Ingezonden
Abonneert U op dit blad
JJ-ctcLitneuw-i
Iedere dag brengt
méér bewoners terug
Hulde
Vrijdag
rolt de voetbal weer
Gemeenteambtenaren
gaan Debo bekampen
De Haven
en de tijd
Ik hoorde
bij geruchte..
fyutteïtj&ó....
cJ^outlöiXih ttieu'M
KeA?c en Zending,
Tweede Blad
Dierenbescherming
De Casino-deuren gaan
weer open
In onze zuster-stad
herstelt 't leven zich
De nieuwe cursus der Chr.
MULO-school
Restitutie motorrijtuigenbelasting
Eere wien eere toekomt
Goudmijntjes!
Span paarden op hol
Een advertentie
in de Heldersche Courant
Wij spraken eenige weken geleden de
veronderstelling uit, dat het zeer waar
schijnlijk zou zijn dat men eind Augustus
hegin September, een belangrijke terug
vloeiing van Heldersche ingezetenen, die
tijdelijk hun domicilie naar den polder
verplaatst hadden, zou kunnen waar
nemen.
Welnu, deze veronderstelling bleek niet
ie optimistisch geweest te zijn.
Inderdaad heeft men deze week een
niet onbelangrijke terugkeer kunnen con-
stateeren van hen, die eenigen tijd ge
leden Den Helder vaarwel gezegd heb
ben.
Deze terugkomst is psychologisch zeer
wel te verklaren: in de eerste plaats be
seft men dat de kans, door een bom ge
troffen te worden, redelijk gesproken niet
zeer groot is, in de tweede plaats wenscht
men dat zijn kinderen het onderwijs aan
de scholen in Den Helder zullen volgen
en in de derde plaats heeft men zoo
langzamerhand genoeg gekregen van de
periode, die men in 't buitenveld door
bracht.
Daar kwam nog bij het zeer ongun
stige v/eer van de vorige week, hetwelk
ook voor velen een waarschuwing ge
weest zal zijn wat men binnenkort, als de
zomer voorbij is, te wachten staat.
Hoe dan ook, iederen dag trekken er
minder menschen naar buiten en blijven
er meer in Den Helder achter. Men moet
zich in de middaguren maar eens op
straat begeven, of ook in den vooravond.
Tal van mannen en vrouwen ziet men
weer wandelen en waarlijk niet met be
drukte angst-gezichten.
Uiteraard is het prettig te zien dat
onze stad steeds beter bevolkt wordt. En
dat geldt voor praktisch alle wijken.
Zoowel Oude Helder, als Tuindorp en de
binnenstad.
Een aantal middenstanders heeft Den
Helder in het geheel nog niet verlaten,
terwijl een ander deel nog regelmatig
heen en weer reist. Tot de laatste cate
gorie zouden wij willen zeggen: zorg er
voor dat Uw zaak geopend is indien er
zich klanten aandienen. Dat is, in de eer
ste plaats, Uw eigen belang.
Zorg, dat men alle gebruiks-artikelen
weer in Den Helder kan krijgen en dat
niemand van de bevolking zijn neus stoot.
Dit is zeker een eerste eisch.
En pverigens.laat ons hopen dat de
nachtrust van hen die thans vol ver
trouwen teruggekeerd zijn niet meer
wordt verstoord en dat we verlost zijn
van alle misère, die wij in deze zomer
maanden hebben moeten doorstaan!
Praktische dieren-verzorging.
Er waren eens vele menschen, inwo
ners van Den Helder, die er prat op
pleegden te gaan dat zij toch zulke goede,
zulke voortreffelijke dieren-vrienden
waren. Dat waren de lieden, bij wie men,
op bezoek zijnde, getrccteerd werd op een
poes die non-stop geaaid werd en op een
hond, die al maar pootjes gaf en als be
looning daarvoor klontjes suiker en an
dere lekkernijen in de wacht mocht
sleepen.
Het waren de dierenvrienden bij uit
nemendheid... althans, dat dachten zij
zeiven.
