Altel o-p, frijn tijd B-tilt jonqetti en rmUjel! Nieuw Raadsel Ongewenscht gezelschap Zijn vriend Bewoners van de diepte Oplossing raadsel vorige week Een slimme aap Bijdehand Zoekplaatje Hoe vinden jullie het, dat we de zomertijd houden? Natuurlijk wel leuk, hé, want nu is het 's middags langer licht en d^t betekent, dat moeders stem niet zo gauw behoeft te roepen: „Binnenkomen, jongens!" Nee, die middel-Europese zomertijd ,vind ik lang niet dwaas. Als je iïu in het hartje van de winter uit school komt, dan kan je tenminste voor donker thuis zijn, maar andersJe moet 's avonds om tien uur (dan slapen jullie na tuurlijk allemaal) je neus maar eens buiten de deur steken, 't is precies of je hem in een inktpot stopt, zo donker, zo zwart, tenmin ste als er niet al te veel sterren de wereld nog wat bijlichten. De prijs is van de week gewonnen door: Elli Bisschop, Oostkade 26a, Hellevoetsluis. Je boft, Ellie, het is een taart en je ziet, dat al woon je ver, de taart op tijd gekomen is, en... heerlijk 'ers. Nel v. Dongen. Dus jij bent ook weer stadgenote geworden, Nel, nu het zal jou wel gaan als al die andere duizenden voorgan gers, dat je het prettig vindt in eigen huis, in eigen stad. Corrie v. Bale. Dat is een prestatie, Corrie, op de verjaardag van je zusje nog tyd vinden om een briefje aan mij te schrij ven. Ik waardeer het, hoor. Ik denk dat je er wel geen taartje voor hebt laten staan. Of wel soms? Jacob v. d. Vliet. Wel een leuk dorp, H. Hugowaard, vond je niet, Jacob? Ten minste van de zomer, want in de winter lijkt het me niet zo aardig, dan zijn de bomen er kaal en dan waait de wind over de open velden en staan de populieren te zwaaien met hun armen en staan de knotwilgen als oude afgeleefde mannetjes, treurig langs de slootkant. Nee, 's winters is Üe stad veel aantrekkelijker. Broertje de Visser, Woudsend. Ja, die ken ik, die „roggebroodjes", die ze bjj jullie in Friesland stoken, Broertje en er zijn nog al wat van die „krentemikken" daar in het land van de turf, zodat ik niet geloof, dat je kou zal behoeven te lijden. Trouwens, in Den Helder is ook nog geen gebrek. Doe de groeten aan je moeder, aan Pake en Beppe. Jan Boekei, Twisk. Jammer, dat de appelen en peren van de bomen zijn. Jan, anders kon je daar nog fijn van genieten in je evacuatiedorp, want ik weet, dat er die kant uit heel wat appelen en peren groeien. Honderden en nog eens honderden bomen. Als je er in Augustus en September door rijdt, zit je maar steeds te watertanden. .Mary Jurg. Jij was er wel erg gauw bij met de oplossing van het raadsel èn de inzending van je briefje. Als het iedere week zo snel ging. Je hebt jullie poes dus aan een „muizenwinkel" afgeleverd, wat zal ze haar hart ophalen, 't Is jammer voor die muizenkinderen, wier leven nu geen dag en geen nacht meer veilig is. Brrrr, je zal als muis moeten leven in een winkel, die een kat heeft, die alsmaar op je zit te loeren. Nee, zo'n muizenleven valt ook al niet mee. Dlkkie Doorn, Nw. Niedorp. Een mooi boek kan je best tweemaal lezen, Diklfie, al was het driemaal. Je zal zien, je ontdekt er toch telkens weer dingen in, waar je de eerste keer overheen gelezen hebt. Ja, die zetter heeft het jullie niet gemakkelijk ge maakt met de fouten. Gelukkig, dat m'n raadselvriendjes en vriendinnetjes allemaal slim zijn. Gonda Goedegebuur. Wie weet, Gonda, wie weet hoe spoedig ook jij met een ver heugt gezicht naar kantoor stapt, omdat je een boek gewonnen hebt. Nu, ik gun het je, want van de winter hebben jullie een massa tijd om te lezen. Urenlang, wat zal dat ge- noegelijk zijn. Betsy v. d. Vliet. Mijn kinderen vinden „Nipper