Moderevue
Liever koken
dan studeeren
Huisvrouwen in de dop
Nieuwe hoeden
Zaterdag 14 September 1940
Vierde blad
Met een Amerikaanscb
aardappelmeisje
kan 't nog zuiniger
Uit de natuur
Nazomergloric
Plantenbloei in den herfst
Om «enigen indruk t« krijgen van de nieuwe mode,
waar het betreft de hoeden die we dit seizoen zullen
dragen, bezoeken wij een van de meest vooraanstaan
de hoedenmagazijnen in een der groote Europeesche
steden. Wij staan verbaasd over 't groote aantal wer
kelijk zeldzaam fraaie hoeden, waarbij wij dan moe
ten bekennen, dat zij ontleend zijn aan de beste Wee-
ner en New-Yorker salons.
Wij laten hieronder een korte bespreking van eeni-
ge modellen volgen:
1.) De hanmonicahoed, die met zijn ingedrukten bol
uiterst goed afkleedt en daarbij zeer chique is. De
klokrand en de lange fazantenveer dragen daar
toe niet weinig bij.
2) Een driest ontwerp, maar werkelijk elegant trech
ter model van het allerfijnste, zachte vilt. Uit het
binnenste van den trechter „vloeit" een dikke,
glanzende moireeband, die in den hals tot een
sluier ineengestrengeld wordt.
3) Een net, klein avondhoedje van witte zwanendons,
dat het hoofd als een helm omsluit.
4) En hier een vroolijk suikerbrood-modelletje, van
goudkleurige visschenhuid. De zijvinnen zijn ge
bruikt voor de franje, terwijl voor het puntige
kwastje de staartvin werd gebruikt.
5) Een rijk gedrapeerd tulbandmodel, die nu eens
voor de afwisseling in den hals van een zwaluw-
vormig einde is voorzien.
6) Als laatste een Weener hoedje van marineblauw
haarvilt in een uitgesproken jagermodel. Natuur
lijk werd een lange, buigzame fazantenveer geno
men om dit elegante model te vervolmaken.
(van een medewerkster)
Jongedame zag zich gaarne ge
plaatst in huishouding met of zon
der kinderen." „Jong meisje zoekt
werk op kantoor of in de (huishou
ding." „Beschaafd meisje h.z.a. als
hulp v. d. huisvrouw." Dergelijke
advertenties kan men tegenwoordig
eiken avond bij tientallen in de dag
bladen lezen. Als wij het aantal de
zer annonces vergelijken met de aan
biedingen van vrouwelijke kantoor
krachten, dan overtreffen de eerste
de laatste zeer zeker. U hoeft daar
voor slechts de kranten van een
week op te sparen en te gaan turven.
Bestaat er in deze dagen werkelijk meer
belangstelling voor het vrouwelijk beroep
dan vroeger en in hoeverre doet de oorlog
daar zijn invloed op gelden? Deze vraag
hield ons bezig en als rechtgeaarde kran-
tenmenschen wachtten wij niet lang met
er een antwoord op te zoeken. Wij zochten
daartoe contact met verschillende autori
teiten op het gebied van meisjesopleiding,
zooals directrices van huishoudscholen in
de groote steden, leeraressen in koken en
voedingsleer, enz.
Ah een ondeugend kostschool
meisje ..i»
Het gaf ons weer eens een geheel nieuwe
sensatie, haar, aan wie de opvoeding der
vrouwelijke jeugd is toevertrouwd, nader
te leeren kennen. Soms waanden we ons,
wanneer we een zeer strenge, gebrilde di
rectrice wat al te veel van haar kostbaren
tijd bleken te vragen, als een ondeugend
kostschoolmeisje, dat te lang treuzelt met
haar taak... Dan weer waren we belang
stellend toeschouwster bij de verwelkoming
van een groepje nieuwe leerlingen, friscli
en vrolijk in haar witte schorten en koks
mutsen De nieuwe cursussen zijn pas
begonnen!
We vernemen dan, dat de particu
liere huishoudscholen, waar in 't al
gemeen de beter gesitueerden hun
dochters laten studeeren, thans over
bevolkt zijn. Wat de openbare huis
houdscholen, de volksscholen, be
treft, laat de toestand zich op dit
tijdstip nog niet overzien.
ii Men moet nog afwachten of het aantal
leerlingen der volksscholen stabiel zal blij
ven en de verschillende cursussen in den
loop van het seizoen evenveel bezoeksters
zullen trekken als vorig jaar.
