handen De tocht van het Kaas- en Broodvolk De kapel van FlorisV op het „Kerkestikkie" van de Noorderpade? UIT DE HISTORIE VAN WESTFRIESLAND Xr^ri'n^oïr^oS^o^nr"",^ Geheimzinnige GEHEIMZINNIGE HANDEN Zal de wichelroede „slag" maken? Foto Fred. Groot. (Van onzen eigen verslaggever) In den Sint Jansnacht tusschen elf en twaalf uur... Over de maanlichte velden schrijdt een gebogen gestalte... Zachtkens prevelen zijn lippen geheimzinnige woor den.Bij een elzenboschje blijft hij staan, maakt eenige runenteekens in de lucht en knakt dan voorzichtig een gevorkt takje van een elzenboompje. Wéér schrijdt hij voort, zijn lange mantel wappert in de nachtkoeltje. Het sterrebeeld van de Ram is op den mantel geborduurd, het sterre- beeld waaronder de drager is geboren en dat hem tot een uitverkorene maakt, die kan doen, wét hij heden doet... In elke hand neemt hij dan een einde van den elzentak, de punt steekt naar voren. Luider dringender wordt het geprevel zij ner lippen. Dan vaart hem een siddering door het lichaam... Plots heeft de punt van den tak een neerzwaaiende beweging gemaakt... Een juichkreet! Gevonden! Wantrouwig om zich heen ziende graaft de geheimzinnige wandelaar een gat in den grond en brengt een ijzeren kistje naar boven. Hij opent het, een schat van juweelen toont zich in pijnlijke glinstering aan zijn verrukte oogen... Gevonden murmelt hij nogmaals. Zie daar de wichelroedeloopers, zooals wij die uit de romantische lectuur kennen! „En hier heb je nou m'n materiaal, voorzichtig, dat 't niet uit het papier rolt, elk stuk is twee centen waard en ,t geld groeit me ook niet op m'n rug" De chauf feur. Pieterman-knecht op dezen mid dag waarop we onder bevoegde leiding naar onderaardsche geheimenissen gaan zoeken, vouwt het papier open en meester Hout, hoofdonderwijzer en man-met-de-wichelroede laat „het" zien. Inderdaad, twee centen per stuk waard, een paar gevorkte takjes, een paar stukjes koper draad, het eene wat dik het ander wat dun. „En niet in den Sint Jansnacht geplukt?" „En is u niet onder een bepaald sterre- beeld geboren?" „Da's allemaal franje, om de zaak sen sationeel te maken, je zult mij geen gezich ten zien trekken, ik krijg er vanmiddag al leen weer wat eelt in m'n handen bij. En ik heb al genoeg. Kijk maar Geheimzinnige handen? „Dóódgewone schoolmeestershanden, zie je wel? Je mag naar m'n vingers kijken en je mag er bij praten ook." En nou gaan we beginnen! Wat doen we eerst mijnheer Bossen? De leider van de wetenschappelijke ex peditie naar de binnenlanden van West friesland. de 81-jarige, nochtans kwieke en werkdriftige heer P. Bossen, die door zijn prachtige kroniek zoovelen aan zich heeft verplicht, wijst: „eerst binnen". „Binnen" is de kerk van Aartswoud en daar worden de eerste proeven genomen. Doel is uit te vinden hoe en waar precies de afgebroken of vernielde kloosterkerk heeft gestaan, waarvan alleep de van vóór 1300 da.teerende toren is overgebleven, en waar men in 1883 de tegenwoordige kerk heeft aangebouwd. Een Amersfoortsche geëvacueerde, ook wichelroedelooper heeft het een week of vijf geledén ook geprobeerd en diens bevindingen zijn vastgelegd op een teekening, gemaakt door den zoon van het raadslid Bossen, die weer een neef is van onzen leider van dezen middag. Raadslid Bossen assisteert thans, heeft de hooge functie van „landmeter" gekregen. „Huppelen" Nou, laat mij nu maar even huppelen, zegt meester Hout, die al verteld heeft dat wickelroedeloopérs opgeruimde menschen zijn, waaraan we als we dit lid van 't edele gilde vijf minuten hebben meege maakt geen oogenblik meer twijfelen. Zéér bewust en zéér zeker loopt de wichelaar mét lange passen door 't kerkgebouw, een der stalen roeden in beide handen. Plotseling zien we het ding. in de handen draaien en naar beneden wijzen. Hier begint de muur, zegt de heer Hout en paalt dan precies de ver dere loop van 't fundament af. Is hij te ver bezijden dan doet de roe de