van Den Helder en Callantsoog Ingezonden Hedennacht luchtalarm Slaapplaatsen In „De Driehoek Ponderdag 14 November 1940 Tweede Blad MxicUinieuu^ó Van bet eekenis voor beide plaatsen Toekomstplannen en toekomstmuziek \\>itte musch Burgerlijke Stand van Den Held de ideale verkooper! voor stadgenooten Weer storm op til? Het incident op het Sparta-veld te Schagen Uen zijn geen OjftJcoAlen U krijgt het geld met rente op rente terug tt 2 Men kan over de samenvoeging van de gemeenten in N.-Holland denken zooals men wil. Men kan haar, met prof. van Vuuren „een slag in de lucht" noemen, men kan meenen, dat ambtenaren in Den Haag gebruik maken van de omstandig heden, om een jarenlang gekoesterd ideaal te verwezenlijken, men kan spreken over „dilettantisme" ten aanzien van de voor gestelde combinaties, een feit is, dat men er rekening mee heeft te houden. En nu is, vrij onverwacht, ook onze ge meente bij de samenvoegingskwestie betrok ken. Aanvankelijk waren we „buiten schot" gebleven. De dichtsbljzijnde gemeente, Cal lantsoog, had men in Den Haag ondergebracht bij de gemeente Zijpe en zoo kon ons deze samenvoeging verder vrij onverschillig laten. Maar nu is zij, door het besluit van den ge meenteraad van Callantsoog, genomen in de vergadering van Dinsdagavond (zie pag. 2 van het 2e blad van gisteren) plotseling ook voor onze gemeente actueel geworden. Unaniem toch heeft de gemeenteraad van Callantsoog, overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten, de be trokken autoriteiten te adviseeren, als men Callantsoog zijn zelfstandigheid wil ontnemen en wil samenvoegen bij een an dere gemeente, dat niet te doen met ge meente Zijpe, maar met Den Helder. Men heeft in Onze krant, de vorige week Vrijdag reeds, de argumenten gelezen, die B. en W. aan den raad voorlegden, om aan te toonen, dat een combinatie CallantsoogDen Helder, verkieselijker en logischer was, dan een combinatie CallantsoogZijpe. De raad heeft die argumenten van zijn college onder streept doro zich voltallig te verklaren vóór het voorstel van B. en W. Den Helder en Callantsoog één. Wij hebben ons deze combinatie nooit gerealiseerd en al is het een feit, dat de samenvoeging nog niet tot stand gekomen is, dat zelfs de mogelijk heid bestaat, dat er in het geheel niets van komen zal, en dat het hoogste besluit daar voor niet vandaag of morgen valt, toch is het interessant om zich deze combinatie even in te denken en de gevolgen ervan voor onze ge meente en voor de gemeente Callantsoog, onder de loupe te nemen. Wij gelooven, dat de combinatie geen onge lukkige zou zijn. Den Helder en Callantsoog grijpen in elkandrs belangen. Zij hebben op landbouw- en veeteeltgebied dezelfde interes ses. Zij zijn beiden gebaat bij den bloei van het strand- en badleven. Geen concurrentie voor eigen badplaats Botsen hier, zoo zal men wellicht vragen, de belangen niet? Callantsoog is een badplaats, die in trek was Huisduinen heeft 'n zijn goede dagen ook niet te klagen gehad over belangstelling van het binnenland. Zelfs uit het.buitenland bezochten verschillende gasten het rustige dorp aan de zee. Neen, we gelooven niet, dat hier van een botsing van belangen sprake is. Wie genoeg werkelijkheidszin bezit, begrijpt, dat Huisdui nen, door verlies van het strand, zijn attractie Voor vele badgasten van buiten verloren heeft. Als ontspanningsoord voor de Helderschen zal het zijn beteekenis blijven behouden. Als straks de toestand zich hersteld heeft en de gemeente Den Helder weer kan denken over uitbrei dingsplannen, dan ligt het voor de hand, dat de gemeente dus naar Huisduinen toegroeit en dat vele Helderschen, zooals dat de laatste jaren reeds het geval was, in Huisduinen zul len gaan wonen. De exploitatie van het hotel aan de Strand- boulevard zal dus ook in de toekomst loonend blijven, als men deze goed opzet. Huisduinen zal voor de Helderschen een