Maar de praktijk des levens leerde anders.
Die leerde dat, toen een deel der bevolking
in panische schrik over een bombardement
haar heil in de vlucht zocht, het gros dezer
„dieren-vrienden" hun levende have kalm
weg in den steek liet, dit overliet aan de zor
gen van Jan en alleman, en zoo ook die even
tueel mocht ontbreken, aan zichzelf...
E- waren andere dierenvrienden en -vrien
dinnen. Dat waren zij die met die liefde nooit
te koop geloopen hadden. Maar die nu bewe
zen waarachtig paraat te zijn en op de bres
te willen gaan staan voor het verlaten dier.
Het doet prettig en zeer sympathiek aan dat
de Dierenbescherming zich in organisatorisch
verband de misère van zoovele dieren in Den
Helder heeft aangetrokken. Want met indivi-
dueele hulp alleen, hoe r,oed bedoeld ook,
komt men er niet.
Voor het grootste deel der verlaten hon
den en katten, is thans een betere tijd
aangebroken. Dank zij de Dierenbescher
ming worden zij behoorlijk gevoed en ge
drenkt, en menige zwerver is daardoor
aan den dood ontkomen.
En zoo ziet nen thans het beeld van
menschen, wildvreemden, die zich de zor
gen van den hond en van de kat liefdevol
laten welgevallen. Een zeer beschamend
beeld voor de verdwenen „dierenvrien
den", wiens werkelijke sympathie echter
op zandgrond gebaseerd bleek te zijn...
GEVELRIJDERS.
Een bewoner van de Hoogstraat deed bij
de politie aangifte, dat een auto met een der
mate vaart tegen zijn pui was gereden dat
die vrij zwaar beschadigd werd.
Moge dan al de ware voetbal-geest nog niet
m Den Helder zijn weergekeerd, er zijn twee
groepen, die dezer dagen besloten een begin
te maken en morgenavond (Vrijdag) een
vriendschappelijke match te spelen.
Dat is de voetbalclub der Gemeente-ambte
naren en die van DEBO (Drukkerij de Boer).
De wedstrijd wordt gespeeld op het ter
rein van DEBO; dat is naast het ÏJsclubter-
rein, hetzelfde waarop voorheen de Bios-boys
hun triomfen gevierd hebben.
Te 6 uur vangt de match aan en waar Den
Helder zoolang gespeend moest zijn van zijn
meest geliefde sport is het o.i. niet onmoge
lijk dat een grooter of kleiner publiek zich
achter de lijnen zal scharen. Men wordt er
echter op attent gemaakt dat de wedstrijd
precies te 6 uur een aanvang neemt.
Wij laten hieronder de opstelling der beide
ploegen volgen: DEBO ziet er als volgt uit:
J. Stevens
D. Boon H. Kemna
M. Hollestelle C. v. d. Berg P. Catshoek
A. Aberson W. Blokker D. Luyendijk
J. Bremer F. de Leur
Terwijl de Ambtenaren dn de volgende
samenstelling zullen optreden:
W. Biersteker
J. v. d. Poll W. Rijf
G. Woudstra J. Smit W. K. Baljé
G. Bakker J. Dol J. Heutink
H. Riemers A. v. d. Zouw
Een eerste uitvoering staat reeds
op het programma.
Lang is Casino gesloten geweest.
Lang waren de deuren gegrendeld en hin
gen de verduisteringsgordijnen, behalve des
nachts, ook heel den dag voor de ruiten.
Casino was verlaten. Directie en personeel
waren, in arren moede, heengegaan toen er
toch niets beters in Den Helder voor hen te
doen viel.
Maar September staat voor de deur...
En wij weten: met September zal Den Hel
der weer behoorlijk bevolkt zijn.
Dan zal ook het vereenigingsleven
weer zijn aanspraken doen gelden op de
gemeenschap en wordt het Casino auto
matisch ingeschakeld.
