Verhooging van opcenten op de
hoofdsom der Gemeentefonds
belasting
Raadsvergadering
Brengt 35000 gulden in de
gemeentekas
ft Verkeershuis
zet zyn arbeid voort
De „Sterke arm
Woensdag 11 September 1940
Tweede Blad
Ilelp het platteland met goed-
koope electriciteitstarieven
Stamkaart als
legitimatiekaart 1
Uit het politie-rappori
werd niet vergeten
De vrijheid
en het witte boord
Burgerlijke Stand van Den Helder
De spoedeischende raadsvergadering van
gisterenmiddag half vier was belegd voor
het voorstel tot verhooging van het aantal
opcenten op de hoofdsom der gemeente
fondsbelasting, waarmee het college van
B. en W. SfOOO gulden in de gemeentekas
hoopt te krijgen, met welk bedrag de on
gunstige financieele positie van onze stad
verminderd zal worden. a
De voorzitter opende te half vier de verga
dering. Afwezig waren, de raadsleden Uithol
(gem. en nat. belang), C. Bot (Chr. D.) Bak
ker en Bulten (SDAP), Makelaar (VD) en
Schoeffelenberger (Ec. groep). De laatste met
kennisgeving wegens ongesteldheid.
Installatie nieuwe raadsleden.
Wegens het vertrek van dr. P. Feenstra
Kuiper (Gem. en nationaal belang) en het
overlijden van den heer v. Buuren (SDAP)
had in deze vergadering de installatie
plaats van de heeren E. Loesberg en G.
Dol.
In handen van den voorzitter legden de
nieuwe raadsleden, die reeds vroeger zitting
hadden, respectievelijk den eed en de belofte
af, waarna zij hun zetels achter de groene
tafel bezetten!
H Ingekomen stukken.
Van de stukken, die onder de hamer door
gingen noemen we:
Mededeeling van Gedeputeerde Staten, dat
de toezegging tot het verleenen van een pro
vinciale bijdrage in de bijkomende kosten van
de uitbreiding der algemeene begraafplaats,
gedaan bij hun schrijven van 10 Februari
1937, afd. 2A, no. 214, thans geacht kan
worden te gelden voor de uitvoering van het
nieuwe plan voor het betreffende werk.
Besluit van Gedeputeerde Staten der pro
vincie Noordholland van 14 Augustus 1940 tot
verdaging hunner beslissing omtrent het ter
goedkeuring ingezonden raadsbesluit van 7
Mei 1940 tot aankoop van grond voor uit
breiding van de algemeene begraafplaats.
Verklaring van den Pensioenraad, waaruit
blijkt, dat le Heer P. van Dalen, gemeente
ontvanger, beheerder der centrale kas voor de
bedrijven en hoofd van den controledienst der
gemeentebelastingen te Den Helder, uit hoofde
van ziekten of gebreken voor de verdere waar
neming van zijn betrekkingen ongeschikt is.
m Ontslag van den heer v. Dalen.
Verzoek van den Heer P. van Dalen, ge
meente-ontvanger, beheerder der centrale kas
voor de bedrijven en hoofd van den controle
dienst der gemeentebelastingen, om hem met
ingang van 15 October 1940 ontslag te ver
leenen.
De voorzitter merkt hierbij op, dat hij
aan dit verzoek niets toe zal voegen, om
dat de heer v. Dalen persoonlijk in de ge
legenheid zal zijn in den openbaren raad
afscheid te nemen.
Gedelegeerden Ambachtsschool.
Aangenomen wordt het voorstel om den
heer J. A. Blanjaar te benoemen tot gedele
geerd lid in het bestuur van de ambachtsschool,
in verband met het bedanken van den heer
H. Dollekamp.
De schoolwonlng te Huisduinen.
Eveneens wordt z.h.s. aangenomen het voor
stel tot verbetering van de schoolwoning te
Huisduinen, waarvoor een bedrag van 1350
wordt uitgetrokken.
Heldersche zeewering.
Voorstel tot het aanvaarden van een pri
vaatrechterlijke vergunning voor het gebruik
van een gedeelte der Heldersche zeewering.
