Abonnemenis-
en advertentieprijzen
$efaoedm 3ionk,
Vandaag
schade-regeling
ïlieuuPi uit lOilc
Boekbespreking
Vrijdag 27 September 1940
Tweede Blad
tfladbnCeuiULó
Heden begint uitreiking
brandstof-formulier
He treinenloop
weer normaal!
Het fietsenhoekje
Oftewel: men leert
het nooit!
Misschien
In de „Donkere Duinen"
wordt gewerkt
Gestage verbetering en verfraaing
voor 50 jaar
VoMcUtin uit hel VlUyzncL ftlaadjt
Bestuur „Fonds voor oorlogs
invaliden'
Een billijke
Welke schade wel en welke niet
vergoed dient te worden
Burgerlijke Stand van Den Helder
Visscherij
- f&BS&a
Goudmijntjes!
Abonnementsprijs per 3 maanden
bij vooruitbetaling:
stad2.10
Omtrek 3.15
Binnenland 2.50
Buitenland5.50
Ned Indië l per zeepost2'50
per mail5.50
Weekabonnementen 17 ets.
Losse nummers4 ets.
ADVERTENTIES
Gewone advertenties 20 et. per regel.
Tusschen de tekst 40 et. per regel.
Voorpagina 50 et. per regel.
Contractprijzen belangrijk lager.
„JUTTERTJES",
kleine advertenties:
De prijs van een „Juttertje" tot
4 regels bedraagt 0.50, elke regel
meer 10 cent; 4 plaatsingen 3 maal
betalen; contant.
(Uitgesloten hiervan zijn annonces,
betreffende familieberichten, uit
voeringen, verkoopingen e.d.).
Inzending advertenties tot 8.30
familieberichten tot 9.00 uur.
uur;
Hoe men z'n voorraad dient op te
geven.
Met ingang van heden kunnen van het dis
tributiekantoor worden afgehaald de formu
lieren voor het opgeven van den voorraad
vaste brandstoffen, waarover men op 29 Sep
tember a.s. beschikt.
Als toelichting diene het volgende:
Anthraciet, steenkolen en eierbriketten.
De voorraad van deze soorten brand
stoffen moet in kilogrammen of in hecto
liters of mudden worden opgegeven.
Zijn de brandstoffen aan U door den
leverancier in kilogrammen afgeleverd,
dan geeft U ook den nog aanwezigen
voorraad in kilogrammen op. Dit aantal
vermeldt U in kolom 1.
Heeft de leverancier echter de kolen in
mudden of hectoliters afgeleverd, dan
vermeldt U de hoeveelheid van den nog
aanwezigen voorraad in mudden of hecto
liters, hiervoor moet kolom 2 worden
gebruikt.
Voorbeeld:
Iemand heeft ontvangen 1000 kg anthra-
ciet. Hij heeft reeds verbruikt pl.m. 200 kg.
Zijn voorraad op 29 September is dus 800 kg.
Hij vult dus op het formulier in kolom 1 in
het getal 800. In kolom 2 vult hij niets in.
Een ander heeft 8 mud anthraciet ontvan
gen. Hij heeft hiervan nog niets verbruikt.
Deze vult dus in kolom 2 in het getal 8. De
kolom 1 wordt niet ingevuld.
Turf.
De voorraad turf moet in kilogrammen of
ln stuks worden opgegeven. Dit geschiedt dus
op de zelfde wijze als hierboven is aangege
ven. Aanmaakturf behoeft niet te worden
opgegeven.
Cokes.
De voorraad cokes moet vermeld worden in
kilogrammen of in hectoliters (mudden). Zie
de toelichting bij de groep anthraciet, enz..
Huisbrandolie.
Beschikt men bovendien over een voorraad
huisbrandolie, dan moet men dezen voorraad
in liters op het formulier opgeven. Onder
huisbrandolie wordt verstaan huisbrandolie,
Zware huisbrandolie, dunne en dikke stook
olie, voor zoover bestemd voor verwarmings
doeleinden.
Indien men twee enquêteformulieren, b.v.
Voor de groepen A en C heeft ingevuld, moet
men ook twee voorraadformulieren inleveren.