niets, staat hij weer op de goede plek, dan buigt zij direct driftig naar beneden. MET DE WICHELROEDE OP ZOEK NAAR KERKFUNDAMEN- TEN TE AARTSWOUD EN HOOG WOUD. BELANGWEKKENDE RESULTATEN VOOR DE TWEEDE „KRONIEK", Schakel in den keten van het onderzoek naar de geschiedenis van Westfriesland, gevoerd door den heer P. Bossen. Een onzer redacteuren heeft een merkwaardig experiment meege maakt! Een onderzoek naar funda menten van oude kerken te Aarts woud en Hoogwoud, door den be kenden geschiedvorscher den heer P. Bossen, oud-directeur van de Kweekschool voor Zeevaart, die o.a. de resultaten van dit onderzoek zal verwerken in het binnenkort verschijnende tweede deel van de Kroniek van Aartswoud en Hoog woud. Bij dit onderzoek werd ge bruik gemaakt van de diensten van een wichelroedelooper, den heer Th. Hout, hoofd eener school te Alkmaar. Merkwaardige resul taten, die op hun waarde natuur lijk nog moeten worden gecontro leerd, werden bereikt! D.e heer Bos sen zal in zijn nieuwe werk, dat even belangrijk belooft te worden als de al reeds verschenen kro niek, op het onderzoek natuurlijk diep ingaan. Onze redacteur geeft een reportage van het „bedrijf" van den wichelroedelooper en ver telt in groote trekken over de be levenissen van dien middag. „Zoek de dingen die boven zijn" Buiten, voor de kerkdeur, waarboven als een ironie staat gegraveerd: „Zoek de din gen die boven zijn" gaan wij, profanen, verder de dingen zoeken die wij beneden vermoeden. Met behulp van wichelroede en compas ko men de onderzoekers dan tot de conclusie, dat, waar nu de kerk staat, vroeger een groote kloosterkerk moet hebben gestaan. Zooals dat behoorde „op de Heilige linie" naar het Oosten gericht. De toren moet er eerder zijn geweest, de kerk moet men er om aan de heilige voorwaarden te voldoen schuin tegen hebben gezet. Een lange on deraardsche gang moet er zijn geweest, die naar een put moet hebben geleid op een plaats waar nu café Visser staat. Om de kerk een groote muur. Een kloosterhuis is niet te vinden. De lange gang moet zijn gebruikt als die smeerlappen van Westiriezen den toren die voorzien is van schietgaten belegerden, oordeelt meester Hout en dan is hij meteen niet jarig, want toeval lig hebben de voorouders van de rest van het gezelschap óók tot die „smeerlappen" behoord en je laat je familie toch niet be- leedigen. Bij een kop thee in café Visser wordt de vrede weer geteekend en dan krijgen we antwoord op de vraag Wat is toch looperij? die wichelroede- Het komt, volgens degenen, die de wichel roede ernstig nemen (er zijn er ook die er niet aan gelooven) op het volgende neer. Het binnenste van de aarde, het „magma" is gloeiend heet, en zendt door de afgekoel de aardkorst heen z.g. aardstralen uit, die te vergelijken zijn met ultrakorte radiogol ven. De stralen zijn niet alle even sterk, de sterkste vormen z.g. „prikkelbanen". Er zijn menschen, die deze aardstralen kun nen voélen" de heer Hout vergelijkt deze menschen met hooggeladen a"^Tr don ren, die door deze aardstralen ohder de grond steen, water, metalen enz. ^upnen vinden. Ook breuken in t ^enschelijke U chaam kunnen aanwijzen. De heer Hout ontdekte precies de plaats waar een onzer jaren geleden de pols heeft gebioken, ,en waarvan uitwendig niets meer is te zien d wichelroede dient slechts tot gemak, als „aanwijsstokje". En daar is dus niets ge heimzinnigs aan. Wie t fijne van de zaa wil weten, vrage het aan den «er Hout (Nieuwlandersingel 65, Alkmaar) t is in den grond van de zaak eenvoudig, maar even zoo goed wonderlijk. 1956 Willem de Tweede, Roomsch Ko ning wordt door bet-bet-overgrootvader Zee, Vel, de Beurs, Appel, Pijper, Zweed, Glas, Rooker cum annexis bij Hoogwoud in de poelen en plassen gelokt en dood ge knuppeld. 