„Heb je trek in
een borreltje
Hoe is onze
monetaire positie?
Rijwiellamp-alscherming
Dc voedingswaarde van groenten
in
blik
Goede oogst
in Duitschland
Aanvallen van
beide zijden
Brand in een
houtzagerij
Verkeerde meeningen rechtgezet
Naar vreedzamer
verhoudingen
Zware be'astingverhooging
noodzakelijk
Onregelmatigheden met den
verkoop van petroleum
Plechtige teraardebestelling
W A.-man Peter Ton
Hoofdcommissariaat van
politic in Den Haag
Jongen stal in
Amstelparkbad
Italiaansch weermachthericht
Hoe staat het met onze monetaire situatie
vraagt het Vad., na gewezen te hebben op
de moeilijkheden in Engeland en Duitsch-
land en de in dat laatste land bereikte re
sultaten met strenge deviezcncontrole en
vastlegging van prijzen en loonen?
Van 6 Mei tot 2 September is de geld
circulatie in Nederland gestegen van 1.158
millioen tot 1.323 millioen. Intusschen is
onze goederenvoorraad echter belangrijk ge
daald; de stijgende geldcirculatie houdt
zelfs direct verband met die daling van de
voorraden. Thans begint men ook en dit
is op zich zelf zeer toe te juichen ar
beidskracht uit te voeren, daar wij al sinds
jaren enorme hoeveelheid braakliggende ar
beidskracht hadden. Het loon wordt voor
een belangrijk deel hier te lande uitbetaald.
Koopkracht van buiten stroomt het land
binnen. Tegenover de aldus toenemende
koopkracht of liever schijn van koopkracht
staan echter steeds minder goederen. In
gewone tijden worden de loonen van in
Duitschland werkende Nederlanders, wier
gezinnen hier leven, in laatste in
stantie uitbetaald in Duitsche naaimachi
nes, D.K.W.-'tjes, radiotoestellen, electrische
apparaten, chirurgische instrumenten, enz.
enz.
Thans staat er tegenover de gul
dens. die hier door de clearing wor
den uitbetaald (en door een onbe
grijpelijke fout veel te laat worden
uitbetaald!! niet veel anders dan
een vordering, die ons later wel
licht zeer van pas zal komen, n.1.
bij de reorganisatie van onze volks
huishouding, maar die voorloopig
geen goederen inbrengt, die tegen
over het meerdere geld kunnen ge-
ruil worden.
Hier dreigt dus een gevaar van inflatie.
Ind en sector van de nog vrije economie ziet
men de prijzen dan ook flink naar de hoog
te gaan. Men denke slechts aan wat er op
de beurs omgaat en kijke ook eens naar
den prijs van grond en zelfs van huizen, al
oefent de angst voor Engelsche bommen
daar nog een matigenden invloed uit.
Dit gevaar kan bestreden worden door
belastingverhooging. Wij weten wel, dat
niets minder populair is dan belastingver
hooging, maar in het belang van de volks
welvaart dient ze thans aanvaard te wor
den. Gezonde geldpolitiek, zegt prof. Wage-
man, bestaat in het handhaven van een
juist evenwicht tusschen inflatie en deva
luatie. Een der middelen daartoe is de be-
lastingpoli.tiek. Het is zelfs het eenige, dat
wij onder de tegenwoodige omstandigheden
kunnen toepassen. De eerste taak van een
eventueel in te stellen Nederlandsche re
geermacht naast het Duitsche bestuur zou
dan ook moeten bestaan in het verhoogen
van de belastingen. Prettig werk is dat niet.
Is er een partij of beweging, die bereid is
dit werk op zich te nemen?, vraagt het
blad. Verantwoordelijke mannen van gezag
uit alle kringen van het volk en vooral
mannen met evenveel moed als kennis van
het zakenleven, zouden een dergelijk werk
beter kunnen volbrengen, dan oen of andere
politieke beweging. Tenzij er een beweging
ljleek te zijn. die den moed heeft het volks
belang boven haar eigen populariteit te stel
len en liever hard maar gezond te regeert,
dan zacht maar demagogisch ongezond.
