Varen geen
koekebakkerswerk
Te mooi brood
afgeleverd
Hevige aanvallen
op Londen
Britsch agent in Zweden
veroordeeld
De ordedienst van
de Nederh Unie
Vliegeraanvallen door beide
tegenstanders
Eerste vlasschool
geopend
Nederland is geen
Noorwegen
Haar man was bezig
Verboden gebied tusscben
10 en 4 uur uitgebreid
Duifsch weermachtbericht
Italiaansch weermacMericht
Vergunningen voor het betreden
van geëvacueerde eilanden
Zesde kindertrein uit
de Oostmark terug
Hoe Volfa anderhalve eeuw
geleden bet methaangas
ontdekte
Convooi van vier schepen tot
zinken gebracht.
Het opperbevel van de Duifsche weer
macht maakt bekend:
Het Duitsche luchtwapen heeft zijn vergel-
duigsaanvallen op Zuid-Engeland en Lon
den voor gezet. In den loop van den dap is
•a. de lieptuipfabriek Filton door talrijke
bommen beschadipd. Hierbij onderscheidden
gevechtsformaties van de derde lucht
vloot in bijzondere mate. Te Plvmouth,
rondom Portland en Southend troffen bom-
v^di ^avcn" en dokinstallaties zwaar. Een
bij Plymouth voor anker pelepen oorlogs
schip kreep evenals een militair kampement
bi.i Dunpeness treffers, die hun uitwerkinp
niet misten.In verscheiden andere steden
ven-, dok. en opslapinstallaties op beide
fabrieksinstallaties en opslapplaatsen te ver
woesten.
In den loop van den nacht richtten de
aanvallen zich vooral op Londen, waar
weer levensmiddelenbedrijven, alsmede ha
ven-, do k- en opslapinstallaties op beide
oevers van de Theems succesvol met bom
men van zwaar kaliber bestookt werden.
Talrijke explosies, waarop uitpestrekte bran
den volgden, konden ondanks slecht zicht
onmiskenbaar waarpenomen worden.
De tepenstander zette zijn terreuractie
tepen de Duitsche burperbevolkinp voort.
Militaire schade ontstond door de Enpelsche
bommen nóch in West- en Noordwest-
Duitschland, noch in Berlijn. Evenwel vallen
onder de burperbevolkinp weer verscheiden
dooden en pewonden te betreuren.
De Duitsche hoofdstad werd door ver
scheiden vijandelijke vlieptuipen zonder
succes aanpevallen. Enkele optrekjes en
buitenhuisjes werden vernield. Goed ge
plaatst vuur van het lucht afweer peschut
dwonp de Enpelschen hun aanvallen af te
breken.
De verliezen van den tepenstander bedroe-
pen gis.teren tien vlieptuipen, waaronder
acht Spitfires. Een dezer vlieptuipen werd
aan de kust van de Noordzee door artille
rie van de marine neerpeschoten. Zes eipen
vlieptuipen worden vermist.
Een kleine duikboot onder commando van
luitenant ter zee tweede klasse Wohlfahrt
heeft een convooi van vier schepen van
25.000 br.t. tot zinken pebracht, waaronder
een tankboot. Het leppen van mijnen voor
Enpelsche havens is ook pisteren voortge
zet.
In een der vijvers van het Amsterdamsche
Vondelpark worden de paaltjes, die de schoei
ing vormden, doch door toedoen der jeugd
inde de modder waren verdwenen, weer opge
vischt en netjes herplaatst.
(Foto Pax-Hollandl
Kapitein ter zee Van Hengel tot
leider benoemd.
In het jongste nummer van „de Unie"
wordt een uiteenzetting pepeven van de taak
der ordedienst van deze bewepinp.
Het orde-commando moet zorpen voor het
bewaren van de rust op de vergaderingen, en
op straat de colporteurs beveiligen. De fei
ten hebben uitgewezen, dat zulks noodzake
lijk is.