Heeft men ook twee voorraden brandstoffen,
b.v. een voorraad voor zijn huis en een an
dere voorraad voor zijn bedrijf, dan is het in
vullen der voorraadformulieren eenvoudig,
ïmmers op het eene formulier vermeldt men
Zijn voorraad „huisbrand" en op het andere
Zijn „bedrijfsvoorraad".
Heeft men slechts een voorraad, waarvan
Zoowel voor de verwarming van zijn woning
Rls voor de verwarming van de voor zijn
bedrijf bestemde vertrekken wordt gebruikt,
dan vult men in dat geval de aanwezige voor-
Zaad slechts op één formulier in. Op het
andere formulier vult men „geen voorraad
in.
Aan de hand van het bovenstaande
kunt U dus het voorraadformulier ge-
makelijk invullen.
Doe het goed. Gij bevordert daarmede
een vlotte uitreiking van de brandstoffen-
kaarten en gij voorkomt de gevolgen van
een onjuiste opgave.
Het ingang van heden is de treinenloop
tusschen Den Helder en Alkmaar weer nor
maal.
Banketbakkerij, Keizerstraat 124-126,
hebben een Koffie- en fhoe-surrogaat
voor U, wat niet te evenaarden is.
Bij de meeste winkeliers verkrijgbaar.
Een fiets is tegenwoordig een kost
baar bezit. Dubbel-merkwaardig is het
derhalve, dat iederen dag weer blijkt hoe
lichtvaardig de Heldersche bevolking,
althans een deel daarvan, omspringt met
deze fietsen. Men laat deze maar staan
zonder voorzien te zijn van een behoorlijk
slot en verwondert zich er over, dat dan
later de rijwielen met de noorderzon ver
trokken blijken te zijn. Tenslotte bezorgt
men de politie dan een boel last, terwijl
het deze instantie is die de ondankbaar
heid mag oogsten voor het geval, dat de
vehikels niet teruggevonden worden.
Hier is de oogst van één dag.
Een bewoner van de Schagenstraat No. 97,
deed aangifte, dat er voor zijn huis een on
beheerde fiets stond. Dit rijwiel werd later
door den eigenaar weer afgehaald.
Voorts bevindt zich aan het adres Achter
straat 47 een fiets. Iemand van de Kemphaan
straat deed aangifte, dat hij z'n rijwiel ver
mist, dat onbeheerd in de brandsteeg achter
het huis stond, terwijl voorts aan het adres
Kanaalweg 75 een damesrijwiel terug te be
komen is. Tenslotte werden nog fietsen ver
mist die onbeheerd waren gebleven in de 2de
Vroonstraat en Schagendwarsstraat.
Een eindelooze serie, zooals men ziet.
Verzekert Uw fiets voo« 3 gulden per jaar.
Bij diefstal kri„gt U een nieuwe terug.
K. KOS, Koningstraat 76.
Zij bleef op 't stoepje naast mij staan,
En keek mij even aarzelend aan,
Tot zij de stille glimlach zag,
Die rond mijn neus en wangen lag.
Zij vatte moed, schoot uit haar slof,
„O, o mijn heertje, wat een sof,
„Per maand één klein half onsje thee,
„Dat valt in 't gasthuis lang niet mee...
„U ziet, ik ben al aardig oud,
„En dan, weet U, 'k heb goed beschouwd,
„Een huisgezin als vrouw alleen,
„Met niemand anders om mij heen..."
„Maar 't kopje troost in d'eenzaamheid,
„Dat ben ik nu, helaas, óók kwijt,
„U schrijft zoo veel, toe, beste man.
„Vraag eens of 't niet wat ruimer kan!"
Ik heb beloofd om naar 't fatsoen
't Verzoek in deze krant te doen.
Maar dit meteen er bij gezegd:
„Waar niets is, mist zelfs 't gasthuis
't recht!"
Misschien waait echter deze krant
Ook over naar den overkant
Waar Churchill en heer Chamberlain
Als stoppen op de theepot zijn!
Misschien gaat 't goed en laten zij,
Voor 't gasthuis wel een scheepje vrij,
Misschien uit hun menschlievendheid
Zich in zoo'n thee-spontaniteit...
Misschien (ja 'k druk op dat „misschien")
Want ik moet 't thee-schip eerst nog zien.
