„Heb je trek in een borreltje Hoe is onze monetaire positie? Rijwiellamp-alscherming Dc voedingswaarde van groenten in blik Goede oogst in Duitschland Aanvallen van beide zijden Brand in een houtzagerij Verkeerde meeningen rechtgezet Naar vreedzamer verhoudingen Zware be'astingverhooging noodzakelijk Onregelmatigheden met den verkoop van petroleum Plechtige teraardebestelling W A.-man Peter Ton Hoofdcommissariaat van politic in Den Haag Jongen stal in Amstelparkbad Italiaansch weermachthericht Hoe staat het met onze monetaire situatie vraagt het Vad., na gewezen te hebben op de moeilijkheden in Engeland en Duitsch- land en de in dat laatste land bereikte re sultaten met strenge deviezcncontrole en vastlegging van prijzen en loonen? Van 6 Mei tot 2 September is de geld circulatie in Nederland gestegen van 1.158 millioen tot 1.323 millioen. Intusschen is onze goederenvoorraad echter belangrijk ge daald; de stijgende geldcirculatie houdt zelfs direct verband met die daling van de voorraden. Thans begint men ook en dit is op zich zelf zeer toe te juichen ar beidskracht uit te voeren, daar wij al sinds jaren enorme hoeveelheid braakliggende ar beidskracht hadden. Het loon wordt voor een belangrijk deel hier te lande uitbetaald. Koopkracht van buiten stroomt het land binnen. Tegenover de aldus toenemende koopkracht of liever schijn van koopkracht staan echter steeds minder goederen. In gewone tijden worden de loonen van in Duitschland werkende Nederlanders, wier gezinnen hier leven, in laatste in stantie uitbetaald in Duitsche naaimachi nes, D.K.W.-'tjes, radiotoestellen, electrische apparaten, chirurgische instrumenten, enz. enz. Thans staat er tegenover de gul dens. die hier door de clearing wor den uitbetaald (en door een onbe grijpelijke fout veel te laat worden uitbetaald!! niet veel anders dan een vordering, die ons later wel licht zeer van pas zal komen, n.1. bij de reorganisatie van onze volks huishouding, maar die voorloopig geen goederen inbrengt, die tegen over het meerdere geld kunnen ge- ruil worden. Hier dreigt dus een gevaar van inflatie. Ind en sector van de nog vrije economie ziet men de prijzen dan ook flink naar de hoog te gaan. Men denke slechts aan wat er op de beurs omgaat en kijke ook eens naar den prijs van grond en zelfs van huizen, al oefent de angst voor Engelsche bommen daar nog een matigenden invloed uit. Dit gevaar kan bestreden worden door belastingverhooging. Wij weten wel, dat niets minder populair is dan belastingver hooging, maar in het belang van de volks welvaart dient ze thans aanvaard te wor den. Gezonde geldpolitiek, zegt prof. Wage- man, bestaat in het handhaven van een juist evenwicht tusschen inflatie en deva luatie. Een der middelen daartoe is de be- lastingpoli.tiek. Het is zelfs het eenige, dat wij onder de tegenwoodige omstandigheden kunnen toepassen. De eerste taak van een eventueel in te stellen Nederlandsche re geermacht naast het Duitsche bestuur zou dan ook moeten bestaan in het verhoogen van de belastingen. Prettig werk is dat niet. Is er een partij of beweging, die bereid is dit werk op zich te nemen?, vraagt het blad. Verantwoordelijke mannen van gezag uit alle kringen van het volk en vooral mannen met evenveel moed als kennis van het zakenleven, zouden een dergelijk werk beter kunnen volbrengen, dan oen of andere politieke beweging. Tenzij er een beweging ljleek te zijn. die den moed heeft het volks belang boven haar eigen populariteit te stel len en liever hard maar gezond te regeert, dan