In de eerste plaats echter is het de opzet
in De Nederlandsche Unie een keurkorps te
vormen Bij de vorming zal alle aandacht wor
den besteed, zoowel aan de lichamelijke als
aan de geestelijke opvoeding, opdat in korten
tijd De Nederlandsche Unie beschikken zal
over een uitgelezen schare jongemannen,
sterk en geestdriftig, altijd en overal bereid
op de bres te staan voor de zaak van De
Nederlandsche Unie, dat is de zaak van ons
volk.
De naam is vastgesteld als: orde-comman
do. De leiding zal berusten bij den oud-ma
rine-officier kapitein ter zee Van Hengel.
Een Ilaliaansche torpedojager
getorpedeerd.
Het Italiaansche hoofdkwartier maakt in
zijn leperbericht no. 111 het volgende be
kend:
In Noord Afrika voerde onze luchtmacht
een vijandelijk bombardement uit op het
vliegveld van Eldaba. De vijand herhaalde
zijn bombardement op het vlieveld Tobroek,
maar werd in zijn optreden belemmerd door
het afweergeschut te land en van de marine.
Een vliegtuig werd met stelligheid neerge
haald, twee andere toestellen werden waar
schijnlijk neergehaald. Drie andere vlieg
tuigen werden omlaaggeschoten door onze
jagers, die optraden om te verhinderen, dat
de vijandelijke machines naar hun bases te
rugkeerden. Eenipe woningen van burgers
en een van onze veldhospitalen leden scha
de. Vijf personen werden gedood en tien
gewond, onder wie twee vrouwen.
Vijandelijke vlooteenheden ondernamen een
actie tegen Sidi Ei Barrani waarbij een per
soon werd gedood en een auto getroffen.
Een van onze iachtformaties ondernam een
gewapende verkenningsvlucht naar Malta.
Een toestel is niet teruggekeerd.
In de Roode Zee werd een konvooi door
onze vliegtuigen aangevallen. Ter hoogte
van Aden deed een van onze verkennings
vliegtuigen een aanval op vijandelijke toe
stellen van het type Gloster. Een vijande
lijke machine welke naar zijn basis terug
keerde werd brandend neergeschoten. In
den Soedan werden vijandelijke verdedigings
werken van Otroeb door onze formaties ge
bombardeerd. Onze patrouilles dreven den
vijand in de omgeving van Agiar el Zaeuc
op de vlucht. Vijandelijke vliegtuigen lieten
bommen vallen op Goera, Sololo (Rcnya).
Adigalla, waar tien inlanders gewond wer
den, op Metemma, waar een persoon werd
gedood en drie gewond, op Magi waar even
eens een doode te betreuren valt alsmede
drie gewonden. Een vijandelijk vliegtuig
werd getroffen. Het vijandelijke toestel
waarvan gemeld was dat het getroffen was.
blijkt nu te zijn neerpeschoten.
Een van onze torpedojagers werd In de
Ionische zee door een vijandelijke duikb
tot zinken gebracht. Het grootste deel
bemanning is in veiligheid.
De eenipe maanden geleden in Zweden
ontdekte, door Enpelsche agenten ontwor
pen springstofaanslagen in de voor de ver
scheping van erts en hout belangrijke ha
ven Oxeloesund zijn thans behandeld in 'n
proces, aan het eind waarvan de Enpel
sche agent Rickman tot acht jaar tuchthuis
veroordeeld werd, omdat hij van een vreem
de mogendheid geld had aangenomen ten
einde springstofaanslagen in Oxeloesund
ten uitvoer te leggen. Zijn particuliere se
cretaresse, Else Johansson, die reeds als me
deplichtige schuldig was bevonden werd
thans tot drie jaar en zes maanden tucht
huisstraf veroordeeld, omdat zij tegen gel
delijke vergoeding gehandeld heeft ten na-
deele van den Zweedschen staat en ten
gunste van een vreemde mogendheid, en
verder wegens deelneming aan het opslaan
van springstoffen. De typograaf Baarno Beh-
risch kreeg drie jaar en zes maanden ge
vangenis. omdat hij eveneens geld had aan
genomen ter ondersteuning van de spring
stofaanslagen van Rickman. De reclame
deskundige Biggs werd veroordeeld tot een
jaar tuchthuisstraf wegens medeplichtig
heid aan opslaan van springstofvoorraden.
