September op de Vischmarkt. Onder verwijzing naar de desbetreffende advertentie in dit blad vestigen wij er de aandacht op, dat de nieuwe cursus der Chris telijke MULO-school 3 September a.s. in het gebouw der school, Vischmarkt 3, aanvangt. Zooals eenige dagen geleden werd gemeld wordt de verhoogde „wegenbelasting" niet langer geheven voor motorrijtuigen, die op gas rijden. In aansluiting daarop deelt de A.N.W.B. thans mede, dat de Secretaris Generaal van het Departement van Financiën heeft be paald, dat de van 17 Augustus j.1. af be taalde extra belasting kan worden geresti tueerd. Na deze restitutie zullen nieuwe belasting- kaarten worden uitgereikt. Het blijkt ons dat het artikel over de poli- tioneele instanties, die momenteel gespijzigd worden in de jeugdherberg „De Noordkaap" op een onderdeel tot misverstand heeft ge leid. En wel inzake het deel, waarin verteld wordt dat de heer Zwagerman de koks-dien sten waarneemt. Hieraan dient iets te worden toegevoegd en wel dat gedurende de vacantie van de Zee vaartschool, de Zeevaartschool-kok, en diens assistent, benevens 6 man ander personeel en een 4-tal leiders, op het Dijkje voor de spijzi ging van de politie, marechaussée, gasfabriek- personeel en andere gemeentelijke ambtena ren zorg droeen en dat deden op loffelijke wijze. Toen de Zeevaartschool haar deuren weer opende was voor dit personeel noodzakelijker wijze het werk aan het Dijkje afgeloopen. Werk, dat den vollen dank heeft geoogst van alle eters. Gaarne voegen wij dit nog toe aan datgene wat er geschreven is. Het zou jammer zijn, indien in dit opzicht een onjuiste meening ge vestigd werd. Uiteraard doet een en ander niets af aan de prestaties van kok Zwagerman, die momenteel het werk verricht. BRAND IN DONKERE DUINEN. Door Duitsche militairen gebluscht. Gisteren ontstond in de Donkere Duinen brand in de dennen. Waar zich juist een aan tal Duitsche militairen in de nabijheid be vonden, aarzelden dezen niet, doch vingen terstond aan met het blusschen der branden de vegetatie. Men mocht succes boeken; na korten tijd was men het vuur meester, zoodat erger voorkomen kon worden. Toen de politie met de brandspuit arriveer de was het werk reeds klaar, zoodat van dien kant geen assistentie meer geboden be hoefde te worden. Naar wij vernemen is circa 40 vierkante meter dennen beschadigd. Een karig stuk brood en doorgaans een ka rige vangst. Maar het brengt tenminste iets in het laadje en men weet, dat men zich nog in bedrijf bevindt. Vanuit de glazen vierkantjes van het Haven kantoor ziet men de beweeglijke driehoekjes der blazers deinen en deinen. En van vlak nabij vaart onze eigen visschersvloot. Dat is maar een heel kleine vloot, zóó klein dat men zich eigenlijk geneert dit tweetal vletten „vloot" te noemen. Daar varen ze: in en bij de haven, de vlet van Kees de Wit en die van Coen Bot. Ze zetten de netten uit en hopen iederen dag met het goede tij wat tongetjes en scharretjes te vangen. Nu eens valt het wat mee, dan weer is het net vrijwel leeg. Maar hoe zou men ook z'n hoop kunnen vestigen op haven- visch. De rest van de Nieuwedieper vloot zit elders. En dat „elders" omvat heel wat plaatsen. Een deel op Wieringen, een deel bij Scheveningen, bij Katwijk, overal verspreid. En een deel in Den Helder, waar de schepen eenzaam tegen de kade opgedrukt liggen. Een mager mastenbosch, waarin een enkel monter waaiend Shell-vlaggetje nog als het ware de hoop op beter dagen, op zonniger toekomst voor de Nieuwedieper