De Rijksinspecteur voor de bescherming
van de bevolking tegen luchtaanvallen
(Heerengfacht 23, Den Haag) maakt, naar
aanleiding en ter rectificatie van tal van
misvattingen en publicaties op het gebied
van afscherming van rijwiellampen het vol
gende bekend:
1. Ieder, die een afschermkap voor een
rijwiellamp of een rijwiellamp met beperkte
lichtuitsraling bij den handel kooptmoet
er op toezien, dat deze voorzien is van het
door de rijksinspectie vastgestelde goed-
keuringsmerk (bestaande uit een rechthoek
met daarin de letters i.l.b. waaronder het
nummer)
2. Andere dan goedgekeurde afschertnkap-
pen voor rijwiellampcn mogen niet in den
handel worden gebracht.
3. De vorm en uitvoering van een dooi
den handel op de markt gebrachte goed
gekeurde afschermkap of rijwicllamp met
beperkte lichtuitstraling behoeft niet in
overeenstemming te zijn met de in de ver
duisteringsverordening voorgeschreven af
metingen, spleet enz. Ook deze andere vorm
en uitvoering voldoet blijkens liet keur ten
volle aan de bepalingen 'uit de verduiste
ringsverordening.
4. De controleerende politieambtenaar
heeft slechts de aanwezigheid van dit kern-
te controleeren en niet de vorm en uitvoe
ring van de goedgekeurde afschermkap.
5. Alleen zij, die zelf een afschermkap
maken en deze dus niet koopen, moeten de
bepalingen betreffende de afmetingen en
plaats van de spleet van de verduisterings
verordening in acht nemen (de spleet 1 bij
3 cm. in de onderste helft van de kap).
Goedgekeurde in den handel gebrachte
uitvoeringen voor de afscherming van rij
wiellampen zijn dus altij.d goed, ook al wijkt
de constructie geheel af van die, welke van
de eigengemaakte afschennkappen is voor
geschreven.
De distributiemaatregelen hebben al tal
rijke menschen er toe gebracht de bepalin
gen te ontduiken en zich aldus aan straf
bare handelingen schuldig te maken.
Een speciale afdeeling op het hoofdbureau
van politie te Amsterdam houdt zich bezig
met het opsporen van deze overtredingen
In de laatste dagen waren het vooral de
petroleumbonnen, die aanleiding waren tot
strafbare feiten. Tegen een aantal petro-
leum*cnters is procesverbaal opgemaakt,
omdat zij drie of meer liter petroleum op
een zegel welke slechts recht geeft op
twee liter hadden verkocht. Een van hen
had zelfs in het geheel geen zegel gevorderd.
In andere gevallen bleek dat zegel 4, welke
nog niet gebruikt is vervalscht was en tot
zegel 5 was omgewerkt.
De vervalschingen kwamen echter aan
het licht en tegen de bedrijvers is eveneens
procesverbaal opgemaakt.
Voorloopig heeft de politie nog geen voor
raden in beslag genomen in deze gevallen.
Streng optreden kan echter worden ver
wacht.
Op indrukwekkende wijze is gister het
stoffelijk overschot van den nationaal-socia-
list Peter Ton, lid van de weer-afdeeling der
N.S.B., wiens jonge leven Zaterdag j.-l. bij de
ernstige politieke botsing in de Balistraat te
's-Gravenhage werd afgesneden, naar de
laatste rustplaats geleid.
De stoet werd geopend door de Amstcr-
damsche tamboers en hoornblazers, gevolgd
door het Aniaterdamsche muziekcorps der
W.A. Hierachter kwamen de YV.A.-stornivlag
gen en wachtmeesters en vervolgens de W.
A. uit het geheele land Daarop volgden de
jongens en meisjes van den nationalcn jeugd
storm, voorafgegaan door hun tamboers en
vlaggenwacht. Verder het, eerste vendel van
ban 6 der W.A., tot wolk vendel Peter Ton
behoorde, en onmiddellijk daarachter de
eerewacht met de dusgenaamde bloedvlag
der N.S.B.
