Abonnemenis- en advertentieprijzen $efaoedm 3ionk, Vandaag schade-regeling ïlieuuPi uit lOilc Boekbespreking Vrijdag 27 September 1940 Tweede Blad tfladbnCeuiULó Heden begint uitreiking brandstof-formulier He treinenloop weer normaal! Het fietsenhoekje Oftewel: men leert het nooit! Misschien In de „Donkere Duinen" wordt gewerkt Gestage verbetering en verfraaing voor 50 jaar VoMcUtin uit hel VlUyzncL ftlaadjt Bestuur „Fonds voor oorlogs invaliden' Een billijke Welke schade wel en welke niet vergoed dient te worden Burgerlijke Stand van Den Helder Visscherij - f&BS&a Goudmijntjes! Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling: stad2.10 Omtrek 3.15 Binnenland 2.50 Buitenland5.50 Ned Indië l per zeepost2'50 per mail5.50 Weekabonnementen 17 ets. Losse nummers4 ets. ADVERTENTIES Gewone advertenties 20 et. per regel. Tusschen de tekst 40 et. per regel. Voorpagina 50 et. per regel. Contractprijzen belangrijk lager. „JUTTERTJES", kleine advertenties: De prijs van een „Juttertje" tot 4 regels bedraagt 0.50, elke regel meer 10 cent; 4 plaatsingen 3 maal betalen; contant. (Uitgesloten hiervan zijn annonces, betreffende familieberichten, uit voeringen, verkoopingen e.d.). Inzending advertenties tot 8.30 familieberichten tot 9.00 uur. uur; Hoe men z'n voorraad dient op te geven. Met ingang van heden kunnen van het dis tributiekantoor worden afgehaald de formu lieren voor het opgeven van den voorraad vaste brandstoffen, waarover men op 29 Sep tember a.s. beschikt. Als toelichting diene het volgende: Anthraciet, steenkolen en eierbriketten. De voorraad van deze soorten brand stoffen moet in kilogrammen of in hecto liters of mudden worden opgegeven. Zijn de brandstoffen aan U door den leverancier in kilogrammen afgeleverd, dan geeft U ook den nog aanwezigen voorraad in kilogrammen op. Dit aantal vermeldt U in kolom 1. Heeft de leverancier echter de kolen in mudden of hectoliters afgeleverd, dan vermeldt U de hoeveelheid van den nog aanwezigen voorraad in mudden of hecto liters, hiervoor moet kolom 2 worden gebruikt. Voorbeeld: Iemand heeft ontvangen 1000 kg anthra- ciet. Hij heeft reeds verbruikt pl.m. 200 kg. Zijn voorraad op 29 September is dus 800 kg. Hij vult dus op het formulier in kolom 1 in het getal 800. In kolom 2 vult hij niets in. Een ander heeft 8 mud anthraciet ontvan gen. Hij heeft hiervan nog niets verbruikt. Deze vult dus in kolom 2 in het getal 8. De kolom 1 wordt niet ingevuld. Turf. De voorraad turf moet in kilogrammen of ln stuks worden opgegeven. Dit geschiedt dus op de zelfde wijze als hierboven is aangege ven. Aanmaakturf behoeft niet te worden opgegeven. Cokes. De voorraad cokes moet vermeld worden in kilogrammen of in hectoliters (mudden). Zie de toelichting bij de groep anthraciet, enz.. Huisbrandolie. Beschikt men bovendien over een voorraad huisbrandolie, dan moet men dezen voorraad in liters op het formulier opgeven. Onder huisbrandolie wordt verstaan huisbrandolie, Zware huisbrandolie, dunne en dikke stook olie, voor zoover bestemd voor verwarmings doeleinden. Indien men twee enquêteformulieren, b.v. Voor de groepen A en C heeft ingevuld, moet men ook twee voorraadformulieren inleveren. Heeft men ook twee voorraden brandstoffen, b.v. een voorraad voor zijn huis en een an dere voorraad voor zijn bedrijf, dan is het in vullen der voorraadformulieren eenvoudig, ïmmers op het eene formulier vermeldt men Zijn voorraad „huisbrand" en op het andere Zijn „bedrijfsvoorraad". Heeft men slechts een voorraad, waarvan Zoowel voor de verwarming van zijn woning Rls voor de verwarming van de voor zijn bedrijf bestemde vertrekken wordt gebruikt, dan vult men in dat geval de aanwezige voor- Zaad slechts op één formulier in. Op het andere formulier vult men „geen voorraad in. Aan de hand van het bovenstaande kunt U dus het voorraadformulier ge- makelijk invullen. Doe het goed. Gij bevordert daarmede een vlotte uitreiking van de brandstoffen- kaarten en gij voorkomt de gevolgen van een onjuiste opgave. Het ingang van heden is de treinenloop tusschen Den Helder en Alkmaar weer nor maal. Banketbakkerij, Keizerstraat 124-126, hebben een Koffie- en fhoe-surrogaat voor U, wat niet te evenaarden is. Bij de meeste winkeliers verkrijgbaar. Een fiets is tegenwoordig een kost baar bezit. Dubbel-merkwaardig is het derhalve, dat iederen dag weer blijkt hoe lichtvaardig de Heldersche bevolking, althans een deel daarvan, omspringt met deze fietsen. Men laat deze maar staan zonder voorzien te zijn van een behoorlijk slot en verwondert zich er over, dat dan later de rijwielen met de noorderzon ver trokken blijken te zijn. Tenslotte bezorgt men de politie dan een boel last, terwijl het deze instantie is die de ondankbaar heid mag oogsten voor het geval, dat de vehikels niet teruggevonden worden. Hier is de oogst van één dag. Een bewoner van de Schagenstraat No. 97, deed aangifte, dat er voor zijn huis een on beheerde fiets stond. Dit rijwiel werd later door den eigenaar weer afgehaald. Voorts bevindt zich aan het adres Achter straat 47 een fiets. Iemand van de Kemphaan straat deed aangifte, dat hij z'n rijwiel ver mist, dat onbeheerd in de brandsteeg achter het huis stond, terwijl voorts aan het adres Kanaalweg 75 een damesrijwiel terug te be komen is. Tenslotte werden nog fietsen ver mist die onbeheerd waren gebleven in de 2de Vroonstraat en Schagendwarsstraat. Een eindelooze serie, zooals men ziet. Verzekert Uw fiets voo« 3 gulden per jaar. Bij diefstal kri„gt U een nieuwe terug. K. KOS, Koningstraat 76. Zij bleef op 't stoepje naast mij staan, En keek mij even aarzelend aan, Tot zij de stille glimlach zag, Die rond mijn neus en wangen lag. Zij vatte moed, schoot uit haar slof, „O, o mijn heertje, wat een sof, „Per maand één klein half onsje thee, „Dat valt in 't gasthuis lang niet mee... „U ziet, ik ben al aardig oud, „En dan, weet U, 'k heb goed beschouwd, „Een huisgezin als vrouw alleen, „Met niemand anders om mij heen..." „Maar 't kopje troost in d'eenzaamheid, „Dat ben ik nu, helaas, óók kwijt, „U schrijft zoo veel, toe, beste man. „Vraag eens of 't niet wat ruimer kan!" Ik heb beloofd om naar 't fatsoen 't Verzoek in deze krant te doen. Maar dit meteen er bij gezegd: „Waar niets is, mist zelfs 't gasthuis 't recht!" Misschien waait echter deze krant Ook over naar den overkant Waar Churchill en heer Chamberlain Als stoppen op de theepot zijn! Misschien gaat 't goed en laten zij, Voor 't gasthuis wel een scheepje vrij, Misschien uit hun menschlievendheid Zich in zoo'n thee-spontaniteit... Misschien (ja 'k druk op dat „misschien") Want ik moet 't thee-schip eerst nog zien. H. H. De heide bruint, bladeren vallen, langzaam maar zeker vertraagt de groei... Dat is de tijd waarin de stadsmensch zich weer met frisschen moed aan zijn werk zet, vacanties zijn voorbij, als gevolg daarvan heeft