en Pelle" ook een leuk verhaal, Betsy- Ze zijn het dus roerend met jou eens. Hoe vond je het daar op die school in H. Hugowaard .Vind je het hier weer fijner? Nu, je hebt me nog heel wat te schrijven. Ik ben benieuwd naar je brief van de vol gende week. Diliie Goedegebuur. Natuurlijk mag jij meedoen, Dillie en ik hoop, dat je net zo gelukkig bent als je nichtje Corrie, die me daar even een prachtig boek gewonnen heeft. Hoe komt het, dat je al zo lang van school bent? Dat moet je me eens schrijven, en goed raadsels oplossen. Nu, tot volgende week zullen we hopen. Ik verwacht min stens een net zo grote brief als die van deze week. George Veer. Ja, geschrokken zijn we wel van die bommen, zo dicht bij huis, George. De kinderen hebben er niet veel van gemerkt, want die sliepen als rozen, toen ik naar boven ging om ze uit bed te halen. Ik hoop met jou en met alle mensen, dat ze al die bommen en die oorlogsrommel maar zo gauw mogelijk opruimen, ze moesten het hele zaakje maar ergens naar de Oceaan brengen en daar tot op 6000 meter diepte laten zakken. Die vissen gaan er toch niet mee gooien. Ali Brouwer. Deze week waren er heel wat meer briefjes dan de vorige week, Ali en als het raadsel van deze week wat mee valt, dan zullen er volgende week weer heel wat briefjes meer in de trommel liggen. Nu, ik vind het best, hoor. Guurtje en Jaap Kaan, Nederweert. Wat kwam er weer een gezellige brief, daar ver uit het Zuiden van ons land. 't Lijkt me leuk bij jullie op de boerderij en ik zie in gedachten de omgeving waar jullie wonen. Ik ken het land daar wel, ben er verschei dene malen doorgerp-'en, vroeg In het voor jaar of in de zo -"■? er mooi. Nu Guur tje en Jaap, de f aan allemaal thuis en ook aan de kip de geit. Giel v. Hoek, Mid a-Beester. Dat kan ik me begrijpen, Giel, dat jij liever in Den Helder zit, dan daar in het boerenland, 's Zomers is het er prachtig, daar in de Beemster, maar 's winters is het er nog don kerder dan in de stal en griezelig met al die sloten, 't Is te hopen, dat jullie weer gauw naar Den Helder kunnen komen. Wat een feest zal dat zgn, als de oorlog voorbij is. Ellie v. Hoek. Jij verlangt dus ook naar je Helderse vriendinnetjes, Ellie. en naar je Helderse clubjes. Maar zo gezellig als je daar gehooid hebt, had je het hier toch niet kunnen doen. Er is toch ook wel veel leuks op zo'n boerderij, ver van de stad. Cor. v. Hoek. Xou. dat is fijn, Cor, op zo'n boerenwagen het land over rijden, maar 't is niet leuk, dat ze jou daar zo plagen. Het zullen wel grapjes zijn en daartegen is het beste, dat je flink terugplaagt. Lekker is die warme melk zo van de hoe, hè? Die dingen zul je straks weer moeten missen. Jongens en meisjes, ik ben er weer door, volgende week grijpen jullie maar weer allemaal naar je pen. Beter een half ei dam een lege dop. 26 14 13 die 9 10 16 17 Haan 6 22 20 15 eend 24 7 18 11 geel 28 27 8 pot 1 19 23 8 been 12 4 25 fee 2 21 12 elf Goed? oplossingen ontvangen vani Ida Kok, Cor van Bijnen, Marie Hooiveld, Japie Plaatsman, Coba Prins, Nini Breel, Corrie Goedegebuur, Neeltje Plaatsman, Bali en Annie van Bijnen, Annie Koorn, Tini van Brederode, Ellie Bisschop, Tilly Bis schop, Betsie Breel, Ali Brouwer, George Veer, Dillie Goedegebuur, Betsie v. d. Vliet, Gonda Goedegebuur. Dieuwertje en Dikkie Doorn, Mary Jurg. Ja:; Boekei, Broertje de Visser, Jacob v. d. Vliet. Corrie van Bale, N. von Dongen,. Guurtje en Joop Kaan, Neder weert. Het is de naam van een bekend lastdier. Zet er één letter voor en je hebt een rivier in Duitschland. Wat is de kortste maand? (pas op hoor!) Ons klein Loesje moest voor moeder Een gewichtig