Vandaar dat wij dezer dagen, voorbij
Casino fietsend, het verheugende en tot
optimisme wekkende feit zagen, dat men
met man en macht bezig was de zalen
en kamers een goede beurt te geven. Stof
en andere ongerechtigheden verdwenen
onder bezems en dweilen en binnen zeer
korten tijd zal de schouwburg weer ont
vangst-bereid zijn voor diegenen, die zich
hier willen amuseeren, fêteeren of rece-
pieeren.
Naar wij vernamen, bestaat de moge
lijkheid dat reeds in de eerste helft van
September een eerste avond op het pro
gram staat.
Dat er vele in het komende seizoen
mogen volgen!
LEEREN JAS GEMEPT.
Een bewoner van de Dijkstraat, die bezig
was met herstellingswerkzaamheden aan zijn
woning had even zijn leeren jas bij dit werk
laten liggen.
Toen hij het kleedingstuk wilde meenemen
was dat niet niet meer noodig. Een ander had
zich bereids daarover ontfermd. De politie
stelt een onderzoek in.
Er is veel veranderd in onze haven...
En er is veel bij het oude gebleven.
Hetzelfde bleef het water, dat, net als
vroeger met eb en vloed door de dammen ge
perst wordt en schurend langs de steenen
vloeit. Het water, groen en grijs, dat de zon
gevangen houdt en soms als een arm van
lichtend zilver zich buigt van Harssens tot
Kuitje.
Het water, breed en rusteloos, zingend en
schurendklokkend onder de steigers en licht-
kabbelend tusschen de steenen. Het water is
hetzelfde gebleven. Zooals het altijd zichzelf
gelijk zal blijvenwat te land ook moge ver
anderen.
En verder, over den dam, daar waar het
wijdsche watervlak van den „lagen wal" zich
uitstrekt is het óók hetzelfde gebleven.
Aan den horizon wat driehoekjes haast
stipjes, kleine vlinders, geprikt op de plaats
waar water en hemel één worden.
Vat is de vloot.
De vloot der Texelaars, die iederen dag, bij
mooi weer en bij slecht weer, uitvaart. Een
twintigtal blazers, waarvan de bemanningen
trachten wat garnalen mee naar huis te nemen.
Het valt niet mee, het visschersleven op het
oogenblik, maar het valt in deze Texelaars te
waardeeren, dat ze niet werkloos willen blijven
thuiszitten bij moeder's pappot, maar er op uit
trekken. Naar de ree, en daar hun netten uit
werpen.
Vele inwoners keeren naar Ylis-
singen terug.
Het leven in onze stad herkrijgt zoo lang
zamerhand, aldus de „Vliss. Crt.", weer een
normaal aanzien. Het blijkt, dat vele ingeze
tenen, die de gemeente hadden verlaten om
in de dorpen een tijdelijk onderkomen te vin
den, weer naar hun oorspronkelijke woonplaats
terugkeeren. Ook velen van hen, die alleen
overdag in Vlissingen verbleven, doch den
nacht daarbuiten doorbrachten, zijn van ge
dachten veranderd en blijven nu rustig thuis.
De pessimisten hebben ditmaal ongelijk gehad,
het is n.1. nu wel gebleken, dat het verblijf in
Vlissingen niet gevaarlijker is dan elders, zoo
dat er geen enkele reden is om de stad te ont
vluchten.
Tijdens de lange zomerdagen was dit heen
en weer tr kken niet zoo'n groot bezwaar,
doch nu de avonden langer worden en bij slecht
weer, wordt het minder aangenaam. Deze fac
toren zijn zeker mede aanleiding dat velen
thans thuis blijven. Met dit al, beteekent deze
terugkeer een herstel van het normale leven
in onze stad.
Aanvang 3 September op de
Vischmarkt.
Onder verwijzing naar de desbetreffende
advertentie in dit blad vestigen wij er de
aandacht op, dat de nieuwe cursus der Chris
telijke MULO-school 3 September a.s. in het
gebouw der school, Vischmarkt 3, aanvangt.