hij weinig gelegenheid de natuur in te gaan. Duinen en bosschen liggen verlaten. Ook ons stedelijk duinterrein, de Donkere Duinen, het „Volkspark", zooals Duitsche sol daten het noemden, wordt door bijna niemand meer bezocht. In de rust al verschilt ze dit jaar weinig van de rust in den zomer waarin deze om geving nu vervallen is, wordt gewerkt. Want dit jaargetijde is met het vroege voor jaar dè werktijd voor den tuinman, den bosch wachter. '3 Zomers bestaat zijn werk hoofdzakelijk uit toezien, opletten, dat geen mensch de ge stelde bepalingen overtreedt, maar in het na jaar komt het werk, werk in overvloed, werk aan alle kapten. Dan worden doode takken gesnoeid, te welige groei beperkt, afwateringssloten ge graven en nieuwe paden uitgehakt, oude ver fraaid, verbreed, verbeterd. Telkenjare brengt het najaar zoo handen vol werk. telkens weerkeerend, maar ook nieuw werk. Onze Donkere Duinen staan in dit teeken. Wie ondanks dreigende regenbuien en har den wind zich de moeite getroost daarheen te fietsen zal dit ervaren. Een aantal menschen zijn daar te werk ge steld en brengen de plannen van boschwachter Haagen nader tot hun voltooiing. Gedeeltelijk vorigen winter verwezenlijkt, worden zij nu voortgezet. Verschillende paden worden uitgediept, niet om werk te zoeken, maar ten gerieve van den wandelaar! Immers, hoe dichter de bodem van het pad ligt bij het grondwater, hoe vaster en voch tiger de grond zal zijn, hoe meer de bodem bedekt zal worden met grasachtige planten. Bovendien is een slingerend eenigszins hol pad fraaier dan een hooge, zandige weg. Zoo wordt gewerkt bij de keet, naast de kweekerij, zoo zal gewerkt worden aan het eindeloos lange, mulle pak, dat de scheiding volgt tusschen gemeente- en waterleiding duinen. Langzamerhand komen zoo de verbeterin gen, de verfraaiingen. Niet alleen de aanleg en het onderhoud der paden, geeft handen vol werk, maar er is meer, veel meer te doen. De gestage groei, enkele decimeters per jaar, van de dennen, maakt het noodig, dat vele slachtoffers moeten wegvallen uit de dennenrijen, veel dood onderhout moet tak voor tak worden gesnoeid: er komt nu licht tusschen de stammen, doorkijk en ruimer zicht. We zijn de Donkere Duinen eens doorge wandeld, de stilte deed weldadig aan. Nu en dan breekt een ekster uit de dennentoppen: een werveling van wit en zwart, strijkt ver der neer en lacht ons uit! Tusschen de den nen werkt een man en graaft een afwate- rin^giflóSC öjTjde kweefjqjjFfj wórden "dé fóodé en witte aardappels gerooid, het pad naar de beschutte kweekplaats wordt uitgediept... We gaan verder langs een dröog open land. een haverveld, gele stoppels en nog wat te velde staande schoven, een vlucht kraaien strijkt neer als op een schilderij van Vin cent van Gogh. Het brengt ons dan dieper het park in, de vijver, de uitkijkpost. „Die moest driemaal zoo hoog zijn," hooide ik den boschwater ver zuchten. Want dit is een van zijn nog onvervulde wenschen. Een uitkijk zoohoog, dat de wan delaar, na zijn tocht door het park, noorde lijk dé iij der Waddeneilanden kon zien lig gen, westelijk de Noordzee, vrij, onbelem merd, zuidelijk en oostelijk de onmetelijke ho rizont met al die Noordhollandsche dorpen en steden Misschien komt er nog eens iets van? Ondertusschen wordt het park steeds ver beterd en verfraaid, zoodat het den volgenden zomer nog mooier en aantrekkelijker zal zijn. H. S. VAN TIMMERLOODS TOT KERKGEBOUW. 