zacht maar demagogisch ongezond. De Rijksinspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen (Heerengfacht 23, Den Haag) maakt, naar aanleiding en ter rectificatie van tal van misvattingen en publicaties op het gebied van afscherming van rijwiellampen het vol gende bekend: 1. Ieder, die een afschermkap voor een rijwiellamp of een rijwiellamp met beperkte lichtuitsraling bij den handel kooptmoet er op toezien, dat deze voorzien is van het door de rijksinspectie vastgestelde goed- keuringsmerk (bestaande uit een rechthoek met daarin de letters i.l.b. waaronder het nummer) 2. Andere dan goedgekeurde afschertnkap- pen voor rijwiellampcn mogen niet in den handel worden gebracht. 3. De vorm en uitvoering van een dooi den handel op de markt gebrachte goed gekeurde afschermkap of rijwicllamp met beperkte lichtuitstraling behoeft niet in overeenstemming te zijn met de in de ver duisteringsverordening voorgeschreven af metingen, spleet enz. Ook deze andere vorm en uitvoering voldoet blijkens liet keur ten volle aan de bepalingen 'uit de verduiste ringsverordening. 4. De controleerende politieambtenaar heeft slechts de aanwezigheid van dit kern- te controleeren en niet de vorm en uitvoe ring van de goedgekeurde afschermkap. 5. Alleen zij, die zelf een afschermkap maken en deze dus niet koopen, moeten de bepalingen betreffende de afmetingen en plaats van de spleet van de verduisterings verordening in acht nemen (de spleet 1 bij 3 cm. in de onderste helft van de kap). Goedgekeurde in den handel gebrachte uitvoeringen voor de afscherming van rij wiellampen zijn dus altij.d goed, ook al wijkt de constructie geheel af van die, welke van de eigengemaakte afschennkappen is voor geschreven. De distributiemaatregelen hebben al tal rijke menschen er toe gebracht de bepalin gen te ontduiken en zich aldus aan straf bare handelingen schuldig te maken. Een speciale afdeeling op het hoofdbureau van politie te Amsterdam houdt zich bezig met het opsporen van deze overtredingen In de laatste dagen waren het vooral de petroleumbonnen, die aanleiding waren tot strafbare feiten. Tegen een aantal petro- leum*cnters is procesverbaal opgemaakt, omdat zij drie of meer liter petroleum op een zegel welke slechts recht geeft op twee liter hadden verkocht. Een van hen had zelfs in het geheel geen zegel gevorderd. In andere gevallen bleek dat zegel 4, welke nog niet gebruikt is vervalscht was en tot zegel 5 was omgewerkt. De vervalschingen kwamen echter aan het licht en tegen de bedrijvers is eveneens procesverbaal opgemaakt. Voorloopig heeft de politie nog geen voor raden in beslag genomen in deze gevallen. Streng optreden kan echter worden ver wacht. Op indrukwekkende wijze is gister het stoffelijk overschot van den nationaal-socia- list Peter Ton, lid van de weer-afdeeling der N.S.B., wiens jonge leven Zaterdag j.-l. bij de ernstige politieke botsing in de Balistraat te 's-Gravenhage werd afgesneden, naar de laatste rustplaats geleid. De stoet werd geopend door de Amstcr- damsche tamboers en hoornblazers, gevolgd door het Aniaterdamsche muziekcorps der W.A. Hierachter kwamen de YV.A.