boodschap doen Ze moest een liter melk gaan halen „Je weet wel hè, net als toen!" Vrolijk ging ons kleine meisje Met haar kannetje op weg Zou je ook niet heel "trots wezen Als je een boodschap doen mocht, zeg? Toen ze alles had gekregen Wat ze aan de juffrouw vroeg Ging ons Loesje weer naar huis toe Terwijl ze 't potje voorzichtig droeg. Wat hoorde ze daar voor getrippel? Toen ze omkeek zag ze, zeg! Een klein hondje die de melk rook Loesje dacht: „Ga jij maar weg!" Er was eens een meneer die een buiten gewoon knappe aap nad gekocht. Op ze kere dag zat hij met de aap in zijn kan toor. Plotseling werd lij door z'n vrouw geroepen voor een dringende boodschap. Hij moest het kantoor en de aap dus even verlaten. Intussen kwam er een jongen binnen om een som geld te incasseeren. Hij kwam voor het loket en de aap, die dit al hon derd maal had zien doen stak zijn poot uit. Zonder te kijken gaf de jongen zijn pa pier af. De aap, zijn meester nabootsend, trok de geldla open en reikte den jongen even later een groot pak bankbiljetten toe. De jongen zette grote ogen op maar haast te, zich met de som uit de voeten te ma ken. Toen de baas van de aap een paar minuten later terugkwam, zag hij het beest met een schuldbewust apengezicht in zijn stoel zitten. Maar den dief hebben ze nooit gevonden! 1 Thekla huppelde de kamer binnen en gooide de deur met zo'n slag dicht, dat haar moeder, die in een leunstoel bij het raam zat, verschrikt opkeek en riep: „Een beetje kalmer kan 't wel, meisje! Moeder zag er bleek uit, want na de dood van va der was ze erg ziek geweest. Thekla liep op haar moeder toe en zei vrolijk: „Moeder ik ben zo blij! Ik heb den dokter gesproken en hij zei dat je veel beter was en dat je de volgende week naar een badplaats zou gaan!" „Ja kind", zei moeder, „maar ik vind het zo akelig dat ik jullie alleen moet laten. „Wat heb je me aan 't schrikken gemaakt" zuchtte ze en viel achterover in haar stoel. „Ik zal 't huishouden wel doen, moeder", zei Thekla, „jij kunt gerust weggaan, ik zal koken en voor alles zorgen." Hetty. het andere zusje, leunde tegen moeder's knie en zei zachtjes: „Ik zou graag bij je willen blijven en je oppassen." „Jullie kunt niet mee", zei moeder weer, „je weet dat we nu heel arm zijn en zui nig moeten zijn. Ik kan bijna niet eens de reis voor mij alleen betalen." „Ik zal een beetje piano gaan spelen", zei Thekla, die zag dat er tranen in moeder's ogen kwamen. Na een poosje kwam Hetty op Thekla toe en zei: „Moeder is moe, ik geloof dat ze wil slapen" „Ik wil moeder juist een plezier doen", antwoordde The kla nors. „Maar nu niet", zei Hetty. Met een slag deed Thekla de piano dicht. Hetty zat weer bij moeder en Thekla zag, hoe moeder haa- jongste dochiertje over 't haar streek. Thekla wist zelf niet waarom, maar ze voelde zich treurig en een beetje jaloers op Hetty. Ze hield veel van haar moeder, haar zusje en haar broer ja, van alle mensen. Ze wilde ze allemaal plezier doen, maar het tegenovergestelde was altijd het geval Dat dacht ze tenmin ste en dat maakte haar treurig. Een paar dagen later werden de koffers gepakt. Moeder zou weg gaan. Thekla was zestien jaar en omdat mopder zo ziek was, had ze sinds de dood van vader het hele huishouden gedaan. Zij had moeder ook nu beloofd, goed voor alles te zorgen. Toch vertrok moeder met een bezorgd hart. Vol goede moed begon Thekla haar taak als huismoedertje, 's Middags, als haar broer Jan thuis kwam. was het eten klaar j en het smaakte heerlijk, dat moest zelfs Jan, die altijd wat te zeggen had, toege ven. Hetty was op school. Jan was op kan toor en moest hard werken. „Wees maar