't Oude spreekwoord „hef plantje wordt met den tijd een boom" kwam ons te bir.nen, toen we dezer dagen als bij toeval ia handen kregen een teekening van het kerkgebouw, dat den 20sten Maart 18>tS door den Kerkeraad der Christelijke Gereformeerde toenmaals Oud- of Dordsch-Gereformeerde) gemeente alhier in huur heeft aanvaard, 't Gebouw, van buiten gezien, toont een vroegere timmerloods, die, tot het houden van godsdienstige samenkom sten ingericht, van lieverlede verbeterd en later vervangen werd door het thans bestaande ruime en nette bedehuis. De verklaringdat dit perceel tot gemeld doel in huur wordt ge nomen, nevens de teekening, ter nedergestcld, luidt als volgt: „Wij ondergeteekenden, Leeraar en Ouder lingen der Oud- en Dordsch Gereformeerde Gemeente, erkennen, dat gebouw voor Kerk gebouw gehuurd te hebben van Heintje Kroon, weduwe Lobé, staande aan den Zeedijk, wijk I no. 81 en verklaren aan bovengenoemde of hare erfgenamen, het zoodanig weer terug te leveren, als de gemeente het niet meer in huur zal houden, waartoe onze opvolgers zich ver plichten moeten. Geteekend, onder getuigen van Heintje Kroon, weduwe Lobé, door W. C. Wust, leer aar, en Jb. Bruijn, An. Jongkees en J. C. Bcheffer, ouderlingen. De bepaling, in deze overeenkomst voor komende, dat de Kerkeraad, ingeval 't gebouw niet meer voor den eeredienst gebezigd zou worden, dat perceel weder in denzelfdcn staat zou, moeten opleveren, behoefde in den loop der jaren niet te worden uitgevoerd. De ge meente, nam sedert in ledental en in bloei toe, en op dezelfde plek waar in den aanvang in eene vroegere timmerloods de godsdienstoefe ningen werden gehouden, bleef men tot heden onafgebroken voortgaan met het houden der godsdienstige samenkomsten. Ouden van Dagen onder ons zullen zich ongetwijfeld nog het be staan dezer kerkelijke gemeente, nu nagenoeg 50 jaren geleden, herinneren en aan de vóór ons liggende teekening zouden ze zeer zeker nog het zeer eenvoudige kerkgebouw uit den eersten tijd van het bestaan der Oud-Dordsche Gereformeerde gemeente alhier herkennen. NA 10 UUR OP STRAAT. Wederom werd gisteren iemand op de open bare straat aangetroffen, ondanks het feit, dat de klok reeds lang daarvoor het uur-der gehoorzaamheid had geslagen. De man werd meegenomen naar het Hoofd bureau van Politie en daar tot 4 uur 's mor gens vastgehouden. Proces verbaal werd tegen hem opgemaakt. In aansluiting tot de mededeeling inzake het stichten van een „Fonds voor Oorlogs invaliden" kan thans worden bericht, dat in de Commissie van Beheer van dat Fonds heb ben zitting genomen: Mr. J. N. J. E. Heer- kens Thijssen, voorzitter der A.V.O., als voor zitter; de heeren Dr. C. v. d. Berg, directeur- generaal der Volksgezondheid; Ir. M. H. Damme. Hoofd-directeur van Werkspoor; Mr. Dr. L. N. Deckers, oud-minister van defensie, voorzitter van het Centraal Comité voor den gewonden en zieken soldaat; Dr. R. N. M. Eykel, oud-ondervoorzitter der Staatscom missie inzake Onvolwaardige Arbeidskrach ten en luitenant-generaal N. A. A. v. d. Roe mer, inspecteur van den Geneeskundigen Dienst der Landmacht. Secretaris-Penning meester van het Fonds is de heer W. F. Deti- ger, die tevens secretaris-penningmeester is der A.V.O. Het vraagstuk der schade-vergoeding aan hen, die door oorlogsgeweld in hun have en bezittingen zoo ernstig getroffen zijn en welk vraagstuk ook een klemmende actualiteit voor Den Helder bezit, vraagt