Drie vendels van de W.A., waartusschen
zich ir. Mussért bevond, vergezeld door eeni
ge hooge functionarissen der N.S.B., gingen
te voet -achter het volgrijtuig, dat voor de
moeder en zusters van den overledene was
bestemd.
In de houtzagerij van de firma Vreeburg
te Delft is in den vorigen nacht een hevige
brand uitgebroken. Het vuur werd ontdekt
door Duitsche militairen, die den in de na
bijheid wonenden boekhouder van de firma
waarschuwden. Men trachtte met emmers
water het vuur te bluschen. Weldra ver
scheen de brandweer. Met acht stralen werd
het vuur aangepakt. Omstreeks half vijf
waren de vlammen gedoofd en bleven enke
le brandweerlieden voor de nablussching
achter.
Het voornaamste gedeelte van het bedrijf
een houten gebouw, waarin de machines
zich bevinden, werd totaal verwoest, ter
wijl in het aangrenzende ketelhuis belang
rijke schade werd aangericht. De schade,
die zeer aanzienlijk is, wordt door verzeke
ring gedekt.
Bij de blussching kwamen twee brand
weerlieden in het water terecht. Zij kon
den door handreiking op het droge worden
gebracht. Een brandweerman, die door het
dak van een loods was gezakt, werd licht
gewond.
II
Met de voorloopige waarneming van de
zaken van den Haagschen hoofdcommissaris
van politie is met ingang van heden be
last Mr. P. M. C. J. Hamer, advocaat en
kapitein der infanterie. Mr. Hamer, die lid
is geweest van het college van gedelegeer
den in den volksraad van Nedeiiandsch-In-
dië, is 19 Febr. 1891 te Meppol geboren,
volgde eerst de militaire loopbaan hij
was als eerste luitenant bij de politictboc-
pen gedetacheerd legde zich later op de
juridische carrière toe en was laatselijk
officier-commissaris bij den Krijgsraad te
's-Gravcnhage.
De van zijn functie ontheven vroegere
hoofdcommissaris van der Mey zal elders in
den politiedienst aangesteld worden.
In het Amstelparkbad te Amsterdam wer
den de laatste weken vele malen voorwer
pen van waarde, zooals geld en horloges,
uit cabines, die niet gesloten waren, ge
stolen. Hiervoor heeft gisteren een jonge
man zich voor den politierechter te verant
woorden gehad.
Hij werd beschuldigd van het stelen van
geld en een polshorloge, tot een gezamen
lijke waarde van ongeveer f 20.
Reeds in de afgeloopen jaren heeft hij
voor dergelijke delicten terecht gestaan.
Voor het Amsterdamsehe gerechtshof werd
hij in 1939 veroordeeld tot een jaar voor
waardelijk. Thans heeft de officier van ju
stitie, mr. Bosch, een gevangenisstraf tegen
verd. geëiseht van zes maanden.
De politierechter, mr. Muller, gaf, alvo
rens recht te -spreken, een overzicht van
de oneerlijkheid, welke het jongmensch
reeds tallooze malen heeft getoond. Zorg is
er voor Item wel geweest, zoowel van de
zijde van den kinderrechter als door bemid
deling van Pro Juventute. Met het oog op
het ongunstige verleden van den verdachte,
veroordeelde hij hem overeenkomstig den
eisch tot zes maanden. -
's MIDDAGS TUSSCHEN VIJF EN
ZES. GEWIJD UUR AAN KONING
BACHUS.
Hoe zien de Duitschers, ons, Neder
landers in onze zeden en gewoon
ten? Van één daarvan, het traditio-
neele „borrelen", geeft de Deutsche
Zeitung in den Niederlanden een
geestige beschrijving.
Wanneer men 's middags tegen vijf uur,
half zes met Nederlandsche zakenvrienden
of bekenden oploopt, aldus het blad, dan
kan men er zeker van zijn, dat een van
hen vraagt: „Zou je geen trek in een bor
reltje hebben?" En voor men bij zich zelf
heeft vastgesteld, of men de vraag met ja
ofn een zal beantwoorden, hebben de ande-
renh un houding reeds bepaald, Zij hebben
inderdaad „trek in een borreltje".
Bier? Neen, geen bier. Een borreltje!