H. H.
De heide bruint, bladeren vallen, langzaam
maar zeker vertraagt de groei...
Dat is de tijd waarin de stadsmensch zich
weer met frisschen moed aan zijn werk zet,
vacanties zijn voorbij, als gevolg daarvan heeft
hij weinig gelegenheid de natuur in te gaan.
Duinen en bosschen liggen verlaten.
Ook ons stedelijk duinterrein, de Donkere
Duinen, het „Volkspark", zooals Duitsche sol
daten het noemden, wordt door bijna niemand
meer bezocht.
In de rust al verschilt ze dit jaar weinig
van de rust in den zomer waarin deze om
geving nu vervallen is, wordt gewerkt.
Want dit jaargetijde is met het vroege voor
jaar dè werktijd voor den tuinman, den bosch
wachter.
'3 Zomers bestaat zijn werk hoofdzakelijk
uit toezien, opletten, dat geen mensch de ge
stelde bepalingen overtreedt, maar in het na
jaar komt het werk, werk in overvloed, werk
aan alle kapten.
Dan worden doode takken gesnoeid, te
welige groei beperkt, afwateringssloten ge
graven en nieuwe paden uitgehakt, oude ver
fraaid, verbreed, verbeterd.
Telkenjare brengt het najaar zoo handen
vol werk. telkens weerkeerend, maar ook
nieuw werk.
Onze Donkere Duinen staan in dit teeken.
Wie ondanks dreigende regenbuien en har
den wind zich de moeite getroost daarheen te
fietsen zal dit ervaren.
Een aantal menschen zijn daar te werk ge
steld en brengen de plannen van boschwachter
Haagen nader tot hun voltooiing. Gedeeltelijk
vorigen winter verwezenlijkt, worden zij nu
voortgezet.
Verschillende paden worden uitgediept, niet
om werk te zoeken, maar ten gerieve van den
wandelaar!
Immers, hoe dichter de bodem van het pad
ligt bij het grondwater, hoe vaster en voch
tiger de grond zal zijn, hoe meer de bodem
bedekt zal worden met grasachtige planten.
Bovendien is een slingerend eenigszins hol
pad fraaier dan een hooge, zandige weg.
Zoo wordt gewerkt bij de keet, naast de
kweekerij, zoo zal gewerkt worden aan het
eindeloos lange, mulle pak, dat de scheiding
volgt tusschen gemeente- en waterleiding
duinen.
Langzamerhand komen zoo de verbeterin
gen, de verfraaiingen. Niet alleen de aanleg
en het onderhoud der paden, geeft handen
vol werk, maar er is meer, veel meer te
doen.
De gestage groei, enkele decimeters per
jaar, van de dennen, maakt het noodig, dat
vele slachtoffers moeten wegvallen uit de
dennenrijen, veel dood onderhout moet tak
voor tak worden gesnoeid: er komt nu licht
tusschen de stammen, doorkijk en ruimer
zicht.
We zijn de Donkere Duinen eens doorge
wandeld, de stilte deed weldadig aan. Nu en
dan breekt een ekster uit de dennentoppen:
een werveling van wit en zwart, strijkt ver
der neer en lacht ons uit! Tusschen de den
nen werkt een man en graaft een afwate-
rin^giflóSC öjTjde kweefjqjjFfj wórden "dé fóodé
en witte aardappels gerooid, het pad naar
de beschutte kweekplaats wordt uitgediept...
We gaan verder langs een dröog open land.
een haverveld, gele stoppels en nog wat te
velde staande schoven, een vlucht kraaien
strijkt neer als op een schilderij van Vin
cent van Gogh.
Het brengt ons dan dieper het park in, de
vijver, de uitkijkpost. „Die moest driemaal
zoo hoog zijn," hooide ik den boschwater ver
zuchten.
Want dit is een van zijn nog onvervulde
wenschen. Een uitkijk zoohoog, dat de wan
delaar, na zijn tocht door het park, noorde
lijk dé iij der Waddeneilanden kon zien lig
gen, westelijk de Noordzee, vrij, onbelem
merd, zuidelijk en oostelijk de onmetelijke ho
rizont met al die Noordhollandsche dorpen en
steden
Misschien komt er nog eens iets van?