De heer Terra (r.k.) vraagt of die 2.50
recognitie het totale bedrag is, of dat dit per
ligplaats moet worden betaald.
De voorzitter antwoordt dat dit het geheele
bedrag is.
Onbewoonbaar.
Aan de orde komt het voorstel tot onbe
woonbaarverklaring van de woningen H. W.
Mesdagstraat 18 en 26.
De heer Terra maakt de opmerking, dat
intusschen deze woningen onbewoond zijn ge
worden.
De voorzitter: Ja, maar het is de be
doeling van de eigenaresse om als zich huur
ders aanmelden, de huizen weer te verhuren.
Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
Belastingverhooging.
Aan de orde is hierna het voorstel tot ver
hooging van het aantal opcenten op de hoofd
som der gemeentefondsbelasting.
Door deze gemeente worden op de hoofdsom
der personeele belasting voor het belastingjaar
1940 145 opcenten geheven en voor het belas
tingjaar 1940—'41 op de hoofdsom der ge
meentefondsbelasting 55 opcenten. Een heffing
van het maximaal toegestane aantal opcenten
was in verband met de niet ongunstige finan
cieele positie dezer gemeente tot dusver niet
noodig.
Door het vertrek van het marinepersoneel
met gezinnen, gepensionneerden, enz. is de
financieele en economische toestand dezer
gemeente belangrijk slechter geworden.
Verhooging van het aantal opcenten op de
hoofdsommen der bovengenoemde belastingen
is daardoor noodzakelijk.
De opcenten op de hoofdsom der personeele
belasting kunnen thans voor het belasting
jaar 1940 niet meer worden verhoogd, het
aantal opcenten op de hoofdsom der ge
meentefondsbelasting kan voor het belasting
jaar 194041 nog verhoogd worden van 55
tot 75.
B. en W. stellen den raad voor daartoe te
besluiten.
De heer M e ij e r (v.d.) vraagt waarom het
college zoo plotseling met dit voorstel komt.
Had het niet kunnen wachten tot de behan
deling van de begrooting?
De voorzitter: Bij de behandeling van
de begrooting was de toestand zoodanig, dat
geen verandering van de belasting noodig was.
Dat is nu anders. Verschillende bewoners heb
ben ontheffing van belasting gevraagd. De
opbrengsten van de belastingen zullen tarug-
loopen, de uitkomsten van de bedrijven zijn
minder.
Om de teruggang van de inkomsten
zoo gering mogelijk te maken kunnen de
opcenten van de personeele belasting en
van de gemeentefondsbelasting verhoogd
worden tot het maximum, zooals dat in
de meeste plaatsen reeds het geval is. Bij
de personeele belasting was die verhoo
ging nu niet meer mogelijk en dat is
jammer, want het had de financieele po
sitie met 50.000 gulden minder verslech
terd. Voor de opcenten op de gemeente
fondsbelasting is het nog wel mogelijk en
dat zal waarschijnlijk een bedrag van
35.000 gulden opleveren. Er is niemand,
die deze verhooging gewenscht heeft. We
moeten! De gemeente zal straks wel
steun van de regeering moeten vragen,
maar dan moet zij eerst haar belastingen
tot het maximum verhoogen.
De heer Ran (r.k.) meende, dat het aan
tal opcenten tot maximum 80 opgevoerd kon
worden, inplaats van tot 75.
De voorzitter en wethouder van financiën
toonen aan, dat hij zich hierin vergist.
De heer Ran vraagt nog of de gemeente
niet aan kan kloppen bij de bevoegde instan
ties om steun, omdat zij toch geen schuld
draagt aan de positie, zooals die voor Den
Helder geworden is.
De voorzitter merkt op, dat dit op het
oogenblik niet aan de orde is.
Het voorstel wordt hierna z.h.s. aangeno
men.
Rondvraag.
De heer Boogaard (s.d.) vraagt of het
niet mogelijk is de bijkomende administratie
kosten voor het legitimatiebewijs, dat met 1
October verplicht is, niet te berekenen.
De voorzitter zegt, dat het geen tijd
is voor cadeautjes en dat de burgers moeten
beseffen deel uit te maken van een gemeen
schap. De kosten zullen echter zoo laag mo
gelijk gehouden worden.
