Varen geen koekebakkerswerk Te mooi brood afgeleverd Hevige aanvallen op Londen Britsch agent in Zweden veroordeeld De ordedienst van de Nederh Unie Vliegeraanvallen door beide tegenstanders Eerste vlasschool geopend Nederland is geen Noorwegen Haar man was bezig Verboden gebied tusscben 10 en 4 uur uitgebreid Duifsch weermachtbericht Italiaansch weermacMericht Vergunningen voor het betreden van geëvacueerde eilanden Zesde kindertrein uit de Oostmark terug Hoe Volfa anderhalve eeuw geleden bet methaangas ontdekte Convooi van vier schepen tot zinken gebracht. Het opperbevel van de Duifsche weer macht maakt bekend: Het Duitsche luchtwapen heeft zijn vergel- duigsaanvallen op Zuid-Engeland en Lon den voor gezet. In den loop van den dap is •a. de lieptuipfabriek Filton door talrijke bommen beschadipd. Hierbij onderscheidden gevechtsformaties van de derde lucht vloot in bijzondere mate. Te Plvmouth, rondom Portland en Southend troffen bom- v^di ^avcn" en dokinstallaties zwaar. Een bij Plymouth voor anker pelepen oorlogs schip kreep evenals een militair kampement bi.i Dunpeness treffers, die hun uitwerkinp niet misten.In verscheiden andere steden ven-, dok. en opslapinstallaties op beide fabrieksinstallaties en opslapplaatsen te ver woesten. In den loop van den nacht richtten de aanvallen zich vooral op Londen, waar weer levensmiddelenbedrijven, alsmede ha ven-, do k- en opslapinstallaties op beide oevers van de Theems succesvol met bom men van zwaar kaliber bestookt werden. Talrijke explosies, waarop uitpestrekte bran den volgden, konden ondanks slecht zicht onmiskenbaar waarpenomen worden. De tepenstander zette zijn terreuractie tepen de Duitsche burperbevolkinp voort. Militaire schade ontstond door de Enpelsche bommen nóch in West- en Noordwest- Duitschland, noch in Berlijn. Evenwel vallen onder de burperbevolkinp weer verscheiden dooden en pewonden te betreuren. De Duitsche hoofdstad werd door ver scheiden vijandelijke vlieptuipen zonder succes aanpevallen. Enkele optrekjes en buitenhuisjes werden vernield. Goed ge plaatst vuur van het lucht afweer peschut dwonp de Enpelschen hun aanvallen af te breken. De verliezen van den tepenstander bedroe- pen gis.teren tien vlieptuipen, waaronder acht Spitfires. Een dezer vlieptuipen werd aan de kust van de Noordzee door artille rie van de marine neerpeschoten. Zes eipen vlieptuipen worden vermist. Een kleine duikboot onder commando van luitenant ter zee tweede klasse Wohlfahrt heeft een convooi van vier schepen van 25.000 br.t. tot zinken pebracht, waaronder een tankboot. Het leppen van mijnen voor Enpelsche havens is ook pisteren voortge zet. In een der vijvers van het Amsterdamsche Vondelpark worden de paaltjes, die de schoei ing vormden, doch door toedoen der jeugd inde de modder waren verdwenen, weer opge vischt en netjes herplaatst. (Foto Pax-Hollandl Kapitein ter zee Van Hengel tot leider benoemd. In het jongste nummer van „de Unie" wordt een uiteenzetting pepeven van de taak der ordedienst van deze bewepinp. Het orde-commando moet zorpen voor het bewaren van de rust op de vergaderingen, en op straat de colporteurs beveiligen. De fei ten hebben uitgewezen, dat zulks noodzake lijk is. In de eerste plaats echter is het de opzet in De Nederlandsche Unie een keurkorps te vormen Bij de vorming zal alle aandacht wor den besteed, zoowel aan de lichamelijke als aan de geestelijke opvoeding, opdat in korten tijd De Nederlandsche Unie beschikken zal over een uitgelezen schare jongemannen, sterk en geestdriftig, altijd en overal bereid op de bres te staan voor de zaak van De Nederlandsche Unie, dat is de zaak van ons volk. De naam is vastgesteld als: orde-comman do. De leiding zal berusten bij den oud-ma rine-officier kapitein ter zee Van Hengel. Een Ilaliaansche torpedojager getorpedeerd. Het Italiaansche hoofdkwartier maakt in zijn