-stornivlag gen en wachtmeesters en vervolgens de W. A. uit het geheele land Daarop volgden de jongens en meisjes van den nationalcn jeugd storm, voorafgegaan door hun tamboers en vlaggenwacht. Verder het, eerste vendel van ban 6 der W.A., tot wolk vendel Peter Ton behoorde, en onmiddellijk daarachter de eerewacht met de dusgenaamde bloedvlag der N.S.B. Drie vendels van de W.A., waartusschen zich ir. Mussért bevond, vergezeld door eeni ge hooge functionarissen der N.S.B., gingen te voet -achter het volgrijtuig, dat voor de moeder en zusters van den overledene was bestemd. In de houtzagerij van de firma Vreeburg te Delft is in den vorigen nacht een hevige brand uitgebroken. Het vuur werd ontdekt door Duitsche militairen, die den in de na bijheid wonenden boekhouder van de firma waarschuwden. Men trachtte met emmers water het vuur te bluschen. Weldra ver scheen de brandweer. Met acht stralen werd het vuur aangepakt. Omstreeks half vijf waren de vlammen gedoofd en bleven enke le brandweerlieden voor de nablussching achter. Het voornaamste gedeelte van het bedrijf een houten gebouw, waarin de machines zich bevinden, werd totaal verwoest, ter wijl in het aangrenzende ketelhuis belang rijke schade werd aangericht. De schade, die zeer aanzienlijk is, wordt door verzeke ring gedekt. Bij de blussching kwamen twee brand weerlieden in het water terecht. Zij kon den door handreiking op het droge worden gebracht. Een brandweerman, die door het dak van een loods was gezakt, werd licht gewond. II Met de voorloopige waarneming van de zaken van den Haagschen hoofdcommissaris van politie is met ingang van heden be last Mr. P. M. C. J. Hamer, advocaat en kapitein der infanterie. Mr. Hamer, die lid is geweest van het college van gedelegeer den in den volksraad van Nedeiiandsch-In- dië, is 19 Febr. 1891 te Meppol geboren, volgde eerst de militaire loopbaan hij was als eerste luitenant bij de politictboc- pen gedetacheerd legde zich later op de juridische carrière toe en was laatselijk officier-commissaris bij den Krijgsraad te 's-Gravcnhage. De van zijn functie ontheven vroegere hoofdcommissaris van der Mey zal elders in den politiedienst aangesteld worden. In het Amstelparkbad te Amsterdam wer den de laatste weken vele malen voorwer pen van waarde, zooals geld en horloges, uit cabines, die niet gesloten waren, ge stolen. Hiervoor heeft gisteren een jonge man zich voor den politierechter te verant woorden gehad. Hij werd beschuldigd van het stelen van geld en een polshorloge, tot een gezamen lijke waarde van ongeveer f 20. Reeds in de afgeloopen jaren heeft hij voor dergelijke delicten terecht gestaan. Voor het Amsterdamsehe gerechtshof werd hij in 1939 veroordeeld tot een jaar voor waardelijk. Thans heeft de officier van ju stitie, mr. Bosch, een gevangenisstraf tegen verd. geëiseht van zes maanden. De politierechter, mr. Muller, gaf, alvo rens recht te -spreken, een overzicht van de oneerlijkheid, welke het jongmensch reeds tallooze malen heeft getoond. Zorg is er voor Item wel geweest, zoowel van de zijde van den kinderrechter als door bemid deling van Pro Juventute. Met het oog op het ongunstige verleden van den verdachte, veroordeelde hij hem overeenkomstig den eisch tot zes maanden. - 's MIDDAGS TUSSCHEN VIJF EN ZES. GEWIJD UUR AAN KONING BACHUS. Hoe zien de Duitschers, ons, Neder landers in onze zeden en gewoon ten? Van één daarvan, het traditio- neele „borrelen", geeft de Deutsche Zeitung in den Niederlanden een geestige beschrijving. Wanneer men 's middags tegen vijf uur, half zes met Nederlandsche zakenvrienden of bekenden oploopt, aldus het blad, dan kan men er zeker van zijn, dat een van hen vraagt: „Zou je geen trek in een bor reltje hebben?" En voor men bij zich zelf heeft vastgesteld, of men de vraag met ja ofn een zal beantwoorden, hebben de ande- renh un houding reeds bepaald, Zij hebben inderdaad „trek in een