De heer P. v. d. Veer (a.r.) bracht de
electriciteitstarieven ter sprake voor de plat
telandsbevolking. De menschen kunnen geen
gasaansluiting krijgen, petroleum wordt on
voldoende geleverd. Hoe moet men straks zijn
maaltijden bereiden?
De heer v. d. Vaart wijst op het onder
zoek, dat terzake ingesteld is bij de platte
landsbevolking, door middel van de circulaire,
waaruit slechts een matige belangstelling
bleek voor het gebruik van electriciteit voor
verwarmingsdoeleinden. Met den directeur
van het P.E.N. is een bespreking gevoerd over
een goedkoop nachttarief. Dat bleek echter
niet mogelijk en het is nu geen tijd om van
gemeentewege concessies te doen. Wij hopen,
aldus de wethouder, zonder verhooging 1941
door te kunnen.
Verandert de toestand, dan zullen natuur
lijk direct maatregelen worden genomen,
doch een definitief antwoord is op het oogen
blik niet te geven.
De heer v. d. V e e r wijst er nog nog eens
op, dat de circulaire van de gemeente op een
onjuist moment kwam. Er was toen geen
animo. Maar nu is de situatie veranderd en
als het P.E.N. in Wieringen voor 2% cent
kan leveren, moet dat toch ook voor onze ge
meente kunnen?
De heer v. d. Vaart wijst op de onbillijk
heid die er in dezen bestaat. De gemeente
krijgt zijn stroom geleverd aan de grens van
de gemeente voor 2 y2 cent per kw. Zij kan
dus onmogelijk voor minder dan 3 cent leve
ren, doch is daarmee al boven het tarief dat
het P.E.N. aan verschillende particulieren be
rekent. Dat is onbillijk en het college zal er
niet in berusten.
De heer M e y e r (v.d.) is het met de tac
tiek van het college niet eens. Gas wordt toch
ook tegen productieprijs geleverd. Lever dan
aan Koegras ook electriciteit tegen laag ta
rief, zonder verlies.
De heer v. d. Vaart wijst op het princi-
pieele verschil tusschen het gasbedrijf en het
electriciteitsbedrijf. Vergrooting van het gas-
debiet, ook tegen productiekosten, verlaagt
den kostprijs, dat is met de levering van
stroom natuurlijk niet het geval. Als we be
ginnen met een noodmaatregel voor het
platteland, moet die ook gelden voor de stad.
Spr. zal de zaak echter nog eens bezien.
De heer Hoornsman (v.d.) drukt er
ook zijn teleurstelling over uit, dat de tariefs
wijziging niet doorgevoerd is bij de behande
ling van de begrooting. Spr. heeft toen ver
trouwen gehad in de belofte van den wethou
der, maar daarin is hij teleurgesteld. De
plattelandsbevolking gaat nu een slechten
winter tegemoet.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
voorzitter hierna de vergadering.
Door de maatregelen, die de overheid vóór
1 October voorschrijft, zijn alle Nederlanders
boven 15 jaar verplicht zich te voorzien van
een bewijs van Nederlanderschap. Dit gaat
gepaard met kosten. Niet alleen zal men zich
een pasfoto aan moeten schaffen, men zal ook
voor het bewijs een gulden moeten neertellen.
Dit kan voor verschillende menschen finan
cieel een bezwaar zijn.
Een onzer lezers stelde de vraag of het
niet mogelijk I'S dat de stamkaart als
geldig iegimitatlebewys kan worden ge
bruikt. Op de voorzijde van de kaart is
voldoende ruimte om een foto te plakken.
Men heeft dan geen andere kosten dan die
van de foto.
Wij geven dezen tip gaarne door aan de be
voegde autoriteiten. Men bespaart daardoor
heel wat menschen een uitgave, die zij vooral
in dezen tijd moeilijk kunnen missen.
Thans als informatie-bron voor
hen die gingen en... komen.
't Verkeershuis heeft een goeden naam in
Den Helder. Deels is dit te danken' aan het
vele en belangrijke propagandistische werk,
hetwelk deze instelling der VVV gedurende
verscheidene jaren presteerde, deels aan de
leiding, die bij den heer W. Velthuys in voor
treffelijke handen was.