Nu komt het geheel aan op de maat
schappelijke positie van uw vriend, op zijn
smaak en zijn speciale „hobbies", hoe en
waar zich de dagelijksche ceremonie van
het „borreltje" zal voltrekken.
Wie voornaam is, of zich zoo voelt, zoekt
een café met diepe zetels, waar men slechts
fluistert en een strijkje gedempt speelt, een
geluidloos rondsluipende ober bedient, die
u voor één klein borreltje vele dubbeltjes in
rekening zal brengen.
Gemoedelijker is het borrelen aan de
toonbank van een tapperij, en eigenlijk ook
karakteristieker, want de tapperij is eigen
lijk het eenige oord, waar alle Nederlan
ders, onverschillig van welk geloof, politie
ke overtuiging en klasse, ongedwongen met
elkaar verkeeren. bij een oude klare, of een
straffe Catz. De borrel is hier goedkooper
dan in liet café. en... toch is het glas tot
den rand gevuld!
Alleen de bijzonder huiselijk aangeleg-
den drinken na hun dagelijkschen arbeid
hun borreltje bij moeder thuis; steeds ech
ter zullen er onder deze eerwaardige lieden,
die thuis hun glaasje drinken, zijn, die
onderweg naar huis nog ergens anders een
borreltje opnemen, opdat ze aan hun portie
toekomen, dat grooter is dan het thuis
door moeder vastgesteld.
Als het nu op het bestellen van de drank
aankomt, toont iedere „borrelaar" zijn eigen
aard. Er zijn oppervlakkige menschen, dj,
alleen maar „een klare" bestellen, maar...
de fijnproever
verlangt daarbij zijn lievelingsmerk.
grootere jeneverprofessoren vragen
„slappe Catz", „kleurlooze Augustura"
„straffe groene Pommeranz" of een ander
mengsel van jenever met een geliefkoosd
elixer. En wee den waard, die de kleur van
de godendrank te donker of te licht maakt
naar den zin van den klant!
Bepaald wijdingsvol is het oogenblik van
de eerste slok, nadat men elkaar een harte-
lijk, nochtans oppervlakkig „Proost" heeft
toegeroepen. Staat men in de tapperij aan
de toonbank, dan buigt men zich voorover
en drinkt met gespitste lippen de bloem
van het drankje af. Geen drop mag verlo-
ren gaan!
Wie daarna de jenever bedachtzaam door
zijn tanden laat spoelen is de échte kenner.
Zulke menschen moet men nooit aanspre
ken tijdens deze ceremonie! Om antwoord
te geven moeten zij de mpnd-vol ineens
doorslikken en dat zou toch eeuwig zonde
zijn!
Ja, aan de toonbank van een tapperij leert
men zijn Pappenheimers kennen, men kan
met iedereen een gesprek aanknoopen, ook
zonder voorgesteld te zijn. Thans is het wel
zaak, politieke en religieuze onderwerpen
te mijden-.
Jenever heeft vele namen
Heet in een groot café de borrel eenvou
dig „borrel", in de tapperij heeft men an
dere namen. Borreltje, keilt je, neutje, spatje,
piereverschrikkertje, hassebassie, 't is alle
maal jenever. En de klant, die zich
van een dezer uitdrukkingen bedient, tee
kent zich als de échte stamgast. Wie bij het
betreden van een tapperij een kennis zie.t,
die met gesloten mond het lokaal verlaat,
zal dezen wél groeten, maar voor niets ter
wereld aanspreken. Het is mogelijk, dat
uw kennis, om antwoord te gqven, de rest
van de laatste borrel, die hij tot aan den
hoek van de tweede dwarsstraat in zijn
jnond houdt, moet doorslokken. Natuurlijk...
een gruwzame daad!
Tot slot, aldus de Deutsche Zeitung. wij
zen wij onzen lezers er op, dat de Duit-
scher als biercfrinker het borreltempo van
den Nederlander niet kan bijhouden. Geen
nood, laat de Duitscher dan ziin lijfdrank
drinken, ook het Nederlandsche bier is niet
te versmaden.