borreltje". Bier? Neen, geen bier. Een borreltje! Nu komt het geheel aan op de maat schappelijke positie van uw vriend, op zijn smaak en zijn speciale „hobbies", hoe en waar zich de dagelijksche ceremonie van het „borreltje" zal voltrekken. Wie voornaam is, of zich zoo voelt, zoekt een café met diepe zetels, waar men slechts fluistert en een strijkje gedempt speelt, een geluidloos rondsluipende ober bedient, die u voor één klein borreltje vele dubbeltjes in rekening zal brengen. Gemoedelijker is het borrelen aan de toonbank van een tapperij, en eigenlijk ook karakteristieker, want de tapperij is eigen lijk het eenige oord, waar alle Nederlan ders, onverschillig van welk geloof, politie ke overtuiging en klasse, ongedwongen met elkaar verkeeren. bij een oude klare, of een straffe Catz. De borrel is hier goedkooper dan in liet café. en... toch is het glas tot den rand gevuld! Alleen de bijzonder huiselijk aangeleg- den drinken na hun dagelijkschen arbeid hun borreltje bij moeder thuis; steeds ech ter zullen er onder deze eerwaardige lieden, die thuis hun glaasje drinken, zijn, die onderweg naar huis nog ergens anders een borreltje opnemen, opdat ze aan hun portie toekomen, dat grooter is dan het thuis door moeder vastgesteld. Als het nu op het bestellen van de drank aankomt, toont iedere „borrelaar" zijn eigen aard. Er zijn oppervlakkige menschen, dj, alleen maar „een klare" bestellen, maar... de fijnproever verlangt daarbij zijn lievelingsmerk. grootere jeneverprofessoren vragen „slappe Catz", „kleurlooze Augustura" „straffe groene Pommeranz" of een ander mengsel van jenever met een geliefkoosd elixer. En wee den waard, die de kleur van de godendrank te donker of te licht maakt naar den zin van den klant! Bepaald wijdingsvol is het oogenblik van de eerste slok, nadat men elkaar een harte- lijk, nochtans oppervlakkig „Proost" heeft toegeroepen. Staat men in de tapperij aan de toonbank, dan buigt men zich voorover en drinkt met gespitste lippen de bloem van het drankje af. Geen drop mag verlo- ren gaan! Wie daarna de jenever bedachtzaam door zijn tanden laat spoelen is de échte kenner. Zulke menschen moet men nooit aanspre ken tijdens deze ceremonie! Om antwoord te geven moeten zij de mpnd-vol ineens doorslikken en dat zou toch eeuwig zonde zijn! Ja, aan de toonbank van een tapperij leert men zijn Pappenheimers kennen, men kan met iedereen een gesprek aanknoopen, ook zonder voorgesteld te zijn. Thans is het wel zaak, politieke en religieuze onderwerpen te mijden-. Jenever heeft vele namen Heet in een groot café de borrel eenvou dig „borrel", in de tapperij heeft men an dere namen. Borreltje, keilt je, neutje, spatje, piereverschrikkertje, hassebassie, 't is alle maal jenever. En de klant, die zich van een dezer uitdrukkingen bedient, tee kent zich als de échte stamgast. Wie bij het betreden van een tapperij een kennis zie.t, die met gesloten mond het lokaal verlaat, zal dezen wél groeten, maar voor niets ter wereld aanspreken. Het is mogelijk, dat uw kennis, om antwoord te gqven, de rest van de laatste borrel, die hij tot aan den hoek van de tweede dwarsstraat in zijn jnond houdt, moet doorslokken. Natuurlijk... een gruwzame daad! Tot slot, aldus de Deutsche Zeitung. wij zen wij onzen lezers er op, dat de Duit- scher als biercfrinker het borreltempo van den Nederlander niet kan bijhouden. Geen nood, laat de Duitscher dan ziin lijfdrank drinken, ook het Nederlandsche bier is niet te versmaden. In weermachtsbericht no. 96 deelt het Ita- Iiaansche