leperbericht no. 111 het volgende be kend: In Noord Afrika voerde onze luchtmacht een vijandelijk bombardement uit op het vliegveld van Eldaba. De vijand herhaalde zijn bombardement op het vlieveld Tobroek, maar werd in zijn optreden belemmerd door het afweergeschut te land en van de marine. Een vliegtuig werd met stelligheid neerge haald, twee andere toestellen werden waar schijnlijk neergehaald. Drie andere vlieg tuigen werden omlaaggeschoten door onze jagers, die optraden om te verhinderen, dat de vijandelijke machines naar hun bases te rugkeerden. Eenipe woningen van burgers en een van onze veldhospitalen leden scha de. Vijf personen werden gedood en tien gewond, onder wie twee vrouwen. Vijandelijke vlooteenheden ondernamen een actie tegen Sidi Ei Barrani waarbij een per soon werd gedood en een auto getroffen. Een van onze iachtformaties ondernam een gewapende verkenningsvlucht naar Malta. Een toestel is niet teruggekeerd. In de Roode Zee werd een konvooi door onze vliegtuigen aangevallen. Ter hoogte van Aden deed een van onze verkennings vliegtuigen een aanval op vijandelijke toe stellen van het type Gloster. Een vijande lijke machine welke naar zijn basis terug keerde werd brandend neergeschoten. In den Soedan werden vijandelijke verdedigings werken van Otroeb door onze formaties ge bombardeerd. Onze patrouilles dreven den vijand in de omgeving van Agiar el Zaeuc op de vlucht. Vijandelijke vliegtuigen lieten bommen vallen op Goera, Sololo (Rcnya). Adigalla, waar tien inlanders gewond wer den, op Metemma, waar een persoon werd gedood en drie gewond, op Magi waar even eens een doode te betreuren valt alsmede drie gewonden. Een vijandelijk vliegtuig werd getroffen. Het vijandelijke toestel waarvan gemeld was dat het getroffen was. blijkt nu te zijn neerpeschoten. Een van onze torpedojagers werd In de Ionische zee door een vijandelijke duikb tot zinken gebracht. Het grootste deel bemanning is in veiligheid. De eenipe maanden geleden in Zweden ontdekte, door Enpelsche agenten ontwor pen springstofaanslagen in de voor de ver scheping van erts en hout belangrijke ha ven Oxeloesund zijn thans behandeld in 'n proces, aan het eind waarvan de Enpel sche agent Rickman tot acht jaar tuchthuis veroordeeld werd, omdat hij van een vreem de mogendheid geld had aangenomen ten einde springstofaanslagen in Oxeloesund ten uitvoer te leggen. Zijn particuliere se cretaresse, Else Johansson, die reeds als me deplichtige schuldig was bevonden werd thans tot drie jaar en zes maanden tucht huisstraf veroordeeld, omdat zij tegen gel delijke vergoeding gehandeld heeft ten na- deele van den Zweedschen staat en ten gunste van een vreemde mogendheid, en verder wegens deelneming aan het opslaan van springstoffen. De typograaf Baarno Beh- risch kreeg drie jaar en zes maanden ge vangenis. omdat hij eveneens geld had aan genomen ter ondersteuning van de spring stofaanslagen van Rickman. De reclame deskundige Biggs werd veroordeeld tot een jaar tuchthuisstraf wegens medeplichtig heid aan opslaan van springstofvoorraden. GENERAAL HUNTZIGER FRANSCH OPPERBEVELHEBBER. V i c h v, 26 Sept. Het D.N.P. verneemt, dat de Fransche minister van Oorlog, gene raal Huntziger, tot opperbevelhebber van de Fransche strijdkrachten te land is benoemd. (Generaal Huntziger is in den laatsten tijd bijzonder op den voorgrond getreden, vooral toen hij door de Fransche regeering werd afgevaardigd om met de Duitschers en Ita lianen over de wapenstilstandsvoorwaarden te onderhandelen) Red. Gisteren is te Standdaarbuiten de eerste beroepsschool voor vlasbewerkers in Neder land geopend. Tal van autoriteiten uit Westelijk Noord- Brabant waren aanwezig. Ir. Roebroek, directeur-generaal van den Landbouw sprak het openings woord uit. Aanwezig was ook de commissaris der pro vincie Noord-Brabant. Markant was de uitspraak van den bur