Zooals eenige dagen geleden werd gemeld
wordt de verhoogde „wegenbelasting" niet
langer geheven voor motorrijtuigen, die op
gas rijden.
In aansluiting daarop deelt de A.N.W.B.
thans mede, dat de Secretaris Generaal van
het Departement van Financiën heeft be
paald, dat de van 17 Augustus j.1. af be
taalde extra belasting kan worden geresti
tueerd.
Na deze restitutie zullen nieuwe belasting-
kaarten worden uitgereikt.
Het blijkt ons dat het artikel over de poli-
tioneele instanties, die momenteel gespijzigd
worden in de jeugdherberg „De Noordkaap"
op een onderdeel tot misverstand heeft ge
leid. En wel inzake het deel, waarin verteld
wordt dat de heer Zwagerman de koks-dien
sten waarneemt.
Hieraan dient iets te worden toegevoegd
en wel dat gedurende de vacantie van de Zee
vaartschool, de Zeevaartschool-kok, en diens
assistent, benevens 6 man ander personeel en
een 4-tal leiders, op het Dijkje voor de spijzi
ging van de politie, marechaussée, gasfabriek-
personeel en andere gemeentelijke ambtena
ren zorg droeen en dat deden op loffelijke
wijze.
Toen de Zeevaartschool haar deuren weer
opende was voor dit personeel noodzakelijker
wijze het werk aan het Dijkje afgeloopen.
Werk, dat den vollen dank heeft geoogst van
alle eters.
Gaarne voegen wij dit nog toe aan datgene
wat er geschreven is. Het zou jammer zijn,
indien in dit opzicht een onjuiste meening ge
vestigd werd.
Uiteraard doet een en ander niets af aan
de prestaties van kok Zwagerman, die
momenteel het werk verricht.
BRAND IN DONKERE DUINEN.
Door Duitsche militairen gebluscht.
Gisteren ontstond in de Donkere Duinen
brand in de dennen. Waar zich juist een aan
tal Duitsche militairen in de nabijheid be
vonden, aarzelden dezen niet, doch vingen
terstond aan met het blusschen der branden
de vegetatie.
Men mocht succes boeken; na korten tijd
was men het vuur meester, zoodat erger
voorkomen kon worden.
Toen de politie met de brandspuit arriveer
de was het werk reeds klaar, zoodat van
dien kant geen assistentie meer geboden be
hoefde te worden.
Naar wij vernemen is circa 40 vierkante
meter dennen beschadigd.
Een karig stuk brood en doorgaans een ka
rige vangst. Maar het brengt tenminste iets
in het laadje en men weet, dat men zich nog
in bedrijf bevindt.
Vanuit de glazen vierkantjes van het Haven
kantoor ziet men de beweeglijke driehoekjes
der blazers deinen en deinen. En van vlak nabij
vaart onze eigen visschersvloot.
Dat is maar een heel kleine vloot, zóó klein
dat men zich eigenlijk geneert dit tweetal
vletten „vloot" te noemen.
Daar varen ze: in en bij de haven, de vlet
van Kees de Wit en die van Coen Bot.
Ze zetten de netten uit en hopen iederen dag
met het goede tij wat tongetjes en scharretjes
te vangen. Nu eens valt het wat mee, dan
weer is het net vrijwel leeg. Maar hoe zou
men ook z'n hoop kunnen vestigen op haven-
visch.
De rest van de Nieuwedieper vloot zit elders.
En dat „elders" omvat heel wat plaatsen. Een
deel op Wieringen, een deel bij Scheveningen,
bij Katwijk, overal verspreid.
En een deel in Den Helder, waar de schepen
eenzaam tegen de kade opgedrukt liggen. Een
mager mastenbosch, waarin een enkel monter
waaiend Shell-vlaggetje nog als het ware de
hoop op beter dagen, op zonniger toekomst
voor de Nieuwedieper visschers, verkondt.
Hetzelfde bleven de Heldersche jongens die'
hun rap spel spelen op de vlotten in de haven.