hoofdkwartier 't volgende mede: Italiaansche luchtformaties hebben ver scheidene aanvallen ondernomen in de ge bieden van Sollum, Siddi-Barrani en Marsa- Matroe, waarbij vrachtauto's en troepen werden gebombardeerd en beschoten. De daarbij veroorzaakte schade was merkbaar van beteekenis. Twee vijandelijke jachtvlieg tuigen werden in luchtgevechten door onze bommenwerpers neergeschoten. Twee eigen vliegtuigen zijn niet teruggekeerd. De vijand heeft luchtaanvallen onderno men op Bardia. Tobroek en Derna. De scha de op niet-militaire doelen is aanzienlijk. Bij elkaar zijn er dertien dooden en 21 ge wonden te betreuren. Een vijandelijk vlieg tuig werd neergeschoten cn viel in zee. Drie officieren van een ander neergeschoten vliegtuig hetgeen geschiedde tijcfens de actie waarvan in het weermachtsbericht van gisteren melding is gemaakt wer den gevangen genomen. In Oost-Afrika hebben Engelsche bommen werpers Kassala met bommen bestookt, waarbij drie personen gewond werden. Een vijandelijk vliegtuig werd door onze jagers neergeschoten. Van de bemanning waren twee man dood, de derde werd gevangen genomen. Een medewerker schrijft ons: Nu vele huismoeders zich min of meer zor gen maken over den voedingstoestand in den komenden winter, nu velen eenigen voorraad opslaan (wij gebruiken opzettelijk niet het woord „hamsteren", want dan denkt men veelal aan „groote voorraden"), lijkt het ons niet onjuist, om eens een enkel oogenblik aan dacht te vragen voor groenten in blik, waar tegenover menige huisvrouw ietwat sceptisch staat, wijl zjj de voedingswaarde van „blik- groente" gemeenlijk minder hoog pleegt aan te slaan dan die van versche groente. Toch is dit niet juist integendeel zelfs, gelijk uit het volgende blijken zal. Wij hadden over deze aangelegenheid een onderhoud met een der directie-leden van een van Nederland's grootste conservenfabrieken, die ons belangwekkende mededeelingen deed, v.elke we hier laten volgen. Ook al, omdat hierdoor gelijk opgemerkt een vaak-ver- keerde meening weggenomen kan worden. De mindere voedingswaarde, aldus onze zegsman slaat speciaal op vitamine C. Men hoort vaak zeggen, dat men conserven geen goed voedsel meer kan noemen, omdat de vitaminen er uit zrjn, gedood zijn. De vraag, waarom het gaat, is dus deze: worden bij het conserveeren in blik inderdaad de vitaminen gedood? Zooals bekend, zrjn vitaminen che mische stoffen, die behooren tot de grootste groep der koolstofverbindingen, ook wel orga nische verbindingen genoemd. Het aantal dezer organische stoffen is iegio: suiker, cellulose, eiwit, zetmeel, azijn, e.a. Vitaminen zijn dus niet een of andere „levende stof men kan ze dan ook niet dooden, doch men kan ze wel onwerkzaam maken door ze om te zetten in een andere verbinding, du3 er een andere stof van maken. De zuurstof uit de lucht b.v. kan verschillende vitaminen in onwerkzame stof omzetten. Gelijk bekend, onderscheidt men tegenwoor dig de vitaminen A., B. (in verschillende com ponenten verdeeld), C, D en E. Vitamine C (die o.a. togen scheurbuik beschermt) is de gevoeligste der vitaminen. Oplosbaar in water, is ze zeer gevoelig voor zuurstof en bovendien gevoelig voor verhitting, doch vooral voor verhitting gepaard gaande met aanwezigheid van lucht. Ook producten, welke aan de lucht bewaard worden, zonder verhitting, verliezen hun vita mine C. Groente, b.v., die eenigszins verflenst is, heeft alle vitaminen C verloren; maar ook kooien, appelen e.d., die eenige maanden be waard waren, doch er nog geheel frisch uit