1282 Floris V, zijn zoon vindt het lijk zijns "vaders, „ende hij stichtte, aldus ver haalt Eikelenberg, een kapel Maria ter eer" Op den gevel van de mooie oude boer derij „Westfrisia" van den heer C. Donker staan de twee jaartallen geschilderd, en 1282, de weg langs de boerderij heet de Xoorder Koningspade, het land er naast in de wandeling al jaren „het Kerkestikkie", en in de koopacte „De Roomsche Kerk". Een paar jaar geleden vond Adriaan Don ker, de zoon van den eigenaar een paar oude voorwerpen, dus gaan wij nu even met de wichelroede probeeren óf daar nu soms die kapel uit de oude boeken te vin den is. Officieel staat niets vast. IN VOLLE ACTIE! Voor café Visser te Aartswoud. Links de heer P. Bossen, de be kende geschiedvorscher; rechts de heer Hout, druk in actie met de wichelroede. In het midden de heer Bossen, raadslid van Hoogwoud, bezig met opmeten. Foto Fred. Groot. Een krachtproef. De wichelaar zet zijn handen iets meer naar binnen, het raadslid Bossen en uw verslaggever pakken met twee handen het uitstekende eind stevig vast. En nu maar loopen en knijpen. Jawel! We komen weer boven „een goed plekkie", waar de roede „beet" krijgt en dan kunnen we knijpen en rood worden zooals we wil len, ze glijdt als een paling door de vin gers en wijst weer netjes naar beneden. Tegenhouden is onmogelijk! „Ik zal es kijken of ik de kerk leveren kan", zegt meester Hout gemoedelijk, maar eerst die hond en die stier weg, want die hebben 't op m'n 46 punts jas voorzien.. Des stedelings vrees, stier en hond worden met een omtrekkende beweging ontloopen. Voor de tweede maal gaat de wichelroede looper zijn lange passen maken. „Qp dom- meroitje of", zou hier de Westfries zeggen want 't land is héél groot en waar zal hij' het zoeken! Links, rechts, kris kras gaat het over het weilandaan dén rand van de sloot vol- gen wij in spanning de verrichtingen van den gevorkten draadartist. Ver in het land gaat een arm in de hoogte. Een stem roept triomphantelijk: „CopieH En dan is de rest weer kinderspel. Al gauw vinden we weer de muurdikte van 77 c.m., die we ook in Aartswoud telkens zijn tegengekomen. En met een half uurtje langbeenen is ook deze kuil volgens de wi- chelroede wetenschap afgepaald. Adriaan Donker, een amateur-vorschep- van-kwaliteit, van wien we wel meer zul- (en hooren, glundert van plezier. En de chauffeur constateert: „Die boer mag niet inop|)eren, z'n land is meteen tienduizend meer waard." De onverstoorbare heer Hout kijkt eens naar de lucht, waar twee vliegmachines elkaar achternazitten en zegt laconiek: „Tja, als er nou tóch aanstonds een bom moet vallen, laat 'm dan hier vallen, dan liggen de fundamenten meteen bloot ook, bespaart een hoop graafwerk. Maar er vglt geen bom De heer Bossen tenslotte noteert verga- noegd de resultaten in zijn boekje: een zoogenaamde transceptkerk, met een groot altaar en een klein altaar, 12 meter grootste breedte 31 meter grootste lengte. Adriaan Donker heeft het laatste woord van het officieele gedeelte: „De spa gaat er in," zegt hij, „daar moeten we meer van weten." Als een Wlestfriesche boerenzoon dat zegt, reken maar, dan zullen we er meer van weten. En dat zal niet lang duren ook! ANNA PAÜLOWNA PENSIOENEERING ARBEIDERS BLOEMp BOLLENBEDRIJF. Sedert 1930 bestaat voor de arbeiders in het bloembollenbedrijf als onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst pen- sioeneering op 65-jarigen leeftijd en uit- keering bij blijvende invaliditeit vanaf den 60-jarigen leeftijd. Het oudersdomspensioen wordt gedurende 26 weken per jaar geno ten en wel van 1 December tot 1 Juni. In- validiteitsuitkeering wordt verstrekt gedu rende het geheele jaar en bedraagt 20 k 35 pet. van het gemiddelde weekloon al naar gelang het anatal dienstjaren. Blijkens hét verslag over 1939/1940 bedroeg op 29 Fe bruari 1940 het aantal werknemers, die iri- validiteitsuitkeering ontvingen 25, en het aantal pensioentrekkenden 139 of tezamen 164. Over 1939/1940 werd uitgekeerd aan in validiteitspensioen 7890,38* en aan ouder domspensioen 18520,02 of tezamen 26.410,40. Vanaf de oprichting van het fonds in 1930 werd totaal