gemeester van Standdaarbuiten, die voor spelde, dat Nederland in de toekomst het beste vlasland van Europa zal worden. Van onze zeelui mag men zeggen: Dat fiere volk zijn zij!" Een liefhebber en kenner van ons Water land schrijft in het dagblad van Rotterdam: Wanneer gij soms mocht denkon, dat ons volk in den laatsten tijd, den tijd van ge lakte nagels en afgeschoren wenkbrauwen voor de meisjes en gigolopakken voor de ■jongens, aan 't degenereren is. dan moet gij maar eens 's Zondags naar onze groote plas sen gaan en kijken hoe onze jeugd zich weert in kleine zeilbootjes, scherende en optornend tegen een harden bries: dan denkt men vaak: daar komt geen spaan van terecht en het kan best gebeuren, dat u ge tuige is van een ongeval, b.v. als zoo'n schuitje omkiepert en u denkt reeds aan het uittrekken van uw colbertje om de meisjes te redden, maar dan ziet gij ze reeds met forsche slagen door het water schieten, niet om in doodsangst naar den wal te zwemmen, neen, piets daarvan, zij willen den boel bergen en de schuit naar het ondiepe brengen om het water eruit te la ten loopen,. en de zaak weer ree te maken om verder te zeilen. En Donderdag den twaalfden September was ik in Scheveningen, waar de harde Noordwester het zeewater tegen de haven- pieren bonkte, en de groote brekers op het strand neerdonderden, neen, dat was geen weer om te varen, maar toch lagen daar een dertig kleine schokkers te visschen, want Vrijdags moest er visch zijn, daar is nu eenmaal niets aan te doen. en versche visch, levende visch, brengt een hoogen prijs op, dus er moest gevischt -vorden. weer of geen weer! Maar op dien Donder dag was er belangstelling aan het eind van de Keizerstraat, want daar stonden een twintigtal Scheveningers naar zee te turen, en de weinige menschen, die voorbij kwa men,-verwonderden zich en begrer>en niet, waar die menschen zoo strak naar stonden te kijken, want er was niets te zien dan een bulderende zee, en heel in de verte een naar scheepjes, en daar keken zij nu juist naar, omdat zoo'n kleine schokker van on deren aan den platten kant is en dus niet zooveel kan hebben als een logger met een kielbodem, als U dat begrijpt, en dat is nog leng niet alles, want als een schokker aan zijn kuil ligt. dan h.eeft hij nog zoo'n soor tement vastigheid, maar als hij naar huis wil, moet hij tu=schen de pieren door en die liggen nu niet bepaald ruim uit elkaar, en daar staat nu ook iuist een zware stroom zoodat hij öf boven öf beneden een hoofd moet aanhouden. Ja, ik moest dat. natuurlijk weer eens zien, want ik heb lang te Scheveningen ge woond aan den zeekant en's winters huur de ik van den man. d'e 's zomers met een enormen kijker op de Pier stond, om de liefhebbers voor een dubbeltje de huizen van Katwijk te laten zien, -of ook wel een groote boot, die ver weg voorbijvoer, dien grooten kijker, en zoo heb ik meer kunnen zien dan een ander, maar nu stond ik dan bij die mannen en keek mee naar dien schokker, die binnen wilde komen en ik zag dat scheepje dansen en duikelen, zoodat je soms het topje van den mast niet meer zien kon en je' dacht: weg is-ie, maar nee, daar kwam hij weer op zoo'n waterberg klimmen, met geen ander stukje zeil dan ziin fok en eindelijk dan zagen we hem veilig binnen de nieren en het was een pak van mijn hart. Maar nu gingen we niet hoera, hoera, staan roepen met z'n allen, die twintig man nen en enkele vrouwen met het schort over het hoofd%geslagen, en ik. Neen. één jnan ili-aaide zich om en zei: „geen spatje!" „Varen, varen, over de baren", zong Speenhoff, en varen is geen koekebakkers werk. We zijn een klein volk misschien maar aan moed heeft het ons nooit ontbroken, vooral niet aan onze visschers en zeelui, en van hen mag met recht gezegd worden: „Dat fiere volk zijn wij!" Wat voor het eene land geldt, behoeft voor het andere nog niet noodzakelijk te