van Den Helder en Callantsoog
Ingezonden
Hedennacht
luchtalarm
Slaapplaatsen
In „De Driehoek
Ponderdag 14 November 1940
Tweede Blad
MxicUinieuu^ó
Van bet eekenis voor beide plaatsen
Toekomstplannen en
toekomstmuziek
\\>itte musch
Burgerlijke Stand van Den Held
de ideale verkooper!
voor stadgenooten
Weer storm op til?
Het incident op het
Sparta-veld te Schagen
Uen
zijn geen
OjftJcoAlen
U krijgt het geld met
rente op rente terug
tt
2
Men kan over de samenvoeging van de
gemeenten in N.-Holland denken zooals
men wil. Men kan haar, met prof. van
Vuuren „een slag in de lucht" noemen,
men kan meenen, dat ambtenaren in Den
Haag gebruik maken van de omstandig
heden, om een jarenlang gekoesterd ideaal
te verwezenlijken, men kan spreken over
„dilettantisme" ten aanzien van de voor
gestelde combinaties, een feit is, dat men
er rekening mee heeft te houden.
En nu is, vrij onverwacht, ook onze ge
meente bij de samenvoegingskwestie betrok
ken. Aanvankelijk waren we „buiten schot"
gebleven. De dichtsbljzijnde gemeente, Cal
lantsoog, had men in Den Haag ondergebracht
bij de gemeente Zijpe en zoo kon ons deze
samenvoeging verder vrij onverschillig laten.
Maar nu is zij, door het besluit van den ge
meenteraad van Callantsoog, genomen in de
vergadering van Dinsdagavond (zie pag. 2
van het 2e blad van gisteren) plotseling ook
voor onze gemeente actueel geworden.
Unaniem toch heeft de gemeenteraad
van Callantsoog, overeenkomstig het
voorstel van B. en W. besloten, de be
trokken autoriteiten te adviseeren, als
men Callantsoog zijn zelfstandigheid wil
ontnemen en wil samenvoegen bij een an
dere gemeente, dat niet te doen met ge
meente Zijpe, maar met Den Helder.
Men heeft in Onze krant, de vorige week
Vrijdag reeds, de argumenten gelezen, die B.
en W. aan den raad voorlegden, om aan te
toonen, dat een combinatie CallantsoogDen
Helder, verkieselijker en logischer was, dan
een combinatie CallantsoogZijpe. De raad
heeft die argumenten van zijn college onder
streept doro zich voltallig te verklaren vóór
het voorstel van B. en W.
Den Helder en Callantsoog één. Wij hebben
ons deze combinatie nooit gerealiseerd en al
is het een feit, dat de samenvoeging nog niet
tot stand gekomen is, dat zelfs de mogelijk
heid bestaat, dat er in het geheel niets van
komen zal, en dat het hoogste besluit daar
voor niet vandaag of morgen valt, toch is het
interessant om zich deze combinatie even in
te denken en de gevolgen ervan voor onze ge
meente en voor de gemeente Callantsoog,
onder de loupe te nemen.
Wij gelooven, dat de combinatie geen onge
lukkige zou zijn. Den Helder en Callantsoog
grijpen in elkandrs belangen. Zij hebben op
landbouw- en veeteeltgebied dezelfde interes
ses. Zij zijn beiden gebaat bij den bloei van
het strand- en badleven.
Geen concurrentie voor eigen
badplaats
Botsen hier, zoo zal men wellicht vragen,
de belangen niet?
Callantsoog is een badplaats, die in trek was
Huisduinen heeft 'n zijn goede dagen ook niet
te klagen gehad over belangstelling van het
binnenland. Zelfs uit het.buitenland bezochten
verschillende gasten het rustige dorp aan de
zee.
Neen, we gelooven niet, dat hier van een
botsing van belangen sprake is. Wie genoeg
werkelijkheidszin bezit, begrijpt, dat Huisdui
nen, door verlies van het strand, zijn attractie
Voor vele badgasten van buiten verloren heeft.