Ondertusschen wordt het park steeds ver
beterd en verfraaid, zoodat het den volgenden
zomer nog mooier en aantrekkelijker zal
zijn. H. S.
VAN TIMMERLOODS TOT KERKGEBOUW.
't Oude spreekwoord „hef plantje wordt met
den tijd een boom" kwam ons te bir.nen, toen
we dezer dagen als bij toeval ia handen kregen
een teekening van het kerkgebouw, dat den
20sten Maart 18>tS door den Kerkeraad der
Christelijke Gereformeerde toenmaals Oud-
of Dordsch-Gereformeerde) gemeente alhier in
huur heeft aanvaard, 't Gebouw, van buiten
gezien, toont een vroegere timmerloods, die,
tot het houden van godsdienstige samenkom
sten ingericht, van lieverlede verbeterd en later
vervangen werd door het thans bestaande
ruime en nette bedehuis. De verklaringdat
dit perceel tot gemeld doel in huur wordt ge
nomen, nevens de teekening, ter nedergestcld,
luidt als volgt:
„Wij ondergeteekenden, Leeraar en Ouder
lingen der Oud- en Dordsch Gereformeerde
Gemeente, erkennen, dat gebouw voor Kerk
gebouw gehuurd te hebben van Heintje Kroon,
weduwe Lobé, staande aan den Zeedijk, wijk I
no. 81 en verklaren aan bovengenoemde of
hare erfgenamen, het zoodanig weer terug te
leveren, als de gemeente het niet meer in huur
zal houden, waartoe onze opvolgers zich ver
plichten moeten.
Geteekend, onder getuigen van Heintje
Kroon, weduwe Lobé, door W. C. Wust, leer
aar, en Jb. Bruijn, An. Jongkees en J. C.
Bcheffer, ouderlingen.
De bepaling, in deze overeenkomst voor
komende, dat de Kerkeraad, ingeval 't gebouw
niet meer voor den eeredienst gebezigd zou
worden, dat perceel weder in denzelfdcn staat
zou, moeten opleveren, behoefde in den loop
der jaren niet te worden uitgevoerd. De ge
meente, nam sedert in ledental en in bloei toe,
en op dezelfde plek waar in den aanvang in
eene vroegere timmerloods de godsdienstoefe
ningen werden gehouden, bleef men tot heden
onafgebroken voortgaan met het houden der
godsdienstige samenkomsten. Ouden van Dagen
onder ons zullen zich ongetwijfeld nog het be
staan dezer kerkelijke gemeente, nu nagenoeg
50 jaren geleden, herinneren en aan de vóór
ons liggende teekening zouden ze zeer zeker
nog het zeer eenvoudige kerkgebouw uit den
eersten tijd van het bestaan der Oud-Dordsche
Gereformeerde gemeente alhier herkennen.
NA 10 UUR OP STRAAT.
Wederom werd gisteren iemand op de open
bare straat aangetroffen, ondanks het feit,
dat de klok reeds lang daarvoor het uur-der
gehoorzaamheid had geslagen.
De man werd meegenomen naar het Hoofd
bureau van Politie en daar tot 4 uur 's mor
gens vastgehouden. Proces verbaal werd
tegen hem opgemaakt.
In aansluiting tot de mededeeling inzake
het stichten van een „Fonds voor Oorlogs
invaliden" kan thans worden bericht, dat in
de Commissie van Beheer van dat Fonds heb
ben zitting genomen: Mr. J. N. J. E. Heer-
kens Thijssen, voorzitter der A.V.O., als voor
zitter; de heeren Dr. C. v. d. Berg, directeur-
generaal der Volksgezondheid; Ir. M. H.
Damme. Hoofd-directeur van Werkspoor; Mr.
Dr. L. N. Deckers, oud-minister van defensie,
voorzitter van het Centraal Comité voor den
gewonden en zieken soldaat; Dr. R. N. M.
Eykel, oud-ondervoorzitter der Staatscom
missie inzake Onvolwaardige Arbeidskrach
ten en luitenant-generaal N. A. A. v. d. Roe
mer, inspecteur van den Geneeskundigen
Dienst der Landmacht. Secretaris-Penning
meester van het Fonds is de heer W. F. Deti-
ger, die tevens secretaris-penningmeester is
der A.V.O.