aardig voor hem", had moeder gezegd, „dan gaat hij 's avonds niet uit." Jan hield van mooie boeken en daarom had Thekla een boek van de mevrouw naast hen geleend. Dat zal Jan fijn vinden, dacht ze. Toen hij thuis kwam, brandde de lamp, het eten stond op tafel en het j boek lag er ook. Toen Jan gegeten had, greep hij naar zijn hoed eri wilde uitgaan. Thekla legde het boek voor zijn neus, maar Jan wilde naar een vriend om een teken bord te halen; hij wilde tekenen. Thekla werd boos en keek haar broer onvriende lijk aan. Zij had 't zo goed gemeend. „Altijd zijn ze ondankbaar!" dacht ze. ..Moeder heeft liever dat je 's avonds thuis blijft. Jan!" zei Thekla. Jan gooide zijn hoed neer, ging voor het raam staan en staarde naar buiten. Hetty was bezig haar huiswerk te maken; het mooie boek lag op tafel, niemand las er in. Het werd een saaie avond en Thekla had zich er zoveel van voorgesteld. De volgende dag lag er naast het b.ord van Jan een tekenbord en tekennanier. Dat had Hettij bezorgd. „Dank je wel, lieve zus", zei Jan. Hetty had hele maal geen dank verlangd. „Wat sa je tekenen?" vroeg Thekla. "J,k wil een verrassing maken voor moe der", zei Jan en begon een landschan te tekenen „Dat zou ik ook wel willen", dacht Thekla „Wat zou ze blij zijn, als ik haar een cadeautje gaf als ze terugkomt!" De hele dag zat ze er over te denken, wat ze moeder kon geven. Toen ze de volgen de dag naar mevrouw naast haar ging, om het geleende boek terug te brengen, zag ze dat ze juist bezig was een sierlijk kleed te borduren. „Zo'n kleed zou moeder prach tig vinden!" dacht Thekla en vroeg me vrouw vriendelijk om haar de steek te le ren. „Het is een moeilijk werkje en je hebt er veeJ tijd voor nodig", zet mevrouw, „maar ik wil het je graag leren." Thekla ging vlug naar huis en haalde haar spaarpot leeg, om de nodige zij en het nodige linnen te kopen. Dt kostte in tussen veel tijd. Toen Jan en Hetty 's mid- drgs thuis kwamen, was het eten niet knar. Het maken van het kleed kostte nog meer tijd. Het gevolg was dat Thekla niet zoveel in t huishouden deed, als ze moest doen. „Ik wou dat moeder, weer thuis was", zuchtten Jan en Hetty. Al het werk bleef liggen. Thekla moest immers bordu ren. „Maar wat zal moeder blij zijn met het kleed", troostte zij zichzelf, als Jan iets onvriendelijks .zei. Hetty had nog niets voor moeder. Ze huiswerk en ze leerde "iet mak kelijk. Maar ze besteedde er alli tijd aan want ze wilde graag met een goed rapport thuiskomen. Op een goede keer had Hetty een dag vacantie. Thekla wilde nog graag wat borduren en zei daarom. „Hè, Hetty, zou jij vandaag niet in de keuken willen bln- tHe"y wilde dat wel en Thekla was plu dat ze een paar extra-uurtjes aan haar deed kon werken. Maar wat was dat! Plotseling klonk er int de keuken een val en een gil! Thekla gooide haar werk neer en rende naar de keuken, war Hetty kermend op de grond lag. Ze had een pot met kokend water uit de kachel willen nemen, maar omdat die te zwaar voor haar was, was hij gekan teld en over haar handen en voeten geval len. Ze had zich vreselijk verbrand. The kla riep de burvrouw en samen brachten ze het arme meisje naar bed. De dokter werd direct geroepen. Die zette een ernstig gezicht. „Het is mijn schuld", snikte Thekla. Het ty lag te huilen, want de brandwonden de den verschrikkelijk pijn. „Het ergste is," zei de dokter, „dat we dit heel voorzichtig aan je moeder moeten vertellen, want de schrik zou haar weer ziek maken." Thekla vroeg of hij 't alsjeblieft niet aan haar moeder wilde vertellen; zij zou Hetty wel oppassen. „Dat wil ik wel belo ven" zei de dokter, „maar als het erger