Die klauteren langs steigerpalen, en hard-
bgnzend neerkomen op de vlotten. Die met
opengesperde oogen liggen te loeren naar de
roode en gele en gouden zeeanemonen-lijven,
die krabben dreggen en met een lijntje aan het
scharrenzijn.
Nooit hebben wij geweten dat het verzin
sel, het sprookje, het gefantaseerde ver
haaltje, kortom: het gerucht, zóó'n taai
leven had.
Nooit hebben wij ook vermoed dat zooveel
menschen, van wie men mocht aannemen dat
zij over een gezond stel hersens beschikten,
zoo grif zouden ingaan op volkomen in de
lucht hangende vertelsels, die geen andere
oorsprong bezitten dan ,,dat-een-ander-ze-ook-
verteld-heeft".
Wie is die ander
Ziehier, de kern van het probleem dat ge
rucht heet. Ziehier de onoplosbare moeilijk
heid: iedereen weet het te vertellen en nie
mand weet waar zich de oorsprong bevindt.
Wij leven in moeilijke tijden, niemand die
dat zal willen ontkennen. Wij leven in een
tijd, waarin men groote dingen aanschouwt.
Dingen die men niet altijd omvatten kan of
overzien.
En deze tijd van groote botsingen, van
brandende problemen en ontzaglijke spannin
gen blijkt voor velen den tijd van het ge
rucht te moeten zijn.
Het gerucht
Wat men al niet hoort in deze dagen. A.
heeft het van B. gehoord. En A. vertelt het
dus over aan C. die het nog niet wist. B.
evenwel hoorde het in den trein een onbe
kende aan een ander overfluisteren, en weet
het „dus" „uit goede bron".
En zoo weet de een alles haarfijn van zijn
tante, die een neef heeft aan het departe
ment. De ander heeft weer „een goede be
kende" die een hooge functie bezit bij een
zekeren dienst. En weer een ander heeft ge
hoord dat die-en-die over een zekeren buiten-
landschen zender iets gehoord heeft dat den
huidigen toestand volkomen zal veranderen.
En zoo hebben wij allen iets gehoord. Wel
is de bron onbekend, en is die bron in 99
van de 100 gevallen niet terug te vinden,
maar dat doet weinig ter zake. We hooren
het gerucht, we vangen het „ergens" op en
zorgen er voor dat het in leven blijft
Sedert den oorlog uitbrak hebben we rijke
lijk ons deel gehad van „geruchten". Het zou
aardig zijn de collectie eens te bundelen en
die als de een of andere anecdotische uit
gave het licht te doen zien. Men zou er onge
twijfeld enkele uren van de meest aangename
verpoozing aan beleven
Waren wij op dit gebied dus niet voor een
kleintje vervaard, het record spande deze
week. Een lawine geruchten brak baan, en
spoelde over de bevolking heen. Ook over
de Heldersche. Het waren geruchten van
„groot kaliber" en er waren zelfs zeer be
gaafde lieden die er versteld van stonden.
Want als men zooiets vertelde kon dat toch
moeilijk gelogen zijn.
Ook liepen er hardnekkige geruchten over
bombardementen op onze stad. Een dame, die
we in den trein spraken, vertelde ons, dat ze
met looden schoenen naar Den Helder was
gegaan, omdat iemand in Amsterdam haar
gezegd had, die beweerde het met eigen oogen
te hebben gezien, dat de Ruijghweg, Fabrieks-
gracht en Sluisdijkstraat, totaal weg waren.
Anderen wisten, met ernst, te vertellen van
zware bombardementen op de werf.
Het bleken geruchten, die op geen enkele
realiteit berustten, zij het dat man en paard
genoemd werden en dat men zelfs precies
wist te zeggen van welke zijde de berichten»
het eerst waren doorgegeven. Heel de week
heeft men er den mond van vol gehad. In de
treinen, op de perrons, in de bedrijven, in de
winkels, bij de „klap-banken", enthuis.
Nu er niets aan de hand blijkt te zijn zwijgt
men verder, wellicht in afwachting van de
volgende geruchten-golf.