Als ontspanningsoord voor de Helderschen zal
het zijn beteekenis blijven behouden. Als straks
de toestand zich hersteld heeft en de gemeente
Den Helder weer kan denken over uitbrei
dingsplannen, dan ligt het voor de hand, dat
de gemeente dus naar Huisduinen toegroeit en
dat vele Helderschen, zooals dat de laatste
jaren reeds het geval was, in Huisduinen zul
len gaan wonen.
De exploitatie van het hotel aan de Strand-
boulevard zal dus ook in de toekomst
loonend blijven, als men deze goed opzet.
Huisduinen zal voor de Helderschen een
recreatie-oord blijven. Daar komt by dat
de aanleg van wegen en fietspaden door
de Duinen, van het dorp Huisduinen uit, de
verbinding met de Donkere Duinen en het
verderop gelegen strand aantrekkelijker
maakt en daardoor ook een attractie zal
vormen voor bezoekers van buiten.
Naast Huisduinen echter ligt daar de
badplaats Callantsoog. Een breed strand,
aardige villa's, prachtig begroeide dui
nen, een fraai natuurreservaat, dat naam
heeft in binnen- en buitenland: Het Zwa-
nenwater.
De afstand Den HelderCallantsoog is
met de huidige vervoersmiddelen van wei-
n'g of geen beteekenis, terwijl een samen-
v°eging van Den Helder en Callantsoog
deze verbinding actueeler zal maken en
daardoor zal stimuleeren. Betere fiets
paden, een nog beter autopad, een regel
matiger busverbinding, goedkoop vervoer.
Al deze dingen zullen de beide gemeenten
dichter bij elkaar brengen. Reeds nu blijkt
de afstand CallantsoogDen Helder voor
vele stadgenooten geen bezwaar te zijn,
om er rustig te wonen, dat zal, als de
verbeteringen eenmaal zijn aangebracht,
nog sterker het geval zijn.
Een villastrook?
En dan ligt daar tusschen Den Helder en
Callantsoog, de prachtige duinenrij. Niet al
leen maakt deze den tocht naar de badplaats,
verderop in het Zuiden gelegen, tot een bizon-
dere aantrekkelijkheid, maar deze duinenrij
leent zich uitnemend voor het bouwen van
villa's, die Callantsoog tot een badplaats van
meer beteekenis zullen maken. Evenals Zand-
voort, Noordwijk, Katwijk en verschillende an
dere gemeenten langs de kust, hun villastrook
tot kilometers buiten de bebouwde kom
hebben, kunnen Den Helder en Callantsoog ook
op deze wijze naar elkaar toe groeien en den
afstand verkleinen.
De gemeenteraad van Callantsoog heeft ge
voeld, dat wanneer het financieel krachtiger
Den Helder zich achter haar uitbreidingsplan
nen stelt, er meer te bereiken valt. Men moet
niet zien naar den toestand van het oogenblik,
doch men moet over dezen tijd heen kunnen
blikken, naar een toekomst, die nieuwen bloei
zal brengen in onze stad en haar omgeving.
Den Helder is altijd een gemeente geweest,
die zich niet alleen zelf behoorlijk kon bedrui-,
pen, doch er financieel zeer gezond bijstond
en na de overwinning van de depressie van
heden, is er een nieuwe toekomst voor onze
gemeente weggelegd. Daarnaast ligt het feit,
dat ook Callantsoog geen armlastige gemeente
is. Het dorp heeft zich financieel steeds zelf
kunnen behelpen; er heerscht een gezonde
geest van optimisme, ook voor de toekomst.
De werkloosheid is er krachtig bestreden en
men heeft daar hetzelfde principe gehuldigd
ten opzichte van de bestrijding van de werk
loosheid als in onze gemeente: Geen steun,
maar werkverschaffing.