uitgekeerd 276.515,63. Het fonds beschikte einde Fe bruari 11. over een reserve van 150.614,87*. Over 1939/1940 bedroeg van 375 bij het pen sioenfonds aangesloten firma's het totaal loonbedrag 2.388,588 tegen 4.191.369 van 206 firma's in 1930/'31. BOM NEERGEKOMEN. In Anna Paulowna is een bom terechtge komen achter de katholieke kerk aan den Nieuweweg. Nagenoeg alle ruiten werden verbrijzeld. De kinderen werden gis teroch tend weer naar huis gestuurd. Persoonlijke ongelukken deden zich ge lukkig niet voor. HET DIEPSTE PUNT DER MA LAISE. NIEUWE VOORSPOED, DIE VOERT TOT HOLLANDS GROOTHEID. De vorige week verhaalden we, hoe het tot groote bloei geraakte West-Friesland in het midden der vijftiende eeuw, plotse ling terugzonk in armoede en ellende. Eén gebeurtenis, het verloop van de slag bij Nancy, was daarvoor de directe aanleiding en er voltrok zich toen een instortings proces, zooals we dit tot op heden nog her-' haaldelijk hebben kunnen aanschouwen. Toen, evenals later, bleek ook weer, dat een elders optredende malaise zich uit breidt, gelijk een olievlek en dat een ge west er niet in slagen kan zijn welstand te bewaren, als alle naburen door het noodlot worden meegesleept. Het verloop van zulke gebeurtenissen kan tweeërlei zijn :of de getroffene gaat ten gronde, óf hij wget zich met inspanning van alle krachten weer uit de misère op te werken en gaat dan zeer waarschijnlijk een 'nieu we periode van vooruitgang tegemoet. Gelukkig zaten bezaten onze voorouders de kracht om verzet te bieden tegen den dreigenden ondergang. Nu is er niet de minste aanleiding om zulk een verzet te verheerlijken en te om spinnen met een legendarische schoonheid, die in de allerhoogste nood zit, is wan neer hij niet berust geneigd tot razen en tieren en hij zal min of meer blindelings al zijn kracht richten op datgene, wat hij ziet alshet grootste gevaar. Zoo geschiedde ook in West-Friesland. Toen het volk in beroering kwam, liet het zich daarbij allerminst leiden door schoone idealen omtrent toekomstmaat schappijen, gelijk hier en daar wel eens is gezegd. Het was eenvoudig de uitmerge ling en de ellende moe en het weerde zich in een soort dolle woede allereerst tegen diegene, die het in een soort verblinding hield voor de aanstichter der onheilen. Dit was Klaas Korf, de man die het be ruchte ruitergeld inde en die daarnaast verschillende andere heffingen had ge pacht. Ze richtten zich daarmee niet di rect tegen het systeem, doch meer in het bijzonder tegen den persoon, die er uit voerder van was Dat wil zeggen: niet de eigenlijke drager. Want dat was in wezen de graaf, of wel diens stadhouder Albert van Saxen. De druppel, die de emmer deed' overloopen was het feit, dat enkele die naren van den stadhouder twee huislie den doodsloegen en een derde gevankelijk naar Den Haag zonden. Eikelenberg schrijft hierna: Dit kon de getergde armoede niet ongemerkt voorbij laten gaan. Terstond rotte elk bijeen en men begaf zich, te lang gesard en met ver woede drift, waarbij die van Schagen de voortocht hadden, naar deze stad (Alk maar). Hier was alles in rep en roer, men vloog terstond naar het, huis (nu met den naam van het Hooge Huis bekend, staan de op de uiterste hoek van de Langestraat bij de Groote Kerk) van Klaas Korf van Boshuizen (door Lams wordt hij Klaas Prins genoemd), rentmeester-generaal van Noord-Holland, waar ze alles aan stukken en een van zijn knechten dood sloegen, zijnde hijzelf (tot zijn behoudenis) in Den Haag. De onstuimige troep nam dagelijks in aantal toe, zoo zelfs, dat heer Jan van Eg- snondt zijn invordering moest beëindigen. Toen de gedeputeerden uit Haarlem daar op naar Alkmaar kwamen om met het volk te praten en bovendien de gevanke lijk naar Den Haag gevoerde huisman werd vrijgelaten, scheen de storm te luwen. Het was toen blijkbaar reeds als nu: wanneer de eerste drift is uitgevierd, wordt de mensch weer toegankelijk voor rede. Intusschen werd in Den