Dienstbodenloon en steun.
Hierbij spelen factoren een rol, welke voor
het dochtertje van welgestelde ouders van
geen beteekenis zijn. Men denke daarbij
bijv. aan de gesteunde gezinnen. Vóór den
oorlog behoefde Vader het weekloon van het
meisje dat in dienstbetrekking was, niet
van den steun af te trekken. Men herin
nert zich dezen maatregel, indertijd door
minister Romme genomen om het dienst
bodenvak aantrekkelijk te maken. Kortge
leden werd bepaald, dat het door dienst
meisjes verdiende loon wèl weer van den
steun in mindering moet worden gebracht.
Blijkbaar heeft de voor-oorlogsche bepaling
voldoende stimuleerend gewerkt en is daar
om overbodig geworden. Of de prikkel tot
het „dienstjes zoeken" nu ook verdwenen is?
Ons werd verzekerd, dat een klein
materieel voordeel vaak van door
slaggevende beteekenis is bij de
beroepskeuze der arbeiderskinderen.
Toch valt hier en daar een voor
keur voor het vrouwelijk beroep on
getwijfeld te constateeren.
Liever koken dan studeerenl
Zit die voorkeur bij de meisjes zelf of
bij de ouders? Want men vergete niet, dat
de ouders ook in de Eeuw van het Kind
nog vaak het beroep van hun kroost bepa
len of althans richting geven. De antwoor
den op de hierboven gestelde vraag loopen
uiteen.
Met het reeds gereleveerde feit voor
oogen, dat de toeloop op de particuliere
huishoudscholen speciaal in de hoofdstad,
enorm is, wijst men ons in de eerste plaats
op het volgende:
Vele welgestelde meisjes die in vredestijd
naar het buitenland gaan of studeeren,
zien hiervan af en kiezen boezelaar en be
zem... De ouders zien tegenwoordig meer
„toekomst"' in de huishoudelijke vakken
dan in een of andere studie. De mogelijkhe
den van een redelijk bestaan voor de ge
studeerde vrouw zijn er in den loop der ja
ren niet grooter op geworden, terwijl, wat
ook val', de huishouding altijd zal blijven
bestaan. Heeft de lust tot studeeren bij de
meisjes zelf ineens afgedaan? „Reeds ge-
ruimen tijd vóór den oorlog", zoo werd ons
van een zijde verklaard, „héb ik den drang
tot studeeren onder de vrouwen, welke een
"25 jaar geleden zoo sterk opkwam, zien
verminderen. De neiging om zich toe te
leggen op koken, kinderverzorging, enz.
deed zich meer dan ooit gevoelen. Gegeven
daarbij de tijdsomstandigheden wellicht
meer perspectief voor het vrouwelijk be
roep ontstond de huidige situatie."
Huishouden is een kunst!
In dezen geest luidt ook het oordeel van
mej. W. L. P. Burger, directrice van de
Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam.
„De vrouw is zich bewust gewor
den", zegt zij. „dat haar taak in
deze dagen belangrijker is dan voor
heen. Huishouden is een kunst!
De meeste menschen denken daar
te licht over! Wat vegen en stoffen
en aardappelschillen Maar huis
houden leeren vergt een zware stu
die.
Vooral omdat de voedingsleer de we
tenschap der vitaminen dagelijks groeit.
Daar komt scheikunde aan te pas!"
Inderdaad valt het niet mee. om in 1040
huismoeder te spelen. Met wat al moeilijk
heden hebben de dames te kampen en hoe
moeten zij haar hersens inspannen om el-
ken dag weer een voedzaam én voordeelie
menu samen te stellen. Ons interview met
zoovele geleerde huishoofd-hoofden zou niet
volledig zijn, indien we in dit verband niet
eens even informeerden naar de instelling
van de leerstof op den oorlogstijd.
„Zuiniger kan het niet!"
„We leerden de meisjes reeds altijd
zuinig huishouden. Zuiniger kin
het haast niet", zoo vertelt ons de
één, maar ze voegt er aan toe. dat
ze Juist een Amerikaansch aardap
pelschilmesje op den kop heeft ge-
door J. K. g.
V roegmorgen.
De wingerd heeft al hier en daar rood blad
en over de berken vaart de eerste geling van
den herfst. Tusschen het soms al dorrend blad
blozen de roode wangen der appels, bronzen
de peren en bij tientallen glanzen de bottel3
aan de rozestruiken, waartusschen zwaarbe-
dauwde spinnewebben hangen te glinsteren in
het stille licht van den vroegen morgen.