GENERAAL HUNTZIGER FRANSCH
OPPERBEVELHEBBER.
V i c h v, 26 Sept. Het D.N.P. verneemt,
dat de Fransche minister van Oorlog, gene
raal Huntziger, tot opperbevelhebber van de
Fransche strijdkrachten te land is benoemd.
(Generaal Huntziger is in den laatsten tijd
bijzonder op den voorgrond getreden, vooral
toen hij door de Fransche regeering werd
afgevaardigd om met de Duitschers en Ita
lianen over de wapenstilstandsvoorwaarden
te onderhandelen) Red.
Gisteren is te Standdaarbuiten de eerste
beroepsschool voor vlasbewerkers in Neder
land geopend.
Tal van autoriteiten uit Westelijk Noord-
Brabant waren aanwezig.
Ir. Roebroek, directeur-generaal van den
Landbouw sprak het openings woord uit.
Aanwezig was ook de commissaris der pro
vincie Noord-Brabant.
Markant was de uitspraak van den bur
gemeester van Standdaarbuiten, die voor
spelde, dat Nederland in de toekomst het
beste vlasland van Europa zal worden.
Van onze zeelui mag men zeggen:
Dat fiere volk zijn zij!"
Een liefhebber en kenner van ons Water
land schrijft in het dagblad van Rotterdam:
Wanneer gij soms mocht denkon, dat ons
volk in den laatsten tijd, den tijd van ge
lakte nagels en afgeschoren wenkbrauwen
voor de meisjes en gigolopakken voor de
■jongens, aan 't degenereren is. dan moet gij
maar eens 's Zondags naar onze groote plas
sen gaan en kijken hoe onze jeugd zich
weert in kleine zeilbootjes, scherende en
optornend tegen een harden bries: dan
denkt men vaak: daar komt geen spaan van
terecht en het kan best gebeuren, dat u ge
tuige is van een ongeval, b.v. als zoo'n
schuitje omkiepert en u denkt reeds aan
het uittrekken van uw colbertje om de
meisjes te redden, maar dan ziet gij ze
reeds met forsche slagen door het water
schieten, niet om in doodsangst naar den
wal te zwemmen, neen, piets daarvan, zij
willen den boel bergen en de schuit naar het
ondiepe brengen om het water eruit te la
ten loopen,. en de zaak weer ree te maken
om verder te zeilen.
En Donderdag den twaalfden September
was ik in Scheveningen, waar de harde
Noordwester het zeewater tegen de haven-
pieren bonkte, en de groote brekers op het
strand neerdonderden, neen, dat was geen
weer om te varen, maar toch lagen daar
een dertig kleine schokkers te visschen,
want Vrijdags moest er visch zijn, daar is
nu eenmaal niets aan te doen. en versche
visch, levende visch, brengt een hoogen
prijs op, dus er moest gevischt -vorden.
weer of geen weer! Maar op dien Donder
dag was er belangstelling aan het eind van
de Keizerstraat, want daar stonden een
twintigtal Scheveningers naar zee te turen,
en de weinige menschen, die voorbij kwa
men,-verwonderden zich en begrer>en niet,
waar die menschen zoo strak naar stonden
te kijken, want er was niets te zien dan een
bulderende zee, en heel in de verte een
naar scheepjes, en daar keken zij nu juist
naar, omdat zoo'n kleine schokker van on
deren aan den platten kant is en dus niet
zooveel kan hebben als een logger met een
kielbodem, als U dat begrijpt, en dat is nog
leng niet alles, want als een schokker aan
zijn kuil ligt. dan h.eeft hij nog zoo'n soor
tement vastigheid, maar als hij naar huis
wil, moet hij tu=schen de pieren door en
die liggen nu niet bepaald ruim uit elkaar,
en daar staat nu ook iuist een zware stroom
zoodat hij öf boven öf beneden een hoofd
moet aanhouden.