Haag over de zaak geconfereerd, terwijl daarnaast alle steden en dorpen van Noord-Holland en West-Friesland met uitzondering van Enkhuizen te Hoorn vergaderden. Men werd het er te Hoorn over een, dat het beter was den laatsten man te verliezen dan door te gaan met het betalen van schattingen, waartóe men niet bij machte was. Dat de gemoederen nog allerminst tot rust waren gekomen en dat een kleine vonk bij machte zou zijn een nieuwe ex plosie te verwekken, bleek, toen een groep menschen uit Hoorn naar Alkmaar trok en in het voorbijgaan de kasteelen Middel burg en Nieuweqburg volkomen verwoestte Te Alkmaar kwamen ze het groot aan tal werkloozen, waaronder het bedrijf reeds in hooge mate leed, vergrooten. De nerin gen stonden er zoo goed als stil. Alles leed onder den druk van het nog steeds drin gend onweer. Het stadsbestuur van Alkmaar trachtte eenerzijds de wachtende menigte tot rust te vermanen, anderzijds riep het de hulp in van Jan van Egmond, die al spoëdie heimelijk met een leger kwam aanrukken ten einde Alkmaar van de ongewensrhto gasten te zuiveren. 8 SCHte Eether men kreeg de lucht van Ee- monds nadering. En toen barstte de storm in al zijn woede los. Te meer toen het n^ derende leger terugweek. He tocht van het kaas- en broodvolk be- Geholjien door het grauw yermeesterHn„ z.e de stad Haarlem en werflen h! i 1 bot gevierd. Walich Dirkz] ee? Ln J uit Bergen, doodde met een I,j] den sThout van Ruyven, een schepen e diens broer en sneed met kannibaalscte woede m!t zijn „dagje" het lichaam v]n den «rhm.t ,Jes.aien.bUrgerS W6rd P kleta Den volgenden dag echter j hersteld door gewapende *was e Haarlem en werden de was de .urgers pluMeraars van ge straft. Inmiddels echter stroomde het land volk naar Haarlem en werd besloten naar Leiden te trekken. De bende, voorzien van de vaandels van Alkmaar en Haarlem was thans 3000 man sterk. Tot een verovering van Leiden kwam het echter niet. Slechts één bolwerk, de Rijnsburgerpoort, viel. Het einde was een nederlaag voor het kaas- en broodvolk, dat tenslotte werd gegrepen door een paniek. Hals over kop sloeg alle^ op de vlucht. Wel wist men zich weer te verzamelen, doch toen in twee bloedige gevechten bij Beverwijk en Heemskerk de Noord-Hol landers werden uiteengejaagd, gaf eerst Haarlem zich over. Alkmaar en Hoorn volgden weldra. Eind April 1492 was men vertrokken uit Alkmaar, 3 Mei stond men voor Haarlem en op 25 Mei was alles afgeloopen. Het succes was kort, maar krachtig geweest. Hard waren de voorwaarden, waarop men weer in genade werd aangenomen. Alk maar werd ontmanteld en verloor zijn rechten. Aan deze stad en aan geheel W est-Friesland werd een schoorsteen- of haardstedengeld opgelegd, de gewone straf bij oproer, terwijl onmiddellijk een groote som moest worden opgebracht. Toch de opschudding schijnt het diepste punt der misère te zijn geweest. Reeds in 1493 kwam de vrede met Frank rijk. Ook elders nam de strijd 'een einde. En toen eenmaal de oorlog ten einde was, toen men zich weer gerust aan den arbeid kon zetten, toen waren ook spoedig de oude veeten vergeten. De rustperiode onder de regeering van Karei V brak aan. West-Friesland met zijn krachtige en trotsche bevolking, die wel dra weer in het bezit kwam van haar oude rechten en vrijheden, verhief zich weder om tot grooten bloei, tot een nog grootere zelfs dan ze voorheen had gehad. En wanneer een halve eeuw later de op stand tegen Spanje begint, dan vinden d® Nederlanden hier een hunner hechtste bol werken. Weer worden dan in één adem genoemd de steden Haarlem, Alkmaar, Leiden. Maar bij de middelste daarvan be gint dan de victorie. „Enkhuizen zag „den eersten dag eeP® nieuwen levens", toen de prins er in w.'* voet aan wal zette; Hoorn en MedembU» waren met de zeedorpen en de andere wa tersteden de vaste burchten der zeeleeu wen, die Bonsu versloegen op de Zuider zee", aldus P. J. Blok.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 8