In gemoede geven wij hier het advies: leen
Uw oor niet aan deze fantasterij, acht Uzelf
te hoog voor het hechten van geloof aan
nonsens, en weiger waarde te hechten aan
dingen, waarvan de oorsprong in het duister
verborgen is.
Deze tijd is een tijd waarin we onze zenu
wen moeten bewaren. Welnu, verknoei en ver
zwak die zenuwen niet met inhoudslooze
bakerpraatjes, die geen recht van bestaan
hebben, en die U voor niets opwarmen.
Acht Uzelf te hoog voor dit geklets, lezer.
Geloof, juist in deze dagen, alleen Uw eigen
oogen en Uw eigen ooren. En niet andermans
ooren en oogen!
Hetzelfde bleven de kolensjouwers. Met de
zwarte koppen, omwonden met knal-roode
zakdoeken. Neger-tronie's, waarin het drui
pend zweet kleine beken en rivieren penseelt.
Sjouwende en zwoegende matrozen, van het
schip naar de loods en van de loods naar het
schip.
Als de ploeg wordt afgelost duikt er een
stel bij Luyckx binnen: dan bijten tanden
vanonder zwarte lippen in de sneeuwwitte
manchet van een glas goudig pils of duiken
gulzige monden onder in de weelde van een
kop bruine koffie. Trillende vingers, nog na-
tintelend van het zwaar karwij, rollen vaardig
een miniatuur stuk papier en een paar plukken
tabak tot een cigaret.
En behaaglijk zuchtend ondergaan ze even
het genot van een korte siësta.
In het Havenkantoor veranderde niets.
Daar staren geoefende oogen naar den ein
der, daar gaan de blikken van de haven-be
ambten over de schepen en de vlotten.
Daar hangen de deur-schilderingen van
Jaarsma, waarvan de gloed van een in zee
ondergaande zon niet verglanst, en waar de
kanariepiet zijn lied even lustig tiereliert als
altijd. En zoo is er veel hetzelfde gebleven aan
onze haven.
En dat doet iederen Nieuwedieper deugd, om
dat hij zijn haven liefheeft boven alles, omdat
hij weet dat Den Helder en zijn haven een on
deelbaar geheel vormen.
Niet te scheiden van elkander.
Bestaande dóór en vóór elkaar!
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redact!*
Niet geplaatste stukken worden
niet -eruggezonden.)
Nog eens: Gemeentelijke Opbouw.
Geachte Redactie,
Uw onderschrift op onzen brief van 23
dezer geeft ons aanleiding nog even op de
zaak terug te komen, teneinde U een juist
inzicht te geven in de ontwikkeling van het
door ons ingenomen standpunt.
Wij willen voorop stellen, dat het loffelijk
streven van ons Gemeentebestuur om onze
stad zoo spoedig mogelijk weer tot een be
woonbaar oord te maken onze volle instem
ming heeft en ook door een ieder, die het
goede voor heeft, met de gemeente Den Hel
der, zal worden gewaardeerd.
Waar wij het niet mee eens zijn is de wijze
waarop het Gemeentebestuur meent haar doel
te moeten bereiken; hierbij gaan de heeren
wij zeiden het reeds eerder eenige stappen
te ver.
Onjuist achten wij het, dat het Gemeente
bestuur gaat grossieren in glas en andere
bouwmaterialen; dit wijst op een miskenning
van het particulier initiatief, terwijl het vo-
teeren van gelden voor deze gemeentelijke
transacties gevaarlijke precedenten schept.
Bovendien kunnen wij ons niet voorstellen,
dat de van Rijkswege ingestelde Schade-
enquête-commissie de schadeaangiften, welke
via de gemeentelijke commissie binnen komen,
op andere wijze zal behandelen dan de aan
giften, die rechtstreeks door de betrokkenen
of namens hen door een gemachtigde worden
ingediend, terwijl bij een eventueele uitkee-
ring uit het „Herstelfonds 1940" ongetwijfeld
niet met twee maten zal worden gemeten en
de eerstgenoemde categorie zal worden be
voorrecht boven de andere.