zijn. Men meldt uit Berlijn aan het V.P.B.: De reorganisatie van het bestuur in Noor wegen door rijkscommissaris Ter Boven blijkt noodzakelijk te zijn geworden, omdat de onderhandelingen met de oude partijen schipbreuk hebben geleden en er tenslotte in Noorwegen nog een krachtige politieke leiding noodig was. De houding van den Koning en van de uitgeweken regeering maakte het scherpe optreden tegen het Ko ningshuis en de voormalige regeering nood zakelijk. Op de vraag of hetgeen thans in Noorwegen gebeurt niet morgen in andere bezette landen, bijvoorbeeld Nederland zal geschieden, werd in de Wilhelmstrasse ge antwoord; „Wat voor Noorwegen noodzake lijk is behoeft nog niet voor andere bezette landen, met name voor Nederland, noodza kelijk te zijn. In de toekomst moeten aanvragen om uit zonderingsvergunningen tot het betreden van de geëvacueerde eilanden uitsluitend aan de burgemeesters van die gemeenten worden gericht, waarvoor de uitzonderings vergunning zal moeten gelden. Na onderzoek van de aanvragen worden deze dan doorgezonden aan de voor de be trokken provincie bevoegden stafofficier van de Ortnungs Polizei bij den gevolmachtigde van den Rijkscommissaris, die de uitzonde ringsvergunning zal verleenen. Aanvragen die aan andere instanties worden gezonden, kunnen niet in behandeling komen. Kellner was boven zijn theewater. De 38-jarige kellner J. S. kwam op 27 Juni j.1. onder invloed van sterken drank in een kwade bui thuis. Hij gooide zijn vrouw het brood, dat 'zij voor hem had klaargezet, naar het hoofd, greep vervolgens een bus petroleum en be goot daarmede de meubelen in de voorkamer waarna hij een brandende lucifer op den grond wierp. Het vloerkleed vatte vlam, doch gelukkig wist de vrouw, die ging kijken, wat haar man uitvoerde, verder onheil te voor komen. Gisteren stond de kellner voor de Haarlem sche rechtbank terecht. Het bleek, dat hij al eens eerder voor een dergelijk feit was ver oordeeld. De officier van Justitie eischte acht maanden gevangenisstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk met de bepaling, dat verd. geen alcohol meer zal mogen drin ken. De rechtbank zal 05 10 October uitspraak doen. Het heden verschenen verordeningenblad bevat een verordening van den rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende uitbreiding der verkeersbeper- kingen. Hierin is o.m. bepaald, dat artikel 1, lid 1, van de verordening no. 128/1940 van den Rijkscommissaris voor 't bezette Nederland sche gebied als volgt moet luiden: „Het is tot nader order aan hen die niet de Duitsche nationaliteit bezitten, verboden zich tusschen 22 uur en 4 uur in de openlucht op te houden in de navolgende gebieden: op de Waddeneilanden alsmede in de kuststrook van het bezette Nederlandsche gebied, die zich uitstrekt tot aan de lijn, loopende van Den Helder langs het Noordhollandsch Ka naal, en vervolgens over Alkmaar, Uitgeest, Beverwijk, Velsen, Santpoort, Haarlem, Heemstede, Bennebroek, langs de oostelijke grens van de provincie Zuidholland, tot waar deze de grens van de provincie Voord-Bra bant ontmoet, langs de Noordelijke grens van de provincie Noord-Brabant tot aan de spoorbaan van Hedel naar 's Hertogenbosch, vervolgens langs deze spoorbaan over 's-Her togenboschBoxtelEindhovenValkens waard tot aan de NederlandschBelgische grens, en vervolgens langs de Nederlandsch- Belgische grens tot aan de zee". Deze verordening treedt in werking op den dag harer afkondiging. Lachen en huilen op 't station te Rotterdam. Gisteravond te ongeveer vijf voor half ze ven is op station D.P. de zesde kindertrein bit de Ostmark aangekomen. Ongeveer 650 Nederlandsche kinderen, die ongeveer zes weken geleden naar de Ostmar reisden, zijn hiermede na eenige gelukkige, Kczonde vacantieweken in het vaderland te ruggekomen, Men zag niets dan gelukkige gezichtjes en "ij menig gelukkig