recreatie-oord blijven. Daar komt by dat de aanleg van wegen en fietspaden door de Duinen, van het dorp Huisduinen uit, de verbinding met de Donkere Duinen en het verderop gelegen strand aantrekkelijker maakt en daardoor ook een attractie zal vormen voor bezoekers van buiten. Naast Huisduinen echter ligt daar de badplaats Callantsoog. Een breed strand, aardige villa's, prachtig begroeide dui nen, een fraai natuurreservaat, dat naam heeft in binnen- en buitenland: Het Zwa- nenwater. De afstand Den HelderCallantsoog is met de huidige vervoersmiddelen van wei- n'g of geen beteekenis, terwijl een samen- v°eging van Den Helder en Callantsoog deze verbinding actueeler zal maken en daardoor zal stimuleeren. Betere fiets paden, een nog beter autopad, een regel matiger busverbinding, goedkoop vervoer. Al deze dingen zullen de beide gemeenten dichter bij elkaar brengen. Reeds nu blijkt de afstand CallantsoogDen Helder voor vele stadgenooten geen bezwaar te zijn, om er rustig te wonen, dat zal, als de verbeteringen eenmaal zijn aangebracht, nog sterker het geval zijn. Een villastrook? En dan ligt daar tusschen Den Helder en Callantsoog, de prachtige duinenrij. Niet al leen maakt deze den tocht naar de badplaats, verderop in het Zuiden gelegen, tot een bizon- dere aantrekkelijkheid, maar deze duinenrij leent zich uitnemend voor het bouwen van villa's, die Callantsoog tot een badplaats van meer beteekenis zullen maken. Evenals Zand- voort, Noordwijk, Katwijk en verschillende an dere gemeenten langs de kust, hun villastrook tot kilometers buiten de bebouwde kom hebben, kunnen Den Helder en Callantsoog ook op deze wijze naar elkaar toe groeien en den afstand verkleinen. De gemeenteraad van Callantsoog heeft ge voeld, dat wanneer het financieel krachtiger Den Helder zich achter haar uitbreidingsplan nen stelt, er meer te bereiken valt. Men moet niet zien naar den toestand van het oogenblik, doch men moet over dezen tijd heen kunnen blikken, naar een toekomst, die nieuwen bloei zal brengen in onze stad en haar omgeving. Den Helder is altijd een gemeente geweest, die zich niet alleen zelf behoorlijk kon bedrui-, pen, doch er financieel zeer gezond bijstond en na de overwinning van de depressie van heden, is er een nieuwe toekomst voor onze gemeente weggelegd. Daarnaast ligt het feit, dat ook Callantsoog geen armlastige gemeente is. Het dorp heeft zich financieel steeds zelf kunnen behelpen; er heerscht een gezonde geest van optimisme, ook voor de toekomst. De werkloosheid is er krachtig bestreden en men heeft daar hetzelfde principe gehuldigd ten opzichte van de bestrijding van de werk loosheid als in onze gemeente: Geen steun, maar werkverschaffing. Zoo zijn er verschillende overeenkom sten tusschen beide gemeenten, en behoeft, zooals we boven aantoonden, het dienen van het belang van Callantsoog als bad plaats niet te beteekenen een achteruit zetting van de eigen badplaats. Integen deel, beide zullen er wel bij varen. Meer belangen voor Callantsoog. Er zijn voor Callantsoog meerdere, direct in het oog springende belangen, bij een samen voeging met Den Helder. Daar is in de eerste plaats het onder wijs. De plattelandsgemeente vindt dat uitstekend in Den Helder. 'De bouw van een U.L.O.-school tusschen Julianadorp en Callantsoog, zou niet tot de onmoge lijkheden gerekend kunnen worden, als de gemeenten één waren. Heel de platte- landsjeugd 'zou daarbij gebaat zijn. Het nu reeds te Julianadorp bestaande ziekenhuis, zou kunnen worden uitgebreid. Wij wezen reeds op de verbetering van de verbindingswegen met Callantsoog, die niet alleen- in het belang geacht kunnen worden van de Callantsoogers, maar eveneens in dat van Den Helder. De middenstand zou er im mers direct van profiteeren. Nu reeds zijn tal van bewoners van Callantsoog voor hét doen van hun inkoopen aangewezen op de Helder- sche zaken. Deze