Zoo zijn er verschillende overeenkom
sten tusschen beide gemeenten, en behoeft,
zooals we boven aantoonden, het dienen
van het belang van Callantsoog als bad
plaats niet te beteekenen een achteruit
zetting van de eigen badplaats. Integen
deel, beide zullen er wel bij varen.
Meer belangen voor Callantsoog.
Er zijn voor Callantsoog meerdere, direct in
het oog springende belangen, bij een samen
voeging met Den Helder.
Daar is in de eerste plaats het onder
wijs. De plattelandsgemeente vindt dat
uitstekend in Den Helder. 'De bouw van
een U.L.O.-school tusschen Julianadorp
en Callantsoog, zou niet tot de onmoge
lijkheden gerekend kunnen worden, als
de gemeenten één waren. Heel de platte-
landsjeugd 'zou daarbij gebaat zijn.
Het nu reeds te Julianadorp bestaande
ziekenhuis, zou kunnen worden uitgebreid.
Wij wezen reeds op de verbetering van de
verbindingswegen met Callantsoog, die niet
alleen- in het belang geacht kunnen worden
van de Callantsoogers, maar eveneens in dat
van Den Helder. De middenstand zou er im
mers direct van profiteeren. Nu reeds zijn tal
van bewoners van Callantsoog voor hét doen
van hun inkoopen aangewezen op de Helder-
sche zaken. Deze zakenverbinding zou van
nog meer beteekenis worden, als het verkeer
regelmatiger zou plaats hebben.
En wat zou Den Helder er, naast de
Donkere Duinen, een prachtig natuur
reservaat bjj krijgen. Het Zwanenwater,
een natuurreservaat van meer dan natio
nale beteekenis.
De vergrooting van de gemeente
Den Helder.
Men ziet, dat de combinatie Den Helder
Callantsoog, inderdaad een gelukkige ge
noemd zou mogen worden. Aan inwonertal
zou Den Helder niet sterk stijgen. Callants
oog telt pl.m. 1000 inwoners. Het plattelands
gedeelte is echter vrij uitgestrekt. Zoo be
draagt de geheele oppervlakte van Callants
oog 2859 hectare, die van Den Helder is 4520
hectare. Een combinatie van beide gemeenten
zou haar de oppervlakte geven van het te
genwoordige Zijpe. Callantsoog, dat naast het
platteland van Den Helder, bij de Callants-
oogervaart, begint, strekt zich zuidelijk uit
tot Petten.
De samenvoeging is nog geen feit. Er zal
nog heel wat over beschouwd en geredeneerd
Uit 't gele loof van lindeboomen
wipt op de bank,
slank
als de vinger van een kind,
een witte musch,
sneeuwblank
Hoe durft hij zoo dichtbij te komen
Maar schuw
verdwijnt hij ras
in 't dichte houtgewas,
gelijk een lichte zaadpluis op den wind!
'k Bleef staren,
vreemd-blijde
Hoe is ons beiden
toebedeeld
blanke levensvreugd,
waarin ondanks gevaren
Gods zonlicht speelt!
George Nieuwenhuysen.
(Overgenomen uit de bundel „Blij
vende Dingen"; uitgave N.V. De
Nederl. Boek- en Steendr. v.h. H. L.
Smits, Den Haag).
moeten worden. Eerst krijgen Ged. Staten het
plan om het te bezien en hun advies er bij te
geven voor den Secretaris-generaal van bin-
nenlandsche zaken, die de eindbeslissing heeft.
Aan deze einduitslag zijn we nog niet toe,
maar noch de gemeente Den Helder, noch de
gemeente Callantsoog, zou bezwaren kunnen
hebben tegen deze combinatie. Ook al prefe
reert Callantsoog het behoud van zijn zelfstan
digheid.
Niets gaat er imn.ers boven eigen vrijheid,
vooral als men die vrijheid dragen kan, zoo
als onze buurgemeente dat doet.
Hedennacht werd de in Den Helder slapen
de bevolking voor het eerst sedert langen tijd
opgeschrikt door huilende sirene's, die lucht
alarm afkondigden.