In weermachtsbericht no. 96 deelt het Ita-
Iiaansche hoofdkwartier 't volgende mede:
Italiaansche luchtformaties hebben ver
scheidene aanvallen ondernomen in de ge
bieden van Sollum, Siddi-Barrani en Marsa-
Matroe, waarbij vrachtauto's en troepen
werden gebombardeerd en beschoten. De
daarbij veroorzaakte schade was merkbaar
van beteekenis. Twee vijandelijke jachtvlieg
tuigen werden in luchtgevechten door onze
bommenwerpers neergeschoten. Twee eigen
vliegtuigen zijn niet teruggekeerd.
De vijand heeft luchtaanvallen onderno
men op Bardia. Tobroek en Derna. De scha
de op niet-militaire doelen is aanzienlijk.
Bij elkaar zijn er dertien dooden en 21 ge
wonden te betreuren. Een vijandelijk vlieg
tuig werd neergeschoten cn viel in zee. Drie
officieren van een ander neergeschoten
vliegtuig hetgeen geschiedde tijcfens de
actie waarvan in het weermachtsbericht
van gisteren melding is gemaakt wer
den gevangen genomen.
In Oost-Afrika hebben Engelsche bommen
werpers Kassala met bommen bestookt,
waarbij drie personen gewond werden. Een
vijandelijk vliegtuig werd door onze jagers
neergeschoten. Van de bemanning waren
twee man dood, de derde werd gevangen
genomen.
Een medewerker schrijft ons:
Nu vele huismoeders zich min of meer zor
gen maken over den voedingstoestand in den
komenden winter, nu velen eenigen voorraad
opslaan (wij gebruiken opzettelijk niet het
woord „hamsteren", want dan denkt men
veelal aan „groote voorraden"), lijkt het ons
niet onjuist, om eens een enkel oogenblik aan
dacht te vragen voor groenten in blik, waar
tegenover menige huisvrouw ietwat sceptisch
staat, wijl zjj de voedingswaarde van „blik-
groente" gemeenlijk minder hoog pleegt aan
te slaan dan die van versche groente. Toch is
dit niet juist integendeel zelfs, gelijk uit het
volgende blijken zal.
Wij hadden over deze aangelegenheid een
onderhoud met een der directie-leden van een
van Nederland's grootste conservenfabrieken,
die ons belangwekkende mededeelingen deed,
v.elke we hier laten volgen. Ook al, omdat
hierdoor gelijk opgemerkt een vaak-ver-
keerde meening weggenomen kan worden.
De mindere voedingswaarde, aldus onze
zegsman slaat speciaal op vitamine C. Men
hoort vaak zeggen, dat men conserven geen
goed voedsel meer kan noemen, omdat de
vitaminen er uit zrjn, gedood zijn. De vraag,
waarom het gaat, is dus deze: worden bij het
conserveeren in blik inderdaad de vitaminen
gedood? Zooals bekend, zrjn vitaminen che
mische stoffen, die behooren tot de grootste
groep der koolstofverbindingen, ook wel orga
nische verbindingen genoemd. Het aantal dezer
organische stoffen is iegio: suiker, cellulose,
eiwit, zetmeel, azijn, e.a. Vitaminen zijn dus
niet een of andere „levende stof men kan
ze dan ook niet dooden, doch men kan ze wel
onwerkzaam maken door ze om te zetten in
een andere verbinding, du3 er een andere stof
van maken. De zuurstof uit de lucht b.v. kan
verschillende vitaminen in onwerkzame stof
omzetten.
Gelijk bekend, onderscheidt men tegenwoor
dig de vitaminen A., B. (in verschillende com
ponenten verdeeld), C, D en E. Vitamine C
(die o.a. togen scheurbuik beschermt) is de
gevoeligste der vitaminen. Oplosbaar in water,
is ze zeer gevoelig voor zuurstof en bovendien
gevoelig voor verhitting, doch vooral voor
verhitting gepaard gaande met aanwezigheid
van lucht.
Ook producten, welke aan de lucht bewaard
worden, zonder verhitting, verliezen hun vita
mine C. Groente, b.v., die eenigszins verflenst
is, heeft alle vitaminen C verloren; maar ook
kooien, appelen e.d., die eenige maanden be
waard waren, doch er nog geheel frisch uit
zagen, bleken bij een desbetreffende proef
neming geen vitamine C meer te bevatten.