weerzien stroomden ae traantjes weer rijkelijk. Velen waren getooid in de typische Ostmarsche kleeding en al ten sjouwden groote pakken met zich mede. daarin vele geschenken waren verborgen, door de pleegouders meegegeven. Het tooverkunstje met de „brandbare lucht." „Wat zoudt ge er van zeggen, wanneer ik reeds aan het begin van dezen brief schrijf, dat ik ook op andere plaatsen, waar heen ik me dezen herfst begaf, en zelfs hier, bij mij thuis op brandbare lucht ge stoten ben? Dat ik, waarheen ik ook ga en mjj naar rechts of naar links wend, steeds maar enkele schreden heb te doen, tot de aarde of het water mij deze lucht, zooveel ik maar wensch, kant en klaar, levert? Want ik heb die brandbare lucht op de meest uiteenloopende plaatsen aangetrof fen, in meertjes, bij stilstaande vijvers en bronnen." Dit is het begin van een der zeven brie ven, die Alessandro Volta, de groote ge leerde en uitvinder van de gloeilamp, te gen het einde van 1776 aan pater Campi schreef, om hem verslag te doen van zijn hoogst belangwekkende proefnemingen, welke hij met het „moeras- of mijngas" nam, dat thans algemeen onder den naam van methaan bekend is en tegenwoordig bij gebrek aan benzine en olie meer op den voorgrond treedt als brandstof voor mo toren. Terwijl de geleerden van dien tijd ge loofden, dat de „brandbare lucht" haar oorsprong vond in mineralen, kon Volta het eerste bewijzen, dat het methaan zich in veel grooter mate vormde uit afval van organische vegetatieve bestanddeelen in de aarde, wanneer deze van de buitenlucht ziin afgesloten. Velen is deze ontdekking van Volta on bekend en zelf heeft hij ongetwijfeld niet kunnen vermoeden welk een hooge vlucht bijna twee eeuwen na zijn ontdekking de toepassing van het methaangas zou ne men De brieven van Volta, die handelen over zijn experimenten met „brandbare lucht" zijn belangwekkend en curieus te gelijkertijd. In den eersten brief, waarop wij reeds wezen, vertelt hij van zijn eer ste ontdekking. „Toen ik in Angiera bij een bepaalde vuilnisbelt kwam, er langs liep en wat met mijn wandelstok in den bodem peuterde, zag ik hoe aanzienlijke hoeveelheden lucht daaruit opstegen, waardoor ik op de gedach te kwam daarvan een behoorlijke dosis in een groot glazen reservoir mede naar huis te nemen. Den menschen, die toen in mijn gezelschap waren, en den anderen, die ik den volgenden morgen, 4 November, uitge- noodigd had, zeide ik van tevoren, dat deze lucht in brand zou vliegen, een schouwspel dat tot hun niet geringe verba zing en miin groote tevredenheid inderdaad plaats had. Deze lucht brandt zeer langzaam en met een prachtige blauwe vlam. Om te ontbran den en de vlam zichtbaar te doen worden is het wel zoo goed .Wanneer de opening van 't reservoir groot is: aangezien bij een nauwe opening, indien een brandende kaars bij het reservoir gehouden wordt, men wel vele op elkaar volgende explosies hoort,, die evenwel zoo zwak zijn, dat men ze nauwelijks kan waarnemen. Voor het klei ne experiment gebruikte il< een cylinder- vormig glazen reservoir, drie duim lang en een in doorsnede en het is waarlijk gra cieus hoe de opening, wanneer de bran dende kaars naderbij komt. bedekt wordt met een blauwe vlam welke langzaam af- lekt tot op den bodem. Maar nog merkwaar diger is de aanblik, wanneer men een kaarsstompje aan een gebogen ijzerdraad bevestigt en neerlaat in 't reservoir. Want dan laait de blauwe vlam hooger en hef tiger op. Wanneer de kaars zeer dieo naar binnen gebracht wordt, gaat zij uit. ter wijl de lucht bij de opening toch blijft branden. Maar nauwelijks heeft men de kaars wat opgetild en in aanraking ge- hracht met de brandende lucht, of deze ont brandt weer. Gebeurt niet hetzelfde met olie. wijngeest enz.? Gaat niet een fak kel. gedrenkt in een dergeliiken vloeistof uit. terwijl zij aan de oppervlakte van den vloeistof gebracht, lustig