Goud en oranje staan de goudsbloemen in
de tuinen. Veelkleurige dahlia's vlammen er en
uitbundig bloeit de Oost-Indische kers overal.
Hoog boven de forsche, tegen de nacht open
gaande, gele Teunisbloemen schommelen de
gele raderen der zonnebloemen. Voornaam
vlinderkelken de begonia's. Bloedend rood tin
ten de graniums, luchtiger de veeltintige
asters.
De dag wordt langzaam wakker. In het
Oosten wordt het lichter en er komt meer
blauw aan de lucht. In het park beginnen de
spreeuwen zich te roeren. De wind komt even
door en loopt zacht ritselend door de bladeren.
In het Oosten hangt nu, laag boven den ein
der, een matgouden rook, waartusschen
breede, heigouden strooken. En daarbovenuit
rijst de zon en sprenkelt licht over de myriaden
draadjes van de herfstspinnetjes.
Septemberzon.
In September is het licht zoo heel anders
dan in den volzomer, 't Is alles veel kalmer,
bezonkener, vrediger. In den zomer juicht het
en is het één vroege, helle klaterende schate
ring van licht. Druk en jachtig reilt en zeilt
het zomersche leven. In September wordt alles
stiller. Een stemmig kleurenspel wordt het,,
diffuus, teer. Op vruchten en bladeren, waar
over de eerste dorring gaat, speelt het ge
temperde licht, 't Is een tooverspel in rood en
paars, geel en groen, een symphonie in wit en
goud en karmijn, koraal en robijn, van allerlei
diamanten en zilveren en gouden flitsjes en
flonkertjes in druppel en dauw. Maar over dat
alles ligt steeds een sfeer van rustige intimi
teit.
Geruchten gaan over de wegen .De boeren
komen op ratelende melkwagens terug uit de
landen, terwijl de laatste nevels optrekken uit
de slooten.
En terwijl de zon voller en warmer begint te
schijnen gaan we door den van licht glanzen-
den polder langs wegen en dijken, genietend
van den nazomerbloei. Alom staan nog de gele
hoofdjes met omgeslagen witte lintblaadjes
van de kamillen en de gele, dichte kussen
schermpjes van het boerenwormkruid. Even
verderop staan de grijnzende koboldjes-met
mutsjes-op van de geel en oranje vlasleeuwe-
bekjes, die zich de grazende tongen wel van
het lijf weten te houden door het scherpe sap
in de lang-lancetvormige blaadjes.
Distellegenden.
Ook bungelen er nog de purperen kwastjes
van weg- en akkerdistel, druk bezocht door
bijen en hommels. Maar evenzeer waait er het
zijige zaadpluis, waar de musschen bekken vol
van plukken om te verwerken in het winter
nest. Ge weet toch dat die distel een schep
ping is van de godin der aarde, uit droefenis
over de teleurgestelde liefde voor den herder
Daphnis?
De Noren brengen den distel in verband met
den Germaanschen God Thor. In m'n lagere
schooljaren sprak dien ouden donderaar ge
weldig tot m'n verbeelding. Het leek me nu
eenmaal reuze plezierig om op 'n brieschen-
den schimmel door het luchtruim te rijden,
omzweefd door de heilige raven, terwijl don
der en bliksem tot je voortdurende beschik
king stonden om naar believen gebruik van te
maken. Zoo stelde het plaatje van Isings hem
althans voor in het leeesboekje!
De Schotten voeren de distel in het natio
nale teeken als volksbloem. Een Deensch krij
ger had namelijk het ongeluk om bij de
blootvoetsche besluiping van een Schotsche
legerplaats in een distel te gaan staan.
Geen wonder dat dit feit niet stilzwijgend
voorbijging. Het luidruchtige ,Au!" alarmeer
de echter het kamp der Schotten, waardoor de
aanval werd afgeslagen.
Tweede bloei.