zakenverbinding zou van nog meer beteekenis worden, als het verkeer regelmatiger zou plaats hebben. En wat zou Den Helder er, naast de Donkere Duinen, een prachtig natuur reservaat bjj krijgen. Het Zwanenwater, een natuurreservaat van meer dan natio nale beteekenis. De vergrooting van de gemeente Den Helder. Men ziet, dat de combinatie Den Helder Callantsoog, inderdaad een gelukkige ge noemd zou mogen worden. Aan inwonertal zou Den Helder niet sterk stijgen. Callants oog telt pl.m. 1000 inwoners. Het plattelands gedeelte is echter vrij uitgestrekt. Zoo be draagt de geheele oppervlakte van Callants oog 2859 hectare, die van Den Helder is 4520 hectare. Een combinatie van beide gemeenten zou haar de oppervlakte geven van het te genwoordige Zijpe. Callantsoog, dat naast het platteland van Den Helder, bij de Callants- oogervaart, begint, strekt zich zuidelijk uit tot Petten. De samenvoeging is nog geen feit. Er zal nog heel wat over beschouwd en geredeneerd Uit 't gele loof van lindeboomen wipt op de bank, slank als de vinger van een kind, een witte musch, sneeuwblank Hoe durft hij zoo dichtbij te komen Maar schuw verdwijnt hij ras in 't dichte houtgewas, gelijk een lichte zaadpluis op den wind! 'k Bleef staren, vreemd-blijde Hoe is ons beiden toebedeeld blanke levensvreugd, waarin ondanks gevaren Gods zonlicht speelt! George Nieuwenhuysen. (Overgenomen uit de bundel „Blij vende Dingen"; uitgave N.V. De Nederl. Boek- en Steendr. v.h. H. L. Smits, Den Haag). moeten worden. Eerst krijgen Ged. Staten het plan om het te bezien en hun advies er bij te geven voor den Secretaris-generaal van bin- nenlandsche zaken, die de eindbeslissing heeft. Aan deze einduitslag zijn we nog niet toe, maar noch de gemeente Den Helder, noch de gemeente Callantsoog, zou bezwaren kunnen hebben tegen deze combinatie. Ook al prefe reert Callantsoog het behoud van zijn zelfstan digheid. Niets gaat er imn.ers boven eigen vrijheid, vooral als men die vrijheid dragen kan, zoo als onze buurgemeente dat doet. Hedennacht werd de in Den Helder slapen de bevolking voor het eerst sedert langen tijd opgeschrikt door huilende sirene's, die lucht alarm afkondigden. Het was omstreeks één uur, toen de sire ne's in werking gesteld werden en het ge ronk in de lucht hoorende zal menigeen zich angstig afgevraagd hebben of er wederom bommen op Den Helder zouden geworpen worden. Dit geschiedde echter niet; spoedig klonk na het gehuil het sein: „alles veilig". Naar wij bij informatie vernemen, zijn het alleen (1e militaire sirenes geweest, die in werking gesteld zjjn, dus niet de sirene's in de stad. van 13 November 1)40. OVERLEDEN: T. van Til, (m.), 64 jaar. Hieronder geven we nog eenige adressen voor slaapplaatsen voor stadgenooten. Wjj bljjven graag adressen noteeren van bewoners uit de omgeving, die nog ruimte kunnen ma ken, want er is nog behoefte aan slaapplaatsen buiten de stad. Een stad van bijna veertig duizend inwoners heeft men maar niet zoo één, twee, drie ondergebracht en al is het een feit, dat velen liever in Den Helder blijven, dan de narigheid van het naar buiten trekken mee te maken, er zijn er toch nog velen, die zoeken naar een geschikt onderkomen. Anna Paulowna: Slaapplaatsen voor vier personen. Schagen: Slaapplaats voor twee personen. Schagen: Flinke slaapkamer voor 3 pers. en nog slaapruimte op zolder voor 2 of 3 pers. Bed met toebehooren meenemen, 's Avonds huiselijk verkeer, 2.per week. Is er wederom, na het zware weer van eer gisteren en gisteren, een storm op til® He denmorgen 8 uur stak plotseling de wind op en kort daarna had deze een dermate kracht, dat het op de buitenwegen niet mogelijk was op de been te blijven. De wind, die herhaaldelijk met onverwachte uitvallen uitschoot, nam naarmate het later werd, nog in sterkte toe en om half negen kon men reeds spreken van een storm in op- tima forma. Het is met deze