nog steeds onze aandacht. Jok Den Helder hoopt en ver wacht dat er van overheidswege binnen niet al te langen tijd praktische hulp zal worden geboden. Hulp, waarop men moreel gezien ongetwijfeld rechten kan doen laten gelden. Wij vonden over deze schadevergoeding een artikel in het Handelsblad, waarvan wij enkele deelen citeeren. Men zal er ongetwijfeld met belangstelling van kennisnemen. Na een korte inleiding leest men dan: Over wettelijk verplichte schadevergoeding voor beschadigde particuliere eigendommen of aan de arbeidsprestatie van een persoon wordt niet onderscheiden of deze schade is toege bracht in de periode van de handhaving der neutraliteit of in de werkelijke oorlogsdagen. Ieder die de schadevergoedingssom in handen krijgt, mag verder daarmede doen wat hij wil. Op de wijze waarop de verkregen schadever goeding wordt besteed, houdt de overheid geen toezicht. De eisch dat ook d i t geld het publiek belang moet dienen, wordt niet gesteld. Het „recht" op schadevergoeding bestaat wanneer de wet dit toekent. In het algemeen kent onze wet bijv. niet het „recht" op vergoeding van bedrijfsschade, zoodat een aanspraak daartoe bij de administratie of bij den rechter inge diend niet tot verwezenlijking zal voeren. Met het vermelden van dit laatste geval is echter tevens aangewezen, dat er nog een groot terrein is, waar, op gronden van billijk heid overgegaan zal moeten worden tot het verléenen van vergoeding der, in tijden van oorlog, geleden materieele schade. Hierbij zal echter een overheidstoezicht op het aanwenden van de verkregen schadevergoedingen nood- ra keliik ziin De gelden welke hier naar billijk- heidsnormen individueel worden uitgereikt zul len tezamen het algemeen belang moeten be vorderen, en dus niet willekeurig moeten wor den aangewend, maar in het belang van het herstel der geleden schade, aldus voor de ge- heele nationale samenleving nut moeten af werpen. De moderne oorlogvoc-.irg is een aanval op het uithoudingsvermogen in den ruimsten zin van de oorlogvoerende naties. De burgerbevol king zoo goed als de militaire moeten daarbij in staat zijn offers te dragen. Zaken zijn ach teruitgegaan, soms door de nieuwe economi sche oorlogsomstandigheden, soms echter ook door gebrek aan geestelijk weerstandsver mogen van hen, die deze zaken moesten leiden. Zulke schade kan niet worden vergoed. Voor de zoogenaamde indirecte of con- junctureele schade aan ondernemingen, bv. door exportverlies of door andere uiterlijke omstandigheden, kan de staat geen vergoeding bieden. Schade aan de financiën van bedrijven en van particuliere personen, wier effecten-bezit bijv. geheel of gedeeltelijk is teniet gegaan; schade in de fabrieken geleden door „verloren ar beidsdagen" of door extra „onkosten" in het bedrijfsleven, dat alles kan niet op de staatskas worden verhaald. Onder deze omstandigheden zal het duide lijk zijn dat zelfs in een algemeen nationaal schadevergoedingsplan een selectie zal moeten worden toegepast. Zulk een algemeen schade vergoedingsplan zal zich moeten beperken tot vergoeding der schade, geleden in de oorlogs dagen zelf ten gevolge van oorlogsgeweld, van welke zijde ook aan den burger toegebracht. Dit wil niet zeggen, dat nooit en te nimmer eenige vergoeding op gronden van billijkheid alsnog extra kan worden verleend voor schade, welke vóór en né. die dagen is toegebracht. Men denke aan het geval, dat de over heid