Het was omstreeks één uur, toen de sire
ne's in werking gesteld werden en het ge
ronk in de lucht hoorende zal menigeen zich
angstig afgevraagd hebben of er wederom
bommen op Den Helder zouden geworpen
worden.
Dit geschiedde echter niet; spoedig klonk
na het gehuil het sein: „alles veilig".
Naar wij bij informatie vernemen, zijn
het alleen (1e militaire sirenes geweest,
die in werking gesteld zjjn, dus niet de
sirene's in de stad.
van 13 November 1)40.
OVERLEDEN: T. van Til, (m.), 64 jaar.
Hieronder geven we nog eenige adressen
voor slaapplaatsen voor stadgenooten. Wjj
bljjven graag adressen noteeren van bewoners
uit de omgeving, die nog ruimte kunnen ma
ken, want er is nog behoefte aan slaapplaatsen
buiten de stad. Een stad van bijna veertig
duizend inwoners heeft men maar niet zoo één,
twee, drie ondergebracht en al is het een feit,
dat velen liever in Den Helder blijven, dan de
narigheid van het naar buiten trekken mee te
maken, er zijn er toch nog velen, die zoeken
naar een geschikt onderkomen.
Anna Paulowna: Slaapplaatsen voor vier
personen.
Schagen: Slaapplaats voor twee personen.
Schagen: Flinke slaapkamer voor 3 pers. en
nog slaapruimte op zolder voor 2 of 3 pers.
Bed met toebehooren meenemen, 's Avonds
huiselijk verkeer, 2.per week.
Is er wederom, na het zware weer van eer
gisteren en gisteren, een storm op til® He
denmorgen 8 uur stak plotseling de wind op
en kort daarna had deze een dermate kracht,
dat het op de buitenwegen niet mogelijk was
op de been te blijven.
De wind, die herhaaldelijk met onverwachte
uitvallen uitschoot, nam naarmate het later
werd, nog in sterkte toe en om half negen
kon men reeds spreken van een storm in op-
tima forma.
Het is met deze November-stormen zeer
wel mogelijk, dat ze even plotseling afzakken
als dat ze ontstaan. Het is evenwel ook mo
gelijk, dat ons weer een orkaan te wachten
staat, waarvan die der beide voorbije dagen
een voorproefje was.
(Bulten verantwoordelijkheid van de Redactie.
Niet geplaatste stukken worden
niet teruggezonden.)
Mijne Heeren,
Ondergeteekende verzoekt beleefd eenige
plaatsruimte, aangaande het verslag van j.1.
Maandag 11 dezer van den wedstrijd Schagen
Oudesluis.
U bij voorbaat danken,
Hoogachtend,
B. de Boer.
In de eerste plaats verwonderde het mij,
dat de Rijks-politie, volgens uw verslaggever,
constateerde, dat de Oudesluis-speler Goet
opzettelijk naar den Schager-speler Ypey
trapte.
Ondergeteekende stond ongeveer in het
middenveld en constateerde van trappen ge
heel niets. De scheidsrechter, de heer De
Snayer, stond er nog dichter bij en consta
teerde zelfs geen overtreding der spelregels.
Het grappigste is daarom, dat de Rijks-politie
zich vlak bij den ingang van het terrein be
vond en daar vandaan dus wel een overtre
ding kon zien, geheel aan het andere einde
van het veld. Vele van de toeschouwers, ook
uw verslaggever, weten zelfs niet, hoe het
incident zich heeft voorgedaan. Ypey spurtte
met den bal in de richting der O.-outlijn met
den O.-speler Goet achter hem. Goet deed
toen, wat vele achterspelers doen, n.L de glij-
beweging voor den bal en den speler. Daar-
dooi rolden beide spelers over het veld en
bleef Ypey liggen.