Ja, ik moest dat. natuurlijk weer eens
zien, want ik heb lang te Scheveningen ge
woond aan den zeekant en's winters huur
de ik van den man. d'e 's zomers met een
enormen kijker op de Pier stond, om de
liefhebbers voor een dubbeltje de huizen
van Katwijk te laten zien, -of ook wel een
groote boot, die ver weg voorbijvoer, dien
grooten kijker, en zoo heb ik meer kunnen
zien dan een ander, maar nu stond ik dan
bij die mannen en keek mee naar dien
schokker, die binnen wilde komen en ik zag
dat scheepje dansen en duikelen, zoodat je
soms het topje van den mast niet meer zien
kon en je' dacht: weg is-ie, maar nee, daar
kwam hij weer op zoo'n waterberg klimmen,
met geen ander stukje zeil dan ziin fok en
eindelijk dan zagen we hem veilig binnen
de nieren en het was een pak van mijn hart.
Maar nu gingen we niet hoera, hoera,
staan roepen met z'n allen, die twintig man
nen en enkele vrouwen met het schort over
het hoofd%geslagen, en ik. Neen. één jnan
ili-aaide zich om en zei: „geen spatje!"
„Varen, varen, over de baren", zong
Speenhoff, en varen is geen koekebakkers
werk.
We zijn een klein volk misschien maar
aan moed heeft het ons nooit ontbroken,
vooral niet aan onze visschers en zeelui, en
van hen mag met recht gezegd worden:
„Dat fiere volk zijn wij!"
Wat voor het eene land geldt,
behoeft voor het andere nog
niet noodzakelijk te zijn.
Men meldt uit Berlijn aan het V.P.B.:
De reorganisatie van het bestuur in Noor
wegen door rijkscommissaris Ter Boven
blijkt noodzakelijk te zijn geworden, omdat
de onderhandelingen met de oude partijen
schipbreuk hebben geleden en er tenslotte
in Noorwegen nog een krachtige politieke
leiding noodig was. De houding van den
Koning en van de uitgeweken regeering
maakte het scherpe optreden tegen het Ko
ningshuis en de voormalige regeering nood
zakelijk. Op de vraag of hetgeen thans in
Noorwegen gebeurt niet morgen in andere
bezette landen, bijvoorbeeld Nederland zal
geschieden, werd in de Wilhelmstrasse ge
antwoord; „Wat voor Noorwegen noodzake
lijk is behoeft nog niet voor andere bezette
landen, met name voor Nederland, noodza
kelijk te zijn.
In de toekomst moeten aanvragen om uit
zonderingsvergunningen tot het betreden
van de geëvacueerde eilanden uitsluitend
aan de burgemeesters van die gemeenten
worden gericht, waarvoor de uitzonderings
vergunning zal moeten gelden.
Na onderzoek van de aanvragen worden
deze dan doorgezonden aan de voor de be
trokken provincie bevoegden stafofficier van
de Ortnungs Polizei bij den gevolmachtigde
van den Rijkscommissaris, die de uitzonde
ringsvergunning zal verleenen. Aanvragen
die aan andere instanties worden gezonden,
kunnen niet in behandeling komen.
Kellner was boven zijn theewater.
De 38-jarige kellner J. S. kwam op 27 Juni
j.1. onder invloed van sterken drank in een
kwade bui thuis.