November-stormen zeer wel mogelijk, dat ze even plotseling afzakken als dat ze ontstaan. Het is evenwel ook mo gelijk, dat ons weer een orkaan te wachten staat, waarvan die der beide voorbije dagen een voorproefje was. (Bulten verantwoordelijkheid van de Redactie. Niet geplaatste stukken worden niet teruggezonden.) Mijne Heeren, Ondergeteekende verzoekt beleefd eenige plaatsruimte, aangaande het verslag van j.1. Maandag 11 dezer van den wedstrijd Schagen Oudesluis. U bij voorbaat danken, Hoogachtend, B. de Boer. In de eerste plaats verwonderde het mij, dat de Rijks-politie, volgens uw verslaggever, constateerde, dat de Oudesluis-speler Goet opzettelijk naar den Schager-speler Ypey trapte. Ondergeteekende stond ongeveer in het middenveld en constateerde van trappen ge heel niets. De scheidsrechter, de heer De Snayer, stond er nog dichter bij en consta teerde zelfs geen overtreding der spelregels. Het grappigste is daarom, dat de Rijks-politie zich vlak bij den ingang van het terrein be vond en daar vandaan dus wel een overtre ding kon zien, geheel aan het andere einde van het veld. Vele van de toeschouwers, ook uw verslaggever, weten zelfs niet, hoe het incident zich heeft voorgedaan. Ypey spurtte met den bal in de richting der O.-outlijn met den O.-speler Goet achter hem. Goet deed toen, wat vele achterspelers doen, n.L de glij- beweging voor den bal en den speler. Daar- dooi rolden beide spelers over het veld en bleef Ypey liggen. Ondergeteekende heeft den enkel onder zocht en er bleek in het geheel niets gebro ken. Was uw verslaggever later in het kleed hokje van Schagen, toen de geneesheer de „ernstige" enkelfractuur onderzocht? Deze constateerde een lichte spierverrekking. Van een schop tegen den enkel wist de speler Ypey, op de vraag van den geneesheer, niets af. En dan had de enkel er wel anders uitge zien! Was hier niet een beetje enkel-politiek bij? Ook het staken van den wedstrijd. Dit deed niet de Rijks-politie, maar wel de gelijk de heer De Snayer, die in het uitoefe nen van zijn leiding bij den wedstrijd werd belemmerd door de Rijks-politie en niet te vergeten door het fanatieke publiek van Schagen, dat zich dezen middag wel van zijn goede zijde toonde. Van zulk een aan hang 'kan Schagen nog pleizier beleven, want dit was het, wat de grootste schuld heeft aan het incident met zijn ophitserij en het bestor men van het veld. Wat de heer De Snayer betreft, die ken ik, en velen op het sport veld, als een goed arbiter. Dat hij fouten maakt, dat neem ik hem niet kwalijk, want die maken wij allen. Tenslotte heeft men allen zijn „dag" wel eens niet. Maar het ge beurt wel eens meer, als Schagen verliest, dat de arbiter rare beslissingen neemt. Dat is 'wel typisch. Zelfs over het bevoordeelen van Oudesluis overdrijft uw verslaggever op grove wijze. U schrijft van getuigen, die gezien hebben van het schoppen van Goet naar Ypey. Later in het kleedhok zeide een speler van Schagen, dat er van schoppen geen sprake was. Betere getuige kan je niet den ken. Beter dan getuigen uit een heethoofdig publiek. De overwinning is trouwens toch een feit. Daarom is het jammer, dat de Rijks politie den wedstrijd zoo vlak voor den tijd heeft laten eindigen, want het was voor onze jongens geen prettig einde met een verdiende overwinning in het zicht. Want met zoo'n mooien voorsprong, 52, begrijpt u toch wel, dat de Oudesluizers niet ruw behoefden te spelen. Van opzet is volgens ondergeteekende dan ook geen sprake, al ging het wel wat forsch; maar de spelers zijn tenslotte geen jongedames. Ondergeteekende heeft toch ook nog wel wat ervaring op het voetbalgebied en was steeds een groot tegenstander van ruw spel en houdt dit zijn leerlingen ook steeds voor, traint trouwens ongeveer 5 jaar de V.V. „Oudesluis", dus kent de spelers door en door en speciaal Goet, die heelemaal geen speler is om opzettelijk