wordt, moet ik je moeder wel schrijven". Jan stond ook met een treurig gezicht bij het bed van zijn zusje. „Jij. wilde moe der een verrassing bereiken met dat kleed en je waagt je zusje eraan", verweet hij Thekla. Gelukkig ging Hetty vooruit en bleek het niet nodig moeder te waarschu wen. Het was een harde les voor Thekla, die met al haar goede wil om anderen een plezier te doen, steeds het tegenovergestel de bereikte. Nu bleef het kleed onafge maakt liggen. Ze had haar handen vol met het huishouden en haar zusje oppassen. Pas toen Hetty buiten gevaar was, schreef Jan aan moeder wat er gebeurd was. Toen Hetty voor het eerst op mocht, kwam moeder thuis. Ze zag er veel beter uit en was blij haar kinderen terug te zien. Zij gaf Thekla geen standje, die was im mers al genoeg gestraft. Toen moeder met haar alleen was, viel Thekla haar huilend om de hals. „O", zei ze, „het was allemaal mijn schuld. Ik wil de je met een kleed verrassen en nu is het nog niet af. Ik had het zo goed be doeld!" „Nu is alles weer goed", zei moeder, „maar onthoud dit voor je hele leven: „Al les op,zijn tijd!" Jaren zijn het al geleden Dat ons kleine vriendje Loe En zijn ouders samen reden Met de trein naar Zwitserland toe Prachtig vond het joch de bergen Heerlijk vond hij al die sneeuw Fn het liefst van alle dingen Vond hij de Sint-Bernhard. .Leeuw! Leeuw enLoe dat werden vrienden Geen uur en dag ging er voorbij Dat va en moes hen konden vinden Samen op de alpenwei. Toen de dag was aangebroken Dat onze Loe naar huis toe moest Zat onze Leeuw ineen gedoken En jankte veel, al zei men: „Koest!" Het einde van al dit verdriet was Dat va en moes die schatten zijn Leeuwtje kochten en zonder poespas Hem zetten in de grote trein. Toen Loe na deze mooie reis Weer in zijn eigen landje was Ging hij 's-morgens heel eigenwijs Met Leeuwtje langs de Bergse Plas En zoals je op de foto ziet Vindt Leeuwtje dit maar al te fijn En ik zeg je, al geloof je 't niet Vrienden zullen ze altijd zijt^! Tiny. GRAPJE. Onderwijzer: „Piet hoe laat is het als de klok zeven keer slaat?" Piet: „Half zeven, meester." Onderwijzer: „Weet je dat wel zeker?" Piet: „Ja meester, want moeder zet de klo' altijd een half uur voor!" i. Deze vis is een echte veelvraat, die vis sen op kan eten, die nog groter zijn dan hijzelf. Dan staat de huid zo strak dat je door z'n huid kunt zien, welk beest hij opgeslokt heeft. 2. Deze vis, de lucifuga subterrania leeft, in onderaadse holen op het eiland Cu ba. Hij is blind omdat hij z'n ogen on der de grond toch niet kan gebruiken. De jonge visjes hebben nog ogen, die echter langzamerhand verdwijnen. 3. Deze vis leeft in de Sargasso-zee in de wieren.Hij heeft tentakels die zoveel op wieren lijken, dat je hem haast niet ziet. Een goed beschermingsmid del dus. Dit is een bewoner van de lagunen van de Australische koraalriffen. Hij heeft onder zijn ogen „lichtjes", die 'n groenachtig-wit licht uitstralen en waarmee hij 's nachts kan zien. Lietje was op een feestje bij haar vrien dinnetje gevraagd. Moeder had haar van te voren allerlei raadgevingen gegeven en gezegd dat ze zich netjes moest gedra gen. „Heb je gedaan wat ik je gezegd heb", vroeg moeder, toen Lietje thuis kwam, „en niet het grootste stuk koek genomen?" „Nee, moeder", zei Lietje prompt, „ik heb alleen aan Leni's moeder gevraagd of ze me niet 't recept van die koek kon ge ven, zodat u hem ook kon maken en toen heeft ze me vanzelf een groot stuk gege ven!" Waar is mijn vriend? ■Ui u uap uea jsoa ap uvr buatzA ap lufiijas.iaA uep 'dojj u,z do atjee[d )aq 537 :2 u i s o d o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 12