Bij de methode van conserveeren in blik,
worden de groenten slechts 1 A 2 minuten in
een bad Van kokend water gedompeld, het z.g.
blancheeren. Daarna worden ze (dus nog zoo
goed als in rauwen toestand) in de blikken
gedaan, waarna deze hermetisch gesloten wor
den. Toetreding van lucht heeft dus niet meer
plaats. Eerst daarna worden de blikken geste
riliseerd. I en inag dus verwachten, dat het
vitaminegehalte van conserven geen slecht
figuur zal maken, als men het vergelijkt met
dat van in de huishouding in een pan gekookte
v'aak omgeroerde groente, waarbij immers
telkens lucht kan toetreden. Op groote schaal
zijn op dit gebied, in Amerika, proefnemingen
verricht, waarbij men tot de slotsom kwam,
«lat het geconserveerde product nooit achter
stond hjj het huishoudelijk product en dat het
d'* t.o.v. vitamine C belangrijk overtrof.
Op een groote conservenfabriek hier te lande
zijn een paar jaar geleden op, uitgebreide
schaal proeven met fabriekmatig bereid mate
riaal verricht, waarbij men tot de conclusie
kwam:
dat het geconserveerde product van vitamine
A evenveel, van vitamine B, en Ba iets meer
en van vitamine C aanmerkelijk meer (min
stens zesmaal zooveel) bevat, dan het over
eenkomstig huishoudelijk gekookte.
Nu kan men de vraag stellen, welke invloed
het opwarmen van den inhoud van een blik
op de daarin aanwezige vitaminen heeft. Wan
neer deze verwarming in een nog gesloten blik
geschiedt, dan heeft zij geen vermindering
van het vitamine-gehalte tengevolge. Ook bij
het opwarmen van den blikinhoud in een pan,
behoeft geen noemenswaard verlies op te tre
den, mits die verwarming niet langer voort
gezet wordt, dan noodig is, om het voedsel
op temperatuur te brengen, aangezien anders
de zuurstof uit de lucht, evenals ze bij het
huishoudeljj koken doet, haar slechten invloed
u'toefent op vitamine C. De andere vitaminen
blijven ook bij langer opwarmen behouden.
Hetzelfde heeft men ook, wanneer men gaar-
gekookte groenten nog een tijd Iaat doorstoven.
Kan men er dus op aan, dat alle conserven
voldoende vitaminen bevatten?
Het is mogelijk, dat men producten heeft uit
een fabriek, waar met weinig zorg of deskun
digheid op dit gebied gewerkt wordt. Om bijv.
te noemen, het zou kunnen zijn, dat men er
geen acht op sloeg de groente onmiddellijk te
verwerken, ze bijv. een dag laat liggen, waar
door «ze verlept was en dus vitamine C had
verloren. Men zal dus goed doen, zijn conser
ven uit een goed bekend staand bedrijf te
betrekken, dat getoond heeft, de waarde van
wetenschappelijk onderzoek in te zien.
10.000 francs verdiend!
Niet onaardig is, melding te maken van het
volgende. In het begin van de negentiende
eeuw vond dè Fransche kok Appert het con
serveeren, door toepassen van verwarming op
een artikel in een hermetisch afgesloten vat
uit. Deze kwam tot zijn vinding, nadat hij
gedurende enkele aren proefnemingen gedaan
had om een betere wijz^ van conserveeren te
vinden, dan de tot daartoe gebruikelijkein
zouten, rooken, drogen. Wat was het geval?
Napoleon had in zijn strijd met Egeland zeer
te kampen met scheurbuik op zijn schepen,
waardoor vanzelfsprekend de gevechtswaarde
aanmerkelijk verminderde. Hij loofde een prijs
van 10.000 francs uit voor diegene, die een
manier van conserveeren wist te vinden, waar
bij geen scheurbuik zou optreden; men wist
nl. toen reeds lang, hoewel 't bijna nog een
eeuw zou duren eer 't bestaan der vitaminen
aan het licht kwam, dat de scheurbuik ont
stond door 't gedurende langen tijd eten van
gezouten eetwaar.