Ondergeteekende heeft den enkel onder
zocht en er bleek in het geheel niets gebro
ken. Was uw verslaggever later in het kleed
hokje van Schagen, toen de geneesheer de
„ernstige" enkelfractuur onderzocht? Deze
constateerde een lichte spierverrekking. Van
een schop tegen den enkel wist de speler
Ypey, op de vraag van den geneesheer, niets
af. En dan had de enkel er wel anders uitge
zien! Was hier niet een beetje enkel-politiek
bij?
Ook het staken van den wedstrijd.
Dit deed niet de Rijks-politie, maar wel de
gelijk de heer De Snayer, die in het uitoefe
nen van zijn leiding bij den wedstrijd werd
belemmerd door de Rijks-politie en niet te
vergeten door het fanatieke publiek van
Schagen, dat zich dezen middag wel van zijn
goede zijde toonde. Van zulk een aan
hang 'kan Schagen nog pleizier beleven, want
dit was het, wat de grootste schuld heeft aan
het incident met zijn ophitserij en het bestor
men van het veld. Wat de heer De Snayer
betreft, die ken ik, en velen op het sport
veld, als een goed arbiter. Dat hij fouten
maakt, dat neem ik hem niet kwalijk, want
die maken wij allen. Tenslotte heeft men
allen zijn „dag" wel eens niet. Maar het ge
beurt wel eens meer, als Schagen verliest,
dat de arbiter rare beslissingen neemt. Dat is
'wel typisch. Zelfs over het bevoordeelen van
Oudesluis overdrijft uw verslaggever op grove
wijze. U schrijft van getuigen, die gezien
hebben van het schoppen van Goet naar
Ypey. Later in het kleedhok zeide een speler
van Schagen, dat er van schoppen geen
sprake was. Betere getuige kan je niet den
ken. Beter dan getuigen uit een heethoofdig
publiek. De overwinning is trouwens toch een
feit. Daarom is het jammer, dat de Rijks
politie den wedstrijd zoo vlak voor den tijd
heeft laten eindigen, want het was voor onze
jongens geen prettig einde met een verdiende
overwinning in het zicht. Want met zoo'n
mooien voorsprong, 52, begrijpt u toch wel,
dat de Oudesluizers niet ruw behoefden te
spelen. Van opzet is volgens ondergeteekende
dan ook geen sprake, al ging het wel wat
forsch; maar de spelers zijn tenslotte geen
jongedames.
Ondergeteekende heeft toch ook nog wel
wat ervaring op het voetbalgebied en was
steeds een groot tegenstander van ruw spel
en houdt dit zijn leerlingen ook steeds voor,
traint trouwens ongeveer 5 jaar de V.V.
„Oudesluis", dus kent de spelers door en door
en speciaal Goet, die heelemaal geen speler
is om opzettelijk te trappen. Volgens onderge
teekende was het „incident" niets anders dan
een samenloop van omstandigheden, en had
tactischer optreden, zoowel van Rijkspolitie
als Sparta-bestuur, erger voorkomen.
B. de Boer,
Trainer V.V. Oudesluis.
Schetsen uit het Buitenveld
(Serie III)
Frans had alleen maar gezegd vorige week
Vrijdag: „Je moet 's aankomen in „De Drie
hoek", we hebben het er geheid gezellig en
't zal je best meevallen. Je moet alléén je
eigen dekens meebrengen!"
En omdat ik een verzetje noodig had, en
omdat ik Frans al in zoo'n ongelooflijk lan
gen tijd niet gezien had, en omdat ik al zoo
véél gehoord had van „De Driehoek", en om
dat ik tenslotte het deftige huis in het def
tige dorp best eens voor een week-end wilde
verlaten, nam ik Zaterdag passage naar dat
vrijwel Onbekende vlekje op de landkaart van
den Noordkop, te weten Valkoog, teneinde
aldaar het anker voor één dag en één nacht
uit te werpen.
Valkoog is een aaridg dorpje. Daarvan niet!