thans besluit tot het doen springen van een mijn, welke niet op andere wjjze onschadelijk kan worden gemaakt. De burgers, die in de omgeving wonen, wor den van te voren gewaarschuwd. Per soonlijke ongelukken zullen niet voor komen, maar vast staat, dat de ruiten zullen springen. Op verzoeken tot vergoe ding van zulke door de overheid recht matig toegebrachte schade is bijv. in de jaren 1917 en 1918 ook goedgunstig be schikt. Wordt in het „nationale" schadevergoedings plan slechts rekening gehouden met de mate rieele schade aangebracht door oorlogsgeweld zelf, dan zal alleen de directe, niet de indirecte schade moeten worden vergoed, al is het moei lijk genoeg hier nauwkeurig te onderscheiden Het zal wellicht noodzakelijk wezen een „schaal" te maken om aan te geven welk be drag in elk geval integraal wordt vergoed. Hoofdzaak is voorhands echter het vasthouden van een algemeene gedachte. De vergoeding, op billijkheidsgronden uitgekeerd, zal door hem, die de vergoeding ontvangt, niet geheel naar eigen believen mogen worden besteed. Om een voorbeeld te noemen, denke men zich een huizen-eigenaar, wiens waarde volle panden in den oorlog zijn teniet ge gaan. Hij zou de waarde dezer huizen op 1 Mei 1940 in rekening mogen brengen met verzoek de gelden te storten aan een particulier adres, vanwaar hij, met het geld, zou kunnen vertrekken naar het buitenland, om het daar naar believen te verteren. Maar daarmee ware het woning- belang niet gediend. Een maatschappij tot het exploiteeren van huizen zal, in gelijk geval, schadevergoeding kunnen ontvan gen, maar mag zij in het algemeen be lang den dag nadat de vergoeding uit de openbare kas is betaald, tot liquidatie overgaan, de gelden verdeelen en dus haar bedrijf staken? Een nationaal schadevergoedingsplan moet tevens een nationaal opbouwplan zijn en het eiseht een ordening, waardoor alle vergoeding van geleden schade dienst baar gemaakt wordt aan dien nationalen opbouw zelf. Slechts op die basis Is het mogelijk 's lands gelden te besteden in het algemeen belang en toch het particu lier belang niet meer te schaden dan strikt onvermijdelijk is. van 26 September 1940. GETROUWD: J. Lexmond en A. Thijssen, W. F. Ligteringen en M. J. van der Wal, C. Bijl en M. de Ruiter, A. Cornielje en A. Staal, A. Dekker en M. de Ryke, J. Ruig en J. Provilij, S. Selderbeek en J. E. Steenlage, L. Zeeders en L. P.unnenburg, J. N. Lange- reis en J. van de Voorde, L. J. Pols en J. Voorthuij3en. BURGERLIJKE STAND GEBOREN: Pieter, zoon van K. Hakvoort £u W. van Urk; Anna, dochter van W. Schenk en W. Bakker. OVERLEDEN: A. Visser, wed. van J. Bakker. GEHUWD: I. Koffeman en J. van Beek hoven; A. Koman en E. Kramer. HOO JE PRIJZEN. Dezer dagen zijn door Notaris Veenenbos van Enkhuizen in hotel Woudenberg 2 hui zen verkocht. Voor deze verkooping bestond veel belangstelling. Er werden goede prijzen gemaakt. Het hui.' van A. van Slooten werd gekocht door den heer G. Metz voor 2100. Hoogste bieder was de heer R. Bos voor 1900.