visschers, verkondt. Hetzelfde bleven de Heldersche jongens die' hun rap spel spelen op de vlotten in de haven. Die klauteren langs steigerpalen, en hard- bgnzend neerkomen op de vlotten. Die met opengesperde oogen liggen te loeren naar de roode en gele en gouden zeeanemonen-lijven, die krabben dreggen en met een lijntje aan het scharrenzijn. Nooit hebben wij geweten dat het verzin sel, het sprookje, het gefantaseerde ver haaltje, kortom: het gerucht, zóó'n taai leven had. Nooit hebben wij ook vermoed dat zooveel menschen, van wie men mocht aannemen dat zij over een gezond stel hersens beschikten, zoo grif zouden ingaan op volkomen in de lucht hangende vertelsels, die geen andere oorsprong bezitten dan ,,dat-een-ander-ze-ook- verteld-heeft". Wie is die ander Ziehier, de kern van het probleem dat ge rucht heet. Ziehier de onoplosbare moeilijk heid: iedereen weet het te vertellen en nie mand weet waar zich de oorsprong bevindt. Wij leven in moeilijke tijden, niemand die dat zal willen ontkennen. Wij leven in een tijd, waarin men groote dingen aanschouwt. Dingen die men niet altijd omvatten kan of overzien. En deze tijd van groote botsingen, van brandende problemen en ontzaglijke spannin gen blijkt voor velen den tijd van het ge rucht te moeten zijn. Het gerucht Wat men al niet hoort in deze dagen. A. heeft het van B. gehoord. En A. vertelt het dus over aan C. die het nog niet wist. B. evenwel hoorde het in den trein een onbe kende aan een ander overfluisteren, en weet het „dus" „uit goede bron". En zoo weet de een alles haarfijn van zijn tante, die een neef heeft aan het departe ment. De ander heeft weer „een goede be kende" die een hooge functie bezit bij een zekeren dienst. En weer een ander heeft ge hoord dat die-en-die over een zekeren buiten- landschen zender iets gehoord heeft dat den huidigen toestand volkomen zal veranderen. En zoo hebben wij allen iets gehoord. Wel is de bron onbekend, en is die bron in 99 van de 100 gevallen niet terug te vinden, maar dat doet weinig ter zake. We hooren het gerucht, we vangen het „ergens" op en zorgen er voor dat het in leven blijft Sedert den oorlog uitbrak hebben we rijke lijk ons deel gehad van „geruchten". Het zou aardig zijn de collectie eens te bundelen en die als de een of andere anecdotische uit gave het licht te doen zien. Men zou er onge twijfeld enkele uren van de meest aangename verpoozing aan beleven Waren wij op dit gebied dus niet voor een kleintje vervaard, het record spande deze week. Een lawine geruchten brak baan, en spoelde over de bevolking heen. Ook over de Heldersche. Het waren geruchten van „groot kaliber" en er waren zelfs zeer be gaafde lieden die er versteld van stonden. Want als men zooiets vertelde kon dat toch moeilijk gelogen zijn. Ook liepen er hardnekkige geruchten over bombardementen op onze stad. Een dame, die we in den trein spraken, vertelde ons, dat ze met looden schoenen naar Den Helder was gegaan, omdat iemand in Amsterdam haar gezegd had, die beweerde het met eigen oogen te hebben gezien, dat de Ruijghweg, Fabrieks- gracht en Sluisdijkstraat, totaal weg waren. Anderen wisten, met ernst, te vertellen van zware bombardementen op de werf. Het bleken geruchten, die op geen enkele realiteit berustten, zij het dat man en paard genoemd werden en dat men zelfs precies wist te zeggen van welke zijde de berichten» het eerst waren doorgegeven. Heel de week heeft men er den mond van vol gehad. In de treinen, op de perrons, in de bedrijven, in de