Het is klein en het is misschien in menig ste
delingen-oog onbelangrijk. Het komt niet
voor in de Algemeene en Nederlandsche ge
schiedenis (voor zoover mij althans bekend),
er zijn geen standbeelden van Vaderlanders
of van Groote Denkers. Er is alleen maar
water en er zijn boornen. En wat huisjes, die
als een blokkendoos vergaard liggen bij het
groen en bij het water. En wat oude wijfjes
en kleine kinderen, die rose strikken in het
haar dragen.
En de Valkooger werkt op het land en in
de schuur en hij wordt oud en begraven op
Valkoog.
Een vergeten dorp in het wintersche pol
derland.
„De Driehoek bleek niet de nederzetting te
zijn van een leeraar in de wiskunde. De we
ning had ook niets te maken met de een of
andere mysterieuze organisatie. Integendeel!
„De Driehoek" bleek alleen maar te zijn een
pretentieloos herbergje, De simpele taveerne
van Oome Jan, waarin Frans en 6 andere
Nieuwedieper vluchtenaren onderdak gezocht
en gevonden hebben.
Dien nacht maakte ik een dier gebeurlijk
heden mede, die men niet meer vergeet. Ik
beleefde namelijk het feit te slapen, met de 6
andere vluchtenaren, op het tooneel.
Daar, waar gedurende normale winter
avonden de spes patriae van tooneelspelend
Valkoog uiting van hun kunnen pleegt te ge
ven, daar waar de grappen en grollen van de
landelijke humoristen gezegd plegen te wor
den,'daar waar de muren gedaverd hebben
van volksche gijn van hoerenhn-
jubilea. Van kaartavondjes en potverteer-
dershier ruischen, onder de uako,)-
in „De Driehoek", nog de nagalmen van het
Valkoogsche nachtleven, dat nu op non-acti
viteit gesteld is, doch dat ééns, in voorbije
winters, hoogtij vierde.
En op dat tooneel sliepen wij.
Het tooneel zelve was ingericht tot woon
verblijf van drie families. Rechts de eet
kamer, midden de zitkamer en links de keu
ken. Een wonder van aanpassing en verdee
ling van arbeid. De trap, die via het tooneel
naar de eerste (en tevens laatste) etage leidt,
voert naar de slaapvertrekken. Hier staan de
7 bedjes, waarin de 7 vluchtelingen slapen.
Ze staan er als een laatste herinnering aan
Sneeuwwitje's 7 dwergen.
Ik heb dien avond doorgebracht óp en den
nacht bóven het tooneel. Uit het raam zag ik
een wijde waterplas. Aan de boorden zong het
riet zijn ruischende verzen. Het bruin-wor
dende riet, dat zingende riet van Valkoog,
neuriet u in slaap, zooals de duurste dokters
poeier dat niet verbeteren kan.
Het is er niet deftig en niet groot. En
Oome Jan uit „De Driehoek" is geen gróót
man (al is hij lang)maar wel een goed man
en een hartelyk man. Hij staat klaar voor
alles en iedereen, daarin bijgestaan en gese
condeerd door zijn even vriendelijke als mol
lige gade.
Oome Jan", de kapitein "an „De Driehoek",
heeft meer menschelijk gevoel in z'n hart dan
menig deftig stedeling. Hij weet wat er loos
is en helpt. En hij „snijdt" ons niet.
De houten schermen staan nu voor het too
neel, zoodat Jan en alleman niet met onze
levenswijze te hoop kan loopen. Hetgeen trou
wens niet zoo erg zou zijn, aangezien de Val-
oogers ganschelijk niet nieuwsgierig zijn, en
ons plegen te beschouwen als gésten, die men
met alle honneurs dient te bejegenen. Iets,
wat nog niet in alle contreien van den polder
doorgedrongen schijnt te zijn (maar aldoende
leert men
Ja, we zijn hier met menschen onder men-
schen. Echt „onder mekaar". We krioelen met
z'n zevenen door en tusschen elkander en
zijn ganschelijk niet gegeneerd. In het deftige
huis zou je niet graag boordloos en onge
kamd geloopen hebben. Hier is het net an
dersom. Hier ontbijt men in pyama en men
ziet het niet eens. Hier legt men „de laat
ste hand" aan het toilet in het bijzijn der 6
anderen en niemand die er zelfs maar naar
k ij k tBoordjes en zoo zijn voorwerpen, die
men buiten pleegt te torschen.