Het heeft wellicht zijn nut er op te wijzen
dat, ondanks de benarde tijdsomstandigheden
die evenwel niet specifiek Heldersch zijn, doch
in praktisch geheel Nederland gelijk, het werk
van 't Verkeersbureau, ook nu, voortgang
heeft en in de toekomst voortgang zal
hebben.
Wij spraken hierover met den heer Velt
huys, die uiteraard niet anders kon dan
toegeven dat het VVV-werk thans, wat
de propaganda betreft, stilligt. Het ligt
trouwens van den lOden Mei af stil, en
het behoeft wel niet nader beklemtoont
te worden, dat ook de naastbijzijnde toe
komst geen gelegenheid zal scheppen tot
ontplooiing van dezen arbeid.
Men meene echter thans niet dat nu 't
Verkeershuis een overbodigheid is gewor
den, iets wat men voorloopig althans ge
voegelijk op non-activiteit kan stellen.
Dat het tegendeel waar is werd ons door
den heer Velthuys bewezen; zeer vele aan
vragen waren daar en komen nog dagelijks
binnen betreffende mogelijkheden tot ver
voer, hetzij per bus, hetzij per boot of
trein. Het zijn aam ragen, die zoowel
schriftelijk ais telefonisch gesteld wor
den en waarop 't Verkeershuis 't antwoord
niet schuldig blijft. m
Voorts is daar het correspondentie-
wèrk in verband met den toestand der
stad. Het blijkt steeds weer dat daar in
het binnenland veelal de meening bestaat
dat het met Den Helder daar in 't noorden
droevig gesteld is. Den Helder toch was
al diverse malen „platgegooid"... Den Hel
der stond nog maar voor een deel recht...
enz. enz.
Nu kan men deze veronderstellingen schou
derophalend voorbijgaan, dat doet aan het feit
niets af dat die meeningen bestaan, en dat
ongetwijfeld weifelmoedige figuren er door
teruggehouden worden Helderwaarts te komen
Ook ten dezen verricht 't Verkeershuis
voorlichtend werk. Het deelt den juisten toe
stand in onze stad mede en het wordt, als
zijnde een sub-officieele instelling, geloofd.
Het is begrijpelijk, dat er in de komende
weken en maanden nog vele aanvragen aan 't
Verkeershuis gesteld worden. Hopen wij, dat
dan steeds het antwoord moge zijn, dat Den
Helder zeer wel bewoonbaar is en dat het er
zeker niet in meerdere mate gevaarlijk is dan
elders.
Men hoopt op het bureau, dat men spoe
dig weer aan den slag moge gaan met het
praktische WV-werk.Dat er eindelek weer
de normale rust over Nederland in het
algemeen en Den Helder in het bijzonder
zal komen en dat uitgaand Nederland
deels zijn schreden zal richten naar dat
gedeelte van het vaderland, waar Noord
zee en Marsdiep samenvloeien.
Hoe dan ook... 't Verkeershuis is paraat.
Het biedt zijn tijd en maakt dien tijd in
middels productief door het geven van
inlichtingen aan hem of haar, die zich nog
in tweestrijd bevinden of Den Helder
voor hen wel een geschikte verblijfplaats
is.
En.ook d t is practisch werk, waar
van men de waarde zeker niet mag klei
neeren!
INBRAAK AAN HET 3ÏNGEL.
Ook gisteren bleek dat er weer enkele in
braken gepleegd zijn in Den Helder, waarbij
min of meer waardevolle voorwerpen gestolen
werden. Zoo kreeg een pand aan het Singel
bezoek. Een radio-toestel en een kapok-matras
werden als buit meegenomen.
De politie stelt een onderzoek in.
ZEDENMISDRIJF.
Het is de zedenpolitie gelukt een geval van
zedenmisdrijf aan het licht te brengen. De
hoofddader is gearresteerd en naar Alkmaar
I vervoerd.
ELLEBOOG GESTOLEN...
Dat sommige dieven zich tevreden stellen
met zelfs vrij waardelooze huishoudelijke zaken
blijkt uit het feit, dat bij een inbraak in een
perceel aan de Erasmusstraat een... elleboog
van een kachelpijp in de wacht gesleept werd.