De klavers zijn opnieuw aan het bloeien ge
gaan. Ook de Meizoentjes bestippelen, als in
Mei, de weiden weer. Die tweede bloei is een
bekend verschijnsel, waar meer planten aan
doen. Tot diep in December wel kunnen we
zoo bloeiende planten vinden. Vooral in den
tijd van het jaar dat iedere dag winst is en de
nachtvorsten een ontijdig eind trachten te
maken aan laten bloei en kleurig, doch ver
gankelijk, paddenstoelen-gedoe, is dat heel
tikt, waarmee je héél dun kunt
schillen
Het apparaatje werkt ongeveer als een
snijboonenmesje en 't zal niet lang meer
duren of alle vitaminen vlak onder de
aardappelschil komen niet meer in den
schillenemmer, maar in de maag terecht!
Ook worden er kookzakken gemaakt en
leeren de jongedames speciaal van oud
nieuw naaien, benevens zuinig wasschen.
„Wie zegt. dat ie in een vuil zeepsop niet
kunt wasschen. die jokt", hooren we. „Zoo
lang het sop schuimt, kun je er in was
schen; een prachtig vóórsop.'
Ha. dat weten we alweer...
Huishoudscholen zonder zeep?
We vernemen voorts, dat enkele scholen
heelemaal geen zeep kregen toegewezen.
Wat de grondstoffen voor de maaltijden be
treft. bedroeg de toewijzing voor de huis
houdscholen in de maand September 50
van het vorig jaar verbruikte. Wat de vol
gende maand zal brengen, weet men ryet...
Er wordt druk onderhandeld. Tn ieder ge
val vast wennen aan wat minder zoete toe-
snijzen. fams koken met glucose-stroon
thee fiin stampen vóór het zetten. koffie
branden en wat dies meer zij. Tot_ in alle
consenuenties de hooggeroemde zuinigheid
der Hollandsche huisvrouw toegepast, één
der grondprincipes van de opleiding tot het
vrouwelijkste vak ter wereld t
plezierig. Er zijn planten waarvan het heel
gewoon ia, dat ze tot diep in den winter
bloeien, zooals nachtschade, perzikkruid,
kruiskruid. Maar gekker sta je te kijken als
je in December bloeiende sneeuwklokjes vindt.
Hetgeen alleen dank zij zeer zachte winter
dagen gebeuren kan.
Op den herfstwind schommelen de witte
duizendblad-schermen heen en weer. Ook an
dere schermbloemigen bloeien nog volop.
Daar zijn de hoog-op-geschoten bereklauwen,
waarvan de heele bloeiwijze zich in 't verbor
gen in groene schutbladen ontwikkelde. De af
zonderlijke schermen komen, elk weer in een
groen omhulsel, eerst te voorschijn als dat
eerste omhulsel open gebarsten is. Nu zijn die
schermen een gedekt tafeltje voor allerlei in
secten, die uit zijn op zoetigheid, waaraan de
stralende randbloemen zoowel als de onaan
zienlijke binnenste bloemen rijk zijn en die
gemakkelijk bereikbaar is, zelfs voor de kort
ste insectentongen. Het grove loof begint ech
ter al onheilspellend bruin te kleuren en de
meesten zitten ook al heelemaal in het zaad.
Ook de witschermige peen, die na den bloei
zijn schermen zoo typisch samenvouwt, is een
aantrekkingspunt voor veel insecten. We zien
er goudgeel in de zon schitterende zweefvlie
gen met gestreepte lijven, graafwespen met
slanke middeltjes, kleine bijtjes en staal-
blauwglanzende bromvliegen, sluipwespen met
angstwekkende legboren, dikke hommels en
allerlei kortschildkevers. Eigenaardig, dat
midden in de peen-schermen heel- vaak één
enkel bloempje zoo uit den band springt; het
is niet wit maar heel donkerpaars, soms bijna
zwart. Waarom dit zou zijn en waarvoor dit
zou kunnen dienen, is onbekend. Misschien
zit er in dit geval wel eens heelemaal geen
wijze bedoeling van moeder natuur achter...
Overal blinken de gele sterretjes van het
biggenkruid, met die van den herfstleeuwen-
tand, die echter aan de onderzijde roodge
streept zijn. De melkdistels hebben ook nog
bleekgele bloemhoofdjes, maar ook al veel
witte pluiskopjes, die verwaaien op den wind.
Aan 't water.
Ook de waterkanten deelen nog in de na
zomerglorie. Waar het riet in 'de golvende,
ruischende waaiing te wuiven staat met groote
zilvergrijze pluimen, geurt nog de watermunt
uit ruige trossen lichtpaarse bloemen. Er han
gen donkergroene augurk-vruchten van de lis-
schen, die hier in het voorjaar als helgele
vlammen te branden stonden tusschen de
jonge, groene rietdolken. Ook staan er de
stijve, bruine cylinders van de lischdodden, de
zachte kanneboenders, de dullen, de toeren-
bouteh en hoe ze nog meer in den volksmond
mogen heeten. In den zomer zijn ze dubbel.