Hij gooide zijn vrouw het brood, dat 'zij
voor hem had klaargezet, naar het hoofd,
greep vervolgens een bus petroleum en be
goot daarmede de meubelen in de voorkamer
waarna hij een brandende lucifer op den
grond wierp. Het vloerkleed vatte vlam, doch
gelukkig wist de vrouw, die ging kijken, wat
haar man uitvoerde, verder onheil te voor
komen.
Gisteren stond de kellner voor de Haarlem
sche rechtbank terecht. Het bleek, dat hij al
eens eerder voor een dergelijk feit was ver
oordeeld. De officier van Justitie eischte acht
maanden gevangenisstraf, waarvan vier
maanden voorwaardelijk met de bepaling,
dat verd. geen alcohol meer zal mogen drin
ken.
De rechtbank zal 05 10 October uitspraak
doen.
Het heden verschenen verordeningenblad
bevat een verordening van den rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche gebied
betreffende uitbreiding der verkeersbeper-
kingen.
Hierin is o.m. bepaald, dat artikel 1, lid 1,
van de verordening no. 128/1940 van den
Rijkscommissaris voor 't bezette Nederland
sche gebied als volgt moet luiden:
„Het is tot nader order aan hen die niet de
Duitsche nationaliteit bezitten, verboden zich
tusschen 22 uur en 4 uur in de openlucht op
te houden in de navolgende gebieden: op de
Waddeneilanden alsmede in de kuststrook
van het bezette Nederlandsche gebied, die
zich uitstrekt tot aan de lijn, loopende van
Den Helder langs het Noordhollandsch Ka
naal, en vervolgens over Alkmaar, Uitgeest,
Beverwijk, Velsen, Santpoort, Haarlem,
Heemstede, Bennebroek, langs de oostelijke
grens van de provincie Zuidholland, tot waar
deze de grens van de provincie Voord-Bra
bant ontmoet, langs de Noordelijke grens
van de provincie Noord-Brabant tot aan de
spoorbaan van Hedel naar 's Hertogenbosch,
vervolgens langs deze spoorbaan over 's-Her
togenboschBoxtelEindhovenValkens
waard tot aan de NederlandschBelgische
grens, en vervolgens langs de Nederlandsch-
Belgische grens tot aan de zee".
Deze verordening treedt in werking op den
dag harer afkondiging.
Lachen en huilen op 't station te
Rotterdam.
Gisteravond te ongeveer vijf voor half ze
ven is op station D.P. de zesde kindertrein
bit de Ostmark aangekomen.
Ongeveer 650 Nederlandsche kinderen, die
ongeveer zes weken geleden naar de Ostmar
reisden, zijn hiermede na eenige gelukkige,
Kczonde vacantieweken in het vaderland te
ruggekomen,
Men zag niets dan gelukkige gezichtjes en
"ij menig gelukkig weerzien stroomden ae
traantjes weer rijkelijk. Velen waren getooid
in de typische Ostmarsche kleeding en al
ten sjouwden groote pakken met zich mede.
daarin vele geschenken waren verborgen,
door de pleegouders meegegeven.
Het tooverkunstje met de „brandbare
lucht."
„Wat zoudt ge er van zeggen, wanneer ik
reeds aan het begin van dezen brief
schrijf, dat ik ook op andere plaatsen, waar
heen ik me dezen herfst begaf, en zelfs
hier, bij mij thuis op brandbare lucht ge
stoten ben? Dat ik, waarheen ik ook ga en
mjj naar rechts of naar links wend, steeds
maar enkele schreden heb te doen, tot de
aarde of het water mij deze lucht, zooveel
ik maar wensch, kant en klaar, levert?
Want ik heb die brandbare lucht op de
meest uiteenloopende plaatsen aangetrof
fen, in meertjes, bij stilstaande vijvers en
bronnen."