INBRAAK?
Vermoedelijk werd dezer dagen een „kraak"
gepleegd in een woning aan de Hoofdgracht.
De bewoners bevinden zich evenwel elders,
zoodat de politie moet afwachten of hier inder
daad sprake is van diefstal.
NOG EEN HUIS AAN HET SINGEL
BEZOCHT.
Nog een huis aan het Singel kreeg bezoek
van ongewenschte elementen. Het bleek dat
een paar rijlaarzen, een pantalon en 2 flesschen
slaolie meegenomen waren.
De politie stelt een onderzoek in.
LICHT AAN DE BINNENHAVEN.
Onverstoorbaar gaan de slechte verduister
aars in Den Helder hun gang. Ditmaal was
het een bewoner van de Binnenhaven, die ver
zuimde zijn lichtbronnen in voldoende mate
af te schermen.
Proces-verbaal volgde.
Maar er kan nog méér bjj!
Men kan zich ongetwijfeld nog herinneren,
dat wij, nog niet zoo lang geleden, net een en
ander schreven over de Jeugdherberg in de
Breedwarsstraat, die sedert eenigen tijd ge
promoveerd is tot domicilie van het korps
rijksveldwachters en maréchaussée's, terwijl
ook diverse gemeentelijke politie-agenten af
en toe acte de présence plegen te geven.
Wij eindigden dat artikel toen met het ver
zoek aan de stadgenooten, om hun boeken- en
tijdschriftenbezit eens na te zien en ook hun
voorraad spelen en spellen. Om reden dat de
marechaussée's en rijksveldwachters, die uit
alle deelen des lands kwamen en komen,
daarvan tot nu toe gespeend bleven.
Gisteren waren wij wederom in de
„Noordkaap" en wel om ons ervan te
overtuigen of die oproep weerklank had
gevonden. Welnu, het bleek dat dit inder
daad het geval geweest is. Inderdaad
meldden zich tal van Nieüwediepers, die
iets over bleken te hebben voor den „ster
ken arm,, die hier thans zoo rjjkelijk ver
tegenwoordigd is en die wij in eere dienen
te houden, aangezien genoemde arm erop
let, dat zoo weinig mogelijk schade aan de
eigendommen wordt bezorgd en dat het
aantal bezoeken aan woningen zoo gering
mogelijk wordt gehouden.
Daar zijn lieden gekomen, die hoeveel
heden tijdschriften afleverden, anderen,
die met kranten kwamen, terwijl zelfs
verschillende personen thans regelmatig
hun „Leven" of „Stad" komen brengen.
En dat alles zeer ten gerieve van de be
woners der „Noordkaap", die nu eenmaal
niets anders in hun (weinig!) vrjje uren
te doen hebben.
Bij lectuur bleef het evenwel niet. Want weer
anderen kwamen aandragen met een sjoel
bak, zoodat ook het abele spel der witte schij
ven gepleegd kan worden.
Men make zich echter van dit alles geen
overdreven voor telling. Het korps is, men
weet het groot. Enkele dagen geleden
telde het een ?C man. En 80 menschen
kunnen heel wat lezen en als slechts een
klein deel zich middels een spel vermaken
wil, zyn daarvoor ook vele spellen noodig.
Vandaar dat wij ons nog eens de vrijheid
permitteeren en nogmaals een beroep doen op
vriendelijke stadgenooten, die op dit gebied
iets te missen hebben.
Tijdschriften, couranten van recenten da
tum, brochure's, boeken en boekjes, kortom,
iedere soort „leesstof" is gewild en gewenscht
en het is toch een niet al te groote moeite, als
men even aanloopt bij de „Noordkaap" in de
Breedwarsstraat, waar men gaarne ontlast
wordt van de meegenomen zaken.
Speciaal ook spellen (schaak, dam, kaarten
en gezelschapsspelen) zal men zeer gaarne
ontvangen en ook daarvan is misschien nog
wel iets over. Men neme het maar eens in over
weging. Misschien vindt u iets.