Binnen... binnen is het gezellig en
warm. Oome Jan is de Oppermeester, maar
hij zwaait zijn staf van majoor domo onzicht
baar, zoodat we hem op de handen dragen
(figuurlijk dan!).
Zondagsmorgens komt de clientèle binnen.
De Valkooger uitgaande gemeente. Het bier
fluit uit de kranen en schuimt pleizierig in de
bokalen. Gulzige lippen bijten de sneeuw
witte machetten van dat bier en ruige han-
deri veegen de vlokken weg vanonder onge
soigneerde snorren. Valkoog drinkt. Met
mate; drinkgelagen kent men hier niet, en
zéker niet op deze rustige wintersche Zonda
gen. Men drinkt wat en men praat wat en
dan gaat men weer naar huis. Dit is de heele
uit-de-band-springerij van den Valkooger.
De dag was óm voor ik het wist. Dat kwam
van het bier van „De Driehoek", van het
snoek-visschen op de plas achter „De Drie
hoek" en van de onvergetelijke omeletten, die
de echtvriendin mijns vriends wist te creëeren,
ondanks het eene ei per week per persoon...
Des avonds staan we een kwartier voor dat
eene kleine snoepwinkeltje van Valkoog: met
z'n cel-raampje en daarvoor, in bonte pracht,
en een oneindig tintén-gamma, al die zuur-,
kaneel- en dropstokken. Zuurtjes en toover-
ballen. En toffies! Het Paradijs der Valkoo
ger jeugd, en niet duur! Voor één cent snoept
men zich hier een week kiespijn.
Terug naar „De Driehoek", zónder snoek,
maar mét een hart vol tevreden en landelijke
herinneringen. Het begint te duisteren, en het
doet de weelde der rust nog toenemen. In de
verte fluit een onbekende vogel en het riet
ruischt naderbij. In „De Driehoek" zitten ze
al op ons te wachten. Met boterpunten uit de
stad en het poldersche bier van Oome Jan,
dat mousseert als champagne.
Het leven is op momenten draagbaar en
zeker is het dat op zulke Zondagavonden in
Valkoog.
Dien avond gaan wè niet laat naar bed.
Dat is in strijd met de Valkooger opvattin
gen. Van nachtbraken houdt men hier niet.
Alles op z'n tijd maargéén uitspattingen
tegen de Orde en Zedelijkheid. Vanzelf niet,
en als goede gasten houden we ons dan ook
daaraan.
We vieren den avond uit, en het is met
schrik en ontsteltenis als ik denk aan mor
gen. Want mórgen zit ik weer in het deftige
huis van het deftige dorp. Dan zal ik een
boord dragen en m'n vrouw zal gesticuleeren.
En ik zal al m'n „Driehoek"-sche vrijheden,
die ik me hier mag permitteeren, tienmaal
moeten boeten.
Maar voor het zóóver is, komt eerst nog
de nacht in het zevende bed op den zolder
boven het tooneel. Ik slaap in, en wordt wak
ker als de wind om het dak giert en aan den
schoorsteen staat te wrikken.
Warm is het op de vliering. Buiten is
het koud. Door het raam in 't dak zie ik den
hemel. Diep-blauw en helder is de hemel. In
eens schuift er dan een geweldige wolken
bank voorbij en het is of een hemel-cipier
plotseling een poort van een gewelf dicht
schuift. Ik keer me om en slaap verder.
En zoek en vind vergetelheid in dit Valk
ooger paradijs van louter rust, louter vrede
en louter tevreden menschen.
v