zagen, bleken bij een desbetreffende proef neming geen vitamine C meer te bevatten. Bij de methode van conserveeren in blik, worden de groenten slechts 1 A 2 minuten in een bad Van kokend water gedompeld, het z.g. blancheeren. Daarna worden ze (dus nog zoo goed als in rauwen toestand) in de blikken gedaan, waarna deze hermetisch gesloten wor den. Toetreding van lucht heeft dus niet meer plaats. Eerst daarna worden de blikken geste riliseerd. I en inag dus verwachten, dat het vitaminegehalte van conserven geen slecht figuur zal maken, als men het vergelijkt met dat van in de huishouding in een pan gekookte v'aak omgeroerde groente, waarbij immers telkens lucht kan toetreden. Op groote schaal zijn op dit gebied, in Amerika, proefnemingen verricht, waarbij men tot de slotsom kwam, «lat het geconserveerde product nooit achter stond hjj het huishoudelijk product en dat het d'* t.o.v. vitamine C belangrijk overtrof. Op een groote conservenfabriek hier te lande zijn een paar jaar geleden op, uitgebreide schaal proeven met fabriekmatig bereid mate riaal verricht, waarbij men tot de conclusie kwam: dat het geconserveerde product van vitamine A evenveel, van vitamine B, en Ba iets meer en van vitamine C aanmerkelijk meer (min stens zesmaal zooveel) bevat, dan het over eenkomstig huishoudelijk gekookte. Nu kan men de vraag stellen, welke invloed het opwarmen van den inhoud van een blik op de daarin aanwezige vitaminen heeft. Wan neer deze verwarming in een nog gesloten blik geschiedt, dan heeft zij geen vermindering van het vitamine-gehalte tengevolge. Ook bij het opwarmen van den blikinhoud in een pan, behoeft geen noemenswaard verlies op te tre den, mits die verwarming niet langer voort gezet wordt, dan noodig is, om het voedsel op temperatuur te brengen, aangezien anders de zuurstof uit de lucht, evenals ze bij het huishoudeljj koken doet, haar slechten invloed u'toefent op vitamine C. De andere vitaminen blijven ook bij langer opwarmen behouden. Hetzelfde heeft men ook, wanneer men gaar- gekookte groenten nog een tijd Iaat doorstoven. Kan men er dus op aan, dat alle conserven voldoende vitaminen bevatten? Het is mogelijk, dat men producten heeft uit een fabriek, waar met weinig zorg of deskun digheid op dit gebied gewerkt wordt. Om bijv. te noemen, het zou kunnen zijn, dat men er geen acht op sloeg de groente onmiddellijk te verwerken, ze bijv. een dag laat liggen, waar door «ze verlept was en dus vitamine C had verloren. Men zal dus goed doen, zijn conser ven uit een goed bekend staand bedrijf te betrekken, dat getoond heeft, de waarde van wetenschappelijk onderzoek in te zien. 10.000 francs verdiend! Niet onaardig is, melding te maken van het volgende. In het begin van de negentiende eeuw vond dè Fransche kok Appert het con serveeren, door toepassen van verwarming op een artikel in een hermetisch afgesloten vat uit. Deze kwam tot zijn vinding, nadat hij gedurende enkele aren proefnemingen gedaan had om een betere wijz^ van conserveeren te vinden, dan de tot daartoe gebruikelijkein zouten, rooken, drogen. Wat was het geval? Napoleon had in zijn strijd met Egeland zeer te kampen met scheurbuik op zijn schepen, waardoor vanzelfsprekend de gevechtswaarde aanmerkelijk verminderde. Hij loofde een prijs van 10.000 francs uit voor diegene, die een manier van conserveeren wist te vinden, waar bij geen scheurbuik zou optreden; men wist nl. toen reeds lang, hoewel 't bijna nog een eeuw zou duren eer 't bestaan der vitaminen aan het licht kwam, dat de