Overigens blijft de ex-jeugdherberg nog
steeds p litie-domein. Marechaussée's en
rijksveldwachters komen dreunend binnen
Kok Zwagerman avonturiert verder met
zijn magische pollepel en wordt nog steeds
geëerd inzake zyn verrichtingen met fa
meuze broodpap en andere tongstreelen-
de massa-malen, terwijl weer anderen de
komende en gaande ordebewakers van
bakken dampende koffie voorzien.
Ja, wat de eterij betreft is alles in orde.
Op één punt na en wel de thee. Want thee is
iets, wat men in al die maanden niet heeft
kunnen krijgen. Menig marechaussée, aldus
merkten we, is zco langzamerhand de smaak
daarvan vergeten...
Maar hoe dan ook, de gastvrije jeugdher
berg is gastvrij gebléven en vervult thans een
taak, waarop zij straks, als de toestand weer
genormaliseerd zal zijn, met voldoening mag
terugzien.
Schetsen uit het Buitenveld
Enkele weken geleden spraken wij een pol-
dersch ingezetene van hoogere orde. Het was
een sub-magistraat uit een der evacuatie
gemeenten en iemand wiens woord de geldig
heid eens orakel bezit voor de dorpenaren.
Een gróót man.
Hij was het, die ons vertelde, dat er tusschen
de emigranten uit Amersfoort, die er éérst
geweest waren en die uit Den Helder (die
daarna kwamen) een wezenlijk onderscheid
bestond. Het was een zeer opvallend onder
scheid, dat geen enkele dorpeling ontgaan was
Het bestond nl. daaruit, dat de gevluchte
Amersfoorter mét een boord in het dorp liep
en de gevluchte Nieuwedieper het zónder dit
kleedingstuk placht te doen.
Een en ander beteekende in geenendeele, dat
men in het desbetreffende dorp de Amersfoor
ter hooger aansloeg dan de Jutter, maar wel
was het een merkwaardig kenmerk van de
meerdere welgesteldheid van eerstgenoemde
categorie.
Ja, wij en die Amersfoorters.
Wij hebben gelezen, dat de laatsten thans
cadeaux schenken aan de poldersche gemeen
tebesturen als dank voor de betrachte gast
vrijheid. We hebben gelezen van de machtige
dankbaarheid, die zij betoond hebben aan die
genen, die hen onderdak bezorgden, kortom
Amersfoort en de Amersfoorters kenmerken
zich door een erkentelijkheid die haar weerga
niet vindt.
Het was naar aanleiding van dat witte boord
dat wij enkele regels willen plegen. A priori...
we mogen toch aannemen, dat in deez benarde
wereld toch niet alleen het witte boord als
toonaangever van den maatschappelijken wel
stand geldt. Als dat zoo was liep dra de gan-
sche wereld in wit boord en zou men kunnen
wanen dat Jan en alleman welgesteld was. En
zoo is het (helaas!) nog altijd niet.
Nee, dat witte boord zegt, bewijst en ver
klaart niets. Maar dan ook heelemaal niets.
Want neem nu onze boer. Ik weet niet op
hoeveel ik 's-mans bezit moet schatten, want
wat is moeilijker dan in eens anders geldbui
del te zien. Maar wat als een paal boven wa
ter staat, dat is het feit dat hij er geen be
zwaar in ziet op een veiling een of meerdere
boerderijen aan te koopen. En dat i: nog altijd
iets wat op een zekeren welstand wijst. Voorts
bezit de boer (of zijn vrouw) een fantastische
hoeveelheid oud goud en zilver. Hij bezit een
klein vermogen aan porcelein en antiek koper.
Hij bezit eindelooze bunders land, hij bezit...
nu ja, hij is een rjjk man.
Desniettegenstaande... hij draagt géén
boord. Soms, Zondags, verschijnt hij met dit
halJ-bedeksel aan tafel, doch zoodra de eerste
bak zwaar-gesausde koffie weggespoeld is, ver
dwijnt het bord en zit hij daar, met het dikke,
doorzonde bruin-bronzen vleesch van zijn hals
open en bloot.
Zoo zijn er meer in het buitenveld. Ze dra
gen geen boord, hoewel ze er zeer wel voor in
de gelegenheid zijn en kisten vol van zouden
kunnen aanschaffen.