te trappen. Volgens onderge teekende was het „incident" niets anders dan een samenloop van omstandigheden, en had tactischer optreden, zoowel van Rijkspolitie als Sparta-bestuur, erger voorkomen. B. de Boer, Trainer V.V. Oudesluis. Schetsen uit het Buitenveld (Serie III) Frans had alleen maar gezegd vorige week Vrijdag: „Je moet 's aankomen in „De Drie hoek", we hebben het er geheid gezellig en 't zal je best meevallen. Je moet alléén je eigen dekens meebrengen!" En omdat ik een verzetje noodig had, en omdat ik Frans al in zoo'n ongelooflijk lan gen tijd niet gezien had, en omdat ik al zoo véél gehoord had van „De Driehoek", en om dat ik tenslotte het deftige huis in het def tige dorp best eens voor een week-end wilde verlaten, nam ik Zaterdag passage naar dat vrijwel Onbekende vlekje op de landkaart van den Noordkop, te weten Valkoog, teneinde aldaar het anker voor één dag en één nacht uit te werpen. Valkoog is een aaridg dorpje. Daarvan niet! Het is klein en het is misschien in menig ste delingen-oog onbelangrijk. Het komt niet voor in de Algemeene en Nederlandsche ge schiedenis (voor zoover mij althans bekend), er zijn geen standbeelden van Vaderlanders of van Groote Denkers. Er is alleen maar water en er zijn boornen. En wat huisjes, die als een blokkendoos vergaard liggen bij het groen en bij het water. En wat oude wijfjes en kleine kinderen, die rose strikken in het haar dragen. En de Valkooger werkt op het land en in de schuur en hij wordt oud en begraven op Valkoog. Een vergeten dorp in het wintersche pol derland. „De Driehoek bleek niet de nederzetting te zijn van een leeraar in de wiskunde. De we ning had ook niets te maken met de een of andere mysterieuze organisatie. Integendeel! „De Driehoek" bleek alleen maar te zijn een pretentieloos herbergje, De simpele taveerne van Oome Jan, waarin Frans en 6 andere Nieuwedieper vluchtenaren onderdak gezocht en gevonden hebben. Dien nacht maakte ik een dier gebeurlijk heden mede, die men niet meer vergeet. Ik beleefde namelijk het feit te slapen, met de 6 andere vluchtenaren, op het tooneel. Daar, waar gedurende normale winter avonden de spes patriae van tooneelspelend Valkoog uiting van hun kunnen pleegt te ge ven, daar waar de grappen en grollen van de landelijke humoristen gezegd plegen te wor den,'daar waar de muren gedaverd hebben van volksche gijn van hoerenhn- jubilea. Van kaartavondjes en potverteer- dershier ruischen, onder de uako,)- in „De Driehoek", nog de nagalmen van het Valkoogsche nachtleven, dat nu op non-acti viteit gesteld is, doch dat ééns, in voorbije winters, hoogtij vierde. En op dat tooneel sliepen wij. Het tooneel zelve was ingericht tot woon verblijf van drie families. Rechts de eet kamer, midden de zitkamer en links de keu ken. Een wonder van aanpassing en verdee ling van arbeid. De trap, die via het tooneel naar de eerste (en tevens laatste) etage leidt, voert naar de slaapvertrekken. Hier staan de 7 bedjes, waarin de 7 vluchtelingen slapen. Ze staan er als een laatste herinnering aan Sneeuwwitje's 7 dwergen. Ik heb dien avond doorgebracht óp en den nacht bóven het tooneel. Uit het raam zag ik een wijde waterplas. Aan de boorden zong het riet zijn ruischende verzen. Het bruin-wor dende riet, dat zingende riet van Valkoog, neuriet u in slaap, zooals de duurste dokters poeier dat niet verbeteren kan. Het is er niet deftig en niet groot. En Oome Jan uit „De Driehoek" is geen gróót man (al is hij lang)maar wel een goed man en een hartelyk man. Hij staat klaar voor alles en iedereen, daarin bijgestaan en gese condeerd door zijn even vriendelijke als mol lige gade. Oome Jan", de kapitein "an „De Driehoek", heeft meer menschelijk gevoel in z'n hart dan menig deftig stedeling. Hij weet wat er loos is en helpt. En hij „snijdt" ons niet. De houten schermen staan nu voor het too neel, zoodat Jan en alleman niet met