verder brandt?" In een anderen brief komt Volta nog eens op de proeven terug en deelt nieuwe bijzonderheden mede: „Toen ik voor het eerst op groote hoe veelheden brandbare lucht stiet, moest ik wel tot de conclusie komen, dat lang niet alle bronnen, waarin dit gas door de natuur wordt voortgebracht, ontdekt waren. Der halve moest daarover nog veel geëxperi menteerd en onderzocht worden. En toen het mij met veel meer succes dan ik ver wacht had gelukte door middel van een electrisch vonkje de brandbare lucht te doen ontvlammen, kwam ik tot de conclu sie. dat wij er nog verre van ziin. om alle methoden, oorzaken en omstandigheden te kennen, waarbij de lucht vlam kan vat ten". Na zich in polemischen zin uitgelaten te hebben over die buitenlandsche natuur kundigen, die trachtten hem den roem van zijn ontdekking te bestrijden, besluit Al- lessandro Volta ziin brief als volgt: „Om de waarheid te zeggen, deze en an dere schrijvers hebben van uit de natuur ontstane, brandbare luchtsoorten, of om de elegante uitdrukking van den heer Prin- gle te gebruiken, van door de natuur ge maakte brandbare luchtsoorten gesproken, maar zij meenden de herkomst uitslui tend te moeten herleiden tot mineralen, daar zii aannamen dat brandbare lucht vrij wel alleen voorkwam in kolen eroeven en iizersmelteriien. Ook andere biizonderhe-' den stelde hij vast or> grond van nieuwe be schriivingen. nameliik waterspiegels, die tot de grootste verbazing van de omstan ders bedekt werden met lekkende vlam men Uit alles leid ik af. dat alle ande re onderzoekers aannemen, dat de brand bare lucht een gevolg was van de hèftige uitwerking van het vuur. hetzij van zuren en metalen, kortom van mineralen. Ten slotte heeft een ieder er over geschreven en gesproken: maar op één punt hebben ze allen vergeten vast te stellen, dat de brandbare lucht veeleer ontstaat bii het verval en het rotten van plantaardige en dierlijke substanties en dat deze lucht ontstaat in eiken moerassige stroom en daar opgevangen kan worden". Indien Volta eens geweten had van hoeveel belang la ter zijn ontdekking zou blijken te zijn! Gistermorgen had zich voor den kanton rechter te Amersfoort, mr. D. J. W. Muller Massis de bakkerspatroon S., die brood had afgeleverd dat niet voldeed aan de door den burgemeester voorgeschreven sa mensteling, te verantwoorden. Tengevolge hiervan won hij klanten van zijn concurrenten, omdat het brood er blanker uitzag. Verd. zeide, dat hem door de meelfa briek „Ceres" een partij meel was gele verd, dat volgens een hem verstrekte me- dedeeling door de meelcentrale was vrij gegeven. Een deskundige van het bureau voor Maalderij te Waeeningen, die zoowel het brood als een monster meel had on derzocht verklaarde, dat de samenstelling inderdaad afweek van de voorschriften, waardoor een hoogere kwaliteit was ver kregen. Het O.M.. waargenomen door mr. Klein, achtte de overtreding bewezen. Er was bovendien, volgens zijn meening. buiten landse!) meel in verwerkt, waarop we zeer zuinig moeten ziin en dat voor andere doel einden bestemd is. De eisch luidde f 100. snbs. 50 dagen. De verdediger van Sr., mr. van der Bragh uit Den Haag zeide, dat het gegeven voor schrift van den burgemeester in strijd is met de bepalingen, van de distributievvet 1939 en dat de voorschriften omtrent sa menstelling van brood alleen door den mi nister gegeven mogen worden. Pleiter con cludeerde tot ontslag van rechtsvervol ging. Mr. Klein zeide zich omtrent de al of niet hindendverklaring van het voorschrift van den burgemeester zirh te refereeen aan het oordeel van den kantonrechter. Spr. persisteerde bij ziin eisch. De kantonrechter zal. alvorens uitspraak Ie doen. nog een getuige hooren. n.1. de persoon, die de partij meel aan verd. heeft verkocht. Over 14 dagen wordt deze zaak voortgezet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 3