Dit is het begin van een der zeven brie
ven, die Alessandro Volta, de groote ge
leerde en uitvinder van de gloeilamp, te
gen het einde van 1776 aan pater Campi
schreef, om hem verslag te doen van zijn
hoogst belangwekkende proefnemingen,
welke hij met het „moeras- of mijngas"
nam, dat thans algemeen onder den naam
van methaan bekend is en tegenwoordig
bij gebrek aan benzine en olie meer op
den voorgrond treedt als brandstof voor mo
toren.
Terwijl de geleerden van dien tijd ge
loofden, dat de „brandbare lucht" haar
oorsprong vond in mineralen, kon Volta
het eerste bewijzen, dat het methaan zich
in veel grooter mate vormde uit afval van
organische vegetatieve bestanddeelen in
de aarde, wanneer deze van de buitenlucht
ziin afgesloten.
Velen is deze ontdekking van Volta on
bekend en zelf heeft hij ongetwijfeld niet
kunnen vermoeden welk een hooge vlucht
bijna twee eeuwen na zijn ontdekking de
toepassing van het methaangas zou ne
men De brieven van Volta, die handelen
over zijn experimenten met „brandbare
lucht" zijn belangwekkend en curieus te
gelijkertijd. In den eersten brief, waarop
wij reeds wezen, vertelt hij van zijn eer
ste ontdekking.
„Toen ik in Angiera bij een bepaalde
vuilnisbelt kwam, er langs liep en wat met
mijn wandelstok in den bodem peuterde,
zag ik hoe aanzienlijke hoeveelheden lucht
daaruit opstegen, waardoor ik op de gedach
te kwam daarvan een behoorlijke dosis in
een groot glazen reservoir mede naar huis
te nemen. Den menschen, die toen in mijn
gezelschap waren, en den anderen, die ik
den volgenden morgen, 4 November, uitge-
noodigd had, zeide ik van tevoren, dat
deze lucht in brand zou vliegen, een
schouwspel dat tot hun niet geringe verba
zing en miin groote tevredenheid inderdaad
plaats had.
Deze lucht brandt zeer langzaam en met
een prachtige blauwe vlam. Om te ontbran
den en de vlam zichtbaar te doen worden
is het wel zoo goed .Wanneer de opening
van 't reservoir groot is: aangezien bij een
nauwe opening, indien een brandende kaars
bij het reservoir gehouden wordt, men wel
vele op elkaar volgende explosies hoort,,
die evenwel zoo zwak zijn, dat men ze
nauwelijks kan waarnemen. Voor het klei
ne experiment gebruikte il< een cylinder-
vormig glazen reservoir, drie duim lang
en een in doorsnede en het is waarlijk gra
cieus hoe de opening, wanneer de bran
dende kaars naderbij komt. bedekt wordt
met een blauwe vlam welke langzaam af-
lekt tot op den bodem. Maar nog merkwaar
diger is de aanblik, wanneer men een
kaarsstompje aan een gebogen ijzerdraad
bevestigt en neerlaat in 't reservoir. Want
dan laait de blauwe vlam hooger en hef
tiger op. Wanneer de kaars zeer dieo naar
binnen gebracht wordt, gaat zij uit. ter
wijl de lucht bij de opening toch blijft
branden. Maar nauwelijks heeft men de
kaars wat opgetild en in aanraking ge-
hracht met de brandende lucht, of deze ont
brandt weer. Gebeurt niet hetzelfde met
olie. wijngeest enz.? Gaat niet een fak
kel. gedrenkt in een dergeliiken vloeistof
uit. terwijl zij aan de oppervlakte van den
vloeistof gebracht, lustig verder brandt?"
In een anderen brief komt Volta nog
eens op de proeven terug en deelt nieuwe
bijzonderheden mede:
„Toen ik voor het eerst op groote hoe
veelheden brandbare lucht stiet, moest ik
wel tot de conclusie komen, dat lang niet
alle bronnen, waarin dit gas door de natuur
wordt voortgebracht, ontdekt waren. Der
halve moest daarover nog veel geëxperi
menteerd en onderzocht worden. En toen
het mij met veel meer succes dan ik ver
wacht had gelukte door middel van een
electrisch vonkje de brandbare lucht te
doen ontvlammen, kwam ik tot de conclu
sie. dat wij er nog verre van ziin. om alle
methoden, oorzaken en omstandigheden te
kennen, waarbij de lucht vlam kan vat
ten".