En hoe staat het nu met onze boorden-
loozen?
Lieve lezer, schrijver dezes en zijn verwan
ten bekleeden in de burgermaatschappij (in
alle bescheidenheid) zeer respectabele betrek
kingen. En waar het betrekkingen zijn, die
fatsoenlijk gehonoreerd worden (zij het niet
overmatig!) zijn wij door stand cn klasse-
solidariteit gedoemd boorden te dragen. Wel
nu, wij dragen ze dan ook. Heel den dag in
de stad siert een blank stukje linnen dat deel
onzes lichaams, hetwelk de kortste verbinding
vormt tusschen hoofd en lichaam. Heel ons
leven was dat al zoo en zoo ware het ook ge
bleven, indien niet de oorlog gekomen was die
ons wreedelijk 't buitenveld indreef.
En zoo is het gebeurd: na een week werd
het boord op non-activiteit gezet en thans
plegen wij dit bewijs van welgesteldheid alleen
nog te dragen op Zon- en feestdagen en bij
hoogtijdagen (die er niet veel zijn). Voor de
rest vliedt ons leven boordloos verder; en...
het is een weelde zulks te mogen doen.
Want wat is er tenslotte kostelijker dan des
avonds, na volbrachten Nieuwediepschen dag
taak, aan den kant van de Vliet te gaan zitten
met den hengel en op de vlietvisschen te gaan
azen. Dat we niet veel vangen weten we voor
uit. Dat w a t we vangen mager en schriel is.
Ook dat is bekend. Maar alleen dat kostelijk
alleen-zitten tusschen het riet. Met de blauwe
lucht boven en het groene water onder je. Met
niets dan het zingende en pluimende riet en
de dobber, die als een vroolijk bellefleurtje sid
dert op den waterspiegel.
Boordloos... het is het bewijs van onze vrij
heid, van ons eigen-baas-zijn, van onze maling
aan alles en iederen. Het is een verstolen de
monstratie tegen de fatsoensnormen, die in de
stad soms zoo drukken en die je hier in 't. bui
tenveld zoo kostelijk kunt wegsmijten.
En zoo wandelen, eten en vermaken we ons
in dat buitenveld zonder boord, en niemand
die er niets van zegt of ons er een verwijt van
maakt. Met uitzondering van dien notabelen
meneer, die het echter ook niet kwaad meent
en de vergelijking alleen maar maakte ter on
derscheiding van de groeps-mentaliteit
En zie, zoo we al ondankbaar zijn over het
buitenveld en kankeren op diverse instedingen
die ons niet naar den zin zijn, Laat ons dan
voor nu en later niet vergeten dat we er een
deel van onze vrijheid, een deel van onze zalige
ongebondenheid, een zalig stukje vaaebondis-
me voor teruggekregen hebben, waaraan we
tot onzen laatsten dag met genoegen zullen
terugdenken.
Vrijheid... ja. die hebben we in het buiten
veld teruggevonden. Eindelijk eens iets anders
dan het verplichte witte boordje en de glim
mend gepoetste schoenen. Iets anders dan een
overhemd dat als een gesteven lijkwade uw
borst ui een harrenas omvat. Iets anders dan
de geb' illantineerde kuif en de styf in vouw
geplooide pantalon. En iets anders dan het
wandelen langs het bescheiden voetweggetje
van de stad, waarvan we iederen steen kennen
en iederen boom kunnen uitschilderen.
Tering tot de natuur...
Enkek schreden tot dien weg terug schonk
ons deze tijdelijke vlucht naar het buitenveld.
van 10 September 1940.
ONDERTROUWD: W. F. Ligteringen en
M. J. van der Wal. J. Lexmond en A. Thijasen.
L. J. Pols en J. Voorthuijsen. C. Bijl en M. de
Ruiter. J. Ruig en J. Provilij. A. Dekker en
M. de Rijke. A. Cornielje en A. Staal. S. Sel
derbeek en J. E. Steenlage. J. N. Langereis
en J. van de Voorde.
GETROUWD: C. Th. F. Nypels en C. M. v.
Nim wegen.