\ppert vond zijn procédé uit, waardoor hi1
de vader der conservenindustrie is geworden-
hi] kreeg de belooning. Een bewijs, dat het
procédé voldeed.
Het vorenstaande moge de lezeressen hebben
doen overtuigen, dat van „mindere voedings
waarde van Wlkgroente" geen sprake is mits
goed verzorgd, als aangegeven.
Tengevolge van het slechte weer in den
groeitijd, is in de meeste landen der aarde
de graanoogst beneden de betrekkelijk hoo^a
opbrengsten der laatste jaren gebleven. Ook
voor Duitschland werd een belangrijke ach
teruitgang gevreesd, dje vaak werd geschat
op 10 tot 20 pVocent van den normalen oogst.
Volgens de Augustusraming van het rijks
bureau voor de statistiek, die natuurlijk nog
geen definitief beeld kan geven, is deze vrees,
wat Duitschland betreft, ongegrond. Voor
Groot-Duitschland zonder het protectoraat en
de nieuwe gouwen in het oosten, wordt een
graanoogst van 24600000 ton verwacht, het
geen slechts 2 pet. minder is dan het gemid
delde in de vredesjaren van 1934 tot 1938,
toen het gemiddelde 25.100.000 ton bedroeg.
Bovendien is dit gemiddelde wat aan den
lioogen kant door den record-oogst van 1938
De graanoogst van dit jaar moet dan ook
zeer goed genoemd worden. Verder moet men
nog in aanmerking nemen, dat in deze cij
fers het nieuwe gebied in het Oosten, dat een
overschot aan graan oplevert (Dantzig, West-
Pruisén en het Wartheland) niet begrepen is.
Hier. zal de oogst op z'n minst 3.500.000 ton
bedragen. Het aanzienlijke overschot zal voor
het eerst dit jaar ter beschikking van het
Duilsche rijk zijn. De invoermogelijkheden
uit Zuidoost-Europa en Rusland zijn groot en
verder heeft men nog de buitengewoon groote
voorraden van het vorige jaar, die alleen
voor broodgraan reeds G.2ÓO.OOO ton bedra
den en zelfs nogi etes grooter zijn dan bij 't
begin van den oorlog.
De bakvruchtenoogst wordt als steeds pas
in October officieel geraamd, doch reeds nu
kan gezegd worden, dat aardappelen, suiker
bieten en voederbieten waarschijnlijk een
zeer grooten oogst zullen opleveren, daar het
weer dezen hakvruchten zeer ten goede is
gekomen.
De Btilgaarsche minister van buitenland-
sche zaken Popoff heeft zijn Roemeenschen
ambtgenoot Manoilescu het volgende tele
gram gezonden:
„Met groot genoegen heb ik vernomen,
van de aandacht welke de Koninklijke
Roemeeensche autoriteiten gewijd hebben
aan de Bulgaarsche delegatie alsmede van
'jen geest van wederzijdseh begrip, waarin
de onderhandelingen van Krajova gevoerd
zijn ik bedank Uwe Excellentie hartelijk en
zie hierin een gelukkig toeken dat het vre
deswerk van Krajova het begin moge ziin
\an een nieuw tijdperk van vriendschap
en samenwerking tusschen onze beide lan
den en hen weer tot de goede traditie van
"et verleden moge terugbrengen." Minister
Marvoilescu heeft met het volgende tele
gram geantwoord: „Het was mij een groot
genoegen uw telegram te ontvangen en
aank ten zeerste voor de gevoelens welke
U Roemenië betoont. Al droegen de betrek
tongen en onderhandelingen welke aan da
conferentie van Krajova voorafgingen en
die de grondslagen van deze conferentie
vormden, tegenover Roemenië nog de spo-
ren van een jeugdig verleden, hoop
toch, Excellentie, dat het in Krajova begon
nen vredeswerk de samenwerking en
vr endschap tusschen onze beide landen
zal doen herrijzen, zooals zij heerschten in
e gelukkige tijden na de uitroeping van
ae Bulgaarsche onafhankelijkheid."