winkels, bij de „klap-banken", enthuis. Nu er niets aan de hand blijkt te zijn zwijgt men verder, wellicht in afwachting van de volgende geruchten-golf. In gemoede geven wij hier het advies: leen Uw oor niet aan deze fantasterij, acht Uzelf te hoog voor het hechten van geloof aan nonsens, en weiger waarde te hechten aan dingen, waarvan de oorsprong in het duister verborgen is. Deze tijd is een tijd waarin we onze zenu wen moeten bewaren. Welnu, verknoei en ver zwak die zenuwen niet met inhoudslooze bakerpraatjes, die geen recht van bestaan hebben, en die U voor niets opwarmen. Acht Uzelf te hoog voor dit geklets, lezer. Geloof, juist in deze dagen, alleen Uw eigen oogen en Uw eigen ooren. En niet andermans ooren en oogen! Hetzelfde bleven de kolensjouwers. Met de zwarte koppen, omwonden met knal-roode zakdoeken. Neger-tronie's, waarin het drui pend zweet kleine beken en rivieren penseelt. Sjouwende en zwoegende matrozen, van het schip naar de loods en van de loods naar het schip. Als de ploeg wordt afgelost duikt er een stel bij Luyckx binnen: dan bijten tanden vanonder zwarte lippen in de sneeuwwitte manchet van een glas goudig pils of duiken gulzige monden onder in de weelde van een kop bruine koffie. Trillende vingers, nog na- tintelend van het zwaar karwij, rollen vaardig een miniatuur stuk papier en een paar plukken tabak tot een cigaret. En behaaglijk zuchtend ondergaan ze even het genot van een korte siësta. In het Havenkantoor veranderde niets. Daar staren geoefende oogen naar den ein der, daar gaan de blikken van de haven-be ambten over de schepen en de vlotten. Daar hangen de deur-schilderingen van Jaarsma, waarvan de gloed van een in zee ondergaande zon niet verglanst, en waar de kanariepiet zijn lied even lustig tiereliert als altijd. En zoo is er veel hetzelfde gebleven aan onze haven. En dat doet iederen Nieuwedieper deugd, om dat hij zijn haven liefheeft boven alles, omdat hij weet dat Den Helder en zijn haven een on deelbaar geheel vormen. Niet te scheiden van elkander. Bestaande dóór en vóór elkaar! (Buiten verantwoordelijkheid van de Redact!* Niet geplaatste stukken worden niet -eruggezonden.) Nog eens: Gemeentelijke Opbouw. Geachte Redactie, Uw onderschrift op onzen brief van 23 dezer geeft ons aanleiding nog even op de zaak terug te komen, teneinde U een juist inzicht te geven in de ontwikkeling van het door ons ingenomen standpunt. Wij willen voorop stellen, dat het loffelijk streven van ons Gemeentebestuur om onze stad zoo spoedig mogelijk weer tot een be woonbaar oord te maken onze volle instem ming heeft en ook door een ieder, die het goede voor heeft, met de gemeente Den Hel der, zal worden gewaardeerd. Waar wij het niet mee eens zijn is de wijze waarop het Gemeentebestuur meent haar doel te moeten bereiken; hierbij gaan de heeren wij zeiden het reeds eerder eenige stappen te ver. Onjuist achten wij het, dat het Gemeente bestuur gaat grossieren in glas en andere bouwmaterialen; dit wijst op een miskenning van het particulier initiatief, terwijl het vo- teeren van gelden voor deze gemeentelijke transacties gevaarlijke precedenten schept. Bovendien kunnen wij ons niet voorstellen, dat de van Rijkswege ingestelde Schade- enquête-commissie de schadeaangiften, welke via de gemeentelijke commissie binnen komen, op andere wijze zal behandelen dan de aan giften, die rechtstreeks door de betrokkenen of namens hen door een gemachtigde worden ingediend, terwijl bij een eventueele uitkee- ring uit het „Herstelfonds 1940" ongetwijfeld niet met twee maten zal worden gemeten en de eerstgenoemde categorie zal worden be voorrecht boven de andere. Het ware, naar ons oordeel, juister geweest, indien Uw Redactie, alvorens genoemde ge meentelijke activiteit te gaan propageeren, ook de keerzijde van de medaille eens onder den loupe had genomen; vandaar ons beroep op meerdere objectiviteit. Hoogachtend, Biersteker's Assurantiekantoor Den Helder. BIERSTEKER. Wij gelooven, dat de heer Biersteker het gemeentelijk initiatief te bekrompen ziet. We hebben in ons vorig onderschrift en ook in de artikelen over het werk van de commissie van den wederopbouw geschreven, dat het juist in de bedoeling ligt de middenstanders bij dit werk in te schakelen. Dit is immers een gemeentelijk belang. Men kan dan ook op het invulbiljet te kennen geven, welken particulieren aannemer of schilder men zijn werk wil laten uitvoeren. Men is dus volko men vrij in de keuze van zijn uitvoerder. Dat de gemeente bij voorbaat reeds glas gekocht heeft getuigt slechts van gezond initiatief, omdat het, wanneer men daar langer mee wacht, wellicht onmogelijk zou zijn, glas in voldoende hoeveelheid te krijgen. En daar mee zou aan het voornemen van het ge meentebestuur, om de stad weer zoo spoedig mogelijk bewoonbaar te maken, geen prac- tische uitvoering kunnen worden gegeven. Wat betreft de vergoeding aan gedupeer den, hebben wij vertrouwen, dat inderdaad een officieel college als het gemeentebestuur, meer zal bereiken, dan een particulier, daar bovendien bekend is, dat het initiatief van het gemeentebestuur in Den Haag ten zeerste gewaardeerd wordt en men dus ongetwijfeld krachtig zal steunen. De toekomst zal moe ten uitwijzen in hoeverre onze verwachtingen tè optimistisch zijn. Red. Heldersche Crt. Gistermorgen geraakte een span paarden van den heer J. R., dat gespannen was voor een landbouw-wagen en bestuurd door den heer D. I\„ op hol. Op den hoek van den Kui- tenweg en Spannerweg kwam een der paar den te vallen met het gevolg, dat het andere paard, een kostbaar dier, op den kop in de sloot terechtkwam en zijn nek brak. Het dier was vrijwel direct dood. De bestuurder klaagde over pijn in een der armen, zoodat genees kundige hulp moest worden ingeroepen. DE DUITSCHE ZENDING. Over de positie der Duitsche zendelingen in Nederlandsch Oost-Indië schrijft de Allgemeine Evangelisch-Lutherische Kirchenzeitung het volgende: ,J)oordat Holland aan den oorlog ging deelnemen, was de toestand der Duitsche zendelingen in Nederlandsch Indië moeilijk geworden. Dit heeft betrekking op den groo- ten arbeid der Rijnsche zending, vooral op Sumatra en Nias, op de Bazelsche zending op Borneo en op de Neukirchner zending op Java. Daar door den oorlog de Duitsch-Hollandsche clearingsovereenkomsten waren vervallen, is de finantieele toestand der Duitsche Evange lische zending moeilijk geworden. Bij gerucht vernam men, dat de Duitsche zendelingen met andere Duitschers tiaar een interneeringskamp werden gebracht. Uit Oost-Afrika wordt bericht, dat de Leip- zigsche missie studiënassessor Nitzsche aan de Duitsche school te Lnshoto heeft afgestaan. Van de Leipziger-missie zijn nog twee zende lingen in het concentratiekamp, terwijl van de Bethel-missie geen zendeling geïnterneerd werd. Zeven zendelingen en iieti zusters ar beiden in Usambra en 12 zendelingen met n onderwijzeressen in Buhaja". komt onder duizenden oogen Ook Uw advertentie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5