Het ware, naar ons oordeel, juister geweest,
indien Uw Redactie, alvorens genoemde ge
meentelijke activiteit te gaan propageeren,
ook de keerzijde van de medaille eens onder
den loupe had genomen; vandaar ons beroep
op meerdere objectiviteit.
Hoogachtend,
Biersteker's Assurantiekantoor
Den Helder.
BIERSTEKER.
Wij gelooven, dat de heer Biersteker het
gemeentelijk initiatief te bekrompen ziet. We
hebben in ons vorig onderschrift en ook in
de artikelen over het werk van de commissie
van den wederopbouw geschreven, dat het
juist in de bedoeling ligt de middenstanders
bij dit werk in te schakelen. Dit is immers
een gemeentelijk belang. Men kan dan ook
op het invulbiljet te kennen geven, welken
particulieren aannemer of schilder men zijn
werk wil laten uitvoeren. Men is dus volko
men vrij in de keuze van zijn uitvoerder. Dat
de gemeente bij voorbaat reeds glas gekocht
heeft getuigt slechts van gezond initiatief,
omdat het, wanneer men daar langer mee
wacht, wellicht onmogelijk zou zijn, glas in
voldoende hoeveelheid te krijgen. En daar
mee zou aan het voornemen van het ge
meentebestuur, om de stad weer zoo spoedig
mogelijk bewoonbaar te maken, geen prac-
tische uitvoering kunnen worden gegeven.
Wat betreft de vergoeding aan gedupeer
den, hebben wij vertrouwen, dat inderdaad een
officieel college als het gemeentebestuur,
meer zal bereiken, dan een particulier, daar
bovendien bekend is, dat het initiatief van
het gemeentebestuur in Den Haag ten zeerste
gewaardeerd wordt en men dus ongetwijfeld
krachtig zal steunen. De toekomst zal moe
ten uitwijzen in hoeverre onze verwachtingen
tè optimistisch zijn.
Red. Heldersche Crt.
Gistermorgen geraakte een span paarden
van den heer J. R., dat gespannen was voor
een landbouw-wagen en bestuurd door den
heer D. I\„ op hol. Op den hoek van den Kui-
tenweg en Spannerweg kwam een der paar
den te vallen met het gevolg, dat het andere
paard, een kostbaar dier, op den kop in de
sloot terechtkwam en zijn nek brak. Het dier
was vrijwel direct dood. De bestuurder klaagde
over pijn in een der armen, zoodat genees
kundige hulp moest worden ingeroepen.
DE DUITSCHE ZENDING.
Over de positie der Duitsche zendelingen in
Nederlandsch Oost-Indië schrijft de Allgemeine
Evangelisch-Lutherische Kirchenzeitung het
volgende: ,J)oordat Holland aan den oorlog
ging deelnemen, was de toestand der Duitsche
zendelingen in Nederlandsch Indië moeilijk
geworden. Dit heeft betrekking op den groo-
ten arbeid der Rijnsche zending, vooral op
Sumatra en Nias, op de Bazelsche zending op
Borneo en op de Neukirchner zending op Java.
Daar door den oorlog de Duitsch-Hollandsche
clearingsovereenkomsten waren vervallen, is
de finantieele toestand der Duitsche Evange
lische zending moeilijk geworden. Bij gerucht
vernam men, dat de Duitsche zendelingen met
andere Duitschers tiaar een interneeringskamp
werden gebracht.
Uit Oost-Afrika wordt bericht, dat de Leip-
zigsche missie studiënassessor Nitzsche aan
de Duitsche school te Lnshoto heeft afgestaan.
Van de Leipziger-missie zijn nog twee zende
lingen in het concentratiekamp, terwijl van de
Bethel-missie geen zendeling geïnterneerd
werd. Zeven zendelingen en iieti zusters ar
beiden in Usambra en 12 zendelingen met
n onderwijzeressen in Buhaja".
komt onder duizenden oogen
Ook Uw advertentie