—. Voor de woning van wijlen Juri van den Berg bestond nog meer animo. De heer J. F. Post bood tot 2875.Het perceel werd afgemijnd door den heer E. de Boer voor 3125.plus de onkosten. BEROEPEN. Ds. E. du Marchie van Voorthuyzen, Chr. Ger. Pred. alhier, ontving een'beroep van de Chr. Ger. Kerk te Nieuw-Vennep. Eervol ontslag. De gemeente omroeper K. Asma en de Con ciërge van het Raadhuis hadden bij den Raad een verzoek ingediend om eervol ontslag. De Raad heeft aan deze ouden van dagen op de meest eervolle wijze ontslag verleend. Voor deze gemeente betrekkingen zullen nu nieuwe sollicitanten worden opgeroepen. Gemeente Rekening 1938. De Gemeente rekening van 1938 sloot met een batig saldo van 27.314. Reeds is 10.000 aan de reserve toegevoegd, zoodat dus 37.000 over is. Afdeeling Waterbedrijf: te kort 264 (geraamd tekort 700. Electri- citeitsbedrijfwinst 1.792,17 (geraamd te kort 5.000). Uitbreiding begraafplaats en aanschaffing van een begrafenistoestel zal 2.200 kosten. Hierdoor zullen er 88 nieuwe graven bijkomen. De verbouwing van het Raadhuis te Urk. De Gemeente heeft een extra voordeel van 25.000, uit het belastingfonds. Hierop was niet gerekend. Meerdere meevallers hebben Burgemeesters en Wethouders nu vrijmoedig heid gegeven om den Raad voor te stellen om over te gaan tot de verbouwing van het Raadhuis. Het plan van de verbouwing is in April een half jaar uitgesteld geworden. Bovendien waren er bezwaren van de meer derheid van den Raad tegen het bedrag van 30.000. Na overleg is toen een plan opge steld van 20.000. Gezien de huidige omstan digheden zal een bedrag van 35.000 noodig zijn. Hoewel de vertegenwoordigers van Ge meente Belangen eerst voorstelden om de schuld op het Gemeente Electriciteits Bedrijf af te lossen, omdat dit de bevolking ten goede komt, besloot de raad toch om tot de verbouwing over te gaan. Perspectieven voor woningen op Urk. Gedrongen door den woningnood op Urk, heeft de raad besloten om over te gaan tot het opspuiten van een bouwterrein. Zoodra Ir. Bakker Schut, Inspecteur van de Volks huisvesting op Urk is geweest, zal hiertoe worden over gegaan. De kosten hiervoor zijn plm. 35.000. Urk, September. Door 70 vaartuigen werd heden aan den Gemeentelijken vischafslag alhier aangevoerd: 7030 pond kuilpaling van 50 tot 350 pond per vaartuig, prijs 25 tot 27 ct.; 1500 pond lijn- of beugaal, 29 tot 31 ct.2C0 pond snoekbaars, 2727 li ct.; 100 pond baars, 1011 ct. en 80 pond blei, 6 ct., alles per pond. Een gelukkige zwerver, door J. J. Groene- weg, met teek. van M. Thomassen. Uitgave G. B. v. Goor en Zn., Uitg. Mij. N.V. te 's-Gravenhage. Prijs ing. 1.50, geb. 2.50. Een alleraardigst boek, vol avontuur. An- dré, „de gelukkige zwerver", wordt als schip breukeling door een visscherman opgenomen en in het huis van dezen vindt hij een gast vrij onderkomen. Voor visscherman schijnt de jongen niet in de wieg gelegd en dus wordt besloten hem te laten studeeren. De finan- cieele zorgen maken de opofferingen echter zeer bezwaarlijk en als vader deze dingen op een avond met zijn vrouw bespreekt, hoort de jongen dit gesprek en besluit, voor zichzelf te zorgen. Het zwerversleven begint dan. Als schoen poetser begint hij zijn maatschappelijke car rière, die via het circus naar een kantoor leidt. Hij vindt vele goede vrienden, die hem voort helpen. Met spanning volgt men het leven van den jongen, die de teleurstellingen op flinke wijze overwint. Op een kantoor in Antwerpen komt men er achter, wie zijn ouders waren. Zijn vader, directeur van het kantoor waar hij werkzaam was, heeft hem een groot kapitaal achtergelaten en André is van een arme zwerver een welgesteld burger geworden, die zijn oude vrienden evenwel niet blijkt vergeten te hebben en die op vorstelijke wijze voor zijn pleegouders zorgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5