Het vraagstuk der schade-vergoeding aan
hen, die door oorlogsgeweld in hun have en
bezittingen zoo ernstig getroffen zijn en welk
vraagstuk ook een klemmende actualiteit voor
Den Helder bezit, vraagt nog steeds onze
aandacht. Jok Den Helder hoopt en ver
wacht dat er van overheidswege binnen niet
al te langen tijd praktische hulp zal worden
geboden. Hulp, waarop men moreel gezien
ongetwijfeld rechten kan doen laten gelden.
Wij vonden over deze schadevergoeding een
artikel in het Handelsblad, waarvan wij enkele
deelen citeeren. Men zal er ongetwijfeld met
belangstelling van kennisnemen.
Na een korte inleiding leest men dan:
Over wettelijk verplichte schadevergoeding
voor beschadigde particuliere eigendommen of
aan de arbeidsprestatie van een persoon wordt
niet onderscheiden of deze schade is toege
bracht in de periode van de handhaving der
neutraliteit of in de werkelijke oorlogsdagen.
Ieder die de schadevergoedingssom in handen
krijgt, mag verder daarmede doen wat hij wil.
Op de wijze waarop de verkregen schadever
goeding wordt besteed, houdt de overheid geen
toezicht. De eisch dat ook d i t geld het publiek
belang moet dienen, wordt niet gesteld. Het
„recht" op schadevergoeding bestaat wanneer
de wet dit toekent. In het algemeen kent onze
wet bijv. niet het „recht" op vergoeding van
bedrijfsschade, zoodat een aanspraak daartoe
bij de administratie of bij den rechter inge
diend niet tot verwezenlijking zal voeren.
Met het vermelden van dit laatste geval is
echter tevens aangewezen, dat er nog een
groot terrein is, waar, op gronden van billijk
heid overgegaan zal moeten worden tot het
verléenen van vergoeding der, in tijden van
oorlog, geleden materieele schade. Hierbij zal
echter een overheidstoezicht op het aanwenden
van de verkregen schadevergoedingen nood-
ra keliik ziin De gelden welke hier naar billijk-
heidsnormen individueel worden uitgereikt zul
len tezamen het algemeen belang moeten be
vorderen, en dus niet willekeurig moeten wor
den aangewend, maar in het belang van het
herstel der geleden schade, aldus voor de ge-
heele nationale samenleving nut moeten af
werpen.
De moderne oorlogvoc-.irg is een aanval op
het uithoudingsvermogen in den ruimsten zin
van de oorlogvoerende naties. De burgerbevol
king zoo goed als de militaire moeten daarbij
in staat zijn offers te dragen. Zaken zijn ach
teruitgegaan, soms door de nieuwe economi
sche oorlogsomstandigheden, soms echter ook
door gebrek aan geestelijk weerstandsver
mogen van hen, die deze zaken moesten leiden.
Zulke schade kan niet worden vergoed.
Voor de zoogenaamde indirecte of con-
junctureele schade aan ondernemingen,
bv. door exportverlies of door andere
uiterlijke omstandigheden, kan de staat
geen vergoeding bieden. Schade aan de
financiën van bedrijven en van particuliere
personen, wier effecten-bezit bijv. geheel
of gedeeltelijk is teniet gegaan; schade in
de fabrieken geleden door „verloren ar
beidsdagen" of door extra „onkosten" in
het bedrijfsleven, dat alles kan niet op de
staatskas worden verhaald.
Onder deze omstandigheden zal het duide
lijk zijn dat zelfs in een algemeen nationaal
schadevergoedingsplan een selectie zal moeten
worden toegepast. Zulk een algemeen schade
vergoedingsplan zal zich moeten beperken tot
vergoeding der schade, geleden in de oorlogs
dagen zelf ten gevolge van oorlogsgeweld, van
welke zijde ook aan den burger toegebracht.
Dit wil niet zeggen, dat nooit en te nimmer
eenige vergoeding op gronden van billijkheid
alsnog extra kan worden verleend voor schade,
welke vóór en né. die dagen is toegebracht.