Na zich in polemischen zin uitgelaten te
hebben over die buitenlandsche natuur
kundigen, die trachtten hem den roem van
zijn ontdekking te bestrijden, besluit Al-
lessandro Volta ziin brief als volgt:
„Om de waarheid te zeggen, deze en an
dere schrijvers hebben van uit de natuur
ontstane, brandbare luchtsoorten, of om de
elegante uitdrukking van den heer Prin-
gle te gebruiken, van door de natuur ge
maakte brandbare luchtsoorten gesproken,
maar zij meenden de herkomst uitslui
tend te moeten herleiden tot mineralen,
daar zii aannamen dat brandbare lucht vrij
wel alleen voorkwam in kolen eroeven en
iizersmelteriien. Ook andere biizonderhe-'
den stelde hij vast or> grond van nieuwe be
schriivingen. nameliik waterspiegels, die
tot de grootste verbazing van de omstan
ders bedekt werden met lekkende vlam
men Uit alles leid ik af. dat alle ande
re onderzoekers aannemen, dat de brand
bare lucht een gevolg was van de hèftige
uitwerking van het vuur. hetzij van zuren
en metalen, kortom van mineralen. Ten
slotte heeft een ieder er over geschreven
en gesproken: maar op één punt hebben
ze allen vergeten vast te stellen, dat de
brandbare lucht veeleer ontstaat bii het
verval en het rotten van plantaardige en
dierlijke substanties en dat deze lucht
ontstaat in eiken moerassige stroom en daar
opgevangen kan worden". Indien Volta
eens geweten had van hoeveel belang la
ter zijn ontdekking zou blijken te zijn!
Gistermorgen had zich voor den kanton
rechter te Amersfoort, mr. D. J. W. Muller
Massis de bakkerspatroon S., die brood
had afgeleverd dat niet voldeed aan de
door den burgemeester voorgeschreven sa
mensteling, te verantwoorden.
Tengevolge hiervan won hij klanten van
zijn concurrenten, omdat het brood er
blanker uitzag.
Verd. zeide, dat hem door de meelfa
briek „Ceres" een partij meel was gele
verd, dat volgens een hem verstrekte me-
dedeeling door de meelcentrale was vrij
gegeven. Een deskundige van het bureau
voor Maalderij te Waeeningen, die zoowel
het brood als een monster meel had on
derzocht verklaarde, dat de samenstelling
inderdaad afweek van de voorschriften,
waardoor een hoogere kwaliteit was ver
kregen.
Het O.M.. waargenomen door mr. Klein,
achtte de overtreding bewezen. Er was
bovendien, volgens zijn meening. buiten
landse!) meel in verwerkt, waarop we zeer
zuinig moeten ziin en dat voor andere doel
einden bestemd is. De eisch luidde f 100.
snbs. 50 dagen.
De verdediger van Sr., mr. van der Bragh
uit Den Haag zeide, dat het gegeven voor
schrift van den burgemeester in strijd is
met de bepalingen, van de distributievvet
1939 en dat de voorschriften omtrent sa
menstelling van brood alleen door den mi
nister gegeven mogen worden. Pleiter con
cludeerde tot ontslag van rechtsvervol
ging.
Mr. Klein zeide zich omtrent de al of
niet hindendverklaring van het voorschrift
van den burgemeester zirh te refereeen aan
het oordeel van den kantonrechter. Spr.
persisteerde bij ziin eisch.
De kantonrechter zal. alvorens uitspraak
Ie doen. nog een getuige hooren. n.1. de
persoon, die de partij meel aan verd. heeft
verkocht. Over 14 dagen wordt deze zaak
voortgezet