onze levenswijze te hoop kan loopen. Hetgeen trou wens niet zoo erg zou zijn, aangezien de Val- oogers ganschelijk niet nieuwsgierig zijn, en ons plegen te beschouwen als gésten, die men met alle honneurs dient te bejegenen. Iets, wat nog niet in alle contreien van den polder doorgedrongen schijnt te zijn (maar aldoende leert men Ja, we zijn hier met menschen onder men- schen. Echt „onder mekaar". We krioelen met z'n zevenen door en tusschen elkander en zijn ganschelijk niet gegeneerd. In het deftige huis zou je niet graag boordloos en onge kamd geloopen hebben. Hier is het net an dersom. Hier ontbijt men in pyama en men ziet het niet eens. Hier legt men „de laat ste hand" aan het toilet in het bijzijn der 6 anderen en niemand die er zelfs maar naar k ij k tBoordjes en zoo zijn voorwerpen, die men buiten pleegt te torschen. Binnen... binnen is het gezellig en warm. Oome Jan is de Oppermeester, maar hij zwaait zijn staf van majoor domo onzicht baar, zoodat we hem op de handen dragen (figuurlijk dan!). Zondagsmorgens komt de clientèle binnen. De Valkooger uitgaande gemeente. Het bier fluit uit de kranen en schuimt pleizierig in de bokalen. Gulzige lippen bijten de sneeuw witte machetten van dat bier en ruige han- deri veegen de vlokken weg vanonder onge soigneerde snorren. Valkoog drinkt. Met mate; drinkgelagen kent men hier niet, en zéker niet op deze rustige wintersche Zonda gen. Men drinkt wat en men praat wat en dan gaat men weer naar huis. Dit is de heele uit-de-band-springerij van den Valkooger. De dag was óm voor ik het wist. Dat kwam van het bier van „De Driehoek", van het snoek-visschen op de plas achter „De Drie hoek" en van de onvergetelijke omeletten, die de echtvriendin mijns vriends wist te creëeren, ondanks het eene ei per week per persoon... Des avonds staan we een kwartier voor dat eene kleine snoepwinkeltje van Valkoog: met z'n cel-raampje en daarvoor, in bonte pracht, en een oneindig tintén-gamma, al die zuur-, kaneel- en dropstokken. Zuurtjes en toover- ballen. En toffies! Het Paradijs der Valkoo ger jeugd, en niet duur! Voor één cent snoept men zich hier een week kiespijn. Terug naar „De Driehoek", zónder snoek, maar mét een hart vol tevreden en landelijke herinneringen. Het begint te duisteren, en het doet de weelde der rust nog toenemen. In de verte fluit een onbekende vogel en het riet ruischt naderbij. In „De Driehoek" zitten ze al op ons te wachten. Met boterpunten uit de stad en het poldersche bier van Oome Jan, dat mousseert als champagne. Het leven is op momenten draagbaar en zeker is het dat op zulke Zondagavonden in Valkoog. Dien avond gaan wè niet laat naar bed. Dat is in strijd met de Valkooger opvattin gen. Van nachtbraken houdt men hier niet. Alles op z'n tijd maargéén uitspattingen tegen de Orde en Zedelijkheid. Vanzelf niet, en als goede gasten houden we ons dan ook daaraan. We vieren den avond uit, en het is met schrik en ontsteltenis als ik denk aan mor gen. Want mórgen zit ik weer in het deftige huis van het deftige dorp. Dan zal ik een boord dragen en m'n vrouw zal gesticuleeren. En ik zal al m'n „Driehoek"-sche vrijheden, die ik me hier mag permitteeren, tienmaal moeten boeten. Maar voor het zóóver is, komt eerst nog de nacht in het zevende bed op den zolder boven het tooneel. Ik slaap in, en wordt wak ker als de wind om het dak giert en aan den schoorsteen staat te wrikken. Warm is het op de vliering. Buiten is het koud. Door het raam in 't dak zie ik den hemel. Diep-blauw en helder is de hemel. In eens schuift er dan een geweldige wolken bank voorbij en het is of een hemel-cipier plotseling een poort van een gewelf dicht schuift. Ik keer me om en slaap verder. En zoek en vind vergetelheid in dit Valk ooger paradijs van louter rust, louter vrede en louter tevreden menschen. v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1940 | | pagina 5