Men denke aan het geval, dat de over
heid thans besluit tot het doen springen
van een mijn, welke niet op andere wjjze
onschadelijk kan worden gemaakt. De
burgers, die in de omgeving wonen, wor
den van te voren gewaarschuwd. Per
soonlijke ongelukken zullen niet voor
komen, maar vast staat, dat de ruiten
zullen springen. Op verzoeken tot vergoe
ding van zulke door de overheid recht
matig toegebrachte schade is bijv. in de
jaren 1917 en 1918 ook goedgunstig be
schikt.
Wordt in het „nationale" schadevergoedings
plan slechts rekening gehouden met de mate
rieele schade aangebracht door oorlogsgeweld
zelf, dan zal alleen de directe, niet de indirecte
schade moeten worden vergoed, al is het moei
lijk genoeg hier nauwkeurig te onderscheiden
Het zal wellicht noodzakelijk wezen een
„schaal" te maken om aan te geven welk be
drag in elk geval integraal wordt vergoed.
Hoofdzaak is voorhands echter het vasthouden
van een algemeene gedachte. De vergoeding, op
billijkheidsgronden uitgekeerd, zal door hem,
die de vergoeding ontvangt, niet geheel naar
eigen believen mogen worden besteed.
Om een voorbeeld te noemen, denke men
zich een huizen-eigenaar, wiens waarde
volle panden in den oorlog zijn teniet ge
gaan. Hij zou de waarde dezer huizen op
1 Mei 1940 in rekening mogen brengen
met verzoek de gelden te storten aan een
particulier adres, vanwaar hij, met het
geld, zou kunnen vertrekken naar het
buitenland, om het daar naar believen te
verteren. Maar daarmee ware het woning-
belang niet gediend. Een maatschappij tot
het exploiteeren van huizen zal, in gelijk
geval, schadevergoeding kunnen ontvan
gen, maar mag zij in het algemeen be
lang den dag nadat de vergoeding uit
de openbare kas is betaald, tot liquidatie
overgaan, de gelden verdeelen en dus haar
bedrijf staken?
Een nationaal schadevergoedingsplan
moet tevens een nationaal opbouwplan
zijn en het eiseht een ordening, waardoor
alle vergoeding van geleden schade dienst
baar gemaakt wordt aan dien nationalen
opbouw zelf. Slechts op die basis Is het
mogelijk 's lands gelden te besteden in
het algemeen belang en toch het particu
lier belang niet meer te schaden dan
strikt onvermijdelijk is.
van 26 September 1940.
GETROUWD: J. Lexmond en A. Thijssen,
W. F. Ligteringen en M. J. van der Wal,
C. Bijl en M. de Ruiter, A. Cornielje en A.
Staal, A. Dekker en M. de Ryke, J. Ruig en
J. Provilij, S. Selderbeek en J. E. Steenlage,
L. Zeeders en L. P.unnenburg, J. N. Lange-
reis en J. van de Voorde, L. J. Pols en
J. Voorthuij3en.
BURGERLIJKE STAND
GEBOREN: Pieter, zoon van K. Hakvoort
£u W. van Urk; Anna, dochter van W. Schenk
en W. Bakker.
OVERLEDEN: A. Visser, wed. van J.
Bakker.
GEHUWD: I. Koffeman en J. van Beek
hoven; A. Koman en E. Kramer.
HOO JE PRIJZEN.
Dezer dagen zijn door Notaris Veenenbos
van Enkhuizen in hotel Woudenberg 2 hui
zen verkocht. Voor deze verkooping bestond
veel belangstelling. Er werden goede prijzen
gemaakt. Het hui.' van A. van Slooten werd
gekocht door den heer G. Metz voor 2100.
Hoogste bieder was de heer R. Bos voor
1900.—.
Voor de woning van wijlen Juri van den
Berg bestond nog meer animo. De heer J. F.
Post bood tot 2875.Het perceel werd
afgemijnd door den heer E. de Boer voor
3125.plus de onkosten.
BEROEPEN.
Ds. E. du Marchie van Voorthuyzen, Chr.
Ger. Pred. alhier, ontving een'beroep van de
Chr. Ger. Kerk te Nieuw-Vennep.
Eervol ontslag.