Dan zitten boven aan den top de nu ver-
schrompelde meeldraadbloempjes. Tik je even
tegen zoo'n bloeiwijze dan poedert het stuif
meel in een wolkje weg. En er onder zitten de
bruine, vrouwelijke bloempjes, bestaande uit
bruinfluweelige stampertjes. In 't komende
voorjaar barsten de rietsigaren open en lost
de heele kolf op in een wolk van teer-geel
pluis. Duizenden bij duizenden zaadjes zweven
weg op den wind. En zooals bij zooveel plan
ten worden deze zaadjes daarbij gedragen
door heel kleine haartjes, waardoor ze ver
der weg geblazen worden dan anders wel het
geval zou zijn.
Kleurige garneering van het waterland in
herfsttijd vormen ook de wïlgeroosjes, die
bloeien met veel purperrose bloemtuilen. Maar
al veel smalle, lange vruchtdoosjes zijn open
gegaan met vier omkrullende kleppen. Het
zaad zit met fijne, witte draadjes vast aan
deze kleppen en wanneer nu zoo'n zaadje
opengaat zit er heel even een gordijntje van
witte draadjes tusschen de omkrullende zaad
dragers in. Maar al gauw verstoort de wind
dit moois en dansen de zaadjes, op de wollige
draadjes gedragen, weg met onbekende be
stemming.
Als miniatuiur-opgeroide, groene egeltjes
hangen tusschen het riet de stekelballetjes
van de egelskop aan de vertakte stengels. Nog
maar een paar weken geleden zat er aan den
top van die stengels een groepje zwarte krent
jes, waaruit zich de mannelijke bloempjes ont
wikkelden, die het stuifmeel door den wind
lieten uitstrooien op het fijn-witte bloeisel der
i vrouwelijke bloemen," die met zooveel doelma
tigheid door moeder natuur lager geplaatst
zijn aan denzelfden stengel.
Zoo is er nog heel veel te beleven en te ge
nieten op het gebied van de planten alleen al.
Slechts enkele vertegenwoordigers noemde ik,
uit heel die groote boeket, die samengesteld
kan worden uit nu nog bloeiende planten. En
in dezen tijd van stille ochtenden en nevelige
avonden is daar ook het paddenstoelenleger
komen oprukken en is de vogeltrek nu pas
goed ingezet. Met nog vele andere verschijn
selen, die maken dat de herfst een goeden
tijd is voor den natuur-liefhebber, vormen die
twee wel telkens weerkeerende evenementen,
die de aandacht elk jaar opnieuw bezig hou
den, die vragen doen opkomen waarop nog
geen antwoord gegeven kan worden.
WAT MENIGEEN NIET WEET.
Een Zweedsche statistiek vermeldt, dat
een vrouw gemiddeld 250 dagen voor den
spiegel heeft doorgebracht, wanneer ze ze
ventig jaar oud is geworden.
De „Hafflesia Arnoldi" is de grootste
bloem. Zij groeit op Sumatra, weegt 15 pond
en heeft een gemiddelde breedte van 1 meter.
Tot 7 liter water neemt deze bloem in zich
op.
De Kaspische Zee is 's werelds grootste
binnenzee, want ze is 800 maal grooter dan
het meer van Constanz en tweemaal zoo
groot als Engeland.
Ecuador heeft de hoogste vulkaan, de Co-
topaxi, die 6943 meter hoog ligt
De bekende „Chineesche Muur" is niet
alleen de grootste muur der wereld, maar
ook de dikste. Hij is gedeeltelijk 16% meter
hoog, 2450 km. lang en 8 meter dik. Hij werd
ongeveer 2200 jaar geleden gebouwd.
De blanke rassen verdubbelen hun be
volking ongeveer om de 80 jaar. de gele en
bruine rassen iedere 60 jaar en de zwarte
rassen om de 40 jaar.
Op het strand te Miami (Ver. St.) ver
huurt men parasols, die alleen opengaan na
het inwerpen van oen bepaalde munt. Na
een uur klappen ze vanzelf dicht: wanneer
men ze weer open wil maken, moet men
opnieuw een munt inwerpen.
flu