scheurbuik ont stond door 't gedurende langen tijd eten van gezouten eetwaar. \ppert vond zijn procédé uit, waardoor hi1 de vader der conservenindustrie is geworden- hi] kreeg de belooning. Een bewijs, dat het procédé voldeed. Het vorenstaande moge de lezeressen hebben doen overtuigen, dat van „mindere voedings waarde van Wlkgroente" geen sprake is mits goed verzorgd, als aangegeven. Tengevolge van het slechte weer in den groeitijd, is in de meeste landen der aarde de graanoogst beneden de betrekkelijk hoo^a opbrengsten der laatste jaren gebleven. Ook voor Duitschland werd een belangrijke ach teruitgang gevreesd, dje vaak werd geschat op 10 tot 20 pVocent van den normalen oogst. Volgens de Augustusraming van het rijks bureau voor de statistiek, die natuurlijk nog geen definitief beeld kan geven, is deze vrees, wat Duitschland betreft, ongegrond. Voor Groot-Duitschland zonder het protectoraat en de nieuwe gouwen in het oosten, wordt een graanoogst van 24600000 ton verwacht, het geen slechts 2 pet. minder is dan het gemid delde in de vredesjaren van 1934 tot 1938, toen het gemiddelde 25.100.000 ton bedroeg. Bovendien is dit gemiddelde wat aan den lioogen kant door den record-oogst van 1938 De graanoogst van dit jaar moet dan ook zeer goed genoemd worden. Verder moet men nog in aanmerking nemen, dat in deze cij fers het nieuwe gebied in het Oosten, dat een overschot aan graan oplevert (Dantzig, West- Pruisén en het Wartheland) niet begrepen is. Hier. zal de oogst op z'n minst 3.500.000 ton bedragen. Het aanzienlijke overschot zal voor het eerst dit jaar ter beschikking van het Duilsche rijk zijn. De invoermogelijkheden uit Zuidoost-Europa en Rusland zijn groot en verder heeft men nog de buitengewoon groote voorraden van het vorige jaar, die alleen voor broodgraan reeds G.2ÓO.OOO ton bedra den en zelfs nogi etes grooter zijn dan bij 't begin van den oorlog. De bakvruchtenoogst wordt als steeds pas in October officieel geraamd, doch reeds nu kan gezegd worden, dat aardappelen, suiker bieten en voederbieten waarschijnlijk een zeer grooten oogst zullen opleveren, daar het weer dezen hakvruchten zeer ten goede is gekomen. De Btilgaarsche minister van buitenland- sche zaken Popoff heeft zijn Roemeenschen ambtgenoot Manoilescu het volgende tele gram gezonden: „Met groot genoegen heb ik vernomen, van de aandacht welke de Koninklijke Roemeeensche autoriteiten gewijd hebben aan de Bulgaarsche delegatie alsmede van 'jen geest van wederzijdseh begrip, waarin de onderhandelingen van Krajova gevoerd zijn ik bedank Uwe Excellentie hartelijk en zie hierin een gelukkig toeken dat het vre deswerk van Krajova het begin moge ziin \an een nieuw tijdperk van vriendschap en samenwerking tusschen onze beide lan den en hen weer tot de goede traditie van "et verleden moge terugbrengen." Minister Marvoilescu heeft met het volgende tele gram geantwoord: „Het was mij een groot genoegen uw telegram te ontvangen en aank ten zeerste voor de gevoelens welke U Roemenië betoont. Al droegen de betrek tongen en onderhandelingen welke aan da conferentie van Krajova voorafgingen en die de grondslagen van deze conferentie vormden, tegenover Roemenië nog de spo- ren van een jeugdig verleden, hoop toch, Excellentie, dat het in Krajova begon nen vredeswerk de samenwerking en vr endschap tusschen onze beide landen zal doen herrijzen, zooals zij heerschten in e gelukkige tijden na de uitroeping van ae Bulgaarsche onafhankelijkheid."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 6