De gemeente omroeper K. Asma en de Con
ciërge van het Raadhuis hadden bij den Raad
een verzoek ingediend om eervol ontslag. De
Raad heeft aan deze ouden van dagen op de
meest eervolle wijze ontslag verleend. Voor
deze gemeente betrekkingen zullen nu nieuwe
sollicitanten worden opgeroepen.
Gemeente Rekening 1938.
De Gemeente rekening van 1938 sloot met
een batig saldo van 27.314. Reeds is
10.000 aan de reserve toegevoegd, zoodat
dus 37.000 over is. Afdeeling Waterbedrijf:
te kort 264 (geraamd tekort 700. Electri-
citeitsbedrijfwinst 1.792,17 (geraamd te
kort 5.000). Uitbreiding begraafplaats en
aanschaffing van een begrafenistoestel zal
2.200 kosten. Hierdoor zullen er 88 nieuwe
graven bijkomen.
De verbouwing van het Raadhuis te Urk.
De Gemeente heeft een extra voordeel van
25.000, uit het belastingfonds. Hierop was
niet gerekend. Meerdere meevallers hebben
Burgemeesters en Wethouders nu vrijmoedig
heid gegeven om den Raad voor te stellen om
over te gaan tot de verbouwing van het
Raadhuis. Het plan van de verbouwing is in
April een half jaar uitgesteld geworden.
Bovendien waren er bezwaren van de meer
derheid van den Raad tegen het bedrag van
30.000. Na overleg is toen een plan opge
steld van 20.000. Gezien de huidige omstan
digheden zal een bedrag van 35.000 noodig
zijn. Hoewel de vertegenwoordigers van Ge
meente Belangen eerst voorstelden om de
schuld op het Gemeente Electriciteits Bedrijf
af te lossen, omdat dit de bevolking ten
goede komt, besloot de raad toch om tot de
verbouwing over te gaan.
Perspectieven voor woningen op Urk.
Gedrongen door den woningnood op Urk,
heeft de raad besloten om over te gaan tot
het opspuiten van een bouwterrein. Zoodra
Ir. Bakker Schut, Inspecteur van de Volks
huisvesting op Urk is geweest, zal hiertoe
worden over gegaan. De kosten hiervoor zijn
plm. 35.000.
Urk, September.
Door 70 vaartuigen werd heden aan den
Gemeentelijken vischafslag alhier aangevoerd:
7030 pond kuilpaling van 50 tot 350 pond per
vaartuig, prijs 25 tot 27 ct.; 1500 pond lijn- of
beugaal, 29 tot 31 ct.2C0 pond snoekbaars,
2727 li ct.; 100 pond baars, 1011 ct. en
80 pond blei, 6 ct., alles per pond.
Een gelukkige zwerver, door J. J. Groene-
weg, met teek. van M. Thomassen. Uitgave
G. B. v. Goor en Zn., Uitg. Mij. N.V. te
's-Gravenhage. Prijs ing. 1.50, geb. 2.50.
Een alleraardigst boek, vol avontuur. An-
dré, „de gelukkige zwerver", wordt als schip
breukeling door een visscherman opgenomen
en in het huis van dezen vindt hij een gast
vrij onderkomen. Voor visscherman schijnt de
jongen niet in de wieg gelegd en dus wordt
besloten hem te laten studeeren. De finan-
cieele zorgen maken de opofferingen echter
zeer bezwaarlijk en als vader deze dingen op
een avond met zijn vrouw bespreekt, hoort de
jongen dit gesprek en besluit, voor zichzelf
te zorgen.
Het zwerversleven begint dan. Als schoen
poetser begint hij zijn maatschappelijke car
rière, die via het circus naar een kantoor
leidt. Hij vindt vele goede vrienden, die hem
voort helpen. Met spanning volgt men het
leven van den jongen, die de teleurstellingen
op flinke wijze overwint. Op een kantoor in
Antwerpen komt men er achter, wie zijn
ouders waren. Zijn vader, directeur van het
kantoor waar hij werkzaam was, heeft hem
een groot kapitaal achtergelaten en André is
van een arme zwerver een welgesteld burger
geworden, die zijn oude vrienden evenwel niet
blijkt vergeten te hebben en die op vorstelijke
wijze voor zijn pleegouders zorgt.